No. 356
Vrijdag 24 November 1916
Orgaan voor Leger en VSoot.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
Landstorm en Militie.
Treurige iamilie-omstaiidighedeii
Jn lie liefde is alles
De toestand in den reuzenstrijd.
DERDE JAARGANG.
DE SOLDATENCOURANT
REDACTIE EN ADMINISTRATIE VALERIUSSTR- 109. AMSTERDAM. DIT
BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR
MILITAIREN 1 CENT. VOOR BURGERS o CENT. ABONNEMENT BIJ VOORUIT
BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS/1.50P.KWARTAAL
Voor Advertexitii-n .wende nier. zich tot onze Administratie. ValeriusstiMt 109
Amsterdam. Prijs der Adverler.tito per regel 00 cent. Voor Ingezonden Mcdr.
- deel-'ogen" op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief, lljj abonnement
reductie.
Keizer Frans Joseff
Dinsdagavond is, nog onverwacht, Keizer
Frans Joseph overleden. "We geven hier, bij
zijn portret., een overzicht, van zijn leven.
Franz Josef werd geboren 18 Aug. 1830
als oudste zoon van Franz Karl, aartsher
tog van Oostenrijk, en prinses Sophia van
Beiereu. Aan zijn opvoeding, zijn burger
lijke, zopwel als zijn militaire, werd de
grootste zorg besteed en bij den gelukkigen
aanleg, die den jongen vorst ten deel was
gevallen, maakte hij snelle vorderingen.
Bij het uitbreken der onlusten in het
Ivoor jaar van 1848 begaf de toenmalige kei
zer Ferdinand I zich met zijn hof eerst
naar Innsbruck, keerde in Augustus weder
naar Weenen terug, maar vertrok, toen de
Octoberopstand uitbrak, naar Oltnütz, waar
hij den 2den I)ec.afstand deed van den
troon ten behoeve van zijn neef Franz Josef,
die, daar hij eerst 17 jaren telde, den len
December 1848 eerst meerderjarig was ver
klaard
De jonge keizer koesterde de hoop, dat
hij erin zou slagen aan den verwarden toe
stand een einde te maken, maar dit ging
niet zoo snel als hij misschien verwacht liad.
Nadat de onderhandelingen van zijn regee-
ling (bet in inisfcerie-Sch warzenberg) met
den toen te Kremsier vergaderenden Rijks
dag mislukt waren, werd deze den 4deu
Maart 1849 ontbonden en een centralisee-
rende grondwet ,geoct-roieerdde Iïón-
gaarsche opstand werd gedempt, en de oor
log met Sardinië door Radetzky schitterend
beëindigd
Den 18den Februari 1853 deed de Hon
gaar Libemyi te Weenen een aanslag op den
keizer. Deze werd aan bet achterhoofd ge
wond, maar was spoedig weder hersteld.
Den 24sfcen April trad Franz Josef in het
huwelijk met prinses Elisabeth van Beieren,
i In 1866 leidden de SIeeswij k-Holstein-
sclie moeilijkheden tot den oorlog met Prui
sen, in welken Oostenrijk al evenmin geluk
kig was en waardoor het zijn machtspositie
in Duitschland en Venetië! verloor.
I Den 8steu Juni 1867 werd Franz Josaf
te O.fen plechtig tot koning van Hongarije
gekroond.
De volgende jaren brachten een verbete
ring in de betrekkingen tot Pruisen in Gas-
tein en Salzburg werd in 1871 en ;72 -in
bijeenkomsten met Keizer Wilhelm I de
grond gelegd tot de tegenw,oordig© intieme
verhouding.
De toestanden in !het rijk waien gMtus-
schen niet altijd, zooals de Keizer gaarne
gezien zoude hebben, maar daarvoor vond
hij troost ii* een gelukkig familieleven, tot
dat ook daar hem z-ware slagen troffen. Den
30sten Jan. 1589 stierf plotseling kroonprins
Rudolf, den lOden Sept. 1898 werd keizerin
Elisabeth vermoord en deze rampen werden
gevolgd dooi' andere in de keizerlijke
familie. Het einde van de lange reeks was
do moord óp den troonopvolger Franz
Ferdinand. <A' de indirecte aanleiding werd
t tot den hnio.gen wereldbrand.
InterpellatiG-iWarohant.
In de zitting der Tweede Kamer van j.l.
Dinsdag was aan de orde de interpellatie van
den lieer March an t, betreffende de oproeping
van de landstormklasse 1909 v oor de militie
lichting 1917.
J>e vraag luidde als volgt:
Is de Mmiser bereid ae oproeping van de
landstormplichtigen der jaarklasse 1909 uit te
stellen tdt na de opkomst van de gehcelo of ge
deeltelijke lichting en jaarklasso 1917'der mili
tie en van den landstorm
De heer MARCHANT zegt, dat het doel
der landstormwet 1915 was degenen te oefe
nen die voor de militie waren vrijgeloot.
Opgeroepen zouden landstormplichtigen slechts
worden tot aflossing van de landweer. Jon-
gore landstormplichtigen zouden dienen tot
aflossing van oudere landweermannen, zoo
doende zou men krijgen ecu opschuiving van
landweer naar landstorm. Maar in den loop vart
den tijd bleek, dat de landweer alleen niet -vol
doende sterk zou zijn om plaats re maken voor
jongere landstormplichtigen. Daarom werd een
wetsontwerp jngediend om mogelijk t© maken
de aflossing, hoofdzakelijk van miliciens van
hereden wapens, die niet naar den landstorm
overgaan.
Bij de behandeling van dit wetsontwerp rezen
van alle kanten bezwaren. Het werd bestreden
door d© beer en Dluymaer van Twist, Van Sasse
von Usselt, en Van Nispén. Vier hoofdbezwa
ren werden geopperd Op den duur zou door
de opschuiving het geheole leger uit landstor-
mers gaan bestaande opleiding der huisvaders
was slecht georganiseerdgroote stoornis in
het maatschappelijk bedrijfsleven zou hiervan
het gevolg zijn en de verlofsregeliug was onvol
doende.
Deze bezwaren klemden zoozeer, dat als er
niet iets bijzonders gebeurd ware heb ontwerp
zou zijn verworpen. De lieer Van Raalte knoop
te echter aan deze zaak vast een algemeene
vermindering van den druk der mobilisatie.
Toen verress achter de Ministertafel de figuur
van den premier, het grove geschut werd opge
steld en de prepiier verklaarde die algemeen©
vermindering van dfluk onaannemelijk. Door de
dreigementen van den Minister heeft de Kamer
zich van een afwijzend votum laten weerhou
den. Dit is echter wel merkwaardig; want de
Minister had wel gezegd, dat het stemmen
tegen het ontwerp op dezen grond zou worden
opgevat als «svotum, van wantrouwen in het
kabinet; maar de heer Nolens verklaarde dit
onbegrijpelijk te achtenwaarna de Minister
verklaarde zich alleen gericht te hebben tegen
hen die op het standpunt van den heer Van
Raalte stonden. Hadden anderen zich dus van
dat standpunt losgemaakt, dan hadden deze
gerust kunnen tegenstemmeu. .Het geheels stel
len van de kabinetsquaestie was ook onredelijk
Spr. verheugt zich erover, dab de premior
thans in deze vergaderzaal ontbreekt. Int-us-
schen is het ontwerp aangenomenen we zit
ten er nu mee. 6
We hadden verwacht, dat de regeering van
dit ontwerp slechts gebruik zou maken in de
uiterste noodzakelijkheid; maar thans zal de
landstormklasse 1909 worden opgeroepen tus-
schen (5 en 20 December tegelijk met de jaar
klasse 1917. Dit acht spr. ongewenscht. De Mi
nister moet deze lieden tussclien 26 on 27 jaar
laten in hun zaken. Spr. vraagt daarom„Ia
de Minister bereid de oproeping van de land
stormplichtigen der jaarklasse 1909 uit te stel
len tot na de opkomst van de geheele of ge
deeltelijke lichting en jaarklasse 1917 der
militie en van den landstorm
De MINISTER VAN OORLOG, de heer
BOSBOOM, beantwoordt tegelijk de schrifte
lijke vragen der heeren Ter Laan en Duymaer
van Twist.
In de eerste plaats beantwoordt hij dus den
heer Ter Laan Up clieus vragen antwoordt hij,
dat de regeling der aflossing berust op de land
stormwet van 1915. De landstorm dient tot af
lossing, de militie heeft die bestemming niet
De regeling der inlijving is zoodanig, dat daar
door naar behooren in den dienst kan worden
voorzien. De oproeping ■van den landstorm
wordt geregeld voortgezet.
Volstrekt onmogelijk is het niet, in de volg
orde van oproeping wijziging te brengen. De
bevelen tot oproeping van een gedeelte der
jaarklasse 1909 voor nieuwjaar zijn reeds uit
gegeten. Voorzoover dit mogelijk mocht blijken
zal zij worden uitgesteld.
Op do vragen van den lieer Duymaer van
Twist antwoordt de Minister, dat reeds de mili-
Uit het Engelsch.
Meneer Barrett spande ach tot het uiterste
In haar een vraag te doen, een eenvoudige,
heel natuurlijke vraag, waardoor de lastige ver
onderstelling, die in haar laatste opmerking lag
opgesloten, zou worden weg genomen maar dit
.gelukt© hem niet. Hij staarde mevrouw Pren
tice met angstige blikken aan.
„Ik.... ik kon niet schrijven", zei hij einde
lijk. ten einde raad, ,,mt]n vrouw......
„Je wat?" schreeuwde mevrouw Prentice.
..Mijn vrouw", zei meneer Barrett, plotse
ling gekalmeerd, nu h(j eenmaal door het erg
ste heen was, „zij zou het niet goed gevonden
hebben, "i j
Mevr. Prentice trachtte .jrich goed te hou-
den. „Ik fteb nooit gehoord dab je getrouwd
was," stamelde zij eindelijk, „waarom is ze niet
hier?" i
„We konden hot niet goed met elkaar vin- 1
den" antwoordde de waarheidlievende meneer
Barrett. ..Zo was er ginoe'lijk van humeur, ik
liet de kindereu niaor bij haar en...
„Kind.. zei mevr. Prentice en hield plotse
ling op, niet in staat het woord geheel uit te
spreken. i
,,Ik heb er vijf", zei meneer Barrett be-
daavd. „Het sebeVlen van hen. vooral van do
kleinste, was bepaald hartvet'scheurend. Het
kreeg zijn eersten tand juist- op den dag van
mijn vertrek." I
Des© laatste mededeeling werd voor doove
©oren gedaan mevr. Pren+ice, die voor bet
©erst van haar leven de kluts kwijt was,
«rechtte haar zenuwen tot bedaren te brengen.
Zij had zich voorbereid op een harden strijd,
maar dit was iets onmogelijks.
De omstandigheden in aanmerking genomen,
nam zij haar nederlaag nogal 'koeltjes op.
„Ik twijfel er niet aan, of het is voor de
kinderen maar het beste, dat zij bij hun moe
der blijven", merkte zij op. terwijl zij opstond.
„Dat is zeker het beste," stemde meneer
Barrett toe. j»
„Wat ze moge wezen", vervolgde de oude
juffrouw. „Ben je klaar, Louise?"
Meneer Barrette deed de deur voor hen
open en was blij, toen hij zo de straat zog
oversteken.
..Het zal mij benieuwen, of zij het nieuws
onder ziob houdt?" mompelde hij.
Zijn vermoedens werden, wat dat betrof,
den volgenden dag reeds bevestigd. Geheel
llam«bury wist. toen reeds alles omtrent de
moeilijkheden door liem in zijn huwelijk onder
vonden en scheen zeer verlangend te zijn daar
over te praten. Deze moeilijkheden werden da
gelijks grooter totdat meneer Barrett de na
men en de verschillende leeftijden van zijn
kinderen on een lijstje noteerde en ze uit het
hoofd leerde.,
Bevrijd van de beleefdheden van de familie
Prentice, wandelde hij als een vrij man langs
do straten en men prees het ten zeerste in
hem, dat hem nooit een kwaad woord ontviel
omtrent zijn vrouw. Zrj had haar gebreken,
zeide hij, en zij waren duizende mijlen van
elkaar verwijderd, en lii.j gaf er de voorkeur
aan deze gebreken te vergeten. .,En", voegde
liij er bij. waarin wel wat waarheid school,
..hij waf haar veel verschuldigd."
Een paar maanden lang behoefd© hij dien
aangaande niet van opinio te veranderen.
Dank zij zijn tegenwoordigheid van geest liep
hij vrij en frank door de straten en was niet
i_n het minst bevreesd voor de familie Prentice.
Terwijl zijn liart nog vrij was en hij maar te
kiezen had, leidde hij het gemakkelijke leven
vun een man, die niets te doen heeft, toen in
dens van dc lichting 1917 in dienst gesteld
werden, tegelijk echter een ploeg van do laiid-
stormklass© 1909. Het is niet mogelijk een
ploeg van de landstormklasse 191" in de plaats
te stellen. De landstormlichting is grootendeels
bestemd voor aflossing van do bereden en spe
ciale wapens.
Uitstel van de oproeping der /aarklasse 1909
tot na de geheele of gedeeltelijke opkomst van
de lichting 1917 ontmoet bezwaar, doordat de
bevelen daartoe reeds gegeven zijn.
Tot uitstel van de oproepiug van liet overige
gedeelte van dc jaurklasse 1909 na Januari >s
de Minister niet bereidwel is do Minister be
reid om to overwegen een spoedige oproeping
van de landstormklasse 1917 na nieuw jaar.
De hoer MARCHANT repliceert. Het blijkt
dat de Minister dc bezwaren niet heeft gevoeld
welke geopjierd zijn bij de behandeling van het
wetsontwerp, betreffende dc aflossing van do
bereden wapens. De hoofdzaak is deze, dat de
gedragslijn van de Regeering do omgekeerde
is van die, welke de Kamer wenscht aan te
nemen.
De Kamor zal verstandig doen nog een6 dui
delijk haar standpunt van 11 Juli 1916 te her
halen.
Op 26 Mei heeft de Minister hier gesproken
over liet bouwen van barakken. We zijn nu een
half jaar verder, maar spr. zou het veel erger
vinden dat wij bij 't sluiten van den vrede te
veel menschen uit hun gezm zouden gehaald
hebben, dan dat wij dan te veel narakken zou
den hebben gebouwd.
Spr. denkt, dat de vrede niet ineens zal ko
men, na een grooten slag, maar dat die zaak
lang te voren zal worden voorbereid. Er zullen
vettelijke maatregelen noodig zijn om de demo
bilisatie voor te bereiden.
De Minister moet dus met zeggen„Als dc
vrede ge teekend is moeten deze manschappen
af geëxerceerd zijn en laat ik ze los". Hij zal
dan zeer goed den diensttijd van deze jonge
railieions met eenige maanden kunnen verlen
gen-
ZooaJs thans de oefening geschiedt van a-lle
menschen, zoo kan het met blijven. De raiii-
tioliclitingen en de lamdgbormkia-sse 1917 moe-
ton voorgaan.
Spr. dient de volgende motie in". „De Ka
mer, van oordeel, dat tot oproeping van de
landstormplichtigen van do jaarkiasse 190T
eerst behoort te worden overgegaan na oproe
ping van de lichting en de jaarlda-sse 1917 van
d© militie en van den temdstorm, gaat over tot
de orde van den dag."
De heer ELAND vraagt of het de bedoeling
is het leger te versterken. Meent de regeering
dat het leger nog steeds versterk! moet wor
den Deze vraag alleen wenscht spr, te
stellen.
De lieer DUYMAER VAN TWIST zegt,
dat het" departement van oorlog in niet
geringe mate de schuld draagt van het
geen thans gebeurt. De minister had zijn.
standpunt in zake de inschrijving in een offi
cieel communiqué aan do pers moeten uiteen
zetten. Dit deed hij niet; en daardoor nam de
opwinding in den lande toe.
Waarpm ook heeft do minister de door spr.
en den lieer Ter.Laan gesteld© Vragen niet on
middellijk beantwoord
Ook hier is gebrek aan voortvarendheid te
const,aiteeron. De Kamer is zoodoende onvol
doende op dit debat voorbereid.
Waarom roept de Minister de landstorm
klasse 1917 niet op voor do jaarklasse 1909.
Zegt de Minister: „Dat laat de landstormwet
niet toe" dan zegt spr.„Waarom dan met
een wijziging daarin voorgesteld?"
Do Minister heeft ook verkeerd gehandeld
door te veel manschappen van oudere lichtingen
in te deelen bij de bereden corpsen. Nu zit de
Minister in het moeras. De Minister is echter
niet doordrongen van den eeonomisehen druk
welken hij op de mannen legt.
Tot vermindering daan u,i wordt niets ge
daan. Deze njfinnen moeten 8| maand in
dienst zijn. voordat, zij zakenverlof kunnen
krijgen. Gehuwde bedrijfsleiders moeten eerst
een maand in dienst zijn voordat zij op Zon
dag naar. huis mogen gaan. De manschappen
worden gezonden naar streken ver van hunne
woonplaats. Zelfs wil de minister de opkomst
van landstormplichtigen van 1909 niet bepalen
in do eerste (lagen van Januari.
Uit alles blijkt, dat het departement van oor
log van de belangen dezer mannen niet -op de
hoogte is. De minister komt wel op voor de
belangen van de la-ndstormklasse 1917, maar
niet voor di© van 1909. Spreker voelt veel
voor de motie-Marcbant.Maar er is een be
zwaar. Hij overziet niet genoeg de gevolgen
van zijn motie. Roepen we nu geheelemilitie-,
lichting 1917 op, dan zitten we bij demobilisa
tie tot 1 Juli 1918 .zonder voldoend© manschap
pen.
De heer MARCHANT: „Wijzig dan do
wet!"
De heer DUYMAER. VAN TWIST vreest,
dat de Kamer zou zeggen: Laat de lui nu
maar naar huis gaan! Spr. zou dus in dit op
zicht met de motie niet kunnen meegaan-
Do heer TER LAAN bepleit oproeping
van do militielichting 1917 en de jaar-
klasse 1917 van den landstorm vóór de
jaafklasse 1909. Elk uitstel komt den
cfuderen mannen ten goede. Een wetswijzi
ging is spoedig genoeg tot stand te brengen
en ook al staat in dc wet dat do landstorm
de militie aflost, dan beteekent dit nog niet
dat het verboden is, dot de niilitie den land
storm aflost. Blijft de Minister halsstarrig
weigeren, dan krijgen we vanzelf een voorstel
dat een groot deniobilisatiedebat brengt.
Spreker betoogt vervolgens, dat bet niet
noodzakelijk is dat na demobilisatie een vol
tallige lichting in de kazerne blijft. Spr. be
pleit aanneming van de motie-Marchant.
•locht do motie niet worden aangenomen, daD
moet do opleiding in dc woonplaatsen geschie
den.
Do heer DUYMAER VAN TWIST: „Daar
zijn geen schietbanen 1"
Do heer TER LAAN „Dat moet de Minis
ter weten".
Spreker dringt voorts aan op eenlbetere ver-
lofsregeling. f
De heer ARTS klaagt, over/ den mobi-
lisatiedruk. Velen zien hun zaken achter
uitgaan. Ook spreker zou liever de jon
gere lichting zien oproepen. Een zoo lang
durige diensttijd buiten oorlogstoestand moet
het gehalte van het leger demoraliseeren.
Spreker zal daarom elke poging om daarin
verbetering te brengen in deze Kamer go-
daan, steunen.
De MINISTER VAN OORLOG, de heer
BOSBOOM, deelt de resultaten mede na de wet
van 31 Juli 1916 en welke zijn plannen zijn
tot verdere uitvoering van die wet. De Kamer
kan dan gemakkelijker haar houding tegen
over do motie bepalen.
Van do 10 lichtingen die op 1 Aug. 1914
onder de wapenen, waren, zijn er. behalve de
oudste Iaridweorlichting, 10 lichtingen afge
lost. Dc door. spreker voorspelde toestand^ is
nu bereikt. De mannen van de militielichting
die nu aan do beurt van aftreding zijn, zijn
van denzclfdcn leeftijd als de landstormman
nen die nu aan de beurt zijn. Dezen kunnen
niet zeggen dat zij niet wisten wat hun te
wachten staat. Duidelijker lian spreker het
gezegd heeft is niet mogelijk.
Voorts wijst spreker erop, dat reeds bij K. B.
van 18 Aug. j.l. de lnndstórmlichting 1909
was aangewezen, dat 22 Aug. d.a.v. aan de
burgemeesters daarvan kennis werd gegeven.
Wat zijn sprekers verdere plannen ter af
lossing van de 5 andere lichtingen die 1 Aug;
onder de wapenen waren?
Hij moet het voorbehoud maken, dat zich
geen buitengewone moeilijkheden voordoen
maar overigens zal hij maken dat voor Augus
tus 1917 aile lichtingen die 1 Aug. 1914 onder
de wapenen warén, zullen zijn afgelost.
Spreker hoopt van de landstormjaarklassen
1907- en 1906 geen gebruik te behoeven te ma
ken. Totdat de noodzakelijkheid blijkt, hoopt
hij van die mannen geen gebruik tc maken.
De jaarklassen 190R en 1914 zullen nog on
der de wapenen worden geroepen.
Uitstel zal'kunnen worden verleend, maar
van afstel zal qer.n sprake zijn. Dit wil spr.
zeggen, als dit het dessous mocht'zijn van
de beweging in de Kamer ontstaan. Spr. stelt
zich op den bodem der wet. De landstorm moet
de miiitie aflossen. Spr. is echter zelfs zoo ver
gegaan, dat er meer menschen met verlof ge
gaan zijn dan er onder de wapens zijn. De ge-
noemde vier lichtingen zijn maar krap voor de
aflossing. Eigenlijk komt spr. er niet mee toe.
Het uitstel zal niet meer dan 2 a 3 maanden
kunnen zijn.
Waarom spr. niet de lichting 1917 liet
voorgaan? Spr. vindt bij zijn standpunt- steun
bij den mterpellant t-oen de heer Ter Laan aan
drong op oproeping van de militielichting 1916
voor de toen op tè'rJepen landstorm jaarklasse.
De Minister leest voor wat de heer Marchant
destijds beeft gezegd. Spr. vindt cjk bondge-
nooten in <ie Kamer, blijkens het afdelings
verslag" over de oorlogsbegrooting 1916; waar
in eveneens vervroegde oproeping van de lich
ting 1916 werd bestreden met hetzelfde a^g ti
mfint dat de Minister thans gebruikt. 'Dat de
landstorm voor aflossing is.)
De Minister zegt, dat hij met de militie 1915
ouders handelde omdat hij toen nog niet d«
beschikking had over den landstorm. Met de
lichting 1916 handelde hij zooals hij deed, om do
beschikking over troepen te hebben.
Wanneer gedemobiliseerd wordt zal het noo
dig zijn, dat wij nog ecnigen tijd daarna de be-
dezen toestand plotseling een verandering kwam
door de verschijning van mej. Grmdsay, do
nieuwe onderwijzeres aan de lagere school.
Meneer Barrett bezweek dadelijk voor 'hare
bekoorl kheden en besloot na een paar ont
moetingen op straat en bij de weder zij dsche
kennissen *zijn hart uit te storten bij zijn
vriend Jernshaw.
„Wat drommel, wat voor belang stol je toch
in haar?" vroeg die heer.
,,Ik... ik ben verliefd op haar", zei mcheer
Barrett.
„Verliefd op haar?" vroeg zijn vriend op.
strengen toon. „Je moest je schamen. Je hebt
ni©t het recht aan zulke dingen te denken."
„Waarom niet?" vroeg meneer Barrett op
nog scherper toon.
T, Waarom niet'r" herhaalde de andere,
„denk je dnn lieelemaal niet aan je vrouw en
kinderen?"
Het is waar, meneer Barrett had daaraan
lieelemaal niet gedacht en viel iu zijn stoel
neer, terwijl hij "Hen bruidenier met open mond
aanstaarde.
„Je bent, wat dat betreft, in een valsche
positie", zei meneer Jernshaw op strengen
toon
„Je kunt het een nog erger naam. geven",
zei meneer Barrett. „Wat moet ik doen?"
„Wat je moet doen?" herhaalde de andere,
hem strak aankijkende, ..niets moet je doen,
of misschien zou je je vrouw en kinderen kun
nen laten overkomen als je vrouw een on
geluk mocht- overkomen, zou je dan toch altijd,
nog de kinderen overhouden, ten minst© sis
daar geen bezwaren tegen zijn."
Meneer Barrett lachte gedwongen, terwijl hij
berouwvol de oogen nedersloeg.
„Denk er eons over na", zei meneer Jern
shaw.
„Dat zal ik zeker", zei de andere levendig.
Hij ging diep in gedachten verzonken naar
huis. Hij had oen vriendelijk karakter en dacht
er langen tijd over na wat wel de gemakke
lijkste dood voor mevr. Barrett zou zijn.
Eindelijk besloot hij haar aan een hartkwaal
te laten sterven en een paar weken later wist
heel Ramsay. dat hij een brief ontvangen had
uit Australië, waarin de treurige tijding ge
meld werd. Men was algemeen van gevoelen
dat er niets viel aan te merken op den rouw
en het gedrag van den weduwnaar.
„Endelijk rust zij m vrede7', zei hij plech
tig tot Jernshaw.
„Ik geloof dat je haar vermoord hebt", Eei
zijn-vriend.
Meneer Barrett ontstelde hevig.
,.Ik bedoel dat jouw vertrek haar het hart
gebroken hooft7', verklaarde de auder.
Meneer Barrett herademde.
„Het is je plicht om naar de kinderen 'om
te zien", zei Jernshaw op vasten toon. „En
ik ben niet alleen van dat gevoelen."
„Zij wonen bij hun grootvader en groot
moeder", zei meneer Barret-t.
Meneer Jernshaw trok zijn neus op.
„En er zijn vier ooms en vijf tantes", voegde
meneer Barrett er triomfantelijk bij.
„Bedenk eens, hoe ze je huis zouden op-
vroolijken". hernam meneer Jernshaw.
Zijn vriend schudde het hoofd.
„Het zou niet billijk zijn tegenover 'hun
grootmoeder", zei hij op vasten toon. „.Boven
dien. moet Australië bevolkt wórden."
Hij bevond tot zijn verdriet, dat meneer
Jernshaw's verklaring, dat hij niet alleen
stond in zijn opinie, juist was. Het publiek
scheen de overkomst van de kinderen te ver
wachten en een van de inwoners ging zelfs zoo
ver, dat hij hem een meisje, dat hij kende, als
min recommandeeide.
Ramsbury begreep ten langen lest©, dat
zijn besluit vast stond en toen men de lucht
kreeg van zijn verliefdheid op de onder
wijzeres, begon men ook de reden te begrijpen.
Well iel it was juffrouw Lindsay van dezelfde
opinio, doch zij liet zich daarover niet uit, en
groette meneer Barrett vrij en hartelijk bij de
schikking hebben over een voldoend aantal troe
pen, if&u eerste om olies in de militair© etellin
gen weer op vredcavoet terug t© brengen. Wo
zullen ook nog ©enigen tijd daarna troepen noo
dig hebben aan d"c grenzen, ook ter bestrijding
van den smokkelhandel.
Het getuigt van wijs belaid than» reeds t©
zorgen, dat we niet ontbloot zijn van oepen.
Wel zal bet mogelijk zijn dan <1© noodig© maat
regelen te nemen, met nam© verlenging van
den diensttijd der vervroegd opgeroepen..-mili-
ticlichting.
Kunnen alle op 1 Aug. 1914 ouder de wape
nen zynden voor 1 Aug. 1917 met verlof gezon
den worden, dan zal spr. de volgende lichtin
gen naar huis zenden.
Een ontwerp om de lichting 1918 sterk ver
vroegd onder de wapenen te roepen, heeft
spr.'s departement reeys verlaten.
Een wetswijziging zooals de heer Duymaer
van Twist wenscht©, zou than6 te iaat, zijn.
Spr. heeft geen bezwaar het deel rón de
landhtormklu-ssc 1917 dat met voor (lossing .an
bereden ©n speciale wapens maar voor aflossing
van de infanterie bestemd is, reeds 1 Fcbr. a.s.
onder de wapens-te roepen.
Intrekking van de bevelen top oproeping van
de militielichting 1917 zou tot allerlei verwar
ring leiden. Het gaat niet aan militicmannen
die daarop niet gerekend hebben thans op te
roepen in de plaats van de landstormmannen
di© daarop allang gerekend heoben. 't Gevolg
zou ook kunnen zijn, dat spr. zijn zooeven.
uiteengezet plan niet zou kunnen volgen.
De Minister wil gaarn© met de Kamer tot
een overleg omen. Wat hij niet kan toezeg
gen voor dc jaarklasse 1909 wil spr. wel doen
met de jaarklasse 19U8. Spr. wil die wel laten
voorafgaan door een deel van de militielichting
1917.
Spr. ontraadt aanneming van de motie en
vraagt den interpellant zich tevrede» te etel- 1
len met de gedane toezeggingen.
De heer MARGHANT is bereid in zoover den
Minister tegemoet te komen indien dat deel van
de landstormklasse 1917 dat niet bestemd is
voor de aflossing van de bereden en speciale
wapens, niet zal voorafgaan aan de rnilitielich-
ting 1917 zoodat eerst deze lichting onaer de
wapenen geroepen zal worden ©n dan ©at de>el
der landstorm.jaarklasse 1917, hetwelk voor af
lossing der infanterie is bestemd. Spr. voegt dus
aan zijn motie toe: „Behoudens dat deel van
d© landstormklasse 1917 dat bestemd is voor de
bereden w a p e n s af te lossen".
Daarop repliceeren de heeren TER LAAN en
DUYMAER VAN TWIST.
De heer DE MEESTER motiveert zijn stem
en die van de meeste zijner naast© geest-ver
wanten.
De Minister heeft geen argumenten aange
voerd, ontleend aan liet legerbelang en leaere
maand uitstel voor de lanostormers is van be-
teeken.s. Spr. zal dii3 voorde motie stemmen.
De heer SCHREURER constateert, dat
d© minister uitging van een militaristisch
stelsel, dat hij zeide niet te kunnen
■verlaten. Toen hij dit wel deed, ging hij in een
geheel verkc-erde richting. I
Waarom kan voor 1S08 wel, wat voor 1909
niet kan
De MINISTER b©toogt daarop niet te hebben
gezegd dat. 't voor 1909 onmogelijk is; maar
het is bezwaarlijk, omdat er geen vervanger is j
voor het reeds opgeroenen deel. Het. andore i
deel, tegen 1 Februari opgeroepen, kan niet
verder verschoven, omdat anders de ruimte
tusschen de beide deelen te groot wordt. Facili
teiten ten aanzien van de opkomst van het
eerste deel kan spr. niet verleenenwel ten I
aanzien van het verlof met Kerstmis en Nieuw-
jaar.
Spr. begrijpt het. verlengstuk van de motie
niet. Wat hij met de motie doen zal weet spr.
nog niet. In een motie kan men de indeeliDg
van do troepen niet vastleggen. Wil een
Kamerlid dat doen, dan moet hij zeif Minis
ter worden. Vertrouwt men dat een Minister
niet toe, dan moer men hem naar huis sturen.
(Beweging.)
Spr. kan met anders doen dan aanneming
der motie ontraden. Verdere gevolgen zal spr.
er niet aan verbinden, daar de motie gaat
buiten de wet om.
De heer NOLENS vraagt of de mi
nister oproeping van den landstorm 1909
noodzakelijk acht in het belang der de
fensie. De motie moet er geen zijn om den
landstormers te zeggen dat de Kamer het goed
met hen meent, maar om te zeggen dat. men
het niet eens is met het beleid van den mi
nister.
De heer MARCHANT ontkent, dat de mo
tie in strijd is met de wet. Of de diensttijd
der militie. 1917 er door zal worden verlengd,
zooals de minister zeide, moeten we er op wa
gen. Een vraag als die van den heer Nolens
wordt gesteld in de hoop dat een antwoord ge
geven zal worden dat aanleiding kuti geven om
tegen d© mouo te stemmen.
Spr. begrijpt ander» niet do portee van d©
vraag. Als d© minister geen prijs .>tHt op den
Ktaaj't der motie, knijit spr. vr dien w^ r af
en borstelt haar in don oor» pr onko 1 ij ken vorm.
Do hoer TER LAAN. voor dc derde maal J««'.
woord vragend, ontkent, dat do lichting 1017
langer zou moeten dienen bij vervroegde op
roep ing-
De MINISTER beantwoordt de (©rstc vraag
van dch neer Nolens bevestigend. Dat spreekt
vun zelf {gelach); maar zoo evident dat
het vffderland ©r door verforen zou gaan is bet
niet. Dat spreekt ook' vanzelf.
Op de twoede vraag antwoordt spr. dat aan
de aanneming g'-cn govolgcn zullen wordep ver
bonden Nu rto staart van de motie i* afgo-
knipt kan spr haar niet ten volle toepasten.
De heer NOLENS weerspreekt dc opvatting
van den heer Marchant, ten aanzien van 6pr.'s
Y\gen. Spr. zal geen aanneming van do motio
°"va\xr DUYMAER VAN TWIST: Woloeon
z© wordt zonder hoofdelijk© stemming aange
nomen.
De beraadslagingen nordon gesloten.
De heeron VAN IDSINGA ©n ELAND vra
gen stemming.
D© motio wordt met 59 tegen 4 (.teramen
aangenomen. Tegcu stemden dc heeren
Van Idsinga, Niertttrasz, Eland en de Yoor-
zi tf©r.
vele gelegenheden, waarop zij hem bij haar
gaan en komen van en naar de school ont
moette.
Zelfs toen hij zinspeelde op zijn eenzaam
leven, hetwelk hij dikwijls genoeg deed, ging
ze daar niet op in.
'Na verloop van twee maanden ging hij in
den lichten rouw en een maand later droeg
hij geen uiterlijke kenteekencn meer van zijn
verhes. Bovendien liep hij met vluggen stap
langs de straten en had hij de manieren van
een jongen man aangenomen. Juffrouw Lind
say was acht-en-twintig en hij kwam tot de
conclusie, dat m aanmerking genomen dat zi.j
een vrouw en luj een man was, er geen
noemenswaardig verschil in leeftijd bestond.
Hij werd alleen teruggehouden haar te
vragen door een kwestie van etikette. Zelfs
een boek van een shilling, dat hij gekocht had
om hiervan op de hoogte te komen, gaf niet
aan hoe langen tijd er moest verloopen tuj-
nieuwe verloving. IVel gaf het heel nauw
keurige aanwijzingen omtrent het eten van
asperges
Ten einde raad zocht hij zijn troost bij
J ernslmw.
„Daar weet ik niets van", zei deze heer,
„.bovendien komt het er niets op nan."
„Komt het er niet op aan?" herhaalde
meneer Barrett, „waarom zeg.je dat?"
„Omdat ik gehoord heb, dat Tillett moeite
doet voor haar", was bet antwoord. „Hij is
tien jaar jonger dan jij en vrijgezel. Een
meisje zou aan hem natuurlijk ae voorkeur
{;even boven een weduwnaar van middelbaren
eeftijd met vijf kinderen."
„In Australië" merkte de ander op.
„De ©ene man is even goed als de andere en
jelui bent allebei nu vrijgezel" zei meneer Je
rnshaw, terwijl hij hem vlaJi in het gezicht
keek. „zij zou misschien aan jou de voorkeur
geven, maar zooals de zaken op 't- oogenblik
staan
„Ik zal haar vragen'! viel meneer Barrott
Keizer Frans Jozef, de regeerder der
groote Donau-monarchie Ooatenrijk-Honga-
rije, is Dinsdagavond te negen uur op
Schönbrunu, bij Weenen, overleden. Toch.
nog onverwacht, al was het einde te vree
zen. Zoo gevaarlijk liet de* ongesteldheid
des keizers, een catarrhal© aandoening,
waaraan hij vaker in voorjaar en herfEfc
leed, zich niet aanzien, maar de hoogo leef
tijd deed daarentegen het ergste duchten.
Keizer Frans Jozef'is 86 jaar geworden;
nog een paar jaren en hij zou zeventig jaren
lang Oostenrijk bestuurd hebben. Dit lange
leven is rijk aan gebeurtenissen geweest,
aan persoonlijke wederwaardigheden ook.
Zijn eenige zoon verloor in jong-manne]ij-
ken leeftijd op geheimzinnige wijze het
leven: het drama t© Meyringen is nog altijd
niet opgehelderd. Zijn gemalin, keizerin
Elisabeth, werd in 1898 in Zwitserland ver
moord door een anarchist. Zijn neef en
troonopvolger, aarts hertog Frans Ferdi
nand, werd met zijn gemalin gedood bij
een bezoek aan Serajewo; dat was, men
weet het, in 1914 en gaf aanleiding tot den
grooten Europeeschen oorlog, die nog
woedt, en die, welbeschouwd, allereerst een
oorlog was van Oostenrijk-Hongarije tegen
Servië. Dit is de derde groote oorlog van
den overleden keizer: zijn rijk streed in
1859 tegen Frankrijk en Italië, in 1866
tegen deny tegen woordigen bondgenoot
Pruisen.
Een veelbewogen leven is dat van dezen
monarch zeker geweest, veelbewogen als
mensch en als heerscher. De regeering over
een rijk als Oostenrijk-Hongarije, uit zoo
vele verschillende deelen bijeengepast, was
niet gemakkelijk; dat Frans Jozef bijna ze
ventig jaren lang de teugels in handen hie'd
en dat slechts eenmaal, in 1853 door een
Hongaar, een moordaanslag op bera
werd gepleegd, dat hij zich aller achting
en genegenheid verwierf, lag voor een
groot deel aan zijn beminnelijk, rechtscha
pen karakter. Bovendien was hij een mau
van groote geestkracht en eên werkzaam re
geerder, zooahr-er weinige zijn. Hij heeft,
helaas, het einde van dezen rampzaligen
oorlog niet mogen beleven. Welke beteeke-
nis zijn dood zal hebben voor de groote
Donau-monarchie, js nog niet te zeggen.
In ons vorig overzicht hebben wij er
reeds op gewezen, dat het voor de Roemenen
er benard begint uit te zien. Van den kant
van de geallieerden hoopte men op ©en zeer
krachtig ingrijpen van Rusland, op ontlas
ting van Roemenië door de aanvallen van
Sarrail in'Macedonië en de verovering van
Monastir. En dat er in de laatst© dagen
hem. beslist in de reden. ;,Ik was eerst
van plan nog een beetje langer te
nachten, maar als zij misschien haar beele
toekomst vergooit door met dien kleermakers
knecht t© trouiven, dan is het mijn pl.cht, om
harentwille, mijn kans te wageii. Ik heb al
twee maal gezien dat hij met haar praatte,
maar dacht- niet dat hij zoo iet© op het oog
had."
Vrees en verontwaardiging hielden hem
den halven nacht «akker, maar den volgen
den morgen stond hij op roet het vast© besluit
het dien dag ipaar Te wagen. Om vier utu-
deed hij voor de derde maal een nieuw© das
om en tien minuten later ging hij de deur uit
in de richting van de school.
Juffrouw Lindsay kwam er Juist uit en na
een opmerking over het mooi© weer, keerde hij
om en wandelde met haar op.
„Ik verlangde er zeer naar u tc ontmoeten"
zei meneer Barrett met een grafstem.
„Zoo?" zei het meisje.
„Ik voelde mij vandaag zoo eenzaam", ver
volgde hij.
„Dat schijnt dikwijls het geval met u te sjjii,
merkte het meisj© op, terwijl zrj onwillekeurig
haar schreden wat vertraagde.
„Ik gevoel dit hoe langer hoe roeeP', her
nam meneer Barrett op treurigen toon.
„Ik geloof dat ik weet wat u scheelt-', ne
het meisje op zachten toon. „U hebt den
geheelen dag niets te doen. en u ziet niemand
als uw huishoudster".
Meneer Barrett stemde levendig daarmede ia
en wierp een hoopvoüen blik op haar.
Uu mist iets", stameldejuffroutr Lind
say.
..Ja" zei roeneer E^rreti gretig.
„U mist"het meisje kon haast niet uit
haar woorden komen.
mist het geloop en de stemmen uwer kin
dertjes."
(Slot voifff.)