No. 356 Vrijdag 24 November 1916 Orgaan voor Leger en VSoot. Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. Landstorm en Militie. Treurige iamilie-omstaiidighedeii Jn lie liefde is alles De toestand in den reuzenstrijd. DERDE JAARGANG. DE SOLDATENCOURANT REDACTIE EN ADMINISTRATIE VALERIUSSTR- 109. AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR BURGERS o CENT. ABONNEMENT BIJ VOORUIT BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS/1.50P.KWARTAAL Voor Advertexitii-n .wende nier. zich tot onze Administratie. ValeriusstiMt 109 Amsterdam. Prijs der Adverler.tito per regel 00 cent. Voor Ingezonden Mcdr. - deel-'ogen" op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief, lljj abonnement reductie. Keizer Frans Joseff Dinsdagavond is, nog onverwacht, Keizer Frans Joseph overleden. "We geven hier, bij zijn portret., een overzicht, van zijn leven. Franz Josef werd geboren 18 Aug. 1830 als oudste zoon van Franz Karl, aartsher tog van Oostenrijk, en prinses Sophia van Beiereu. Aan zijn opvoeding, zijn burger lijke, zopwel als zijn militaire, werd de grootste zorg besteed en bij den gelukkigen aanleg, die den jongen vorst ten deel was gevallen, maakte hij snelle vorderingen. Bij het uitbreken der onlusten in het Ivoor jaar van 1848 begaf de toenmalige kei zer Ferdinand I zich met zijn hof eerst naar Innsbruck, keerde in Augustus weder naar Weenen terug, maar vertrok, toen de Octoberopstand uitbrak, naar Oltnütz, waar hij den 2den I)ec.afstand deed van den troon ten behoeve van zijn neef Franz Josef, die, daar hij eerst 17 jaren telde, den len December 1848 eerst meerderjarig was ver klaard De jonge keizer koesterde de hoop, dat hij erin zou slagen aan den verwarden toe stand een einde te maken, maar dit ging niet zoo snel als hij misschien verwacht liad. Nadat de onderhandelingen van zijn regee- ling (bet in inisfcerie-Sch warzenberg) met den toen te Kremsier vergaderenden Rijks dag mislukt waren, werd deze den 4deu Maart 1849 ontbonden en een centralisee- rende grondwet ,geoct-roieerdde Iïón- gaarsche opstand werd gedempt, en de oor log met Sardinië door Radetzky schitterend beëindigd Den 18den Februari 1853 deed de Hon gaar Libemyi te Weenen een aanslag op den keizer. Deze werd aan bet achterhoofd ge wond, maar was spoedig weder hersteld. Den 24sfcen April trad Franz Josef in het huwelijk met prinses Elisabeth van Beieren, i In 1866 leidden de SIeeswij k-Holstein- sclie moeilijkheden tot den oorlog met Prui sen, in welken Oostenrijk al evenmin geluk kig was en waardoor het zijn machtspositie in Duitschland en Venetië! verloor. I Den 8steu Juni 1867 werd Franz Josaf te O.fen plechtig tot koning van Hongarije gekroond. De volgende jaren brachten een verbete ring in de betrekkingen tot Pruisen in Gas- tein en Salzburg werd in 1871 en ;72 -in bijeenkomsten met Keizer Wilhelm I de grond gelegd tot de tegenw,oordig© intieme verhouding. De toestanden in !het rijk waien gMtus- schen niet altijd, zooals de Keizer gaarne gezien zoude hebben, maar daarvoor vond hij troost ii* een gelukkig familieleven, tot dat ook daar hem z-ware slagen troffen. Den 30sten Jan. 1589 stierf plotseling kroonprins Rudolf, den lOden Sept. 1898 werd keizerin Elisabeth vermoord en deze rampen werden gevolgd dooi' andere in de keizerlijke familie. Het einde van de lange reeks was do moord óp den troonopvolger Franz Ferdinand. <A' de indirecte aanleiding werd t tot den hnio.gen wereldbrand. InterpellatiG-iWarohant. In de zitting der Tweede Kamer van j.l. Dinsdag was aan de orde de interpellatie van den lieer March an t, betreffende de oproeping van de landstormklasse 1909 v oor de militie lichting 1917. J>e vraag luidde als volgt: Is de Mmiser bereid ae oproeping van de landstormplichtigen der jaarklasse 1909 uit te stellen tdt na de opkomst van de gehcelo of ge deeltelijke lichting en jaarklasso 1917'der mili tie en van den landstorm De heer MARCHANT zegt, dat het doel der landstormwet 1915 was degenen te oefe nen die voor de militie waren vrijgeloot. Opgeroepen zouden landstormplichtigen slechts worden tot aflossing van de landweer. Jon- gore landstormplichtigen zouden dienen tot aflossing van oudere landweermannen, zoo doende zou men krijgen ecu opschuiving van landweer naar landstorm. Maar in den loop vart den tijd bleek, dat de landweer alleen niet -vol doende sterk zou zijn om plaats re maken voor jongere landstormplichtigen. Daarom werd een wetsontwerp jngediend om mogelijk t© maken de aflossing, hoofdzakelijk van miliciens van hereden wapens, die niet naar den landstorm overgaan. Bij de behandeling van dit wetsontwerp rezen van alle kanten bezwaren. Het werd bestreden door d© beer en Dluymaer van Twist, Van Sasse von Usselt, en Van Nispén. Vier hoofdbezwa ren werden geopperd Op den duur zou door de opschuiving het geheole leger uit landstor- mers gaan bestaande opleiding der huisvaders was slecht georganiseerdgroote stoornis in het maatschappelijk bedrijfsleven zou hiervan het gevolg zijn en de verlofsregeliug was onvol doende. Deze bezwaren klemden zoozeer, dat als er niet iets bijzonders gebeurd ware heb ontwerp zou zijn verworpen. De lieer Van Raalte knoop te echter aan deze zaak vast een algemeene vermindering van den druk der mobilisatie. Toen verress achter de Ministertafel de figuur van den premier, het grove geschut werd opge steld en de prepiier verklaarde die algemeen© vermindering van dfluk onaannemelijk. Door de dreigementen van den Minister heeft de Kamer zich van een afwijzend votum laten weerhou den. Dit is echter wel merkwaardig; want de Minister had wel gezegd, dat het stemmen tegen het ontwerp op dezen grond zou worden opgevat als «svotum, van wantrouwen in het kabinet; maar de heer Nolens verklaarde dit onbegrijpelijk te achtenwaarna de Minister verklaarde zich alleen gericht te hebben tegen hen die op het standpunt van den heer Van Raalte stonden. Hadden anderen zich dus van dat standpunt losgemaakt, dan hadden deze gerust kunnen tegenstemmeu. .Het geheels stel len van de kabinetsquaestie was ook onredelijk Spr. verheugt zich erover, dab de premior thans in deze vergaderzaal ontbreekt. Int-us- schen is het ontwerp aangenomenen we zit ten er nu mee. 6 We hadden verwacht, dat de regeering van dit ontwerp slechts gebruik zou maken in de uiterste noodzakelijkheid; maar thans zal de landstormklasse 1909 worden opgeroepen tus- schen (5 en 20 December tegelijk met de jaar klasse 1917. Dit acht spr. ongewenscht. De Mi nister moet deze lieden tussclien 26 on 27 jaar laten in hun zaken. Spr. vraagt daarom„Ia de Minister bereid de oproeping van de land stormplichtigen der jaarklasse 1909 uit te stel len tot na de opkomst van de geheele of ge deeltelijke lichting en jaarklasse 1917 der militie en van den landstorm De MINISTER VAN OORLOG, de heer BOSBOOM, beantwoordt tegelijk de schrifte lijke vragen der heeren Ter Laan en Duymaer van Twist. In de eerste plaats beantwoordt hij dus den heer Ter Laan Up clieus vragen antwoordt hij, dat de regeling der aflossing berust op de land stormwet van 1915. De landstorm dient tot af lossing, de militie heeft die bestemming niet De regeling der inlijving is zoodanig, dat daar door naar behooren in den dienst kan worden voorzien. De oproeping ■van den landstorm wordt geregeld voortgezet. Volstrekt onmogelijk is het niet, in de volg orde van oproeping wijziging te brengen. De bevelen tot oproeping van een gedeelte der jaarklasse 1909 voor nieuwjaar zijn reeds uit gegeten. Voorzoover dit mogelijk mocht blijken zal zij worden uitgesteld. Op do vragen van den lieer Duymaer van Twist antwoordt de Minister, dat reeds de mili- Uit het Engelsch. Meneer Barrett spande ach tot het uiterste In haar een vraag te doen, een eenvoudige, heel natuurlijke vraag, waardoor de lastige ver onderstelling, die in haar laatste opmerking lag opgesloten, zou worden weg genomen maar dit .gelukt© hem niet. Hij staarde mevrouw Pren tice met angstige blikken aan. „Ik.... ik kon niet schrijven", zei hij einde lijk. ten einde raad, ,,mt]n vrouw...... „Je wat?" schreeuwde mevrouw Prentice. ..Mijn vrouw", zei meneer Barrett, plotse ling gekalmeerd, nu h(j eenmaal door het erg ste heen was, „zij zou het niet goed gevonden hebben, "i j Mevr. Prentice trachtte .jrich goed te hou- den. „Ik fteb nooit gehoord dab je getrouwd was," stamelde zij eindelijk, „waarom is ze niet hier?" i „We konden hot niet goed met elkaar vin- 1 den" antwoordde de waarheidlievende meneer Barrett. ..Zo was er ginoe'lijk van humeur, ik liet de kindereu niaor bij haar en... „Kind.. zei mevr. Prentice en hield plotse ling op, niet in staat het woord geheel uit te spreken. i ,,Ik heb er vijf", zei meneer Barrett be- daavd. „Het sebeVlen van hen. vooral van do kleinste, was bepaald hartvet'scheurend. Het kreeg zijn eersten tand juist- op den dag van mijn vertrek." I Des© laatste mededeeling werd voor doove ©oren gedaan mevr. Pren+ice, die voor bet ©erst van haar leven de kluts kwijt was, «rechtte haar zenuwen tot bedaren te brengen. Zij had zich voorbereid op een harden strijd, maar dit was iets onmogelijks. De omstandigheden in aanmerking genomen, nam zij haar nederlaag nogal 'koeltjes op. „Ik twijfel er niet aan, of het is voor de kinderen maar het beste, dat zij bij hun moe der blijven", merkte zij op. terwijl zij opstond. „Dat is zeker het beste," stemde meneer Barrett toe. j» „Wat ze moge wezen", vervolgde de oude juffrouw. „Ben je klaar, Louise?" Meneer Barrette deed de deur voor hen open en was blij, toen hij zo de straat zog oversteken. ..Het zal mij benieuwen, of zij het nieuws onder ziob houdt?" mompelde hij. Zijn vermoedens werden, wat dat betrof, den volgenden dag reeds bevestigd. Geheel llam«bury wist. toen reeds alles omtrent de moeilijkheden door liem in zijn huwelijk onder vonden en scheen zeer verlangend te zijn daar over te praten. Deze moeilijkheden werden da gelijks grooter totdat meneer Barrett de na men en de verschillende leeftijden van zijn kinderen on een lijstje noteerde en ze uit het hoofd leerde., Bevrijd van de beleefdheden van de familie Prentice, wandelde hij als een vrij man langs do straten en men prees het ten zeerste in hem, dat hem nooit een kwaad woord ontviel omtrent zijn vrouw. Zrj had haar gebreken, zeide hij, en zij waren duizende mijlen van elkaar verwijderd, en lii.j gaf er de voorkeur aan deze gebreken te vergeten. .,En", voegde liij er bij. waarin wel wat waarheid school, ..hij waf haar veel verschuldigd." Een paar maanden lang behoefd© hij dien aangaande niet van opinio te veranderen. Dank zij zijn tegenwoordigheid van geest liep hij vrij en frank door de straten en was niet i_n het minst bevreesd voor de familie Prentice. Terwijl zijn liart nog vrij was en hij maar te kiezen had, leidde hij het gemakkelijke leven vun een man, die niets te doen heeft, toen in dens van dc lichting 1917 in dienst gesteld werden, tegelijk echter een ploeg van do laiid- stormklass© 1909. Het is niet mogelijk een ploeg van de landstormklasse 191" in de plaats te stellen. De landstormlichting is grootendeels bestemd voor aflossing van do bereden en spe ciale wapens. Uitstel van de oproeping der /aarklasse 1909 tot na de geheele of gedeeltelijke opkomst van de lichting 1917 ontmoet bezwaar, doordat de bevelen daartoe reeds gegeven zijn. Tot uitstel van de oproepiug van liet overige gedeelte van dc jaurklasse 1909 na Januari >s de Minister niet bereidwel is do Minister be reid om to overwegen een spoedige oproeping van de landstormklasse 1917 na nieuw jaar. De hoer MARCHANT repliceert. Het blijkt dat de Minister dc bezwaren niet heeft gevoeld welke geopjierd zijn bij de behandeling van het wetsontwerp, betreffende dc aflossing van do bereden wapens. De hoofdzaak is deze, dat de gedragslijn van de Regeering do omgekeerde is van die, welke de Kamer wenscht aan te nemen. De Kamor zal verstandig doen nog een6 dui delijk haar standpunt van 11 Juli 1916 te her halen. Op 26 Mei heeft de Minister hier gesproken over liet bouwen van barakken. We zijn nu een half jaar verder, maar spr. zou het veel erger vinden dat wij bij 't sluiten van den vrede te veel menschen uit hun gezm zouden gehaald hebben, dan dat wij dan te veel narakken zou den hebben gebouwd. Spr. denkt, dat de vrede niet ineens zal ko men, na een grooten slag, maar dat die zaak lang te voren zal worden voorbereid. Er zullen vettelijke maatregelen noodig zijn om de demo bilisatie voor te bereiden. De Minister moet dus met zeggen„Als dc vrede ge teekend is moeten deze manschappen af geëxerceerd zijn en laat ik ze los". Hij zal dan zeer goed den diensttijd van deze jonge railieions met eenige maanden kunnen verlen gen- ZooaJs thans de oefening geschiedt van a-lle menschen, zoo kan het met blijven. De raiii- tioliclitingen en de lamdgbormkia-sse 1917 moe- ton voorgaan. Spr. dient de volgende motie in". „De Ka mer, van oordeel, dat tot oproeping van de landstormplichtigen van do jaarkiasse 190T eerst behoort te worden overgegaan na oproe ping van de lichting en de jaarlda-sse 1917 van d© militie en van den temdstorm, gaat over tot de orde van den dag." De heer ELAND vraagt of het de bedoeling is het leger te versterken. Meent de regeering dat het leger nog steeds versterk! moet wor den Deze vraag alleen wenscht spr, te stellen. De lieer DUYMAER VAN TWIST zegt, dat het" departement van oorlog in niet geringe mate de schuld draagt van het geen thans gebeurt. De minister had zijn. standpunt in zake de inschrijving in een offi cieel communiqué aan do pers moeten uiteen zetten. Dit deed hij niet; en daardoor nam de opwinding in den lande toe. Waarpm ook heeft do minister de door spr. en den lieer Ter.Laan gesteld© Vragen niet on middellijk beantwoord Ook hier is gebrek aan voortvarendheid te const,aiteeron. De Kamer is zoodoende onvol doende op dit debat voorbereid. Waarom roept de Minister de landstorm klasse 1917 niet op voor do jaarklasse 1909. Zegt de Minister: „Dat laat de landstormwet niet toe" dan zegt spr.„Waarom dan met een wijziging daarin voorgesteld?" Do Minister heeft ook verkeerd gehandeld door te veel manschappen van oudere lichtingen in te deelen bij de bereden corpsen. Nu zit de Minister in het moeras. De Minister is echter niet doordrongen van den eeonomisehen druk welken hij op de mannen legt. Tot vermindering daan u,i wordt niets ge daan. Deze njfinnen moeten 8| maand in dienst zijn. voordat, zij zakenverlof kunnen krijgen. Gehuwde bedrijfsleiders moeten eerst een maand in dienst zijn voordat zij op Zon dag naar. huis mogen gaan. De manschappen worden gezonden naar streken ver van hunne woonplaats. Zelfs wil de minister de opkomst van landstormplichtigen van 1909 niet bepalen in do eerste (lagen van Januari. Uit alles blijkt, dat het departement van oor log van de belangen dezer mannen niet -op de hoogte is. De minister komt wel op voor de belangen van de la-ndstormklasse 1917, maar niet voor di© van 1909. Spreker voelt veel voor de motie-Marcbant.Maar er is een be zwaar. Hij overziet niet genoeg de gevolgen van zijn motie. Roepen we nu geheelemilitie-, lichting 1917 op, dan zitten we bij demobilisa tie tot 1 Juli 1918 .zonder voldoend© manschap pen. De heer MARCHANT: „Wijzig dan do wet!" De heer DUYMAER. VAN TWIST vreest, dat de Kamer zou zeggen: Laat de lui nu maar naar huis gaan! Spr. zou dus in dit op zicht met de motie niet kunnen meegaan- Do heer TER LAAN bepleit oproeping van do militielichting 1917 en de jaar- klasse 1917 van den landstorm vóór de jaafklasse 1909. Elk uitstel komt den cfuderen mannen ten goede. Een wetswijzi ging is spoedig genoeg tot stand te brengen en ook al staat in dc wet dat do landstorm de militie aflost, dan beteekent dit nog niet dat het verboden is, dot de niilitie den land storm aflost. Blijft de Minister halsstarrig weigeren, dan krijgen we vanzelf een voorstel dat een groot deniobilisatiedebat brengt. Spreker betoogt vervolgens, dat bet niet noodzakelijk is dat na demobilisatie een vol tallige lichting in de kazerne blijft. Spr. be pleit aanneming van de motie-Marchant. •locht do motie niet worden aangenomen, daD moet do opleiding in dc woonplaatsen geschie den. Do heer DUYMAER VAN TWIST: „Daar zijn geen schietbanen 1" Do heer TER LAAN „Dat moet de Minis ter weten". Spreker dringt voorts aan op eenlbetere ver- lofsregeling. f De heer ARTS klaagt, over/ den mobi- lisatiedruk. Velen zien hun zaken achter uitgaan. Ook spreker zou liever de jon gere lichting zien oproepen. Een zoo lang durige diensttijd buiten oorlogstoestand moet het gehalte van het leger demoraliseeren. Spreker zal daarom elke poging om daarin verbetering te brengen in deze Kamer go- daan, steunen. De MINISTER VAN OORLOG, de heer BOSBOOM, deelt de resultaten mede na de wet van 31 Juli 1916 en welke zijn plannen zijn tot verdere uitvoering van die wet. De Kamer kan dan gemakkelijker haar houding tegen over do motie bepalen. Van do 10 lichtingen die op 1 Aug. 1914 onder de wapenen, waren, zijn er. behalve de oudste Iaridweorlichting, 10 lichtingen afge lost. Dc door. spreker voorspelde toestand^ is nu bereikt. De mannen van de militielichting die nu aan do beurt van aftreding zijn, zijn van denzclfdcn leeftijd als de landstormman nen die nu aan de beurt zijn. Dezen kunnen niet zeggen dat zij niet wisten wat hun te wachten staat. Duidelijker lian spreker het gezegd heeft is niet mogelijk. Voorts wijst spreker erop, dat reeds bij K. B. van 18 Aug. j.l. de lnndstórmlichting 1909 was aangewezen, dat 22 Aug. d.a.v. aan de burgemeesters daarvan kennis werd gegeven. Wat zijn sprekers verdere plannen ter af lossing van de 5 andere lichtingen die 1 Aug; onder de wapenen waren? Hij moet het voorbehoud maken, dat zich geen buitengewone moeilijkheden voordoen maar overigens zal hij maken dat voor Augus tus 1917 aile lichtingen die 1 Aug. 1914 onder de wapenen warén, zullen zijn afgelost. Spreker hoopt van de landstormjaarklassen 1907- en 1906 geen gebruik te behoeven te ma ken. Totdat de noodzakelijkheid blijkt, hoopt hij van die mannen geen gebruik tc maken. De jaarklassen 190R en 1914 zullen nog on der de wapenen worden geroepen. Uitstel zal'kunnen worden verleend, maar van afstel zal qer.n sprake zijn. Dit wil spr. zeggen, als dit het dessous mocht'zijn van de beweging in de Kamer ontstaan. Spr. stelt zich op den bodem der wet. De landstorm moet de miiitie aflossen. Spr. is echter zelfs zoo ver gegaan, dat er meer menschen met verlof ge gaan zijn dan er onder de wapens zijn. De ge- noemde vier lichtingen zijn maar krap voor de aflossing. Eigenlijk komt spr. er niet mee toe. Het uitstel zal niet meer dan 2 a 3 maanden kunnen zijn. Waarom spr. niet de lichting 1917 liet voorgaan? Spr. vindt bij zijn standpunt- steun bij den mterpellant t-oen de heer Ter Laan aan drong op oproeping van de militielichting 1916 voor de toen op tè'rJepen landstorm jaarklasse. De Minister leest voor wat de heer Marchant destijds beeft gezegd. Spr. vindt cjk bondge- nooten in <ie Kamer, blijkens het afdelings verslag" over de oorlogsbegrooting 1916; waar in eveneens vervroegde oproeping van de lich ting 1916 werd bestreden met hetzelfde a^g ti mfint dat de Minister thans gebruikt. 'Dat de landstorm voor aflossing is.) De Minister zegt, dat hij met de militie 1915 ouders handelde omdat hij toen nog niet d« beschikking had over den landstorm. Met de lichting 1916 handelde hij zooals hij deed, om do beschikking over troepen te hebben. Wanneer gedemobiliseerd wordt zal het noo dig zijn, dat wij nog ecnigen tijd daarna de be- dezen toestand plotseling een verandering kwam door de verschijning van mej. Grmdsay, do nieuwe onderwijzeres aan de lagere school. Meneer Barrett bezweek dadelijk voor 'hare bekoorl kheden en besloot na een paar ont moetingen op straat en bij de weder zij dsche kennissen *zijn hart uit te storten bij zijn vriend Jernshaw. „Wat drommel, wat voor belang stol je toch in haar?" vroeg die heer. ,,Ik... ik ben verliefd op haar", zei mcheer Barrett. „Verliefd op haar?" vroeg zijn vriend op. strengen toon. „Je moest je schamen. Je hebt ni©t het recht aan zulke dingen te denken." „Waarom niet?" vroeg meneer Barrett op nog scherper toon. T, Waarom niet'r" herhaalde de andere, „denk je dnn lieelemaal niet aan je vrouw en kinderen?" Het is waar, meneer Barrett had daaraan lieelemaal niet gedacht en viel iu zijn stoel neer, terwijl hij "Hen bruidenier met open mond aanstaarde. „Je bent, wat dat betreft, in een valsche positie", zei meneer Jernshaw op strengen toon „Je kunt het een nog erger naam. geven", zei meneer Barrett. „Wat moet ik doen?" „Wat je moet doen?" herhaalde de andere, hem strak aankijkende, ..niets moet je doen, of misschien zou je je vrouw en kinderen kun nen laten overkomen als je vrouw een on geluk mocht- overkomen, zou je dan toch altijd, nog de kinderen overhouden, ten minst© sis daar geen bezwaren tegen zijn." Meneer Barrett lachte gedwongen, terwijl hij berouwvol de oogen nedersloeg. „Denk er eons over na", zei meneer Jern shaw. „Dat zal ik zeker", zei de andere levendig. Hij ging diep in gedachten verzonken naar huis. Hij had oen vriendelijk karakter en dacht er langen tijd over na wat wel de gemakke lijkste dood voor mevr. Barrett zou zijn. Eindelijk besloot hij haar aan een hartkwaal te laten sterven en een paar weken later wist heel Ramsay. dat hij een brief ontvangen had uit Australië, waarin de treurige tijding ge meld werd. Men was algemeen van gevoelen dat er niets viel aan te merken op den rouw en het gedrag van den weduwnaar. „Endelijk rust zij m vrede7', zei hij plech tig tot Jernshaw. „Ik geloof dat je haar vermoord hebt", Eei zijn-vriend. Meneer Barrett ontstelde hevig. ,.Ik bedoel dat jouw vertrek haar het hart gebroken hooft7', verklaarde de auder. Meneer Barrett herademde. „Het is je plicht om naar de kinderen 'om te zien", zei Jernshaw op vasten toon. „En ik ben niet alleen van dat gevoelen." „Zij wonen bij hun grootvader en groot moeder", zei meneer Barret-t. Meneer Jernshaw trok zijn neus op. „En er zijn vier ooms en vijf tantes", voegde meneer Barrett er triomfantelijk bij. „Bedenk eens, hoe ze je huis zouden op- vroolijken". hernam meneer Jernshaw. Zijn vriend schudde het hoofd. „Het zou niet billijk zijn tegenover 'hun grootmoeder", zei hij op vasten toon. „.Boven dien. moet Australië bevolkt wórden." Hij bevond tot zijn verdriet, dat meneer Jernshaw's verklaring, dat hij niet alleen stond in zijn opinie, juist was. Het publiek scheen de overkomst van de kinderen te ver wachten en een van de inwoners ging zelfs zoo ver, dat hij hem een meisje, dat hij kende, als min recommandeeide. Ramsbury begreep ten langen lest©, dat zijn besluit vast stond en toen men de lucht kreeg van zijn verliefdheid op de onder wijzeres, begon men ook de reden te begrijpen. Well iel it was juffrouw Lindsay van dezelfde opinio, doch zij liet zich daarover niet uit, en groette meneer Barrett vrij en hartelijk bij de schikking hebben over een voldoend aantal troe pen, if&u eerste om olies in de militair© etellin gen weer op vredcavoet terug t© brengen. Wo zullen ook nog ©enigen tijd daarna troepen noo dig hebben aan d"c grenzen, ook ter bestrijding van den smokkelhandel. Het getuigt van wijs belaid than» reeds t© zorgen, dat we niet ontbloot zijn van oepen. Wel zal bet mogelijk zijn dan <1© noodig© maat regelen te nemen, met nam© verlenging van den diensttijd der vervroegd opgeroepen..-mili- ticlichting. Kunnen alle op 1 Aug. 1914 ouder de wape nen zynden voor 1 Aug. 1917 met verlof gezon den worden, dan zal spr. de volgende lichtin gen naar huis zenden. Een ontwerp om de lichting 1918 sterk ver vroegd onder de wapenen te roepen, heeft spr.'s departement reeys verlaten. Een wetswijziging zooals de heer Duymaer van Twist wenscht©, zou than6 te iaat, zijn. Spr. heeft geen bezwaar het deel rón de landhtormklu-ssc 1917 dat met voor (lossing .an bereden ©n speciale wapens maar voor aflossing van de infanterie bestemd is, reeds 1 Fcbr. a.s. onder de wapens-te roepen. Intrekking van de bevelen top oproeping van de militielichting 1917 zou tot allerlei verwar ring leiden. Het gaat niet aan militicmannen die daarop niet gerekend hebben thans op te roepen in de plaats van de landstormmannen di© daarop allang gerekend heoben. 't Gevolg zou ook kunnen zijn, dat spr. zijn zooeven. uiteengezet plan niet zou kunnen volgen. De Minister wil gaarn© met de Kamer tot een overleg omen. Wat hij niet kan toezeg gen voor dc jaarklasse 1909 wil spr. wel doen met de jaarklasse 19U8. Spr. wil die wel laten voorafgaan door een deel van de militielichting 1917. Spr. ontraadt aanneming van de motie en vraagt den interpellant zich tevrede» te etel- 1 len met de gedane toezeggingen. De heer MARGHANT is bereid in zoover den Minister tegemoet te komen indien dat deel van de landstormklasse 1917 dat niet bestemd is voor de aflossing van de bereden en speciale wapens, niet zal voorafgaan aan de rnilitielich- ting 1917 zoodat eerst deze lichting onaer de wapenen geroepen zal worden ©n dan ©at de>el der landstorm.jaarklasse 1917, hetwelk voor af lossing der infanterie is bestemd. Spr. voegt dus aan zijn motie toe: „Behoudens dat deel van d© landstormklasse 1917 dat bestemd is voor de bereden w a p e n s af te lossen". Daarop repliceeren de heeren TER LAAN en DUYMAER VAN TWIST. De heer DE MEESTER motiveert zijn stem en die van de meeste zijner naast© geest-ver wanten. De Minister heeft geen argumenten aange voerd, ontleend aan liet legerbelang en leaere maand uitstel voor de lanostormers is van be- teeken.s. Spr. zal dii3 voorde motie stemmen. De heer SCHREURER constateert, dat d© minister uitging van een militaristisch stelsel, dat hij zeide niet te kunnen ■verlaten. Toen hij dit wel deed, ging hij in een geheel verkc-erde richting. I Waarom kan voor 1S08 wel, wat voor 1909 niet kan De MINISTER b©toogt daarop niet te hebben gezegd dat. 't voor 1909 onmogelijk is; maar het is bezwaarlijk, omdat er geen vervanger is j voor het reeds opgeroenen deel. Het. andore i deel, tegen 1 Februari opgeroepen, kan niet verder verschoven, omdat anders de ruimte tusschen de beide deelen te groot wordt. Facili teiten ten aanzien van de opkomst van het eerste deel kan spr. niet verleenenwel ten I aanzien van het verlof met Kerstmis en Nieuw- jaar. Spr. begrijpt het. verlengstuk van de motie niet. Wat hij met de motie doen zal weet spr. nog niet. In een motie kan men de indeeliDg van do troepen niet vastleggen. Wil een Kamerlid dat doen, dan moet hij zeif Minis ter worden. Vertrouwt men dat een Minister niet toe, dan moer men hem naar huis sturen. (Beweging.) Spr. kan met anders doen dan aanneming der motie ontraden. Verdere gevolgen zal spr. er niet aan verbinden, daar de motie gaat buiten de wet om. De heer NOLENS vraagt of de mi nister oproeping van den landstorm 1909 noodzakelijk acht in het belang der de fensie. De motie moet er geen zijn om den landstormers te zeggen dat de Kamer het goed met hen meent, maar om te zeggen dat. men het niet eens is met het beleid van den mi nister. De heer MARCHANT ontkent, dat de mo tie in strijd is met de wet. Of de diensttijd der militie. 1917 er door zal worden verlengd, zooals de minister zeide, moeten we er op wa gen. Een vraag als die van den heer Nolens wordt gesteld in de hoop dat een antwoord ge geven zal worden dat aanleiding kuti geven om tegen d© mouo te stemmen. Spr. begrijpt ander» niet do portee van d© vraag. Als d© minister geen prijs .>tHt op den Ktaaj't der motie, knijit spr. vr dien w^ r af en borstelt haar in don oor» pr onko 1 ij ken vorm. Do hoer TER LAAN. voor dc derde maal J««'. woord vragend, ontkent, dat do lichting 1017 langer zou moeten dienen bij vervroegde op roep ing- De MINISTER beantwoordt de (©rstc vraag van dch neer Nolens bevestigend. Dat spreekt vun zelf {gelach); maar zoo evident dat het vffderland ©r door verforen zou gaan is bet niet. Dat spreekt ook' vanzelf. Op de twoede vraag antwoordt spr. dat aan de aanneming g'-cn govolgcn zullen wordep ver bonden Nu rto staart van de motie i* afgo- knipt kan spr haar niet ten volle toepasten. De heer NOLENS weerspreekt dc opvatting van den heer Marchant, ten aanzien van 6pr.'s Y\gen. Spr. zal geen aanneming van do motio °"va\xr DUYMAER VAN TWIST: Woloeon z© wordt zonder hoofdelijk© stemming aange nomen. De beraadslagingen nordon gesloten. De heeron VAN IDSINGA ©n ELAND vra gen stemming. D© motio wordt met 59 tegen 4 (.teramen aangenomen. Tegcu stemden dc heeren Van Idsinga, Niertttrasz, Eland en de Yoor- zi tf©r. vele gelegenheden, waarop zij hem bij haar gaan en komen van en naar de school ont moette. Zelfs toen hij zinspeelde op zijn eenzaam leven, hetwelk hij dikwijls genoeg deed, ging ze daar niet op in. 'Na verloop van twee maanden ging hij in den lichten rouw en een maand later droeg hij geen uiterlijke kenteekencn meer van zijn verhes. Bovendien liep hij met vluggen stap langs de straten en had hij de manieren van een jongen man aangenomen. Juffrouw Lind say was acht-en-twintig en hij kwam tot de conclusie, dat m aanmerking genomen dat zi.j een vrouw en luj een man was, er geen noemenswaardig verschil in leeftijd bestond. Hij werd alleen teruggehouden haar te vragen door een kwestie van etikette. Zelfs een boek van een shilling, dat hij gekocht had om hiervan op de hoogte te komen, gaf niet aan hoe langen tijd er moest verloopen tuj- nieuwe verloving. IVel gaf het heel nauw keurige aanwijzingen omtrent het eten van asperges Ten einde raad zocht hij zijn troost bij J ernslmw. „Daar weet ik niets van", zei deze heer, „.bovendien komt het er niets op nan." „Komt het er niet op aan?" herhaalde meneer Barrett, „waarom zeg.je dat?" „Omdat ik gehoord heb, dat Tillett moeite doet voor haar", was bet antwoord. „Hij is tien jaar jonger dan jij en vrijgezel. Een meisje zou aan hem natuurlijk ae voorkeur {;even boven een weduwnaar van middelbaren eeftijd met vijf kinderen." „In Australië" merkte de ander op. „De ©ene man is even goed als de andere en jelui bent allebei nu vrijgezel" zei meneer Je rnshaw, terwijl hij hem vlaJi in het gezicht keek. „zij zou misschien aan jou de voorkeur geven, maar zooals de zaken op 't- oogenblik staan „Ik zal haar vragen'! viel meneer Barrott Keizer Frans Jozef, de regeerder der groote Donau-monarchie Ooatenrijk-Honga- rije, is Dinsdagavond te negen uur op Schönbrunu, bij Weenen, overleden. Toch. nog onverwacht, al was het einde te vree zen. Zoo gevaarlijk liet de* ongesteldheid des keizers, een catarrhal© aandoening, waaraan hij vaker in voorjaar en herfEfc leed, zich niet aanzien, maar de hoogo leef tijd deed daarentegen het ergste duchten. Keizer Frans Jozef'is 86 jaar geworden; nog een paar jaren en hij zou zeventig jaren lang Oostenrijk bestuurd hebben. Dit lange leven is rijk aan gebeurtenissen geweest, aan persoonlijke wederwaardigheden ook. Zijn eenige zoon verloor in jong-manne]ij- ken leeftijd op geheimzinnige wijze het leven: het drama t© Meyringen is nog altijd niet opgehelderd. Zijn gemalin, keizerin Elisabeth, werd in 1898 in Zwitserland ver moord door een anarchist. Zijn neef en troonopvolger, aarts hertog Frans Ferdi nand, werd met zijn gemalin gedood bij een bezoek aan Serajewo; dat was, men weet het, in 1914 en gaf aanleiding tot den grooten Europeeschen oorlog, die nog woedt, en die, welbeschouwd, allereerst een oorlog was van Oostenrijk-Hongarije tegen Servië. Dit is de derde groote oorlog van den overleden keizer: zijn rijk streed in 1859 tegen Frankrijk en Italië, in 1866 tegen deny tegen woordigen bondgenoot Pruisen. Een veelbewogen leven is dat van dezen monarch zeker geweest, veelbewogen als mensch en als heerscher. De regeering over een rijk als Oostenrijk-Hongarije, uit zoo vele verschillende deelen bijeengepast, was niet gemakkelijk; dat Frans Jozef bijna ze ventig jaren lang de teugels in handen hie'd en dat slechts eenmaal, in 1853 door een Hongaar, een moordaanslag op bera werd gepleegd, dat hij zich aller achting en genegenheid verwierf, lag voor een groot deel aan zijn beminnelijk, rechtscha pen karakter. Bovendien was hij een mau van groote geestkracht en eên werkzaam re geerder, zooahr-er weinige zijn. Hij heeft, helaas, het einde van dezen rampzaligen oorlog niet mogen beleven. Welke beteeke- nis zijn dood zal hebben voor de groote Donau-monarchie, js nog niet te zeggen. In ons vorig overzicht hebben wij er reeds op gewezen, dat het voor de Roemenen er benard begint uit te zien. Van den kant van de geallieerden hoopte men op ©en zeer krachtig ingrijpen van Rusland, op ontlas ting van Roemenië door de aanvallen van Sarrail in'Macedonië en de verovering van Monastir. En dat er in de laatst© dagen hem. beslist in de reden. ;,Ik was eerst van plan nog een beetje langer te nachten, maar als zij misschien haar beele toekomst vergooit door met dien kleermakers knecht t© trouiven, dan is het mijn pl.cht, om harentwille, mijn kans te wageii. Ik heb al twee maal gezien dat hij met haar praatte, maar dacht- niet dat hij zoo iet© op het oog had." Vrees en verontwaardiging hielden hem den halven nacht «akker, maar den volgen den morgen stond hij op roet het vast© besluit het dien dag ipaar Te wagen. Om vier utu- deed hij voor de derde maal een nieuw© das om en tien minuten later ging hij de deur uit in de richting van de school. Juffrouw Lindsay kwam er Juist uit en na een opmerking over het mooi© weer, keerde hij om en wandelde met haar op. „Ik verlangde er zeer naar u tc ontmoeten" zei meneer Barrett met een grafstem. „Zoo?" zei het meisje. „Ik voelde mij vandaag zoo eenzaam", ver volgde hij. „Dat schijnt dikwijls het geval met u te sjjii, merkte het meisj© op, terwijl zrj onwillekeurig haar schreden wat vertraagde. „Ik gevoel dit hoe langer hoe roeeP', her nam meneer Barrett op treurigen toon. „Ik geloof dat ik weet wat u scheelt-', ne het meisje op zachten toon. „U hebt den geheelen dag niets te doen. en u ziet niemand als uw huishoudster". Meneer Barrett stemde levendig daarmede ia en wierp een hoopvoüen blik op haar. Uu mist iets", stameldejuffroutr Lind say. ..Ja" zei roeneer E^rreti gretig. „U mist"het meisje kon haast niet uit haar woorden komen. mist het geloop en de stemmen uwer kin dertjes." (Slot voifff.)

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1