Uit Leger en Vioot. ö¥8Mïig Uit onze Moppentrommel. Nieuwe uitgaven. Damspel. BE SOX>>ÏÏTENCOUR A BIT van Zondag1 Q JJovemlaer 19 16 L A. N., Klaaswaal. Gij kunt natuurlijk niet opgeleid worden voor sergeant bij het. wapen der infanterie, dan nadat go zijt over geplaatst bij dit wapen. Git kunt go verkrijgen door langs hiërarcliieken, weg een verzoek schrift ,te richten tot den Opperbevelh. van Land- en Zeomacht. Do opleiding duurt onge veer twee maanden korter. Red. 0. W. v. H., Leerdam. De bedragen dei- vergoedingen worden voor iedere gemeonto en voor elk geval op ziclizelf door den betrokken burgemeester in verband met plaatselijke duurte en andere omstandigheden bepaald. Het wettelijk maximum is voor een ieder f 2. Do M. v. 0. heeft bepaald, dat een ondoroffi- cier f 0.40 per dag minder vergoeding krijgt dan hetgeen hem zou toegekend worden als hij geen of lageren rang bekleedde. L' zoudt dus per maand nog f 3 meer vergoeding kunnen ontvangen. Red. W. IC., Kaatsheuvel. Waar zoo'n ration niet gedeeltelijk kan worden vervangen, moet ge de ,wftarde van liet geheele ration vergoeden. Red. P. J. B., Goes. Zeer zeker kan zulks en wel op grond van de landstormwet art. 2 eerste lid punt 2a en op grond van de wet van 31 Juli 1915 (Staatsblad nr. 345). Red. hl. W.( Vrouwenpolder. Naar onzo mceniug zjjt gij geen gezinshoofd en verkeert ook niet in overeenkomstige verhouding tegenover het gezin, zoodat gij geen recht liobt op 2 x 2 dagen'verlof per maand. Of ge al dan niet kostwinner zijt, doet niets ter zake af. Red. J. tl., Veldleger. Gij hadt tob en met den vierden dag van uh; verlof recht op soldij, mo- biiisatietoelago cn z.g. menagegelci; nadien op niets meer. Op den dag van terugkeer kreegt go weer aanspraak op soldij, mobilisatietoelago en z.g. menagegeld of voedmg in natura. Red. A. F. G., Reuzel. I. Richt een verzoekschrift tot overplaatsing langs den hierarchieken weg aan den Opperbevelhebber van L. en Zeemacht. II. Zoo ge een verklaring van het "betrokken gemeentebestuur kunt overleggen, dat ge niet langer gemist kunt worden, dan bestaat er wel kans op. Aailvragen a/d M. v. O. Bijzonder ver lof kan u dan verleend worden op grond der verlofregeling gij behoort bij groep 3c. III. Zoo ge les geelt aan een cursus voor ge- mobiliseerden, dan hebt ge ook recht op liet door u bedoelde extra verlof. In de ter zake ge geven order is ui. sprak© van alle militairen zonder meer. Red. J. A., Den Helder. I." Daar de cantine een ontspanningslokaal is, kan men ze zeker niet op Zondag sluiten en kan men u dus verplich ten tot uen verkoop van waren. Hebt gij be zwaar daartegen dan doet g.j het beste door to verzoeken, of' iemand anders in uwe plaats met den cantinedienst kan worden belast. II. Dergelijke vergunning wordt alléén aan gehuwden verleend. III. Gij kunt trachten studieverlof te krij gen; tijdens zoo'n verlof houdt de vergoeding op. Duurt dit verlof niet langer dan vier da gen, dan kunt ge verzoeken aan den hurge- meesfer der gemeente, waarvoor go zijt inge lijfd, om de vergoeding te mogen behouden. Red. P. J. H-, Rotterdam. Naar onzo meening 'gaat gij met d j lichting 1914 eventueel met on bepaald verlof. Red. P. J. O., Oosterhout. Richt een bezwaar schrift aan den Voorzitter der commissie van voorlichting in zake bezwaarschriften wegens vergoeding aan kostwinners der provincie -N. Brabant te 's-Hertogenbosch. lted. L. B., Zwolle. Wendt u schriftelijk of per soonlijk om inlichtingen tot den'hoofdcommis saris van Politie, .Z. Achterburgwal 185. Zoo ge uw eerste oefening hebt volbracht, kunt go. bij aanstelling onbepaald verlof vragen, het geen in den regel wordt verleend. Red. Adres mik Reuvers gevraagd. Kan iemand mij misschien helpen aan het adres van mil. Mnrinus Reuvers, dienende of gediend hebbende bij het 17e Reg. Inf. van do Ziellier de afbeelding van een standbeeld, dat Oost» Pruisen voor den volksheld Von Hindenburg heeft opge richt. Oost-Pruisen was, zoo als men weet, de provincie, waarin de1 Pussen reeds in het begin van den oorlog vielen en waar de verwoestingen plaats hadden, die een oorlog vaak meebrengt. Het was Hinden burg, die, door den keizer uit zijn non-activiteit geroepen, door een meesterlijk plan de Pussen bij Tannenburg om singelde en versloeg. Hij heeft dus werkelijk de pro vincie Oost-Pruisen bevrijd van de Pussen. Wij zien hem hier afgebeeld als den steun van. hulpelooze vrouwen en kinderen en als den overwin naar van den vijand, wien hij den voet op den nek zet. lichting 1909, dus nu misschien bij de Land weer? Mil. L. Spijker, 3 C.,XI B., 6 R. I., IUe Div., Veldleger. Zoek geraakt. Wie zou mij iets kunnen modedeelen van een koppel met toobehooren, gemerkt 7330, waaraan ook bevestigd is een schop no. 56? Zoo ja, raeklt dit dan s.v.p. aan sergt. de Lange, 2-11- 5 R. I., 4e Div., Veldleger. Grijze overjas laten liggen. Ondergetoekende heeft Zondagmorgen in den 'trein naar Amsterdam "een grijze overjas laten liggen 4167 wapennummer. Verzoeke beleefd van den vinder toezending of bericht aan Oh. Boekhof f tamboer 2o Comp. 3 Bat. 16 Reg., Inf. Veldleger. Verkeerd pakje med8 genomen. Toen ik op 6 November naar mijn kantonne- ment terugkeerde, zaten eenige militairen bij mij in den coupé. Toen zij uitstapten hebben zij een verkeerd pakje medegenomen dat mij toe behoorde, zoodat ik een pakje van hen in mijn bezit heb. Verzoeke bericht aan mil. A. J. Hurkmans, 17e Regiment Inf., 2e Bataljon, 3e Divisie, 4e Compagnie. Overjas medegenomen. Welk milicien nam Zaterdag 4 November een köpporaals-overjas uit den trein medelijn MiddelburgZwolle. Verzoeke ten spoedigst bericht. Mil.-korp. G. J. Peters, 25e R. R. I. Bat VIII, 2e Compagnie, Veldleger, Troepen in Zeeland. Overjas verwisseld. Een militair, die in Utrecht uitstapte, heeft vermoedelijk mijn ovorjas medegenomen. Ik heb zijn jas, genummerd 2647 6 K. 1328. Mijn overjas is genummerd met 6814. Verzoeke toe zending of bericht aan mil. korporaal Duibel, 1 Comp. Ill Bat. 5e Reg. Inf. IV Div. Veld leger. Erich Kuttner heeft een boekje geschre ven „Von dort marebieren sie", waarin hij het dagelijksche leven in het veld schetst. Het volgende is aan dit werk ontleend Van Napoleon is het bekende„Do over winning ligt in de beenen der soldaten". Iioe, men ten zegepraal marcheert ondervon den wij den September, op een Zondag. Geon enkel succes hoeft ons meer zweet ge kost, maar ook zoo weinig bloed. En wij zou den zeer tevreden 'zijn, wanneer wij dikwijls voor de keuze gesteld werden in plaats van bloed, zweet te vergieten. Toen wij dien morgen om zes uur onze ten ten afbraken, zag hot er niet naar uit, alsof wij iets bijzonders zouden beleven. Zooals ge woonlijk, marcheerden wij naar de verzamel plaats, waar precies om zeven uur bevel ge geven werd voor den marsch. Dezen keer, liep ons bataillon voorop, do vijfde compagnie aan liet hoofd, daarna do zevende. Heb snelle tempo, dat onmiddellijk na ons vertrek ge nomen werd, verwonderde ons. Maar wij dachten er niet lang over na, scholdon alleen in stilte op de mannen daar aan het hoofd en verklaarden dat de vijfde oompagnic niet recht snik was. Deze compagnie had er geen schuld aan. Wij gaan langs de divisie artillerie. Ik hoor hoe een kanonnier tot een anderen zegt: ..Drommels, do infanterie heeft haast." Do verhouding tusschen artillerie cn infanterie is in heb veld zeer eigenaardig. Geen spoor van do naijver van vredestijd. Do artillerist beschouwt ons met een mengsel van hoog achting en medelijden, omdat wij vermoeiend den ransel moeten dragen, terwijl hij rijdt. Raakt een infanterist bij de artillerie ver dwaald, dan kan hij staat maken op een uit nemende verzorging, want de artillerist voelt zich tegenover den infanterist als iemand van do „bezittende klasse", zonder echter kapi talistisch® hooghartigheid te fcoonen. Uitvoering to Oldenbroek. Serg.-maj.-instr. A. Bergmans schrijft ons uit O'! dab rook Hoerakzij is er. Ja, geachte lezers, zij is erMet dio zij bedoel ik met de een of andere sckooiie, neen deze zij is een© tconeeluitvoering, de eerste der vereeniging „Oud Waalsdorp''1. Waalsdorp was oorspronkelijk de naam der too- neekdub, doch door onze overplaatsing naar het lustoord Oldebroek hebben w.0 er het woordje „oud" bijgevoegd. Doch ik dwaal af, dus ter zake. Het tooneelstuk, dat opgevoerd is gewor den had tot titel „Janus Tulp blijspel m vjer bedrijven van den bekenden Justus van Mau- rik. Het stuk is tweemaal opgevoerd. Een verslag uit te brengen zooals beroepscri tici zulks doen, gaat boven m'n macht, laat me daarom volstaan met niet in bijzonderheden te treden. Voor alles evenwel mijn dank, pardon .ónzen dank, Ran de, beide dames dio ons hare welwil lende medewerking hebben verleend en daar door het succes der beide avonden verhoogd hebben. Mevrouw Kley cn mevrouw Wester man daarvoor onzen oprechten dank. Niet al- deen voor hun spel, dooh ook voor den moed, dien zij getoond hebben om hier een drietal dagen door te brengen. In do eerste plaats evenwel onzen dank voor hun spel, vooral heeft eerstgenoemde dame ons doen genieten van haar edel tooneelspel en wel van een spel, zoo als alleen eerste klas actrices dit te zien geven. We hebben door uw spel genoten, mevrouw! we vergaten die avonden dat wij ons bevonden in het ballingsoord „Oldebroek". Beide avon den ontvingen de dames bloemen, den eersten avond aangeboden door den. voorzitter der ean- tinecommissie en een bloemenmand van een der spelers mevrouw Kley aangeboden, den tweeden dag een bloemenhulde van de leden der veree niging. "Vandaag is de artillerie vol bewondering over ons marsch tempo. En wij zijn nog wel pas aan het begin. Spoedig wordt de weg erg zandig, zonder dat daarom de snelheid - vermindert. Twee uur zijn verloopen. Dan zoo niet vroe ger wordt gewoonlijk het sein gegeven voor rust. Vandaag wacht alles tevergeefs. Op de heide volgt een landschap met meren. Men ziet de blauwe plassen tot den hori zon. Maar tot bewondering van de schoonheid van de; natuur zijn wij niet gestemd. Wij laten een dorp links liggen, en loopen langs den oever van een groot meer, waarvan de golven iin do zon licht sprenkelen. De heuvel op. Enkelen beginnen te steunen, zij blijven hijgend achter. Eindelijk na twee uur drio kwartier het commando „halt". Maar dadelijk daarop„Geen ransels afleg gen, wij gaan dadelijk verder". Do chef. van de compagnio houdt een kleine toespraak en wij hooren, dat onze marsch een tactische manoeu-- vre is, waarvan het succes alleen van onze snelheid afhangt. Wij moeten de Russen ver rassen en daardoor misschien een bloedig ge vecht overbodig maken. Een ieder moet al zijn krachten inspannen. Na precies vijf minuten de achterblijvers hebben ons'nauwelijks ingehaald zet de co lonne zich weer in beweging. Do stemming is veranderd. IJver ei> cèn ernstig willen is op alle gezichten te lezen. Hot komt op ons aan dat behoeft niet tweemaal gezegd te worden. De een spoort den ander aan om toch vol te houden. Een ioderidoet zijn best om niet achter te blijven. Do volgende rust ze was de langste van dezen marsch en duurde acht minuten werd gecommandeerd bij een landgoed met een huis als een kasteel. Zoo mooi als men zich maar denken kan, zooals alle kasteelen in deze buurt. Een marmoren huis, schitterend wit, in Griek- schen"stijl, met een saphiergroen dak, rondom bloembedden cn een park. Hoe komt dit won derwerk in d.it verwaarloosde land? Maar ner gens komen sociale tegenstrijdigheden zoo dui delijk uit als in het landelijke Rusland. Paleis en houten hut, icii-s daartusscken, iets tusschen Nu komende tot de hoofdrollen der heeren op de eerste plaats een woord van lof aan den heer Koops. Zijn spel was prachtig, hij ©ven aarde een goed beroepsacteur. Alleen enkele technische fouten, doch deze zijn den dilettant te vergeven. Vorder mevrouw Kley over de overige, hccron aan 't woord latend, sprak zij hare bewonde ring uit over liet spel, dat gegeven werd door onzo dilettanten. Een en al tevrcdenheidsleuii- ging harerzijds. Het was een bekroning voor de heeren voor de moeite, welke zij zich getroost hadden om deze. avonden ozo succesvol moge- Tijk te doen zijn. Ecu hijzonder woord van lof verdienen even wel nog de heeren La Haye, Kniop en Rei.ru;>. Hot spel van beide oerstgenoemdon was cor rect. Laatstgenoemde moet in den vervolge niet meer zoo overdrijven, dan zal z'n spel nicer succesvol zijn. Het gelach gedurende cn het applaus na elk bedrijf is voor do artiesten een overtuiging ge weest, dat zij dc ballingen van Oldebroek tweo gezellige avonden bezorgd hebben en ik ben overtuigd, dat ik namens allen spreek door hen toe te roepen een spoedig tot weerzien. Rest me nog onzen dank te betuigen aan den Welgeboren Heer Jhr. Snoeok, lo luitenant, die de spelers steeds ter wille is geweest, dio steeds voor hen te spreken was en dio moeite noch kosten ontzien heeft. Voorts zon 't een onvergeeflijke fout van me zijn, als ik naliet den heer Douwers, den recjuisiteur, te bedanken. Deze beeft er 't zijne toe bijgedragen en dit 'zegt voldoende, om het succes der beide avon den zoo glansrijk mogelijk te doen zijn. Last not least: laat me toch ook niet ons klein souf- fleurtje vergeten, ook deze heelt 't zijne ge daan. iets over oorlogspostzegels, enz. Sergeant L. Ingelse, 3-1-6 R. I. schrijft ons: Zooals ik reeds in een vorig artikeltje schreef, bestonden er vóór den oorlog, buiten de Turk- scke, ook postkantoren van andere groote mogendheden te Konstantinopel, Adrianopel, Jerusalem, Beyrouth, Jaffa en andere voor name plaatsen. Bij het uitbreken der vijande lijkheden werden al de vreemde postkantoren gesloten. Dit feit wilde het Öttomaansehe Rijk met onopgemerkt laten voorbijgaan, het liet een deel der voorradige postzegels van een dverdruk voorzien in Arabische letters, die bij vertaling luidt: „Afschaffing der voorrecht en". Daar Turkije zijne in omloop zijnde postzegels liet vervaardigen te Londen en dit nu door den oorlog onmogelijk was, liet zich aldra een ge brek aan sommige zegels gevoelen, bijzonder lijk geraakten de kleine waarden zooals 10 cn 20 paras en 1 piaster (24-, 5 en 124 c. Hol!.) uitgeput. Om daarin to voorzien werden eerst de beide hoogste waarden (100 en 200 piastere 12-^ en 25 gulden!!) door overdruk veranderd an 10 en 25 piasters, later werden alle oude Zegels van 1892 af tot deze van 1913 die nog ergens in do rijkskasten onder 't stof lagen te voorschijn gehaald en overgedrukt met de „halve maan en de ster" en het jaartal 1331 in 'l'urksche cijfers. Het Mahomedaausche jaar 1331 komt overeen met ons jaar 1915. Tot op heden worden deze overgedrukte zegels nog- in Turkije gebruikt, sommige kleinere kantoren schijnen evenwel nog van do,in Engeland ver vaardigde zegels te bezitten, want af en toe komt er nog wel een brief of kaart alzoo ge frankeerd aan. Kaarten gefrankeerd met al deze overgedrukte zegels zag ik bij mijn vriend en zijn fraaie zeldzame stukken. Bulgarije volgde tot heden liet voorbeeld an Duitschland en Engeland, die gecne oor- logszegels lieten'verschijnen. Het eenige merk waardige dat wij hiervan dienen té vermelden is, dat er in Zuidelijk «Servië, dat tot op den iiuidigen datum nog door Bulgaarsche troepen is bezet, ook Bulgaarsche postkantoren geopend schijnen, onder andere in de stad Nisch. In Belgrado is een Oostenrijksoh Etappen-Post- amt" gevestigd. Ik zag nog slechts eone kaart die op laatstgenoemd postkantoor was gestem- peltl. Servië gaf ook een reeks oorlogszegels in het liolib. Da-ar deze serie juist verscheen toen de Serviërs hun vaderland moesten ontruimen voor de overmachtige vijandelijke legers, schij nen deze prachtige zegels weinig of niet ge bruikt te zijn. Zij verbeelden een slagveld met op den voorgrond, do oude gebroken koning Ppter, gezeten op een gevelden boom achter hem twee legeroversten. Nu nog enkele woorden omtrent Grieken land. Hoewel het land van koning Konstant.ijn eigenlijk niet tot.de krijgvoerende staten be hoort-, zijn er daar toch dingen genoeg gebeurd, om er een paar woordjes over te zeggen. In Saloniki bestaan op 't oogenblik Fransche, Engelsch© en Servische veldpost-kantoren, uit sluitend ten dienste der militairen van de'ge allieerden. Ook schijnen er Italiaansche en Rus sische veldpostk.intoren te zijn geopend. Ik zag bij mijn vriend slechts kaarten verzonden door do drie eerstgenoemde kantoren. De Fransche stempel is dezelfde als die op het - front- in Frankrijk gebruikt wordt, maar met een ander sectornummer, de Engeleckê draagt het op schrift Army Post Office -X". Ook van. 't eiland Korfoo zag ik ecne kaart, verzonden door het aldaar zich bevindende Fransche veld postkantoor. In Saloniki werkt nog steeds oen Grieksehe post, doch onder Fransch toezicht. Ik las dat men daar nu postzegels verkoopt met de beeltenissen van Venizelos en de twee andere hoofden van de afgescheiden Grieksehe regeering. Oolc voor het vorstendom Monaco (klein onafhankelijk landje in Frankrijk aan de Middellandsclio Zee) verscheen een Roodo Kruiszegel ten bate der Fransche gewonden. De postdienst in dit vorstendom wordt dcor Frankrijk uitgeoefend. Hiermede hebben wij een vluchtig overzicht gegeven van al het merkwaardige dat ons dezen oorlog bracht op postzegelgebied, voor zooverre Borg. L. INGELSE, 3-1-0 R. 1. Ook een wijste van drankbestrijding. t Gebeurde dezer dagen in 't in staat, vat beleg verhoerende dor,» B., waar de huzaren reeds eenige maanden ingekwartierd lagen 'i W.U'on echt gezellige kerels cn 't moet ge zegd, de „menschen" hadden cr in 't gehec geen last van. De meeste inwoners kenden «1. jongen» reeds bij naam, en onzo landsverdedi ger» wisten zich heel goed bij het familiaa dorpsleven aan to passen. Natuurlijk niet op al te intieme wijze, daar word voor gezorgd. de bei 't Was dan, dat ook in het dorp de diftnk- bessflijding weer meer tot actio gekomen was. En dat was noodig. Want in geruimon tijd hadden dc inenscbed niets meer van het ver lieerde der drinkgewoonten gehoord; dc ver diensten waren goed boter dan op vale an dere plaatsen, de drukke gezelligheid was dooi de inkwartiering aanmerkelijk vermeerderd en zoowel het een als het ander was oorzaak, dat de drankbestrijding meer op den achtergrond geraakt was. Nu was er echter weer nieuw leven gekomen op liet gebied der drankbestrijding. En de overtuiging, dat hot drankmisbruik, ;ja, zelfs het noodeioos drankf/cbruik, verderfelijk was voor ieder, dio belangstelde in zijn kwaliteit als mcnscli, was zeil» doorgedrongen tot 'de vertegenwoordigers van liet militarisme. Niet echter waren alle zonen van Mars even goed hun kwaliteit bewUst en zoo kwam het, dat een hunner, op een avond smoordron ken werd aangetroffen door zijn kameraden op den hoek eener clandestiene herberg. Hij had den prins zoodanig gesproken, dat hij van toeten of blazen niet meer wist en in een na bijgelegen schuur moest te slapen gelegd wor den. Aanstonds was zijn vonis geveld. Want nu hij voor zijh liederlijk gedrag uit do Juin den van zijn gestrenge overheid was gered, moest hem een andere poets worden gebakken. Fluks werd in een nabijzijnden winkel een doos goudbrons gehaald en hiermede heb aan gezicht van onzen landsverdediger geheel op geschilderd, zoodat hij, als een levende projec tiel den vijand zou hebben tc-gengeblonken. Aldus uitgedost, zonder tijd gehad te heb-< ben. zich van zijn positie te vergewissen, ver scheen dc dienaar van Alcoholica 's morgens op het appél. Wat er toen volgde, zullen wij maar niet vertellen,- maar do schaterlach, dio hem hierbij in de ooren krijschte, greep hem zoodanig aan, dat hij besloot nooit meer een druppel jenever te gebruiken. Met opoffering van zijn prachtigen knevel, plus nog wat, en acht dagen poetsen en schu ren, was cfe man gered. ankbetuiging aan Res. Bat. E. 2e Cis. Hiermede betuigen wij onzen meest hurtolij- ken dank aan korporaals en manschappen van bovengenoemde tic. voor het prachtig ge schenk, ons ter gelegenheid van ons huwelijk geschonken. Wij hopen hot velé jaren tc bezit ten als herinnering aan dc mobilisatie cn aan de goede kameraadschap, dio heerscht in ge- noemdo tie. Mil. J. SINKE en Echtg. Dankbetuigingen. Bij dezen betuigen, wij ondergetoekenden, onzen wel genteenden dank aan de H.H. offi cieren, onder-officieren, korporaals en man schappen van do Depots V. P., A. T. en H. S. tc Amsterdam, voor het prachtige geschenk en de vele blijken van belangstelling welke wij bij ge 1 egenhcid,yan ons huwelijk mochten ont vangen. M.. G. I-IERMTE en Echtgenooto. Ik gevoel mij verplicht langs dezen weg mijn barteiijkeu dank te betuigen aan den WelEd. Zeergeleerden Heer dr. Ernstman,sergant Keizer en den verpleger in Barak II en Kan- 'tonnenients-ziekenverblijf te Ede, voor de zorgvuldige behandeling tijdens mijne ziekte. Mil. H. It. AÜSEMA. De ondergetoekende, tamboer-hoornblazer bij 3-1II-15 R. I. Veldleger le Divisie, acht hot zijn duren plicht aan collega's, vrienden en be kenden mede te doelen, dat hem met ingang van 8 November 1916 don rang verleend is van tamboer-hoornblazer le klasse en betuigt hier mede zijn haltelijken dank aan de vereenigde tamboers en hoornblazers van het 15e Regi ment voor1 de vele blijken van belangstelling en sympathie, bij "deze aanstelling ondervon den. Zich van aller ingenomenheid met deze be noeming overtuigd houdende, verblijf na vriend schappelijke groeien C. DE VET. Zeer getroffen door het prachtige cadeau mij bij mijn huwelijk'op 7 November ter hand ge steld, dat blijk geeft van onze goede kameraad schap, betuig ik langs dezen weg aan alle ónder-officieren, korporaals en manschappen van de 2o Sectie2-H-1'3 R. Inf. 3e Divisie Veld leger, mijn oprechten, welgemeenden dank. ANDREE IIENDERIEKEN en Echtgenoofce. Pandoeren. Pandoerpraatje van de pandoevclub „De Doodgraver", le Afdeeling, IVe Divisie. No. 1. «Sell. 7, 9, 10, v., k., r. 7, kl.. 9, h. 7. No. 2 li. aas, k., 10, S, sch. 8, r. k„ v., kl. 10. No. 3 kl. aas, k,, v., 8, 7, r. aas, k., r„ sch. b. rijkdom en ellende, is er niet. Deze beschouwing kwam echter eerst later boven. Op dien dag maakte ik van do acht minuten gebruik om naar een hut bij het kasteel te snellen, waar men brooden verdeel de. Een Russisch landbrood weegt van tien tot zestien pond. Overgelukkig begaf ik mij met, mijn schat naar mijn beste kameraden, want brood was in'die dagen iets zeldzaams. Een kilometer achter het landgoed begint een onmetelijk liosoli, Aan den rand van dit bosck aan het eind van het vierde marsch- uur kregen wij het eerste vuur. Een paar schoten, blijkbaar van een Kozakkenpatrouiile, die voor de verkening vooruitgeschoven was. Een man van de vijfde compagnio wordt ge wond. De marsch wordt, nu met de noodige dekking en voorzichtigheid, voortgezet. Onmetelijk is het bosch, een dennenbosch met zandige paden. Do toenemende moeheid verlangzaamt het tempo. De hemel klaart op cn tot overmaat van ramp begint de middag hitte. Het vijfde marschuur gaat voorbij. Het zesde breekt aan. Wie weet, wat drio uur onafge broken marcheeren met volle bepakking '-oor een troep beteekent, zal begrijpen hoe uitge put wij waren. Do colonne ziet er nu anders uit. dan in het begin. In tweo rotten sjokt ze, de harde ran den van do zandpaden zoekend, zwijgend en in gebukte houding voort. Iets machinaal dofs is over de mannen gekomen., die werktui gelijk. de voeten verplaatsen. Het lichaam is in een toestand van dwaze gevoelloosheid, die al- los verdraagt. Het'brein hoeft het contact ir.ct het lichaam verloren en toch is uit dozo apa thie nog een ontwaken, een terugkecrend ge voel van zwakte, waartegen verzet moge!ijl: is. flat toonen do toenemende leemten, 1 stijgende aantal achterblijvers. Ook geestdrift ejt de wil tot overwinnen kunnen do krachten slechts tot een bepaalde grens doen stijgen, i Eerst later heb ik den aandrang leeren kennen, dio bijna almachtig is, de quaestie van te zijn of niet to zija,. Het zesde marschuur loopt ten,einde. Do klok wijst één uur. Wij krijgen voor de tweede maal vuur. Maar nu veel ievepdiger, als zwermen bijen vliegen de kogels door liet boscli. Wordt het ernst? Terwijl de vijfde compagnie uit zwermt, liggen wij op den grond in een droge geul en wachten. Een zucht er: „Ach, als die kerels ginds nog maar lang willen schie ten. Dan kunnen wij ten minste uitrusten". Maar do Kozakken trekken zich alweer te rug. Z,j zijn voor onze voorste compagnie aan den haal gegaan. Wij behoefden niet eens uit te zwermen om den marsch voort te zetten. Twee, drie gewonden worden weg gedragen.' Links naast ons gaat het bosch over in een steile helling. Beneden glinstert water. Eerst houden we het voor een meer. Later zien we, dat het van een kronkelende rivier is. Eu nu het bosch uit. Wij kijken in het diepe rivierdal. Twee kilometer stroomafwaarts een stad. Een huis brandt, uit' een tweede gebouw dat alleen staat, slaan do vlammen. Kozakken- daden 1 Maar wat is dat, dat daar aan den anderen oever blinkt? Velen roepén tegelijkertijd'; De trein! Ja, het is de trein. Sedert het begin van onzen opmarsch hebben wij geen trein gezien. Nu voelen wij ons plotseling m de beschaafde wereld. Een trein verlaat nog met razende snel heid de stad, door geweerkogels bestookt. Hij ontkomt. Maar dat is de laatste trein dien de Russen op dit traject laten rijden. Want een half uur later komen wij bij de spoorlijn, gaan over de houten brug, die de Russen niet vermeiden, ofschoon een. paar bos- si-n brandend stroo voldoende geweest zouden ;:i.;ii oin haar in vlammen tc doen opgaan. Do niet. vernielde spoorlijn, de niet vernielde zij zijn onze overwinning, want zij too- - n ons, dat wij de Russen verrast hebben door onzen ge Forceerden marsch. Do Kozakken baci llen alleen tijd gehad natuurlijk om do huizen van oen paar Joden in brand te steken. Maar ik wil nu eindelijk ons succes bij den waren naam noemen. Bemoedigend! Annie: Nu laat Kduiird mo hier tweo uur wachten, en nog gister zwoor hij me. naar het eind der werolrl voor mo te willen gaan! Lizo: Misschien ia hij daarmee bezig! Do f Op éón voorwaarde. zonaar in een menagerie loofde hon derd gulden uit aan hom, die in de kooi dor leeuwen durfde gaan. Eon boor narn do uitda ging aan, doch had daarbij één voorwaarde: eerst do^Jecuwen er uit. Alios tegelijk. Piot ging «un do ouders van zijn Catrientjc vragen om met haar te mogen trouwen. Filip, zijn vriend, wachtte jntursohen gedul dig op zijn terugkomst in ,.l)e Beurs". AU vriend wilde bjj do eerste zijn, die zijn glas op de gezondheid van het nieuwe bruidspaar zou ledigen. „Hoe is 't nfgeoopen?", riep hij reeds in de verte zijn vriend toe. „..Slecht! Ik vroeg de hand der dochter en kreegde vuist der moeder en don voe» van den vader". De pantoffelheld. Bruis (tot behanger, woedend). Wie heeft je gezegd, dat onsmakelijk behangsel op den muur to plakken Behanger. Mevrouw, mijnheer! Brui». Toch een mooi patroon, niet waar? li ij zou z'n hoofd meenomen. Piet Racmen, de brouwer van Baal, moest oen redevoering maken voor do inhaling ven den nieuwen burgemeester. En om op zijn ge- mals te zitten en door niemand gestoord te wor den liet hij door de dienstbod" aan elkeen dio kwam aanbellen zeggen: „Mijnheer u» met thuis!" Dnt duurde nu al drio dagen, dat hij daar te z woo ten cn te tobben zot, want do rede voering waa geen klein bier, zelf voor cvu brouwer als Piet. Het ongeluk wildo echter dat. Piet Roemen zeer nieuwsgierig was en eiken koer als li ij dc bol hoordo stak bij voorzichtig zijn hoofd door 't venster om tc zien wio cr aan de voordeur stond. Nu gebeurde het dat Koes van Sas toevallig omhoog koek, toen hij aan de deur stond te wachten, cn het hoofd van Piet Raenicu bc- merkte. K te» deed ulsof li ij niets gezien Jiad, maar toen de dienstbode hem zei„Mijnheer is uit", antwoordde hij„Zeg aan mijnheer, dat hij voortaan zijn hoofd meeneemt ais hij nog ecus uitgaat". Laster „En wat zei Marie, toen je haar d'r woord toruggaaft?" „Zo was Bprakeloos, ze zej niots!" „Lieve hemel, en zoo'n vrouw laat je glip pen? Kerel 'n vrouw die zwijgen kan, is onbe taalbaar". No. 4 sell, aas, ld. I.,, r. b„ 10, 9, 8, h. 9, 6. No. 1 speelt h. 7 voor als troef. Namens de pandocrcftlb ,,Do Doodgraver", Mil. Korp. DE JAGER. .Mil. Korp. JANSÊSBNS. Mil. Korp. VOLKERS. Mil. v. BREMEN. Mil. v. BRUGGEN. Afscheidsgroet aan vrienden en bekenden. (Mil. J. C. v. d„ Linde.) Wees gegroet van oen trouwen vriend, Dio allen wel bekend zal staan, Omdat 'k lang met u heb gediend, Maar moest nu van u scheiden gaan. Jd, plotseling moest ik van u scheiden, Zelfs van het hcele regiment, Maar dit mag mij niet verblijden Want het blaadje is nu omgewend. Wees gegroet dus, vrienden en bekenden, Waar 'k eens in liet midden zat; Men ging mo naar 't Depót heen zonden, Waar 'k verder ga langs 't levenspad. Wees gegroet, gij veldlegers-wichten, 'k Ging naar dc Voluwe weldra, Omdat ik voor u moest zwichten, Wijl 'k nu voor iets anders sta. Hier moet ik niet marcheeren. En 'k heb er ook geen wacht. En stap jk 's avonds uit mijn kleeron, Slaap ik rustig, tot de zon weer lacht. Men leerwerk is vervangen door 'n blik, Een veger doet dienst als spuit, En 'k heb bcelemaiil geen schrik, Al ruk ik daarmee uit. J. C. v. d. LINDE, De Politieman, door J. W. Haar man, inspecteur van politie le kl. en G. P. N. Westenbroek, onder wijzer te Amsterdam. Uitgavo van J. Muusses, Purmerend. De titel van 'dit boekje heeft nog do toe- aoging„Leiddraad vóór den politieman bij de studie in Nederlandscho taal, rekenen, aard rijkskunde en geschiedei:i»tevens gids voor hen, die zich voor het politievak en daarmee gelijkstaande betrekkingen bekwamen". Het doel van het werkje is dus duidelijk genoeg; het is saamgesteld door twee leeraren van den opleidingscursus voor de jonge agenten te Am sterdam, de heer Roest van Limburg, hoofd commissaris to Amsterdam, schreef er een aan bevelend voorwoordje voor en verklaart dat het boekje in een bepaalde behoefte voorziet. Dit alies op zichzelf is reeds een aanbeveling. Wij hebben het nette cn goed god rul: te boekje ®ens doorgebladerd en meenén, dat het alles zins voor zijn doel geschikt is. Het hoofdstuk over de Nedc-rlandsehe taal is knap bewerkt, geeft van de theorie zooveel als noodig is, maar bevat vooral voorbeelden ter uitwerking, goed gekozen voorbeelden met zinnen, die in 't bijzonder aan de politie en haar functies ont leend zijn. Bij 't rekenen treedt insgciijxs vooral de praktijk op den voorgrond, terwijl ook de maten, gewichten, munten, enz. vrij grondig worden behandeld. Geschiedenis en ardrijkskunde zijn natuurlijk schetsmatig be handeld, bij de laatste is echter een betrekkelijk groote plaats ingeruimd voor bet verkeers wezen. Overal staat dus de praktijk op den voorgrond. Practisch zijn ook de boid9 woordenlijstjes. Enkele vlekjes kunnen bij een. tweeden druk gemakkelijk verwijderd worden: „haark.ooven" wordt met twee o's geschreven, in „souterrein" komt na de u geen a voor, ook niet in het Fransch, waar het woord trouwens in de bij ons geldige beteekenis niet bestaat, men zegt dan „sous-sol", ..gribus" wordt meer ge bruikt in de beteekenis van „gevangenis" dan vuile achterbuurt, meenen, we, komt in elk geval in die beteekenis veei voor. Stijn Strouvcls, Do Werkman, jfweedo Druk. Mario MotzKoning, «Het Won der. Joh. W, Broedelet, Artistenleven, Uitgaven van L. J, Veen, te Am sterdam. Drie deeltjes weer van Veen's Gelo Biblio theek, waaronder oen herdruk, Streuvol's De Werkman. Drio van do aardige bandigo boek jes; met grooten prettigen druk, dio men in eens uitleest, en die hun naam aan het gelo bandje ontleenen. Meer lectuur in deu regel dan groote kunst, meer amusement dan verhef!ing of ontroering brengende. Do schetsen uit liet artistenlc-vfii van «Job. W, Broedelet, allereerst houden meer een paar uurtjes aangenaam bezig dan dat zij ons een diepen blik doen slaan in de ziel der mensehen, dio voor ons langs gaan. Daar zal 't ook wel minder om te doen zijn. Wij vermoeden, dat de schrijver vooral don grappigen kant van dit kunstenaarsgedoe heeft wiilen laten zien en amusant is ook wol bot huishoudentje van den schilder Jos met zijn vrouwtje Co cn het kind, dat zich meest door zijn geschrei alleen op den voorgrond dringt. Overigens is het grappigo vaak al to gechar geerd, cn overdrijving schaadt wel eens den in druk. Overdrijving is er ook in do andero historietjes, zooals dio van do rcuzenschmink- doofl. het Koopje en den Reclame-étaleur, Het echtst en 't waarst lijkt bet type van Bommic. Heel anders is het werk van mevr. Met»— Koning. Zij beeft een ernstige bedoeling met haar schotsen en aan grappenmakerij moet men bij baar niet denken. Ook niet in haar eerste verhaal, „het Wonder", waarin werkelijkheid en mystiek ge droom dooreen gemengd zijn, zon der dat we onder den indruk komen van iets verhevens en treffends, maar wij ten slotte ver baasd opkijken over den onwezcnlijken afloop. Dan hebben wij liever do andere kleine verhak,m uit het werkelijke leven, dn luttele en toch zoo diepe teleurstelling van de 17-jarige Effic, do verteedering van den postbode Peter Leeno- mans, de Noorweegsche vertelling, waarin de droom van Kui t Janso zich zoo volkomen aan sluit bij do realiteit om hom heen, enz. Hét innigst en liet v/aarst van al de schetsen lijkt ons wel het „Weerzien", de geschiedenis dor vrouw, dio huwde met een braven, besten man, dien zij niet beminde, maar dien zij allengs heeft loeren waardeereu on in wiens hoede zij zich nu gelukkig cn veilig voelt, nu zij •y-n vroegeren gelieft harer jeugd verliederlijkt terug ziet. Lest bist, Streuvel's Werkman geeft ons meer dan een der bcido andero boekjes. Hier voelen wij ons weer opgenomen in een wereld, die bestaat, en wij leven er gebeel in mee, ondanks do voor gewone Nederlandscho lezers niet altijd gemakkelijke taal. Het is de wereld der A laainsche landlieden, uit die arme en ver armde streken, waar de mannen 's zomers uit trekken om geld te verdienen in de vruchtbaar der velden van Noord-Frankrjjk. Die wereld der armc-n en rijveren, der dikwijls ruwen met hun goede hart, wordt ons geschetst met een levendigheid en een waarheid, dat wij de men- Bchen voor ons zien in al hun alledaagsch gedoe, m hun angsten en zorgen, maar ook in hun verlangens en hun niet altijd edele genoegens. Er ligt, als zoo vaak in het werk van Stijn Streuvels een weemoed vol innigheid over dit verhaal van in den grond zoo eenvoudige ge beurtenissen en eenvoudige gevoelens, een wee moed, die ons treft en ontroert. Van deze drie nieuwe doeltjes der Gele Bibliotheek staat, „De Werkman" van Streuvels verreweg het hoogst bij ons aangeschreven. Alles, deze rubriek betreffend, le richten aan den heer J. Mij er, Graaf Floruit raat 15 zl ms l e rdam-. [Geestige momenten in partijen. Er doen zich af en toe in partijen tusschen sterke spelers, in zoogenaamde „vluggertjes", Wij haddén door on2en marsch de spoorweg- lijn WilnaDunaburg bij de plaats l'odbo- rodzv bereikt en daarmee de verbinding van het Russische .Wilna-legc-r, met de noordelijk gelegen vestiDg afgesneden. Dit belangrijke succes hadden wij behaald ten.koste van een paar gewonden bij het geheele regiment. Maar daarvoor hadden wij in één stuk zes uren ge- loopen, zeven en twintig kilometer afgelegd. Het was een overwinning. Een overwinning van de beenen. i^liemairsdsland. In de „Daily Mail" schrijft P. A. Mc Kenzic o. a. het volgende „Ik heb dikwijls Niemandsland van dc loop graven uit bestudeerd." De sombere strook lands tusschen onze loopgraven en die der Duitsehers varieert in breedte van vijftien meter tot een halve mijl. Een paar uur geleden ben ik op een plaats aan ons front geweest, waar de Duitschers op slechts 15 meter van ons af waren. Wij bezetten daar n.l. een zijde van een niijntrechter en zij de andere. Aan onze zijde stonden do bommenwerpers altijd gereed, om bij het eerste teeken van activiteit van de zijde van den vijand zijn stelling in een puinhoop te veranderen. Ongetwijfeld stonden zij daar evenzoo gereed om ons aan te grijpen. De strook gronds tusschen deze beide uiterste stellingen in is aan beide zijden met uitge breide draadversperringen verzekerd. Daar- tusschen door. loopen lanen, die zeer zorgvul dig bewaakt worden, waar onze mannen zich veilig kunnen bewegen, masr die gedekt zijn door een machinegeweer, zoodat geen vijand langs komen kan. Onkruid groeit welig op dien grond, die ge mest is met het bloed van vele dapperen. Dikwijls genoeg hebben de lijken van gesneu velden op die doelen van het front, waar de gevechten het hevigst zijn, dagen lang onbe graven in de granaattrechters moeten liggen, voor hunne jsameraden hen aan d9 aarde kon- den toevertrouwen. Niemandsland! Do plaats waar duizenden vergeefs gehoopt hebben, waar duizenden aanvallen zijn ondernomen en ta!- loozo heldendaden verricht zijn maar ook de plaats waar te velen van de beste mannen der natie begraven zijn. Zoo kruipende laags de smalle strook-, had ik veel verbeeldingskracht noodig om mij to herinneren waar ik was. Het was pikdonker. Oyeral lag het prikkeldraad ons in den weg. Wij moesten ons voorzichtig bewegen, want cc:i geluid zou machinegeweervuur uitlokken en wij hadden nu geen verschansing naast ons die on togen de kogels beschermde. Daar vlamde een luchtfakkel op. Onmiddellijk gingen onze hoof den neer en toen het licht gedoofd was, leek het nog donkerder om ons heen. Telkens stegen er weer fakkels op en zoolang die brandden was er niets anders te doen dan absoluut stil te liggen. Spoedig bereikten wij den observatiepost, 1 waar drie, vier man op wacht ingespannen lagen te luisteren naar het minste geluid, dat op een nadering van den vijand wees. I Kapitein X. fluisterde den korporaal en zijn mannen eenige bevelen toe. „Go begrijpt", j zc-ide hij, „dat als de Duitschers vannacht aan- vallen, ge niet behoeft te vechten. Ge behoeft niets anders te doen dan alarm te maken en I naar achter de borstwering te vluchten. Weest geen dwazen en offert u niet op voor niets. Vergeet dat niet, het is een bevel. Als ge. hen ziet komen, komt dan zoo vlug mogelijk terug." I Achter den observatiepost waren onze man- I nen bezig cie draden te onderzoeken en te pa trouilleeren tot dicht bij de Duitsehe linie Waarschijnlijk patrouilleerden er ook Duit schers langs de onze. „Sjt-! Liggen. Houdt de ooren open! Maakt geen geluid!"

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 3