Uit Leger en Vioot.
ö¥8Mïig
Uit onze Moppentrommel.
Nieuwe uitgaven.
Damspel.
BE SOX>>ÏÏTENCOUR A BIT van Zondag1 Q JJovemlaer 19 16
L A. N., Klaaswaal. Gij kunt natuurlijk
niet opgeleid worden voor sergeant bij het.
wapen der infanterie, dan nadat go zijt over
geplaatst bij dit wapen. Git kunt go verkrijgen
door langs hiërarcliieken, weg een verzoek
schrift ,te richten tot den Opperbevelh. van
Land- en Zeomacht. Do opleiding duurt onge
veer twee maanden korter. Red.
0. W. v. H., Leerdam. De bedragen dei-
vergoedingen worden voor iedere gemeonto en
voor elk geval op ziclizelf door den betrokken
burgemeester in verband met plaatselijke
duurte en andere omstandigheden bepaald.
Het wettelijk maximum is voor een ieder f 2.
Do M. v. 0. heeft bepaald, dat een ondoroffi-
cier f 0.40 per dag minder vergoeding krijgt
dan hetgeen hem zou toegekend worden als hij
geen of lageren rang bekleedde. L' zoudt dus
per maand nog f 3 meer vergoeding kunnen
ontvangen. Red.
W. IC., Kaatsheuvel. Waar zoo'n ration niet
gedeeltelijk kan worden vervangen, moet ge de
,wftarde van liet geheele ration vergoeden. Red.
P. J. B., Goes. Zeer zeker kan zulks en wel
op grond van de landstormwet art. 2 eerste lid
punt 2a en op grond van de wet van 31 Juli
1915 (Staatsblad nr. 345). Red.
hl. W.( Vrouwenpolder. Naar onzo mceniug
zjjt gij geen gezinshoofd en verkeert ook niet
in overeenkomstige verhouding tegenover het
gezin, zoodat gij geen recht liobt op 2 x
2 dagen'verlof per maand. Of ge al dan niet
kostwinner zijt, doet niets ter zake af. Red.
J. tl., Veldleger. Gij hadt tob en met den
vierden dag van uh; verlof recht op soldij, mo-
biiisatietoelago cn z.g. menagegelci; nadien op
niets meer. Op den dag van terugkeer kreegt
go weer aanspraak op soldij, mobilisatietoelago
en z.g. menagegeld of voedmg in natura. Red.
A. F. G., Reuzel. I. Richt een verzoekschrift
tot overplaatsing langs den hierarchieken weg
aan den Opperbevelhebber van L. en Zeemacht.
II. Zoo ge een verklaring van het "betrokken
gemeentebestuur kunt overleggen, dat ge niet
langer gemist kunt worden, dan bestaat er wel
kans op. Aailvragen a/d M. v. O. Bijzonder ver
lof kan u dan verleend worden op grond der
verlofregeling gij behoort bij groep 3c.
III. Zoo ge les geelt aan een cursus voor ge-
mobiliseerden, dan hebt ge ook recht op liet
door u bedoelde extra verlof. In de ter zake ge
geven order is ui. sprak© van alle militairen
zonder meer. Red.
J. A., Den Helder. I." Daar de cantine een
ontspanningslokaal is, kan men ze zeker niet
op Zondag sluiten en kan men u dus verplich
ten tot uen verkoop van waren. Hebt gij be
zwaar daartegen dan doet g.j het beste door to
verzoeken, of' iemand anders in uwe plaats
met den cantinedienst kan worden belast.
II. Dergelijke vergunning wordt alléén aan
gehuwden verleend.
III. Gij kunt trachten studieverlof te krij
gen; tijdens zoo'n verlof houdt de vergoeding
op. Duurt dit verlof niet langer dan vier da
gen, dan kunt ge verzoeken aan den hurge-
meesfer der gemeente, waarvoor go zijt inge
lijfd, om de vergoeding te mogen behouden.
Red.
P. J. H-, Rotterdam. Naar onzo meening
'gaat gij met d j lichting 1914 eventueel met on
bepaald verlof. Red.
P. J. O., Oosterhout. Richt een bezwaar
schrift aan den Voorzitter der commissie van
voorlichting in zake bezwaarschriften wegens
vergoeding aan kostwinners der provincie -N.
Brabant te 's-Hertogenbosch. lted.
L. B., Zwolle. Wendt u schriftelijk of per
soonlijk om inlichtingen tot den'hoofdcommis
saris van Politie, .Z. Achterburgwal 185.
Zoo ge uw eerste oefening hebt volbracht, kunt
go. bij aanstelling onbepaald verlof vragen, het
geen in den regel wordt verleend. Red.
Adres mik Reuvers gevraagd.
Kan iemand mij misschien helpen aan het
adres van mil. Mnrinus Reuvers, dienende of
gediend hebbende bij het 17e Reg. Inf. van do
Ziellier de afbeelding van
een standbeeld, dat Oost»
Pruisen voor den volksheld
Von Hindenburg heeft opge
richt. Oost-Pruisen was, zoo
als men weet, de provincie,
waarin de1 Pussen reeds in het
begin van den oorlog vielen en
waar de verwoestingen plaats
hadden, die een oorlog vaak
meebrengt. Het was Hinden
burg, die, door den keizer uit
zijn non-activiteit geroepen,
door een meesterlijk plan de
Pussen bij Tannenburg om
singelde en versloeg. Hij
heeft dus werkelijk de pro
vincie Oost-Pruisen bevrijd
van de Pussen. Wij zien hem
hier afgebeeld als den steun
van. hulpelooze vrouwen en
kinderen en als den overwin
naar van den vijand, wien hij
den voet op den nek zet.
lichting 1909, dus nu misschien bij de Land
weer? Mil. L. Spijker, 3 C.,XI B., 6 R. I., IUe
Div., Veldleger.
Zoek geraakt.
Wie zou mij iets kunnen modedeelen van een
koppel met toobehooren, gemerkt 7330, waaraan
ook bevestigd is een schop no. 56? Zoo ja,
raeklt dit dan s.v.p. aan sergt. de Lange, 2-11-
5 R. I., 4e Div., Veldleger.
Grijze overjas laten liggen.
Ondergetoekende heeft Zondagmorgen in den
'trein naar Amsterdam "een grijze overjas laten
liggen 4167 wapennummer. Verzoeke beleefd
van den vinder toezending of bericht aan Oh.
Boekhof f tamboer 2o Comp. 3 Bat. 16 Reg.,
Inf. Veldleger.
Verkeerd pakje med8 genomen.
Toen ik op 6 November naar mijn kantonne-
ment terugkeerde, zaten eenige militairen bij
mij in den coupé. Toen zij uitstapten hebben zij
een verkeerd pakje medegenomen dat mij toe
behoorde, zoodat ik een pakje van hen in mijn
bezit heb. Verzoeke bericht aan mil. A. J.
Hurkmans, 17e Regiment Inf., 2e Bataljon,
3e Divisie, 4e Compagnie.
Overjas medegenomen.
Welk milicien nam Zaterdag 4 November een
köpporaals-overjas uit den trein medelijn
MiddelburgZwolle. Verzoeke ten spoedigst
bericht. Mil.-korp. G. J. Peters, 25e R. R. I.
Bat VIII, 2e Compagnie, Veldleger, Troepen in
Zeeland.
Overjas verwisseld.
Een militair, die in Utrecht uitstapte, heeft
vermoedelijk mijn ovorjas medegenomen. Ik
heb zijn jas, genummerd 2647 6 K. 1328. Mijn
overjas is genummerd met 6814. Verzoeke toe
zending of bericht aan mil. korporaal Duibel,
1 Comp. Ill Bat. 5e Reg. Inf. IV Div. Veld
leger.
Erich Kuttner heeft een boekje geschre
ven „Von dort marebieren sie", waarin hij
het dagelijksche leven in het veld schetst.
Het volgende is aan dit werk ontleend
Van Napoleon is het bekende„Do over
winning ligt in de beenen der soldaten".
Iioe, men ten zegepraal marcheert ondervon
den wij den September, op een Zondag.
Geon enkel succes hoeft ons meer zweet ge
kost, maar ook zoo weinig bloed. En wij zou
den zeer tevreden 'zijn, wanneer wij dikwijls
voor de keuze gesteld werden in plaats van
bloed, zweet te vergieten.
Toen wij dien morgen om zes uur onze ten
ten afbraken, zag hot er niet naar uit, alsof
wij iets bijzonders zouden beleven. Zooals ge
woonlijk, marcheerden wij naar de verzamel
plaats, waar precies om zeven uur bevel ge
geven werd voor den marsch. Dezen keer, liep
ons bataillon voorop, do vijfde compagnie aan
liet hoofd, daarna do zevende. Heb snelle
tempo, dat onmiddellijk na ons vertrek ge
nomen werd, verwonderde ons. Maar wij
dachten er niet lang over na, scholdon alleen
in stilte op de mannen daar aan het hoofd
en verklaarden dat de vijfde oompagnic niet
recht snik was. Deze compagnie had er geen
schuld aan. Wij gaan langs de divisie artillerie.
Ik hoor hoe een kanonnier tot een anderen
zegt: ..Drommels, do infanterie heeft haast."
Do verhouding tusschen artillerie cn infanterie
is in heb veld zeer eigenaardig. Geen spoor
van do naijver van vredestijd. Do artillerist
beschouwt ons met een mengsel van hoog
achting en medelijden, omdat wij vermoeiend
den ransel moeten dragen, terwijl hij rijdt.
Raakt een infanterist bij de artillerie ver
dwaald, dan kan hij staat maken op een uit
nemende verzorging, want de artillerist voelt
zich tegenover den infanterist als iemand van
do „bezittende klasse", zonder echter kapi
talistisch® hooghartigheid te fcoonen.
Uitvoering to Oldenbroek.
Serg.-maj.-instr. A. Bergmans schrijft ons uit
O'! dab rook
Hoerakzij is er. Ja, geachte lezers, zij is
erMet dio zij bedoel ik met de een of andere
sckooiie, neen deze zij is een© tconeeluitvoering,
de eerste der vereeniging „Oud Waalsdorp''1.
Waalsdorp was oorspronkelijk de naam der too-
neekdub, doch door onze overplaatsing naar het
lustoord Oldebroek hebben w.0 er het woordje
„oud" bijgevoegd. Doch ik dwaal af, dus ter
zake. Het tooneelstuk, dat opgevoerd is gewor
den had tot titel „Janus Tulp blijspel m vjer
bedrijven van den bekenden Justus van Mau-
rik. Het stuk is tweemaal opgevoerd.
Een verslag uit te brengen zooals beroepscri
tici zulks doen, gaat boven m'n macht, laat me
daarom volstaan met niet in bijzonderheden te
treden.
Voor alles evenwel mijn dank, pardon .ónzen
dank, Ran de, beide dames dio ons hare welwil
lende medewerking hebben verleend en daar
door het succes der beide avonden verhoogd
hebben. Mevrouw Kley cn mevrouw Wester
man daarvoor onzen oprechten dank. Niet al-
deen voor hun spel, dooh ook voor den moed,
dien zij getoond hebben om hier een drietal
dagen door te brengen. In do eerste plaats
evenwel onzen dank voor hun spel, vooral heeft
eerstgenoemde dame ons doen genieten van
haar edel tooneelspel en wel van een spel, zoo
als alleen eerste klas actrices dit te zien geven.
We hebben door uw spel genoten, mevrouw!
we vergaten die avonden dat wij ons bevonden
in het ballingsoord „Oldebroek". Beide avon
den ontvingen de dames bloemen, den eersten
avond aangeboden door den. voorzitter der ean-
tinecommissie en een bloemenmand van een der
spelers mevrouw Kley aangeboden, den tweeden
dag een bloemenhulde van de leden der veree
niging.
"Vandaag is de artillerie vol bewondering over
ons marsch tempo. En wij zijn nog wel pas aan
het begin. Spoedig wordt de weg erg zandig,
zonder dat daarom de snelheid - vermindert.
Twee uur zijn verloopen. Dan zoo niet vroe
ger wordt gewoonlijk het sein gegeven voor
rust. Vandaag wacht alles tevergeefs. Op de
heide volgt een landschap met meren.
Men ziet de blauwe plassen tot den hori
zon. Maar tot bewondering van de schoonheid
van de; natuur zijn wij niet gestemd. Wij laten
een dorp links liggen, en loopen langs den
oever van een groot meer, waarvan de golven
iin do zon licht sprenkelen.
De heuvel op. Enkelen beginnen te steunen,
zij blijven hijgend achter. Eindelijk na twee
uur drio kwartier het commando „halt".
Maar dadelijk daarop„Geen ransels afleg
gen, wij gaan dadelijk verder". Do chef. van de
compagnio houdt een kleine toespraak en wij
hooren, dat onze marsch een tactische manoeu--
vre is, waarvan het succes alleen van onze
snelheid afhangt. Wij moeten de Russen ver
rassen en daardoor misschien een bloedig ge
vecht overbodig maken. Een ieder moet al zijn
krachten inspannen.
Na precies vijf minuten de achterblijvers
hebben ons'nauwelijks ingehaald zet de co
lonne zich weer in beweging. Do stemming is
veranderd. IJver ei> cèn ernstig willen is op alle
gezichten te lezen. Hot komt op ons aan
dat behoeft niet tweemaal gezegd te worden.
De een spoort den ander aan om toch vol te
houden. Een ioderidoet zijn best om niet achter
te blijven.
Do volgende rust ze was de langste van
dezen marsch en duurde acht minuten werd
gecommandeerd bij een landgoed met een huis
als een kasteel. Zoo mooi als men zich maar
denken kan, zooals alle kasteelen in deze buurt.
Een marmoren huis, schitterend wit, in Griek-
schen"stijl, met een saphiergroen dak, rondom
bloembedden cn een park. Hoe komt dit won
derwerk in d.it verwaarloosde land? Maar ner
gens komen sociale tegenstrijdigheden zoo dui
delijk uit als in het landelijke Rusland. Paleis
en houten hut, icii-s daartusscken, iets tusschen
Nu komende tot de hoofdrollen der heeren
op de eerste plaats een woord van lof aan den
heer Koops. Zijn spel was prachtig, hij ©ven
aarde een goed beroepsacteur. Alleen enkele
technische fouten, doch deze zijn den dilettant
te vergeven.
Vorder mevrouw Kley over de overige, hccron
aan 't woord latend, sprak zij hare bewonde
ring uit over liet spel, dat gegeven werd door
onzo dilettanten. Een en al tevrcdenheidsleuii-
ging harerzijds. Het was een bekroning voor de
heeren voor de moeite, welke zij zich getroost
hadden om deze. avonden ozo succesvol moge-
Tijk te doen zijn.
Ecu hijzonder woord van lof verdienen even
wel nog de heeren La Haye, Kniop en Rei.ru;>.
Hot spel van beide oerstgenoemdon was cor
rect. Laatstgenoemde moet in den vervolge niet
meer zoo overdrijven, dan zal z'n spel nicer
succesvol zijn.
Het gelach gedurende cn het applaus na elk
bedrijf is voor do artiesten een overtuiging ge
weest, dat zij dc ballingen van Oldebroek tweo
gezellige avonden bezorgd hebben en ik ben
overtuigd, dat ik namens allen spreek door hen
toe te roepen een spoedig tot weerzien.
Rest me nog onzen dank te betuigen aan den
Welgeboren Heer Jhr. Snoeok, lo luitenant,
die de spelers steeds ter wille is geweest, dio
steeds voor hen te spreken was en dio moeite
noch kosten ontzien heeft. Voorts zon 't een
onvergeeflijke fout van me zijn, als ik naliet den
heer Douwers, den recjuisiteur, te bedanken.
Deze beeft er 't zijne toe bijgedragen en dit
'zegt voldoende, om het succes der beide avon
den zoo glansrijk mogelijk te doen zijn. Last
not least: laat me toch ook niet ons klein souf-
fleurtje vergeten, ook deze heelt 't zijne ge
daan.
iets over oorlogspostzegels, enz.
Sergeant L. Ingelse, 3-1-6 R. I. schrijft ons:
Zooals ik reeds in een vorig artikeltje schreef,
bestonden er vóór den oorlog, buiten de Turk-
scke, ook postkantoren van andere groote
mogendheden te Konstantinopel, Adrianopel,
Jerusalem, Beyrouth, Jaffa en andere voor
name plaatsen. Bij het uitbreken der vijande
lijkheden werden al de vreemde postkantoren
gesloten. Dit feit wilde het Öttomaansehe Rijk
met onopgemerkt laten voorbijgaan, het liet
een deel der voorradige postzegels van een
dverdruk voorzien in Arabische letters, die bij
vertaling luidt: „Afschaffing der voorrecht en".
Daar Turkije zijne in omloop zijnde postzegels
liet vervaardigen te Londen en dit nu door den
oorlog onmogelijk was, liet zich aldra een ge
brek aan sommige zegels gevoelen, bijzonder
lijk geraakten de kleine waarden zooals 10
cn 20 paras en 1 piaster (24-, 5 en 124 c. Hol!.)
uitgeput. Om daarin to voorzien werden eerst
de beide hoogste waarden (100 en 200 piastere
12-^ en 25 gulden!!) door overdruk veranderd
an 10 en 25 piasters, later werden alle oude
Zegels van 1892 af tot deze van 1913 die nog
ergens in do rijkskasten onder 't stof lagen te
voorschijn gehaald en overgedrukt met de
„halve maan en de ster" en het jaartal 1331
in 'l'urksche cijfers. Het Mahomedaausche jaar
1331 komt overeen met ons jaar 1915. Tot op
heden worden deze overgedrukte zegels nog- in
Turkije gebruikt, sommige kleinere kantoren
schijnen evenwel nog van do,in Engeland ver
vaardigde zegels te bezitten, want af en toe
komt er nog wel een brief of kaart alzoo ge
frankeerd aan. Kaarten gefrankeerd met al
deze overgedrukte zegels zag ik bij mijn vriend
en zijn fraaie zeldzame stukken.
Bulgarije volgde tot heden liet voorbeeld
an Duitschland en Engeland, die gecne oor-
logszegels lieten'verschijnen. Het eenige merk
waardige dat wij hiervan dienen té vermelden
is, dat er in Zuidelijk «Servië, dat tot op den
iiuidigen datum nog door Bulgaarsche troepen
is bezet, ook Bulgaarsche postkantoren geopend
schijnen, onder andere in de stad Nisch. In
Belgrado is een Oostenrijksoh Etappen-Post-
amt" gevestigd. Ik zag nog slechts eone kaart
die op laatstgenoemd postkantoor was gestem-
peltl.
Servië gaf ook een reeks oorlogszegels in het
liolib. Da-ar deze serie juist verscheen toen de
Serviërs hun vaderland moesten ontruimen
voor de overmachtige vijandelijke legers, schij
nen deze prachtige zegels weinig of niet ge
bruikt te zijn. Zij verbeelden een slagveld met
op den voorgrond, do oude gebroken koning
Ppter, gezeten op een gevelden boom achter
hem twee legeroversten.
Nu nog enkele woorden omtrent Grieken
land. Hoewel het land van koning Konstant.ijn
eigenlijk niet tot.de krijgvoerende staten be
hoort-, zijn er daar toch dingen genoeg gebeurd,
om er een paar woordjes over te zeggen. In
Saloniki bestaan op 't oogenblik Fransche,
Engelsch© en Servische veldpost-kantoren, uit
sluitend ten dienste der militairen van de'ge
allieerden. Ook schijnen er Italiaansche en Rus
sische veldpostk.intoren te zijn geopend. Ik zag
bij mijn vriend slechts kaarten verzonden door
do drie eerstgenoemde kantoren. De Fransche
stempel is dezelfde als die op het - front- in
Frankrijk gebruikt wordt, maar met een ander
sectornummer, de Engeleckê draagt het op
schrift Army Post Office -X". Ook van. 't
eiland Korfoo zag ik ecne kaart, verzonden
door het aldaar zich bevindende Fransche veld
postkantoor. In Saloniki werkt nog steeds oen
Grieksehe post, doch onder Fransch toezicht.
Ik las dat men daar nu postzegels verkoopt
met de beeltenissen van Venizelos en de twee
andere hoofden van de afgescheiden Grieksehe
regeering. Oolc voor het vorstendom Monaco
(klein onafhankelijk landje in Frankrijk aan de
Middellandsclio Zee) verscheen een Roodo
Kruiszegel ten bate der Fransche gewonden.
De postdienst in dit vorstendom wordt dcor
Frankrijk uitgeoefend.
Hiermede hebben wij een vluchtig overzicht
gegeven van al het merkwaardige dat ons dezen
oorlog bracht op postzegelgebied, voor zooverre
Borg. L. INGELSE,
3-1-0 R. 1.
Ook een wijste van drankbestrijding.
t Gebeurde dezer dagen in 't in staat, vat
beleg verhoerende dor,» B., waar de huzaren
reeds eenige maanden ingekwartierd lagen
'i W.U'on echt gezellige kerels cn 't moet ge
zegd, de „menschen" hadden cr in 't gehec
geen last van. De meeste inwoners kenden «1.
jongen» reeds bij naam, en onzo landsverdedi
ger» wisten zich heel goed bij het familiaa
dorpsleven aan to passen. Natuurlijk niet op
al te intieme wijze, daar word voor gezorgd.
de bei
't Was dan, dat ook in het dorp de diftnk-
bessflijding weer meer tot actio gekomen was.
En dat was noodig. Want in geruimon tijd
hadden dc inenscbed niets meer van het ver
lieerde der drinkgewoonten gehoord; dc ver
diensten waren goed boter dan op vale an
dere plaatsen, de drukke gezelligheid was dooi
de inkwartiering aanmerkelijk vermeerderd en
zoowel het een als het ander was oorzaak, dat
de drankbestrijding meer op den achtergrond
geraakt was.
Nu was er echter weer nieuw leven gekomen
op liet gebied der drankbestrijding. En de
overtuiging, dat hot drankmisbruik, ;ja, zelfs
het noodeioos drankf/cbruik, verderfelijk was
voor ieder, dio belangstelde in zijn kwaliteit
als mcnscli, was zeil» doorgedrongen tot 'de
vertegenwoordigers van liet militarisme.
Niet echter waren alle zonen van Mars
even goed hun kwaliteit bewUst en zoo kwam
het, dat een hunner, op een avond smoordron
ken werd aangetroffen door zijn kameraden op
den hoek eener clandestiene herberg. Hij had
den prins zoodanig gesproken, dat hij van
toeten of blazen niet meer wist en in een na
bijgelegen schuur moest te slapen gelegd wor
den. Aanstonds was zijn vonis geveld. Want
nu hij voor zijh liederlijk gedrag uit do Juin
den van zijn gestrenge overheid was gered,
moest hem een andere poets worden gebakken.
Fluks werd in een nabijzijnden winkel een
doos goudbrons gehaald en hiermede heb aan
gezicht van onzen landsverdediger geheel op
geschilderd, zoodat hij, als een levende projec
tiel den vijand zou hebben tc-gengeblonken.
Aldus uitgedost, zonder tijd gehad te heb-<
ben. zich van zijn positie te vergewissen, ver
scheen dc dienaar van Alcoholica 's morgens
op het appél. Wat er toen volgde, zullen wij
maar niet vertellen,- maar do schaterlach, dio
hem hierbij in de ooren krijschte, greep hem
zoodanig aan, dat hij besloot nooit meer een
druppel jenever te gebruiken.
Met opoffering van zijn prachtigen knevel,
plus nog wat, en acht dagen poetsen en schu
ren, was cfe man gered.
ankbetuiging aan Res. Bat. E. 2e Cis.
Hiermede betuigen wij onzen meest hurtolij-
ken dank aan korporaals en manschappen van
bovengenoemde tic. voor het prachtig ge
schenk, ons ter gelegenheid van ons huwelijk
geschonken. Wij hopen hot velé jaren tc bezit
ten als herinnering aan dc mobilisatie cn aan
de goede kameraadschap, dio heerscht in ge-
noemdo tie.
Mil. J. SINKE en Echtg.
Dankbetuigingen.
Bij dezen betuigen, wij ondergetoekenden,
onzen wel genteenden dank aan de H.H. offi
cieren, onder-officieren, korporaals en man
schappen van do Depots V. P., A. T. en H. S.
tc Amsterdam, voor het prachtige geschenk en
de vele blijken van belangstelling welke wij
bij ge 1 egenhcid,yan ons huwelijk mochten ont
vangen.
M.. G. I-IERMTE
en Echtgenooto.
Ik gevoel mij verplicht langs dezen weg mijn
barteiijkeu dank te betuigen aan den WelEd.
Zeergeleerden Heer dr. Ernstman,sergant
Keizer en den verpleger in Barak II en Kan-
'tonnenients-ziekenverblijf te Ede, voor de
zorgvuldige behandeling tijdens mijne ziekte.
Mil. H. It. AÜSEMA.
De ondergetoekende, tamboer-hoornblazer bij
3-1II-15 R. I. Veldleger le Divisie, acht hot
zijn duren plicht aan collega's, vrienden en be
kenden mede te doelen, dat hem met ingang
van 8 November 1916 don rang verleend is van
tamboer-hoornblazer le klasse en betuigt hier
mede zijn haltelijken dank aan de vereenigde
tamboers en hoornblazers van het 15e Regi
ment voor1 de vele blijken van belangstelling
en sympathie, bij "deze aanstelling ondervon
den.
Zich van aller ingenomenheid met deze be
noeming overtuigd houdende, verblijf na vriend
schappelijke groeien
C. DE VET.
Zeer getroffen door het prachtige cadeau mij
bij mijn huwelijk'op 7 November ter hand ge
steld, dat blijk geeft van onze goede kameraad
schap, betuig ik langs dezen weg aan alle
ónder-officieren, korporaals en manschappen
van de 2o Sectie2-H-1'3 R. Inf. 3e Divisie Veld
leger, mijn oprechten, welgemeenden dank.
ANDREE IIENDERIEKEN
en Echtgenoofce.
Pandoeren.
Pandoerpraatje van de pandoevclub „De
Doodgraver", le Afdeeling, IVe Divisie.
No. 1. «Sell. 7, 9, 10, v., k., r. 7, kl.. 9, h. 7.
No. 2 li. aas, k., 10, S, sch. 8, r. k„ v., kl. 10.
No. 3 kl. aas, k,, v., 8, 7, r. aas, k., r„ sch. b.
rijkdom en ellende, is er niet.
Deze beschouwing kwam echter eerst later
boven. Op dien dag maakte ik van do acht
minuten gebruik om naar een hut bij het
kasteel te snellen, waar men brooden verdeel
de. Een Russisch landbrood weegt van tien tot
zestien pond. Overgelukkig begaf ik mij met,
mijn schat naar mijn beste kameraden, want
brood was in'die dagen iets zeldzaams.
Een kilometer achter het landgoed begint
een onmetelijk liosoli, Aan den rand van dit
bosck aan het eind van het vierde marsch-
uur kregen wij het eerste vuur. Een paar
schoten, blijkbaar van een Kozakkenpatrouiile,
die voor de verkening vooruitgeschoven was.
Een man van de vijfde compagnio wordt ge
wond. De marsch wordt, nu met de noodige
dekking en voorzichtigheid, voortgezet.
Onmetelijk is het bosch, een dennenbosch
met zandige paden. Do toenemende moeheid
verlangzaamt het tempo. De hemel klaart op
cn tot overmaat van ramp begint de middag
hitte.
Het vijfde marschuur gaat voorbij. Het zesde
breekt aan. Wie weet, wat drio uur onafge
broken marcheeren met volle bepakking '-oor
een troep beteekent, zal begrijpen hoe uitge
put wij waren.
Do colonne ziet er nu anders uit. dan in het
begin. In tweo rotten sjokt ze, de harde ran
den van do zandpaden zoekend, zwijgend en
in gebukte houding voort. Iets machinaal
dofs is over de mannen gekomen., die werktui
gelijk. de voeten verplaatsen. Het lichaam is in
een toestand van dwaze gevoelloosheid, die al-
los verdraagt. Het'brein hoeft het contact ir.ct
het lichaam verloren en toch is uit dozo apa
thie nog een ontwaken, een terugkecrend ge
voel van zwakte, waartegen verzet moge!ijl:
is. flat toonen do toenemende leemten, 1
stijgende aantal achterblijvers. Ook geestdrift
ejt de wil tot overwinnen kunnen do krachten
slechts tot een bepaalde grens doen stijgen, i
Eerst later heb ik den aandrang leeren kennen,
dio bijna almachtig is, de quaestie van te zijn
of niet to zija,.
Het zesde marschuur loopt ten,einde. Do klok
wijst één uur. Wij krijgen voor de tweede maal
vuur. Maar nu veel ievepdiger, als zwermen
bijen vliegen de kogels door liet boscli. Wordt
het ernst? Terwijl de vijfde compagnie uit
zwermt, liggen wij op den grond in een droge
geul en wachten. Een zucht er: „Ach, als die
kerels ginds nog maar lang willen schie
ten. Dan kunnen wij ten minste uitrusten".
Maar do Kozakken trekken zich alweer te
rug. Z,j zijn voor onze voorste compagnie aan
den haal gegaan. Wij behoefden niet eens uit
te zwermen om den marsch voort te zetten.
Twee, drie gewonden worden weg gedragen.'
Links naast ons gaat het bosch over in een
steile helling. Beneden glinstert water. Eerst
houden we het voor een meer. Later zien we,
dat het van een kronkelende rivier is.
Eu nu het bosch uit. Wij kijken in het diepe
rivierdal. Twee kilometer stroomafwaarts een
stad. Een huis brandt, uit' een tweede gebouw
dat alleen staat, slaan do vlammen. Kozakken-
daden 1
Maar wat is dat, dat daar aan den anderen
oever blinkt? Velen roepén tegelijkertijd'; De
trein!
Ja, het is de trein. Sedert het begin van
onzen opmarsch hebben wij geen trein gezien.
Nu voelen wij ons plotseling m de beschaafde
wereld. Een trein verlaat nog met razende snel
heid de stad, door geweerkogels bestookt. Hij
ontkomt. Maar dat is de laatste trein dien de
Russen op dit traject laten rijden.
Want een half uur later komen wij bij de
spoorlijn, gaan over de houten brug, die de
Russen niet vermeiden, ofschoon een. paar bos-
si-n brandend stroo voldoende geweest zouden
;:i.;ii oin haar in vlammen tc doen opgaan.
Do niet. vernielde spoorlijn, de niet vernielde
zij zijn onze overwinning, want zij too-
- n ons, dat wij de Russen verrast hebben door
onzen ge Forceerden marsch. Do Kozakken baci
llen alleen tijd gehad natuurlijk om do huizen
van oen paar Joden in brand te steken. Maar
ik wil nu eindelijk ons succes bij den waren
naam noemen.
Bemoedigend!
Annie: Nu laat Kduiird mo hier tweo uur
wachten, en nog gister zwoor hij me. naar het
eind der werolrl voor mo te willen gaan!
Lizo: Misschien ia hij daarmee bezig!
Do f
Op éón voorwaarde.
zonaar
in een menagerie loofde hon
derd gulden uit aan hom, die in de kooi dor
leeuwen durfde gaan. Eon boor narn do uitda
ging aan, doch had daarbij één voorwaarde:
eerst do^Jecuwen er uit.
Alios tegelijk.
Piot ging «un do ouders van zijn Catrientjc
vragen om met haar te mogen trouwen.
Filip, zijn vriend, wachtte jntursohen gedul
dig op zijn terugkomst in ,.l)e Beurs". AU
vriend wilde bjj do eerste zijn, die zijn glas op
de gezondheid van het nieuwe bruidspaar zou
ledigen.
„Hoe is 't nfgeoopen?", riep hij reeds in de
verte zijn vriend toe.
„..Slecht! Ik vroeg de hand der dochter en
kreegde vuist der moeder en don voe»
van den vader".
De pantoffelheld.
Bruis (tot behanger, woedend). Wie heeft
je gezegd, dat onsmakelijk behangsel op den
muur to plakken
Behanger. Mevrouw, mijnheer!
Brui». Toch een mooi patroon, niet waar?
li ij zou z'n hoofd meenomen.
Piet Racmen, de brouwer van Baal, moest
oen redevoering maken voor do inhaling ven
den nieuwen burgemeester. En om op zijn ge-
mals te zitten en door niemand gestoord te wor
den liet hij door de dienstbod" aan elkeen dio
kwam aanbellen zeggen: „Mijnheer u» met
thuis!"
Dnt duurde nu al drio dagen, dat hij daar
te z woo ten cn te tobben zot, want do rede
voering waa geen klein bier, zelf voor cvu
brouwer als Piet.
Het ongeluk wildo echter dat. Piet Roemen
zeer nieuwsgierig was en eiken koer als li ij dc
bol hoordo stak bij voorzichtig zijn hoofd door
't venster om tc zien wio cr aan de voordeur
stond.
Nu gebeurde het dat Koes van Sas toevallig
omhoog koek, toen hij aan de deur stond te
wachten, cn het hoofd van Piet Raenicu bc-
merkte.
K te» deed ulsof li ij niets gezien Jiad, maar
toen de dienstbode hem zei„Mijnheer is uit",
antwoordde hij„Zeg aan mijnheer, dat hij
voortaan zijn hoofd meeneemt ais hij nog ecus
uitgaat".
Laster
„En wat zei Marie, toen je haar d'r woord
toruggaaft?"
„Zo was Bprakeloos, ze zej niots!"
„Lieve hemel, en zoo'n vrouw laat je glip
pen? Kerel 'n vrouw die zwijgen kan, is onbe
taalbaar".
No. 4 sell, aas, ld. I.,, r. b„ 10, 9, 8, h. 9, 6.
No. 1 speelt h. 7 voor als troef.
Namens de pandocrcftlb ,,Do Doodgraver",
Mil. Korp. DE JAGER.
.Mil. Korp. JANSÊSBNS.
Mil. Korp. VOLKERS.
Mil. v. BREMEN.
Mil. v. BRUGGEN.
Afscheidsgroet aan vrienden en bekenden.
(Mil. J. C. v. d„ Linde.)
Wees gegroet van oen trouwen vriend,
Dio allen wel bekend zal staan,
Omdat 'k lang met u heb gediend,
Maar moest nu van u scheiden gaan.
Jd, plotseling moest ik van u scheiden,
Zelfs van het hcele regiment,
Maar dit mag mij niet verblijden
Want het blaadje is nu omgewend.
Wees gegroet dus, vrienden en bekenden,
Waar 'k eens in liet midden zat;
Men ging mo naar 't Depót heen zonden,
Waar 'k verder ga langs 't levenspad.
Wees gegroet, gij veldlegers-wichten,
'k Ging naar dc Voluwe weldra,
Omdat ik voor u moest zwichten,
Wijl 'k nu voor iets anders sta.
Hier moet ik niet marcheeren.
En 'k heb er ook geen wacht.
En stap jk 's avonds uit mijn kleeron,
Slaap ik rustig, tot de zon weer lacht.
Men leerwerk is vervangen door 'n blik,
Een veger doet dienst als spuit,
En 'k heb bcelemaiil geen schrik,
Al ruk ik daarmee uit.
J. C. v. d. LINDE,
De Politieman, door J. W. Haar
man, inspecteur van politie le kl.
en G. P. N. Westenbroek, onder
wijzer te Amsterdam. Uitgavo van
J. Muusses, Purmerend.
De titel van 'dit boekje heeft nog do toe-
aoging„Leiddraad vóór den politieman bij
de studie in Nederlandscho taal, rekenen, aard
rijkskunde en geschiedei:i»tevens gids voor
hen, die zich voor het politievak en daarmee
gelijkstaande betrekkingen bekwamen". Het
doel van het werkje is dus duidelijk genoeg;
het is saamgesteld door twee leeraren van den
opleidingscursus voor de jonge agenten te Am
sterdam, de heer Roest van Limburg, hoofd
commissaris to Amsterdam, schreef er een aan
bevelend voorwoordje voor en verklaart dat
het boekje in een bepaalde behoefte voorziet.
Dit alies op zichzelf is reeds een aanbeveling.
Wij hebben het nette cn goed god rul: te boekje
®ens doorgebladerd en meenén, dat het alles
zins voor zijn doel geschikt is. Het hoofdstuk
over de Nedc-rlandsehe taal is knap bewerkt,
geeft van de theorie zooveel als noodig is, maar
bevat vooral voorbeelden ter uitwerking, goed
gekozen voorbeelden met zinnen, die in 't
bijzonder aan de politie en haar functies ont
leend zijn. Bij 't rekenen treedt insgciijxs
vooral de praktijk op den voorgrond, terwijl
ook de maten, gewichten, munten, enz. vrij
grondig worden behandeld. Geschiedenis en
ardrijkskunde zijn natuurlijk schetsmatig be
handeld, bij de laatste is echter een betrekkelijk
groote plaats ingeruimd voor bet verkeers
wezen. Overal staat dus de praktijk op den
voorgrond.
Practisch zijn ook de boid9 woordenlijstjes.
Enkele vlekjes kunnen bij een. tweeden druk
gemakkelijk verwijderd worden: „haark.ooven"
wordt met twee o's geschreven, in „souterrein"
komt na de u geen a voor, ook niet in het
Fransch, waar het woord trouwens in de bij
ons geldige beteekenis niet bestaat, men zegt
dan „sous-sol", ..gribus" wordt meer ge
bruikt in de beteekenis van „gevangenis" dan
vuile achterbuurt, meenen, we, komt in elk
geval in die beteekenis veei voor.
Stijn Strouvcls, Do Werkman,
jfweedo Druk.
Mario MotzKoning, «Het Won
der.
Joh. W, Broedelet, Artistenleven,
Uitgaven van L. J, Veen, te Am
sterdam.
Drie deeltjes weer van Veen's Gelo Biblio
theek, waaronder oen herdruk, Streuvol's De
Werkman. Drio van do aardige bandigo boek
jes; met grooten prettigen druk, dio men in
eens uitleest, en die hun naam aan het gelo
bandje ontleenen. Meer lectuur in deu regel dan
groote kunst, meer amusement dan verhef!ing
of ontroering brengende. Do schetsen uit liet
artistenlc-vfii van «Job. W, Broedelet, allereerst
houden meer een paar uurtjes aangenaam bezig
dan dat zij ons een diepen blik doen slaan in
de ziel der mensehen, dio voor ons langs gaan.
Daar zal 't ook wel minder om te doen zijn.
Wij vermoeden, dat de schrijver vooral don
grappigen kant van dit kunstenaarsgedoe heeft
wiilen laten zien en amusant is ook wol bot
huishoudentje van den schilder Jos met zijn
vrouwtje Co cn het kind, dat zich meest door
zijn geschrei alleen op den voorgrond dringt.
Overigens is het grappigo vaak al to gechar
geerd, cn overdrijving schaadt wel eens den in
druk. Overdrijving is er ook in do andero
historietjes, zooals dio van do rcuzenschmink-
doofl. het Koopje en den Reclame-étaleur, Het
echtst en 't waarst lijkt bet type van Bommic.
Heel anders is het werk van mevr. Met»—
Koning. Zij beeft een ernstige bedoeling met
haar schotsen en aan grappenmakerij moet men
bij baar niet denken. Ook niet in haar eerste
verhaal, „het Wonder", waarin werkelijkheid
en mystiek ge droom dooreen gemengd zijn, zon
der dat we onder den indruk komen van iets
verhevens en treffends, maar wij ten slotte ver
baasd opkijken over den onwezcnlijken afloop.
Dan hebben wij liever do andere kleine verhak,m
uit het werkelijke leven, dn luttele en toch zoo
diepe teleurstelling van de 17-jarige Effic, do
verteedering van den postbode Peter Leeno-
mans, de Noorweegsche vertelling, waarin de
droom van Kui t Janso zich zoo volkomen aan
sluit bij do realiteit om hom heen, enz. Hét
innigst en liet v/aarst van al de schetsen lijkt
ons wel het „Weerzien", de geschiedenis dor
vrouw, dio huwde met een braven, besten man,
dien zij niet beminde, maar dien zij allengs
heeft loeren waardeereu on in wiens hoede zij
zich nu gelukkig cn veilig voelt, nu zij •y-n
vroegeren gelieft harer jeugd verliederlijkt
terug ziet.
Lest bist, Streuvel's Werkman geeft ons
meer dan een der bcido andero boekjes. Hier
voelen wij ons weer opgenomen in een wereld,
die bestaat, en wij leven er gebeel in mee,
ondanks do voor gewone Nederlandscho lezers
niet altijd gemakkelijke taal. Het is de wereld
der A laainsche landlieden, uit die arme en ver
armde streken, waar de mannen 's zomers uit
trekken om geld te verdienen in de vruchtbaar
der velden van Noord-Frankrjjk. Die wereld
der armc-n en rijveren, der dikwijls ruwen met
hun goede hart, wordt ons geschetst met een
levendigheid en een waarheid, dat wij de men-
Bchen voor ons zien in al hun alledaagsch gedoe,
m hun angsten en zorgen, maar ook in hun
verlangens en hun niet altijd edele genoegens.
Er ligt, als zoo vaak in het werk van Stijn
Streuvels een weemoed vol innigheid over dit
verhaal van in den grond zoo eenvoudige ge
beurtenissen en eenvoudige gevoelens, een wee
moed, die ons treft en ontroert. Van deze drie
nieuwe doeltjes der Gele Bibliotheek staat, „De
Werkman" van Streuvels verreweg het hoogst
bij ons aangeschreven.
Alles, deze rubriek betreffend, le richten
aan den heer J. Mij er, Graaf Floruit raat 15
zl ms l e rdam-.
[Geestige momenten in partijen.
Er doen zich af en toe in partijen tusschen
sterke spelers, in zoogenaamde „vluggertjes",
Wij haddén door on2en marsch de spoorweg-
lijn WilnaDunaburg bij de plaats l'odbo-
rodzv bereikt en daarmee de verbinding van
het Russische .Wilna-legc-r, met de noordelijk
gelegen vestiDg afgesneden. Dit belangrijke
succes hadden wij behaald ten.koste van een
paar gewonden bij het geheele regiment. Maar
daarvoor hadden wij in één stuk zes uren ge-
loopen, zeven en twintig kilometer afgelegd.
Het was een overwinning. Een overwinning van
de beenen.
i^liemairsdsland.
In de „Daily Mail" schrijft P. A. Mc
Kenzic o. a. het volgende
„Ik heb dikwijls Niemandsland van dc loop
graven uit bestudeerd." De sombere strook
lands tusschen onze loopgraven en die der
Duitsehers varieert in breedte van vijftien
meter tot een halve mijl. Een paar uur geleden
ben ik op een plaats aan ons front geweest,
waar de Duitschers op slechts 15 meter van
ons af waren. Wij bezetten daar n.l. een zijde
van een niijntrechter en zij de andere. Aan
onze zijde stonden do bommenwerpers altijd
gereed, om bij het eerste teeken van activiteit
van de zijde van den vijand zijn stelling in een
puinhoop te veranderen. Ongetwijfeld stonden
zij daar evenzoo gereed om ons aan te grijpen.
De strook gronds tusschen deze beide uiterste
stellingen in is aan beide zijden met uitge
breide draadversperringen verzekerd. Daar-
tusschen door. loopen lanen, die zeer zorgvul
dig bewaakt worden, waar onze mannen zich
veilig kunnen bewegen, masr die gedekt zijn
door een machinegeweer, zoodat geen vijand
langs komen kan.
Onkruid groeit welig op dien grond, die ge
mest is met het bloed van vele dapperen.
Dikwijls genoeg hebben de lijken van gesneu
velden op die doelen van het front, waar de
gevechten het hevigst zijn, dagen lang onbe
graven in de granaattrechters moeten liggen,
voor hunne jsameraden hen aan d9 aarde kon-
den toevertrouwen. Niemandsland! Do plaats
waar duizenden vergeefs gehoopt hebben, waar
duizenden aanvallen zijn ondernomen en ta!-
loozo heldendaden verricht zijn maar ook de
plaats waar te velen van de beste mannen der
natie begraven zijn.
Zoo kruipende laags de smalle strook-, had
ik veel verbeeldingskracht noodig om mij to
herinneren waar ik was. Het was pikdonker.
Oyeral lag het prikkeldraad ons in den weg.
Wij moesten ons voorzichtig bewegen, want cc:i
geluid zou machinegeweervuur uitlokken en wij
hadden nu geen verschansing naast ons die on
togen de kogels beschermde. Daar vlamde een
luchtfakkel op. Onmiddellijk gingen onze hoof
den neer en toen het licht gedoofd was, leek
het nog donkerder om ons heen. Telkens stegen
er weer fakkels op en zoolang die brandden
was er niets anders te doen dan absoluut stil
te liggen.
Spoedig bereikten wij den observatiepost,
1 waar drie, vier man op wacht ingespannen
lagen te luisteren naar het minste geluid, dat
op een nadering van den vijand wees.
I Kapitein X. fluisterde den korporaal en
zijn mannen eenige bevelen toe. „Go begrijpt",
j zc-ide hij, „dat als de Duitschers vannacht aan-
vallen, ge niet behoeft te vechten. Ge behoeft
niets anders te doen dan alarm te maken en
I naar achter de borstwering te vluchten. Weest
geen dwazen en offert u niet op voor niets.
Vergeet dat niet, het is een bevel. Als ge. hen
ziet komen, komt dan zoo vlug mogelijk terug."
I Achter den observatiepost waren onze man-
I nen bezig cie draden te onderzoeken en te pa
trouilleeren tot dicht bij de Duitsehe linie
Waarschijnlijk patrouilleerden er ook Duit
schers langs de onze. „Sjt-! Liggen. Houdt de
ooren open! Maakt geen geluid!"