wm Zondag 12 November 1916 Orgaan voor Leger en VSoot. Oorlogsnieuws. MILISiTIE-GEOICHÏEH. No. 351 Onder redactie van D. MANASSEN. Ds Presidentsverkiezing in de Vereemgde Stoten. Taminiau's JAM DERDE JAARGANG. DE SOLDATENCOURAN REDACTIE EN ADMINISTRATIE VALERIÜSSTR. 109, AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 GENT, VOOR BURGERS 3 GENT. ABONNEMENT BI.T VOORUIT BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS/1.50P.KWARTAAL Voor Adverlentfn wend© men zich tot onze Administratie, V&leriusstra&t 109 Amsterdam. Prys der Advertei.tiön per regel 30 cent. Voor Ingezonden Mede- deelingen op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief. By abonnement reductie. Zoldert zejeer heeft, de presidentsverkie- ziuc in do Yereenigde Staten zulle een sen sationeel verloop gehad, als juist nu, ter wijl zij zulk een groote aandacht trekt ook ir. Europa- Op liet oogenblik moeten we nog eigenlijk vragenwie is gekozen? Eerst meld.d'3 een telegram Huglies is president geworden, maar slechts twee dagen later wordt one geseind uit New-York Wilson is herkozen tot president der Vereenigde Sta ten. Officieel is ook dit bericht nog niet, maar het ineest. waarschijnlijk komt ons de herkiezing van Wilson thans voor, en voor- loopig nemen we dus ecu herkiezing van 'dezen aan, zoodat Woodrow Wilson op hieuw voor vier jaren het bewind zal voe ren ïix do groote Amerikaansohe republiek. We geven hier de portretten weer der heide candidaten. In de eerste plaats, dat Haii Woodrow Wilson. Toen de hoogleeraar dr. Woodrow Wil son voor bijna vier jaren zijn intrek op het Witte Huis nam, werden groote verwach tingen van hem gekoesterd. Hij was sedert yele jaren weer de eerst© democratische pre sident, ©n vooral op SGciaal gebied hoopte jnen veel van hem. Die verwachtingen zijn niet geheel ver duld, maar daaraan hebben zeker de tijds omstandigheden ook schuld. In de laatste jfcwee jaren leefde men ook in Amerika Onder geheel ongewone omstandigheden en de bekwaamheden en het karakter van een president der Ver. Staten werden op een zware proef gesteld. We kunnen niet uit maken of dr. Woodrow Wilson die proef ten Volle heeft doorstaan. Men kan ook zeggen, dat hij met de tijdsomstandigheden is meegegaan, of er zich door heeft laten meesleepen. Een man des vredes, had men voor de vredesactie waarschijnlijk meer van hem verwacht. Anti-militair, heeft hij niet temin het budget voor oorlog en marine laten opvoeren tot een hoogte als nooit te. voren- Zoo zijn er meer dingen, dio men in sommige kringen anders van hem had ge- wenscht, maar wie zal oordeelen, of niet de tijdsomstandigheden te dwingend waren om cr weerstand aan te bieden? Charles Evans Hughes, de, in elk geval maar met ee:i geringe minderheid geslagen candidaat der republikleinen, is 54 jaar, geboren uit een Engelsche familiezijn va der was geestelijke in Wales- Na in 1881 de Brown-universiteit verla ten te hebben, werd de jonge Hughes, toen 19 jaar, leeraar in Grieksch en wiskunde, doch intuseohen studeerde hij in de rechts wetenschappen. Zeven jaar later vestigde hij zich als advocaat te New-York. In 1891 aanvaardde, hij bij wijze van ontspanning, heette, het, daar hij zich over werkt had. een professoraat in handels- en volkenrecht aan de Cornel'l-universiteit, om na twee jaar 'zijn praktijk als advocaat te hervatten. In 1905 werd hij benoemd tot juridiscli adviseur van een senaats-commis- sie, die een onderzoek moest instellen naar de practijken van de gasfabrieken te New- York. Hij wist zich zoo uitnemend van zijn taak te kwijten, dat een onderzoek naar de knoeierijen der levensverzekeringsmaat schappijen eveneens a^n hem werd toever trouwd. Door deze werkzaamheid en de groote werkkracht en betrouwbaarheid, j daarbij tentoongespreid - werd de alge- I meeno aandacht op zijn persoon gevestigd, zoodat hij bij de eerste vacature gekozen 1 werd tot gouverneur van den staat New- Yoik. Een door Lem ontworpen wet betref fende de openbare bedrijven werd dadelijk door de andere staten overgenomen, maar behalve bewonderaars en vrienden maakte hij zich door zijn krachtige maatregelen ook vele invloedrijke tegenstanders. Hughes bleef gouverneur van den staat New-York tot 1910, daarna werd hij rechter aan het hoogste gerechtshof van de Ver. Staten. I Als zoodanig vernam men weinig meer van hem, en zijn tegenstanders hoopten reeds, dab hij voorgoed opgeborgen was. Tot de republikednschy conventie te Chicago hem in Juni 1.1. plotseling uit zijn schuil- I hoek te voorschijn haalde en hem met na- 1 genoeg algemeene stemmen candidaat stelde. Os tsasiand in den reuzenstrijd. Men merkt reeds, dat wij zoo langzaam-aan den winter, ingaan, op do slagvelden niet het minst. Wanr men den blik ook heen wendt, er wordt hardnekkig gevochten en vooral do artil lerie doet aan de meest# fronten op geweldige wijze haar taak, maar de resultaten van al dit vechten zijn niet groot. Daar is het weer zeker niet weinig schuld aan. Van vorst en sneeuw moge men nog geen last hebben, - tenzij op de hoogten van liet ïtaliaansche front, storm en regen teisteren de slagvelden zoo veel te meer. Men klaagt daarover in de step pen, in den Balkan, in Zevenburgen, aan het Mijn Beverwijk. (Naar het Engelsohe: „My Baby Rose".) (Van Sergt. Bart Groeneveld.) O, trots van groot Noord-Holland, voor haar zing ik dit lied, De Wijk vergeet ik niet, do Wijk vergeet ik niet, Eten, drinken, slapen, 't was daar alles even best, Wij werden vetgemest; Als die inkwartiering nog langer had geduurd. Hadden ze ons regiment maar gauw naar huis gestuurd, Omdat bij 't leger vast,i geen éhie broek meer had gepast. Refrein Mijn BeBeBemijn Bever wijk, mijn Beverwijk, mijn Beverwijk, Jij kwam te kort aan wat je gaf voor tachtig centen aan het Rijk, Jij met je Breestraat en je aardbeitijd, jMijn. Beverwijk, jij raakte aan de militairen heel je kapitaaltje kwijt. Drie maanden lang ben ik in Beverwijk geweest, Ach wat een feest, ach wat een feest, Schaaltjes, borden, lepels, vorken, messen eu servet, \Eu een vecren bed; Bief, asperges, beste saus en aardbeiendessert, Volle zoete melk en lieelemaal geen snert, Je militaire maag was vol,geen veldtenue met rol, Refrein (als voren.) Thee met j#uiker en beschuitjes, wittebrood met worst, Nooit geeii hanfe korst, nooit geen harde korst, Waschtafel met handdoeken, een nachtkast niet een pö, Neeêt voelde ^e ecg vloot Ooster- en het Westerfront. Aan heb laatste niet het minst. De loopgraven worden tot slijkbadkuipen, de terreinen daarvoor tot modderpoelen, waarin de infanterie bij haar opmarseh wegzinkt tot de-enkels. Geen won dei-, dat er op die wijze op geen enkel terrein groote vorderingen worden gemaakt, men moet zich eerder verwonderen, dat men nog zoo vor vooruitkomt. Want vorderingen heb ben de Franschen in do laatste dagen wel ge maakt. Vooral in de streek van Ablaincourt. Wij meldden reeds, dat zij daar de Duitschers een eind terug hadden geduwd; thans blijkt, dat zij er een saillant, een vooruitspringende bocht der Dui'scho linie geheel hebben inge drukt. Waar die linie met een kromming liep, is zij thans reohb gemaakt tusschen Clhaulnes en Deniécourt, De Franschen zijn zoo op vijftien K.M. afstands gekomen even wijdig van den spoorweg van ChauLnes maar Peronne. Het is geen buitengewone overwin Haren, baard en schoenen alles even schoon en glad, Sokken zonder gaten en iedere week een had, Wat was die tijd toch fijn, ik zou er nog wel willen zijn. Refrein (als voren.) Wandelwegen, nauwe stegen, en in 'tVelser- bosch, Op het zachte mos, op het zachte mos, Met een jonge Beverwijksche schoone aan je arm, Ach, wat was dat warm Mooie tandjes, blanke handjes, snoeperige mond, Meisjes om té zoenen op wangen roze rond, Al die hartjes, liefde-vol, ze brachten ons op hol. Refrein Mijn Be...., BeBemijn Beverwijk, mijn Beverwijk, mijn Beverwijk, Jij kwam te kort aan wat je gaf voor tachtig centen van heb Rijk, Jü met je Breestraat en je aardbeitijd, Mijn Beverwijk, jij raakte aan ons regiment al je lieve meisjes kwijt. B. S. G. Het Militair Tehuis. (Van korp. Zweedijk.) Vrienden, gun me weer do eer, Op iets goeds te mogen wijzen Want 't is iets, dat meer en meer Hot soldatenhart kan spijzen. Want een militair tehuis, Zeg mijwie zou 't durven wagen, Om tó zeggen ,,'t is een kruis, Zulk een woning te belagen?" Als de dagtaak is gedaan, Nu do korte dagen naad'ren, Doet het zeer weldadig aan, Samen in 't tehuis vergnad'ren. In een militair tehuis Kan gezelligheid verlteeren Daar verzacht men leed of krui3 Jïïn nmn wil liet goede u leeren. ning geweest, maar toch een, dio meetelt, en waarover de Franschen terecht juichen. Ove- blijkt het in de laatste dagen vrij rustig geweest te zijn aan het Sommefront. Alleen do artillerie heeft weer zwaar werk geleverd. Ook werden er van weerskanten aanvallen gedaan, maar die ook van weerskanten wer den afgeslagen. Do Engelschen traden aan vallend op bij Le Sars, de Franschen bij Bou- chavesnes en Prcssoir, laatste plaat3 ten zuiden van Ablaincourt, de Duitschers bij Sailly-Sailissel. Tot de belangrijkste berichten der laatste dagen behooren die uit Roemenië. Voor dit laud zelf zijn zij niet gunstig. Niet, dat er in de jongste dagen door de centralen en hun. bondgénoóten weer een groote overwinning is beliaald, maar meer cn meer blijkt, dat de vijanden van Roemenië volgens een wel over wogen plan oprukken met het doel dit laild in zijn hartader te treffen en dat plan is nog niet geheel mislukt, al komen ze niet hard vooruit. Een telegram meldt ril., dab do Bul garen de Donau zijn overgetrokken en eeaiige eilanden er bezet hebben. Dit schijnt gebeurd te zijn ten zuiden van Boecharest, ongeveer, op dezelfde plek als de Roemenen voor eenige weken, die echter spoedig weer werden terug- goworpen. Het is de vraag, of de Bulgaren gelukldger zijn, maar de kans daarvoor is wel grooter, trant zij hebben tot hulp de Oos- tenrijksche monitors, dio de Itoemeensohe hulp brug daar al heel spoedig 'vernielden. Heb plan der centralen, waarvan wij boven spra- Kob, zou dan zijn, èn van 't zuiden naar Boe charest, dat zij reeds tot op bijna zestig K.M. zijn genaderd, op te rukken, èn van 't.noorden van Predeal, waar do Oostenrijkers en Duitschers steeds hardnekkiger aanvallen en wel eenig terrein winnen, al gaat het lang zaam. Zij 'worden weliswaar aan het Zeven- burgsche front door de Russen bij Tolgyes aangevallen, maar hebben dezen daar terug geworpen, terwijl de aanvallen der Roemenen bij den Rote Turmpas en in het Vulkaan gebergte zijn afgeslagen, althans volgens het Duitsche stafberit-ht. Van de andere strijdterreinen is het nieuws zeer schaarsch, maar van het ïtaliaansche front en uit Macedonië komt niet veel meer. Oreral wordt gevochten, bijna overal ook .wordt de strijd belemmerd door het slechte weer. Aan do Stocliod en bij Dorna "Watra is gevochten aan 't Oosterfront, maar de toestand, is cr in 't geheel niet gewijzigd. Ook do jongste telegram men brengen ons van geen der fronten belang rijke of zelfs maar belangwekkende tijdingen. We gaan, zooals we zeiden, allengs den win/ter- velditocht in en die zal geen wijziging van bel an g bre ngon Zal men dus den beslissenden strijd uitstel len tot 1917, zooals men dien voav eer. j«"' i uitstelde tot 1916?'De leiders in Duitschland en Engeland, rijkskanselier Bethniann Hollweg en eerste minister Asquitb hebban redevoerin gen gehouden. Belangrijke redevoeringen moes ten dit zijn in dezen grooten tijd, maar zij •brengen ons niet verder. In beider toespraken trilt het verlangen naar vrede, maar nog altijd naar een vrede, die de ovenvinning brengt aan de partij van den spreker. In beide redevoe ringen wordt herhaald, wat reeds zoo dikwijls is gezegd, dat de strijd moot worden voortge zet tot de vijand inziet, dat het niet meer gaat. Wij 'krijgen don indruk, dat men van weerszijden wacht, dat de tegenstander het bijltje er bij neerlegt en het eerste woord van toenadering zal spreken. Maar èn volgens Bethniann Hollweg èn volgens Asquith is het nog niet zoover. In tusschen wordt in de volken der oorlogvoerende landen het vredesverïangen al grooter, wanneer zal het eindelijk zoo groot zijn, dat de regeeringen, de leiders er rekenschap mee moeten houden.? DUITSCHLAMD. De Duitsche Rijkskanselier aan het woord. In een zeer lange rede heeft do Duitsche Rijkskanselier uitvoerig de voorgeschiedenis van don oorlog gegeven. Volgens zijn opvatting hebben de geallieerden, Engeland vooral, schuld aan dezen geweldigen oorlog. Het belangrijkste, wat van Bethmann-Holl- weg zei, kwam aan het slot, toen hij het had over de insluitingspolitiek. Tegen deze politiek, onverschillig of zij diplo matiek als insluiting, militair als vernietigings- oorlog en economisch als wereldboycot optreedt, hebben wij ons van den beginne af verdedigd. Het Duitsche volk voert dezen oorlog als een verdedigingsoorlog ter beveiliging van zijn nationaal bestaan e» zijn nationale verdere ont wikkeling. Nooit hebben wij iets anders bo In een christelijk tehuis, Hoort men lieflijke klanken; Daar geen wreed of slecht gespuis, Die bederven jonge ranken. Daarom, vrienden, raad 'k u aan, Wil u steeds daarnaar begeven, 't Houdt u van do kroeg vandaan, En 't schenkt iets van 't huislijk leven. Korp. ZWEEDIJK, Hospitaal, Middelburg. Appelen en peren. (Van mil. Kees Trouwborst.) Van appelen en peren is voel to lec-ron, Want je kan erin happen, Maar je kan zo ook gappen; En als je dan door den boer wordt gesnord, Die je met een hooivork den boomgaard uit port, Of, net als je hem wil plijten, Door den hond in je beenen laat bijten; Dan kom je aan do sloot, wil er over henen. Spring er net midden in, twee nattte beenen. Dan nog een hek, je probeert of het gaat, Een groote Scheur in je broek van 't prikkel draad, Nou ben je er over en wil hem smeren, Dan voel je je in den rug met een steen tor- pedeeren. Ac-h, ach, wat een kruis, zoo kom je thuis, Je bent van de fiets gevallen, ga je vertellen: En je laat meteen je broek even verstellen En zijn dan in orde alweer je bullen, Dan ga ;jo lekker van je appelen smullen. Ze zijn nog 'groen, met witte pitten, En als ju er ir bijt, blijven er drie tanden en kiezen in zitten, Zoodat, als je je portie op hebt gegeten, Je gelijk bij den tandarts kiezen en tanden aan leunt gaa-n meten. Maar daar alleen ben je niet mee klaar, Want je wordt in je buik en je maag dan zoo raar. Je meldt je dan ziek, met een kwaden zin Met zes dagen buikpijn het hospitaal in. weerd, nooit iets anders gewild. Hoe zou ook anders deze ontwikkeling van reuzenkracht, deze onuitputtelijke opofferingsgezindheid, die in de geheele geschiedenis der mcnschheid nog niet is voorgekomen, te verklaren zijn? Aan de hardnekkigheid van do oorlogszucht van den vijand, waaraan de militaire en mate- rieele hulpmiddelen uit de geheele wereld dienstbaar worden gemaakt, heeft onze weer standskracht zich tob steeds krachtiger vastbe radenheid gestaald. Welke krachten Engeland ook nog in net werk mag stellen, ook de piacht, die Engeland kan ontplooien, heeft hare gren zen. Het is voorbestemd om te stranden op onzen wil om te leven. Deze wil is ontembaar cn onverwoestbaar. Wanneer onze vijanden tot liet besef daarvan komen zullen, dat wachtea wii af in het vertrouwen, dat dit besef komen ENGELAND. Asquith aan het woord. Aan een feestmaal in de Gildenhal te Londen heeft de eerste minister Asquith een red© gehouden, die ook voor neutralen wel belangrijke punten bevat. We halen er het volgende uit aan. Het moest overbodig zijn te verzekeren, dat als de tijd voor den vrede gekomen zal zijn, niets voor de geallieerden uit het een voudigste eigenbelang noodzakelijker zal zijn, dan met de neutralen de beste indus- trieele en financieele verbintenissen aan te gaan en te handhaven... Het is het ware doel der Duitsche propaganda, in ieder der oorlogvoeren de landen de openbare meening ten gunste van een afzonderlijken vrede te be werken. In ieder land wordt hetzelfde argument aangevoerd. Hier in Engeland bijv. wordt er op gezinspeeld, dat Duitsch- land bereid zou zijn de onafhankelijkheid van België te herstellen en het schadever goeding te geven, dat dus op die basis een redelijke vrede kan gesloten worden wat Engelands casus belli betreft en dat wij door onze bondgenooten worden meege sleurd tot voortzetting van den oorlog, op dat wij zullen medehelpen om de bijzondere verlangens van Frankrijk, Rusland of Italië te vervullen, waarbij wij geen direct be lang hebben. Laat ik in het voorbijgaan opmerken, dat wij ons evenzeer verbonden hebben om te zorgen dat Servië in zijne .onafhankelijkheid hersteld wordt en voor re .'er ik weet, heeft geen Duitsch propa gandist hier te lande er ook maar op ge zinspeeld, dat het bereid is ook maar iets in dit opzicht tegemoet te komen. "Maar ik wensch hier zonder aarzelen of terughouding te verklaren, dat de geallieer den voor een geineensehappelijke zaak strij den en dat, wat den oorlog betreft, hunne belangen de onze zijn, zooals wij gelooveu dat onze belangen de hunne zijn en dat de overwinning, die al die belangen verze keren zal, naar onze meening de onmisbare voorwaarde voor een duurzamen vrede is. Wat onzen bondgenooten en vooral Rus land betreft, is de methode van den Duit- schën propagandist weer precies de tegen overgestelde. Daar stelt hij ons voor als de mogendheid, dio den oorlog vooral wil voortzetten en de mogelijkheid zoowel van een afzonderlijken als yan een algemeenen vrede wil tegenhouden. Hij stelt het daar voor alsof wij tegen woekeraars-voorwaar- den geld aan onze bondgenooten leenen, als of wij enorme "winsten maken op munitie en andere legerbehoeften die wij leveren en het scheepstransport dier goederen, en al6 een volk dat de traditioneele rol vervult, die Na poleon ons heefj; toegedicht, n.l. die van een volk winkeliers en als een land, dat zonder gemoedsbezwaren grove winsten maakt op datgene wat onze medestrijders noodig hebben. Het is moeilijk te gelooven, dat dit een plausibele of zelfs maar aannemelijke hypothese kan zijn voor ons, die uit zoo bittere ervaring weten wat oorlog in wer kelijkheid voor ons beteekent. Dag aan dag gaan de verstoring van ons geheele nationale leven, de opslorping en het ver Vier cent traktement, je bent er niet mee con tent, Maar omdat het moet, hou je je goed; Dan ga je tot besluit het hospitaal uit, Dan neem je je voor, dat is buiten kijven, Om voortaan van den boer zijn appelen af te blijven. Woerden. KEES TROUWBORST. Een klank uit het Zuiden. (Van mil. T. G., 3-IH, 20 R. I.) Mijn wapenbroeders, 't is bekend, Dat, als men soms een dichtje zendt Naar 'i vakblad van den militair, Het wordt gelezen door 't Icgcrheir; Men vindt toch zelden in dit blad, Dat een van 't 20ste eens had Een dichtje om eens op te zenden, Opdat men ons wat beter kende. Hoe dikwijls leest men in de krant, Een rijmpje van eens dichtere hand, Maar meer nog heeft men er gevonden, Door enkele broeders opgezonden, Die minder vielen in den smaak. En Jk lees baar zelf ook heel vaak. Maar ieder doet zoo goed hij kan, En hoopt er ook het beste van! Zoo wil ik nu dan, eens probeeren, Om ook het dichten te gaan leeren, Maar "k weet haast niet hoe het begin, Toch wezen moet naar ieders zin, Eu daarom schrijf ik riiot te veel Want 't kan soms zijn tot groot nadeel Van 't bataljon of do compie, Dio ik zoo dagelijks bij mij zie. Maar toch wil ik nog even melden, De wond'ren van de sebemer-heLden. De scliemer-6ectie staat bekend^ Van 't zuiden tot het noorderend, Om haren moed en haar verstand, Kent men haar door het gansche land. En is er soms wat aan de hand, Zij zijn nog sterk en goed bemand. Dus kan men overal terecht, Al is d'omgeving nog zoo slecht. Voor prikkeldraad en modderpoel, lies van duizenden millioenen van opge hoopt bezit, de offers die bijna ieder gezin in Enegland aan kostbare levens betaalt, van hoop die nauwelijks ontloken is en de onophoudelijke en meodoogenloozo afstroo ming uit het reservoir aan levenskracht en belofte voor do. toekomst voort. Wie heeft meer reden dan wij, om naar vrede te snak ken en erom te bidden? Vrede, ja, maar slechts op deze ééne voorwaarde, dat de oorlog niet .zijn verkwisting en opoffering, zijn onbeschrijfelijk lijden en zijn roemrijke voorbeelden van moed en onbaatzuchtig heid niet vergeefs is geweest. Er kan geen sprake zijn van een afzon derlijken vrede en de vrede, als die vroeg of laat komt en ik wil geen oogenblik mijne overtuiging verbergen, dat de strijd liet uiterste zal vergen van ols onze hulpmid delen en al ons geduld en onze vastberaden heid moet zoodanig zijn, dat do veilig heid der zwakken, de vrijheden van Europa en een vrije toekomst voor de wereld daar op vast gegrondvest zullen zijn. FRANKRIJK. Van het Westelijk Oor!og«terrein. Het Engelsch-Fransche offensief PARIJS. Aan het Sommefront groote artiilerieactie. De Duitsche infanterie liet haar artillerie talrijke spervuren leggen. Zij deed 's avonds op de Fransche stellingen van Saillisel een aanval, welke geheel werd afgeslagen na een kortstondig handgemeen. LONDEN. Haig bericht: Donderdag belangrijke artillerie-actie ten zuiden van de Ancre. De Engelschen beschoten de vijandelijke zone ten oosten van de Regina-loopgraaf. De bewering van den vijand, dat hij den oden Nov. de Engelsche troepen heeft ver slagen in een slag van den eersten rang en hun belangrijke verliezen heeft toegebracht, is onjuist. De feiten zijn zooals zij in het Engelsche communiqué van dien dag ver meld zijn. De aanvallen der Engelschen waren locaal en werden mot slechts weinig bataillons gedaan met het doel op drie pun ten eenige voofgeschoveh loopgraven te nemen, teneinde de Engelsche frontlinie te verbeteren. De meeste dier loopgraven wer den genomen en de Engelsche verliezen waren evenredig aan de kleine troepen macht en den omvang der operaties. BERLIJN. Officieel, Legergroep-prins Rupprecht: Aanvalspogingen van de En gelschen en Franschen tegen Le Sars en Bouchave^nes, evenals ten zuiden van de Somme bij Pressoir, werden bijna geheel m ons spervuur verstikt. De strijd aan de Somme. PARIJS. De correspondent van de „Li bert©"' geeft de volgende bijzonderheden over het Fransche succes. Woensdag bij Ablaincourt behaald. Het sein tot den aan val werd op 9.56 's morgens gegeven. De stormkolonnes stormden voorwaarts uit de omgeving van Genermout, de suikerfabriek, de loopgraven ten zuidoosten van Verman- dovillers en den noordelijken hoek van het Chaulnesbosch. Op beide vleugels van het aanvalsfront wonnen onze troepen snel ter rein. Tusschen de suikerfabriek en Ablain court werden twee linies loopgraven vóór de groote Duitsche loopgraaflinie, welke zich tot Hyencourt-le-Grand uitstrekt, bijna zonder strijd genomen. Alle verdedigers werden gedood of zij gaven zich over bij de nadering van onze troepen. Op dezelfde wijze werd spoedig 's vijands verzet gebro ken tusschen den zuidrand \vju Pressoi^ en het Chaulnesbosch. In het centrum was het verloop echter anders. Hier hadden de Duitschers twee reeksen krachtige versterkingen aange legd, welke zij duchtig verdedigen. Tijdens de artilleriebeschieting zochten zij dekking in kelders en gewelven van acht tot tien meter diep. Zoodra de aanvalskolonnes voorwaarts stormden, kwamen de Duitschers Houdt ieder nog zijn hoofdje koel, Doch verder schrijf ik nu niet meer, En wacht maar tot een and'ren keer. T. G., 3-HI, 20 R. I. „De Nacht". (Van mil. Wegenwijs en Lunenburg.) Het is een koude winternacht Dat wij hier zijn op wacht, Diep in de kragen der jassen gedoken En daarbij een pijpje rooken Om op zoo'n manier warm te blijven En daarmee eenig.szins de kou te verdrijven. Het is een stille donkere nacht, Met een sterrenhemel vol pracht, Af en toe verbreekt de plechtigheid, Door den stap der Duitschers, vol eentonig heid, Of een opvliegenden vogel, Dan weer de een of andere kogel. ,.Dat is een kommies met een smokkelaar," Zoo zeggen wij dan tot elkaar. Ook liooren wij do klokken luiden ver in 't rond, Is het een blijde bpodscliap die hun taak ver kondt Of zou het zijn een droeve mare, Dat er weer bij zijn gekomen bij dio groote schare, Die in bet vreemde of eigen land voncu-n hun dood, Getroffen door '"s vijands lood? Het kanongebulder dat treft onze ooren, Doet ons het weeklagen kooren Van hen, die gewond liggen op 't veld. Door den vijand neergeslagen en neergeveld. De eens zoo bloeiende levens liggen daar Geknakt en gewond door elkaar. Die een schot door arm of been, Daar draagt men een zwaargewonde heen. O, Heer, moet dat noz langer duren Zoo steeds maar op elkaar te vuren, En die kostbare levens te verdelgen, Net als dieren, die dieren verzwelgen Als ik daar aan denk word ik teneergeslagen Maar hoort, daar slaat de klok drie slagen, Eist bij Arnhem. te voorschijn en brachten een groot aantal mitrailleurs in actie. In het zuidelijk deel van Ablaincourt was de strijd verwoed tus schen de Franschen en Beieren, evenals bij de kruising van de wegen van ChaulneAm Soyecourt. Een groep vernielde buizen ging drie keer in andere handen over; om de kerk werd hard gevochten door de Beiersche compagnie, welke bet gebouw be zet hield zij weigerde zich over té geven eu werd vernietigd, Het gedrag van officiereu en manschappen was boven allen lof verhe ven. Een compagnie, die met een Pruisisch bataljon ten noorden van Pressoir streed, dreef het op de vlucht, maakte ruim 80 gevangenen en doodde vele vijanden. Het dorp Ablaincourt was om 11.20 geheel vor- overd; een kwartier later vielen de laatste huizen van Pressoir in onze handen. RUSLAND. Van het Oostelijk oorlogsterrein. Het Russische offensief. BERLIJN. Officieel. Front prim Leo pold: Aan het front ter weerszijden van den spoorweg ZloczofTarnopol krachtige ver levendiging van het vuurgevecht. PETROGRAD. (Bericht van den Groo ten Genera!en Staf). Ten zuiden van Dorna Watra in de streek van Belbor duurt de strijd voort. Ten zuiden van het dorp Hoypo deden de Oostenrijkers een tegen aanval. ITALIË. Beperking van het vleesohgebruü. LONDEN. I)e .Daily C'hron.'' verneemt uit Milaan, dat het Italiaanseli© decreet, waarbij de sluiting wordt gelaat van winkels ca open bare gelegenheden, behalve schouwburgen, te ongeveer half twaalf 's, avonds, nu zal worden gevolgd door een besluit, waarbij de verkoop en het verbruik van vleesch in openbare restau rants worden er boden op twee opeenvolgende dagen per week. OQSTENR1JK-HQNGARUE. In Zevenburgen, BERLIJN. Officieel. In het noordelijk deel van 'fc Gyergyesgebergte bij Belbor en in den Tolgyessector wierpen versche Duit sche strijdkrachten de oprukkende Russen terug. Ten Z.O. van den Rooden Tcrenjias werd in aansluiting op onzen aanval de Bajesti-afscheiding overgetrokken en Sar- doju met de beide aansluitende hoogte stellingen genomen. Wij maakten ongeveer 250 man gevangen en veroverden twee kanonnen. De Roemeensche aanvallen had- .den hier evenmin succes als in den Predeal- sector en het Vulkaangebergte. BOECHAREST. Noordelijk cn Noord- vestdijk front. In het dal van de Trotus deed de vijand een aanval in de richting \an den berg Munceloei op zeven kilometer noordelijk van Goioara- Hij werd echter teruggeslagen. In het boven dal van de Uzu schoten wij een vliegmachine van het Hin denburg-type neer. De bestuurder en de waarnemer werden gevangen genomen. Te Tabla Boetsi, Bratocea, Predulos en in het dal van de Prahova hebben gevech ten plaats. In den sector van Dragoslavele sloegen wij een vijandelijken aanval af. Op. den linkeroever van de Alt duurt het gevecht voort ten zuiden van Tisesti en Ra- cordza- Van de overige deelen van het front niets nieuws. PETROGRAD. (Eer. van den Gr. Gen. Staf). Ten oosten van het Bu reed al. wierpen de Roemenen de Duitschers terug, maakten Nu zal zoo dadelijk d© aflossing komen opdagen Gelukkig kunnen wij weer rusten een paar uur Bij dat heerlijke warme vuur. "Weg met die sombere donkere nachten, Ver weg met die nare gedachten Dan zijn wij weer vroolijk en blij En denken, wat een geluk hebben wij, Dat wij nog steeds in vrede zijn, Daar kunnen wij niet genoeg dankbaar voor zijn. M. A. WEGENWTJS en .1. F. LUNENBURG, mil. 2 I. 24 Res, Reg. Inf. Gemobiliseerd. (Van stafmuz. H. EUSING.) Waarom zou 'k mij hier vervelen In dit. akelige nest 'k Zal een kaartje maar gaan spelen, Dan amuseer ik mij ook beet. Een lekker glaasje er bij drinken, Daar houdt een flinke vent w-el van! Elkanders welvaart toe te klinken Is iets wat elk beminnen kan!" Zoo spreken velen van de mannen Die waken voor ons land, Verijd'lend vele smokkelplannen Met wapens in de hand. Waarom, gij Hollandsche Soldaten, Zoekt gij *iw heil en troost Met dobbelen, drinken, praten? Vergeet ge uw vrouw en kroost Komaan, gij jonge makkers, Ontwikkel kop en spieren, Drink niet, word toch geen stakkers, Gaat leeren, -maar niet zwieren! Iloud geest en lichaam rein. Gedraag u als een man. Dan zijt ge nimmer klein, Een ieder acht u dan! Als ge dan wederkeert Naar Moeder, meisje of vrouw, En elk u respecteert, Dan hebt ge geen berouw K H. EUSING, Stafmuz. 10e Reg. laf.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1