wm
Zondag 12 November 1916
Orgaan voor Leger en VSoot.
Oorlogsnieuws.
MILISiTIE-GEOICHÏEH.
No. 351
Onder redactie van D. MANASSEN.
Ds Presidentsverkiezing in de Vereemgde Stoten.
Taminiau's JAM
DERDE JAARGANG.
DE SOLDATENCOURAN
REDACTIE EN ADMINISTRATIE VALERIÜSSTR. 109, AMSTERDAM. DIT
BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR
MILITAIREN 1 GENT, VOOR BURGERS 3 GENT. ABONNEMENT BI.T VOORUIT
BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS/1.50P.KWARTAAL
Voor Adverlentfn wend© men zich tot onze Administratie, V&leriusstra&t 109
Amsterdam. Prys der Advertei.tiön per regel 30 cent. Voor Ingezonden Mede-
deelingen op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief. By abonnement
reductie.
Zoldert zejeer heeft, de presidentsverkie-
ziuc in do Yereenigde Staten zulle een sen
sationeel verloop gehad, als juist nu, ter
wijl zij zulk een groote aandacht trekt ook
ir. Europa- Op liet oogenblik moeten we
nog eigenlijk vragenwie is gekozen? Eerst
meld.d'3 een telegram Huglies is president
geworden, maar slechts twee dagen later
wordt one geseind uit New-York Wilson is
herkozen tot president der Vereenigde Sta
ten. Officieel is ook dit bericht nog niet,
maar het ineest. waarschijnlijk komt ons de
herkiezing van Wilson thans voor, en voor-
loopig nemen we dus ecu herkiezing van
'dezen aan, zoodat Woodrow Wilson op
hieuw voor vier jaren het bewind zal voe
ren ïix do groote Amerikaansohe republiek.
We geven hier de portretten weer der
heide candidaten. In de eerste plaats, dat
Haii Woodrow Wilson.
Toen de hoogleeraar dr. Woodrow Wil
son voor bijna vier jaren zijn intrek op het
Witte Huis nam, werden groote verwach
tingen van hem gekoesterd. Hij was sedert
yele jaren weer de eerst© democratische pre
sident, ©n vooral op SGciaal gebied hoopte
jnen veel van hem.
Die verwachtingen zijn niet geheel ver
duld, maar daaraan hebben zeker de tijds
omstandigheden ook schuld. In de laatste
jfcwee jaren leefde men ook in Amerika
Onder geheel ongewone omstandigheden en
de bekwaamheden en het karakter van een
president der Ver. Staten werden op een
zware proef gesteld. We kunnen niet uit
maken of dr. Woodrow Wilson die proef
ten Volle heeft doorstaan. Men kan ook
zeggen, dat hij met de tijdsomstandigheden
is meegegaan, of er zich door heeft laten
meesleepen. Een man des vredes, had men
voor de vredesactie waarschijnlijk meer van
hem verwacht. Anti-militair, heeft hij niet
temin het budget voor oorlog en marine
laten opvoeren tot een hoogte als nooit te.
voren- Zoo zijn er meer dingen, dio men in
sommige kringen anders van hem had ge-
wenscht, maar wie zal oordeelen, of niet
de tijdsomstandigheden te dwingend waren
om cr weerstand aan te bieden?
Charles Evans Hughes, de, in elk geval
maar met ee:i geringe minderheid geslagen
candidaat der republikleinen, is 54 jaar,
geboren uit een Engelsche familiezijn va
der was geestelijke in Wales-
Na in 1881 de Brown-universiteit verla
ten te hebben, werd de jonge Hughes, toen
19 jaar, leeraar in Grieksch en wiskunde,
doch intuseohen studeerde hij in de rechts
wetenschappen. Zeven jaar later vestigde
hij zich als advocaat te New-York.
In 1891 aanvaardde, hij bij wijze van
ontspanning, heette, het, daar hij zich over
werkt had. een professoraat in handels-
en volkenrecht aan de Cornel'l-universiteit,
om na twee jaar 'zijn praktijk als advocaat
te hervatten. In 1905 werd hij benoemd tot
juridiscli adviseur van een senaats-commis-
sie, die een onderzoek moest instellen naar
de practijken van de gasfabrieken te New-
York. Hij wist zich zoo uitnemend van zijn
taak te kwijten, dat een onderzoek naar de
knoeierijen der levensverzekeringsmaat
schappijen eveneens a^n hem werd toever
trouwd. Door deze werkzaamheid en de
groote werkkracht en betrouwbaarheid,
j daarbij tentoongespreid - werd de alge-
I meeno aandacht op zijn persoon gevestigd,
zoodat hij bij de eerste vacature gekozen
1 werd tot gouverneur van den staat New-
Yoik. Een door Lem ontworpen wet betref
fende de openbare bedrijven werd dadelijk
door de andere staten overgenomen, maar
behalve bewonderaars en vrienden maakte
hij zich door zijn krachtige maatregelen ook
vele invloedrijke tegenstanders. Hughes
bleef gouverneur van den staat New-York
tot 1910, daarna werd hij rechter aan het
hoogste gerechtshof van de Ver. Staten.
I Als zoodanig vernam men weinig meer
van hem, en zijn tegenstanders hoopten
reeds, dab hij voorgoed opgeborgen was. Tot
de republikednschy conventie te Chicago
hem in Juni 1.1. plotseling uit zijn schuil-
I hoek te voorschijn haalde en hem met na-
1 genoeg algemeene stemmen candidaat
stelde.
Os tsasiand in den reuzenstrijd.
Men merkt reeds, dat wij zoo langzaam-aan
den winter, ingaan, op do slagvelden niet het
minst. Wanr men den blik ook heen wendt, er
wordt hardnekkig gevochten en vooral do artil
lerie doet aan de meest# fronten op geweldige
wijze haar taak, maar de resultaten van al
dit vechten zijn niet groot. Daar is het weer
zeker niet weinig schuld aan. Van vorst en
sneeuw moge men nog geen last hebben,
- tenzij op de hoogten van liet ïtaliaansche front,
storm en regen teisteren de slagvelden zoo
veel te meer. Men klaagt daarover in de step
pen, in den Balkan, in Zevenburgen, aan het
Mijn Beverwijk.
(Naar het Engelsohe: „My Baby Rose".)
(Van Sergt. Bart Groeneveld.)
O, trots van groot Noord-Holland, voor haar
zing ik dit lied,
De Wijk vergeet ik niet, do Wijk vergeet ik
niet,
Eten, drinken, slapen, 't was daar alles even
best,
Wij werden vetgemest;
Als die inkwartiering nog langer had geduurd.
Hadden ze ons regiment maar gauw naar huis
gestuurd,
Omdat bij 't leger vast,i geen éhie broek
meer had gepast.
Refrein
Mijn BeBeBemijn Bever
wijk, mijn Beverwijk, mijn Beverwijk,
Jij kwam te kort aan wat je gaf voor tachtig
centen aan het Rijk,
Jij met je Breestraat en je aardbeitijd,
jMijn. Beverwijk, jij raakte aan de militairen
heel je kapitaaltje kwijt.
Drie maanden lang ben ik in Beverwijk
geweest,
Ach wat een feest, ach wat een feest,
Schaaltjes, borden, lepels, vorken, messen eu
servet,
\Eu een vecren bed;
Bief, asperges, beste saus en aardbeiendessert,
Volle zoete melk en lieelemaal geen snert,
Je militaire maag was vol,geen veldtenue
met rol,
Refrein (als voren.)
Thee met j#uiker en beschuitjes, wittebrood
met worst,
Nooit geeii hanfe korst, nooit geen harde korst,
Waschtafel met handdoeken, een nachtkast
niet een pö,
Neeêt voelde ^e ecg vloot
Ooster- en het Westerfront. Aan heb laatste
niet het minst. De loopgraven worden tot
slijkbadkuipen, de terreinen daarvoor tot
modderpoelen, waarin de infanterie bij haar
opmarseh wegzinkt tot de-enkels. Geen won
dei-, dat er op die wijze op geen enkel terrein
groote vorderingen worden gemaakt, men
moet zich eerder verwonderen, dat men nog
zoo vor vooruitkomt. Want vorderingen heb
ben de Franschen in do laatste dagen wel ge
maakt. Vooral in de streek van Ablaincourt.
Wij meldden reeds, dat zij daar de Duitschers
een eind terug hadden geduwd; thans blijkt,
dat zij er een saillant, een vooruitspringende
bocht der Dui'scho linie geheel hebben inge
drukt. Waar die linie met een kromming
liep, is zij thans reohb gemaakt tusschen
Clhaulnes en Deniécourt, De Franschen zijn
zoo op vijftien K.M. afstands gekomen even
wijdig van den spoorweg van ChauLnes maar
Peronne. Het is geen buitengewone overwin
Haren, baard en schoenen alles even schoon en
glad,
Sokken zonder gaten en iedere week een had,
Wat was die tijd toch fijn, ik zou er nog wel
willen zijn.
Refrein (als voren.)
Wandelwegen, nauwe stegen, en in 'tVelser-
bosch,
Op het zachte mos, op het zachte mos,
Met een jonge Beverwijksche schoone aan je
arm,
Ach, wat was dat warm
Mooie tandjes, blanke handjes, snoeperige
mond,
Meisjes om té zoenen op wangen roze rond,
Al die hartjes, liefde-vol, ze brachten ons op
hol.
Refrein
Mijn Be...., BeBemijn Beverwijk, mijn
Beverwijk, mijn Beverwijk,
Jij kwam te kort aan wat je gaf voor tachtig
centen van heb Rijk,
Jü met je Breestraat en je aardbeitijd,
Mijn Beverwijk, jij raakte aan ons regiment al
je lieve meisjes kwijt.
B. S. G.
Het Militair Tehuis.
(Van korp. Zweedijk.)
Vrienden, gun me weer do eer,
Op iets goeds te mogen wijzen
Want 't is iets, dat meer en meer
Hot soldatenhart kan spijzen.
Want een militair tehuis,
Zeg mijwie zou 't durven wagen,
Om tó zeggen ,,'t is een kruis,
Zulk een woning te belagen?"
Als de dagtaak is gedaan,
Nu do korte dagen naad'ren,
Doet het zeer weldadig aan,
Samen in 't tehuis vergnad'ren.
In een militair tehuis
Kan gezelligheid verlteeren
Daar verzacht men leed of krui3
Jïïn nmn wil liet goede u leeren.
ning geweest, maar toch een, dio meetelt, en
waarover de Franschen terecht juichen. Ove-
blijkt het in de laatste dagen vrij rustig
geweest te zijn aan het Sommefront. Alleen
do artillerie heeft weer zwaar werk geleverd.
Ook werden er van weerskanten aanvallen
gedaan, maar die ook van weerskanten wer
den afgeslagen. Do Engelschen traden aan
vallend op bij Le Sars, de Franschen bij Bou-
chavesnes en Prcssoir, laatste plaat3 ten
zuiden van Ablaincourt, de Duitschers bij
Sailly-Sailissel.
Tot de belangrijkste berichten der laatste
dagen behooren die uit Roemenië. Voor dit
laud zelf zijn zij niet gunstig. Niet, dat er
in de jongste dagen door de centralen en hun.
bondgénoóten weer een groote overwinning is
beliaald, maar meer cn meer blijkt, dat de
vijanden van Roemenië volgens een wel over
wogen plan oprukken met het doel dit laild
in zijn hartader te treffen en dat plan is nog
niet geheel mislukt, al komen ze niet hard
vooruit. Een telegram meldt ril., dab do Bul
garen de Donau zijn overgetrokken en eeaiige
eilanden er bezet hebben. Dit schijnt gebeurd
te zijn ten zuiden van Boecharest, ongeveer,
op dezelfde plek als de Roemenen voor eenige
weken, die echter spoedig weer werden terug-
goworpen. Het is de vraag, of de Bulgaren
gelukldger zijn, maar de kans daarvoor is
wel grooter, trant zij hebben tot hulp de Oos-
tenrijksche monitors, dio de Itoemeensohe hulp
brug daar al heel spoedig 'vernielden. Heb
plan der centralen, waarvan wij boven spra-
Kob, zou dan zijn, èn van 't zuiden naar Boe
charest, dat zij reeds tot op bijna zestig
K.M. zijn genaderd, op te rukken, èn van
't.noorden van Predeal, waar do Oostenrijkers
en Duitschers steeds hardnekkiger aanvallen
en wel eenig terrein winnen, al gaat het lang
zaam. Zij 'worden weliswaar aan het Zeven-
burgsche front door de Russen bij Tolgyes
aangevallen, maar hebben dezen daar terug
geworpen, terwijl de aanvallen der Roemenen
bij den Rote Turmpas en in het Vulkaan
gebergte zijn afgeslagen, althans volgens
het Duitsche stafberit-ht.
Van de andere strijdterreinen is het nieuws
zeer schaarsch, maar van het ïtaliaansche front
en uit Macedonië komt niet veel meer. Oreral
wordt gevochten, bijna overal ook .wordt de
strijd belemmerd door het slechte weer. Aan do
Stocliod en bij Dorna "Watra is gevochten aan
't Oosterfront, maar de toestand, is cr in 't
geheel niet gewijzigd. Ook do jongste telegram
men brengen ons van geen der fronten belang
rijke of zelfs maar belangwekkende tijdingen.
We gaan, zooals we zeiden, allengs den win/ter-
velditocht in en die zal geen wijziging van
bel an g bre ngon
Zal men dus den beslissenden strijd uitstel
len tot 1917, zooals men dien voav eer. j«"' i
uitstelde tot 1916?'De leiders in Duitschland
en Engeland, rijkskanselier Bethniann Hollweg
en eerste minister Asquitb hebban redevoerin
gen gehouden. Belangrijke redevoeringen moes
ten dit zijn in dezen grooten tijd, maar zij
•brengen ons niet verder. In beider toespraken
trilt het verlangen naar vrede, maar nog altijd
naar een vrede, die de ovenvinning brengt aan
de partij van den spreker. In beide redevoe
ringen wordt herhaald, wat reeds zoo dikwijls
is gezegd, dat de strijd moot worden voortge
zet tot de vijand inziet, dat het niet meer
gaat. Wij 'krijgen don indruk, dat men van
weerszijden wacht, dat de tegenstander het
bijltje er bij neerlegt en het eerste woord van
toenadering zal spreken. Maar èn volgens
Bethniann Hollweg èn volgens Asquith is het
nog niet zoover. In tusschen wordt in de volken
der oorlogvoerende landen het vredesverïangen
al grooter, wanneer zal het eindelijk zoo
groot zijn, dat de regeeringen, de leiders er
rekenschap mee moeten houden.?
DUITSCHLAMD.
De Duitsche Rijkskanselier aan het woord.
In een zeer lange rede heeft do Duitsche
Rijkskanselier uitvoerig de voorgeschiedenis
van don oorlog gegeven. Volgens zijn opvatting
hebben de geallieerden, Engeland vooral, schuld
aan dezen geweldigen oorlog.
Het belangrijkste, wat van Bethmann-Holl-
weg zei, kwam aan het slot, toen hij het had
over de insluitingspolitiek.
Tegen deze politiek, onverschillig of zij diplo
matiek als insluiting, militair als vernietigings-
oorlog en economisch als wereldboycot optreedt,
hebben wij ons van den beginne af verdedigd.
Het Duitsche volk voert dezen oorlog als een
verdedigingsoorlog ter beveiliging van zijn
nationaal bestaan e» zijn nationale verdere ont
wikkeling. Nooit hebben wij iets anders bo
In een christelijk tehuis,
Hoort men lieflijke klanken;
Daar geen wreed of slecht gespuis,
Die bederven jonge ranken.
Daarom, vrienden, raad 'k u aan,
Wil u steeds daarnaar begeven,
't Houdt u van do kroeg vandaan,
En 't schenkt iets van 't huislijk leven.
Korp. ZWEEDIJK,
Hospitaal, Middelburg.
Appelen en peren.
(Van mil. Kees Trouwborst.)
Van appelen en peren is voel to lec-ron,
Want je kan erin happen,
Maar je kan zo ook gappen;
En als je dan door den boer wordt gesnord,
Die je met een hooivork den boomgaard uit
port,
Of, net als je hem wil plijten,
Door den hond in je beenen laat bijten;
Dan kom je aan do sloot, wil er over henen.
Spring er net midden in, twee nattte beenen.
Dan nog een hek, je probeert of het gaat,
Een groote Scheur in je broek van 't prikkel
draad,
Nou ben je er over en wil hem smeren,
Dan voel je je in den rug met een steen tor-
pedeeren.
Ac-h, ach, wat een kruis, zoo kom je thuis,
Je bent van de fiets gevallen, ga je vertellen:
En je laat meteen je broek even verstellen
En zijn dan in orde alweer je bullen,
Dan ga ;jo lekker van je appelen smullen.
Ze zijn nog 'groen, met witte pitten,
En als ju er ir bijt, blijven er drie tanden en
kiezen in zitten,
Zoodat, als je je portie op hebt gegeten,
Je gelijk bij den tandarts kiezen en tanden
aan leunt gaa-n meten.
Maar daar alleen ben je niet mee klaar,
Want je wordt in je buik en je maag dan zoo
raar.
Je meldt je dan ziek, met een kwaden zin
Met zes dagen buikpijn het hospitaal in.
weerd, nooit iets anders gewild. Hoe zou ook
anders deze ontwikkeling van reuzenkracht,
deze onuitputtelijke opofferingsgezindheid, die
in de geheele geschiedenis der mcnschheid nog
niet is voorgekomen, te verklaren zijn?
Aan de hardnekkigheid van do oorlogszucht
van den vijand, waaraan de militaire en mate-
rieele hulpmiddelen uit de geheele wereld
dienstbaar worden gemaakt, heeft onze weer
standskracht zich tob steeds krachtiger vastbe
radenheid gestaald. Welke krachten Engeland
ook nog in net werk mag stellen, ook de piacht,
die Engeland kan ontplooien, heeft hare gren
zen. Het is voorbestemd om te stranden op
onzen wil om te leven. Deze wil is ontembaar
cn onverwoestbaar. Wanneer onze vijanden tot
liet besef daarvan komen zullen, dat wachtea
wii af in het vertrouwen, dat dit besef komen
ENGELAND.
Asquith aan het woord.
Aan een feestmaal in de Gildenhal te
Londen heeft de eerste minister Asquith
een red© gehouden, die ook voor neutralen
wel belangrijke punten bevat. We halen er
het volgende uit aan.
Het moest overbodig zijn te verzekeren,
dat als de tijd voor den vrede gekomen zal
zijn, niets voor de geallieerden uit het een
voudigste eigenbelang noodzakelijker zal
zijn, dan met de neutralen de beste indus-
trieele en financieele verbintenissen aan te
gaan en te handhaven...
Het is het ware doel der Duitsche
propaganda, in ieder der oorlogvoeren
de landen de openbare meening ten
gunste van een afzonderlijken vrede te be
werken. In ieder land wordt hetzelfde
argument aangevoerd. Hier in Engeland
bijv. wordt er op gezinspeeld, dat Duitsch-
land bereid zou zijn de onafhankelijkheid
van België te herstellen en het schadever
goeding te geven, dat dus op die basis een
redelijke vrede kan gesloten worden wat
Engelands casus belli betreft en dat wij
door onze bondgenooten worden meege
sleurd tot voortzetting van den oorlog, op
dat wij zullen medehelpen om de bijzondere
verlangens van Frankrijk, Rusland of Italië
te vervullen, waarbij wij geen direct be
lang hebben. Laat ik in het voorbijgaan
opmerken, dat wij ons evenzeer verbonden
hebben om te zorgen dat Servië in zijne
.onafhankelijkheid hersteld wordt en voor
re .'er ik weet, heeft geen Duitsch propa
gandist hier te lande er ook maar op ge
zinspeeld, dat het bereid is ook maar iets in
dit opzicht tegemoet te komen.
"Maar ik wensch hier zonder aarzelen of
terughouding te verklaren, dat de geallieer
den voor een geineensehappelijke zaak strij
den en dat, wat den oorlog betreft, hunne
belangen de onze zijn, zooals wij gelooveu
dat onze belangen de hunne zijn en dat
de overwinning, die al die belangen verze
keren zal, naar onze meening de onmisbare
voorwaarde voor een duurzamen vrede is.
Wat onzen bondgenooten en vooral Rus
land betreft, is de methode van den Duit-
schën propagandist weer precies de tegen
overgestelde. Daar stelt hij ons voor als de
mogendheid, dio den oorlog vooral wil
voortzetten en de mogelijkheid zoowel van
een afzonderlijken als yan een algemeenen
vrede wil tegenhouden. Hij stelt het daar
voor alsof wij tegen woekeraars-voorwaar-
den geld aan onze bondgenooten leenen, als
of wij enorme "winsten maken op munitie en
andere legerbehoeften die wij leveren en het
scheepstransport dier goederen, en al6 een
volk dat de traditioneele rol vervult, die Na
poleon ons heefj; toegedicht, n.l. die van een
volk winkeliers en als een land, dat zonder
gemoedsbezwaren grove winsten maakt op
datgene wat onze medestrijders noodig
hebben.
Het is moeilijk te gelooven, dat dit een
plausibele of zelfs maar aannemelijke
hypothese kan zijn voor ons, die uit zoo
bittere ervaring weten wat oorlog in wer
kelijkheid voor ons beteekent. Dag aan
dag gaan de verstoring van ons geheele
nationale leven, de opslorping en het ver
Vier cent traktement, je bent er niet mee con
tent,
Maar omdat het moet, hou je je goed;
Dan ga je tot besluit het hospitaal uit,
Dan neem je je voor, dat is buiten kijven,
Om voortaan van den boer zijn appelen af te
blijven.
Woerden. KEES TROUWBORST.
Een klank uit het Zuiden.
(Van mil. T. G., 3-IH, 20 R. I.)
Mijn wapenbroeders, 't is bekend,
Dat, als men soms een dichtje zendt
Naar 'i vakblad van den militair,
Het wordt gelezen door 't Icgcrheir;
Men vindt toch zelden in dit blad,
Dat een van 't 20ste eens had
Een dichtje om eens op te zenden,
Opdat men ons wat beter kende.
Hoe dikwijls leest men in de krant,
Een rijmpje van eens dichtere hand,
Maar meer nog heeft men er gevonden,
Door enkele broeders opgezonden,
Die minder vielen in den smaak.
En Jk lees baar zelf ook heel vaak.
Maar ieder doet zoo goed hij kan,
En hoopt er ook het beste van!
Zoo wil ik nu dan, eens probeeren,
Om ook het dichten te gaan leeren,
Maar "k weet haast niet hoe het begin,
Toch wezen moet naar ieders zin,
Eu daarom schrijf ik riiot te veel
Want 't kan soms zijn tot groot nadeel
Van 't bataljon of do compie,
Dio ik zoo dagelijks bij mij zie.
Maar toch wil ik nog even melden,
De wond'ren van de sebemer-heLden.
De scliemer-6ectie staat bekend^
Van 't zuiden tot het noorderend,
Om haren moed en haar verstand,
Kent men haar door het gansche land.
En is er soms wat aan de hand,
Zij zijn nog sterk en goed bemand.
Dus kan men overal terecht,
Al is d'omgeving nog zoo slecht.
Voor prikkeldraad en modderpoel,
lies van duizenden millioenen van opge
hoopt bezit, de offers die bijna ieder gezin
in Enegland aan kostbare levens betaalt,
van hoop die nauwelijks ontloken is en de
onophoudelijke en meodoogenloozo afstroo
ming uit het reservoir aan levenskracht en
belofte voor do. toekomst voort. Wie heeft
meer reden dan wij, om naar vrede te snak
ken en erom te bidden? Vrede, ja, maar
slechts op deze ééne voorwaarde, dat de
oorlog niet .zijn verkwisting en opoffering,
zijn onbeschrijfelijk lijden en zijn roemrijke
voorbeelden van moed en onbaatzuchtig
heid niet vergeefs is geweest.
Er kan geen sprake zijn van een afzon
derlijken vrede en de vrede, als die vroeg of
laat komt en ik wil geen oogenblik mijne
overtuiging verbergen, dat de strijd liet
uiterste zal vergen van ols onze hulpmid
delen en al ons geduld en onze vastberaden
heid moet zoodanig zijn, dat do veilig
heid der zwakken, de vrijheden van Europa
en een vrije toekomst voor de wereld daar
op vast gegrondvest zullen zijn.
FRANKRIJK.
Van het Westelijk Oor!og«terrein.
Het Engelsch-Fransche offensief
PARIJS. Aan het Sommefront groote
artiilerieactie. De Duitsche infanterie liet
haar artillerie talrijke spervuren leggen. Zij
deed 's avonds op de Fransche stellingen
van Saillisel een aanval, welke geheel werd
afgeslagen na een kortstondig handgemeen.
LONDEN. Haig bericht: Donderdag
belangrijke artillerie-actie ten zuiden van
de Ancre.
De Engelschen beschoten de vijandelijke
zone ten oosten van de Regina-loopgraaf.
De bewering van den vijand, dat hij den
oden Nov. de Engelsche troepen heeft ver
slagen in een slag van den eersten rang en
hun belangrijke verliezen heeft toegebracht,
is onjuist. De feiten zijn zooals zij in het
Engelsche communiqué van dien dag ver
meld zijn. De aanvallen der Engelschen
waren locaal en werden mot slechts weinig
bataillons gedaan met het doel op drie pun
ten eenige voofgeschoveh loopgraven te
nemen, teneinde de Engelsche frontlinie te
verbeteren. De meeste dier loopgraven wer
den genomen en de Engelsche verliezen
waren evenredig aan de kleine troepen
macht en den omvang der operaties.
BERLIJN. Officieel, Legergroep-prins
Rupprecht: Aanvalspogingen van de En
gelschen en Franschen tegen Le Sars en
Bouchave^nes, evenals ten zuiden van de
Somme bij Pressoir, werden bijna geheel m
ons spervuur verstikt.
De strijd aan de Somme.
PARIJS. De correspondent van de „Li
bert©"' geeft de volgende bijzonderheden
over het Fransche succes. Woensdag bij
Ablaincourt behaald. Het sein tot den aan
val werd op 9.56 's morgens gegeven. De
stormkolonnes stormden voorwaarts uit de
omgeving van Genermout, de suikerfabriek,
de loopgraven ten zuidoosten van Verman-
dovillers en den noordelijken hoek van het
Chaulnesbosch. Op beide vleugels van het
aanvalsfront wonnen onze troepen snel ter
rein. Tusschen de suikerfabriek en Ablain
court werden twee linies loopgraven vóór de
groote Duitsche loopgraaflinie, welke zich
tot Hyencourt-le-Grand uitstrekt, bijna
zonder strijd genomen. Alle verdedigers
werden gedood of zij gaven zich over bij de
nadering van onze troepen. Op dezelfde
wijze werd spoedig 's vijands verzet gebro
ken tusschen den zuidrand \vju Pressoi^ en
het Chaulnesbosch.
In het centrum was het verloop echter
anders. Hier hadden de Duitschers twee
reeksen krachtige versterkingen aange
legd, welke zij duchtig verdedigen.
Tijdens de artilleriebeschieting zochten zij
dekking in kelders en gewelven van acht tot
tien meter diep. Zoodra de aanvalskolonnes
voorwaarts stormden, kwamen de Duitschers
Houdt ieder nog zijn hoofdje koel,
Doch verder schrijf ik nu niet meer,
En wacht maar tot een and'ren keer.
T. G., 3-HI, 20 R. I.
„De Nacht".
(Van mil. Wegenwijs en Lunenburg.)
Het is een koude winternacht
Dat wij hier zijn op wacht,
Diep in de kragen der jassen gedoken
En daarbij een pijpje rooken
Om op zoo'n manier warm te blijven
En daarmee eenig.szins de kou te verdrijven.
Het is een stille donkere nacht,
Met een sterrenhemel vol pracht,
Af en toe verbreekt de plechtigheid,
Door den stap der Duitschers, vol eentonig
heid,
Of een opvliegenden vogel,
Dan weer de een of andere kogel.
,.Dat is een kommies met een smokkelaar,"
Zoo zeggen wij dan tot elkaar.
Ook liooren wij do klokken luiden ver in 't
rond,
Is het een blijde bpodscliap die hun taak ver
kondt
Of zou het zijn een droeve mare,
Dat er weer bij zijn gekomen bij dio groote
schare,
Die in bet vreemde of eigen land voncu-n hun
dood,
Getroffen door '"s vijands lood?
Het kanongebulder dat treft onze ooren,
Doet ons het weeklagen kooren
Van hen, die gewond liggen op 't veld.
Door den vijand neergeslagen en neergeveld.
De eens zoo bloeiende levens liggen daar
Geknakt en gewond door elkaar.
Die een schot door arm of been,
Daar draagt men een zwaargewonde heen.
O, Heer, moet dat noz langer duren
Zoo steeds maar op elkaar te vuren,
En die kostbare levens te verdelgen,
Net als dieren, die dieren verzwelgen
Als ik daar aan denk word ik teneergeslagen
Maar hoort, daar slaat de klok drie slagen,
Eist bij Arnhem.
te voorschijn en brachten een groot aantal
mitrailleurs in actie. In het zuidelijk deel
van Ablaincourt was de strijd verwoed tus
schen de Franschen en Beieren, evenals bij
de kruising van de wegen van ChaulneAm
Soyecourt. Een groep vernielde buizen
ging drie keer in andere handen over; om
de kerk werd hard gevochten door de
Beiersche compagnie, welke bet gebouw be
zet hield zij weigerde zich over té geven eu
werd vernietigd, Het gedrag van officiereu
en manschappen was boven allen lof verhe
ven. Een compagnie, die met een Pruisisch
bataljon ten noorden van Pressoir streed,
dreef het op de vlucht, maakte ruim 80
gevangenen en doodde vele vijanden. Het
dorp Ablaincourt was om 11.20 geheel vor-
overd; een kwartier later vielen de laatste
huizen van Pressoir in onze handen.
RUSLAND.
Van het Oostelijk oorlogsterrein.
Het Russische offensief.
BERLIJN. Officieel. Front prim Leo
pold: Aan het front ter weerszijden van den
spoorweg ZloczofTarnopol krachtige ver
levendiging van het vuurgevecht.
PETROGRAD. (Bericht van den Groo
ten Genera!en Staf). Ten zuiden van Dorna
Watra in de streek van Belbor duurt de
strijd voort. Ten zuiden van het dorp
Hoypo deden de Oostenrijkers een tegen
aanval.
ITALIË.
Beperking van het vleesohgebruü.
LONDEN. I)e .Daily C'hron.'' verneemt uit
Milaan, dat het Italiaanseli© decreet, waarbij
de sluiting wordt gelaat van winkels ca open
bare gelegenheden, behalve schouwburgen, te
ongeveer half twaalf 's, avonds, nu zal worden
gevolgd door een besluit, waarbij de verkoop
en het verbruik van vleesch in openbare restau
rants worden er boden op twee opeenvolgende
dagen per week.
OQSTENR1JK-HQNGARUE.
In Zevenburgen,
BERLIJN. Officieel. In het noordelijk
deel van 'fc Gyergyesgebergte bij Belbor en
in den Tolgyessector wierpen versche Duit
sche strijdkrachten de oprukkende Russen
terug. Ten Z.O. van den Rooden Tcrenjias
werd in aansluiting op onzen aanval de
Bajesti-afscheiding overgetrokken en Sar-
doju met de beide aansluitende hoogte
stellingen genomen. Wij maakten ongeveer
250 man gevangen en veroverden twee
kanonnen. De Roemeensche aanvallen had-
.den hier evenmin succes als in den Predeal-
sector en het Vulkaangebergte.
BOECHAREST. Noordelijk cn Noord-
vestdijk front. In het dal van de Trotus
deed de vijand een aanval in de richting
\an den berg Munceloei op zeven kilometer
noordelijk van Goioara- Hij werd echter
teruggeslagen. In het boven dal van de Uzu
schoten wij een vliegmachine van het Hin
denburg-type neer. De bestuurder en de
waarnemer werden gevangen genomen.
Te Tabla Boetsi, Bratocea, Predulos en
in het dal van de Prahova hebben gevech
ten plaats. In den sector van Dragoslavele
sloegen wij een vijandelijken aanval af.
Op. den linkeroever van de Alt duurt het
gevecht voort ten zuiden van Tisesti en Ra-
cordza-
Van de overige deelen van het front niets
nieuws.
PETROGRAD. (Eer. van den Gr. Gen.
Staf). Ten oosten van het Bu reed al. wierpen
de Roemenen de Duitschers terug, maakten
Nu zal zoo dadelijk d© aflossing komen opdagen
Gelukkig kunnen wij weer rusten een paar uur
Bij dat heerlijke warme vuur.
"Weg met die sombere donkere nachten,
Ver weg met die nare gedachten
Dan zijn wij weer vroolijk en blij
En denken, wat een geluk hebben wij,
Dat wij nog steeds in vrede zijn,
Daar kunnen wij niet genoeg dankbaar voor
zijn.
M. A. WEGENWTJS en
.1. F. LUNENBURG,
mil. 2 I. 24 Res, Reg. Inf.
Gemobiliseerd.
(Van stafmuz. H. EUSING.)
Waarom zou 'k mij hier vervelen
In dit. akelige nest
'k Zal een kaartje maar gaan spelen,
Dan amuseer ik mij ook beet.
Een lekker glaasje er bij drinken,
Daar houdt een flinke vent w-el van!
Elkanders welvaart toe te klinken
Is iets wat elk beminnen kan!"
Zoo spreken velen van de mannen
Die waken voor ons land,
Verijd'lend vele smokkelplannen
Met wapens in de hand.
Waarom, gij Hollandsche Soldaten,
Zoekt gij *iw heil en troost
Met dobbelen, drinken, praten?
Vergeet ge uw vrouw en kroost
Komaan, gij jonge makkers,
Ontwikkel kop en spieren,
Drink niet, word toch geen stakkers,
Gaat leeren, -maar niet zwieren!
Iloud geest en lichaam rein.
Gedraag u als een man.
Dan zijt ge nimmer klein,
Een ieder acht u dan!
Als ge dan wederkeert
Naar Moeder, meisje of vrouw,
En elk u respecteert,
Dan hebt ge geen berouw
K H. EUSING,
Stafmuz. 10e Reg. laf.