He. 339
Zondag 15 October 1916
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws,
Onder redactie van D. MANASSEN.
Nederlandsche Posterijen.
Gezondheidsleer
Faolo, de bandiet-.
Ce toestand in den reuzenstrijd.
Taminiau's JAM
DERDE JAARGANG.
SOLDATENCOURANT
REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTR. 10, AMSTERDAM. DIT
BLAD VERSCHIJNT DRTEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR
MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNEMENT BI.T VOORUIT
BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS 1.50 P.KWARTAAL
Voor Adverteutit-n wend© men rich lot onze Administratie, l'alestrinaatr&at 10
Amsterdam. Prijs dei AdvertettlÖn p«r regel 80 een'.. Voor Ingezonden Mede.
deeüngen op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief, Bjj abonnement
reductie.
„Do terugkomst van den verkenner", zouden we boven dit plaatje kunnen zetten.
De teekenaar wil onb lafen zien, hoe een Engelache verkenner, die den nacht heeft
doorgebracht in „Niemands-land", nl. het gebied tusschen de eigen en de vijandelijke
loopgraven, terugkeert naar de zijnen om hun het nieuws te brengen, dat hij heeft
opgedaan. Natuurlijk keert hij terug voor 't grauwen van den ochtend, want anders
zou de vijand hem bemerken en was hij er gevaarlijk aan toe. Nu ligt de donkere
nacht over het land.
NIEUWE TARIEVEN,
geldende van 16 October 1918 af.
•Briefkaarten binnenland, port 3 ct. p. kaart.
locaal verkeer, 2 ct.
Formulieren kosteloos.
'.(Bij bet publiek nog voorradige ongeschon
den .Rijksbriefkaarten met zegel opdruk van IJ
en 2J cent kunnen zonder bijbetaling tegen
briefkaarten niet zegel opdruk van 2, resp. 3
tent worden ingewisseld. Desgewenscht kunnen
de bestaande briefkaarten worden opgebruikt
met bijplakking van een «frankeerzegel van J
cent. Geschiedt dit niet dan worden de kaar
ten belast met bet port der ontoereikend ge
frankeerde briefkaarten.)
Brieven, binnenland: voor een gewicht van
niet meer dan 20 gram 5 cent,
boveu. 20 tot eu met 100 gram 10
en voorts voor-elk meerder gewicht van lOO
'gram of gedeelte van 100 gram, 5 cent daar
boven.
Brieven, locaal verkeer: voor een gewicht van
niet meer. dan 20 gram 3 cent,
boven 20 Vot en met 100 gram 6
en voorts voor elk meerder gewicht van 100
gram of een gedeelte van 100 gram, 3 cent
daarboven.
Gedrukte stukken1 cent per 50 gram of ge
deelte van 50 gram.
Quitantiën, wissels, enz.De invordering van
gelden op quitantiën, wisselbrieven, assignation
en ander handelspapier, waarvan bet bedrag
voor elk stuk de som van 500 niet te boven
gaat, kan geschieden tegen vooruitbetaling
van een recht van vijf cent voor elk afzonder
lijk in te vorderen bedrag niet hooger dan 1,
van 7J cent voor elk bedrag tusschen 1 en
f 25 en van 15 cent voor elk bedrag van 25
en hooger.
Bij de uitbetaling is bovendien wegens het
bedrag, ingevorderd door eenzelfde postkan
toor, nët recht verschuldigd, dat is vastgesteld
voor een postwissel van gelijk bedrag.
FormulierenDe prijs van adreskaarten en
douanoverklaringen is nader bepaald op J cent
per stuk.
Do prijs der arbeidslijsten is vastgesteld op
7, resp. 8 cent, naar gelang de aangehechte
briefkaartformulieren zijn voorzien van zegel-
opdrukken van 2 of van 3 cent.
(Dit nieuwe tariei brengt geen wijziging in
hot bepaalde voor het verzenden van brief
kaarten en couranten enz. aan en door mili
tairen boneden den rang van officier. Red.)
door J. P. BIJL, officier van gezondheid.
xxvn.
TyphuBbestrijding te velde. V.
(Slot.)
In bet begin van dit opstel hebben wijder op
gewezen, dat de typhusbestrijding te velde in
de eerste plaats daarop gericht moet zjjn, dat
(Een vertelling uit Sicilië).
Toen ik mij naar Sicilië inscheepte, om daar
wat 6chetsen voor nieuwe schilderijen to ver
zamelen, werd mij door een voel bereis den kunst
broeder de Albergo centrale van Donna Maria
(Jhi&velli te Girgenti aanbevolen. Dat ik echter
van do lichamelijke verzorging, die Donna
Maria mij zou verschaffen, geen hooge ver
wachtingen mocht koesteren, was ik mij zeer
goed bewustik kende de primitieve toestan
den in de herbergen van kleine Italiaansche
stadjes voldoende. Waar mij van Donna Maria
verteld werd, dat zij een flinke vrouw was, en
dat er haar veel aan gelegen was haar gasten
(die zij niet al te veel had) het verblijf in haar
huis zoo aangenaam mogelijk te maken, daar
verbeeldde ik mij daarom nog niet, dat ik in
de matras van mijn bed iets anders zou vinden
dan houtkrullen of dat mij als middageten
andere spijzen zouden worden voorgezet dan
?rebraden goitebquties en maccaroni al burro.
Dat was nu eenmaal een landsgebruik, dat
sedert onheugelijke tijden bestond en door den
reiziger heldhaftig werd verdragen. Maar zin
delijkheid, vriendelijkheid en billijke prijzen
geloofde ik van Donna Maria te mogen ver
wachten en dat was lang niet weinig, zooals
ieder weet, die op zijn reis door Italië wel eens
van den grooten heerweg is afgeweken.
Met de stoomboot in de kleine haven van Gir
genti aangekomen, klauterde ik welgemoed
over de piunhoopen van'het oude Agrigent,
naar de hooggelegen stad. Het was eon moei
lijke weg en ik was niet weinig verheugd, toen
ik eindeljjk het uithangbord van de Albergo
centrale in bot oog kreeg. Nauwelijks was ik
kiaDen^eii'ë<kgi# of Donna Maria kwam te
iedereen, hetzij burger of militair, die, hetzij
ziek of gezond, ryphusbacillen uitscheidt, zoo
spoedig mogelijk wordt opgespoord en voor den
troep onschadelijk gemaakt. Met hoeveel moei
lijkheden dit gepaard gaat. zal uit de boven
genoemde voorbeelden duidelijk zijn.
In de tweede plaats, hebben wij gezegd, dat
maatregelen genomen moeten worden om te
voorkomen dat eventueel aanwezige smetstof
een gewonden soldaat bereikt. Dit zijn alle
maatregelen betreffende vuilafvoer, reinheid
van lichaam, kleeding, kwartieren, betreffende
het maken en in orde houden van latrines en'
urinoirs betreffende watervoorziening en vele
andere aangelegenheden. Reeds herhaaldelijk
hebben wij hierover geschreven en zullen daar
om niet in herhaling vervallen. "Wellicht zullen
velen er evenwel belang in stellen te weten
hoe een en ander in den oorlog geschiedt en
wij zullen daarom in het kort inededeelen hoe
men b.v. zorg voor waschgelegenbeden voor
de manschappen. Behalve tallooze fabrieken,
die in badhuizen veranderd zijn, hebben de oor
logvoerende legers verschillende soorten bad-
treinen en badwagens. De tremen zijn vooral
in gebruik op bet westfrout, waar een uitge
breid spoorwegnet is, terwijl de badwagens meer
dienst doen in het oosten.
De badtreinen in bet Duitsche leger bestaan
b.v. nit een locomotief en 5 wagens. De eerste
wagen bevat het waterreservoir, dat door stoom
van de locomotief verhit wordt en van waar
het water geperst wordt naar 2 douches-war-
geus, ieder bevattende 16 douches. Verder is er
een wagen voor aan- en uitkleeden en ontsmet
ting en een wagen voor het. personeel. Per dag
kunnen in zoo'n wagen 2000 man een douche
krijgen.
De Oostenrijksche badtreinen hebben 2 loco
motieven, 2 waterwagens met te zamen 50 M3.
water, een nitkleedwagen, 2 badwagens ieder
mot 30 douches, 2 aaukleedwagens, 4 magazijn-
wagens met schoon goed, i wagen voor te rei
nigen en te ontsmetten kleeren. 2 ontsmettings
wagens en 1 wagen voor het personeel.
De Russische badtreinen bestaan uit 21 wa
gens. Eerst komen 2 waterwagens, daarna een
kleedkamer, dan 3 wagens ieder met 50 hokjes,
waar de manschappen op Russische wijze eerst
een stoombad en dan een koude douche krij
gen. Hierna komen de soldaten in een van de
twee rustwagens, waar ze gedurende een uur
gaa.n rusten om vervolgens in een van de res
tauratiewagens een stevig maal te krijgen. Ver
der zijn in zoo'n trein ontsmettingsinrichtin
gen, keukens schoenmaker ij-kleermakerij, enz.
Men ziet dus, dat bij de oorlogvoerende le
gei's krachtige maatregelen genomen worden om
vervuiling van de manschappen tegen te gaan,
een belangrijk middel om de verspreiding van
typhuskiemen te voorkomen.
Naast de middelen waardoor men tracht zie
ken en bacillendragers ongevaarlijk te maken
en die waardoor men probeert te voorkomen
dat eventueel aanwezige smetstof gezonde man
schappen bereiken kan, hebben wij genoemd als
derde middel om de verspreiding van typhus
te velde tegen te gaan het verhoogen van het
weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen
wordt verhoogd door goede voeding, door vol
doende rust, door geregelden arbeid enz. enz.
voorschijn. Bekoorlijk was zc niet, dat kunnen'
de goden getuigen Zeker bad zo ook ■roods de
veertig overschreden, en dus een ouderdom
bereikt, Vaarop do Siciliaansche vrouwen hare
tcoh reeds matige aanspraak, op schoonheid
geheel hebben opgegeven. Maar zij scheen zeer
goedig en bijzonder spraakzaam. Reeds toen
ze mij, eenige minuten na mijn komst, langs
de uitgesleten steenen trap naar mijn kamer
bracht, vertelde zij mij vertrouwelijk, dat zij
sedert tien jaren weduwe was. En nauwelijks
had ze mij in het kale vertrek laten binnen
gaan, of ze liep weer heen, om het portret van
den overledene te halen, een gekleurde foto
grafie onder glas. Wijlen Giuseppe Chiavelli
moest, naar dit afbeeldsel te oordeelen, een
tamelijk woeste gezel geweest zijn, dien ik geen
meisje graag tot echtgenoot zou aanbevolen
hebben. Donna Maria verzekerde mij onder-
tusschen, dat hij een ..goede lobhes" geweest
was en dat zij met elkander geleefd hadden
als een paar tortelduiven. Alleen kinderen
ach, die waren linn niet geschonken; de'
vreemde lieer kon zich wel voorstellen, lioe een
zaam zij het dikwijls had in haar weduwschap!
Maar hertrouwen zij had het dikwijls genoeg
kunnen doen, want dit huis was haar eigen
dom daartoe had zij nog niet kunnen beslui
ten. Als men het eens zoo goed gehad heeft
hier brak zij liet gesprek af en zuchtte.
Intusschen was mijn blik op een plaat ge
vallen, die als oemge versiering aan den wand
pronkte. Het was ecu ruwe houtsnede, «ogen
schijnlijk nit een goedkoop geïllustreerd blad
gebaald en daarna op een stok bordpapier ge
plakt. Het vertoonde het gezicht van een om
streeks dertigjarigen man geen kwaad
uiterlijknaast onibetengelden trots en groote
vastberadenheid lag er een zekere trek van
zachtheid in van gevoel, zou ik bijna dur-
„W<
zeggen.
Volken
heilige heb je daar 03
Tegenwoordig kan men bovendien bet weer
standsvermogen vergrooten, de gevoeligheid
voor tvphus verminderen, door inenting. Deze
inenting, die liet eerst op groote schaal ver
richt is tijdens den Transvaal-oorlog, wordt te
genwoordig bij de oorlogvoerende legers alge
meen toegepast. Ook ju ons land zijn reeds
duizenden soldaten ingeënt. De inenting is vol
komen ongevaarlijk. Het is evenwel noodig,
dat men kort voor en kort na de inenting zich
niet vermoeit en geen alcohol gebruikt. Doet
men dat wèl dan loopt men gevaar hoofdpijn te
krijgen en 's nachts koortsig te zijn. De inen
ting maakt niet volkomen ongevoelig
voor typhus, maar vermindert gedurende 1 a 2
jaar de kans op ziek worden en indien
men ziek wordt, verloopt de ziekte gewoon
lijk veel lichter. Zoo bleek li. v. bij
een Fransch leger in dezen oorlog, dat
van de typhus-patienten, die vroeger
niet ingeënt naren, 17 pCt. stierven, terwijl
van degenen, die vroeger wel ingeënt waren
slechts 2 pet. stierven. Van hoeveel waarde de
inenting is om de ziekte te voorkomen blijkt
wel uit een epidemie in een plaats waar 500
soldaten lagen. Van de 300 die niet ingeënt wa
ren kregen 58 typhus, terwijl van de 200 die
wel ingeënt waren slechts 2 ziek werden.
Talrijk rijn dus de maatregelen, die ge
nomen moeten worden om een typhuscpidemio
bij een leger te velde te voorkomen. In oor
logstijd worden door do snelle troepenver
plaatsingen, heb geweldig aantal gewonden, die
geneeskundige hulp noodig hebben, de vluch
tende bevolking, de krijgsgevangenen, zooveel
zorg vereiseht dat onmogelijk steeds voldoende
a&ndacht gewijd kan worden aan de typhus
bestrijding. Ook in liet begin van dezen oorlog
zijn er bij de verschillende legers bonderden,
ja bij sommige waarschijnlijk enkele duizenden
typhnsgevallen voorgekomen. Toen evenwel de
■krijgsverrichtingen het karakter van den be
wegingsoorlog oneer hadden verloren, konden
de krachtigste maatregelen genomen worden
en sedert is de typhus-epidemie Bij de strijden
de troepen 'verminderd. Door samenwerking
van officier van. gezondheid met troopenoffi
cier, kader en manschappen is men er in ge
slaagd om althans het typhusgevaar minder
groot tie maken.
Een zitting van den Daildehen Rijksdag
en een zitting van het Engelsche Lagerhuis,
en in beide bespreking van den toestand, van
do kansen van oorlog en vrede, van de
wemsohen der regeeringen en der volkeren!
Er zijn in beido parlementen, heel wat woor
den, en groote woorden gesproken, maar op
den onpartijdigen toeschouwer, op den neu
tralen, maken ze een mistroostigen, een neer-
slacktigen indruk. Deze' oorlog is,we
hebben het in beide Volksvertegenwoordi
gingen gehoord, vooral, of bijna alleen
een strijd tusschen Duitschland en Enge
land. Welnu, in dtze beide landen verlangt
men den vrede, maar een vrede na eigen
overwinningEn in beide landen is men
vast overtuigd, dat men de zege zal behalen,
en dat, om daartoe te komen, de strijd tot
het bitterste einde moet worden volgehou
den. In den Duitseheïi Rijksdag alleen een
schuchtere stem van de afgescheiden fractie
der sociaal-democraten, welke verkondigde,
dat men in de oorlogvoerende landen zich
met elkaar moet verstaan om de volkeren,
die overal hun ondergang tegemoet snellen,
te redden. Doch overigens niets anders dan
redevoeringen vol van de rotsvaste overtui
ging, dat Duitschland ten slotte zal over
winnen, evenals in het Britsche Lagerhuis
de vaste overtuiging van Asquith, dat
Duitschland terneergeslagen zal worden.
Die zekerheid in beide landen, eenèr zin
delijke overwinning, moet wel doen vreezenj
dat de vrede nog niet in het naaste verschiet
is. Asquith ontveinsde zich niet de versto
ring van den handel, de verwoesting van
grondgebied, het verlies van niet tc vervan
gen menschenlevens, een langen somberen
tijd van wreedheid en lijden maar... de-
geallieerden konden nog niet eindigen, de
tijd voor een vrede, die werkelijk vrede zou
brengen, was er nog niet. De geallieerden
streefden niet naar zelfzucht of wraaklust,
zij eischten slechts vergoeding voor het ver
ledens en zekerhei dvoor de toekomst. Die
vroeg ik niet zonder nieuwsgierigheid.
„Ach, mijnheer, dat is maar een zeer zondig
mensclienkind geweest," antwoordde Donna
Maria met een zachte stem. Geweest!" ver
volgde zij huiverend. ..Pezen morgen hebben
ze hem in Catania bet leven benomen. Die on
gelukkige Paolo Saviello!''
Ik zag tot mijn verwondering, dat de tranen
haar in de oogcu stonden. En dat om een ban
diet! Want dat was hij toch ongetwijfeld, naar
haar eigen uitlatingen te oordeelen.
„Was deze man misschien een bloedverwant
van u?:' Yorachte ik.
„Hij droeg, mijn familienaam,"' antwoordde
zij. „Hij stamt uit het geslacht der Saviello's,
dat zich vele jaren geleden in Fa vara gevestigd
heeft, in Favara, een ellendig nest, een
vijfhonderd mijlen van hier. Als knaap is bij
dikwijls bij ons geweest. Hij n as zoo'n goede,
hartelijke jongen. D^t hij zoo zijn leven moet
eindigen niemand had het kunnen denken,
mijnheer!" E11. opnieuw begonnen haar tranen
te vloeien
Do ontdekking dat een bloedverwant van
mijn hospita do wegen van Sicilië onveilig had
gemaakt, en dat zij bovendien hem openlijk
betreurde, was mij nu juist Diet zeer aange
naam. Maar wat kon ik doen? Ik bevond mij
in Sicilië, waar de vrouwen altijd een bemin
nenswaardige "ooringenomenheid met geduchte
roovers bobben getoond. Ik haalde dus mijn
schouders op en liet de zaak op haar beloop.
Den gebeden middag, terwijl ik met mijn
schetsboek door de ruïnen dwaalde, moest ik
meer aan dien Paolo Saviello denken, dan mij
lief was. Zijn gezicht had het mij gedaan, ge
loof ik. Zoo heel alledaasr-'1 kon zijn geschie
denis toch niet zijnwellicht loonde het de
moeite Dona Maria eens aan bet praten te
brengen, 's Avonds, na den maaltijd geiten
bout en maccaroni, zooals ik verwacht bad
maakte jk het mij gemakkelijk in een grooten
was nog- niet te verkrijgen, en dus... de
oorlog zal .voortduren met onverminderde
woede. Dczo treurige conclusie is te trekken
zoowel uit de redevoeringen in den Duit-
schen Rijksdag als uit die van Asquith. en
Lloyd George. Nog meer verlies van men
schenlevens, nog grooter verwoesting, nog
meer ontwrichting van handel, nijverheid,
scheepvaart, maar 6en overwinning moet
behaald worden
Maar wij, dio den strijd op een afstand
gadeslaan, zien niet in, hoe die behaald
zal worden aan de eene of andere zijde.
Dat Duitschland nog zal zegepralen, dat
bet Duitsche leger ooit* Parijs of Petro-
grad zal binnenniarcheeren, lijkt op het
©ogenblik ongelooflijk, en de omstandig
heden doen het zelfs onwaarschijnlijk voor
komen, dat de Duitscbers zich zullen hand
haven in de bezette gebieden. Doch van den
anderen kant lijkt het onmogelijk voor de
geallieerden om den vijand te verdrijven
uit België, Frankrijk, Rusland, Servië en
Montenegro; ondanks de groote offensieven
in Oost en West, ondanks het toetreden
van Roemenië, hebben in vier, vijf maan
den de Entente-mogendheden en hun vrien
den nog niet meer gedaan, dan liier en daar
het vijandelijk front te doen afbrokkelen
in liet Oosten weliswaar over vrij groote
breedte en diepte, doch ook slechte over
een gedeelteaan 't noordelijk deel van 't
front staan de Duitscbers nog op de oude
posten. Ongetwijfeld hebben de geallieerden
de macht om verder de centralen terug te
werpen, en zij zullen dat wel doen ook,
maar zullen zij ooit, zelfs na jaren, in staat
zijn, om ben in Oost en West op eigen
bodem te bestrijden? Als dat gebeurt, zal
het zijn na jaren, zoo lijkt het thans, en dan
alleen ten koste van de verbloeding van ons
hcclc werelddeel.
Een beschouwing van den huidigen toe
stand kan slechts deze meening bevestigen.
De berichten van Ooster- en Westerfront
zijn schaarsch in de laatste dagen. Aan de
Somme is door de geallieerden bij de laat
ste winst geen nieuw voordeel gevoegd. De
Franschen, zoowel als de Engelschen, spre
ken van zwaar artillerievuur, van felle
tegenaanvallen der Duitschers en van het
bevestigen van het verworven gebied. Van
het Oosterfront komen geen berichten van
menige beteekenis, reeds sedert, vele dagen,
en in het Russische offensief lijkt nu wer
kelijk een verslapping te zijn ingetreden.
In Zevenburgen wijken de Roemenen terug
tot zelfs aan hun grens, heet het in de Oos
tenrijksche en Duitsche berichten. In de
Dobroedsja blijft de toe-stand blijkbaar on
veranderd en op het Macedonische front
komen de Serviërs en de troepen der ge
allieerden wel vooruit, maar zóó langzaam,
dat zij nu nog acht kilometer van Monastir
staan en er nog geen uitzicht is, dat in de
eerste dagen deze Macedonische stad in hun
handen zal vallen. De strijd in den Kau-
kasus en in Mesopotamië schijnt heelemaal
niet meer mee te tellen, wij hooren daar zoo
goed als niets van.
Ditmaal komen eens weer de belangrijk
ste berichten van het Italiaansche front.
De Italianen vallen hevig aan, zoowel op
het Karstplateau, dus in de buurt van
Görz als qan de grens van Tirol. Op het
laatstgenoemde terrein, op het Asiago-pla-
teau, zijn de Italianen vijandelijke loopgra
ven binnengedrongen, doch dat is nog al
tijd in het gebied, dat de Oostenrijkers in
Mei veroverden. Van grooter belang zijn de
zegepralen der Italianen op het Kartspla-
teau. Ten zuidoosten van Görz, tusschen
de Wippach en de kust, hebben zij een of-,
fensief geopend en zijn over een front van
eenige kilometers vooruitgegaan. Doch de
aanvallende beweging lijkt nu reeds weer
tot staan gekomen en op den weg naar
Triëst, hun doel, zijn de Italianen nog wei
nig gevorderd. De Oostenrijkers van hun
kant zitten niet stil, doen tegenaanvallen
en' maken krijgsgevangenen, evenals hun
tegenstanders.
De toestand in Griekenland is nog uiterst
verward. Allerzonderlingste berichten ko
men vandaar. Griekenland, dat op zoo
vreemde manier zijn neutraliteit hand
haafde. schijnt voorgoed in twee kampen
verdeeld. Van het cene is de hoofd
leuningstoel bij den haard en stak mijn pijp
aan. Donna Maria maakte zich gereed oin mij
gezelschap te houden, wat zij schijnbaar haar
plicht achtte en ik had reeds een vraag naar
Paolo Saviello op do lippen, toen een kleine,
schralo geestelijko binnentrad, een vriendelijk
ernstig mannetje van hoögen ouderdom, die
dadelijk een aangenamen indruk op mij maakte.
Nauwelijks hadden wij elkander begroet, of
Donna Maria ijlde op hem toe.
,,0, Fra Bartolomcoriep zij bewogen uit,
wat ben ik u dankbaar dat u bij mij komt. Is
nu werkelijk alles voorbij?
..Ik stond bij hem toen hij den Inatsien adem
uitblies", antwoordde de pater. ..Ook aan u
moet ik een groet van hem overbrengen."
..Stierf bij standvastig?"
,.Als een man en een christen."
Het gesprek betrof Paolo Saviello. daar viel
niet aan te twijfelen.
..Komt u uit Catania, eerwaarde?" vroeg ik.
Do pater knikte langzaam. ..Jawel, mijnheer.
Ik had Saviello beloofd, voordat hij zich aan
het gerecht overgaf, dat ik hem op zijn laat-
sten gang vergezellen zou. En ik heb mijn
woord gehouden, hoe zwaar liet mij ook viel.
Er zat een goed hart in dezen verdwaalde.
Het heeft mij zeer veel leed om hem gedaan."
„Men had hem het leven moeten schenken,
omdat hij zich zoo vrijwillig heeft overge
geven", zeide Donna Maria.
„Dat zou hij niet gewilrl hebben", ant
woordde do pater. „Hij dorstte naar recht
vaardigheid en liet met vreugde zijn leven."
Door dit gesprek was mijn belangstelling
in Paolo Saviello nog grooter geworden. „Ver
tel me eens de geschiedenis van dien zonder
lingen roover", verzocht ik den geestelijke.
Daarin scheen de oude heer evenwel geen lust
te hebben. Hij deed, alsof hij mijn verzoek
niet gehoord had, nam voorzichtig den beker
zoeten landwijn, dien Donna Maria hem voor
plaats Saloniki, daar is Veuizelos nu
aangekomen en heeft zich aau het hoofd
geplaatst van de beweging ton gunste van
aansluiting l>ij de geallieerden. In Athene
ontwijkt men nog steeds een beslissing; er ia
alweer een nieuw kabinet, het ministerie-
Lambros, dat ecu zaken-kabinet wordt, ge
noemd en dat toestemt in de zonderlinge
eischen der geallieerden.Die eischen zijn, dat
de Grieksche vloot zou worden uitgeleverd.de
Grieksche forten ontmanteld, dal de spoor
weg van Lazissa naar Piraeus, de voor
haven van Athene, nu ook aan de En
tente zal worden overgedragen. De Grieksche
regeering stemt in allee toe en de overgave
der Grieksche vloot is Donderdagmiddag
gescnied, de bemanningen der schepen zijn
aan wal gezonde». Tn Athene, lezen wij in
de telegrammen, bleef het kalm. Het is ec.i
onbegrijpelijke toestand.
Omtrent de Duitsche onderzeeën-actie aan
de Amerikaansche kust vernemen we niete
meer. Er zijn daar geen nieuwe schepen ge
torpedeerd. Omtrent een optreden der Amc-
rikaansche regeering. omtrent de verhou
ding van de Vereenigd© Staten en Duitsch
land verluidt- niete nieuwe.
DUITSCHLAND.
De Duitsche Rijksdag.
Woensdag kwam do Duitsche Rijksdag weer
bijeen en spraken verschillende iedèn liu'n mee
ning uit: Van een aanval op den rijkskanse
lier was, ten minste openlijk, geen sprake,
zelfs niet van don kant der conservatieven, zijn
grootste tegenstanders. Wel drongen deze bij
monde van den afgevaardigde Weetarp, even
als de nationaal-liberaal Bassermann, aan op
scherpe voortzetting van den duikbootenoorlog.
Deze laatste, evenals andere leden, verwachtte
een vrede alleen ran een overwonnen Tijand.
De conservatief Westarp was echter de eenige,
die ronduit verklaarde, dat, wat de Duitscbers
met hun bloed hadden veroverd, ook behouden
moest blijven. Door de verschillende sprekers
werd vertrouwen betuigd op do leiding van
den keizer, van de overwinnaars van Tannen-
berg en Skagerak, van de commandanten der
onderzeeërs, eigenaardig was. dat de con
servatief hierlyj blijkbaar opzettelijk den naam
van den rijkskanselier wegliet. Ook de spreker
der socialistische (partij. David, verklaarde
zich voor voortzetting van den oorlog, alleen
Haase. ran do afgescheiden fractie der arbei
derspartij. gaf als zijn meening tc kennen, dat
er onmiddellijk gestreefd moet worden naar
een middel om tot vrede te komen.
Koning Otto van Beieren t.
MUNCHEN. Koning Otto van Beieren
is, 11a jarenlang ziek t© rijn geweest, te
Fürstenraad bij MUnchen gestorven.
(Otto I, tweed© zoon van koning Maxi-
miliaan II, werd geboren den 27sten April
1848. Kort na 1871 werd hij krankzinnig.
Aanvankelijk werd hij op het kasteel Nym-
phenburg behandeld, in 1878 ecliter naar
Schleissheim overgebracht en later naar
Fürstenraad, waar liij thans overleden is.
Na den dood van zijn broeder Lodewijk
II (13 Juni 1886) werd hij tot kening uit
geroepen, daar hij echter absoluut onge
schikt was om te regeeren, trad zijn oom
Luitpold op als regent.
Na diens dood in 1912 aanvaardde zijn
zoon Lodewijk III de regeering onder den
titel koning van Beieren. Red.)
ENGELAMD.
Uit het Britsche Lagerhuis.
De Engelsche regeering heeft in het Lager
huis een nieuwe kredietaanvraag ingediend van
300 millioen pd Sterling (zegge meer dan
milliard gulden). Het. bedrag der toegestane
kredieten zal dan bedragen meer dan 3 milliard
pond sterling of 37 a 3S milliard gulden. Per
dag wordt tegenwoordig ongeveer gerekend op
een uitgave van 60 millioen gulden
Na bespreking dezer kredieten gaf de eerste
minister Asquith een overzicht van do operatics
op de verschillende oorlogsterreincn. Asquith
ging hierbij de feiten op de verschillende fron
ten na en gaf niet het minst lof aan de Ser
viërs, die den vijand van de hoogten aan de
frrqns van hun land. hebben verjaagd. Het be-
angrijkst was echter natuurlijk de strijd aan
de Somme en daarvan zeide de eerste minis
ter o.a.
De geallieerden hebben aan de ^qpme sedert
hot begin van het offensief 60,474 gevangenen
gezet had, van de tafel en verkwikte zich
daaraan met de houding van iemand, die ver
sterking noodig heeft. Ik wendde mij tot de
waardin om opheldering.
„Dat Paolo nit Favara stamde, weet u
rc^ds", antwoordde zij gewillig. „Zijn vader
werkte in de zwavelmijnen. en toen Paolo er
genoeg kracht toe bezat, moest hij er ook in
afdalen om de gevulde zakken naar boven te
dragen, wel honderd treden hoog. en dat voor
een gering dagloon. Dezen arbeid -achtte de
jongen beneden zich. hij had verstand en goede
manieren, niettegenstaande zijn geringe af
komst en dat hij hooger op wilde, was hem
niet kwalijk te nemen. Op zekeren dag liep
hij dan ook weg eq men hoorde in jaren niets
van hem. Het heet, dat hij naar Leb vaste
land is gegaan en daar in slecht gezelschap
is geraakt. Hoe dit zijn mag. toen Hij weder
terugkeerde, was uit den jongen een echte
schurk gegroeid. "Want het eerste, wat zijn
landgenooten weer .van hem vernamen, was.
dat hij. geheel alleen, dicht bij Canicatti, de
post beroofde."
„Je hebt vergeten te vertellen. Donna
Maria, dat de vader van Paolo zich intusschen
in de zwavelmijnen dood had gewerkt", viel
de pater haar in de rede. Hij wendde zich
tot mij. ,X moet weten, dat onze zwavel
mijnen tailooze menschenoffers eischen. Of
liet zoo zijn moet, weet ik niet. Er bestaan
machines, dio den zwaarsten arlieid kunnen
verrichten. Mfiar geen ondernemer schaft ze
aan en wanneer iemand het deed. dan zouden
de arbeiders het ding waarschijnlijk vernielen,
uit vrees, dat een gedeelte Tan hen c-r broode-
loos door zou* worden. Paolo Saviello had door
den dood van zijn vader een diepen haat
voor den pachter van de mijn opgevat en
toen hjj het systeem van de landverpaehting,
zooals het bij ons van oudsher in gebruik is.
leerdo kennen, haatte hij ook de grootere
Eist bij Arnhem.
gemaakt en 301 kanonnen en 10») machine,
geweren veroverd. Hiervan koimn voor En-
gcUcho rekening 28,050 gevangenen, 121 ka-
nonnen en 307 machinegeweren.
Verder halen wij uit het slót van zijn red©
volgende aan
,,lk geloof, dat uit het overzicht, dat ik
tlmns gegeven heb, blijkt, dat dit niet het
oogenblik is voor een stoutmoedig hart, om te
aarzelen waar het voornemens of uitvoering
geldt.
De last, dien de oorlog ons en onzen bond
genoot» n oplegt, dc moeilijkheden, die, wij er
kennen hot, ook dengenen veroorzaakt worden,
die niet rechtstreeks bii den strijd betrokken
zijn, de verstoring vau den handel, do verwoes-
tuig van grondgebied, het verlies van niet to
vervangen menschenlevens. do lange sombere
opeenvolging van wreedheid en lijden, soms
verhelderd door onsterfelijke daden van Jicl-
flenmoyd en ridderlijkheid, mogen niet eindi
gen met een opgelapt, uiterst onzeker, ont-
erend compromis, (langdurig© toejuichingen)
dat ten onrechte den naam van „vrede" 'zou.
dragen (herhaalde toejuichingen).
Niemand verlangt het tragische schouwspel
van dood en vernieling ook maar één dag lan
ger dan noodig is te laten voortduren, maar
wij zijn aan hen. die hun leven gegeven heb
ben verschuldigd, dat hunne hoogste offer niet
vergeefs zal zijn gebracht."
Het doel ric-r geallieerden is bekend en is
dikwijls genoeg nauwkeurig opgegeven. Hot is
geen zelfzuchtig deel en evenmin een wraak
zuchtig. doel, maar vrij eischen, dat ©en pas
sende I adequate) vergoeding voor het verleden
en eene passende zekerheid voor de toekomst
zullen worden gegeven."
In dezelfde zitting van h-' Lagerhui* sprak
do minister van oorlog Lloyd George, di.v naar
aanleiding van critieken over een vrager inter
view zei. dat hij slechte had herhaald, wat As
quith reels zoo raak had-gezegd; bij nam dan
ook geen enkele zijner woorden terug.
Hof. Lagerhuis verklaarde instemming njet
de redevoeringen der ministers en stond o^ama
de gevraagde credieten toe.
ERAKKRIJK.
Van hot Westelijk Oorlogsterroin*
Aan da Somme.
PARIJS. Ten .vesten van Sailly Sallisei
maakten wij ©enige vorderingen. Groote ar-
tïllerie-actie ten zuiden van d© Somme.
Eene fabriek van verstikkende gassen te
Mülhausen werd gebombardeerd. Er ont
stond daar een groote brand.
LONDEN. Officieel Sir Douglas Haig
berichtIn den namiddag deden wij aan
vallen tusschen ons front en den veg
BapaumePeronne. Wij behaalden reeds
successen en maakten tal van gevangenen
Het gevecht duurt voort. Gedurende don
heelen cag bombardeerde de vijand hevig
onze loopgraven ten noordwestei'i van Le
Sars en ten noorden van Courcelette.
ITALIË»
De strijd op het Karstplateau.
LONDEN. De „Daily Telegraph." meldt
uit Romp, dat tie JtalLaanscho troepen
een groote overwinning behaalden op de
Karsi. Zij maakten 6000 gevangenen, o.nr.
161 officieren. Do correspondopt te Milaan
voegt- hierbij, dat de artillerieactie onaf
gebroken voortduurde .sedert 4 October.
De Oostenrijkers verklaren zelf in hun
berichten dat de Italiaansche -artillerie nooit
tevoren hun' linies zoo heftig bombardeerde.
De geheel© linie over dertig mijlen lengte
scheen in vuur en vlam. Het front van den
vijand is nu op verschillende plaatsen verbro
ken.
ROME. Onze infanterie breidde in
nieuw© herig© aanvallen de winsten van
den vorigen dag uit, voornamelijk in de
Sober-zone (Görz), de hoogten 343 en 144
ten oosten van het dorp Nevavilla op den
Karsfc. Zij maakten nog 1771 gevangenen
onder wie 35 officieren.
Aan het Giuliafront namen we sedert 5
Augustus in het geheel 30,881 man gevan
gen, o. v. 728 officieren.
Vijandelijke vliegtuigen wierpen Woens-
landpachters, die ongetwijfeld met de kleice
stukken grond, waaraan de geringe man zoo n
behoefte had, een schandelijken woeker dre
ven.
„Ik meen te. moeten begrijpen," zei ik. „dat
Saviello de Voorzienigheid een weinig voorko
men en de menschonplagers reeds op aard© ge
straft heeft. Hij is niet de eerste, die zoo
iets doet; uw groote roovers hebben altijd
ijverig voor den armen man- partij gekozen."
Do goede pa-.-r vervolgd© met priesterlijke
waardigheid: ...Niemand, die Stonde doet, kan
daarvoor een geldig© vcrontschuliging vinden,
mijn w.Tfirrl© heer." Daarmee brak hij af en
gaf hij Donna Maria gelegenheid den draad
van haar verhaal wrer pp te vatten.
Zij ging voort ...Saviello vond spoedig met
gezellen, niet wie hij aan deze zijde van het
eiland rondzwierf en buit maakte. Maar zon
der noodzaak heef- hij nooit iemand gedood."
„Zeer edelmoedig," merkte ik droogweg op.
„En hoe hield het gerecht zich tegenover di©
onbetamelijkheden
„O, de heeren in Catania lieten zich door
een paar roovers niet uit hun rust brengen.
Alles, waf er gebeurde, was, dat do postwa
gens van een sterk geleid© werden vxirzien.
Wie alleen reisde, moe** maar zoo goed moge
lijk voor zijn veiligheid zorgen. Waarschijn
lijk koesterde men de hoop, dat Saviello wel
eens bij een onvoorzichtigen aanval onschade
lijk gemaakt zou worden. Dat gebeurde echter
niet. Geen ongeluk overkwam hem. Een
jong meisje werd eindelijk, op onbegrij
pelijke wijze, do oorzaak, dat hij zich
aan d© macht der polirie overgaf. Dat ge
beurde onaivcer zes weken geleden hier in
Girgenti."
(Wordt vervolgd.)