He. 339 Zondag 15 October 1916 Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws, Onder redactie van D. MANASSEN. Nederlandsche Posterijen. Gezondheidsleer Faolo, de bandiet-. Ce toestand in den reuzenstrijd. Taminiau's JAM DERDE JAARGANG. SOLDATENCOURANT REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTR. 10, AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRTEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNEMENT BI.T VOORUIT BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS 1.50 P.KWARTAAL Voor Adverteutit-n wend© men rich lot onze Administratie, l'alestrinaatr&at 10 Amsterdam. Prijs dei AdvertettlÖn p«r regel 80 een'.. Voor Ingezonden Mede. deeüngen op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief, Bjj abonnement reductie. „Do terugkomst van den verkenner", zouden we boven dit plaatje kunnen zetten. De teekenaar wil onb lafen zien, hoe een Engelache verkenner, die den nacht heeft doorgebracht in „Niemands-land", nl. het gebied tusschen de eigen en de vijandelijke loopgraven, terugkeert naar de zijnen om hun het nieuws te brengen, dat hij heeft opgedaan. Natuurlijk keert hij terug voor 't grauwen van den ochtend, want anders zou de vijand hem bemerken en was hij er gevaarlijk aan toe. Nu ligt de donkere nacht over het land. NIEUWE TARIEVEN, geldende van 16 October 1918 af. •Briefkaarten binnenland, port 3 ct. p. kaart. locaal verkeer, 2 ct. Formulieren kosteloos. '.(Bij bet publiek nog voorradige ongeschon den .Rijksbriefkaarten met zegel opdruk van IJ en 2J cent kunnen zonder bijbetaling tegen briefkaarten niet zegel opdruk van 2, resp. 3 tent worden ingewisseld. Desgewenscht kunnen de bestaande briefkaarten worden opgebruikt met bijplakking van een «frankeerzegel van J cent. Geschiedt dit niet dan worden de kaar ten belast met bet port der ontoereikend ge frankeerde briefkaarten.) Brieven, binnenland: voor een gewicht van niet meer dan 20 gram 5 cent, boveu. 20 tot eu met 100 gram 10 en voorts voor-elk meerder gewicht van lOO 'gram of gedeelte van 100 gram, 5 cent daar boven. Brieven, locaal verkeer: voor een gewicht van niet meer. dan 20 gram 3 cent, boven 20 Vot en met 100 gram 6 en voorts voor elk meerder gewicht van 100 gram of een gedeelte van 100 gram, 3 cent daarboven. Gedrukte stukken1 cent per 50 gram of ge deelte van 50 gram. Quitantiën, wissels, enz.De invordering van gelden op quitantiën, wisselbrieven, assignation en ander handelspapier, waarvan bet bedrag voor elk stuk de som van 500 niet te boven gaat, kan geschieden tegen vooruitbetaling van een recht van vijf cent voor elk afzonder lijk in te vorderen bedrag niet hooger dan 1, van 7J cent voor elk bedrag tusschen 1 en f 25 en van 15 cent voor elk bedrag van 25 en hooger. Bij de uitbetaling is bovendien wegens het bedrag, ingevorderd door eenzelfde postkan toor, nët recht verschuldigd, dat is vastgesteld voor een postwissel van gelijk bedrag. FormulierenDe prijs van adreskaarten en douanoverklaringen is nader bepaald op J cent per stuk. Do prijs der arbeidslijsten is vastgesteld op 7, resp. 8 cent, naar gelang de aangehechte briefkaartformulieren zijn voorzien van zegel- opdrukken van 2 of van 3 cent. (Dit nieuwe tariei brengt geen wijziging in hot bepaalde voor het verzenden van brief kaarten en couranten enz. aan en door mili tairen boneden den rang van officier. Red.) door J. P. BIJL, officier van gezondheid. xxvn. TyphuBbestrijding te velde. V. (Slot.) In bet begin van dit opstel hebben wijder op gewezen, dat de typhusbestrijding te velde in de eerste plaats daarop gericht moet zjjn, dat (Een vertelling uit Sicilië). Toen ik mij naar Sicilië inscheepte, om daar wat 6chetsen voor nieuwe schilderijen to ver zamelen, werd mij door een voel bereis den kunst broeder de Albergo centrale van Donna Maria (Jhi&velli te Girgenti aanbevolen. Dat ik echter van do lichamelijke verzorging, die Donna Maria mij zou verschaffen, geen hooge ver wachtingen mocht koesteren, was ik mij zeer goed bewustik kende de primitieve toestan den in de herbergen van kleine Italiaansche stadjes voldoende. Waar mij van Donna Maria verteld werd, dat zij een flinke vrouw was, en dat er haar veel aan gelegen was haar gasten (die zij niet al te veel had) het verblijf in haar huis zoo aangenaam mogelijk te maken, daar verbeeldde ik mij daarom nog niet, dat ik in de matras van mijn bed iets anders zou vinden dan houtkrullen of dat mij als middageten andere spijzen zouden worden voorgezet dan ?rebraden goitebquties en maccaroni al burro. Dat was nu eenmaal een landsgebruik, dat sedert onheugelijke tijden bestond en door den reiziger heldhaftig werd verdragen. Maar zin delijkheid, vriendelijkheid en billijke prijzen geloofde ik van Donna Maria te mogen ver wachten en dat was lang niet weinig, zooals ieder weet, die op zijn reis door Italië wel eens van den grooten heerweg is afgeweken. Met de stoomboot in de kleine haven van Gir genti aangekomen, klauterde ik welgemoed over de piunhoopen van'het oude Agrigent, naar de hooggelegen stad. Het was eon moei lijke weg en ik was niet weinig verheugd, toen ik eindeljjk het uithangbord van de Albergo centrale in bot oog kreeg. Nauwelijks was ik kiaDen^eii'ë<kgi# of Donna Maria kwam te iedereen, hetzij burger of militair, die, hetzij ziek of gezond, ryphusbacillen uitscheidt, zoo spoedig mogelijk wordt opgespoord en voor den troep onschadelijk gemaakt. Met hoeveel moei lijkheden dit gepaard gaat. zal uit de boven genoemde voorbeelden duidelijk zijn. In de tweede plaats, hebben wij gezegd, dat maatregelen genomen moeten worden om te voorkomen dat eventueel aanwezige smetstof een gewonden soldaat bereikt. Dit zijn alle maatregelen betreffende vuilafvoer, reinheid van lichaam, kleeding, kwartieren, betreffende het maken en in orde houden van latrines en' urinoirs betreffende watervoorziening en vele andere aangelegenheden. Reeds herhaaldelijk hebben wij hierover geschreven en zullen daar om niet in herhaling vervallen. "Wellicht zullen velen er evenwel belang in stellen te weten hoe een en ander in den oorlog geschiedt en wij zullen daarom in het kort inededeelen hoe men b.v. zorg voor waschgelegenbeden voor de manschappen. Behalve tallooze fabrieken, die in badhuizen veranderd zijn, hebben de oor logvoerende legers verschillende soorten bad- treinen en badwagens. De tremen zijn vooral in gebruik op bet westfrout, waar een uitge breid spoorwegnet is, terwijl de badwagens meer dienst doen in het oosten. De badtreinen in bet Duitsche leger bestaan b.v. nit een locomotief en 5 wagens. De eerste wagen bevat het waterreservoir, dat door stoom van de locomotief verhit wordt en van waar het water geperst wordt naar 2 douches-war- geus, ieder bevattende 16 douches. Verder is er een wagen voor aan- en uitkleeden en ontsmet ting en een wagen voor het. personeel. Per dag kunnen in zoo'n wagen 2000 man een douche krijgen. De Oostenrijksche badtreinen hebben 2 loco motieven, 2 waterwagens met te zamen 50 M3. water, een nitkleedwagen, 2 badwagens ieder mot 30 douches, 2 aaukleedwagens, 4 magazijn- wagens met schoon goed, i wagen voor te rei nigen en te ontsmetten kleeren. 2 ontsmettings wagens en 1 wagen voor het personeel. De Russische badtreinen bestaan uit 21 wa gens. Eerst komen 2 waterwagens, daarna een kleedkamer, dan 3 wagens ieder met 50 hokjes, waar de manschappen op Russische wijze eerst een stoombad en dan een koude douche krij gen. Hierna komen de soldaten in een van de twee rustwagens, waar ze gedurende een uur gaa.n rusten om vervolgens in een van de res tauratiewagens een stevig maal te krijgen. Ver der zijn in zoo'n trein ontsmettingsinrichtin gen, keukens schoenmaker ij-kleermakerij, enz. Men ziet dus, dat bij de oorlogvoerende le gei's krachtige maatregelen genomen worden om vervuiling van de manschappen tegen te gaan, een belangrijk middel om de verspreiding van typhuskiemen te voorkomen. Naast de middelen waardoor men tracht zie ken en bacillendragers ongevaarlijk te maken en die waardoor men probeert te voorkomen dat eventueel aanwezige smetstof gezonde man schappen bereiken kan, hebben wij genoemd als derde middel om de verspreiding van typhus te velde tegen te gaan het verhoogen van het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen wordt verhoogd door goede voeding, door vol doende rust, door geregelden arbeid enz. enz. voorschijn. Bekoorlijk was zc niet, dat kunnen' de goden getuigen Zeker bad zo ook ■roods de veertig overschreden, en dus een ouderdom bereikt, Vaarop do Siciliaansche vrouwen hare tcoh reeds matige aanspraak, op schoonheid geheel hebben opgegeven. Maar zij scheen zeer goedig en bijzonder spraakzaam. Reeds toen ze mij, eenige minuten na mijn komst, langs de uitgesleten steenen trap naar mijn kamer bracht, vertelde zij mij vertrouwelijk, dat zij sedert tien jaren weduwe was. En nauwelijks had ze mij in het kale vertrek laten binnen gaan, of ze liep weer heen, om het portret van den overledene te halen, een gekleurde foto grafie onder glas. Wijlen Giuseppe Chiavelli moest, naar dit afbeeldsel te oordeelen, een tamelijk woeste gezel geweest zijn, dien ik geen meisje graag tot echtgenoot zou aanbevolen hebben. Donna Maria verzekerde mij onder- tusschen, dat hij een ..goede lobhes" geweest was en dat zij met elkander geleefd hadden als een paar tortelduiven. Alleen kinderen ach, die waren linn niet geschonken; de' vreemde lieer kon zich wel voorstellen, lioe een zaam zij het dikwijls had in haar weduwschap! Maar hertrouwen zij had het dikwijls genoeg kunnen doen, want dit huis was haar eigen dom daartoe had zij nog niet kunnen beslui ten. Als men het eens zoo goed gehad heeft hier brak zij liet gesprek af en zuchtte. Intusschen was mijn blik op een plaat ge vallen, die als oemge versiering aan den wand pronkte. Het was ecu ruwe houtsnede, «ogen schijnlijk nit een goedkoop geïllustreerd blad gebaald en daarna op een stok bordpapier ge plakt. Het vertoonde het gezicht van een om streeks dertigjarigen man geen kwaad uiterlijknaast onibetengelden trots en groote vastberadenheid lag er een zekere trek van zachtheid in van gevoel, zou ik bijna dur- „W< zeggen. Volken heilige heb je daar 03 Tegenwoordig kan men bovendien bet weer standsvermogen vergrooten, de gevoeligheid voor tvphus verminderen, door inenting. Deze inenting, die liet eerst op groote schaal ver richt is tijdens den Transvaal-oorlog, wordt te genwoordig bij de oorlogvoerende legers alge meen toegepast. Ook ju ons land zijn reeds duizenden soldaten ingeënt. De inenting is vol komen ongevaarlijk. Het is evenwel noodig, dat men kort voor en kort na de inenting zich niet vermoeit en geen alcohol gebruikt. Doet men dat wèl dan loopt men gevaar hoofdpijn te krijgen en 's nachts koortsig te zijn. De inen ting maakt niet volkomen ongevoelig voor typhus, maar vermindert gedurende 1 a 2 jaar de kans op ziek worden en indien men ziek wordt, verloopt de ziekte gewoon lijk veel lichter. Zoo bleek li. v. bij een Fransch leger in dezen oorlog, dat van de typhus-patienten, die vroeger niet ingeënt naren, 17 pCt. stierven, terwijl van degenen, die vroeger wel ingeënt waren slechts 2 pet. stierven. Van hoeveel waarde de inenting is om de ziekte te voorkomen blijkt wel uit een epidemie in een plaats waar 500 soldaten lagen. Van de 300 die niet ingeënt wa ren kregen 58 typhus, terwijl van de 200 die wel ingeënt waren slechts 2 ziek werden. Talrijk rijn dus de maatregelen, die ge nomen moeten worden om een typhuscpidemio bij een leger te velde te voorkomen. In oor logstijd worden door do snelle troepenver plaatsingen, heb geweldig aantal gewonden, die geneeskundige hulp noodig hebben, de vluch tende bevolking, de krijgsgevangenen, zooveel zorg vereiseht dat onmogelijk steeds voldoende a&ndacht gewijd kan worden aan de typhus bestrijding. Ook in liet begin van dezen oorlog zijn er bij de verschillende legers bonderden, ja bij sommige waarschijnlijk enkele duizenden typhnsgevallen voorgekomen. Toen evenwel de ■krijgsverrichtingen het karakter van den be wegingsoorlog oneer hadden verloren, konden de krachtigste maatregelen genomen worden en sedert is de typhus-epidemie Bij de strijden de troepen 'verminderd. Door samenwerking van officier van. gezondheid met troopenoffi cier, kader en manschappen is men er in ge slaagd om althans het typhusgevaar minder groot tie maken. Een zitting van den Daildehen Rijksdag en een zitting van het Engelsche Lagerhuis, en in beide bespreking van den toestand, van do kansen van oorlog en vrede, van de wemsohen der regeeringen en der volkeren! Er zijn in beido parlementen, heel wat woor den, en groote woorden gesproken, maar op den onpartijdigen toeschouwer, op den neu tralen, maken ze een mistroostigen, een neer- slacktigen indruk. Deze' oorlog is,we hebben het in beide Volksvertegenwoordi gingen gehoord, vooral, of bijna alleen een strijd tusschen Duitschland en Enge land. Welnu, in dtze beide landen verlangt men den vrede, maar een vrede na eigen overwinningEn in beide landen is men vast overtuigd, dat men de zege zal behalen, en dat, om daartoe te komen, de strijd tot het bitterste einde moet worden volgehou den. In den Duitseheïi Rijksdag alleen een schuchtere stem van de afgescheiden fractie der sociaal-democraten, welke verkondigde, dat men in de oorlogvoerende landen zich met elkaar moet verstaan om de volkeren, die overal hun ondergang tegemoet snellen, te redden. Doch overigens niets anders dan redevoeringen vol van de rotsvaste overtui ging, dat Duitschland ten slotte zal over winnen, evenals in het Britsche Lagerhuis de vaste overtuiging van Asquith, dat Duitschland terneergeslagen zal worden. Die zekerheid in beide landen, eenèr zin delijke overwinning, moet wel doen vreezenj dat de vrede nog niet in het naaste verschiet is. Asquith ontveinsde zich niet de versto ring van den handel, de verwoesting van grondgebied, het verlies van niet tc vervan gen menschenlevens, een langen somberen tijd van wreedheid en lijden maar... de- geallieerden konden nog niet eindigen, de tijd voor een vrede, die werkelijk vrede zou brengen, was er nog niet. De geallieerden streefden niet naar zelfzucht of wraaklust, zij eischten slechts vergoeding voor het ver ledens en zekerhei dvoor de toekomst. Die vroeg ik niet zonder nieuwsgierigheid. „Ach, mijnheer, dat is maar een zeer zondig mensclienkind geweest," antwoordde Donna Maria met een zachte stem. Geweest!" ver volgde zij huiverend. ..Pezen morgen hebben ze hem in Catania bet leven benomen. Die on gelukkige Paolo Saviello!'' Ik zag tot mijn verwondering, dat de tranen haar in de oogcu stonden. En dat om een ban diet! Want dat was hij toch ongetwijfeld, naar haar eigen uitlatingen te oordeelen. „Was deze man misschien een bloedverwant van u?:' Yorachte ik. „Hij droeg, mijn familienaam,"' antwoordde zij. „Hij stamt uit het geslacht der Saviello's, dat zich vele jaren geleden in Fa vara gevestigd heeft, in Favara, een ellendig nest, een vijfhonderd mijlen van hier. Als knaap is bij dikwijls bij ons geweest. Hij n as zoo'n goede, hartelijke jongen. D^t hij zoo zijn leven moet eindigen niemand had het kunnen denken, mijnheer!" E11. opnieuw begonnen haar tranen te vloeien Do ontdekking dat een bloedverwant van mijn hospita do wegen van Sicilië onveilig had gemaakt, en dat zij bovendien hem openlijk betreurde, was mij nu juist Diet zeer aange naam. Maar wat kon ik doen? Ik bevond mij in Sicilië, waar de vrouwen altijd een bemin nenswaardige "ooringenomenheid met geduchte roovers bobben getoond. Ik haalde dus mijn schouders op en liet de zaak op haar beloop. Den gebeden middag, terwijl ik met mijn schetsboek door de ruïnen dwaalde, moest ik meer aan dien Paolo Saviello denken, dan mij lief was. Zijn gezicht had het mij gedaan, ge loof ik. Zoo heel alledaasr-'1 kon zijn geschie denis toch niet zijnwellicht loonde het de moeite Dona Maria eens aan bet praten te brengen, 's Avonds, na den maaltijd geiten bout en maccaroni, zooals ik verwacht bad maakte jk het mij gemakkelijk in een grooten was nog- niet te verkrijgen, en dus... de oorlog zal .voortduren met onverminderde woede. Dczo treurige conclusie is te trekken zoowel uit de redevoeringen in den Duit- schen Rijksdag als uit die van Asquith. en Lloyd George. Nog meer verlies van men schenlevens, nog grooter verwoesting, nog meer ontwrichting van handel, nijverheid, scheepvaart, maar 6en overwinning moet behaald worden Maar wij, dio den strijd op een afstand gadeslaan, zien niet in, hoe die behaald zal worden aan de eene of andere zijde. Dat Duitschland nog zal zegepralen, dat bet Duitsche leger ooit* Parijs of Petro- grad zal binnenniarcheeren, lijkt op het ©ogenblik ongelooflijk, en de omstandig heden doen het zelfs onwaarschijnlijk voor komen, dat de Duitscbers zich zullen hand haven in de bezette gebieden. Doch van den anderen kant lijkt het onmogelijk voor de geallieerden om den vijand te verdrijven uit België, Frankrijk, Rusland, Servië en Montenegro; ondanks de groote offensieven in Oost en West, ondanks het toetreden van Roemenië, hebben in vier, vijf maan den de Entente-mogendheden en hun vrien den nog niet meer gedaan, dan liier en daar het vijandelijk front te doen afbrokkelen in liet Oosten weliswaar over vrij groote breedte en diepte, doch ook slechte over een gedeelteaan 't noordelijk deel van 't front staan de Duitscbers nog op de oude posten. Ongetwijfeld hebben de geallieerden de macht om verder de centralen terug te werpen, en zij zullen dat wel doen ook, maar zullen zij ooit, zelfs na jaren, in staat zijn, om ben in Oost en West op eigen bodem te bestrijden? Als dat gebeurt, zal het zijn na jaren, zoo lijkt het thans, en dan alleen ten koste van de verbloeding van ons hcclc werelddeel. Een beschouwing van den huidigen toe stand kan slechts deze meening bevestigen. De berichten van Ooster- en Westerfront zijn schaarsch in de laatste dagen. Aan de Somme is door de geallieerden bij de laat ste winst geen nieuw voordeel gevoegd. De Franschen, zoowel als de Engelschen, spre ken van zwaar artillerievuur, van felle tegenaanvallen der Duitschers en van het bevestigen van het verworven gebied. Van het Oosterfront komen geen berichten van menige beteekenis, reeds sedert, vele dagen, en in het Russische offensief lijkt nu wer kelijk een verslapping te zijn ingetreden. In Zevenburgen wijken de Roemenen terug tot zelfs aan hun grens, heet het in de Oos tenrijksche en Duitsche berichten. In de Dobroedsja blijft de toe-stand blijkbaar on veranderd en op het Macedonische front komen de Serviërs en de troepen der ge allieerden wel vooruit, maar zóó langzaam, dat zij nu nog acht kilometer van Monastir staan en er nog geen uitzicht is, dat in de eerste dagen deze Macedonische stad in hun handen zal vallen. De strijd in den Kau- kasus en in Mesopotamië schijnt heelemaal niet meer mee te tellen, wij hooren daar zoo goed als niets van. Ditmaal komen eens weer de belangrijk ste berichten van het Italiaansche front. De Italianen vallen hevig aan, zoowel op het Karstplateau, dus in de buurt van Görz als qan de grens van Tirol. Op het laatstgenoemde terrein, op het Asiago-pla- teau, zijn de Italianen vijandelijke loopgra ven binnengedrongen, doch dat is nog al tijd in het gebied, dat de Oostenrijkers in Mei veroverden. Van grooter belang zijn de zegepralen der Italianen op het Kartspla- teau. Ten zuidoosten van Görz, tusschen de Wippach en de kust, hebben zij een of-, fensief geopend en zijn over een front van eenige kilometers vooruitgegaan. Doch de aanvallende beweging lijkt nu reeds weer tot staan gekomen en op den weg naar Triëst, hun doel, zijn de Italianen nog wei nig gevorderd. De Oostenrijkers van hun kant zitten niet stil, doen tegenaanvallen en' maken krijgsgevangenen, evenals hun tegenstanders. De toestand in Griekenland is nog uiterst verward. Allerzonderlingste berichten ko men vandaar. Griekenland, dat op zoo vreemde manier zijn neutraliteit hand haafde. schijnt voorgoed in twee kampen verdeeld. Van het cene is de hoofd leuningstoel bij den haard en stak mijn pijp aan. Donna Maria maakte zich gereed oin mij gezelschap te houden, wat zij schijnbaar haar plicht achtte en ik had reeds een vraag naar Paolo Saviello op do lippen, toen een kleine, schralo geestelijko binnentrad, een vriendelijk ernstig mannetje van hoögen ouderdom, die dadelijk een aangenamen indruk op mij maakte. Nauwelijks hadden wij elkander begroet, of Donna Maria ijlde op hem toe. ,,0, Fra Bartolomcoriep zij bewogen uit, wat ben ik u dankbaar dat u bij mij komt. Is nu werkelijk alles voorbij? ..Ik stond bij hem toen hij den Inatsien adem uitblies", antwoordde de pater. ..Ook aan u moet ik een groet van hem overbrengen." ..Stierf bij standvastig?" ,.Als een man en een christen." Het gesprek betrof Paolo Saviello. daar viel niet aan te twijfelen. ..Komt u uit Catania, eerwaarde?" vroeg ik. Do pater knikte langzaam. ..Jawel, mijnheer. Ik had Saviello beloofd, voordat hij zich aan het gerecht overgaf, dat ik hem op zijn laat- sten gang vergezellen zou. En ik heb mijn woord gehouden, hoe zwaar liet mij ook viel. Er zat een goed hart in dezen verdwaalde. Het heeft mij zeer veel leed om hem gedaan." „Men had hem het leven moeten schenken, omdat hij zich zoo vrijwillig heeft overge geven", zeide Donna Maria. „Dat zou hij niet gewilrl hebben", ant woordde do pater. „Hij dorstte naar recht vaardigheid en liet met vreugde zijn leven." Door dit gesprek was mijn belangstelling in Paolo Saviello nog grooter geworden. „Ver tel me eens de geschiedenis van dien zonder lingen roover", verzocht ik den geestelijke. Daarin scheen de oude heer evenwel geen lust te hebben. Hij deed, alsof hij mijn verzoek niet gehoord had, nam voorzichtig den beker zoeten landwijn, dien Donna Maria hem voor plaats Saloniki, daar is Veuizelos nu aangekomen en heeft zich aau het hoofd geplaatst van de beweging ton gunste van aansluiting l>ij de geallieerden. In Athene ontwijkt men nog steeds een beslissing; er ia alweer een nieuw kabinet, het ministerie- Lambros, dat ecu zaken-kabinet wordt, ge noemd en dat toestemt in de zonderlinge eischen der geallieerden.Die eischen zijn, dat de Grieksche vloot zou worden uitgeleverd.de Grieksche forten ontmanteld, dal de spoor weg van Lazissa naar Piraeus, de voor haven van Athene, nu ook aan de En tente zal worden overgedragen. De Grieksche regeering stemt in allee toe en de overgave der Grieksche vloot is Donderdagmiddag gescnied, de bemanningen der schepen zijn aan wal gezonde». Tn Athene, lezen wij in de telegrammen, bleef het kalm. Het is ec.i onbegrijpelijke toestand. Omtrent de Duitsche onderzeeën-actie aan de Amerikaansche kust vernemen we niete meer. Er zijn daar geen nieuwe schepen ge torpedeerd. Omtrent een optreden der Amc- rikaansche regeering. omtrent de verhou ding van de Vereenigd© Staten en Duitsch land verluidt- niete nieuwe. DUITSCHLAND. De Duitsche Rijksdag. Woensdag kwam do Duitsche Rijksdag weer bijeen en spraken verschillende iedèn liu'n mee ning uit: Van een aanval op den rijkskanse lier was, ten minste openlijk, geen sprake, zelfs niet van don kant der conservatieven, zijn grootste tegenstanders. Wel drongen deze bij monde van den afgevaardigde Weetarp, even als de nationaal-liberaal Bassermann, aan op scherpe voortzetting van den duikbootenoorlog. Deze laatste, evenals andere leden, verwachtte een vrede alleen ran een overwonnen Tijand. De conservatief Westarp was echter de eenige, die ronduit verklaarde, dat, wat de Duitscbers met hun bloed hadden veroverd, ook behouden moest blijven. Door de verschillende sprekers werd vertrouwen betuigd op do leiding van den keizer, van de overwinnaars van Tannen- berg en Skagerak, van de commandanten der onderzeeërs, eigenaardig was. dat de con servatief hierlyj blijkbaar opzettelijk den naam van den rijkskanselier wegliet. Ook de spreker der socialistische (partij. David, verklaarde zich voor voortzetting van den oorlog, alleen Haase. ran do afgescheiden fractie der arbei derspartij. gaf als zijn meening tc kennen, dat er onmiddellijk gestreefd moet worden naar een middel om tot vrede te komen. Koning Otto van Beieren t. MUNCHEN. Koning Otto van Beieren is, 11a jarenlang ziek t© rijn geweest, te Fürstenraad bij MUnchen gestorven. (Otto I, tweed© zoon van koning Maxi- miliaan II, werd geboren den 27sten April 1848. Kort na 1871 werd hij krankzinnig. Aanvankelijk werd hij op het kasteel Nym- phenburg behandeld, in 1878 ecliter naar Schleissheim overgebracht en later naar Fürstenraad, waar liij thans overleden is. Na den dood van zijn broeder Lodewijk II (13 Juni 1886) werd hij tot kening uit geroepen, daar hij echter absoluut onge schikt was om te regeeren, trad zijn oom Luitpold op als regent. Na diens dood in 1912 aanvaardde zijn zoon Lodewijk III de regeering onder den titel koning van Beieren. Red.) ENGELAMD. Uit het Britsche Lagerhuis. De Engelsche regeering heeft in het Lager huis een nieuwe kredietaanvraag ingediend van 300 millioen pd Sterling (zegge meer dan milliard gulden). Het. bedrag der toegestane kredieten zal dan bedragen meer dan 3 milliard pond sterling of 37 a 3S milliard gulden. Per dag wordt tegenwoordig ongeveer gerekend op een uitgave van 60 millioen gulden Na bespreking dezer kredieten gaf de eerste minister Asquith een overzicht van do operatics op de verschillende oorlogsterreincn. Asquith ging hierbij de feiten op de verschillende fron ten na en gaf niet het minst lof aan de Ser viërs, die den vijand van de hoogten aan de frrqns van hun land. hebben verjaagd. Het be- angrijkst was echter natuurlijk de strijd aan de Somme en daarvan zeide de eerste minis ter o.a. De geallieerden hebben aan de ^qpme sedert hot begin van het offensief 60,474 gevangenen gezet had, van de tafel en verkwikte zich daaraan met de houding van iemand, die ver sterking noodig heeft. Ik wendde mij tot de waardin om opheldering. „Dat Paolo nit Favara stamde, weet u rc^ds", antwoordde zij gewillig. „Zijn vader werkte in de zwavelmijnen. en toen Paolo er genoeg kracht toe bezat, moest hij er ook in afdalen om de gevulde zakken naar boven te dragen, wel honderd treden hoog. en dat voor een gering dagloon. Dezen arbeid -achtte de jongen beneden zich. hij had verstand en goede manieren, niettegenstaande zijn geringe af komst en dat hij hooger op wilde, was hem niet kwalijk te nemen. Op zekeren dag liep hij dan ook weg eq men hoorde in jaren niets van hem. Het heet, dat hij naar Leb vaste land is gegaan en daar in slecht gezelschap is geraakt. Hoe dit zijn mag. toen Hij weder terugkeerde, was uit den jongen een echte schurk gegroeid. "Want het eerste, wat zijn landgenooten weer .van hem vernamen, was. dat hij. geheel alleen, dicht bij Canicatti, de post beroofde." „Je hebt vergeten te vertellen. Donna Maria, dat de vader van Paolo zich intusschen in de zwavelmijnen dood had gewerkt", viel de pater haar in de rede. Hij wendde zich tot mij. ,X moet weten, dat onze zwavel mijnen tailooze menschenoffers eischen. Of liet zoo zijn moet, weet ik niet. Er bestaan machines, dio den zwaarsten arlieid kunnen verrichten. Mfiar geen ondernemer schaft ze aan en wanneer iemand het deed. dan zouden de arbeiders het ding waarschijnlijk vernielen, uit vrees, dat een gedeelte Tan hen c-r broode- loos door zou* worden. Paolo Saviello had door den dood van zijn vader een diepen haat voor den pachter van de mijn opgevat en toen hjj het systeem van de landverpaehting, zooals het bij ons van oudsher in gebruik is. leerdo kennen, haatte hij ook de grootere Eist bij Arnhem. gemaakt en 301 kanonnen en 10») machine, geweren veroverd. Hiervan koimn voor En- gcUcho rekening 28,050 gevangenen, 121 ka- nonnen en 307 machinegeweren. Verder halen wij uit het slót van zijn red© volgende aan ,,lk geloof, dat uit het overzicht, dat ik tlmns gegeven heb, blijkt, dat dit niet het oogenblik is voor een stoutmoedig hart, om te aarzelen waar het voornemens of uitvoering geldt. De last, dien de oorlog ons en onzen bond genoot» n oplegt, dc moeilijkheden, die, wij er kennen hot, ook dengenen veroorzaakt worden, die niet rechtstreeks bii den strijd betrokken zijn, de verstoring vau den handel, do verwoes- tuig van grondgebied, het verlies van niet to vervangen menschenlevens. do lange sombere opeenvolging van wreedheid en lijden, soms verhelderd door onsterfelijke daden van Jicl- flenmoyd en ridderlijkheid, mogen niet eindi gen met een opgelapt, uiterst onzeker, ont- erend compromis, (langdurig© toejuichingen) dat ten onrechte den naam van „vrede" 'zou. dragen (herhaalde toejuichingen). Niemand verlangt het tragische schouwspel van dood en vernieling ook maar één dag lan ger dan noodig is te laten voortduren, maar wij zijn aan hen. die hun leven gegeven heb ben verschuldigd, dat hunne hoogste offer niet vergeefs zal zijn gebracht." Het doel ric-r geallieerden is bekend en is dikwijls genoeg nauwkeurig opgegeven. Hot is geen zelfzuchtig deel en evenmin een wraak zuchtig. doel, maar vrij eischen, dat ©en pas sende I adequate) vergoeding voor het verleden en eene passende zekerheid voor de toekomst zullen worden gegeven." In dezelfde zitting van h-' Lagerhui* sprak do minister van oorlog Lloyd George, di.v naar aanleiding van critieken over een vrager inter view zei. dat hij slechte had herhaald, wat As quith reels zoo raak had-gezegd; bij nam dan ook geen enkele zijner woorden terug. Hof. Lagerhuis verklaarde instemming njet de redevoeringen der ministers en stond o^ama de gevraagde credieten toe. ERAKKRIJK. Van hot Westelijk Oorlogsterroin* Aan da Somme. PARIJS. Ten .vesten van Sailly Sallisei maakten wij ©enige vorderingen. Groote ar- tïllerie-actie ten zuiden van d© Somme. Eene fabriek van verstikkende gassen te Mülhausen werd gebombardeerd. Er ont stond daar een groote brand. LONDEN. Officieel Sir Douglas Haig berichtIn den namiddag deden wij aan vallen tusschen ons front en den veg BapaumePeronne. Wij behaalden reeds successen en maakten tal van gevangenen Het gevecht duurt voort. Gedurende don heelen cag bombardeerde de vijand hevig onze loopgraven ten noordwestei'i van Le Sars en ten noorden van Courcelette. ITALIË» De strijd op het Karstplateau. LONDEN. De „Daily Telegraph." meldt uit Romp, dat tie JtalLaanscho troepen een groote overwinning behaalden op de Karsi. Zij maakten 6000 gevangenen, o.nr. 161 officieren. Do correspondopt te Milaan voegt- hierbij, dat de artillerieactie onaf gebroken voortduurde .sedert 4 October. De Oostenrijkers verklaren zelf in hun berichten dat de Italiaansche -artillerie nooit tevoren hun' linies zoo heftig bombardeerde. De geheel© linie over dertig mijlen lengte scheen in vuur en vlam. Het front van den vijand is nu op verschillende plaatsen verbro ken. ROME. Onze infanterie breidde in nieuw© herig© aanvallen de winsten van den vorigen dag uit, voornamelijk in de Sober-zone (Görz), de hoogten 343 en 144 ten oosten van het dorp Nevavilla op den Karsfc. Zij maakten nog 1771 gevangenen onder wie 35 officieren. Aan het Giuliafront namen we sedert 5 Augustus in het geheel 30,881 man gevan gen, o. v. 728 officieren. Vijandelijke vliegtuigen wierpen Woens- landpachters, die ongetwijfeld met de kleice stukken grond, waaraan de geringe man zoo n behoefte had, een schandelijken woeker dre ven. „Ik meen te. moeten begrijpen," zei ik. „dat Saviello de Voorzienigheid een weinig voorko men en de menschonplagers reeds op aard© ge straft heeft. Hij is niet de eerste, die zoo iets doet; uw groote roovers hebben altijd ijverig voor den armen man- partij gekozen." Do goede pa-.-r vervolgd© met priesterlijke waardigheid: ...Niemand, die Stonde doet, kan daarvoor een geldig© vcrontschuliging vinden, mijn w.Tfirrl© heer." Daarmee brak hij af en gaf hij Donna Maria gelegenheid den draad van haar verhaal wrer pp te vatten. Zij ging voort ...Saviello vond spoedig met gezellen, niet wie hij aan deze zijde van het eiland rondzwierf en buit maakte. Maar zon der noodzaak heef- hij nooit iemand gedood." „Zeer edelmoedig," merkte ik droogweg op. „En hoe hield het gerecht zich tegenover di© onbetamelijkheden „O, de heeren in Catania lieten zich door een paar roovers niet uit hun rust brengen. Alles, waf er gebeurde, was, dat do postwa gens van een sterk geleid© werden vxirzien. Wie alleen reisde, moe** maar zoo goed moge lijk voor zijn veiligheid zorgen. Waarschijn lijk koesterde men de hoop, dat Saviello wel eens bij een onvoorzichtigen aanval onschade lijk gemaakt zou worden. Dat gebeurde echter niet. Geen ongeluk overkwam hem. Een jong meisje werd eindelijk, op onbegrij pelijke wijze, do oorzaak, dat hij zich aan d© macht der polirie overgaf. Dat ge beurde onaivcer zes weken geleden hier in Girgenti." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1