No. 329.
Vrijdag 22 September 1916
Orgaan voor Leger en Vloot.
Een luis van Overvloed.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
DERDE JAARGANQ.
DE SOLDATENCOURANT
REDACTIE EN ADMINISTRATIE PAJjESTRINASTR. lO, AMSTERDAM. DIT
BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEER. LOSSE NUMMERS VOOR
MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS :s CENT. ABONNEMENT BU VOORUIT
BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS/1.50P.KWARTAAL
Voor AdvertcutiCn weodö mee ach tot onze Administratie. PdwtrinMtruat 10
Amsterdam. Prijs der Adverteuttfn per regel UO cent. Voor Ingezonden Mede
deelingen op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tariei. Bij aOocnen en-
Het Macedonische front.
ff.+0e6.2-A//e7ij*.%eSe-rgt<i
We willen niet zeggen/ dat de strijd aan
iet Macedonische front iet belangrijkste ia
op het oogenblik, maar hij is zeker zeer be
langwekkend. Want "we zien*.hier trcepeu
in den strijd, die hun best doen hun eigen
'lend te heroveren, die dus werkelijk voor
hun vaderland vechten, dat op iet oogen
blik in 's vijands banden is, in die der Bul
garen. Ook de oorlog aan Stroema en War-
dar, waar vooral Fransche en Engelsche
troepen meedoen, ia van belang, maar wij
zien met de meeste spanning uit naar het
resultaat, dat de Serviërs behalen aan de
grenzen van bui land. Misschien staan ze
op dit oogenblik reeds op Servisch gebied,
aan het Moglena-front moeten ze de grens
overschreden hebben. Doch in elk geval, zij
hebben Fiorina in handen, een. plaats van
belang, en 'niet zoo ver meer van de grens,
zooals men op ons kaartje kan zien. Van
Fiorina naar Monastir is de afstand niet
grooter dan» 30 K.M., zoover ongeveer ais
Amsterdam van HilversumMonastir is de
grootste stad in 't Zuiden van Servië, is dit
eenmaal veroverd, dan kan de Servische
regeering wee»- op eigen grond zetelen. Vol
gens sommige berichten loopt Monastir ge
vaar weldra in handen der Senders te vallen
De verspreiding van ons blad.
Onderdeelen, die mot het toegezonden aan
tal Soldatencouranten niet toekomen, worden
verzocht een grooter aantal te willen aanvra
gen, opdat alle abonné's regelmatig, een eigen
exemplaar kunnen bemachtigen.
WIJ brengen in herinnering, dat trocpen-
deelon, die soms door een of andere oorzaak
van ons blad verstoken zijn, slechts een aan
vraag tot ons to richten hebben om regelmatig,,
driemaal per week, een pakket Soldatencouran-
ton te ontvangen. Nergens mag ons „Orgaan
voor leger ©n vloot" ontbraken.
Vereenigde Vergadering van de beide Kamers
der Sfaten-ieneraal.
op Dinsdag 19 September
tot opening van de gewone
zitting der S t at n-G e n er a a 1.
De heer V an Voorst to fc*V o o r s t,
die den voorzittersstoel bekleedt, opent, na
dat de leden zich naar de Ridderzaal op het
Binnenhof begeven hebben, te half een uur
de vergadering en laat door den griffier van
de Eerste Kamer voorlezen een Koninklijk
Besluit van 5 September 1916, No. 59, hou
dende zijne benoeming tot voorzitter van de
Eerste Kamer gedurende de ritting die
heden zal aanvangen.
De Voorzitter benoemt eene commissie die
Hare Majesteit de Koningin in het gebouw
zal ontvangen en uitleiden. De commissie
bee bond uit de heeren Staal, Kraus, Fok
ker, Van der Hoeven, Gilissen, leden van
de «Eerste Kamer, en de heeren Tydeman,
Jansen (Den Haag), Van Raalte, Mar-
chant, Fruytier, Roodhuyzen, Duynstee,
Van der Molen, Snoeclc Hênkemans en
Boissévain, leden van de Tweede Kamer.
De Ministers, hoofden van ministerieele
departementen, en de leden van den^Raad
van State vereenigen zich te een uur mede
in de Ridderzaal.
Hare Majesteit de Koningin, vergezeld
van Zijne Koninklijke Droogheid den Prins
der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg,
kort daarna in de Ridderzaal aangekomen,
wordt dooi de commissie in de vergaderzaal
binnengeleid, neemt plaats op den Troon en
houdt, terwijl Zijne Koninklijke Hoogheid
dé Prins naast haar gezeten is, de volgende
Troonrede
Mijn,Heeren!
Ten derde male sedert de rampzalige
oorlog uitbrak, die Europa verscheurt, ben'
ik in uw midden, vervuld door de zorg voor
de hoogste belangen van ons Vaderland,
Dat voor mijn volk tot dusver de vrede
behouden kon blijven, stemt mij tot dank
baarheid..
Gelukkig bleven onze betrekkingen met
alle mogendheden van vriendschappelijken
aard.
Ik zal ook in het vervoig de plichten na
komen, die eene neutrale natie door'het vol
kenrecht zijn opgelegd. Maar ik ben vast
besloten onze onafhankelijkheid te verdedi
gen naar vermogen; tegenover wieu het ook
zij, onze rechten te handhavën.
Bij de vervulling van die taak steun ik,
behalve op ons goed recht en de eensgezind
heid der natie, op onze zee- en landmacht,
die op alleszins lofwaardige wijze den haar
opgelegd en last blijven dragen.
De aflossing van onder de wapenen "staan
de dienstplichtigen door nieuw opgeleide
manschappen en de daaraan gepaarde be
langrijke uitbreiding onzer levende strijd
krachten worden geregeld voortgezet. -De
voorraden wapenen, munitie en ander ma
teriaal worden, ondanks te- overwinnen
moeilijkheden, voortdurend vermeerderd.
De mogelijkheid om, met handhaving
onzer weerbaarheid, den druk der mobilisa
tie te verlichten, wordt door mij opnieuw
overwogen.
Het economisch leven van ons land onder
vindt meer en meer den invloed van de om
standigheden, welke door den oorlog zijn in
het leven geroepen.
De toestand van land- en tuinbouw is
over het geheel nog niet ongunstig.
Naar het Engelsch
DOOR
MAX.PEMBERTON,
(Slot.)
Hier zou'hij ten minste eindelijk weer
durven ademhalen. Nu kon het gepeupel
zooveel razen en tieren als het wildef. hij
faf er niet om, daar hij door uitstel wat
qn winnen.
Waren er ooit minuten kostbaarder ge
feest? Die wolven zouden de geheele stads
wijk in brand steken als zij dachten, dat
hun prooi hun ontsnapt was. Vol dorst
1 naar menschenbloed, schreeuwden, zij om
vrijwilligers, die de deur in wilden trappen,
die de uitgangen wildon bewaken en fak
kels om den boel in brand te steken. En
ieder woord, dab zij spraken scheen tot hen
die daarbinnen waren, te komen als in
bazuingeschal. Zelfs de dappere Mademoi
selle Dolores beefde voor hun woede.
Albert Muntz, de Duitscher, schreide
als een kind. Edmund. Grlopp alleen lien
met flinkén tred op en neer" en handelde
als iemand, die een vast besluit had ge
nomen.
Help mijn bedienden bij hetgeen zij
etraks moeten verrichten, zei hij tot Dolo-
jreat 05 reken tfar. moed. Als ik_s$pr Jret
venster tot de menigte spreek, moet deze
man naast mij staan. Er is eten in mijn
kelders. Ik wensch, dat iedereen weet,' dat
dit een huis van overvloed is. Help hen,
Dolores,„want ik vrees, dat zij lafaards zijn.
Veroordeel hen niet, antwoordde zij,
nog bevend 'over al haar leden. Je kunt
dezen man niet redden, Edmund; je hebt
het recht niet er je eigen leven voor te
geven, x s
Alle recht, Dolores, omdat jij mijn
hulp hebt ingeroepen. Als het gevaar
grooter wordt, zal ik daaraan denken. Ge
hoorzaam mij nu, misschien komt alles dan
nog terecht. Men moet toch ook ten slotte
toonen den naam van Engelschen dokter
waard te zijn.
Een glimlach verhelderde zijn gewoonlijk
effen gelaat. En den Duitscher verzoekend
roet hem mee te gaan, ging hij op heb bal-
con, nam een lamp op, zoodat ieder zijn
gelaat kon zien en het gelaat van den man
die naast hem stond en sprak ten tweeden
male dien avond tot de menigte.
Het zou onmogelijk geweest, zei hij, zijn
vriend mee te nemen naar het wachthuis
zij konden zelf zien, dat er in de straten
geen doorkomen %aan was. Toch stemde hij
toe, dat hun verzoek, om een vonnis juist
was.
Laat .uw leiders hier bij mij boven
komen en gezamenlijk zullen wij dezen man
verhooren, zei hij. En daarop vroeg liij:
Ben ik minder een vriend van Frankrijk,
dan' gij Is Mademoiselle Morizon een ver
raadster; van haar land, zij, die gij een
Toch worden de moeilijkheden, bij de uit
oefening van deze juist in de tegenwoordige
omstandigheden voor de volkshuishouding'
zoo belangrijke bedrijven ondervonden,
steeds grooter en is bij enkele onderdeelen
reeds een remmende invloed op de produc
tie merkbaar.
Op het gebied van handel en nijverheid
trachten zoowel de regeering als de belang
hebbenden de nadeelige gevolgen te beper
ken van de moeilijkheden, die maatregelen,
in het buitenland genomen in verband met
den oorlogstoestand, voor onze aanvoeren
uit den vreemde en voor onzen uitvoerhan
del medebrengen.
In toenemende mate was de regeering ge
noodzaakt maatregelen te nemen in het be
lang van de volksvoeding. In verband daar
mede was beperking van den uitvoer en
ingrijpen in het binnenlandsch economisch
leven noodzakelijk.
Het scheepvaartverkeer in de Nederland-
sche havens bleef gering. 'De groote vracht
vaart leverde bij voortduring gunstige
uitkomsten 'op, terwijl ook de toestand der
kleine vaart eenige verbetering vertoonde.
Ook de zeevisscherij gaf gunstige resul
taten, doch ondervond in den laatsten tijd
ernstige moeilijkheden, naar welker oplos
sing wordt gestreefd. De andere takken
van visscherij gaven met enkele uitzonde
ringen ook betere uitkomsten.
De maatregelen tot handhaving van de
neutraliteit en tot tempering van de nadee
lige gevolgen van de crisis voor de econo
misch zwakkeren blijven bij voortduring
zeer hooge eischen aan de schatkist stellen.
Voorshands zal kunnen worden afgewacht
in hoeverre de opbrengst der beide tot stand
gekomen buitengewone belastingen in de
daardoor ontstane behoeften voorziet.
Een wetsontwerp tot nadere regeling sn
versterking der inkomsten van het lecmings-
fonds 1914 zal u worden aangeboden.
De voorstellen tot versterking der midde
len, ten einde, afgezien van de uitgaven in
verband met den buitengewonen tosstand,
het financieele evenwicht te herstellen, zul
len uwe aandacht blijven vragen, evenals die
tot verruiming van het belastinggebied der
gemeenten en tot heffing van opcenten ten
behoeve der gemeenten op de belasting dar
naamloozo vennootschappen.
Ook in Nederlandsch-Indië wordt veelot-
gemak ondervonden van de belemmer!ngiu
in het overzeesch verkeer als gevolg van den
in Europa woedenden oerlog. De uitkomsten
van handel en scheepvaart in alle koloniën
geven niettemin reden tot/tevredenheid.
In Suriname mocht zoowel het klein als
het groot landbouwbedrijf op niet onbevre-
digonden uitslag wijzen. De weldra ver
wachte voltooiing der haven ver be tering op
Curasao en de vestiging op het eiland van
groote werken tot opslag en bereiding van
aardolievoortbrengsélen, die aan honderden
arbeid zullen verschaffen, rechtvaardigen
de hoop op bétere toekomst.
Het stemt mij tot erkentelijkheid dat op
tal van plaatsen in Nederlandsch-Indië door
ingezetenen van allerlei landaarden betoo
gingen zijn gehouden om gehechtheid te be
tuigen aan het Nederlandsch gezag en be
reidvaardigheid om daarvoor persoonlijke
en geldelijke offers te brengen.
De regeering zal niet nalaten harerzijds
datgene te doen wat gedaan kan worden
tot versterking der levende strijdkrachten
in Nederlandsch-Indië en, voor zoover de
uiterst bezwarende omstandigheden het ge-
doogen, voortgaan, met de uitbreiding der
vloot en verdere toerusting tot krachtige
verdediging ter zee.
De te Tandjong Priok, Soerabaja en Ma
kassar aangelegde havenwerken zullen wel
dra in gebruik kunnen worden gesteld.
Veel zal opnieuw van uwe toewijding
worden gevraagd. Belangrijke wetsontwer
pen zul (en ook in dit zittingjaar uwe aan
dacht vorderen.
Ik verklaar met de bede, dat God ons ook
in dézen zorgvollen tijd moge bijstaan,» de
gewone zitting der Staten Generaal geopend.
Hare Majesteit de Koningin, vergezeld
van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins
der Nederlanden, Hertog van Mecklenbuqg,
en voorafgegaan door de commissie, verlaat
devergaderzaal
De Voorzitter sluit, nadat cfe com
Dochter van het Volk hebt genoemd? Dat
laat ik aan-uw eigen gezond oordeel over.
Komt hier en verhoort hem, en vergeet
niet, dat ge Franschen zijt.
Zij luisterden vol verbazing# naar hem.
Het beroep op hun gezond verstand miste
zijn uitwerking niet. Dat de spion niet
ontsnapt was, zagen zij met hun eigen
oogen. En zij zouden hem ter dood kunnen
brengen: ia, dat moest het zijn, want zij
wisten, dat hij schuldig was. Nu volgde
eenig gedisputeer over de namen van hun
afgevaardigden, eindelijk zonden zij er
twaalf naar binnen mannen in uniform,
burgers, den caféhouder, den man, die het
papier opraapte, den leider van de menigte,
die het eerst om wraak op den spion ge
roepen had.
Deze mannen vonden wijn, brood en
vle&sch op de tafel van Arlopp staan. Nooit
hadden 'wolven scherper den geur van hun
prooi opgesnoven, en met glisterender oogen
gekeken naar datgene, wat hun honger zou
kunnen stillen. Was de Engelsche dokter
een toovernaar, dat hij zooveel voedsel in
Parijs bijeen wist te krijgen, waar alle
mensdien uitgehongerd waren Het leek
er wel op en niet alleen voedsel voor hen,
die hier binnen waren, maar ook brood en
vleesch voor de menschen op straat "goed
voedsel om liun honger te .^tillen en hun
dorst te lesschen. Als hij hun verteld had,
waar het brood'vandaan kwam dat ook
hij de linies gepasseerdwas en menigen
nacht alleen in het Pruisische kamp had
doorgedacht da^i^zoiidgn zij hem ,o ol>
missie in de zaal is teruggekeerd, de ver
eenigde vergadering.
De officieren van het Militaire Huis van
do Koningin, die Dinsdag bij de opening van
de Staten Generaal achter de staatsiekoete
reden, waarin. H. M. en Z. K. H. waren
gezeten, warende adjudanten in bui ten-
gewonen dienst luitenant-generaal Rost
van Tonningen en de generaal-majoor
Tonnet; do adjudanten in gewonen dienst
generaal-majoor Graaf Schimmelpenninck
luitenant-kolonel jhr. Van Suchtelen van
de Haare, adjudant van den Prins, en rit
meester, Jhr. van Reigersberg Versluys;
de ordonnance-officieren le Luit. Sixma
baron van Heemstra; le Luitenant Jhr.
Quarles van Ufford; le Luit. Jhr. Backer,
tijdelijk adjudant van Z. K. H. den Prins
en de le Luitenant von Heyden.
In dj? Ridderzaal waren aanwezig de ad
judant der marine in buitengewonen dienst
gep. kapitein ter zee Zegers Rijser; en de
dienstdoende adjudanten kapitein ter zee
Jhr. Hooft graafland en do kapitein-lui
tenant ter zee Jhr. von Müliler; voorts de
kamerheeren in buitengewonen dienst Jhr.
Mr. iW. Röellvan Weideren baron Ren-
gersbaron van Zuylen van Nyeveltbaron
van Hardenbroek van Bergambachtbaron
van Iittersum en baron van Asbeck; en
de dienstdoende kamerheeren Baron van
Geen em J. baron Taets van Amerongen.
In de Ridderzaal,
Men meldt ons "uit Den Haag:
De Ridderzaal bood wederom denzelfden
kleurrijken aanblik als vorige jaren. Was aan
vankelijk de toon ecnigszins mat door de be
wolkte lucht buiten, later, toen de zon weer
haar stralen wierp door de gekleurde ramen,
werd bet tooneel weer even bont en wafmgetint
als gewoonlijk. Wederom was een aantal
Kamerleden in rok, te weten de heeren Kete
laar, Qpsterbnan, Otto, Teenstra, Roodenburg,
Koster, Eerdmans en Binnerts, in uniform
waren de heeren Eland, Staal en Duymaer van
Twist; de heer Bosch van Oud-Amelisweert
droeg het rechterlijk gala-costuumde heeren
Van Beresteyn en De Gijselaar het burge-
moesierfijk ambtsgewaad met zilveren ketting;
in blauw met zilver gedost was de heer Ver-
heijen als opperjagermeester, terwijl de heeren
Do Vos van Steenwijk en Van Holtho tot
Echten" liet costuum van Kamerheer met de
zware gouden epauletten en breede gouden,
strepen over do borst droegen. Enkele Kamer'
leden droegen voorts de witte pantalon als
kenteeken van hun oud-Ministerschap, als de
heeren Fock en Ivraus, terwijl anderen, als dé
oud-Minister Kolkman, volstonden met het
onder den arm dragen van den gepluimden
ministerssteek. De heer Nolens droeg echter
het gewaad van huisprelaat met den breeden,
over den grond sleependen purperen mantel.
De ovêrige Kamerleden waren in het gewone
gala-costuum: donkergroen met goud galon
Verder vormde hot "corps diplomatique, dat
ditmaal vrij voltallig aamuv.ig was, met de
dames der gezanten een zeer kleurige groep.
Alle Ministers waren als steeds aanwezig.
Voorts do leden van den Raad van State, van
do Rekenkamer, den Hoogen Raad en andere
hooge ambtenaren en dignitarissen. Ook de
Opperbevelhebber, de commissaris der Ko
ningin in Zuid-Holland, baron Sweerts, en B.
en W. van 's-Gravenhage verschenen in hun
veelkleurige gala-costuums.
Onderu de aanwezigen werden voorts opge
merkt: fDe heer Idenburg, oud-Gouverneur-
GeneraEfl van Nederlandsch-Indië, met het lint
van het grootkruis van den Nederlandsclien
Leeuw over het vest onder de schitterende
uniformrok, welke als tecken zijner waardig
heid door hem gedragen Verd. De heer Kielstra
droeg het costuum van staatsraad i. b. d. en
de heer Staal, nieuwbenoemd gouyerneur van
Suriname, liet met zilver belegd costuum. De
breede oranje, paarse, roode, witte en groene
ordelinten, door vele autoriteitc-n en écharpo
gedragen, deden goed in 't warme zonlicht,
dat er op speelde, en verhoogden den indruk
van het geheel.
Toen ten slotte de van goud flonkerende
stoet van hof.dignitarissen te bestemder ure de
zaal was binnengetreden cn alles gereed was
om de Koningin te begroeten, werd het stil
in de zaal. Daar heft de opperceremoniemeester
zijn rooden staf in' de hoogte, een kort: Hare
Majesteit 1 weerklonk en de stoet zet zich in
beweging door het gangpad naar den met rood
en. goud bekleeden Troon aan het einde dei-
zaai, terwijl vin buiten gedempt het „Wilhel
mus" klinkt.
Voorafgegaan en gevolgd door leden van de
commissie van in- en uitgeleide, treedt H. M.
binnen, begeleid door generaal Staal, achter
Haar de Prins met den lieer Tydeman aan
zijn zijde.
De Koningin droeg een zwarten hoed en een
grijs satijnen robe met zilveren weerschijn, jjc-
Iï'gd met fijne, zwarto tulle. De Prins was in
admiraalsuniform. Beiden droegen het orde-
lint van Grootkruis van den Ncderlandscken
Leeuw.
Nadat H. M. had plaats genomen op den
Troon en Z. K. H. op den troonzetel aan Haar
zijde, las de Koningin met duidelijke stem
de korte rede voor, eenigen nadruk leggende
op do passage, waarin gewaagd wordt van <lo
handhaving onzer onafhankelijkheid. In enkele
minuten was de plechtigheid beëindigd, waarna
door generaal Staal een door allo aanwezigen
driewerf herhaald „Levode Koningin! Hoera!''
word aangeheven en het Koninklijk Paar het
gebouw verliet.
Op straat.
Het Oranjczonnctj© had de dof grauwe regen
luchten ven den vroegen morgen voor zijn
lachend licht doen wijken en scheen in zijn vol
heid £vcr de nog nat geregende, menachenvolle
stad.
Al vroeg heérschte' er een levendige drukte
in de stad, niet het minst langs de wegen,
welbe de stoet zou volgen en waar men poogde
zich tijdig een plaatsje te veroveren, opdat men
■niets van dit officieele schouwspel zou missen.
Speciaal voor het Paleis in het Noordeinde was
lang te voren een groote menigte saamge-
stroomd, geduldig .wachtend op de dingen die
komen zouden en op eerbiedigen afstand ge
houden door militairen en politie te voet én
te paard.
Tegen, halftwaalf kwam de eerewacht. de
vaandolcompagnie van heb regiment grena
diers, onder bevel van den kapitein Phaff en
vergezeld van de Koninklijke Kapel, zich voor
het Paleisopstellen. Niet lang daarna kon
digde gejuirii van de menigte, die zich in liet
I oorhout had opgesteld, de aankomst aan van
de Koninklijke auto, waarin het Prinsesje naar
heb Paleis reed. De geweren werden gepresen
teerd, liet „Wilhelmus" werd gespeeld.
Klokslag één uur nadat de menigte zich in
den tusscheniijd had onledig gehouden met
het aanschouwen van het af- en aanrijden van
ordonnance-officieren en andero autoriteiten
in vol ornaat, stapten de Koningin en 4e Prins
in de thans voorgereden gouden koets. Com
mando's klonken, trommels roffelden en onder
het spelen van het „Wilhelmus" zette de stoet,
voor een der vensters nageoogd door het Prin
sesje, zich in beweging.
De weg die gevolgd werd, door de Heul-
straat, het Lange Voorhout en over den Korten
Vijverberg, was afgezet door miiirairen. Achter
deze haag verdrongen zich do belangstellen
den, die het Koninklijk Echtpaar toejuichten.
Ook groepen van leden van de Verecniging
veor Vrouwenkiesrecht, rnni linten en vlag
getjes getooid, bevonden zich onder iien en
wuifden den stoet met hun vlaggen toé.
Achter do ramen der huizenrijen van den
gevolgden weg stonden dicht opeen de men
schen, terwijl voor de weeskinderen op het
voorplein van het Maurushuis een goed
plaatsje was ingeruimd.
Natuurlijk dat op het Binnenhof eveneens
een groote menigte aanwezig was. alsmede vele
'kijklustigen achter de ruiten der departements
gebouwen, wijl ook daar immers reeds van tien
of elf uur af al zo» veel te zien viel.
Ook hier het. aanrukken der eerewacht, ge
formeerd uit het 2e bataljon jagers met het
regimen tsvaaiidel en de staf muziek, het geheel
onder commando yaij majoor Boellaardhet
aanrijden der officieele personen in hun ambts
gewaden, schitterende vreemde uniformen, do
aankomst van het corps diplomatique, van do
Ministers^ van leden van den Raad van State
en zoo meer. s
Toen de stoet aankwam, zette de Jagerkapel
zacht het „Wilhelmus" oude toonzetting in.
Onder daverend gejuich betraden Koningin en
Prins de Riddertaal.
Te ruim hnlftuec vertrok de stoet weer van
liet Binnenhof, om langs denzelfden weg naar
het Koninklijk Palei3 te trekkenInmiddels
hadden reeds vele waardigheidsbekleeders de
Grafelijke Zaal verlaten, o.a. het geheele corps
diplomatique, welks leden in hun schiiterge-
waden zich hadden, opgesteld op het straatge
deelte nabij den voor de diplomatie bestemden
ingang, een buitenkansje voor het publiek, dat
op dat gedeelte van het Binnenhof nu de ge
legenheid had een staalkaart van iritbeemsche
galagcy.adcn en militaire uniformen te zien.
Bij 't t^ugkomen van den. stoet aan het
Paleis stond Prinses. Juliana achter een der
vensters hare ouders toe te wuiven. Eenige
oogenblikken later vereenigde de geheele
Koninklijke Familie zich aan een der vensters
naast het balcon en woonde, onder blij gejuich
van do voor het Paleis verzamelde .menigte, het
afmarcheeren van de vaandelcompagnie bij.
Dat geschiedde onder de tonen van doa op-
wekkenden ..Turf-in-jc-ransel-marscn". Daarna
trokken de vorstelijke personen zich terug en
verspreidde de menigte zich.
als spion hebben uitgekreten. Maar zij ken
den den Engelschen dokter als een 'man
van weinig woorden.
Eet, zei hij tot hen, en daarna Drink,
en etend en drinkend vergaten zij een poos
lang, waarvoor zij in dit ku;s gekomen
waren.
Toen zij hst zich herinnerden en sommi
gen hunner over gerechtigheid begonnen te
spreken, verzocht Orlopp den Duitscher op
te staan en zijn beschuldigers aan te kijken.
Tot ieders verbazing, bewoog de man zich
niet of stond niet cp van de sofa, waarop
hij was gaan zitten, toen hij voor 't eerst
de kamer binnenkwam. Hij bedriegt ons
en doet of hij niet kan, zei er een.' Een an
der nam ©en kaars op en bield bem voor
de levenlooze oogen,
Kom hier, zoi hij, di© man is dood,
heeren
Een vreemde stilte overviel de-groep men
schen. Daar lag de Duitscher, in elkaar ge
hurkt op de sofa, zijn gelaat was doodsbleek
zijn mand open, zi jn oogen half gesloten. De
menigte buiten schreeuwde om zijn dood.
De mannen binnen keken elkaar sprakeloos
aau.
Heeren, zei Orlopp, wij zijn te laat be
gonnen. Breng uw vrienden hiervan op
de hoogte. Geen menschen kunnen meer
over dezen man richten. Verzoek hen bin
nen te komen en zelf te zien. Laat ben
weten, dat 'ons werk afgelcopen is.
Zij slopen verschrikt weg, angstig ach
terom kijkend naai- den dooden man. Op
st ra^at^&chreemvden,^ij Jiefc ^nieuws „ro^id j-r
dat de Engelsche dokter den spion had ge
dood, en dat hij hen niet meer zou kunnen
hinderen. Zij, die aan de waarheid twijfel
den, werd verzocht, boven in' de kamer te
komen. Zij gingen naar boven, schreeu
wend, dat zij bedrogen werden en keerden
fluisterend en mpt. doodsbleek gelaat
terug. Nu was het niet moer noodig te
schreeuwen: „Dood aan den spion!" De
gerechtigheid had hun vijand bereikt. De
spion was dood.
Het was bijna middernacht geweest, toen
de Duitscher in de Racinestraat kwam;
het was bijna ochtend, toen de laatste
man van het gepeupel de straat verliet en
zich weer den hachelijken toestand van zijn
stad begon te herinneren. Al deze lange
uren door, zat Edmund Orlopp met Dolo
res te praten voor het venster en wachtte
op bet aanbreken van den dag met een
angst, die deze kalmte tot een verschrik
king maakte.
De spion was dood-, maar bij het aanbre
ken van den dag zou hij weer leven. Als de
menigte nu eens terugkeerde, om aan het
verhaal te twijfelen?
fGa nu slapen, zei Edmund eindelijk
tot haar. Er zijn altijd Duitschers in
Parijs: zij zullen dezen man wel een onder
komen verschaffen.
Zal hij moeten lijden voor hetgeen
hier gebeurd is? vroeg zij peinzend.
Ik dacht aan een slaapmiddel, toen
wij in de St. Jacquesstraat de apotheek
voorbij gingen, zei bij lachend. Terwijl jij
bezig was.met het uitdegjenvan y£$fcg?d
De toestand in den reuzenstrijd.
In dessen lapgen en geweldigen oorlog
zijn vele verraaeingen. De laatste dagpu
biedt do strijd in den Balkan wel de groot
ste. Het gaat daar wonderlijk toe. Van,
twee kanten worden de Centralen en'hun
bondgenooten, de Bulgaren, cr aangevallen;
uit hot noorden door Roémenicra on Rus
sen, van hot zuiden door Se geallieerden.
Aan beide zijden verweren de Bulgaren,
om wier land eu om wier veroverd gebood
(Servië) het in de eerste plaats gaat, ach
dapper, maar 't eigenaardige ia, dat zij in
't noorden, waar ze trouwens de hulp der
Duitschers hebben, besliste zegepralen be
halen en don vijand terugdringen, terwijl
zij in 't zuiden zelf teruggeulagon worden.
Oj> dezo wijze komt er ook in dezen afzon
derlijken strijd in den Balkan, evenals in
den geheel en krijg, geen beslissing. Wat de
oemtralen liier in 't noorden winnen, yer-
iieaen zo in 't zuiden.
Want in Macedonië gaat het den geal
lieerden troepen beslist fortuinlijk, Aau de
Stroema en de Wardar en bij het Ostro-
womeer behaalden zij overwinningen, dron
gen ze de Bulgaren terug. En nu hobboa
d© geallieerden, waaronder in de eor3te
plaats de Serviërs, Fiorina ingenomen. Dit
Fiorina wordt als een belangrijk punt be
schouwd. Toch ligt het nog op Grieksch
gebied en is pas voor oen maand door de
Bulgaren bezet, haast zonder slag of stoot.
Van Fiorina, trokken de Bulgaren verder
in Grieksch Macedonië, en de geallieerden
moesten terugtrekken. Zij hebben nu echter
revancho genomen; al het toen verloren
gebied is heroverd ten zuiden van Servië,
nl. tusschen het Ostrowoméer en Fiorina,
en het gaat nu aan op de Servische grens.
Op één punt zijn de geallieerden zelfs reeds
cv cal over de grens gekomen, maar men kan
nog niet zeggen, dat zij Servisch gebied
hebben bezet.
Doch waarschijnlijk zal, dat wel niet lang
meer durenin de laifi^n der geallieerden
is incn zeer optimistisch "in dit opzicht. De
krachtige tegenstand,- dien de Bul
garen. bij Fiorina Ixxlcü',, bewijst wel, welk
een groote waarde zij hecLten aan het bezit"
van die stadthans trekken zij echter in
wanorde terug. De groepen der geallieerden
j achtervolgen de Bulgaren en hopen hierbij
I spoedig Monastir, de. groote Servische atad,
j te bereiken,-^voordat de vijand tijd heeft,
gehad zich er te versterken. Dan zou weer
een Servische regeering kunnen zetelen op
Servischen grond en er zou een begin zijn
gemaakt met de herovering van het Servi-
sche land. Zoo hopen de goal lieerden, en
volgens hun berichten loopt Monastir ern
stig gevaar.
Is de strijd in het oosten of die in 'fc wes
ten het belangrijkst? Is het beter voor de
Centralen de Rus=en op den yeg naar Kon-
etantinopel of de Engelschen en Franschen
op den weg naar do Duitsche grens tegen te
houdenIn elk geval, het felst wordt op
deze b-iicfe terreinen ge it fed en. Weldra drie
maanden duurt nu het-offensief der gealli
eerden in het westen, do slag aan de Somme,
zooals men zegt, en met onverminderde,
met nog vermeerderde hevigheid eerder
vallen de geallieerden, vooral de Engelschen,
aan. En met succes ook: de Duitsche muur is
niet doorbroken, bij is op dit punt van
het lang efront toch teruggeduwd. We heb
ben in ons vorig nummer bij de kaart aan
gegeven, hoe toen ten naaetebij de frontlijn
van Thiepval naar Péronne liep. Sedert is
daaraan niet voel woranderdondanks de
zware gevechten der laatste dagen. Alleen
in de buurt, van Péronne, dus dicht bij de
Somme. iu den Franschen sector, loopt het
nieuwe front wat. verder iraar 't oosten dan
we aangaven, verder achter Bouchavesnee
en dichterbij Mt. St. Quentin. Maar ook
volgens de jongste berichten bieden de Duit-
schecs nog altijd krachtigen* tegenstand bij
Thiepval en Pércnne, terwijl ook Cmnblea
nog steeds in bun macht is- Zoolang deze
drie plaateen niét geilomen zijn door de ge-
gaf ik hem een slaapdrank. Het eten en
drinken waren een inspiratie; het hield hen
bezig, terwijl het verdoovingsmiddel werkte.
Ja, er is .altijd wel een weg te vinden,
als hij ons maar op het rechte oogenblik
te binnen schiet, Dolores. Ga nu slapen.
Zij greep zijn beide handen en drukte
ze aan haar lippen.
Ik heb een vriend gevonden, riep zij
vol geestdrift uit. Hij moet weten en be
grijpen hoe dankbaar ik ben.
En denk aau dit uur als de jaren
vergeten zijn, Dolores.
Zij wendde haar oogen af, maar hij nam
haar plotseling iu de armen en kuste haar
op de lippen.
De d^ zal komen, waarop wij er over
mogen spreken, zei hij. Ja, zelfs in Parijs
zal ik beginnen te hopen.
Hij trok de gordijnen voor het raam
open en de zonneschijn van een helderen
winterdag viel op zijn vermoeid gelaat.
Voor den Duitscher, die uit zijn zware
verdooving ontwaakte, had hij slechts een
enkel woord over.
Ga, zooals ge gekomen zijt, zei hij.
Als ik u weer in Parijs vind, zal mijn eigen
hand u veroordeelen.
De man sloop bevond van angst het hurt
uit. Ginds bij Fort Avron, riepen de Duit
sche geweren hem naar zijn kamereden
terug, die hem onder de dooden hadden
opgeschreven.