No. 324. Zondag 10 September 1316 Orgaan voor Leger en VEoot. Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. Ie tsestaad in den reuzenstrfid. WOEKERAARS. Taminiau's JAM DERDE JAARGANG. SOLDATENCOURANT REDACTIE EN' ADMINISTRATIE PALESTEINASTR. 10, AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIÉMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNEMENT BIJ VOORUIT BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS/1.50P.KWARTAAL i ii Voor Ad-Vertenlll'n wende men rich tot onze Administratie. Palestrina»traat 10 Amsterdam. I'rys der Advcrtentifin per regel 30 cent. Voor Ingezonden Mede- deel-ugen op de tweede, derde eu vierde pagina dubbel tarief. JBjj abonnement reductie. Roemenië is, m lang aarzelen, eindelijk ook in den oorlog gegaan. Het heelt de zijde vau de geallieerden gekozen en aan zijn buurman in 't Noordwesten, Oosten rijk-Hongarije, den oorlog verklaard. Onmiddellijk ra de proclamatie vielen Roemeniërs in heit Oostenrijksche gebied Zevenburgen: de Oostenrijkers hebben gemeend, ciit niet te moeten verdedigen aan de grens, maar zijn teruggetrokken, zoo-lat de Roemeniërs al spoedig eenige steden, als Éronstadt en Hermaunstadt konden bezetten. Van gevechten ingZsvenburgen hooren we heel weinig, wel van een vrij hevig en strijd bij Orsawa, op de plaats waar de Donau uit Roemenië in Hongarije stroomt. Intusschen ook tegen vijanden in 't Zuiden, de Bulgaren, hebben de Roemeniërs te strijden, en dezen, geholpen door Duitsche troepen onder den bekwamen generaal Van Mackensen, -hebben den Roemeniërs een zware nederlaag toegebracht- - bij '"do vesting Toetrakan ('Turtukai op de kaart) aan den Donau; zij hebben deze plaats ingenomen en bovendien 20,000 Roemeniërs gevangen genomen en 100 kanonnen buit gemaakt. Intusschen zijn er in de buftrt ook reeds Russische troepen verschenen, die een vergeefschen aanval deden op Dobrits, dat dè Bulgaren hebben bezet.' Da varspreiding van ons blad. Onderdeden, die met het toegezonden aan tal Soiciatenoouranton niet toekomen, worden verzocht een greater aantal te willen aanvra gen, opdat aüe -abonnë's regelmatig een eigen exemplaar kunnen bemachtigen. Wij brengen :n herinnering, dat troepen- daden, die soms door een of andere oorzaak van ons biad verstoken zijn, slechts een aan vraag tot ens te richten hebben om regelmatig, driemaal per week, een pakket Soldatencouran- ton to ontvangen. 'Nergens mag ons „Orgaan voor leger en vloot" ontbreken. De oorlogsverklaring der Roemenen is nog nauwelijks veertien dagen oud en reeds hebben zij een tegenslag geleden, die mee telt. Trekken de Oostenrijkers in Zeven- burgen voor hen uit, zonder ernstig slag ta leveren, van hun kant zijn Duitsche en Bulgaarsche troepen op Roemeensch grond gebied gedrongen en hebben er de stad .Toetrakan (aan den Donau, dicht bij de Bulgaarsche grens) stormenderhand inge nomen. We. hebben op het oogenblik, dat we dit schrijven, nog geen andere berich ten dan van Duitsche zijde, behalve een zeer kort Russisch telegram, maar die zijn ook zegevierend genoeg: 20,000 Roemeensche soldateh werden krijgsgevan- gen gemaakt, verder 2 generaals en 400 j andore officieren; den overwinnaars vielen als buit meer dan 100 kanonnen in han- den. door DETLEV VON LILIENCRON. Hot echtpaar Heinrich en Louise Hen- riette Quint had de gouden bruiloft reeds achter den rug. Zij waren op een dag na even oud, eu waren vijftig jaar geleden .in een Hessische stad gehuwd. Dadelijk na de bruiloft ging Karl Heinrich op reis naar het Zuiden,-en bracht na twee jaren zijn i'onge vrouw een aardig vermogen mee. laarop trokken zij naar een stad in het Noorden van Hannover, die zoo dicht aan de Elbe lag, dat men haar althans van den kerktoren af kon zien. De naastbijzijnde ctad was Harburg, waarheen men te voet anderhalf uur kon komen. Waar Karl Heinrich ia die twee jaar geweest was, heeft nooit iemand vernomen. Ti ij vertelde altijd dat hij als kleermaker in Turkije gewerkt .had, ©n wel iu een mili taire werkplaats. Gedurende zijn afwezig heid was de Russisch-Turksche oorlog er geweest. Maar niemand geloofde zijn verhalen, en zoo wisten alleen Karl ^Heinrich en zijn jong vrouwtje, waar liet geld vandaan was gekomen. Zij woonden aan het eind van hun stadje in een alleenstaand huisje. Zij bewoonden dit' geheel alleen. Karl Heinrich oefende 't kleermakersvak uit tot volle tevredenheid van zijn medeburgers. Man en vrouw wa ren 'buitengewoon gierig, dat wist do ge heel© stad. En door hun gierigheid raakten zij mettertijd hoe langer hoe meer verwij derd van hun stadgenortten, zoodat zij ten slotte met niemand meer omgingen, vooral daar de man ziin handwerk had opgegeven, Dat komt anders uit dan men wel had verwacht. Men dacht, dat de Bulgaren het te volhandig hadden in 't zuiden; in Griekenland, tegen de troepen der ge allieerden ■ond" Sarrai'; dat-.de.Duitscbers er niet aankonden denken om hun bond- .genooten iü den Balkan belangrijke hulp troepen te zenden, daar zij in Oost en West bedreigd worden; dat eindelijk de Russen reeds een vrij groot leger in Roemenië hadden. Er zijn inderdaad Russische troe pen in het land van den nieuwen bond genoot, zij hebben ook een aanval gedaan op de stad Dobrisch, in handen der Bul garen, maar zij werden afgeslagen. Indien het Duitsche bericht volkomen be vestigd wordt-, hebben de Roemeniërs een ne- dérlaag gele.den, maar een, die niet on herstelbaar is. Twintig duizend mannen te verliezen, uitgezonderd de dooden en ge wonden, is geen kleinigheid, maar oefent ten slotte op een leger van meer dan een half millioen geen overwegenden invloed uit. Van grooter* belang is misschien het moreele verlies. Een neerlaag als deze is evenwel spoedig weer goed te maken en de groote wereldstrijd wordt er niet door beslist. De overwinning der centralen geeft on's echter te denken. Dat de Duitschers hier een zegepraal helpen bevechten, maakt duidelijk, hoe groote waarde zij hechten aan het behoud van den Balkan. Liever zullen zij waarschijnlijk nog meer in het Oosten, zelfs in het Westen terugwijken dan Servië, weer prijs te geven en daarmee de rechtstreeksche verbinding met Kou- stantinopel-Bulgarije overleveren aan de Russen. Dit zou zijn, deze laatsten den weg naar Konstantinopel openlaten. Een der beste Duitsche generaals, von Mackensen, is naar den Balkan gezonden eu leidt er of althans slechts voor den schijn werkte, Soms klopte 's avonds als het geheel don ker was, deze of gene aan de huisdeur. Dan werd er haastig opengedaan en de gast trad binnen. Hij voncl dan alles zóó, alsof de kleermaker juist van zijn tafel -was gesprongen. De vrouw had een gezangboek open voor zich liggen, en keek over haar bril heen naar den binnenkomende. ,,U weet, waarom ik kom. Ik kan mij niet meer staande houden, en nu móet ik tweeduizend mark hebben, of de boel loopt verkeerd." „Ja", antwoordde de kleermaker, ,,dat is gemakkelijk gezegd: Tweeduizend mark hebben. Maar hoe moet dat gaan? U weet, zooals iedereen, hoe zuur ik mijn geld ver diend heb en nog verdien. En omdat ik oud ben, kan ik ook maar nu en dan werken. Waar moet ik dus het geld vandaan ha len Welke zekerheid kunt u mij geven V' Dan vertelde de ander zoo goecl mogelijk hoe het met zijn zaken stond. De kleermaker, die volkomen op de hoog te was van al hetgeen er in heb stadje ge beurde, antwoordde: „Nu ja, ik zal het doen, maar ik kan niet anders, ik moet veertig percent hebben." ,,Dat kan ik niet geven!" riep de ander ontsteld. ,,Dat zou achthonderd mark in het jaar zijn!" Hij sprong van zijn stoel op. „Nu ja, als u dat geld voor een heel jaar wilt hebben. Maar laten wij het op drie maanden stellen, daut betaalt u mij twee honderd mark." N a veel heen en weer praten beloofde eindelijk de kleermaker, dat hij morgen'de tweeduizend mark voor hem uit Hamburg zou halen. Van zulke zaakjes leefden zij. Hij was een woekeraar. Hij leende slechts tegen den allerhoogsten interest en onder volkomen de krijgsverrichtingen tegen de Russen en de Roemenen. Het kan daar een heete strijd worden, vooral wanneer ook gene raal Sarrail eindelijk tot een ernstig offen sief overgaat. n Een Roemeensch legerbericht maakt van een overgave van Toetrakan geen melding, maar wel van een overwinning der Roe- nieensche troepen op de Oostenrijkers bij Orsowa, dat door de eersten be?et zou zijn. Bovendien hebben de Roemenen nog ver schillende plaatsen in Zevenburgen in han den gekregen. Van zware gevechten lezen we daar echter niet. Aan het Oosterfront hebben de Duit schers het overigens hard te verantwoor den in de laatste dagen. De Russen vallen weer krachtig aan op verschillende punten, ook in het noorden,- in de buurt van Riga, maar daar blijkbaar zonder succes. Ten- zuiden van de Pripet-moerassen komen zij in den regel meer vooruit. In de laatste dagen rukten ze-daar voort aan de Stochod, in de richting van Kowel, dat is dus ver ten noerden van Lemberg. Belangrijker echter zijn hun vorderingen zuidelijker, aan den Dnjester, in de buurt vau Boec- zacs. Daar trekken zij op in de richting van Halicz, dab ten zuidoosten van Lem berg ligt. Wel schijnt Haiiez zelf nog niet genomen, doch cle Russen hebben den spoorweg Halicz-Vodniki bezet, eu ge noemde plaats gebombardeerdDe stad staat in brand, meldt een telegram uit Petrograd, hetwelk tevens gewag maakt van 5600 krijgsgevangene!!, waarbij 45 officieren. Onder"Öie krijgsgevangenen zijn bij de 3000 Duitschers en 690 Turken. Van overwegend belang is deze Russi sche overwinning zeker niet, een doorbraak is 't allerminst. Maar er blijkt uit, dat de Russen den strijd volstrekt niet hebben .gestaakt, dat zij nog steeds kans zien om vooruit te komen. Van het Wesberfront komen geen berichten, die ons verrassen. Het. gaat er 't oude gangetje; eiken dag artillerie-axitie, nu en dan aanvallen der infanterie, -vliegers, die verkenningen doen en bommen laten vallen.' eenige honderden meters loopgraven, die op den' vijand worden veroverd ;successen van Franschen en Engelschen. Maar van belang is dit alles niét, en de toestand blijft vrijwel ongewijzigd. Ook aan het Italiaansche front komt geen verandering. Van ge schutvuur, van vliegeraanvallen is ook hier sprake, maar van een verder oprukken der Italianen aan de Tirooische grens of aan het ïsonzofront vernemen we niets. Dit den Balkan ook niets bijzonders, behalve de klap, dien Roemenie heeft gekregen. Omtrent den toestand in Grieken- fand loopen allerlei geruchten, maar nie mand kan zeggen, wat men daarvan moet gelooven. Er zou een kroonraad zijn ge houden om te beslissen, of Griekenland zal meedoen in den oorlog of niet. In 't .eerste geval zou koning Kcnstantijn willen aftreden, maar de kroonprins wil de kroon niet overnemen, wanneer hij zijn land in den oorlog moet brengen. En zoo zou er nog geen beslissing zijn-gevallen. SELGif. Gijzelaars.^ GENEVE. Het „Journal de Genève" .deelt mede, dat er naar aanleiding van de jongste espeditie van. aviateurs der ge allieerden naar België te Brussel gijzelaars zijn aangewezen, die den nacht moeten doorbrengen in de Zeppelinloodsen en munitiefabrieken in de voorsteden. ENGELAND. Begrafenis van de bemanning van het neergeschoten luchtschip. LONDEN. De Duitsche officier en de manschappen. die gedood werden toen heb Duitsche luchtschip op 3 Sept. j-1. naar beneden werd geschoten, zijn Donderdag dicht bij het tooneel van het ge beurde met militaire eer begraven. Een groote zwijgende menigte woonde bloots hoofds het voorbij-trekken van den lijkstoet bij. Op de lijkkist van den commandant was het volgende opschrift aangebracht: ,,Een onbekend officier, gedood terwijl hij het bevel voerde op de Zeppelin ,,L 21" op 3 Sept. 1916". Dit is de eerste maal, dat het nummer van een Zeppelin bekend is geworden. De peppelin-aanval van Zaterdag. De1 „Daily Mail" bevat eene beschrijving van do vernieling van den Zeppelin, die bij den joogsten aanval op Zaterdag j.l. word neergeschoten of juister, door een vlieger ver nield werd. Do correspondent schrijft o. a. „Maar nu het gevecht zelf. De meeste be woners van de Home Counties zagen het en Va-gen verstomd. Na een somberen dag van stortregens, volgde een luchtsfcille nacht en alles was in een mantel van mist gehuld. Dicht, bij den grond was die buitengewoon invaar en dicht, maar liooger-op waren de sterren flauw zichtbaar, nu en dan verborgen door een voorbijglijdende wolk. 7" Kort na tweeën verschenen twee of drie Zeppelins boven op eene geweldige hoogte. Een zoeklicht ontdelite er een boven de noordelijke hoogten, omstreeks tien minuten .over twee. Toen volgde liet gedonder der ka nonnen, dat iedereen wakker maakte en ver volgens het gezoem der vliegmachines, die ten aanval waren opgestegen. Het was voor die vogels een gevaarlijke nacht om op te stijgen, want de mist boven den grond was verblindend en zoo dik, dat het hun onmogelijk moet zijn geweest om zich te oriënteeren. Daar hing het- luchtschip met stilstaande mo toren op een-hoogte van ongeveer 4000 meter. Een oogenblik flikkerde bet zwaard van een zoeklicht er omheen en hield het toen in schij- nonden greep. Het worstelde om te ontkomen en koerste naar een wolk, toen de sbrapnells er omheen begonnen te barsten met staalblauwe vlammen en de kanonnen beneden bleven voort- donderen. Het geleok op dat oogenblik een rood-gloeien- de sigaar. Het worstelde en wentelde en daalde toen een honderd meter. Als betooverd blven de mensclien het „vuur werk" aanzien De eentonigheid van de slirap- nell-knallen en heb geflikker der zoeklichten werden plotseling onderbroken. Een rood gloeiende sigaar, wat de aanvaller leek te zijn, geraakte plotseling op wonderbaarlijke wijze prachtig in brand en veranderde nu liaar kleur van een gouden tint tot een van prachtig rood. Dat was het einde. Van de sterren af kwam de Zeppelin omlaag, niet in een verwarde vlannncnmassa, maar sier lijk bijna waardig zelfs. Een paar mijlen gleed hij nog bijna horizontaal voort. Toen sid derde het luchtschip zichtbaar, kantelde en dook omlaag naar vernieling en dood in een prachtigen robijnrooden viammenmantel. Ontelbare duizenden zagen liet schouwspel van de huizen van daken en van de wegen af in Noord, Oost en Zuid. En twintig minuten over tweeën van dien merkwaardigen Zondag ochtend kondigde een geweldig gejuich het einde van den strijd aan." Een man, die op den weg liep, waar dichtbij het brandende luchtschip -neerkwam, vertelde nog „Ik was op den weg, vlak bij dit veld, toen het viel. Het kwam neer in een orkaan van vlammen en ik dacht eerst, dat do wereld ver ging. Het sloeg met een geweldig gekletter op den grond, alsof er duizenden spiegelruiten stuk gegooid werden. Op het oogenblik toen het den grond raakte weerklonken er twee ont ploffingen als donderslagen. Ik denk dat het twee hommen waren, die de Zeppelin nog aan boord had. Er was een massa hout en aluminium aan I dat luchtschip en dat- verklaart misschien dat j bet zoo hevig brandde. De velden in het rond j waren allen helder verlicht. Het heele lucht- j schip viel in één verward, roodgloeiende massa I ineen, behalve de propeller, die los was gegaan I en een paar honderd meter van het verbrande wralr. af lag. Ik zag de mannen temidden van cle vlammen ineenkrimpen. Zij waren natuur- I lijk dood, maar het leek alsof zij nog leefden. liet- was ec-n afschuwelijk gezicht. Uit het feit, dat- er belangrijke onderdeelen I van een luchtschip zijn gevonden, die niet tot I het verbrande behoorc-n, wordt opgemaakt dat er minstens nog een tweede ernstig bescha- (ligd is. FRANKRIJK. Van het Westelijk Oorlogrfterreln* Het Engelsch-Fransche offensief. PARIJS. Volgens onze berichten behoo- ren de Duitsche troepen, "Woensdag door de Fransche infanterie teruggeworpen ten oosten vau Chilly, tot oen Saksische divisie, in allerijl van het Aisnefront aangetrok ken. Aan den rechter Maasoever deden Woensdagavond laat de Franschen na een hevige artilleriebeschieting een aanval op de Duitsche stellingen VauxChapitre Le G'henois. De geheele eerste linie viel in handen der Franschen over een front vau ongeveer 1500 M. Wij maakten 250 ge vangenen en veroverden tien mitrailleurs. Fransche vliegers namen een actief aan deel aan de operaties in de voorafgaande da gen aan het Sommefront; zij hielden het oog op de infanteriebewegingen, bestookten de ^achter waarUche linies van de Duitschers en beschoten marcheerende troepen. Her haaldelijk werden door heu ook de Duitsche loopgraven beschoten. Woensdag werden Duitsche vliegers neergeschoten door Fransche vliegers; één viel bij Guendecourt, een andere nabij Brie-en-Santerre; vijf andere moesten be schadigd dalen. LONDEN. Officieel De vijand deed een tegenaanval op het Leuzebosch, doch werd na een handgemeen teruggeslagen, met ach terlating van twee officieren eu 17 man als krijgsgevangenen. De strijd om Gincby duurt voort. BERLIJN. Officieel. De slag aan de- Somme wordt voortgezet. Over de geheele linie wordt gestreden. De Engelschen vielen met bijzondere hardnekkigheid bij Gincby telkens doch tevergeefs weder aan. De Frauschen gingen, op hun groot aan valsfront bezuideif de Somme tot den stormaanval over, die in het noorde lijkste deel voor onze linies echter werd afgeslagen. In het zuidelijkste deel, bij Berny-eu-Santerre, Deiniécourt en aau beide zijden van Chaulnes werden aauvan- lijke voordeelen door een snellen tegen aanval weder aan den vijand ontrukt. In Vefmandovillers hebben echter de Franschen voet gevat. Aan den oosteiijken Maasoever herhaal den de Frauschen hunne aanvallen op het front van het ThiaumomtwerkBergwoud, die echter werden afgeslagen. De strijd aan de Scmir.e. PARIJS. Nieuwe successen kenmerk ten den dag van Woensdag ten zui den van de Somme, terwijl ten noor den van de rivier de artillerie haar vernie lingswerk voortzette. De Franschen sloegen i eerst hevige tegenaanvallen af en gingen I vervolgens tot bet- offensief 'overzij won- j nen aanmerkelijk terrein, in strategisch op zicht van groot belang. Na een heftige be schieting van de vijandelijke stellingen van Barleus tot Chilly, ging de infanterie op nieuw voorwaarts naar het gevechtsdoel Berny, dat zij voor het grootste gedeelte be zette benevens de onmiddellijke omgeving en het gemeentelijke park. Zoodoende zijn de Franschen genaderd tot de ravijnen, die oostelijk naar de Somme afdalen achter langs de Duitsche stellingen bij Barleux en j het plateau van Vill ers-Car bonnet. welke door talrijke Duitsche batterijen worden i verdedigd. I Ook in het centrum werd het- offensief I met succes bekroond. Alleen het- zuidooste- lijk deel van Verrnandonvillers is nog in I Duitsche handen. Het Sterrebosch, dat de Duitschers onneembaar noemden, ligt thans achter het Fransche front, j Meer naar het zuiden is de vooruitgang nog grooter. Onze troepen veroverden een reeks vijandelijke veldwerken tot aan den zoom van Chaulnes en ten oosten van Chilly i bij den spoorweg Chaulnes-Roye. In dezen i -sector zijn Deniécourt en Verrnandonvillers Eist bij Arnhem. bijna geheel omsingeldzij worden in een nijptang gehoudeh, waarvan de tangen nog riechts een honderd meter van elkaar ver wijderd zijn van Duitsche zijde. Men ver wacht den val van deze dorpen dus spoedig. Verder is de spoorlijn NesleChaulneB, waarlangs de Duitschers versterkingen en levensmiddelen brengen naar do bocht van de Somme, voor hen onbruikbaar geworden. Dit voordeel zal ook leiden tot uitbreiding van de terreinwinst in het zuiden. De Duitsche mededceliug, dat bij de geal lieerden 28 divisies in actie zijn, is absoluut onjuist. Du Paty de Clam. Do ..Times" verneemt uit Parijs, dal lui'te- naat-kolonol Du Paty de G'lam overleden is ten gevolge van bekomen verwondingen. Du Paty do C'lam was, gelijk velen zich zullen herinneren, een der hoofdpersonen in de Dreyfuraaak; hij was de officier ciio met do eerste instructie van het „verraad" van Dreyfus, was belast. en moest ten gevolge van de door hem in dezen gespeelde rol zijn ontslag nemen. In 1913 werd hij door minis- ter Millerand in dienst hersteld, waarover zeer veel te doen kwam en hetgeen haast tot een ministerieel» crisis aanleiding gaf. Du Paty do Clam, die bij het uitbreken van den oorlog (13 was en te oud dus voor den dienst aan pet front, meldde om die reden zich aan als soldaat in de compagnie van zijn zoon. Hij kreeg later het bevel'over het 117© reg. infanterie en ontving het Legioen van Eer voor zijn dapper gedrag. RUSLAND. Van het Oostelijk oorlogsterrein. Het Russische offensief. PETROGRAD. Jn de streek ten zuiden van Riga werd een vijandelijk luchtschip naar beneden geschoten. liet viel neder binnen de linies van den vijand. Ten noorden van Dunaburg verdreven Russische voorgeschoven troepen den vijand uit zijn loopgraven en maakten zich meester van een klein gedeelte van zijn stelling. Russische aeroplanes wierpen met succes bommen op het station van Barancrwitaji. In de richtingen van Brzczany en Halicz duren de gunstig voor de Russen verloopen- de gevechten voort. De troepen van gene raal Stjerbatsjef maakten bij de vervolging van den vijand vorderingen in westelijke richting en zijn de rivier Narejoefka, een zijrivier var. de Gnila Lipa genaderd. Een gedeelte trok over de rivier. In de streek van Halicz bezetten Russi sche troepen de spoorlijn HaliczSenio- kowt-zeWodniki en beschieten zware en lichte artillerie de stad Halicz, die door het Russische vuur in brand is geschoten, maar waar de vijand nog steeds hardnekkig stand i houdt. j In de gevechten in deze streek op 6 dezer I namen de Russen 45 officieren en 5600 j manschappen, waaronder 22 Duitsche offi- j meren en 2000 Duitsche soldaten en vijf I Turksche officieren c-n 685 Turksche solda- j ten gevangen. De buit is nog niet geteld, i In de Woud-Karpatheri wordt de op- marsch der Russen voortgezet, j BERLIJN. Officieel. I'ront-pri-nLeopold I van Beieren, Geen gebeurtenissen van be- I Ung. Front-aartshertog Karl: Ten O. en Z.O. j van Brzezany bleven Russische aanvallen zonder succes. Tusschen de Zlota Lipa en den Dnjester i betrokken wij, in verband met den i reeds gemelden strijd, een achterwaarts j gelegen, vooraf iil gereedheid gebrachte i stelling, waarin in den loop van den dag ook de achterhoeden werden opgenomen. In de Karpathen werden, ten zuidwesten van Zcelona, aan de Baba Ludowa en ten noorden van het Kirlibaba-dal Russische, waarborg. En altijd wist hij het zóó in te j richten, dat hij niet wegens woeker met de I ïechtbank in aanraking kwam. Telkens moest hij het geld uit Hamburg halen. Daar had hij zijn geld op vier verschillende banken staan, omdat hij dan, wanneer één der banken failliet mocht gaan, altijd nog de andere? had. Sinds jaren was zijn geld I bij de Hamburgsche banken in bewaring j en daar hij de rente steeds liet staan, werd het kapitaal gedurig grooter. Hij bezat- nu ongeveer vijfmaal honderdduizend mark. i Dit wisten alleen kleermaker Quint en zijn vrouwniemand anders vermoedde er iets I van, ofschoon er in het stadje wel vage ge- ïuchten liepen, dat hij heel rijk was. Maar hoe- leefden die twee menschen ookNiets, niets durfden zij er af nemen. Alleen Zon dags kwam er vleesck op tafel. Nooit gin gen zij op reis, of naar den schouwburg, of I naar een concert. Bij collectes voor een weldadig doel gaven zij zoo weinig moge- lijk als zij er even kans toe zagen, in het geheel niets. Moest hij naar de bank, dan liep hij naar Ilarburg, en nam dan vierde klasse tiaar I Hamburg. Twee droge broodjes nam hij mee, die hijin den zomer onderweg op straat of op een plein opat, en 's winters aan het station. Zondags kwamen de Quints in de kerk, j Dat achtten zij noodig, ten eerste wegens hun „eeuwige zaligheid", en ten tweede, i om aansluiting met de stad te houden. Op j de groote kleermakerstafel lag altijd een ge zangboek. En als er iemand binnenkwam, hoordé hij, als de deur nog niet gesloten was, dadelijk in de kamer een stem. Dat was juffrouw Quint, die meteen naar het ge zangboek gegrepen had, en daaruit begon voor te lezen. Maar Zondagsavonds was het feest. Dan kwam er niemand meer binnen* al klopte hij ook nog zoo hard. Dan hadden zij de kwitanties en aile papieren van de banken voof zich op tafel liggen. En nu rekenden zij hun vermogen na. Het gladde, eiken dag met de grootste zorg geschoren, natuurlijk door hemzelf geschoren, gelaat, met naar achter'vallende witte haren, glimlachte. De strenge, scherpe trekken werden zachter. En - liefkoozend streelde hij al die mooie kwitan ties. Ook juffrouw Quint glimlachte. En de oudjes rekenden uit, wat zij al zouden kun nen hebben: Een groote, prachtige villa, met bedienden, koetsier en rijtuig; zij zou den kunnen reizen waarheen zij wilden. En wat hun fantasie, die zich enkel op de Zon dagavonden vertoonde, hun zoo al verder vooi-spiegelde. Doch zij glimlachten alleen, en borgen zorgvuldig al de papieren in den grooten ijzeren trommel, die in de kast op de slaapkamer stond. Het echtpaar Quint had slechts één bloed verwant, den zoon van een ^verleden broe der van de vrouw. Die bloedverwant heette Fritz Wedderpfahl. Hij woopde in hetzelfde stadje als zijn oom, en was schrijnwerkers- knecht. Een goede, stille, ijverige jongen, dis zijn vak verstond. Maar hij was een beetje traag van geest. Nu. op zijn zeven en twintigste jaar, wilde hij eindelijk baas wor den. Dat ging nu juist heel goed, omdat zijn baas gestorven was, en hij de zaak van de weduwe kon overnemen voor vierduizend mark. En bovendien had hij zich. juist ver loofd met een flink dienstmeisje. Zoo liep dus voor hem alles samen hij zou zich nu kunnen vestigen en zijn eigen weg opgaan. Maar één ding ontbrak hem, en dat was geld. Hij nocb zijn meisje bezaten iets, en het weinige, dat hij bespaard had. wa3 niet genoeg om een zaak te beginnen. Toen dach Fritz Wedderpfahl aan zijn familie. Zijn oom. Quint zou hem die vierduizend mark wel willen leenen, daar rekende hij vast op. Wel wist hij, zoo goed als iedereen in de I stad, hoe ongelooflijk gierig zijn bloedver wanten waren. Daarom ging hij ook niet met hen om. Doch voor dezen keer, meende hij stellig, zou zijn oom hem, vanwege de j bloedverwantschap, het geld wel geven. Lieve hemel, hij vroeg het immers niet ten i geschenkeover eenige jaren zou hij het met den noodigen interest teruggeven. Hij dacht er een paar dagen over na, wanneer hii er heen zou gaan. eu besloot den eerst- volgenden Zaterdagavond zijn Zondagspak er voor aan te trekken. Die Zaterdag was een heerlijke Meidag. De vinken wisten geen raad van pleizier. De spreeuwen vloegen over de weiden, om wormen te zoeken. En de nachtegalen zon gen dag en nacht. Fritz Wedderpfahl had met zijn meisje alles afgesproken, wat hij bij zijn bezoek z a zeggen, en beiden hoopten van ganscher harte dat het zou gelukken. Hcë meer de avond naderde, hoe angstiger Frit-z Weidef- pfahl werd. Hij had zijn bloedverwanten, die hem bij zijn laatste bezoek onvriendelijk 'behandeld hadden, in lang niet gezien. Hun koelheid had liem toen pijnlijk aangedaan. Maar hij meende, als hij hun alles duidelijk uitlegde, dat zij hem dan misschien, ja zeker wel zouden helpen. En in die goede verwachting klopte hij 's avonds in de sche mering bij de Quints aan. De deur werd geopend, en met verwonde ring zag de heer Quint zijn neef voor zich staan. „Nu. wat is er zoo laat nog aan de hand?" Met 'deze woorden bracht hij hem in de kamer, waar zijn vrouw zat met het ge zangboek vóór zich, waaruit zij, zooals Frits Wedderpfahl hoorde, juist was begonnen voor te lezen, toen hij de deur inkwam. Ook z;j zag, over de bril heen, haar neef ver baasd aan en zij en haar man wierpen eikander een blik van verstandhouding toe. „Nu, vertel ons eens, hoe het je gaat,"- begon de oude man. „Je hebt jé immera verloofd met een braaf meisje"?" „Daar heb ik u t-och kennis van gege ven?" antwoordde de neef. „Jawel, jawel, dat heb je gedaan, en daarvoor bedanken wij je wel. Heeft je meisje een beetje geld? Want anders gaat het toch niet." „Neen, geld heeft zij evenmin als ik, ea daarom kom ik bij u, om „Halt,"wat bedoel je daarmee?" „Om u te verzoeken, xnij voor eenige jaren iet-s te leenen." „Maar jóngen, hoe kom je er bij? Je weet toch, zoo goed als iedereen, dat mijn vrouw en ik geen geld hebben. Het- beetje, dat wij in al dien tijd hebben overgespaard, ligt in de bank te Hamburg. En daarvan kunnen wij niets missen; dat hebben wij zelf noodig, als het eer.maal zoover is, dat ik niets meer kan verdienen. Je hebt ook heelemaal geen borgen, beste Fritz". „Dat zal ik u nu eens goed uitleggen. Een borg heb ik niet. Al wat ik bezit is zes honderd mark, die ik heb overgespaard. Maar daarmee kan ik niets beginnen. Om te trouwen en de werkplaats van de weduwe te koopen, moet ik vierduizend mark heb ben". „Vierduizend mark? Mensch, ben je krankzinnig geworden Waar zou ik zooveel geld vandaan moeten halen Zooveel heb ben wij nauweüjk op de bank in Hamburg. Neen, daar is geen denken aan (SM.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1