No. 324.
Zondag 10 September 1316
Orgaan voor Leger en VEoot.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
Ie tsestaad in den reuzenstrfid.
WOEKERAARS.
Taminiau's JAM
DERDE JAARGANG.
SOLDATENCOURANT
REDACTIE EN' ADMINISTRATIE PALESTEINASTR. 10, AMSTERDAM. DIT
BLAD VERSCHIJNT DRIÉMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR
MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNEMENT BIJ VOORUIT
BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS/1.50P.KWARTAAL
i ii
Voor Ad-Vertenlll'n wende men rich tot onze Administratie. Palestrina»traat 10
Amsterdam. I'rys der Advcrtentifin per regel 30 cent. Voor Ingezonden Mede-
deel-ugen op de tweede, derde eu vierde pagina dubbel tarief. JBjj abonnement
reductie.
Roemenië is, m lang aarzelen, eindelijk ook in den oorlog gegaan. Het heelt
de zijde vau de geallieerden gekozen en aan zijn buurman in 't Noordwesten,
Oosten rijk-Hongarije, den oorlog verklaard. Onmiddellijk ra de proclamatie vielen
Roemeniërs in heit Oostenrijksche gebied Zevenburgen: de Oostenrijkers hebben
gemeend, ciit niet te moeten verdedigen aan de grens, maar zijn teruggetrokken,
zoo-lat de Roemeniërs al spoedig eenige steden, als Éronstadt en Hermaunstadt
konden bezetten. Van gevechten ingZsvenburgen hooren we heel weinig, wel van
een vrij hevig en strijd bij Orsawa, op de plaats waar de Donau uit Roemenië in
Hongarije stroomt. Intusschen ook tegen vijanden in 't Zuiden, de Bulgaren, hebben
de Roemeniërs te strijden, en dezen, geholpen door Duitsche troepen onder den
bekwamen generaal Van Mackensen, -hebben den Roemeniërs een zware nederlaag
toegebracht- - bij '"do vesting Toetrakan ('Turtukai op de kaart) aan den Donau; zij
hebben deze plaats ingenomen en bovendien 20,000 Roemeniërs gevangen genomen
en 100 kanonnen buit gemaakt. Intusschen zijn er in de buftrt ook reeds Russische
troepen verschenen, die een vergeefschen aanval deden op Dobrits, dat dè Bulgaren
hebben bezet.'
Da varspreiding van ons blad.
Onderdeden, die met het toegezonden aan
tal Soiciatenoouranton niet toekomen, worden
verzocht een greater aantal te willen aanvra
gen, opdat aüe -abonnë's regelmatig een eigen
exemplaar kunnen bemachtigen.
Wij brengen :n herinnering, dat troepen-
daden, die soms door een of andere oorzaak
van ons biad verstoken zijn, slechts een aan
vraag tot ens te richten hebben om regelmatig,
driemaal per week, een pakket Soldatencouran-
ton to ontvangen. 'Nergens mag ons „Orgaan
voor leger en vloot" ontbreken.
De oorlogsverklaring der Roemenen is
nog nauwelijks veertien dagen oud en reeds
hebben zij een tegenslag geleden, die mee
telt. Trekken de Oostenrijkers in Zeven-
burgen voor hen uit, zonder ernstig slag
ta leveren, van hun kant zijn Duitsche en
Bulgaarsche troepen op Roemeensch grond
gebied gedrongen en hebben er de stad
.Toetrakan (aan den Donau, dicht bij de
Bulgaarsche grens) stormenderhand inge
nomen. We. hebben op het oogenblik, dat
we dit schrijven, nog geen andere berich
ten dan van Duitsche zijde, behalve
een zeer kort Russisch telegram, maar
die zijn ook zegevierend genoeg: 20,000
Roemeensche soldateh werden krijgsgevan-
gen gemaakt, verder 2 generaals en 400
j andore officieren; den overwinnaars vielen
als buit meer dan 100 kanonnen in han-
den.
door
DETLEV VON LILIENCRON.
Hot echtpaar Heinrich en Louise Hen-
riette Quint had de gouden bruiloft reeds
achter den rug. Zij waren op een dag na
even oud, eu waren vijftig jaar geleden .in
een Hessische stad gehuwd. Dadelijk na de
bruiloft ging Karl Heinrich op reis naar
het Zuiden,-en bracht na twee jaren zijn
i'onge vrouw een aardig vermogen mee.
laarop trokken zij naar een stad in het
Noorden van Hannover, die zoo dicht aan
de Elbe lag, dat men haar althans van den
kerktoren af kon zien. De naastbijzijnde
ctad was Harburg, waarheen men te voet
anderhalf uur kon komen.
Waar Karl Heinrich ia die twee jaar
geweest was, heeft nooit iemand vernomen.
Ti ij vertelde altijd dat hij als kleermaker
in Turkije gewerkt .had, ©n wel iu een mili
taire werkplaats. Gedurende zijn afwezig
heid was de Russisch-Turksche oorlog er
geweest.
Maar niemand geloofde zijn verhalen, en
zoo wisten alleen Karl ^Heinrich en zijn
jong vrouwtje, waar liet geld vandaan was
gekomen.
Zij woonden aan het eind van hun stadje
in een alleenstaand huisje. Zij bewoonden
dit' geheel alleen. Karl Heinrich oefende 't
kleermakersvak uit tot volle tevredenheid
van zijn medeburgers. Man en vrouw wa
ren 'buitengewoon gierig, dat wist do ge
heel© stad. En door hun gierigheid raakten
zij mettertijd hoe langer hoe meer verwij
derd van hun stadgenortten, zoodat zij ten
slotte met niemand meer omgingen, vooral
daar de man ziin handwerk had opgegeven,
Dat komt anders uit dan men wel had
verwacht. Men dacht, dat de Bulgaren
het te volhandig hadden in 't zuiden; in
Griekenland, tegen de troepen der ge
allieerden ■ond" Sarrai'; dat-.de.Duitscbers
er niet aankonden denken om hun bond-
.genooten iü den Balkan belangrijke hulp
troepen te zenden, daar zij in Oost en West
bedreigd worden; dat eindelijk de Russen
reeds een vrij groot leger in Roemenië
hadden. Er zijn inderdaad Russische troe
pen in het land van den nieuwen bond
genoot, zij hebben ook een aanval gedaan
op de stad Dobrisch, in handen der Bul
garen, maar zij werden afgeslagen.
Indien het Duitsche bericht volkomen be
vestigd wordt-, hebben de Roemeniërs een ne-
dérlaag gele.den, maar een, die niet on
herstelbaar is. Twintig duizend mannen te
verliezen, uitgezonderd de dooden en ge
wonden, is geen kleinigheid, maar oefent
ten slotte op een leger van meer dan een
half millioen geen overwegenden invloed
uit. Van grooter* belang is misschien het
moreele verlies. Een neerlaag als deze is
evenwel spoedig weer goed te maken en
de groote wereldstrijd wordt er niet door
beslist. De overwinning der centralen geeft
on's echter te denken. Dat de Duitschers
hier een zegepraal helpen bevechten, maakt
duidelijk, hoe groote waarde zij hechten
aan het behoud van den Balkan. Liever
zullen zij waarschijnlijk nog meer in het
Oosten, zelfs in het Westen terugwijken
dan Servië, weer prijs te geven en daarmee
de rechtstreeksche verbinding met Kou-
stantinopel-Bulgarije overleveren aan de
Russen. Dit zou zijn, deze laatsten den weg
naar Konstantinopel openlaten. Een der
beste Duitsche generaals, von Mackensen,
is naar den Balkan gezonden eu leidt er
of althans slechts voor den schijn werkte,
Soms klopte 's avonds als het geheel don
ker was, deze of gene aan de huisdeur.
Dan werd er haastig opengedaan en de gast
trad binnen. Hij voncl dan alles zóó, alsof
de kleermaker juist van zijn tafel -was
gesprongen. De vrouw had een gezangboek
open voor zich liggen, en keek over haar
bril heen naar den binnenkomende.
,,U weet, waarom ik kom. Ik kan mij
niet meer staande houden, en nu móet ik
tweeduizend mark hebben, of de boel loopt
verkeerd."
„Ja", antwoordde de kleermaker, ,,dat
is gemakkelijk gezegd: Tweeduizend mark
hebben. Maar hoe moet dat gaan? U weet,
zooals iedereen, hoe zuur ik mijn geld ver
diend heb en nog verdien. En omdat ik oud
ben, kan ik ook maar nu en dan werken.
Waar moet ik dus het geld vandaan ha
len Welke zekerheid kunt u mij geven V'
Dan vertelde de ander zoo goecl mogelijk
hoe het met zijn zaken stond.
De kleermaker, die volkomen op de hoog
te was van al hetgeen er in heb stadje ge
beurde, antwoordde:
„Nu ja, ik zal het doen, maar ik kan niet
anders, ik moet veertig percent hebben."
,,Dat kan ik niet geven!" riep de ander
ontsteld. ,,Dat zou achthonderd mark in
het jaar zijn!"
Hij sprong van zijn stoel op.
„Nu ja, als u dat geld voor een heel jaar
wilt hebben. Maar laten wij het op drie
maanden stellen, daut betaalt u mij twee
honderd mark."
N a veel heen en weer praten beloofde
eindelijk de kleermaker, dat hij morgen'de
tweeduizend mark voor hem uit Hamburg
zou halen.
Van zulke zaakjes leefden zij. Hij was
een woekeraar. Hij leende slechts tegen den
allerhoogsten interest en onder volkomen
de krijgsverrichtingen tegen de Russen en
de Roemenen. Het kan daar een heete
strijd worden, vooral wanneer ook gene
raal Sarrail eindelijk tot een ernstig offen
sief overgaat. n
Een Roemeensch legerbericht maakt van
een overgave van Toetrakan geen melding,
maar wel van een overwinning der Roe-
nieensche troepen op de Oostenrijkers bij
Orsowa, dat door de eersten be?et zou zijn.
Bovendien hebben de Roemenen nog ver
schillende plaatsen in Zevenburgen in han
den gekregen. Van zware gevechten lezen
we daar echter niet.
Aan het Oosterfront hebben de Duit
schers het overigens hard te verantwoor
den in de laatste dagen. De Russen vallen
weer krachtig aan op verschillende punten,
ook in het noorden,- in de buurt van Riga,
maar daar blijkbaar zonder succes. Ten-
zuiden van de Pripet-moerassen komen zij
in den regel meer vooruit. In de laatste
dagen rukten ze-daar voort aan de Stochod,
in de richting van Kowel, dat is dus ver
ten noerden van Lemberg. Belangrijker
echter zijn hun vorderingen zuidelijker,
aan den Dnjester, in de buurt vau Boec-
zacs. Daar trekken zij op in de richting
van Halicz, dab ten zuidoosten van Lem
berg ligt. Wel schijnt Haiiez zelf nog niet
genomen, doch cle Russen hebben den
spoorweg Halicz-Vodniki bezet, eu ge
noemde plaats gebombardeerdDe stad
staat in brand, meldt een telegram uit
Petrograd, hetwelk tevens gewag maakt
van 5600 krijgsgevangene!!, waarbij 45
officieren. Onder"Öie krijgsgevangenen zijn
bij de 3000 Duitschers en 690 Turken.
Van overwegend belang is deze Russi
sche overwinning zeker niet, een doorbraak
is 't allerminst. Maar er blijkt uit, dat
de Russen den strijd volstrekt niet hebben
.gestaakt, dat zij nog steeds kans zien om
vooruit te komen. Van het Wesberfront
komen geen berichten, die ons verrassen.
Het. gaat er 't oude gangetje; eiken dag
artillerie-axitie, nu en dan aanvallen der
infanterie, -vliegers, die verkenningen doen
en bommen laten vallen.' eenige honderden
meters loopgraven, die op den' vijand
worden veroverd ;successen van Franschen
en Engelschen. Maar van belang is dit
alles niét, en de toestand blijft vrijwel
ongewijzigd. Ook aan het Italiaansche
front komt geen verandering. Van ge
schutvuur, van vliegeraanvallen is ook hier
sprake, maar van een verder oprukken der
Italianen aan de Tirooische grens of aan
het ïsonzofront vernemen we niets.
Dit den Balkan ook niets bijzonders,
behalve de klap, dien Roemenie heeft
gekregen. Omtrent den toestand in Grieken-
fand loopen allerlei geruchten, maar nie
mand kan zeggen, wat men daarvan moet
gelooven. Er zou een kroonraad zijn ge
houden om te beslissen, of Griekenland
zal meedoen in den oorlog of niet. In 't
.eerste geval zou koning Kcnstantijn willen
aftreden, maar de kroonprins wil de kroon
niet overnemen, wanneer hij zijn land in
den oorlog moet brengen. En zoo zou er
nog geen beslissing zijn-gevallen.
SELGif.
Gijzelaars.^
GENEVE. Het „Journal de Genève"
.deelt mede, dat er naar aanleiding van de
jongste espeditie van. aviateurs der ge
allieerden naar België te Brussel gijzelaars
zijn aangewezen, die den nacht moeten
doorbrengen in de Zeppelinloodsen en
munitiefabrieken in de voorsteden.
ENGELAND.
Begrafenis van de bemanning van het
neergeschoten luchtschip.
LONDEN. De Duitsche officier en
de manschappen. die gedood werden
toen heb Duitsche luchtschip op 3 Sept.
j-1. naar beneden werd geschoten, zijn
Donderdag dicht bij het tooneel van het ge
beurde met militaire eer begraven. Een
groote zwijgende menigte woonde bloots
hoofds het voorbij-trekken van den lijkstoet
bij.
Op de lijkkist van den commandant was
het volgende opschrift aangebracht: ,,Een
onbekend officier, gedood terwijl hij het
bevel voerde op de Zeppelin ,,L 21" op 3
Sept. 1916".
Dit is de eerste maal, dat het nummer
van een Zeppelin bekend is geworden.
De peppelin-aanval van Zaterdag.
De1 „Daily Mail" bevat eene beschrijving
van do vernieling van den Zeppelin, die bij
den joogsten aanval op Zaterdag j.l. word
neergeschoten of juister, door een vlieger ver
nield werd.
Do correspondent schrijft o. a.
„Maar nu het gevecht zelf. De meeste be
woners van de Home Counties zagen het en
Va-gen verstomd. Na een somberen dag van
stortregens, volgde een luchtsfcille nacht en
alles was in een mantel van mist gehuld.
Dicht, bij den grond was die buitengewoon
invaar en dicht, maar liooger-op waren de
sterren flauw zichtbaar, nu en dan verborgen
door een voorbijglijdende wolk. 7"
Kort na tweeën verschenen twee of drie
Zeppelins boven op eene geweldige
hoogte. Een zoeklicht ontdelite er een boven
de noordelijke hoogten, omstreeks tien minuten
.over twee. Toen volgde liet gedonder der ka
nonnen, dat iedereen wakker maakte en ver
volgens het gezoem der vliegmachines, die ten
aanval waren opgestegen. Het was voor die
vogels een gevaarlijke nacht om op te stijgen,
want de mist boven den grond was verblindend
en zoo dik, dat het hun onmogelijk moet zijn
geweest om zich te oriënteeren.
Daar hing het- luchtschip met stilstaande mo
toren op een-hoogte van ongeveer 4000 meter.
Een oogenblik flikkerde bet zwaard van een
zoeklicht er omheen en hield het toen in schij-
nonden greep. Het worstelde om te ontkomen
en koerste naar een wolk, toen de sbrapnells
er omheen begonnen te barsten met staalblauwe
vlammen en de kanonnen beneden bleven voort-
donderen.
Het geleok op dat oogenblik een rood-gloeien-
de sigaar. Het worstelde en wentelde en daalde
toen een honderd meter.
Als betooverd blven de mensclien het „vuur
werk" aanzien De eentonigheid van de slirap-
nell-knallen en heb geflikker der zoeklichten
werden plotseling onderbroken. Een rood
gloeiende sigaar, wat de aanvaller leek te zijn,
geraakte plotseling op wonderbaarlijke wijze
prachtig in brand en veranderde nu liaar kleur
van een gouden tint tot een van prachtig rood.
Dat was het einde.
Van de sterren af kwam de Zeppelin omlaag,
niet in een verwarde vlannncnmassa, maar sier
lijk bijna waardig zelfs. Een paar mijlen
gleed hij nog bijna horizontaal voort. Toen sid
derde het luchtschip zichtbaar, kantelde en
dook omlaag naar vernieling en dood in een
prachtigen robijnrooden viammenmantel.
Ontelbare duizenden zagen liet schouwspel
van de huizen van daken en van de wegen af
in Noord, Oost en Zuid. En twintig minuten
over tweeën van dien merkwaardigen Zondag
ochtend kondigde een geweldig gejuich het
einde van den strijd aan."
Een man, die op den weg liep, waar dichtbij
het brandende luchtschip -neerkwam, vertelde
nog
„Ik was op den weg, vlak bij dit veld, toen
het viel. Het kwam neer in een orkaan van
vlammen en ik dacht eerst, dat do wereld ver
ging. Het sloeg met een geweldig gekletter op
den grond, alsof er duizenden spiegelruiten
stuk gegooid werden. Op het oogenblik toen het
den grond raakte weerklonken er twee ont
ploffingen als donderslagen. Ik denk dat het
twee hommen waren, die de Zeppelin nog aan
boord had.
Er was een massa hout en aluminium aan
I dat luchtschip en dat- verklaart misschien dat
j bet zoo hevig brandde. De velden in het rond
j waren allen helder verlicht. Het heele lucht-
j schip viel in één verward, roodgloeiende massa
I ineen, behalve de propeller, die los was gegaan
I en een paar honderd meter van het verbrande
wralr. af lag. Ik zag de mannen temidden van
cle vlammen ineenkrimpen. Zij waren natuur-
I lijk dood, maar het leek alsof zij nog leefden.
liet- was ec-n afschuwelijk gezicht.
Uit het feit, dat- er belangrijke onderdeelen
I van een luchtschip zijn gevonden, die niet tot
I het verbrande behoorc-n, wordt opgemaakt dat
er minstens nog een tweede ernstig bescha-
(ligd is.
FRANKRIJK.
Van het Westelijk Oorlogrfterreln*
Het Engelsch-Fransche offensief.
PARIJS. Volgens onze berichten behoo-
ren de Duitsche troepen, "Woensdag door
de Fransche infanterie teruggeworpen ten
oosten vau Chilly, tot oen Saksische divisie,
in allerijl van het Aisnefront aangetrok
ken.
Aan den rechter Maasoever deden
Woensdagavond laat de Franschen na een
hevige artilleriebeschieting een aanval op
de Duitsche stellingen VauxChapitre
Le G'henois. De geheele eerste linie viel in
handen der Franschen over een front vau
ongeveer 1500 M. Wij maakten 250 ge
vangenen en veroverden tien mitrailleurs.
Fransche vliegers namen een actief aan
deel aan de operaties in de voorafgaande da
gen aan het Sommefront; zij hielden het
oog op de infanteriebewegingen, bestookten
de ^achter waarUche linies van de Duitschers
en beschoten marcheerende troepen. Her
haaldelijk werden door heu ook de Duitsche
loopgraven beschoten.
Woensdag werden Duitsche vliegers
neergeschoten door Fransche vliegers; één
viel bij Guendecourt, een andere nabij
Brie-en-Santerre; vijf andere moesten be
schadigd dalen.
LONDEN. Officieel De vijand deed een
tegenaanval op het Leuzebosch, doch werd
na een handgemeen teruggeslagen, met ach
terlating van twee officieren eu 17 man als
krijgsgevangenen. De strijd om Gincby
duurt voort.
BERLIJN. Officieel. De slag aan de-
Somme wordt voortgezet. Over de geheele
linie wordt gestreden. De Engelschen vielen
met bijzondere hardnekkigheid bij Gincby
telkens doch tevergeefs weder aan. De
Frauschen gingen, op hun groot aan
valsfront bezuideif de Somme tot den
stormaanval over, die in het noorde
lijkste deel voor onze linies echter werd
afgeslagen. In het zuidelijkste deel, bij
Berny-eu-Santerre, Deiniécourt en aau
beide zijden van Chaulnes werden aauvan-
lijke voordeelen door een snellen tegen
aanval weder aan den vijand ontrukt.
In Vefmandovillers hebben echter de
Franschen voet gevat.
Aan den oosteiijken Maasoever herhaal
den de Frauschen hunne aanvallen op het
front van het ThiaumomtwerkBergwoud,
die echter werden afgeslagen.
De strijd aan de Scmir.e.
PARIJS. Nieuwe successen kenmerk
ten den dag van Woensdag ten zui
den van de Somme, terwijl ten noor
den van de rivier de artillerie haar vernie
lingswerk voortzette. De Franschen sloegen
i eerst hevige tegenaanvallen af en gingen
I vervolgens tot bet- offensief 'overzij won-
j nen aanmerkelijk terrein, in strategisch op
zicht van groot belang. Na een heftige be
schieting van de vijandelijke stellingen van
Barleus tot Chilly, ging de infanterie op
nieuw voorwaarts naar het gevechtsdoel
Berny, dat zij voor het grootste gedeelte be
zette benevens de onmiddellijke omgeving
en het gemeentelijke park. Zoodoende zijn
de Franschen genaderd tot de ravijnen, die
oostelijk naar de Somme afdalen achter
langs de Duitsche stellingen bij Barleux en
j het plateau van Vill ers-Car bonnet. welke
door talrijke Duitsche batterijen worden
i verdedigd.
I Ook in het centrum werd het- offensief
I met succes bekroond. Alleen het- zuidooste-
lijk deel van Verrnandonvillers is nog in
I Duitsche handen. Het Sterrebosch, dat de
Duitschers onneembaar noemden, ligt thans
achter het Fransche front,
j Meer naar het zuiden is de vooruitgang
nog grooter. Onze troepen veroverden een
reeks vijandelijke veldwerken tot aan den
zoom van Chaulnes en ten oosten van Chilly
i bij den spoorweg Chaulnes-Roye. In dezen
i -sector zijn Deniécourt en Verrnandonvillers
Eist bij Arnhem.
bijna geheel omsingeldzij worden in een
nijptang gehoudeh, waarvan de tangen nog
riechts een honderd meter van elkaar ver
wijderd zijn van Duitsche zijde. Men ver
wacht den val van deze dorpen dus spoedig.
Verder is de spoorlijn NesleChaulneB,
waarlangs de Duitschers versterkingen en
levensmiddelen brengen naar do bocht van
de Somme, voor hen onbruikbaar geworden.
Dit voordeel zal ook leiden tot uitbreiding
van de terreinwinst in het zuiden.
De Duitsche mededceliug, dat bij de geal
lieerden 28 divisies in actie zijn, is absoluut
onjuist.
Du Paty de Clam.
Do ..Times" verneemt uit Parijs, dal lui'te-
naat-kolonol Du Paty de G'lam overleden is
ten gevolge van bekomen verwondingen.
Du Paty do C'lam was, gelijk velen zich
zullen herinneren, een der hoofdpersonen in
de Dreyfuraaak; hij was de officier ciio met do
eerste instructie van het „verraad" van
Dreyfus, was belast. en moest ten gevolge
van de door hem in dezen gespeelde rol zijn
ontslag nemen. In 1913 werd hij door minis-
ter Millerand in dienst hersteld, waarover
zeer veel te doen kwam en hetgeen haast tot
een ministerieel» crisis aanleiding gaf. Du
Paty do Clam, die bij het uitbreken van den
oorlog (13 was en te oud dus voor den dienst
aan pet front, meldde om die reden zich aan
als soldaat in de compagnie van zijn zoon.
Hij kreeg later het bevel'over het 117© reg.
infanterie en ontving het Legioen van Eer
voor zijn dapper gedrag.
RUSLAND.
Van het Oostelijk oorlogsterrein.
Het Russische offensief.
PETROGRAD. Jn de streek ten zuiden
van Riga werd een vijandelijk luchtschip
naar beneden geschoten. liet viel neder
binnen de linies van den vijand.
Ten noorden van Dunaburg verdreven
Russische voorgeschoven troepen den vijand
uit zijn loopgraven en maakten zich meester
van een klein gedeelte van zijn stelling.
Russische aeroplanes wierpen met succes
bommen op het station van Barancrwitaji.
In de richtingen van Brzczany en Halicz
duren de gunstig voor de Russen verloopen-
de gevechten voort. De troepen van gene
raal Stjerbatsjef maakten bij de vervolging
van den vijand vorderingen in westelijke
richting en zijn de rivier Narejoefka, een
zijrivier var. de Gnila Lipa genaderd. Een
gedeelte trok over de rivier.
In de streek van Halicz bezetten Russi
sche troepen de spoorlijn HaliczSenio-
kowt-zeWodniki en beschieten zware en
lichte artillerie de stad Halicz, die door het
Russische vuur in brand is geschoten, maar
waar de vijand nog steeds hardnekkig stand
i houdt.
j In de gevechten in deze streek op 6 dezer
I namen de Russen 45 officieren en 5600
j manschappen, waaronder 22 Duitsche offi-
j meren en 2000 Duitsche soldaten en vijf
I Turksche officieren c-n 685 Turksche solda-
j ten gevangen. De buit is nog niet geteld,
i In de Woud-Karpatheri wordt de op-
marsch der Russen voortgezet,
j BERLIJN. Officieel. I'ront-pri-nLeopold
I van Beieren, Geen gebeurtenissen van be-
I Ung.
Front-aartshertog Karl: Ten O. en Z.O.
j van Brzezany bleven Russische aanvallen
zonder succes.
Tusschen de Zlota Lipa en den Dnjester
i betrokken wij, in verband met den
i reeds gemelden strijd, een achterwaarts
j gelegen, vooraf iil gereedheid gebrachte
i stelling, waarin in den loop van den dag
ook de achterhoeden werden opgenomen.
In de Karpathen werden, ten zuidwesten
van Zcelona, aan de Baba Ludowa en ten
noorden van het Kirlibaba-dal Russische,
waarborg. En altijd wist hij het zóó in te j
richten, dat hij niet wegens woeker met de I
ïechtbank in aanraking kwam. Telkens
moest hij het geld uit Hamburg halen.
Daar had hij zijn geld op vier verschillende
banken staan, omdat hij dan, wanneer één
der banken failliet mocht gaan, altijd nog
de andere? had. Sinds jaren was zijn geld I
bij de Hamburgsche banken in bewaring j
en daar hij de rente steeds liet staan, werd
het kapitaal gedurig grooter. Hij bezat- nu
ongeveer vijfmaal honderdduizend mark. i
Dit wisten alleen kleermaker Quint en zijn
vrouwniemand anders vermoedde er iets I
van, ofschoon er in het stadje wel vage ge-
ïuchten liepen, dat hij heel rijk was. Maar
hoe- leefden die twee menschen ookNiets,
niets durfden zij er af nemen. Alleen Zon
dags kwam er vleesck op tafel. Nooit gin
gen zij op reis, of naar den schouwburg, of I
naar een concert. Bij collectes voor een
weldadig doel gaven zij zoo weinig moge-
lijk als zij er even kans toe zagen, in het
geheel niets.
Moest hij naar de bank, dan liep hij naar
Ilarburg, en nam dan vierde klasse tiaar I
Hamburg. Twee droge broodjes nam hij
mee, die hijin den zomer onderweg op
straat of op een plein opat, en 's winters
aan het station.
Zondags kwamen de Quints in de kerk, j
Dat achtten zij noodig, ten eerste wegens
hun „eeuwige zaligheid", en ten tweede, i
om aansluiting met de stad te houden. Op j
de groote kleermakerstafel lag altijd een ge
zangboek. En als er iemand binnenkwam,
hoordé hij, als de deur nog niet gesloten
was, dadelijk in de kamer een stem. Dat was
juffrouw Quint, die meteen naar het ge
zangboek gegrepen had, en daaruit begon
voor te lezen.
Maar Zondagsavonds was het feest. Dan
kwam er niemand meer binnen* al klopte
hij ook nog zoo hard. Dan hadden zij de
kwitanties en aile papieren van de banken
voof zich op tafel liggen. En nu rekenden
zij hun vermogen na. Het gladde, eiken dag
met de grootste zorg geschoren, natuurlijk
door hemzelf geschoren, gelaat, met naar
achter'vallende witte haren, glimlachte. De
strenge, scherpe trekken werden zachter. En -
liefkoozend streelde hij al die mooie kwitan
ties. Ook juffrouw Quint glimlachte. En de
oudjes rekenden uit, wat zij al zouden kun
nen hebben: Een groote, prachtige villa,
met bedienden, koetsier en rijtuig; zij zou
den kunnen reizen waarheen zij wilden. En
wat hun fantasie, die zich enkel op de Zon
dagavonden vertoonde, hun zoo al verder
vooi-spiegelde. Doch zij glimlachten alleen,
en borgen zorgvuldig al de papieren in den
grooten ijzeren trommel, die in de kast op
de slaapkamer stond.
Het echtpaar Quint had slechts één bloed
verwant, den zoon van een ^verleden broe
der van de vrouw. Die bloedverwant heette
Fritz Wedderpfahl. Hij woopde in hetzelfde
stadje als zijn oom, en was schrijnwerkers-
knecht. Een goede, stille, ijverige jongen,
dis zijn vak verstond. Maar hij was een
beetje traag van geest. Nu. op zijn zeven en
twintigste jaar, wilde hij eindelijk baas wor
den. Dat ging nu juist heel goed, omdat
zijn baas gestorven was, en hij de zaak van
de weduwe kon overnemen voor vierduizend
mark. En bovendien had hij zich. juist ver
loofd met een flink dienstmeisje. Zoo liep
dus voor hem alles samen hij zou zich nu
kunnen vestigen en zijn eigen weg opgaan.
Maar één ding ontbrak hem, en dat was
geld. Hij nocb zijn meisje bezaten iets, en
het weinige, dat hij bespaard had. wa3 niet
genoeg om een zaak te beginnen. Toen dach
Fritz Wedderpfahl aan zijn familie. Zijn
oom. Quint zou hem die vierduizend mark
wel willen leenen, daar rekende hij vast op.
Wel wist hij, zoo goed als iedereen in de I
stad, hoe ongelooflijk gierig zijn bloedver
wanten waren. Daarom ging hij ook niet
met hen om. Doch voor dezen keer, meende
hij stellig, zou zijn oom hem, vanwege de j
bloedverwantschap, het geld wel geven.
Lieve hemel, hij vroeg het immers niet ten i
geschenkeover eenige jaren zou hij het
met den noodigen interest teruggeven. Hij
dacht er een paar dagen over na, wanneer
hii er heen zou gaan. eu besloot den eerst-
volgenden Zaterdagavond zijn Zondagspak
er voor aan te trekken.
Die Zaterdag was een heerlijke Meidag.
De vinken wisten geen raad van pleizier.
De spreeuwen vloegen over de weiden, om
wormen te zoeken. En de nachtegalen zon
gen dag en nacht.
Fritz Wedderpfahl had met zijn meisje
alles afgesproken, wat hij bij zijn bezoek
z a zeggen, en beiden hoopten van ganscher
harte dat het zou gelukken. Hcë meer de
avond naderde, hoe angstiger Frit-z Weidef-
pfahl werd. Hij had zijn bloedverwanten,
die hem bij zijn laatste bezoek onvriendelijk
'behandeld hadden, in lang niet gezien. Hun
koelheid had liem toen pijnlijk aangedaan.
Maar hij meende, als hij hun alles duidelijk
uitlegde, dat zij hem dan misschien, ja
zeker wel zouden helpen. En in die goede
verwachting klopte hij 's avonds in de sche
mering bij de Quints aan.
De deur werd geopend, en met verwonde
ring zag de heer Quint zijn neef voor zich
staan.
„Nu. wat is er zoo laat nog aan de
hand?"
Met 'deze woorden bracht hij hem in de
kamer, waar zijn vrouw zat met het ge
zangboek vóór zich, waaruit zij, zooals Frits
Wedderpfahl hoorde, juist was begonnen
voor te lezen, toen hij de deur inkwam. Ook
z;j zag, over de bril heen, haar neef ver
baasd aan en zij en haar man wierpen
eikander een blik van verstandhouding toe.
„Nu, vertel ons eens, hoe het je gaat,"-
begon de oude man. „Je hebt jé immera
verloofd met een braaf meisje"?"
„Daar heb ik u t-och kennis van gege
ven?" antwoordde de neef.
„Jawel, jawel, dat heb je gedaan, en
daarvoor bedanken wij je wel. Heeft je
meisje een beetje geld? Want anders gaat
het toch niet."
„Neen, geld heeft zij evenmin als ik, ea
daarom kom ik bij u, om
„Halt,"wat bedoel je daarmee?"
„Om u te verzoeken, xnij voor eenige
jaren iet-s te leenen."
„Maar jóngen, hoe kom je er bij? Je
weet toch, zoo goed als iedereen, dat mijn
vrouw en ik geen geld hebben. Het- beetje,
dat wij in al dien tijd hebben overgespaard,
ligt in de bank te Hamburg. En daarvan
kunnen wij niets missen; dat hebben wij
zelf noodig, als het eer.maal zoover is,
dat ik niets meer kan verdienen. Je hebt
ook heelemaal geen borgen, beste Fritz".
„Dat zal ik u nu eens goed uitleggen. Een
borg heb ik niet. Al wat ik bezit is zes
honderd mark, die ik heb overgespaard.
Maar daarmee kan ik niets beginnen. Om
te trouwen en de werkplaats van de weduwe
te koopen, moet ik vierduizend mark heb
ben".
„Vierduizend mark? Mensch, ben je
krankzinnig geworden Waar zou ik zooveel
geld vandaan moeten halen Zooveel heb
ben wij nauweüjk op de bank in Hamburg.
Neen, daar is geen denken aan
(SM.