lilt! Rijksambtenaren! S3 PE SfOLDATBUCOPRAKTT vena. Variideig X X Augustus X O X e Thiaumont, gepaard gaand met -spervuui achter de Fransche linies. Alle aanvaller werden tot staan gebracht langs den weg naar Fleury en bij het dorp door het Fran sell© .mitrailleurvuur, waardoor de Duit- isobers zware verliezen leden. De Duitschers wisten vasten voet te krijgen in het Thiau- montwork na een verbitterden strijd, welke nog voortduurt. In de Vogezen werden Duitsche troepen, dio' de Fransche loopgraven bij Sennonnes i trachtten te naderen, gemakkelijk met ge- weeiwuur uiteengejaagd. PARIJS. Aan den rechteroever van 'de Maas woedde de strijd hevig voort aan het front Thiaumont-Fleury. Met groote hardnekkigheid weerstonden wij en sloegen wij den vijand af, die trachtte het terrein ten noordwesten en zuiden van Thiaumont te hernemen. Daarop gingen wij tot den aanval over. Wij bezetten weder alle loopgraafdeelen, waarin de vijand voet had gekregen en kwamen het werk Thiaumont weer binnen. Wij vermeester den twee liniën loopgraven aan het front Vaux-ChapitreLe Chenois en maakten ;200 gevangenen. Wij breidden onze winsten ten noorden van de Sommo uit, en vermeesterden een versterkt boschje en een loopgraaf ten noor den van het Hem-bosch, waar we ons hand haafden. In twee dagen vermeesterden wij ten noorden van de Somme de heele linie van Duitsche' loopgraven over een front van zes kilometer cn oen diepte van 300 a 500 meters. Sterke vijandelijke afdeelingen die ten noordwesten van Tahure, in Cham pagne. aanvielen, zijn door ons granaatvuur uiteengedreven LONDEN. Officieel. In den nacht van Dinsdag drongen we vooruit ten oosten van het Trones-bosch. De gevechten in de bui tenwijken van Guillemont bij het station duren voort. LONDEN. Officieel. Ten zuidwesten van Guillemont is onze linie 4.00 yards naar voren gebracht. De vijand deed vier aan vallen ten noordwesten van Pozieres. Drie mislukten, de vierde stelde hen in staat yijftig yards loopgraaf te bezetten. Peronne in vlammen. BERLIJN. Verschillende bladen be vatten berichten over de vernieling van Peronne door de Franschen. Peronne staat in lichtelaaie, in brand gescho- ten door de Fransche artillerie. Geheel© Wijken zijn aan een zekere vernietiging prijsgegeven, zoo ook de kathedraal van den Heiligen Johannes, een uit vijf dwars- schepen in rijken Gothischen stijl opgetrok ken gebouw. Of de beide met eenig mooi snijwerk voorziene houten huizen uit het ein de van de 15e en het begin van de 16e eeuw de vernietiging zullen overleven, schijnt twijfelachtig. Als geheel verloren moeten reeds de bibliotheek en het museum worden beschouwd, waarvan de inhoud in de boven verdieping van het oude stadhuis waren ondergebracht. De grootemuseumzaal be vat, behalve bekende werken van Salvator Rosa, een belangrijke verzameling Engel- sche en Fransche werken, beelden en be kende schilderijen van Fransche meesters uit de negentiende eeuw. Vier of vijf tref fers hebben deze kunstwerken volkomen vernield; slechts enkele verscheurde stukken doek hangen nog aan de muren. Een zeld zame verzameling Gallische munten uit den tijd van Caesar; Fransch aardewerk, prach tige metalen voorwerpen en gesteenten uit den tijd van de Germaansche volksverhui zing uit alles en de,overige afdeelingen van het museum vormen nog slechts een on herkenbare massa. Een uiting van joffre. PARIJS. Generaal Joffre heeft een aantal Amen ka ansclxe journalisten ontvangen. Hij verklaarde hun Wij vreten met zekerheid, dat onze vijanden thans hun laatste reserves op roepen. Tot dusver kondon ze de methode toe passen om hun reserves van de eene plaats naar de andere over ie brengen, maar de ge concentreerde actie van de geallieerden maakt hun dat thans onmogelijk. Het staat met aan mij om te zeggen hoelang: de worsteling nog zal duren. Misschien zullen weken, misschien nos: maanden noodig zijn, eer dc finale breuk komt van du vijandelijke strijdkrachten. Maar het is zeker, dat die komen zal. Gij gevoelt evengoed als wij, dat de keer in den oorlog reed3 is gekomen. De vijf maanden van Fran schen weerstand bij Verdun hebben de Duit sche plannen doen mislukken en hebben de weegschaal voor goed doen doorslaan. Na twee jaren van strijd behoeft do geestkracht van ons leger niet meer te worden aangetoond. Hst land is vastbesloten den oorlog tot een zegevierend einde te brongen. De geallieerden zuilen niet uitscheiden eer do vrijheid der we reld verzekerd is. Het Delvillebosch. Philip Gibbs beschrijft in de Daily Chronicle" den verschrikkelijker! strijd om het Delvilebosch. ,,Onze mannen trokken het Delvillebosch niet door in een der prachtige stormaanvallen, die kunstenaars vol verbeeldingskracht soms teekc- nea en die ook wel eens, maar- niet dikwijls 'voorkomen. 'Zij trokken op in verspreide groep jes, wel voeling met elkander houdend, maar in verspreide orde en voortkruipend, struikelend en tastend zoo goed zij konden, over een terrein, waar geen duidelijk zichtbaar pad to vinden is. Daar waren geen twee meters grond, zonder granaattrechter. Omgevallen boornen en kreupel hout vormden or een verwarde massa. Oude door granaatvuur vernielde verschansingen en on diepe loopgraven, daar gegraven door mannen die" hun eigen graf maakten, vormden, ook overal hindernissen. Onze soldaten konden, beladen als zij waren met hunne volie gevechtsuitrusting, met bom men aan risten om hot lichaam heen. geslagen Een goede vangst. Als men jarenlang op de Linie woont en meh hoort dag aan dag de verhalen over smokkelparlijen, dan kan men ten slotte den lust niet langer bedwingen om er weer eens medo op uit te trekken en met eigen ©ogen te aanschouwen, wolk een moeilijke partij de rijksambtenaren in dit animeeren- de schaakspel hebben te spelen. Overdag1 is het natuurlijk kinderwerk om een clubje smokkelaars op de daad te be trappen. En wel vooral tegenwoordig, nu het- in 't veld en langs de boschwegen een voudig krioelt van vrouwen en kinderen met brooden en zakje3 en taschjes en kale- basjes. Maar 'b nachts, als de mannen van het vak hun wcl-overdachte zetten doen, dan hebben de ambtelijke speurders een kwade kans. Een namiddag en een nacht ben ik mede peweeet* ut roet de bajonet op het geweer, geen vluggen stormloop door dit hclsche bosch uitvoeren. Dit bosch was vier malen door vier achter eenvolgende golven Engelsche troepen geno men. En vier malen.hadden golven Duitsche rroepen hot hernomen. Het hevigste vuur der wodcrzijdsche artillerieën was hierop: gericht ;owcost, zoodat ouzo Engelsche jongens op trokken door een groot kerkhof van onbegra ven 1 i,jken. De afschuwelijkheid van deze plaats heeft in den geest van velen, die anders door het schouwspel dat de slagvolden opleveren niet meer getroffen-worden, diepe 6poren achterge laten. Ik merk soms dat sommigen van hen, bij het hooren van don naam van het Delville bosch, ineenkrimpen en anderen meest of ficieren lachen met een vreemd, onaange naam geluid, den lach van mannen, die de kloof van ironio kennen, dio er ligt tusschen do goede dingen in dit leven en al deze belsoho afgrijselijkheden. Toen onze mannenoptrokken zagen zij met verbazing mannen tusschen de gebroken hoo rnen wegloopen en bemerkten ook tot hunne verwondering witte vodjes boven sommige gra- naattrechters wapperen. Die witte vodjes, moestal aan takken vastgemaakt, dansten op en neer en heen en weer alsof het signalen waren. Het was de witte vlag der overgave, opgestoken door 'Duitsche soldaten, dio daar in die gaten neergehurkt zaten. Uit één werd de Boode Ivruisvlag heftig heen on weer ge zwaaid. Onze mannen trokken met geveld geweer vooruit en riepen: ,,Koint eruit, jullio daar!" en uit iederon trechter kwam een Duitsche soldaat, met de handen in de hoogte on allen riepen: „Pity", welk woord zij geleerd schij nen to hebben om in geval van nood to gebrui ken. Op den weg van Souvllle. Soldaten vau de Maas, van de Manie en uit Parijs varen belast met do verdediging van de wegen naar Souville en Tavannes. „Wanneer Lothariixgers, Champagnards on Parijzenaars bijeen zijn", zoo vangt het „Petit Journal" zijn verhaal aan, „dan is allee bijeen hot goedo deeg on de gist. „En de bataillonchef Z„" zoo vervolgt het blad, ,,is uaard aan het hoofd te staan van deze mannen. De Duitschers hadden een kleine- vesting gemaakt van een plaats, genaamd het „Depot", gelegon langs do spoorbaan van Ver dun naar Etain. De kapitein D„ een jonge man van 25 jaar, die reeds bewijzen van dapperheid gegeven heeft, heeft het bevel over een ver kenning. Hij bereikt met elf grenadiers en een onder-luitenant de spoorbaan en kruipend gaat hij voort tot aan de eerste vijandelijke loop graaf. De kapitein bukt zich en ziet de Duit sche wachten. Den eerste jaagt hij een kogel door het hoofdde tweede ondergaat het zelfde lotdaarop springt hij de loopgraaf binnen zijn mannen volgen hem. Zij verspreiden zich in de loopgraaf werpen hun brandgranaten op do verraste Duitschers en binnen een half uur be zet de kapitein deze Duitsche loopgraaf onder een hevig vuur, en verlaat ze weer (hij had geen order ze te houden) met al zijn manschappen. Men is geheel en al gereed, als de Duitsche aanval losbarst, waarschijnlijk om den toegang tot Souvile te forceeren. Maar de vijand hoeft een slecht oogenblik gekozen, want onze troe pen staan klaar om hem weerstand te bieden. Zijn kracht wordt oogenblikkelijk gebroken door onze mitrailleurs en door de geweren onzer mannen. Dan gaan de onzen tot den aanval over! De linker en de rechter vleugel werpen zich op de loopgraven, maar het centrum kan zoo snel niet vooruit. Luitenant E„ aan de borst gewond, valt neer men wil hem opnemen, maar hij zegt: „Laat maar, eerst moet de loop graaf worden genomen; dan kom ik aan do beurt!" Luitenant F. wilde er het eerst binnen gaan, maar een man uit zijn afdceling is hem voor. „Wat", roept de luitenant, „dat moet vermeld worden; een kerel, die harder loopt dan ik, om vóór zijn chef in de loopgraaf te komen 1" In het kort, men zal ze hebbenwat zeg ilc Men heeft zo al! Ik hoor reeds de formule der soldaten van Verdun „Verdun heeft het vader land gered 1" Van alle overwinningen, die nu nog behaald worden, zal men zeggen: „De soldaten van Verdun hebben het gedaan!" Om de batterij van Damloup. Tot de ra eest schokkende episodes uit den strijd bij Verdun behooren de gevechten, geleverd bij de zoogenaamde batterij van Damloup, die sedert de Duitsehers tot in het fort Vaux waren doorgedrongen, van hun zijde blootgesteld was aan een verschrik kelijk bombardement. Het „Petit Journal" bevat over zulk een gevecht het volgende relaas Des avonds werd een cofhpagnie afgelost door een andere, en do officieren, in een niet al te veilige schuilplaats te zaam gekomen, beraadslaagden onder elkaar, toen plotseling een bom losbarstte, waardoor een bergplaats van granaten in de lucht vloog. Twee officie ren werden, ernstig gewondter zelfder tijd vielen do Duitschers on3 aan. Wij verdedigden ons moedig, maar onder slechte omstandigheden. Duim voor duim vech tende om het terrein, moeten wij het grootste deel der batterij achterlaten. Des morgens heeft de kapitein nog een klein gedeelte der stelling in handenhij heeft zelfs een stukje terrein veroverd. Men moet hem versterkin gen toezenden. De compagnie, welke den vori- gen avond pas is afgelost, biedt zich ondanks haar verliezen aan. Maar het Duitsche vuur uit de groote stukken is zoo hevig dat de twee compagnieën elkander niet kunnen berei ken! De kapitein ziet zijn compagnie als het ware versmelten, hij heeft zich ten zuiden van zijn batterij teruggetrokken, en na vijftien uren strijd verdedigt hij zich nog steeds met 50 mansohappen. Dij het vallen van den nacht zijn, er nog slechts 20 over De kapitein van L... houdt zioh gereed om aan don strijd deel te nemen. Hij trekt voor uit met een groot verlies aan mansohap pen eindelijk bereikt hij de eerste groep en te sarnen hervatten zij de verdediging! Zij veohten man tegen manniet één verlaat het gevecht. Gewonde afdeelingsohefs weigeren hun post to verlaten. Een doodelijk gewond luitenant zegt, terwijl men hem wegvoert: Voor dien eersten toer gingen we om half zes 's avonds van hnis. Daar we kruisen wilden van Noord naar Zuid en terug en geen plan hadden ergens in erabuscade te gaan liggen, deden we den tocht per rijwiel. De eerste plaats van oponthoud zou zijn een punt, aan een binnenweg, van waar we met wat goeden wil en een flinke binocle twee halten van de tram langs den grooten weg in het oog konden houden. Stapten er aan de eene halte geen passagiers uit, den waren er toch allicht aan de tweede wel reizigers, die hun weg zouden kiezen langs de in de richting van de grens gaande voet paden. Maar natuurlijk, ga je niet, dan ver tellen je kennissen den volgenden dag, „dat de tram gister weer vol zat met smokke laars" en ga je wel, dan tref je 't, of 't zoo afgesproken is, dr* er geen levende kip uit de tram komt stappen. Een arbeidersvrouw was dan ook het eenigo slachtoffer, dat we hadden kun nen maken, als we gewild hadden. Maar we moesten haar wel laten schieten, kon den toch immers moeilijk onzen goeden tijd verknoeien met 't naar huis dragen van een paar papieren zakken met wat koffieboonen „Do batterij; redt do batterij 1" Een onder officier bezet de batterij met 10 manschappon cn weet stand te houden. Een luitenant komt hom te hulp; bij hoeft eon mitrailleur op zijl rug meegevoerd, welke hij zelf bedient. Do mannen konden ziah prachtig Om twee uur des morgens is de kapitein L... meester van do batterij I De stemming te Parijs. Een Hollandsche bankier, die onlangs te Darijs vertoefde, heeft te Rotterdam een on derhoud gehad met den correspondent van den „Derl. Lokalanz." aldaar, en deze correspondent Ueelt thans in zijn blad mede, welke indruk ken deze Hollander van de stemming onder de Fransche bevolking gekregen heeft. Gnze landsman had een tooneelstuk, een militaire revue in de .Folies Bergères" bijgewoond, dio met oen schitterende vredes-apotheose besloten werd. Doven hot levende beeld" vlamden do kleurige cijfers 191416. „Dat de oorlog nog in den loop van dit jaar eindigen zal, geldt voor bijna iederen Parijzenaar als een axio ma", verbeidt de bankier „Waarom? Wel, het antwoord luidt: „Omdat Duitsch- land om vrede vragen zal voor de eerste sneeuw gevallen is." En mooht het dat niet doen, dan heeft de een of andere neutrale staat Spanje of Holland een goede ge legenheid om zich als bemiddelaar op te wer pen. Het is volstrekt uitgesloten, verzekerden mij mijne Parijscho vrienden, dat de oorlog nog dezen winter voortduren zal. Maar een vrede zonder de teruggave van Elzas-Lotharin- gen wil niemand. „Waarvoor zouden wij an ders drie jaar gevochten rebben? Voor de En- gelsohen? Voor do ServiërsVoor de Beigen? Wij hebben slechts één doelteruggave van het geannexeerde gebied." Gok hoorde ik de meening uitspreken, dat het voor Frankrijk en DuitsdMand het best zou zijn als men Elzas- Lotharingen .tot een zelfstandigen staat met gewaarborgde onzijdigheid maakte. Met zulk een „halve overwinning" zijn echter Slechts weinigen tevreden, maar men geeft aan deze oplossing toch de voorkeur boven een nieuwen winterveldtocht en een verdere uitroeiing van het Fransche volk. De Hollandsche zegsman, deelde verder nog mede, dat de verliezen der Franschen inder daad verschrikkelijk zijn, maar dat do offers met heldenmoed gedragen worden en dat men zich troost met de overweging, dlat de Duit schers er nog veel slechter aan toe zijn. RUSLAND. Van heê Oostelijk oorlogsterrein. Het Russische offensief. PETROGRAD. Aan de Sereth ruk ken onze troepen met succes vooruit en bevestigen zij het gewonnen terrein. In deze streek maakten we in den loop van de go- vechten van 4 tot 6 Aug. in het geheel aan gevangenen 166 officieren en 8415 soldaten. Wij vermeesterden 4 kanonnen, 19 mitrail leurs, 11 bom- en mijnwerpers, en veel an der oorlogsmaterieel. Aan het Stochod-front in de streek van Stobykhva kwam Dinsdagnachts een troep Oostenrijkers uit de loopgraven op korten afstand yan oen onzer regimenten met de handen omhóog. Kolonel Stepanenko na derde de Oostenrijkers, maar werd verrader lijk neergeschoten. Onze soldaten schoten daarop alle Oostenrijkers neer. Ten zuiden van do Dnjester namen onze troepen heb offensief over edfr front van 25 K.M. in de richting van Tysmenitza. Zij vermeesterden de loopgraven van den vijand en vervolgden-hem al vechtend. Onze troe pen dreven den vijand over het gcheele front terug en vermeesterden Tlumacz en de heele streek ten oosten van deze stad tot de Dnjester en een reeks hoogten ten zuid westen van de stad tot den spoorweg Kolo- meaStanislau Onze aanval werd door de artillerie voor bereid, die bommen met verstikkend© gassen wierp op de vijandelijke battexljende be dien mgsmanschap'pen staakten het vuren en lieten de kanonnen in den steek. Onze ca valerie vervolgt den vijand, die in wanorde terugtrekt. Een van onze divisies nam ongeveer 2000 Duitschers gevangen en veroverde vele zware kanonnen en tal van mitrailleurs. Nog steeds stroomen gevangenen toe. Het totaal cijfer is nog niet vast te stellen. De roem rijke troepen van generaal Letsjitsky be haalden dus een belangrijk succes. PETROGRAD. Ten zuiden van den Dnjester blijft het succes onzer troepen zich verder ontwikkelen. Bij de ver volging van den vijand namen onze dap pere troepen in storm de stad Nizniow en de dorpen Bratysjoef, Palahitsji, Nadvroy- na, Tsjarnalostje, Kryvotoelanove en het gehucht Oltynia. Aldus naderen zij voor een deel aan den linkervleugel het 'gebied in de richting van de Worono, waar Tysme- nica is gelegen. Voor den terugtocht van den vijand werden ontploffingen gehoord. Het schijnt dat de vijand bruggen en de pots heeft laten springen. Het aantal ge vangenen en de buit zullen nader worden opgegeven. Het door ons veroverde gebied slaat een oppervlakte van ongeveer 160 vierkante kilometers. BERLIJN. Front-v. HindenburgAan de Sereth en ten Z. daarvan was de vuur actie Maandag levendiger. Vijandelijke aan vallen werden afgeslagen. Herhaalde po gingen der Russen om bij Tsaretse (aan den Stec-hod) terrein te winnen, bleven vruchte loos. Ten W. van Loezk zijn sedert Dinsdagmor gen nieuwe gevechten begonnen. Ten N.W. van Zalocze mislukten vijan delijke aanvallen. Ten Z. van Zalocze werd in een gevecht met de troepen van v. Bothmer het Russi sche vooruitgaan gestuit. Hien werden 9 officieren en meer dan 700 man gevangen genomen en vijf mitrailleurs buit gemaakt. Front-aartshertog Karl: Ten Z. van den. en rijst en meel. "We zochten groot wild! En terwijl we even bespraken, wat we nu zouden aanvangen, ontdekten we beweging aan het einde van den dwarsweg. De kijker verraadde onmiddellijk, dat 't twee fietsen de dames waren, stemmig gekleed beiden, in bruine mantels en zwarte hoeden. Niets voor ons, dacht ik. Maar m'n metgezel maakte zich zoo slank als hij kon naast een dun kastanjeboompje. „Il'aviksoogen hebben ze", mompelde ie. En waarachtig, na eerst een paar trapjes in onze richting gedaan te hebben, zwaai den de fietsen keurig achter elkaar linksom en pakten juist den tegenovergestelden kant. „Die moeten we hebben. Daar zit buit!" grinnikte m'n dikke begeleider. En zoo vlug als 't ging in het dikke zand van den bin nenweg klauwden we naast onze fietsen vöort tot we aan den kant het harde voet paadje vonden, waar we konden rijden. Toen werd 't een... Bijna schreef ik: een rit op leven en dood. „Jagen, m'nheer; jagen!" hijgde 't voor me uit. „Als de bliksem d'r op, andei's smijten zo 't weg!" Dat werd trappen van je welste. Van de a twee jyas al niets meer te zien. Een weg- Dnjester gingen sterke Russische troepen tot den aanval over tegen de linie Tlu maczOthynia. De verbonden troepen gin gen in aangelegde stellingen terug. In de Karpathen werden, aan beide zijden van het Bialy-Tsjeremosj-dal, de be haalde voordeelen uitgebreid. WEENEN. Officieel. Front aartshertog Karl. De Karpathentroepen wonnen terrein op de hoogten ten oosten van Jablonica en bij Worechta, maakten meer dan 1000 gevangenen en vermeesterden 4 mitrail leurs. Ten zuidwesten van Delatyn weerden do strijdkrachten van v. Kövess opnieuw sterke Russische offensieve bewegingen ai'. Ten oosten van Ottynia en Tlumacz deed de vijand Maandagmorgen in groote massa een aanval. Een van de aanvalstroepen drong ten westen voorbij Ottynia tot over onze eerste linie, werd echter door een tegonaan- val volkomen teruggeworpen, waarbij meer dan 1000 gevangenen in onze handen ble ven. Bij Tlumacz is de verdedigingslinie voor den overmachtigen stootvan den vijand naar het gebied ten westen van de plaats verlegd. Ten zuiden van de Wertelha veroverden onze troepen den linkeroever van den Sereth- Meer dan 700 Russen werden gevan gen genomen; 5 mitrailleurs werden buit gemaakt. Front-v. HindenburgBij Zalacze ver liep de dag Maandag betrekkelijk rustig. Ten zuidwesten van Porczynin Wolhynië sloeg het leger van Terssetyanzsky een reeks, heftige Russische offensieve bewe gingen af. De vijand werd gedeeltelijk in een tegenaanval teruggeworpen. De troepen van generaal Fath verijdelden ten zuiden van do Stobyckwa opnieuw vole Russische overgangspogingen. Een Russische overwinning In Calïcië. PETROGRAD. De Russen hebben een groote overwinning behaald ten zuiden van den Dnjester in de richting van Tysmenitza. Het front van den vijand is over een uit gestrektheid van zestien mijlen ingedrukt. Tlumacz en de hoogten ten zuidwesten tot den spoorweg Kolomea-Stanislau-Lemberg zijn genomen. De cavalerie vervolgt den vijand. Onderde tot dusver gemaakte gevangenen zijn 2000 Duitschers. Von Hindenburg bezoekt Lemberg. WEENEN. Naar de oorlogscorrespondenten aan hunne bladen melden, heeft veldmaarschalk von Hindenburg den derden Augustus een kort bezoek aan Lemberg gebracht.' Aan bet station werd bij doer den genèraal-majoor Boohm-Er- molli cn anderen ontvangen. Uit bet 41ste i f r toiie-regiment werd de eere-compagnie ge vormd. iNa een automobieltocht begaf von Hinden burg zich eerst naar bet legercommando en vervolgens naar bet front. Vleeschlooze dagen in Rusian_d. Volgens berichten aan Engelsche bladen fe de wet, waarbij bet vleescbgebvuik gedurende vier dagen per week wordt verboden, Zaterdag in Rusland in werking .getreden. ITALIË. Aan het Itaüaansche front. ROME. Officieel. In het Etschdal duurt, de artilleriestrijd krachtig voort. Op de hoogvlakte van Asiago sloegen wij een hef- tigen vijandelijke-n aanval in de zone van d«n Mont Zebio af. In Boven-Cordevole dééd de vijand na hevige beschieting op nieuw aanvalspogiiigen tegen onze' stellin gen aan den Monte Sief. Hij werd echter steeds afgeslagen met zware verliezen. Aan de Beneden-Isonzo tegenover Görz duurt de strijd met verwoedheid voort. Wij veroverden geheel den Monte Sabofcino en Monte San Michel©, de spillen van de vijan delijke verdediging. Het bruggenhoofd van Görz is in onze banden. Onze kanonnen be schieten de stad, om den vijand uit de schuilplaatsen tusschen de huizen te verja gen. Zondag en Maandag maakten wij 8000 gevangenen, onder wie 200 officieren, van wie 20 hoofdofficieren en een regiments commandant met zijn staf. De gevangenen blijven toestroomen. Wij vermeesterden 11 kanonnen, een honderdtal mitrailleurs en een rijken buit aan wapenen, voorraden en oorlogsmaterieel. Dinsdagnacht bombardeerde een van onze bestuurbare luchtschepen het spoor- wegknooppunt Opci.ua, met zichtbaar ver woestende uitwerking. Het luchtschip werd duchtig door afweergeschut beschoten en werd aangevallen door twee hydro- aviona, welke aanvallen werden afgeweerd door een krachtig vuur. Het luchtschip koorde onbeschadigd binnen onze liniën terug WEENEN. Officieel. De verbitterde ge vechten in het gebied van Görz duren met onverminderde hevigheid voort. De aan het- bruggenhoofd van Görz ten westen van de Isonzo strijdende troepen sloegen sedert 6 Ang. namiddags talrijke zeer overmachtige vijandelijke aanvallen bloedig af. Hierbij werden 2932 Italianen, onder wie 72 officieren gevangen genomen. Om de dappere bezetting van het bruggen hoofd bij de steeds nieuwe woedende aan vallen der Italianen voor groote verliezen te bewaren, werd zij Dinsdag; teruggetrokken op den oostelijken oever van: de Isonzo. Op de hoogvlakte van Doberdo misluk ten aan de Monte San Michele en bij San Martino alle vijandelijke aanvallen onder zeer zware verliezen van den vijand. Even zoo mislukten verder zuidelijk krachtige Itaüaansche aanvallen in ons vuur. Aile stellingen zijn hier in het bezit van onze troepen. draai had hen verdonkeremaand. Maar we kenden hier de wegen en op gevaar af van süjxpen of van een botsing stoven we met snuivenden adem den hoek omDaar voor ons peddelden heel gemoedereerd twee jonge dames. Dat smokkelaarsters knip oogde ik tegen mezelf. Keine Alinung! „Daar sla je mis, maat...", meende ik nog te Opperen, maar net bijtijds hield ik m'n woorden in. Want nï'n gezel wandelde al naast de fietsende dames. „Even afstappen, damesWe moesten u juist hebben." Verwonderde gezichten als antwoord. De eene, de oudste,met vrij brutaal gezicht, zag wat bleek om den neus. De tweede, in tegendeel, was één blos al, inspannings- kleur als van* iemand, die nog niet gewend is -reel te fietsen. „Wat höbste bij dich?" was de directe vraag van m'n gezel tot de oudste der twee. „Tch?" klonk 't wat terughoudend. „Joa, dich!" ging 't nu wat strenger. ,,'n Klein schinkske", kwam 't benepen. „En dich?" aan no. twee, die met een zakdoek voor den mond het geval stond aan te zien. ;,Auk 'n klein schinkske", kwam daar Aan het front in Korinthië en Tirol plaatselijk levendige artilleriestrijd. Do strijd aan het isonzofront. LONDEN. De „Times" verneemt uit het itaüaansche hoofdkwartier d.d. 7 Aug.: Van gistermorgen zeven uur tot half vier 's middags werden de Oostenrijksche stellingen van den Monte Santo tot Monfal- cone op ontzettende wijze gebombardeerd, zooals nog nimmer zelfs hier had .plaats ge had. Alle heuvels aan deze zijde van de Isonzo waren bedekt met nieuwe batte rijen, die een onafgebroken regen projectie len uitstortten over de verraste Oostenrij kers op den Monte Sabotino, waarvan de top Görz geheel beheerscht. Sinds 23 Oct. bleef de Itaüaansche linie aan het Sabotino- front onveranderd. De zuidelijke helling van den berg was voorzien van talrijke kunstig gebouwde holen, door de Italianen in de harde rotsen uitgegraven. Onlangs was dit sappeurswerk bekroond met den aanleg, buiten weten van den vijand, van een tunnel van 850 voet, welke de Oostenrijksche loopgraven tot 90 voet naderde. Achthonderd man, die in deze tunnel waren verzameld, begonnen op een gegeven teoken den aanval, gesteund door de troepen in eerste linie en sterke reserves. De aanval werd door vele waar nemers op de andere bergen gadegeslagen. Tallooze stukken hakhout werden door' de Italianen in brand gestoken, om te beletten dat de Oostenrijksche scherpschutters er voordeel van zouden hebben. Ze waren nu gehuld in laaghangende rookwolken. Toen het teeken tot den aanval werd gegeven, kropen de Italianen tusschen deze plekken hakhout. De stormaanval op de Oostenrijk sche stellingen werd op ongelooflijk snelle wijze uitgevoerd. De voorste posities wer den veroverd terwijl de vijand zijn spervuur verlegde. De eerste, tweede en derde loop- gravenlinies werden in twintig minuten ge nomen, waarna do Oostenrijkers hun vroe gere stellingen onder hevig vuur namen. De redoute op den top viel binnen het uur en de vervolging begon langs de hellingen naar de Isonzo, waarbij de vervolgers over al gevangenen maakten. San Merino werd tegen zes uur genomen, waarna de Italianen zich in de veroverde posities gingen vastzet ten en versterken. Talrijke Oostenrijkers vluchtten in de bosschen op de noordelijke helling tegenover Plava, maar ook hier wer den zij verdreven. Behalve de aanval op den Monte Sabo tino werd een algerueehe aanval godaan langs het geheole front van den Beneden- Isonzo. De hoogten 18S en 133 en Oslavia werden hernomen en de stellingou, waarom verleden jaar gestreden werd, vielen in han den der Italianen. De Oostenrijkers boden tegenstand op den Podgora-top tot den avond, maar gaven het toen ook op. Troepen uit Lucinico rukten over een afstand van verschillende mijlen naar de Isonzo op door bedekte naderings wegen, welke gedurende de laatste maanden waren gereed gemaakt. De schijnbaar on neembare San Michele met zijn vier grim mig© gevaarlijke toppen, waarvan er drie verleden jaar werden genomen, werd zonder voorwaarden overgegeven. De opmarscli langs het geheel© front liep vlug én zeker van stapel. De krijgsgevan genen waren stoere, jong© mannen en lieden boven de veertig jaar; allen verkeerden in slechten toestand en waren gekleed In lom pen, een bende bedelaars. Slechts weini gen hadden meer dan honderd patronen bij zich, hetgeen bewijst hoe onvoorbereid cle Oostenrijkers op dezen aanval waren ge weest. De stemming in Btalië. De Ag. Stefani meldt, dat het succes van het Italinansche leger groote voldoening wekte in de hoofdstad. De bladen iverden aan de verkoo- pers ontrukt en haast do heele stad vlagde. •Des avonds had op het Colonnaplein, tijdens een uitvoering van de militaire muziek, een betooging plaats ter eere van het leger. Ook in andere steden hadden dergelijke pa- triotische betoogingen plaats. SERVIË. Schermutseling ten zuiden van Doiran. SALONIKI. Een Britsche patrouille deed in den nacht voor Dinsdag een aanval op de Bulgaren in het dorp Dolzeli, eenige mijlen ten zuiden van Doiran. Met bom men en met de bajonet verdreven ze den vijand, die vier dooden verloor en twee gewonden. Onze verliezen zijn tweo gewon den. GRIEKENLAND. De toestand aan het Saloniki-front. De „Secoio" van Milaan heeft van zijn correspondent té Saloniki een telegram ont vangen, volgens hetwelk alleen de artille risten, de vliegers, enkele afdeelingen gepie en uhlanen Duitschers en Oostenrijkers zijn. De rest van het leger, dat hier tegen over de geallieerden staat, bestaat uit Bul garen. De correspondent zegt in het telegram, dat, geducht door den Franschen censor besnoeid, door den „Temps" wordt gepu bliceerd, dat dit aldus samengestelde leger niet in staat is tot een offensieve beweging. Maar zijn defensieve stellingen zijn op vol maakte wijze ingericht, zoodanig, dat een aanval door het leger van generaal Sarrail zeer moeilijk zou zijn, vooral na het verlies van de stellingen bij de engte van Demir Hissar. Is echter eenmaal het Bulgaarsche front op eenig punt doorbroken, dan zal de opmarsch niet meer op zulke groote het antwoord. „Zoo, zoo, elk een schinkske. Joa, doar zit ge noe. Wat wilste, mit gaon of wilt ge 'thee afleggen?" „Joa, det kan mich niks geve. Ich zei 't uch wel afdoon." En terwijl we even onze blikken vestig den op de boomtoppen van het laantje, wa ren de beide jonge dochters druk in de weer zich te ontdoen van de lastige bagage, die een rolham van vijf kilo toch is, ten minste als je dit vrachtje onder je rokken wilt' transporteeren. Op de hoekjes bouwland tusschen de wal len van hakhout werd 't levendig; hoven 'n blond roggeveld gluurden nieuwsgierige oogen en achter een malsch-groenen klaver- akker kwamen drie gedaanten opduiken in de opgerichte luisterhouding van konijnen, die onraad vermoeden. Recht vóór ons was de muur van een kerkhof. Over den steenen rand stak als een giraffekop het magere hoofd van den doodgraver. Met m'n hand wenkte ik, dat hij z'n neus buiten het geval zou houden... Maar als goed Nederlander sprong hij di rect op de bres voor de vrijheid. Want ter wijl een niet te ^tuiten woordenstroom uit moeilijkheden stuiten als dat op de andere fronten het geval is; er zijn n.l. ia Servië slechts weinig Duitsche en Oostenrijksche troepen achtergebleven. De Grieksclie tusschenkomst af te willen wachten acht de correspondent een gevaar lijke illusie. De algemecne verkiezingen toch zullen pas in September plaats heb ben. De nieuwe Kamer zal eerst op het einde van die maand bijeen kunnen komen, een eventueele remobiüsatie van het Griek- sche leger zou slechts plaats kunnen vinden irf het begin van den winter. Bij dezen stand van zaken, meent de correspondent, kunnen de geallieerden alleen van Grie kenland een welwillende neutraliteit vra gen. Niet vergeten mag worden, dat het leger van generaal Sarrail in elk geval een, groote strijdmacht heeft gehouden Duitschland en Oostenrijk hebben herhaaldelijk aan Bul garije de medewerking van Bulgaarsche troepen op andere fronten gevraagd, het- geen Bulgarije steeds beeft moeten weige ren. TURKIJE. Nikkel voor Duitschland en Oostenrijk. KONS1'ANTINOPELDo bladen melden, dat het ministerie van oorlog besloot het bedrijf van de- nilckelmijn van Ak Kaja Kostamuni zelf in handen te nomen. Het erts'zal naar Oostenrijk-Hougarije en Duitschland worden uitgevoerd, EGYPTE. De strijd aan hot Suezkanaal. LONDEN. De Egyptische bereden troe pen zijn in contact met de Turksche achter hoede zes Eng. mijlen Oostelijk van Katia. De- luchtaanvallen op Port-Said en Suez veroorzaakten geringe schadé en eischten weinig slachtoffers. VERENIGDE STATES* Een verontwaardigd Amerikaan, WASHINGTON. Het lid van 't congres Gal- livan, uit Massachusetts, heeft in heb Itepro- sontantenhuis een voorstel ingediend, waarbij hfj het afbreken eischt van de •diplomatieke betrekkingen met Engeland, omdat Engeland .weigert Thomas Hughes, Kelly en Joseph Smith, twee Ainerikaanscho burgers, aan wie ondersteuningsgelden voor noodlijdende Ieren zijn toevertrouwd, toe te laten. In het voor stel wordt gezegd, dat met hot oog op het feit, dat de mannen passen en een persoonlijk schrijven van minister Lansing bezaten, de houding van Engeland beleedigend is. JAPAN. Admiraal Kamimoera. f TOKIO. Admiraal Kamimoera is over leden. (Admiraal Hikonojo Kamimoera, werd in 1850 in de provincie Satsoema geboren; in 1868 streed hij als jong in f anter ie-of ficier tegen de aanhangers van het Sjogosnaat, en werd hij bij Sjirakawa ©rustier gewond. In 1S72 ging hij over naar or marine, en nam als marine-officier in 187d> deel aan de Ja- pansche expeditie "tegon de wilde stamm?n op Formosa. In 1894 streed hij aan de Yaloe en was hij belast met de landing in de Golf van Talfen. In 1901 was hij commandant Vein het in Engeland gebouwde schip „Asahi-Kan", en werd daarna chef van de oorlogsafdeeling in den mailne-staf. Als commandant van liet twe,ede Japan- sche eskader nam hij in 1904 deel aan den aanval van Togo's vloot op do Russische schepen in Port-Arthur. Later was hij be- last met de aanvoering van het eskader, dat zonder veel succes Wladiwostok bom- bai'deerde. Ook mislukten zijn pogingen om de in, do Japansche Zee optredende Rus sische kruisers op te sporeneerst in Augus tus kon hij ze bij Tsjoesjima achterhalen, de „Rurik" tob zinken brengen en twee andere zwaar beschadigen. Aan boord van het oorlogsschip „Tsjoesjima" slaagde hij er in den Russischen kruiser „Novik" bij Sachalin te doen stranden en te vernielen. Red.) De behandeling der Duitsche gevangenen in Japan. In het Japansche supplement van de „Times" vinden wij verschillende bijzon deiheden omtrent de behandeling der Duit sche gevangenen in Japan. „De Japanner", zegt de schrijver van het artikel, „kan zich hst begrip „krïjgsgevan- gjeu©" niet voorstellen. Volgens hunne opvat ting van Krijgsmanseer en ridderschap is hij een man, die dood moest zijn of die dood moest willen zijn, liever dan te leven en liet daglicht, de oogen der kameraden en van andere men- schen te aanschouwen,. Dat zoo iemand leeft beteekent, dat hij de trouw jegens zichzelf en de geheele wereld gebroken heeft. i Oudere officieren cn burgers betreux-en bet, dat de jonge Japanners nu voor de tweede mnal krijgsgevangenen zien, die ongewend, niet invalide en toch zonder schaamte, naar Japan gebracht worden om daar béwaakt en gevoed te worden. Hunne opleiding en tradities, alle Japansche opvattingen hieromtrent, zijn im mers zoo geheel anders dan de Europeesche." De 4666 Duitschefs, die-te Tsin.g-Tau ge vangen zijn genomen, zijn op verschillende plaatsen onder dak gebracht, Daar do voeding volgens het Japansohe regime voer deze Euro peanen ongeschikt bleek', heeft de regecring er voor gezorgd, dat.de gevangenen het voedsel kregen, waaraan zij gewend zijn. De eerste gevangenen, dio bij do voorpost-ge vechten werden gemaakt, klaagden na een kort verblijf in Japan: .Zij 'behandelen ons zeer goed. Maar wat geven zo ons een massa thee!" De aankomst der gevangenen trof de Japan ners niet zoo zeer, als die der Russen in 1904/05. Het is nu al iets bekends en deze Duitschers zijn niet zoo vreemd en angstwekkend, zoo zijn mond vloeide ter verdediging van het recht van kijken, dat iedereen toekwam, die zich op een terrein bevond, waar een ander niks te zeggen had, daar werkte hij zich met handen en voeten tot boven op den muur, om met een uitdagenden blik het geval nu eens extra goed op te nemen. Intusschen, onze eerste buit was binnen. En nadat de ondervraging, naar naam en adres was afgeloopen, peddelden we voort, ieder een jacht-trophee aan het fietsstuur. Tot vlak in de nabijheid van de grens voerde onze weg. ITier en'daar waren een paar menschen aan het werk in een kiezel- kuil of op een aardappelveld en op twee plaatsen traden ons ambtenaren in den weg, om eens van nabij te zien, wie de gelukki gen waren, die daar met een vette lading in dë lichting van de grens trokken. Eindelijk op een klaverveld, grenszend aa.n een roggeakker, troffen we weer eens een vreemd gezelschap. De enkele pakjes- dragende vreemdelingen, die we achterop waren gereden, hadden we ongemoeid gela ten. Maar hier waren er vijf tegelijk. En zoo gauw hadden ze ons niet ontdekt, of als musschen stoven ze naar de vier windrich tingen om dekking te zoeken in de rogge en

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 2