Binnenland.
Marinezaken.
Correspondentie.
S PES SQLDATENCOURANT van ^TVcJoxiLgcicXEg-
O Augustus
X 9 1 6
De Engelsche marine beschikt o. a. over een aantal zoogenaamde „moederschepen",
schepen nl., die watervliegtuigen vei'voeren, waarvan deze opstijgen en waarop ze
weer neerdalen. Heel vaalt gaan de „moedorschepen" zoover mogelijk mee met de
vliegtuigen om ze desnoods bij te staan. Op onze plaat hierboven zien we een vlieg
tuig, dat in den nacht, bij zoeklicht, neerdaalt op zijn moederschip.
El Babek-Katia-Abut-elle en zonden
huil* vorkcnniugsafdeelingen vooruit tob
8 KM. noordoostelijk van Katia.
Ton oosten van Suez had een ohbeteeke-
nende botsing plaats tusschen een van onze
vooruitgeschoven afdeeliugen en een vijan
delijke cavallerie-afdeeling.
Van de overige fronten niets nieuws.
(El Baboh ligt een KM. ten noorden
van Katia en Abutelle 5^ KM> ten zuid
westen van deze plaats.)
VEREEWIGDE STATER
Deensch West-!ndië verkooht.
WASHINGTON. Minister Lansing en de
Deensche gezant Constantin Brun hebben
een overconkomst geteekend, waarbij de
Vereenigde Staten Deensch West-Indië koo-
pen voor eon som van 25 millioen dollars.
(De verkochte kolonie bestaat uit de
eilanden St. Croix, St. Thomas en St.
John. Deze eilanden, groot 359 K.M.3,
telden in 1911 27,086 bewoners, grooten-
deels vrije negers, die zich bezig hielden
met den verbouw van suikerriet. Red.)
Vredesvooruitzichten.
Geruohten van vrede.
KOPENHAGEN. Volgens de „Nowoje
Wromja" is men dn do regeeringskringen te
Potrograd, Parijs en Londen zeer optianistisdli
gestemd wat betreft de mogelijkheid van een
spoodigen vrede. Men gelooft, dat zeer ge
wichtige gebeurtenissen- op til zijn cn dat zeer
spoedig op de oorlogstooneelen gebeurtenissen
zullen plaats grijpen, die hot mogelijk zullen
maken, dat onmiddellijk de vredesonderhan
delingen zullen wordengeopend.
OP ZEE.
gestold. De stoomkorder zette dadelijk koers
naar Northshields, waar de eohipbreukelingen
werden ontscheept. Van hier werden ze door de
zorgen van dé agenten dor reederij eerst naar
Newcastle'en later naar Hull gebracht, teneinde
de thuisreis te aanvaarden. Tot de overige ge
redden beliooren do gezagvoerder, twee stuur
lieden en drie machinisten, die allen via Rotter
dam met een Abbeyboot zullen thuisvaren.
Als bijzonderheid kan nog worden gomeld, dat
kapitein Piscaer tijdens don oorlog zijn tweede
schipbreuk medemnakt. De vorige maal liep hij
met het stoomschip ,,01anda" dor zelfde reederij
op een mijn. De bemanning had door den korten
tijd, welke voor de ontscheping gegeven werd
geen tijd gehad om iota belangrijks te redden,
doch waren allen blijde het leven te hebben
gered zonder dat er een verwond werd.
Eon mislukte opbrenging door een Engelsoh
patrouillevaartuig.
Een te IJmuiden aangekomen zeilharinglog-
ger heeft gerapporteerd "op de visseherij, bul
ten het verboden góbiod, door een als patrouil
levaartuig ingerichte Britsohe radcrsleepboot"
te zijn aangehouden. Na een bezoek van een
der ofi'icieron aan boord van bedoelden logger,
kreeg de schipper vergunning om zijne netten
uit to zetten en ongestoord te mogen doorgaan
met vissehen. Het dimi'do echter niet lang, of
een tweedo patrouillevaartuig, eveneens een
voor dit doel ingerichte radersleepboot van het
zelfde type, kwam. op den logger annstoomen,
en gaf den schipper order, om de haringnet
ten in to halen, omdat zijn vaartuig naar een
Engelsohs haven zou worden opgebracht. De
sleepboot verwijderde zich daarna om een paar
"op èen afstand visschende zeilloggers te waar
schuwen, dat zij zich gereed moesten maken
om het lot van den eerstaangehouden logger te
deelen. Terwijl de sloopbooten bezig waren do
schepen vast to maken, was het inmiddels
duister geworden en kreeg do schipper van
den in dit bericht bedoelden logger de gele
genheid er van door to gaan. Na dit voorval
had de bemanning van den logger geen, andere
ontmoetingen meer op zee en kon ongehinderd
de visseherij voortzetten.
plaats wier doel waren de dorpen en hoog
ten aan den linkeroever. De vijand bood
hardnekkig tegenstand en deed herhaalde
lijk tegenaanvallen. In de straten der dor
pen werd verwoed gevochten. Wij moesten
den vijand uit tal van gebouwen verdrijven.
Ons offensief werd met volledig succes be
kroond. Alle tegenaanvallen werden afge
slagen on de tegenstand van don vijand ge
broken. Onze troepen bezetten dè dorpen
Zvygkin, Batistohe, Tkhistopady, Mendsi-
goerv, Guidava en Zalveze en de kam der
tusschengelegen hoogten.
Een. van onze kozakkenregimenten char
geerde tegen vijandelijke infanterie^ en een
batterij en wierp den vijand in zuidweste
lijke richting terug. In den loop van deze
gevechten namen wij 95 officieren en 3000
soldaten gevangen.
In de streek van Dora, Jarentsje, Jablo-
nitza aan de Proeth, ten zuiden van Dela-
tyn nam de vijand het offensief, dat door
ons vuur tot staan werd gebracht.
PETROGRAD. Aan da Grabeska en
Sereth hevig vijandelijk artillerievuur op het
door ons laatst bezette terrein. Blijkens
nadere berichten is het aantal gevangenen
op 4 en 5 dezer gemaakt gestegen tot 140
officieren, onder wie een regimentscomman
dant, en 5500 man. Er komen nog steeds
gevangenen aan. Verder werden mitrail
leurs en-mijnwerpers buitgemaakt.
BERLIJN. Officieel. Front-vHinden
burg: Ten zuiden van Zarecze aan de
Stochod werd een door den vijand nog be
zette zandheuvel gezuiverd. Tegenaanvallen
worden afgeslagen. Vier officieren en drie
honderd man zijn gevangen genomen. Vijf
mitrailleurs werden buitgemaakt. Bij en
ten noordwesten van Zalocze hebben de
Russen ten westen van den Serethoover
terrein gewonnen.
Front-Aartshertog Karl. Bij het leger van
v. Bothmer hadden gevechten plaats in heb
voorterrein zonder beteekonis. De successen
-»'an de Duitsehe troepen in de Karpathen
werden uitgebreid.
WEENEN. Officieel. Legerfront Aarts
hertog Karl. Ten zuiden van Jablonica en
Tartaron rukken de Oostenrijksch-IIongaar-
sche en Duitsehe troepen vooruit, ondanks
hoftigen tegenstand van den vijand.
Het. leger van Kövess weerde ten zuid
westen van Dolatyn sterke Russische offen
sieve bewegingen af. Verder noordelijk geen
bijzondere gebeurtenissen.
Legerfront v. HindenburgBij Zalosze
wordt aan de westelijke hellingen van het
Serethdal verbitterd en met wisselend suc
ces gestreden. De verbonden troepen onder
generaal Eash namen in de thans zegevie
rend geëindigde gevechten bij Zarecze ten
zuiden van Stobychiva vier Russische offi
cieren en 300 man gevangen. Vijf mitrail
leurs werden buitgemaakt.
WEENEN. Officieel. Op 5 Aug.
voer een uit zuidwestelijke richting
komend vijandelijk luchtschip op groote
hoogte .narur het eiland Lissa. In de
nabijheid van het eiland viel het brandend
in zee en zonk. Een torpedoflottille, die
dadelijk ter plaatse was. kon alleen eenige
overblijfselen, o. a. het hulsel, bergen. On-,
danks lang zoeken kon van de bemanning
niemand worden gevonden en worden
gered.
Bij Brody.
PETROGRAD. Ten zuiden van Brody
bedwongen de Russen den tegenstand
van den vijand aan den linkeroever van de
rivieren Gragenka en Sereth. Een aantal
dorpen zijn genomen. Eir worden meer dan
3000 gevangenen gemaakt.
ITALIË.
Aan het Italiaansche front.
WEENEN. Officieel. Aan het Isohzo-
front duurde het krachtige artillerievuur
tegen het bruggenhoofd van Görz en de
hoogvlakte van Doberdo met onverminderde
hevigheid voort. Op zich zelf staande offen
sieve bewegingen 'tegen onze stellingen ten'
oosten van Redipaglia en bij Selz werden
afgeslagen.
Bij de beschieting van Zaterdag had de
stad Görz zeer te lijden. Het hospitaal der
Barmhartige Broeders werd door een tref
fer verwoest. Vele personen werden ge
dood.
Aan het Tiroolsche oostfront staan onze
hoogtestellingen in de streek van Paneveg-
gio voortdurend onder heftig geschutvuur.
Op zich zelf staande offensieve bewegingen
van Italiaansche bataljons mislukten onder
zware vijandelijke verliezen. Ten zuiden
van de Val Sugana werden bij een korte
operatie van onze eigen afdeelingen twee
officieren en 76 man gevangen genomen.
Vijf mitrailleurs werden buitgemaakt.
ROME. Officieel. Langs het front tus
schen Etsch en Boven-Isonzo volhardt de
vijand in het hevig bombardement van
onze linies of van bewoonde plaatsen, dat
op enkele plaatsen gevolgd werd door hef
tige aanvallen der infanterie.
In den loop van den dag van Zaterdag
werd de vijandelijke artillerie meer actief
aan den linkeroever van de Leno di Val-
larsa, in de streek van de Pasubio en aan
de Posina. In de Val Sugana en in Boven-
Cordevole waren er eveneens hardnekkige
infanterie-acties op de hellingen van den
Monte Sief, waar deze opvolgende aanval
len van den vijand tegen, onze stellingen
mislukten. Aan de Costezza, in de streek
van Polzareyo, wierpen zware batterijen
meer dan 500 granaten op onze liniën, zon
der den tegenstand echter te kunnen breken.
In de Valle Chiargo en Dogna opnieuw
bombardement van bewoonde plaatsen.
Onze artillerie beantwoordde het vuur en
verwoestte vijandelijke cantonnementen in
het dorp Raiol en het Leebachdal, Aan den
Beneden Isonzo levendig artillerieduel.
Ons vuür stichtte brand in magazijnen te
Nabresina. Bij de aanvallen op 4 Aug. in
het Monfalcone-gebied vond men in de ver
meesterde vijandelijke loopgraven speciale
bommen die verstikkende gassen produ-
ceeren.
EGYPTE.
Aanval der Turken bij het Suez-Kanaal.
LONDEN. Officieel. De opper
bevelhebber in Egypte meldt nog
nadere bijzonderheden over het gevecht
in de buurt van Romani op 3 Aug. De
vijand deed een frontalen aanval op de Brit-
sche verschansingen in verband met een
flankaanval aan de zuidelijke flank. Hij
gebruikte voor de operatie 14.000 man met
zware houwitsers. De frontaanval had geen
succes. Voor den flankaanval trokken onze
bereden troepen langzaam terug, tot de
vijand laat in den avond in de zanddammen
was gekomen. Toen werd een tegenaanval
gedaan, die volkomen succes had en in den
ochtend van 5 Aug. werd overgegaan tot
de vervolging van den terugtrekkenden
vijand, die met kracht werd voortgezet nóg
tot de afzending van dit bericht. De vijand
leed zware verliezen en in den avond van 5
Aug. waren reeds 2500 ongewonde gevan
genen gemaakt, onder wie eenige Duit-
sckers. Vier bergkanonnen en vele mitrail
leurs werden buitgemaakt. Onze verliezen
zijn niet zwaar.
De Australische en Nieuw-Zeelandsche
beredeü troepen toonden groote volharding
in den weerstand van den flankaanval en
prijzenswaardige energie en initiatief bij de
vervolging. De bij het gevecht betrokken
territoriale# hielden zich kranig, vooral bij
de manoeuvres in het tfware zand, ondanks
de groote hitte.
Monitors, van de Tinabaai uit varend,
steunden de operatiën krachtig, terwijl het
vliegerscorps uitstekende diensten verricht
te.
KON STAN TIN OPEL. Officieel. In
den morgen van 3 Aug. bezetten
onze vooruitgeschoven troepen do linie
Da maatschappij „Zeeland".
Men séint ons uit Middelburg:
De Maatschappij „Zeeland" overweegt
het plan om een zeesleepboot aan te schaf
fen voor den postdienst en het passagiers
vervoer te staken.
De Zaanland.
Dit IJmuiden wordt gemeld:
Het Noderlandsche stoomschip Zaanland"
van Buenos-Ayres, rapporteerde bij het ver
laten vnn de Downs tegen hot geankerd liggende
stoomschip „Jersey", van West-Hartlepool, te
zijn gevaren, waarna het voor anker was 'ge
gaan. Het was daarop zelf aangevaren door
het stoomschip „Smut", van Kopenhagen.
Van do „Zaanland" werden aan bakboord op
twee plaatsen ©enige platen ingedrukt en de
verschansing besohadigd. Oogenschijnlijk maakt
het stoomschip geen water.
Het werd tot hier geoonvoyeerd door een
sleepboot van de firma L. Smit Co. te Rot
terdam.
De „Jersey", die na de aanvaring op erft
geraakte, voer daarbij tegenhet stoomschip
„Carbo" aan en werd vervolgens bij Deal aan
den grond gezet.
De bemanning van de „Zeeland".
Onzè berichtgever te IJmuiden seint:
Tirana arriveerden niet het Nederland-
sche stoomschip „Eemstroom" uit Huil twaalf
der geredden van Nederlandsch stoomschip
„Zeeland", dat op do reis van Methil naar
Rouaan door oen Duitsehe duikboot op de
Schotscho kust tot zinken werd gebracht.
Wij vernamen van een paar der opvarenden
de volgende bijzonderheden: het stoomschip be
hoort aan de Scheepvaart en Steenkolen Maat
schappij i Rotterdam en stond onder bevel
van kapitein Jos PiScaer. Het had in Methil
een volle lading steenkolen ingenomen met be
stemming naar Rouaan en werd Dinsdagavond
ongeveer half zeven op do hcogto van Sunder
land aangehouden door oen Duitsehe duikboot,
van welke men geen nummer kon bespeuren.
De commandant dor Duitsehe duikboot gaf
order, dat een sloep naar hem moest komen met
de papieren tot onderzoek. Nadat deze papie
ren door den eerston stuurman waren ge
bracht, deelde de commandant mede, dat het
schip verlaten moest worden, wijl het in den
grond zou worden geboord wegens het vervoer
van contrabande.
De Bloep moost daartoe een officier met
eenige gewapende matrozen naar de „Zee
land" terugbrengen. Do opvarenden kregen
tien minuten tijd om het schip te verlaten,
ondorwijl de matrozen in elk' ruim een hom
legden, in het geheel vier.
Do bemanning verliet spoedig het ten doqdö
opgeschreven stoomschip in twee sloepen,
welke door de. duikboot op sleeptouw werden
genomen. Door do duikbootbfe manning word
nog medegedeeld, dat. in de afgeloopen twee
dagen döor haar vijftien schepen tot zinken
waren gebracht. Do bommen ontploften, doch
veroorzaakten niet zooveel schade dat het
stoomschip zonk. Daarom werden nog door de
duikboot veertien kanonschoten gelost alvorens
liet stoomschip dermate was beschadigd, dat
het zonk, nadat het eerst geheel onderste
hoven was gevallen. Nadat de sloepen eenigen
tijd waren voortgesleept zag de duikboot in
de verte een ander stoomschipnaderen, waar
op moest worden jacht gemaakt, om welke
redenen de sloepen losgeworpeh en de inzit
tenden aan lnm lot werden overgelaten.
Na een paar uur kwam do in Northshields
thuisbehoorende stoomkorder nummer tweehon
derd negenendertig die de schipbreukelingen be
merkte en zo liefderijk aan boord nam. Over
het verblijf daar aan boord riepen do geredden
zeer. De maaltijd, wélke vo-or de visséhers ge
reed stond, werd dadelijk ter beschikking van de
door do emotie en angst vermoeide Nederlanders
Torpedojager getorpedeerd.
ROME. In den ochtend van 2 Augustus
torpedeerde een Italiaansche onderzeeër in
het noorden van de Adriatische Zee een
Oostenrijlcschen torpedojager.
Gezonken schepen.
LONDEN. Lloyds bericht, dat de trei-
lers „Ermenilda" en „Fortuna" en de
stoomschepen „Badger", „Chalau" en
„Ivo" gezonken zijn.
Alle bemanningen zijn gered.
LONDEN. De Engelsche stoomschepen
„Tottenham", „Savonian", het Italiaan
sche stoomschip „Siena" en het Grieksche
„Tricoupis" zijn gezonken.
(De „Tottenham", 3106 ton bruto groot
en in 1906 gebouwd, behoorde aan de ree
derij Watts, Watts Co. Ld. te Londen.
De „Siena", 4553 ton en in 1905 gebouwd,
bphoorde aan La Veloce Nav. Italiana te
Genua. Do „Tricoupis" van do firma P.
G. Cicellis te Piraeus, in 1892 gebouwd,
had een inhoud van 2387 ton. De „Siena"
bevond zich op de reis van Colon naar
Genua, en de „Tricoupis" was van Cardiff
naar Genua bestemd. Red.)
LONDEN. Lloyds meldt, dat de Deen
sche stoomboot „Jagersborg" gezonken is.
Er zijn twintig overlevenden.
De Engelsche treiler „Egyptian Prince"
1 is gezonken. Er zijn negen overlevenden.
In de Zwarte Zee,
PETROGRAD. Officieel. Onze torpedo-
booten vernielden 42 vaartuigen en bom
bardeerden bij Som so© vaartuigen en depots.
Op 4 Aug- werd bij Batoam een vijande
lijke duikboot opgemerkt.
Een mijnenveger getorpedeeAl
LONDEN. De admiraliteit meldt- De
liulp-mij henveeger „Clacton" is in d© ooste
lijke Middellandsche Zee getorpedeerd oen
gezonken op 3 Aug. Twee offici-cr-maohi-
nisten, pen machinist, een stoker ©n een ma
troos worden vermist. Een onderkwarfier-
mees ter en vier stokers zijn lioht gewond.
De „Deutschland".
In de „Newyork Times" komt een be
schrijving voor van de „Deutschland", het
onderzeesche handelsvaartuig, waarin wordt
gezegd
De geringe zeewaardigheid en de kleine
tonnenmaat maken het zeker, dat de „Deutsch
land" en schepen van dezelfde soort geen wer
kelijke heteekenis zullen hebben voor de be
slissing van den oorlog. Ten einde de noodigo
snelheid te krijgen en tevens het vaartuig den
noodigen weerstand togen den druk van het
water te geven, is de „Deutschland" met een
dubbele huid gebouwd. Do binnenste is volko
men rond en zeer sterk. De buitenste is lichter
en zoodanig gevormd, dat het gunstigste snel
heidsresultaat wofdt verkregen.
Er zijn openingen in de buitenste huid aan
gebracht, waardoor hot water stroomen kan,
zoodat de druk van het water, wanneer het
schip duikt, grootendeels door de binnenste
huid wordt opgenomen. Tusschen de beide hui
den is een bergruimte voor do olie, die tot voe
ding van de motoren dient, en tevens voor een
deel dor lading aangebracht.
In de door d* ronde binnenhuid omsloten
ruimte wordt hot groot^^eel van de lading
geborgen. Bovendien bevinden zich hier de
machinekamer en de kwartieren voor de be
manning. De woonruimten en de machines
zijn in een lange, doosaobtigo kamer geplaatst,
die aan de bovenzijde van de binnenhuid is op-
göhanger en van boeg tot kiel loopt. De ge-
heele ruimte daaromheen in do binnenhuid
dient voor het opnemen van lading e>n tevens
staan hier de ba lias blanks en de accumulato
ren, dio den stroom moeten leveren voor de
electro-motoren, welke het schip, wanneer hot
onder water vaart, voortbewegen.
De machines zijn gewone Diesel-oliemoteren
Het schip wordt uiterlijk gekenmerkt door zijn
puntigen boeg en zijn geleidelijk smaller wor
denden vorm.
Do Duitschers zijn er in geslaagd, om bij de
constructie van Het schip zooveel mogelijk met
do ruimte te woekeren. Elk hoekje en gaatje
is voor hot opnemen van lading gebruikt.
Do verblijfplaatsen voor de bemanning zijn
buitengewoon klein. Do hut van den kapitein,
die natuurlijk de grootste is, is slechts tien
bij zes voet lang en het grootste deel dezer
ruimte wordt door hot bed ingenomen.
Alleen de officieren hebben een eetzaal. De
leden der bemanning moeten hun eotgereed-
8chap op hun schoot houden. Twaalf matrozen
slapen in éón zoor kleine ruimte. Vier machi
nisten slapen in een hokje vlak achter de ma
chinekamer, waar het onuitstaanbaar beet
moet zijn.
Van het vertrek van de „Deutschland" nit
de Chesapealce-baai zijn tal van particuliere
Amerikaansche'jachten getuige geweest, die in
hot 24 K.M. broede vaarwater tusschen de
kapen Charles en I-Ienry wachtten op de
beurtenissen die komen zouden, doch niet kwa
men. Een Amerikaansche torpedojager 7as
eveneens bij het vertrek tegenwoordig, in ver
band, heet hot, met de aanwezigheid van En
gelsche schepen, die buiten gaats op do loer
lagen. Aan de „New-York Herald" wordt ge
meld dat het vertrek volkomen is gelukt.
- Aan Fransche bladen wordt over het vertrek
van de „Deutschland" geseind: De vrachtduik
boot is op 1 Augustus des middags om half zes
uit Baltimore vertrokken. Het leek een triumf-
tocht. Onafgebroken gilden de stoomfluiten. De
bemanning van de „Deutschland", die met den
kapitein op dek 6tond, werd van de in 'o
haven liggende schepen geestdriftig toegejuicht.
Eon groote menschenmenigte sloeg uit motor
en, roei boo ten het vertrek gade. De „Deutsch
land" werd door denzelfden loods naar buiten
gebracht, die het schip de haven had binnen
geloodst. Ter bescherming tegen aanvallen werd
de duikboot door geleide-schepen en politievaar-
tuigen omgeven. Zoodra ze bij den vuurtoren
van kaap Charles was aangekomen, nam een
Amerikaansche torpedojager, clie daar al een
week voor anker lag, de begeleiding ovêr] ter
wijl van kaap Henry reeds de oorlogsschepen
der bondgenooten naderden.
Ceneraal-maJ. J. Drabbe,
De gopens. gencraal-majoor der genie J.
Drabbe die, zooals reeds gemeld, te Domburg
is overleden, genoot zijn opleiding tot officier
aan de Kon. Mil. Academie, werd 30 Juni 1858
benoemd, tot 2e luit. bij het korps mineurs en
sapeurs, doorliep bij gemeld wapen de verschil
lende officiersrangen en is in 1882 benoemd tot
den hoofdofficiersrang te Gorinchem. Den len
Juni 1886 werd hij benoemd tot luit.-kolonel
en commandant in het 4e genie-commandement
te Arnhem. Twee jaar ter is hij met toeken
ning van den rang van generaal-majoor gepen
sioneerd.
Hij bereikte den leeftijd van 76 jaar.
Legerzakgn.
Militaire aitacfcé's.
De luitenant-kolonel van den Generalen
Staf Muller Massis en de majoor van het
regiment Grenadiers De Quay zijn bestemd
tijdelijk op te treden als militaire attaché,
onderscheidenlijk bij Hr. Ms. gezantschap
pen te Berlijn en te Parijs. Beide hoofd
officieren zullen in den loop dezer maand
hun bestemming volgen.
Vergoeding voor inkwartiering van buiten
gewone commiezen.
Do vergoeding voor huisvesting met voeding
van buitengewone kommiezen wordt to reke
nen van 1 Juli 19"15 verhoogd tot 1 per man
en per dag.
Naar veldheer.
Omtrent den overgang aer lichting 1916 naar
hét veldleger, verneemt do „Avp." nader,
.dat deze overgang is bepaald om ruimte te
krijgen ibij de depo+s voor de opkomende land-
stor mpl iöhtigen
Aangezien deze miliciens 1916 nog geen 3
maanden in opleiding zijn geweest, worclen zij
nog niet voldoende geoefend geacht om bij het
veldleger in do gelederen naast de andere
manschappen te kunnen plaats nemen.
Zij moeten derhalve nog geheel als roereten
worden beschouwd, tot zij omstreeks vier
maanden onder de wapenen zijn en eerst dan
zullen zij hun plaats in de bataljons van het
veldleger innemen.
Motorwielrijders.
De minister van Oorlóg heeft een regeling
vastgesteld betreffende de beschikbaarstelling
van motorrijders en .motorrijwielen voor- den
ordonnansdieust e. d. Daarbij is o. a. bepaald,
dat do depót-afdeeling van den motordienst o.
in. is aangewezen voor de beschikbaarstelling
van motorrijders met motorrijwielen aan de
verschillende onderdeelen van het leger, voor
verkeérsdoelmiddelen en ordonnansdiensten.
Deze motorrijders en de aan hen verstrekte mo
torrijwielen blijven ten allen tijde behooren tot
Péronne.
Omtrent Péronne, voor welks poorten
thans het Fransche leger is genaderd, geeft
de bekende journalist Jean de Bonne jon in
het „Journal" een historische herinnering,
waaraan het volgende wordt ontleend:
De legers der vrijheid rukken op u aan, o
Péronne I Zij heroveren u. Zij geven u terug
aan uw bestemming. In welken staat zullen zij
hot heilige gestconte weervinden van uw oude
muren; van uw torens en van uw vijf poorten,
dio zich spiegelen in het water van uw vijvers?
Ik weet het niet. Maar uw ziel, uw schoone
ziel van klein Fransen stadje, is ongeschonden.
Zij spiegelt zich in een-'meer van roem, sedert
do oudste tijden der geschiedenis. Want gij
behoort in de edelste betcekenis van het woord
tot Frankrijk, o stad, geheiligd door zoovele
aanvallen, levend symbool van onze vervulde
of vervlogen hoop, van onzen woedfenden of ge
stilden toorn. Gij zijt het, die van eeuw tot
eeuw door de opeenvolgende misdaden onzer
vijanden uw erfdeel vermeerdert van Fransche
schatten en Fransche herinneringen.
In tijden' van vrede kwaamt gij te voorschijn
uit een teer en liohtgrijzen novel, getint als de
veeren der wilde tortelduiven. Deze nevel, over
goten door zonnelicht, gleed eorst af van de
toppen der boomen, waasde daarna over den
spiegel der vijvers en verdween dan tot do
eerstvolgende schemering.
Thans is dat waas vervangen door afschuwe
lijke wolken, die dageraad noch middag ken
nen. De rook van de branden vermeugt zich met
de dikke pluimen der ontploffendo granaten.
Zelfs do zon gaat schuil en staat ha.ar plaats
af aan do roode sterren, die met oorverscheu
rend gekrijsch do lucht doorklieven.
Heb stille, .water jppdom de vestingwallen
de dcpótafdeeling en worden met hun motor
rijwiel bij de verschillende onderdeelen van het
'oger, als gedetacheerd van bedoeld depot ge-
Tot gorieraal-majoor bevorderd.
Naar wij vernemen, is do koonel der artille
rie A. van Doormnck bevorderd tot generaal-
majoor.
Vesting-verslag.
Ter voldoening aan art. 6 der wet van 18
April 1874 tot regeling en voltooiing van het
vcstingstelsol heeft de Minister van Oorlog aan
de Tweede Kamer doen toekomen een afschrift
van hot door hem aan H. M. de Koningin aan
geboden Algemeen Verslag nopens de werken,
welke voor do voltooiing van het vestingstelsel
tot stand gekomen of in uitvoering zijn.
Eervol vermeld.
Do Minister van Oorlog heeft bij leger
order ter kennis van do landmacht gebracht,
dat bij Kon. besluit de le luit. der inf. J. A.
Valken, van het leger in Oost-Indiëë, eervol
is vermeld tor zake van zijn gedrag bij de
'krijgsverrichtingen in de afdeeling Oostkust
1915 geurende heb tweede halfjaar
De chefs der korpsen zijn 'uibgenoodigd deze
order op drie achtereenvolgende middagappels
hun onderlioorigon te doen voorlezen.
Overgeplaatst.
De by het leger hier te lande overgeplaat
ste 2e-luit. der inf. O.-I. leger J, H. Ja^er,
is ingedeeld bij het 15o reg, inf.
Aangewezen.
De kapitein der artillerie G. G. van Ever-
dingen is aangewezen om van 7 tot 19 Augds-
tus de schietoefeningen der artillerie in de
legrplaats Oldobroek te wonen.
Naar Oost-lndië.
De vóór het O.-I. leger bestemde officier van
gezondheid 2e kl. A. Ligtenstein zal 1
September met het stoomschip „Vondel" zijn
bestemming volgen.
Ceplaatst.
De reserve-officier van gezondheid 2e M. N.
J, Stol is geplaatst hij hot militair hospitaal
te Amersfoort.
Ingedeeld.
De officier van gezondheid 2e klasse O.-I.
leger C. Lekkerkerker is bij het leger
hier te lande ingedeeld.
Hr. Nis. „Noord-Brabant".
Hr. Ms. pantserdeksóh:p „Noordbrabant" is
3 dozer van Port Louis vertrokken
(„St.-Ot.")
Werkzaam gesteld.
De luit. ter zee Se'M. M. C. de Jong is
werkzaam gesteld bij hot Kon. Instituut dér
Marine te Willemsoord.
ONZE CORRESPOND ENT] ERU BR IEW
Per brief wordt niets beantwoord. Alle vragen
worden regelmatig en zoo spoedig mo
gelijk en geheel kosteloos door ons op
de beurt afgedaan, zoodat hot overbodig is nog
weder eens bij nader schrijven antwoord to ver
zoeken.
Wie bij zijn vraag 3 cont postzegels insluit
krijgt apart „Do Sbldatencourant" toege
stuurd, waarin het antwoord op zijn vraag voor
komt. Geef steeds uw juiste en volledige mili
taire adres op. Vragen van burgers wordfln
NIET beantwoord.
J. v. cl. R.Vlissingen. Sedert 1 Januari
1916 hebben de onderofficieren bij verblijf in
eon hospitaal geen recht, om da eerste vier
dagen van dat verblijf vergoeding voor levens
middelen te ontvangen, Het ten onrechte ge
noten© moet dus worden terugbetaald. Red.
A. M. Z,, fort Sabina. lo. Het is nog niet
beleend, wanneer de lichting 1912van het
korps torpêcMston met onbepaald (klein) ver
lof naar buis za-1 gaan. 2o. Yoor plaatsing bij
eenen militairen slager moet gij een verzoek
schrift aan den Hoofdintendant van het leger
richten. Red.
J. S,, Me ij el. Het bedrag der vergoeding
iB ter beoordeeling vim den burgemeester van
uwe woonplaats. Richt tot die autoriteit dus
een verzoek. Red.
C. W. B., Putte. Eerst in 1917 zal de militie
lichting 1910 naar de landweer overgaan. Hot
is voorshands nog niet te zeggen, wanneer
deze lichting mot onbepaald (klein) verlof naar
huis zal gaan. Red.
J. V., Putte. Zal eerst in 1917 plaats heb
ben. Red.
J. d. H„ Veldleger. Den Zondag kan ter
beoordeeling van den commandant als gunst
permissie worclen gegeven. Bij een zakenver-
lof teVens van1 drie dagen per week bestaat
voor dio permissie geen recht op vrij vervoer
Red.
H. S., A giet) ordain. Wendt u tot het
Koninklijk Nnjbionaal Stauncom/ité 1914 te
's-Gravenhage. lied.
W, D., Arnhem. Na ontslag uit het hospi
taal moet gij uwe straf ondergaan. Red.
M., Liempde. Oiud'at gij militieplichtig
zijt, zal er voor u geen kans bestaan in de
heeft zijn geheimzinnige schoonheid behouden,
zijn weemoedige bekoring, door andere schoone
oorden niet gekend. Maar de kikkers slapen
niet meer in liet slijk onder heb groene kroos.
De vogels zingen niet meer op do oudo muren,
en het groene gebladerte der boomen.
Heb gedonder van het geschut heeft de stilte
des doods uitgestort over de schepselen en de
dingen.
Toch is zij niet dood, do kleine stad Péronne.
Rondom baar overhandigen do geslachten, als
de Helloensoho hardloopers, elkander de fak
kel der Historie, dio op de ruïnen blinkt, de
fakkel, waarvan de onsterfelijke glans den
voorwaarts rukken den mannen den weg wijst.
Do aankomst onzer legers onder de poorten
van Péronne zal worden voorafgegaan door de
groóto processie van het Verleden.
Vooraan schrijdt Sint Radégonde, de vrouw
van Clotarius, die een toevlucht zoekt in den
toren van Péronne alvorens zich te begraven
in het abdisse-gewaad te Noyon. Dan volgt
Erohinvald, majordomus van Noustrie, die hier
zijn hoofdplaats voor jachten cn feestelijkheden
inricht.
Plechtiglijk neemt Popijn, zoon van den Ita-
liaanschen koning, bezit van Péronne. Maar
in do verte weerklinkt reeds de tred van de
eerste barbaren in de negende eeuw komen zij
en verdwijnen evenals die van de twintigste
eeuw, na het kasteel van de stad en de abdij
van den Mont-Saint-Quentin in vlamnlen te
hebben doen opgaan.
Do graven van Vermandois komen en herstel
len hetgeen werd verwoest. Overal grondvesten
zij torens en kerken en feudalisme.
Elf meter dik zijn de muren, waarachter
Herbert van Vermandois Karei de Eenvoudige
sluit, die in de gevangenis van Péronne sterft.
In de vijftiende eeuw siddert de Fransche
grond onder den tred dor Bourgondiërs, die
Péronne yerpvoropj slat .wcjdra tot een pair»
Terug uit de hel van Verdun.
Een der oorlogscorrespondenten van de
„Petit Parieten" geeft do volgende levendige
ibesch rij ving van hetgeen hij' waarnam in een
door do Franxchen heroverd dorp in de Vo
gezen
„Dit Vogezische dorp klemt zich als 't ware
vast aan een groot en bergklomp, geheel en al
begroeid men bremstruiken. De weg, die er
overloopt, verliest zich in do verte in het som
bere woud, welks pijnboomen statig omhoog
streven. Boven de vallei, waardoor oep stroo-
mend water zijn weg zoekt, aan welks oevers
de huizen wegschuilen, staat als een wachter
het kleine dorp en tuurt en zoekt den horizon
af, want het ziet hen reeds komen, do barbaren
met hun ruwen lach, duet hun rossige baarden
en hun klotsende schoenen. Men zou zeggen,
dat het gewapend waakt!
Over de verlaten straat hangt een zware^
stilte. Het dorp is in zichzelf gekeerd als een
vrouw, die waakt aan een ziekosponde, de kin
deren loopen barrevoets rond en schreeuwen
niet; de boerinnen breien op de drempels van
haar woningen, de lippen stijf opéén geklemd;
de smid heeft zijn aanbeeld, dat sinds lang
reeds zwijgt, in een boek geschoven. En toch
legeren er soldaten in het dorp, ook officieren
pas met krijt, geschreven opschriften bewijzen
het. Eindelijk ziet men bij het stadhuis een
eoidaat. Hij is al oud, zijn golaat is verweerd
het linnen van zijn kepi is geel geworden door
bet vele wasschen; hij stapt de wacht binnen.
Ik kom naderbij en kijk door de geopende ven
sters in een zaal, waarvan de grond met stroo
bedekt is. D© burgemeester heeft er een onder
houd m6t een sergeant.
'Ieder jn den omtrek kent hem, dien burge
meester van het kleine Vogezische dorp. De
DuiUchera, di© hem ifl de# weg gekomen zijn,
zijn er niet te best afgekomen: hij heeft zijn
dorp gered uit hun handen. Rijk bierbrouwer
en oud-eorgeant-majoor, wist hij met zijn for-
sohe gestalte en zijn flinke stem zijn gezag t©
doen gelden. Dezen middag echter, en dat mis
schien wel voor de eerste maal, liet hij zijn
stem dalón.
In antwoord op onze vraag zegt hij voor
zichtig
„Neen, u kunt hen niet zien; ze zijn doodop,
raar hun zeggenl Ze komen uit Verdun. Ge
kunt- er eenigen wel ontmoeten in het bosoh of
op den weg. Maar dezen hier, zo staan te sla
pen I Waarom moest ik, terwjjl ik mijn schreden
richtte naar die dennen, wier rechte cn som
bere stammen zich scherp aflijnden tegen den
horizon, denken aan zekere Afrikaansche dor
pen aan die vreeselijkc plaatsen waar alles
schijnt te slapen, waar de slachtoffers van do
tsé-tsé-vlieg hij duizenden neerliggen in doode-
lijke bezwijming? langs den kant van den weg
in do velden, op de steenhoopen, lagen de sol-
tlRten en sliepen. En welk een slaap! Het
scheen, dat zij verrast waren geworden door een
onzichtbare macht; verblind als door een plot-
selingen straal waren zij op den grond neerge
worpen, Sommigen lagen op den rug met open
mond, de ledematen stijf langs het lichaaman
deren lagen op den buik, zakten als het ware
.weg in het gras. Onderwijl reden auto's met luid
klinkende sigpalen voorbijvlak langs ben
galoppeerden paarden, maar zij bewogen zich
niet; hun gehecle organisme scheen afgewerkt,
't was alsof het leven uit hen was geweken. Het
was of eten en drinken, denken, vermoeienis
voor hen niet meer bestond! Een officier van
'/ezondheid gaat langs mijonder zijn groote
muts zie ik zijn eerlijk verbrand gezicht. Zonder
vrees spreek ik hem aan en zeg:
„Wat zijn ze moe, dc jongens!"
„En dat is sroen wonder" riep hij,, „zes weken
ianjg zijn zo in 't vuur geweest, zes "weken I
Wie dat niet heeft meegemaakt, ka# piet he
grijpen, wat dat beduidt. Men zegt, dat Ver
dun een hel is, maar ik zeg, dat do behande
ling in de hel nog beter zal zijn. Laten ze er
do bandieten heenzendenDeze arme, dappere
kerels bobben het ergste te verduren gehad
honger on dorst, want niet steeds kon er tijdig
geproviandeerd worden. Ja, ze zijn op, maar
kom eens over acht dagen; u zu'lt ze niet her
kennen!"
Juist acht dagen later kwam ik in het Voge
zische dorp terug. De dokter bleek een gced psy
choloog alles scheen hervormd cn veranderd. De
grooto dorpsstraat, eerst zoo doodsoh' en stil,
was nu vol leven van komende en gaande sol
daten sommigen liepen geëscorteerd door een
troep straatjongens, wier trOtsch opgeheven
hoofden versierd waren met een politiemuts;
anderen zag men met een roos in het knoops
gat, on door een jeugdige schoone vergezeld,
het bosch introkken.
Oorlogsellcndo, bloedroode idylle, hoe wee
moedig sohijnt go mij toe!
Maar men moest post vatten langs den weg,
want de jong® onder-luitenants, do borst ver
sierd met bet nieuwe kruis, reden voorbij op
hun Canadoesohe paarden,_dio vurig, haast
niet te bedwingen waren. Uit een steengroeve
klonken de tonen der rogimentsmuzieksohet-
terende klanken weergalmden over het dal,
maar zij waren niet in staat do forel]envisschers
to verstoren, noch de wasehvrouwen. En do
brief,sdhrijvers en correspondenten zaten in het
lange gras, om hun epistels to laten doortrek
ken van alle teederheid, van allo vertrouwen
rond hen. Enkole soldaten rustten, of slenter
den rondanderen weer waren aan het werk
6terke vlugge jongens maakten do kanonnen
sahoon, brachtén do paarden naar de drink
plaats of reden met karren af en a an. 't Wa
ren de dttgelijk.scho karweitjes, vroolijk verriöht
in.de vollo blijheid van hot herwonnen leven.
En dit waren cW/.di'do men-schen van véór acht
dagenj één week wa§ .voldoende geweest
om dit wonder te verrichtenom uit ziellooze
wezens, uit automaten, gezonde, ijverige, nieu
we mensolien te scheppen! Een hand tikte mij
op den sohouderik koek omhet was de offi
cier vau gezondheid. Hij nam zijn groote muts
af, zijn gezicht sbtaalde.
„Wel", riep hij, „heb ik geen gelijk gehad?
Zou men hen nog aanzien voor hollespoken
Ja, de jöügd, \va3 is dio mooi!"
Ik wildo heni antwoorden, hem golukwen-
sohen, want ik begroop, dat do gezondheidstoe
stand der soldaten voor een groot doel te dan
ken was aan zijn goede zorgen, maar bij liep
drommels snel, die dokter, ik kon hem niet
meer inhalen.
Er viel niet aan te twijfelenin het cen
trum van het dorp, in de schoollokalen, zou
iets heel belangrijks gebeuren, dat ieders be
langstelling wekte. Groepen van opgewekt
pratende soldaten verdringen zich voor do
dour. Luid boven alles uit klinkt het brom
mend geluid van een stom, dio op bevelenden
toon roept
Vooruit, in 't gelid. Iedere batterij moet
twee mannen aanwijzen; do winner krijgt me
neer Fritz."
Die stem ik herken haar; zij behoort aan
mijnheer den burgemeester. Maar wat voor
spel bedoelt bij? Ik kan het niet te weten ko
men, Maar (laar verschijnt do burgemeester
in eigen persoon. Hij heeft zijn mouwen op
gestroopt en een grooton stroohoed op het
hoofd. Het was nu niet meer do strenge ma
gistraat, doch do oude soldaat, die bezig was
zijn jongen, kameraden eenige pleizierigo oogen-
blikken te bezorgen. En onder zijn arm hield
hij „meneer Fritz", ©cn jeugdig roze biggetje,
dat, na afloop van het spel, aan don gélukki
gen winnaar ten deel zou vallen.
Op deze wijze vermaakten zich in een klein
dorp in de Vogezon do helden van Verdun.