de gevechtslinie hadden vele gevechten van man tegen man plaats gehad, waarbij de Engelsche infanterio oemgo vorderingen maakte. Wij mankten twee machinege weren buit on namen verschillend© gevan genen, onder Wie twee ba|aillonscomman- danfcen van Pozières.' PABIJS. De slag wordt met hevigheid voortgezet aan het Engelsche front; vooral aan de beide uiteinden der omtrekkende Hnie is de toestand geheel ten voordeele van de geallieerden, die geduldig en koel bloedig hun offensief ontwikkelen, den vijand in de onmogelijkheid plaatsend zich tegen de ontzettende slagen te verzetten, die hem worden toegebracht. Aan de Franscne zijdo ging Dinsdag voorbij zonder groote operaties, doch daarin kwamen toch zeer belangrijke episodes voor, als de coup de main ten zuiden van de Somme, waarbij zes kanonnen wer den genomen, en waardoor de geestdrift bij de Fransche troepen nog wordt aange wakkerd De operaties ontwikkelen zich op kleiner schaal in de omstreken van Verdun, maar zijn de voorloopers van een wellicht nog I grooter succes. Het nemen van een redoute, i di* het werk van Thiaumont dekt, aan den straatweg van Fleury naar Bras, en het maken van 800 gevangenen in tien dagen toont, dat het initiatief geleidelijk aan de Duitschers ontglipt. Sedert den 11 Juli Leeft het Duitsche leger nergens een ern stig offensief begonnen. Eveneens is heb merkwaardig, dat de Franschen sedert 20 Juli 60 mitrailleurs .buit maakten in het gebied van de Somme. BERLIJN. Ten noorden van de Somme werden, na de mislukte En- gelsche aanvallen van 22 Juli, Maan- dag do Engelsch-Fransche strijdkrach- I ten uit het front PozièresMaurepas voor j,«den beslisseuden aanval saamgebracht. Deze aanval is gebroken, meest overal reeds in het vuur, op enkele plaatsen na een scherp DB80LDATBNC0URANT Vrijclctg' I L_~~ X sclie contingent om het Delville-bosch tegen overmatige strijdkrachten. Als de Zuid-Afrikaners hun <loel niet bereiken, zoo riepen zij, zal dat alleen zijn omdat er geen Zuid-Afrikaners meer zijn. Zij deden dan 1 ook alles wat mogelijk was en aan hun moed wordt huldo gebracht, vooral toen ze werden teruggedreven en door hot vuur der Duitsche mitrailleurs worden geteisterd. Do Afrikanen trachtten hun stelling in het- bosch to behou den, maar het was onmogelijk zich in te graven in dit met dicht-struikgewas begroeid 1 terrein en een als een spons poreuspji bodem en voet voor voet moesten do overlnijvonden terrein afstaan. Toen het bleek dat men niet op de plaats kon blijven, verzamelde een kolo nel do overblijfselen van zijn bataljon en tw< dagen lang wist hij aan do Duitschers te ont komen. Toen er eindelijk hulp kwam, trokken de soldaten met de Zuid-Afrikaanscho Schot- sche pijpers aan het hoofd naar hun kwar tieren terug. Do verovering van Ovillers. Do Engelsche oorlogscorrespondent Philip Gibbs beschrijft aldus de verovering Ovillers door do Engelsche troepen ,,De stad Ovillers bestaat niet meer. Die is reeds lang door de bombardementen vernield en bestaai nog slechts uit een puinhoop van steenen en stol. Maar toen de Engelsohe en de Duitsoke troepen dicht bij elkander gekomen waren, moest het artillerieduel wel ophouden, mdat andors do kanonniers gevaar liepen hunne eigen kameraden te dooden. Onze gra naten waren voortdurend op do verbindings loopgraven van den vijand in noordelijke 'rioh- ling gevallen, zoodat bet belegerde Duitecke garnizoen geen aanvoer of hulp kon krijgen. Wij bouwden een muur des doods om h6n been. Maar ofschoon er nu geene granaten meer vielen op dit met dooden bedekte terrein, was er eene artillerie van lichtere soort, maar niet minder doodelijk, aan bet werk. Dat waren de machinegeweren en de bommen. De Pruisische garde maakte goed gebruik van de met gewelven overdekte kelders en van de vernielde huizen. Zij hadden een aantal kleine versterkte' punten gemaakt, die zij bijna uitsluitend met macliinegoweren verdedigden. Warmpor li— - - SO *Txall 1916 RUSLAND. Van het Oostelijk ooriogsterrein. Het Russische offensief. PE TROGRAD. Sloniawka, een thandgemeen. -zooals ten O. van Pozières, in -het Foureaux-boschje, bij Longueval en Guillemont. Hier traden de dappere Bran- f denburgsche grenadiers en de dappere Saic- sers van het 104e reserve-regiment op. Ten Z. van' de Somme vielen tegelijk j sterke Fransche troepenmachten aan, in de frontlijn EstréesSoyecourt. De storm aanval, die slechts ten Z. van Estrées tijde- f lijk grond won, werd onder zware bloedige verliezen voor den tegenstander afgeslagen. In het Maasgebied hevige artillerie-actie. Links vjtn de Maas kwam het tot onbe- teekenende gevechten met handgranaten i Rechts 'van de rivier herhaalde de vijand zijn pogingen tot herovering van de hoogte der Froide Terre. Hij werd door ons sper vuur afgeslagen. Ten N. van Balscheweiler in den Elzas Manneer de aanvallen van onze bandera- natonwerpers plaats hadden, gingen zij naar berieden in de Teilige gedekte schuilplaatsen, waar zij tegen loopgraafmortieren en hand granaten voldoende dokking vonden en lieten slechts een paar schildwachten achter om uit te zien of de Engelsche troepen tot infanterie- aanvallen overgingen. Zoodra wij dan° aanvielen, werden de ma chinegeweren aan het werk gezet en besproei den de Duitschers het open terrein dat onze troepen moesten overtrekken, met hunne kogels. Een voor een werden deze machinegeweer- stellingen door omtrekking, door omsluipen door kelders en achter ruines of door stout moedige bommen-aanvallen, onder aanvoering Aan het front van de zijrivier van de Donau, wordt de overtocht der Russische troepen onder het vuur van dou vijand zonder onder breking voortgezet. Bij het offensief van heden namen de Russen 1000 man gevangen en maakten zij vier kanonnen en vijf mitrailleurs buit, die dadelijk op den vijand gericht werden. BERLIJN. Officieel. Legergroep v. Hin denburg: Aanvallen van zwakke Russische afdeelingen ten Z.O. van Riga en van patrouilles op het Dunafront werden afge slagen. Legergroep-von Linsingen: Vijandelijke aanvallen aan de Stonowka, ten Z. van Berestetsjko, die over een geringe front- breedte tot in onzo voorste verdedigings linies drongen, werden afgeslagen. Ten W. van Boerkanow werd een Rus sisch vliegtuig in een luchtgevecht neerge schoten. WEENEN. Ten zuiden van de Dnjester ten westen van Obertijn liep Maandag een vijandelijken aanval dood in het O.-H. vuur. Aanvallea van Russische verkennings troepen ten zuidwesten van Luba-Czowko (Galiciëj werden afgeslagen. Overigens vex- iiep de dag rustig. Sedert Dinsdagochtend ontwikkelen zich geveohten ten zuiden van Ber^stoszko ITALIË. Aan het Italiaansche front. ROME. In het Lagarina-dal toenemende activiteit van de vijandelijke artillerie. Op heb Posina-Asticofront maakten de Italiaansche troepen zich na een verwoed gevecht in den vroegen ochtend van 24 Juli meester van den Monte Cimene. Op het Asiago-plateau deed de vijand den nacht van 23 op 24 Juli twee hev,6v, aanvallen op de verschansingen bij den J- Ti-i:. stellingen achter Monfalcono werden afge slagen. ROEMENIË De mobilisatie in Roemenië. PETROGRAD. Het Roemeensche blad „Universal" publiceert een door den afgevaardigde Arnat goteekend artikel, waarin gezegd wordt: „Bin nen enkele weken zijn wij met de mobilisa tie gereed. Dan zullen onze troepen de Kar- Cathen overtrekken. Het uur der beslissing cefb'geslagen. Geen vertraging kan of mag meer plaats hebben. Wij zullen optrekken om den gelioiligden strijd te voeren tegen onze ergste vijanden, dé Bulgaren de Magyaren. DENEMARKEN. Deensch West-lndië verkooht. WASHINGTON. De Vereenigde Staten hebben Deensch West-lndië gekocht voor een bedrag van vijf millioen P. St. VEREENIGDE STATES* Vlootuilbreiding. Naar de „New York Herald" mededeelt zullen behalve de vier linieschepen en slag kruisers, waarover wij reeds meded-eelingen hebben gedaan, nog verschillende iichte kruisers. 2U torpedojagers, 9 groote en 27 kiene duikbooten binnen zeer korten tijd op stapel gezet worden. o- ruo vijriua m nacht van 23 op 24 Juli twee hevite ar de versclansingen bij den Monte Zebto, dien de Italianen hadden ver overd. Bersaglieri sloegen hem met zware verhezen terug en maakten zich door een schitterenden aanval meester van nog een uitgebreide verschansing. Zij namen daar eenige Oostenrijkers gevangen en verover den een mitrailleur. Meer naar het noorden toe deden Alpini nieuwe aanvallen op de steile rotsharricre, OP ZEE. deel van het oorspronkelijk garnizoen Ovillers over was. Deze mannen, die tot het derde regiment j.cll .1, vau jjaidbugntiiu m wou a-itao p 1 v egiuiend bracht een patrouille 30 gevangenen mede - r61s, Sard® behoorden, hadden reeds lang uit oen Fransche loopgraïf. SjSff fZij waren -v- - - uitgehongerd, omdat aanvoer van proviand bij Luitenant Baldomus schoot, ten Z. van Binavoille, een Fransehen tweedekker neer. waardoor hij zijn vierden tegenstander bui ten gevecht stelde. Bij Verdun. PARIJS. Uit de officieele mededeelingen betreffende den aanval der Duitschers, die op 11 eu 12 Juli bij Verdun in de buurt van Fleury werd afgeslagen, kan men opmaken welke aanzienlijke verliezen zij daarbij heb ben geleden. Da aanval begon te 4 uur in den ooste- lijken sector. Het 126ste en het 143ste regi ment, teruggedreven, door het vuren cler Fransche mitrailleurs en oeai tegenaanval der Franschen, moesten in wanorde vluchten Laar hunuo loopgraven, uit welke zij met meer te voorschijn kwamen. In den sector Fleury en de bosscken van V&ux en Chapitre begonnen de aanvallen tussehen 5 en -8 uur op het geheele front. De Duitschers werden gedeeltelijk wegge maaid door do Fransche mitrailleurs, de rest dor eerste colonnes stroomde terug naar de loopgraven en te 12 uur 's middags echeen aiie actie van hunne zijde geëindigd to zijn- Duitsche versterkingen, die van Douaumonr, naar Fleury trokken, --raakten in het vuur der Fransche artiller In <3en ochtend van 12 Juli werd de aan val met grocte hevigheid hervat in den Fleury-sector, waar bet de Duitschers ge lukte Chapelle Ste Fine te nemen, zonder echter verder dia,n dit punt te kunnen komen. Zij hebben dus niets anders bereikt, dan dat zij twee indeukingen in hst Fransche front hebben kunnen maken, oe eene te Chapel le Ste Fine, de andere bij de Damloup-batterij. De rest van het frons' is intact gebloven. Deze kleine successen zijn, zooals vastgesteld kon den, hun op groote verliezen komen te staan. De Zuid-Afrikaners in het Delvillebosch, Uit het perskwartier in het 'Engelsche hoofdkwartier wordt het verhaal gezon den van den strijd van het Zuid-Afrikaan van jonge officieren ondernomen, overmeesterd I zich tot een hoogte van meer dan 2000 en de bedieningsmanschappen gedood of ge- Nt. verheft tusschen den Monte Chiesa en vangen genomen, tot er nog slechts een klein de Monte Campigoletta. Onder het voort- - I ^uraluj. jjütraiiUeuivuur van den vijayd drongen de Alpini door drie rijen ijzer- draad-versperringen en zetten zich vast even beneden de kam. In de zone van de Alpi di Fassa breid den de Italiaansche troepen, ondanks het slechte weer, het door hen bezette terrein uit tot aan het kleine Ceramana-dal. Op het overige gedeelte van het front artillerie-activiteit eai krachtig© beechi? ting aan de Boven-Fella, op de hoogten ten noordwesten van Görz en in de zone van San Michel© In den vroegen ochtend van 24 Juli wier pen vijandelijke vliegtuigen bommen op -1-- aan Engeland en de Nederiandsche harlngvisscherij. Keuter seint uit Londen, dd. 24 Juli: Keuter verneemt, dat d© omvang, waarin de Nederiandsche visschersvloot voorraden zond naar Duitschland, ©enigen tijd geleden ernstig do aandacht trok vau de Britsche regeering. Bet is bekend, dat ongeveer 90 pOt. van cle haring en een aanzienlijk gedeelte van de andere visch, die door de Nederiandsche vis- scherschepen werd gevangen, rechtstreeks aan Duitsche koopers is verkocht. De Britscho regeering heeft het ingevolge hiervan noodza kelijk geacht, een aantal Nederiandsche vis- schersvaartuigen voor het Prijzenhof te bren- gen. Eveneens werd nog een aantal schepen j aangehouden wegens liet visschen in verboden gebied, een praktijk die de Nederiandsche vis- sehers aanhoudend hebben gevolgd, niettegen staande de waarschuwingen hunner eigen regeenng. De Britsche regeering erkent, dat eenige moeilijkheid kan worden veroorzaakt door deze handelingen en zij verklaarde zich bereid tot besprekingen met de vertegenwoordigers der Nederiandsche visscherijbelangen met het doel eenige middelen to overwegen tot verlichting van den toestand. Zij doet dit met te meer aandrang, nu blijkt, dat verschillende reedcrijen te Vlaar- dingen niet alleen het eerst bepaald© bedrag van f 7 per week uitkeeren, maar dit zelfs verhoogd nebben tot f 14 por week en deze tegemoetkoming niet beschouwen als voorschot op nog to verdienen of te vorderen gage, maar zuiver als schadevergoeding wegens gemis aan verdienste. Mochten sommige of meerdere leden van do Reederij-Verceniging zich aan dezo h. i. zede- lijken plicht onttrekken, dan hoopt de af dee ling dat op nakoming zal aangedrongen worden.. De stoomloggers VI. 172 en VI. 167, van de visscherij-maatschappij „Vlaardingen", die door Engelsche oorlogsschepen naar Kirkwall waren opgebracht, zijn volgens ontvangen tele grafisch berioht vandaar naar Peterhead ge bracht. Do volgende Nederiandsche visschorsvnartui- gen zijn blijkens een bij het Departement, van Buitenlandsche Zaken binnengekomen telegram aangehouden Te Peterhead: De Vijf Gebroeders, Sch. 155; Hielke, IJm. 223; Dma Cornelia, Sch. 149. Pruis Hendrik, Sch. 4; Abba-stanza, VI. 21; Cornells, Sell. 423; Jonge Gerritzien, Sch. 409; Wouter, Sch. 35; Minister Heems kerk, K.W. 159; Friesland, VI. 121; Willem Cornelis, K.W. 16Johan Jteindert, K.W. 116; Sterna, Sch. 374; Doggersbank, Sch. 139; Sterna 3, Sch. 136; Minister Marëss van Swia- deren, Sch. 295; Koningin Emma, Sch. 417; Generaal de la Rey, VI. 30; Nora, Sch. 164; Arie Cornelis, Sch. 440; Apollonia, Sch. 280; Eben Haezer, VI. 56 Cornelis Bart, IJm. 173; Nijverheid, Ma. 23; Condori IJm. 30S; Een dracht, K.W. 31; Koningin Emma, VI. 156; Marie Honriëtte, VI. 167 C'lara, VI. 172; leer dam, Ma. 6; Wilhelmina, IJm. 35; Louis Groen Junior, IJm. 149; Stella Matutina, VI. Neerlandia, VI. 200; Gezina, VI. 180; Henny, VI. no. onbekend, en vele anderen nog niet bekend. To Aberdeen; Eendr-cht 2, IJm. 131 veline, IJm. 15; Cornelia, IJm. 18; Bolder, IJm. 143; Pluto, IJm. 184- Hercules, IJm. 196; iL t &,n g^ïhBA,d 7af °n door Vnkpl® schoten tot bijdraaien verplicht werd. We zagen een scheepsboot van den bark uitzetten fn nnnï den onderzeeër toeroeien, vermoedelijk ve r een onderzoek der panieren Dif S*» b-v,,digonr SS.Z, dnarnn d« bark haar ro.s vervolge,, 0?„ iraidta do onrlorzeebr r.ieh elanrop 'a"L stoomlogger e„ a,ge„ de bJLSE vao bóót böLvT„h het eindelooze gordijn vuur niet mogelijk was Zij hadden evenmin water en leden dus onü zettenden dorst. Zij ieefden ia een knekelhuis, dat volge- stapeld was met de lijken hunner kameraden en waren omgeven door hunne gewonden die wegens den dorst ijlden. Geen menschel ijk' we zen had dit alles langer kunnen uithouden cn toen de officieren ten slotte het signaal gaven voor de overgave, kwamen ongeveer 140 man met opgeheven handen naar ons tocloopen. Hot was een wild gevecht geweest. In dat handgemeen tusschen de vernielde aardwerken I en m arepe Keiaers, was er Vgn-gevgefigggoeff f geen sprake geweest en hadden de Duitsche en Engelsche soldaipn zich met bommen en alle mogelijke andere wapens op elkander ge worpen. Maar nu, nadat het gevecht was afgoloopen werd het overschot van hot Duitsche garnizoen met oorlogseerbowijzen ontvangen en geen onzer soldaten ontzegt hun de eer die zij om hun grooten moed verdienen". Vsriiezen4 man. Een officier schrijft uit het veld het vol gende aa:i het „.Berliner Tageblatt" Een luitenant en drie secties komen in de nieuwe stelling ep veld wacht. Geen kwade stel ling. Overdag Jgi de veldwacht in drie schuil plaatsen onder den grond, gebouwd in een Kleine helling. Onmiddellijk naast een oude, voikomen stuk geschoten fabriek. De Franschman schiet slechts zelden. Twin tig granaten per dag, dikwijls geen enkele, soms vijftig. Een paar mijnen, sc-hrapnells, zelden beschrijft een vlieger zijn kring boven ons. Da veldwacht zelf wordt ontzien. De vijand denkt, dat wij in de fabriek zitten. Zijn granaten ontploffen tegen de oude muren en de verroeste ketels van de fabriek. In den be ginne bukten wij ons. S...s s...ss...ss...sss...ssss Kwamen de granaten aangesuisd. En onze hoofden bogen zich naar beneden, onze oogen werden schuw. Daarna onderzochten wij of de zoldering van onze schuilplaats wel sterk was. Langzamerhand vermoedden wij, dat de grana ten niet voor ons bedoeld waren. Geen enkele kwam bij ons. Wij bukten ons niet meer. Wij bouwden tusschen de schuilplaatsen prieelen, speelden daarin skat. schreven en lazen daar. Vrede in den oorlog, niettegen staande de granaten, die over ons vlogen. Ook op post was alles rustig. Af en toe wisselden wij schoten met den vijand. De kogels van den vijand deden ons geen kwaad Ik zit alleen in het woon hol, de anderen zijn buiten, in de prieeltjes. Een schrapnell komt aangefloien. S...s...s...s... Ik knip met de oogen. Wat gaan mij de schrapnells aan, wier kogels zich verdoelen over de ketels en de machines in de fabriek. Ss...ss...ss...sss... Don- den», dat is op ons gemunt. Het oor heeft dit leeren onderscheiden :n do maanden van oefe ning... Ik eta snel op, de oogen wijd open. Een verschrikkelijke ruk en knal. De schrap- noll is voor de schuilplaats ontploft. Een dikke -nookwolk driagti in hei Lol >innen. Daar Een Fransche vlieger boven Berlijn. Naar de Parijsche correspondent van de „Times" mededeelt heeft een Fransche vlie ger op 20 Juli j.l., op weg naar het Rus sische front den weg over Berlijn genomen en daar strooibiljetten uitgeworpen. Op 63 mijlen van het Russische front, te Cholm in Polen, heeft hij wegens een defect aan een bougie moeten landen en werd hij ge vangen genomen. Op de strooibiljetten stond; „Wij hadden de open stad Berlijn kunnen bombardeeren en onschuldige vrouwen en kinderen kun nen dooden, maar stellen ons er mede te vreden, de volgende proclamatie uit te wer pen." Hierop volgde de eigenlijke proclamatie. De vlieger, luitenant Marchal, die deze merkwaardige vlucht volbracht, was 's och tends om half tien uit Nancy vertrokken en legde bijna 1300 kilometersboven Duitsch gebied af. Hij is thans te Salserbach geïnterneerd en heeft van daar naar Frankrijk bericht gezonden, dat de Oostonrijksche officieren, die hem gevangen namen, niet wilden ge- looven, dat hij een zoo grooten afstand had afgelegd» WEENEN. Ten zuiden van den Val Sugana doet de vijand telkens weder nieuwe aanvallen. Uit het gebied aan de Maora deed. een talrijke troep Italiaansche infanterie in den voormiddag driemaal een overvalhij werd echter telkens, ten deelo in een handgo- meen, met bloedige verliezen afgeslagen. In do buurt van den Monte Zebio werd in den namiddag opnieuw een krachtige aanval gedaan. De vijand slaagde erin een der O.-H. loopgraven binnen te dringen, hij werd er echter volslagen weder uitge worpen. Wederom herhaalden de Italianen met versche keurtroepen een aanval op het corps uit Graz, maar ook ditmaal tever geefs. Het Italiaansche artillerie-vuur was bij de aanvallen sterker dan gewoonlijk. De vijand lijdt dagelijks buitengewoon zware verliezen. Op het Stilfser Joch werd een aanval van een compagnie Alpini op de Nagler Spitze afgeslagen. Op de hoogten ten zuidoosten van Borgo mislukten twee nachtelijke aanvallen der Italianen. In het gebied van den Rollepas zwakte de gevechtsactie na de tegenslagen, die de Italianen in de laatste dagen hebben ondervonden, aanmerkelijk. Aan het Isonzo-front zeer hevig geschut vuur op St. Lucia en de bruggeschans ten zuiden van Podgora. Aanvallen van den-vijand op de O.-H. komen de kameraden binnen gerend. Een, een heele jonge kerel, met een roeden kop, met glinsterende oogen. Hij dcet den mond open, hij heeft mij iets nieuws te vertellen. „Ik ben geraakt." Yroolijk. Hij ziet er in het geheel niet verschrikkelijk uit. „Waar?" „Hier aan het dijbeen". Langzaam siepelt het bloed te voorschijn uit de scheur in de broek. Ik scheur hem do broek stuk. Een rond gat, waaruit zwartrood bloed druppelt. Kakt hem ,toch aan, kerels!" „Ik ben ook gewond!" Do Ebasser, die dit zegt, ziet er ook heei vergenoegd uit. Maar nauwelijks beeft hij dé woorden uitgesproken, of hij wordt wit. In een oogwenk zijn de lippen blauw, uit mond en neus druppelt bloed. Hij grijpt met beide han den naar den buik. „IVaar P" „Aatt den rug en den voet". Van zijn voor hoofd vallen zweetdruppels. Een verbindt den ersten gewonde, die dit niet wil. Hij wil niet erbondon worden, hij wil den andere, die ernstiger gewond is, helpen. Een brave kerel! Wij trokken den Elzasser, die half bewusteloos is, do jas van het lichaam, het hemd moesten wij open snijden. Een rond gat in den rug. Uit den mond vloeit nog steeds liet bloed. De lon^ moet geraakt zijn. „Ach, zoo erg is het niet" zeg ik een grapje makend, „een schot, in het vaderland te gonozen". Ik wikkel hem Het verbandpakje op de wond, terwijl een andere hem de schoen opensnijdt. De kogel is in de schoen blijven steken. De voét is niet geraakt. S...ss...sss...8sss... weer voor onze veldwacht. ...Donders, er uit. wie niet aan het verbinden i». In het gat onder de brug is het veilig. Onmiddellijk zijn allen verdwenen. Wij bren gen den gewonde half naakt in het veilige gat. De Elzaeser ia nog krijtwit, maar hij glimlacht alweer vriéndelijk. In het veilige gat liggen nog twee gewonden. De sensatie is reeds lang voor bij. Wij krijgen rillingen over den rug. Ook geraakt door kogels van de eerste schrapnells. Een heeft een sohot aan den hals. Maar zijn goedmoedig gezicht grijnslacht vergenoegd uit het verband. Hij neeft geen pijn. Een hospitaalsoldaat komt aangerend en ver bindt don vierden gewonde, die doodsbleek op den grond ligt en naar adem hijgt. Versehil- londe schoten in de borst en den schouder. Hij steunt en jammert. „Water, water". Buiten ontploffen nog steeds schrapnells en granaten. Een paar minuten later kunnen drie gewon- den met begeleiders teruggaan naar een veilige plaats. Met de vierde ziet het er niet zoo goed uit. Hij wil niet tot het bewustzijn komen. De hospitaalsoldaat zit met een ernstig gezicht naast den jongen, die op mantels cn dekens ligt. Hij kan niet door de loopgraven getrans porteerd worden. Wij wachten tot hot donker wordt. „Hoe gaat het er mee?" fluister ik den hospitaalsoldaat in het oor. Hij maakt een hopeloos gebaar en fluistert terug: „De long. Een kwaad sehot'L Ontdaan zitten do kameraden in de woon- holcn. Waar nog een haif uur geleden do mond harmonica speelde, de Kaarten op de tafel vlogen, gelachen werd om flauwe moppen, daar is het nu ijskoud, niettegenstaande do zon. De dood heeft ons gegroet. Allen denken na, Den ecne zijn do kogels tusschen de boenen door gevlogen, van den ander is do pet gemakt. Eu juist die vier... hoe gemakkelijk hadden ze mij kunnen treffen... en do Elzasser was altijd i zoo vroolijk.. en juist do vierde was zoo'n brave kerel... Om negen uur droeg men den vierde op éen baar weg. Wij geven hem do hand. Hij merkt het niet. Een half uur later komen vier nieuwe van ,de reserve. Om'tien uur gaan de posten op 'wacht. Een paar nieuwe gezichten... Twee dagen lang zit niemand in onze priee len. Den vierden dag spelen wij weer skat in de prieelen, de mondharmonica jammert. „Hier zat de Elzasser" zegt er een, „waar zou hij nu zijn?" Of hij er vaji boven op komt?" Een trekt de schouders pp. Het hoofdbestuur van den Chr. Zeelieden- Bond in Nederland heeft in een schrijven, Zaterdag j.l. aan den Engelschen gezant ge richt, geprotesteerd tegen liet vasthouden der haringschepen in Engeland. „Met' bitter leedgevoel cn groote .verontwaar diging aldus wordt in dit schrijven gezegd namen wij kennis van het besluit der Engel sche regeering oin vreedzame visschersschepen te beletten de haringvisscherij in de vrije Noord zee uit te oefenen, onder voorgeven, dat do vangst als contrabande te beschouwen is. ,.De Ncclerlandsche regeering heeft reeds markt verkócht wordt en dat de Engelsche regeering zich in deze zaak aan groote roei schending schuldig maakt. „Eveneens sluiten wij ons aan bij de meening der reederij, dat een schadevergoeding noch het krenkende karakter van den maatregel, noch het materieele verlies kan wegnemen. „Immers worden door het stilliggen der •loot- niet alleen duizenden zeelieden getroffen n hun eerlijke broodwinning, maar worden ook andere duizenden werklieden en arbeidsters in de nevenbedrijven gedupeerd. Werkloosheid voor tallooz© arbeiders en bittere armoede in hun gezinnen zullen liet noodzakelijk gevolg zijn van dezen ongemotiveerden, willekeurige'! en ongehoorden maatregel. Het hoofdbestuur van genoemden Bond, krachtig' opkomend voor de lieiangen zijner leden en andere duizenden arbeiders in Neder land, mocht daarom niet nalaten een ernstig protest tegen het opbrengen, van vreedzame schepen eener bevriende nstio uit to brengen, daarbij tevens de hoop uitsprekend, dat de gezant niet zal nalaten de Regeering door hem vertegenwoordigd op de economische gevolgen te wijzen, die de onbillijke maatregel voor duizenden arbeiders in ons land hebben zal." Aan den Ncderlandschen gezant te I/onden werd door hc-t hoofdbestuur van den Chr. Zee mansbond om medewerking gevraagd ter be hartiging van do belangen van personen be trokken bij het vasthouden van schepen. Eveneens werd medewerking verzocht van do Chr. Zeemansvereeniging aldaar. De nfdeeling Scheveningcn van genoemden bond richtte nogmaals het- verzoek aan de Scheveningscho Reederij om te willen bevor deren, dat aan de gezinnen van de zeelieden, iio in Engeland vastgehouden worden, een lillijke uitkeering gedaan wordt om in de •erste levensbehoeften te voorzien. Volharding, Ma Te L e r w i c k en Kirkwall: Joha aria, K.W. 131; Neeltje, VI. 166; Wilhel mina, K.W. 101; Holland één K.W. 133; Pe- tvonella Neeltje, VI. 179; Arie Cornelis num mer en letters onbekend. De Zes Gebroeders, VI. 129; Apollo, VI. 155; Burgemeester Rip ping, Ma. 1; Harry, VI. GO; Toekomst, Sch. 13 en vele anderen nog niet bekend. Men seint aan „Het Volk": Uit allé havens zijn alle voor uitvaart klaar gemaakte schepen vertrokken. Kennelijk oog merk der reeders is het conflict in den srberp- sten vorm te stellen en af te wachten of nl deze honderden schepen worden opgebracht. De zee lieden wachten geen bezwaren, doch onderhan delingen zijn geopend over schadeloosstelling bij inbeslagneming, aangezien dan de gebruikelijke loonbetaling in, verband met de besomming onmogelijk wordt. Het beschieten van Nederiandsche visschers- vaartuigen. Uit IJmulden wordt bericht: Het geval van den Yla-ardinger logger schijnt j niet alleen te slaan en is vergissing dus wel uitgesleten. Zoo vernemen we van den schip per van een te IJmuiden binnengekomen ha- ringlogger, dat 'hij en andere schippers getui gen zijn geweest van een aanval van een onder zeeboot op den stoomlogger, dien men aan de rken herkende ala toehehoorende aan dc firma Wed. 1. S. Groen, to IJmuiden. Schipper van Duivenvoorde van den logger „Gijshert Karei van Hogendorp" K. W. 110, berichtte daaromtrent het volgende: 'b IVas de ochtend van Woensdag 19 Juli. JMSs waren zeilende en hadden rondom ons een goede dertig visschersvaartuigen, waaronder wij er een aantal van Katwijk cn een van IJmuiden konden herkennen, n.l. de ..IJ. M. 237" .bonovens genoemden stoomlogger en bo vendien een Noorsche bark, die blijkbaar kort te voren dc haven van West-Ha rtlepool verla ten had en koers zette naar de Noorsche kust. Wij schoten weinig op, want het was bijkans bladstil. Op eens dook midden in deze vloot van sche pen oen groote. witte onderzeeboot op, waarvan wij de nationaliteit niet. konden vaststellen en ook geen nummer of merken konden ontdek ken. Zonder eenige voorbereiding of waarschu wing en naar onze moening zonder eenige aan leiding want er was geen enkel oorlogsschip in den omtrek te bekennen, begon de onderzeeër met eon kanon, dat op het voordek van, den onderzeeër was geplaatst in het wilde weg te schieten, zoodat do projectielen in de onniid- delijko nabybeid van ons vaartuig neervielen en r-roote waterzuilen deden opspringen. •keerden natuurlijk in grooten angst, da duikboot begeven Na oen onderhoud, waarvan wij natuurlijk niets konden opvangen, doch dat den duikboot- commandant waarschijnlijk zijn vergissing deed inzien, zagen wij dan ook 'de bemanning van den stoomlogger naar hot schip terugkeeren en in O. N. O. richting zoo spoedig mogelijk ver trekken,. terwijl wij den onderzeeër in Weste lijke richting zagen verdwijnen. De schrik zat ons danig in de leden. („N. v. d. D."'j Nedorlandsch stoomschip gezonken. Men meldt ons uit, Vlissingon Te ongeveer half negen meerde hier Maandagavond aan de oude ponton aan de Kolenkade in de Buitenhaven hot marine- politievaartuig „Zeehond" met- ^geredden van 1 hot stoomschip „Maas" aan boord. Najat- do marine- en de politie-autoritei ten aan boord hunne ondervragingen tot den kapitein hadden gericht, werd eerst een rtoker, wiens zenuwen overspannen waren, per bra-card naar liet ziekenhuis gebracht- Vervolgens werd de 17-jarige mess- roomjongen, die bewusteloos was, van boord "©haaid en, spoedig daarna pverleden, door de politie naar liet lijkenhuis op dc algemeen© begraafplaats overgebracht. Spoedig daarop kwamen ook de tien ander© overlevenden aan wal. Hun verhaal over het gebeurde was zoor sober. De kapitein Knook stond op de brug. Het was 10 minuten vóór acht uur, toen middensoheeps e©n hevig© knal ontstond en het sohip direct, zonk. De kapitein bad nog juist tijd zijn roddingsgordel aan to de&n, maar la.g toen ook in bet water. Zoo ver ging bet ook de'anderen. De ©erste machi nist en de tweede stuurman waren juist aan liét ontbijt begonnen. De machinist rende mar de machinekamer, maar kon daar niet meer komen: st.com en rook belet ten dit en zijn ook de oorzaak, dat al d© andere mannen met het 2000-ton groote schip in de golven verdronken. Do ramp gebeurd© op ongeveer één mijl van de Noord-Hinder, maar was gelukkig ook waargenomen door de bemanning van do „Zeehond", die mededeelde dat de boot in 90 seconden verdwenen was. Na ongeveer een half uur ojd gordels en wrakhout, vrij ver van elkaar, te hebben rondgedreven, werden allen door de.beman ning van de Zeehond" aan boord gebaald en daar zeer hartelijk verwelkomd. In de eerste plaats werden droge kleercn ver schaft en werd oen' gewonde matroos ver- bonden. Nog geruimen tij'd werd daar rondgeva ren, maar niemand werd verder aangetrof fen; alleen werd nog wat wrakhout opge- vischt. De kapitein trof aan boord van de .Zeehond" direct vier kennissen aan, ter wijl hij hier in Vlissingen eveneens geen onbekende was, daar hij hior lang op cle Zeevaartschool is gowocst. Over het verblijf aan boord van liet maf ine vaartuig hadden de mannen niets dan lof. Vragende naar do oorzaak van dc ramp, vernamen wij dat men deze zelf niet kan vaststellen, al is het zoo goed als zeker, dab, n et ruëV een mijn gBKtJT. Op'èën' Vier ril ijl afstand werd wel con onderzeeër waarge nomen, maar con bellenbaan is niet gezien. Een vertegenwoordiger der reederij was hier om de mannen te verwelkomen. Allen hadden gehoopt Maandag voor vijf uur te Rotterdam te zijn, maar moeten nu hier overnachten'om morgen vroeg te 7.10 naar Rotterdam tovertrekken. Do ontvangst thuis zal na de redding zeer dankbaar zijn, doch het moeten achterlaten van tien doo den is een vreeselijko gedachte. Naar ,Maas' De vriend van den vierde kijkt, alsof hem ladehjk de tranen uit do oogen zullen loopen. Een charge der [nciïsehe cavalerie. De „Manchester Guardian" geeft eene jeschrijving van een charge van de Deccan Indisch cavaloriecorps ïorse wveioi ijdens de gevechten in Frankrijk „Op weg naar het hooggelegen terrein tus- ihen Bazentin-le-Grand en den noordelijken bek van het Mametz-bosch, werd de cavalerie ntdekt door de Duitschers en spoedig werd g' met artillerie- en machinegeweorvuur aan brallen. De gelederen verspreidden zich en jchten zooveel mogelijk dekking, waarna de irliezen gering werden. Toen do rechtervleugel eonigen vooruitgang id gemaakt,, volvoerde oen onzer aeroplanes in merkwaardig stout stukje. Er werd een uit in dicht kreupelboschje hevig vuur op onzo jvalerfo gericht. Plotseling kwam de vlieger, ie in de lucht had rondgevlogen, tot op 100 eter hoven onzo cavalerie dalen en opendo let zijn Lewcis-geveer een hevig vuur. Een jgenblik dachten onze mannen, dat de aero bian,, ofschoon die de Engelsche kenmerken ioeg, door een Duitseher bemand was en ankten reeds hunne geweren gereed om te itwoordon. Maar toen zij bemerkten, dab er jen kogels oy hen neerkwamen en dat de Jroplaa-n bovendien een goed doelwit wa.s voor I verborgen vijandelijke machinegeweren, bo- jepen zij spoedig, dat de dappere waarnemer i plaats had ontdekt waar de Duitschers ver- irgen waren en op hen vuurden. Vier malen vloog de aoroplaan 'ovor die plek ien, blijkbaar tot hij zijn munitie voor raad id uitgeput en zelfs toen toonde hij onzen innen nog waar de vijandelijke schutters ueri verborgen, voor hij voorgoed lieenvloog. pit éea Plet gras begroeide helling kwamen Wij» doch meenden toeh te k'nnien rnS-ken' 'dêt'ïtrf sohieten met eoozeev op ons Bericht na» den op genoemden stoomlogger. IVij zogen de he. momtuig van dit vaartuig onophouddiiit m»;' ">at de Hollandseho vlag ei S voortdurend de stoomfluit gaou, om C nefefn' do™ "pmortea. dat men Khbn n-k u ™"™"E doen had. Daar scheen met voldoende tekening mede gehouden te worden, althans het schieten ging dnor en bemanning van den stoomlogger zag zich uit hun vaartuig te verlaten, omdat ,n ieder 5Öi. p <ien grMd k0"d™ aio- Toen do bemanning het schip verlaten had ïorandcnle de onderzeeboot van koers en be gon de Noorschs bark te achtervolgen, dc „N. R. G'fc." meedeelt was do voor vijf ton verzekerd. RaacJ voor do Soheopvaart. *^Ld®JSch,6ePvaa.rfc. doed'Maandag Jord au der Lin- letroffeid, de ontploffing aan boord ian den, logger „Mmistcr-Gort va don", SCH 141. deDST'HniJiiS TT °°r<le.pl- dat de schade/aan h 1 ontstaan, niet kan worden tooge- schreven aan oen ontploffing van een mfin onder het schip. n"ar mooning, geen ïïs dal'Jl'i r"" "l" onil',loff'"K acetyleen- gas, dat zich in het. achteronder, waar zich ïtlt?„kraanttJ0 ,d<?,VeidinS bevindt, in de*o afgesloten ruimte heeft verzameld. Hoewel de SeTn verklaarden- d-M bot, kraantje ge sloten was. meent de Raad aan di© vcrklarum niet te veel waarde te moeten hechten. ,mUiCt n,aar v* Raads meaning aanbeveling verdienen, dat tink, nftapkruantjes, welke eon gei aar voor het ontsnappen van gas onleve- ren, beschermd worden, „„Het se niet glmak. kelijk geopend kunnen worden d.ldes,?!1 dtod, v°°rt;s 'litspraak betreffende tv o geu 1 s-'-PPor op de bCH 141 De Ka.tl ,s ,n Hete van oordeel, dat het overlaten van den dokdienst non een liehame. nog een of twoe geweerschoten en eenige m»n- nn„ tan de Deceon Horse reden er hoen. Acht Duitschers kwanten uit granaattrechters te voorschijn, wierpen zich op de kuieen en riepen om genado. p Voort ging het weer, voort! Een half eskadron Dragoon Guards en een f esxadron Deccan Ilorse reden vooruit in verspreide orde. Allen waren met lansen gewa pend. Zij reden reeds in snellen draf toen het bevel kwam om te chargeoren. „Het was als een ren over een poloveld: ze! een officier, „behalve dat het bij onze man nen bittere ernst was. Vijftien of twintig man van don vijand werden neergestoken en noe een dertigtal staken de handen omhoog." In Mesopotamië. Een soldaat, di© in d© Mesopotamische woestijn gewond was, beschrijft in de „Daily Mail" zijn© lotgevallen. Hij zegt o.a. „Ik tastte met mijn linkerhand in mijn tu niek en voelde tqt mijn verbazing daar warm bloed vloeien. Toen begreep ik pas, dat ik gewond was en tamelijk ernstig ook. Mijn koppel deed mij pijn, zoodat ik die afdeed. Ik voelde met mijn hand langs mijn geheele lichaam om de wond te zoeken, maar kon er geen vinden. De kogel wns in mijn rug ge drongen en wns achter mijn borstbeen blijven steken. Geleidelijk werd de lievig© pjjn minder on ik gevoelde een niet onaangenamo gevoel loosheid over mij komeü. Het voortdurend geroep van iemand, die hevige pijnen leed, bracht mij weder tot be wustzijn. De meedoogenloozo zon brandde hoog uit dè luoht op ons neer en ik gevoelde mij koortsig en dorstig. Er riep iemand: „.Haal de brancardiers!" Vlak bij mijn hoofd Ineen ccn 1 een koppelriem en een geyser en ik herinner mij flauwtjes, dat een Sikh eenigen tijd naast mij lag en toen opstond en wegliep. Ik bracht langzaam mijn arm boven mijn hoofd, pakte 'de riem van mijn veldflesch en trok dio naar mij toe. Mot moeite haalde ik do kurk eruit en bracht ik de flesch naar mijn gezicht, zot te den hals tegen mijn lippen, maar ontdekte tot mijn schrik, dat ik niet do kracht had om de flesch op te lichten om te drinken. Tranen stroomden langs mijno wangen na twee of drie vergeefsche pogingen, want ik had ergen dorst. Ilt zei niets meer want mijn keel was droog en hard. Zoo lag ilc naar het geel on blauw van de lucht te staren, tot ik weder het bewustzijn verloor. Het gedreun onzer eigen kanonnen deed mij weder ontwaken en dat geluid bemoedigde mij. „Daar zullen ze van lusten!" dacht ilt mèb vreugde. Een uur lang duurdo het vuur voort en daarna werd alles iveer duister voor mij. Het begon reeds donker to worden, toen ik weder bijkwam. Een man stond vlak bij mij en tuurde over het veld in hot rond. Iemand had mijn zonnehelm boven mijn gezicht ge plaatst. Hij kwam naar nuj toe. „Komen de brancardiers?" vroeg ik en hij zei mjj, dat ik het eerst aan do beurt was. Kort daarop kwamen de brancardiers dan ook, die een draagbaar achter nuj zetten. Ilc leed veel pijn toen zij mij daarop legden, want ik kon met velen, dat iemand mij ergens aan raakte. Ten slotto echter gelukt© het toch en ik lag nu op mijn linkerzijde. Ik geloof wel, dab zij zoo voorzichtig moge- lyk liepen, maar iedere stap deed mijn lichaam zoo geweldig schokken, dat ik half gek was van de pijn. Ik herinner mij niet hóe ver het was van do vcrbandplaats, maar ik herinner my, dat ik door de artilleriestellingen heen gedra gen werd, waar d© kanonnen weder aan het vuren waren. Aan do vcrbandplaats aangekomen werd ik, met draagbaar en al, op een tafel geplaatst en ik voelde me gelukkig tqW.Lk oozw bataijj.qn»- dokter zag aaokftmsg,

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 2