No. 305.
Vrijdag 28 Ju'i 1916
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
sSSSSSS
SSffSC"4
Het Oranjeboek.
80d^d° "Jd-
ÏZJZr
TWEEDE JAARGANG.
DE SOLDATENCOURANT
Voor Advertentien wende men zich tot onze Administratie, PaJestrinaatraat 10
Amsterdam. .Prijs der Advertentien per regel 30 cent. Voor Ingezonden AI edel
deeüngen op de tweede, derdo eu vierde pagina dubbel tarief. By abonnement
reductie.
Onder de streken in Europa, die door de reizigers in gewone jaren bet meest
bezocht worden, behoort, wel Tirol. Geen wonder, want het is een der schoonste
landen op aarde, waar het grootsche zich paart aan het liefelijke, waar bekoorlijke,
rustige dalen omringd zijn door trotsche bergtoppen? Zoo'n Tiroolsch dal laat ons
plaatje hierboven ons zien. Wij zouden verlangen er eenige wekon door te brengen,
maar heiaas, thans woedt er in ditzelfde deel de vveeselijke oorlog, en wat zal er
overblijven van hot natuurschoon?
De verspreiding van ons blad.
Ondordeelen, die met het toegezonden aan
tal Soldatencouranten niet loekanian. worden
verzobht een grooter aantal te winen aanvra
gen, opdat alle abonné's regelmatig een eigen
exemplaar kunnen bemachtigen.
WIJ brengen In herinnering, dat troepen-
doelen, die soms door een of andere oorzaak
van ons blad verstoken zijn, slechts een aan
vraag tot ons te richten hebbsn om regelmatig,
driemaal per week, een pakkot Soldatencouran
ten te ontvangen. Nergens mag ons „Orgaan
voor loger en vloot" ontbreken.
We hebben gewezen op het verschenen
Oranjeboek en op de onderwerpen, die er in
•werden behandeld. Uit den aard der zaak is
er betrekkelijk weinig nieuws in, of liever,
behandelt het „Oranjeboek"' zaken, die reeds
dikwijls besproken zijn. Zoo behandelt het in
de eorste plaats do beperking, die odzo handel
ondervindt van de bepalingen dor oorlogvoe
rende mogendheden, in dit geval van Engeland
vooral. Engeland heeft verschillende „Orders
in Council" uitgevaardigd, welke in do prak-
tijk dikwijls onzen handel en scheepvaart heb
ben belommerd. Do Nederlandsche regeering
kwam daar bij gelegenheid tegen op. Zoo toen
de „Hamborn" word opgebracht cn voor een
prijzenhof gebracht. De Britsche regeering ant
woordde op het Nederlandsche vertoog, dat
over het juiste karakter van schepen als de
'„Hamborn" slechts op één voor allo partijen
bevredigende wijze door 't Prijzenhof kon wor
den beslist, dat evenwel de Britsche Begeering
door zoodanige schepen voor het Prijzenhof te
brengen slechts een beginsel toepaste, dat was
erkend niet alleen door de rechtspraak van de
Britsche prijzenhoven, maar ook door die
de prijzenhoven van do Yereenigde Staten
Amerika.
De Britsche Regeering verklaarde zich voor
het overige bereid om, in afwachting dat in het
trots.
Theo's gezichtje was verontrustend ernstig,
toen ze mijn tuintje binnenliep, en ten slotte
naast mo kwam zitten. Zij i6 rn'n buur-meisje,
.waar ik veel van houd.
We hebben gekibbeld, kondigde zij aan.
Dat wist ik al, want ik had 't hek van de
buren dicht hooron slaan en ik had door sorin-
genstruiken heen de gestalte van den jongen
Bresier zich zien verwijderen met veel meer
dan gewone haast; dus koek ik nauwelijks op
van mijn boek, toon ik vriendelijk vroeg, of 't
iets bizonders was.
Theo zweeg waardig.
Ik onderdrukt een zucht, legde mijn boek
peer, en zei min of meer ongeduldig;
Wel, wel, wat heeft hij nu weer gedaan?
Theo trok zenuwachtig grassprietjes uit den
grond.
Hij heeft niet zooveel gedaan, zei ze.
Maar hij heeft gezegd, dat hij nooit terug
zal komen, als ik geen excuus vraag.
Dat zeggen zo allemaal, stelde ik haar
gerust, en zo komen toch allemaal terug.
En bovendien voegde ik er onverstandirr bij
waar jij natuurlijk ongelijk hebt (zij ïieeft
altijd ongelijk, als zij en Bresier kibbelen), zul
je ook wel oen kief meisjo zijn, en jo excuus
maken.
(Dat doet zij ook altijd, gewoonlijk een uur
ïiadat zo „voorgoed" van elkaar zijn gegaan.)
Maar ditmaal onderschatte ik blijkbanr den
ernst van do zaak, want Theo's oogen sclioton
.vonken
Ik excuus vragen!... Ikriep ze. Nooit!
Ik had geen ongelijk.
Natuurlijk doe jij 't dan niet, aei ik,
als jo geen ongelijk hadt..,
,Theo aarzelde,
m. J^isgclu^,^ een bootje^. ,zei_zef
geval van de „Hamborn" een beginselbeslis-
sing genomen zou worden, opdracht te geven
dat. andero schepen derzclfde maatschappij voor-
loo^g do
Britsche Begeering in antwoord op deze medc-
deeling doen opmerken dat zij de bevoegdheid
van laatstgemeldo Begeering om de „Ham
born" voor een prijsgerecht te brengen niet
kon erkennen, dat zij dan ook op do vrijlating
van het schip bleef aandringen en de Britsebe
Begeering aansprakelijk hield voor alle schade
en onkosten uit do aanhouding voortvloeiende.
Inmiddels had do Nederlandsche Begeering
bericht ontvangen dat de „Hamborn", in af
wachting van do uitspraak in zake de opbren
ging en eventueelo prijsmaking, was gerequi-
roerd ten behoeve van den Britsehen Staat. Do
Begeering droeg aan den Nederlandschen ge
zant te Londen op, aan do Britsche Begeering
te doen weten ,dat zij de requisitie ovenals de
aanhouding van hot schip onrechtmatig achtte,
daartegen protesteerde en zich liet recht voor
behield schadevergoeding te vragen voor de
ten aanzien van het schip gcpleegdo daad; naar
hare mecning stond deze requisitie van een
Ncderiandsch schip, varend onder Nederland
sche Tlag en opgebracht op grond van een
voorschrift dat de Nederlandsche Begeering
niet als rechtmatig kon erkennen, juridisch
golijk met het requiroeren door de Britsche
Admiraliteit van een Nedcrlandsch schip ln
volle zee.
Dc Britsche Begcering heeft geantwoord, dat
do reqnisitio slechts een voorloopig karakter
had, dat zo ten volle steun vond in'precedenten
en datNhet schip, zoo het niet werd veroordeeld,
aan de eigenaren zou worden terug gegeven
en deze dus geen schade zouden lijdon, daar zij
immers, tijdens de procedure, het gebruik van
liun schip toch zouden moeten missen.
Tot de Duitsche rogeering heeft de Neder
landsche zich gewend met een vertoog over
het mijnenveld, dat de Duitsehers bij Doggers-
batik hebben gelegd. Volgens onze regeering
is het strijdig met het volkenrecht om een
streek tot militaire zone te verklaren, welko,
Wegens haar groote uitgestreklieid, niet ef
fectief tot het onmiddellijke actie-gebied der
krijgsverrichtingen kon gerekend worden. Zij
eischte haar recht op de vrije vaart op, in de
wateren, bedoeld in de verklaring van de
Keizerlijke Regeering. Zij drong er op aan,
dat de Duitsche krijgsverrichtingen do onzij
dige Nederlandsche scheepvaart niet zouden
treffen.
De bewering, dat de Nederlandsche vis-
echers, die in dio streken schade hebben ge-
loopen of schipbreuk geleden ten gèvolge van
het in aanraking komen met mijnen, slacht
offers zijn geworden van hun eigen onvoorzich
tigheid, is dus van allen grond ontbloot,
aldus besloot de Nederlandsche gezant een
nota aan de regeerin-r te Berlijn.
In antwoord op deze nota heeft, blijkens het
Oranjeboek, de Duitsche Begeering doen we
ten, dat de daarin aangevoerde feiten naar
haar oordeel niet bewezen, dat de verdwenen
Nederlandsche visschersva ar tuigen vergaan
waren ten gevolge van het stooten op Duit
sche mijnen. Zij achtte het veel waarschijnlij
ker, dat die schepen gestooten waren op En-
gelsche drijvende of bij de Doggersbank ge
legde en door den wind medegevoerde mijnen.
Belangwekkend is natuurlijk vooral( wat het
Oranjeboek zegt omtrent de torpedeeringen van
sommige groote stoomschepen. Van de ,,Palem-
bang" wordt in 't geheel niets gezegd. Om
trent de „Tubantia" deelt het Oranjeboek het
volgende merkwaardige mee: „De Nederland
sche regeering acht het haar plicht niets onge
daan te laten dat licht zou kunnen brengen in
deze aangelegenheid. Zij handhaaft het door
haar uiteengezette standpunt en heeft in ver
band daarmede op verschillende punten nadere
inlichtingen aan de Duitsche regeering ge
vraagd.
Aangezien de gedachtenwisseling ter zake,
die yan vertrouwelijken aard is, nog niet is af-
geloopen, kunnen dienaangaande vooralsnog
geen mededeelingon worden gedaan".
Omtrent de „Eemdijk" wordt het volgende
medegedeeld
Den tien April 1.1. te 10.15 s'avonds, had
aan boord van het Nederlandsche s.s. „Eem
dijk", van de reederij firma Sollevold, Van der
Meer en Van Hattem te Rotterdam, met eeno
lading op weg van Baltimore naar Rotterdam,
qeno ontploffing plaats. Het schip bevond zich
■toen op pl.m. 5 mijn ten zuidwesten van St.
Catherines Point. Het schip werd zwaar lek ge
slagen en naar Southampton gesleept.
De hier te lande aangekomen gezagvoerder
en bemanning konden omtrent de oorzaak der
ontploffing gecne aanwijzingen geven.
Zoodra de Nederlandsche regeering verno
men had, dat de Britsche autoriteiten aan
boord van de „Eemdijk" stukken staal en geel
over te leggen en haar njededeeling te doen van
het rapport barer 'deskuncfigen dienaan
gaande.
De Britsche regeering voldeed aan dat ver
zoek en de Nederlandsche marineautoriteiten
onderwierpen de overgelegde stukken aan een
nauwkeurig onderzoek. Zij kwamen daarbij tot
de slotsom dat eenige der overgelegde stukken
afkomstig waren van een torpedo.
Den gezant te Berlijn werd vervolgens op
gedragen het feit, dat de „Eemdijk" door eene
ontploffing zwaar lek werd geslagen, ter ken
nis van do Duitsche Regeering te brengen
met aanwijzing van plaats, tijd en uur en haar
te verzoeken een onderzoek te willen doen in
stellen of de „Eemdijk" door een Duitseh oor
logsvaartuig is getorpedeerd. Het antwoord
der Duitsche Regeering wordt afgewacht.
Ten aanzien van de „Rijndijk" vermeldt het
Oranjeboek het volgende;
Op 7 April 11. to S uur v.m. had eene ont
ploffing plants aan boord, van het Nederland
sche S.S. „Rijndijk" van de reederij firma
Solleveld, Van der Meer en Van Hattem te
Rotterdam met "eene lading tarwe op weg van
Portland N. naar Rotterdam. De „Rijndijk"
bevond zich toen in Me nabijheid van het St.
Mary Scilly Island op 20 zeemijlen van.de Bis
kop Roek.
Na de ontploffing vond de eerste machinist
aan dek van het 6chip, dat niet is gezonken,
verschillende stukjes metaal. Deze zijn aan
een nauwkeurig onderzoek onderworpen op hét
Marine-torpedo-atelier te Amsterdam. Daaruit
is gebleken dat zij afkomstig zijn van eene
whitchead-torpedo en wel waarschijnlijk van
eene, die geleverd is door de firma Whitehead
te Fiume.
Den gezant te Berlijn is opgedragen aan de
Duitsche Regeering te verzoeken wel te willen
doen onderzoeken of het- mogelijk is. dat een
Duitseh oorlogsvaartuig de „Rijndijk" heeft*
getorpedeerd.
Het antwoord, van de. Duitsche Regeering
wordt thans afgewacht.
üe toestand in den reuzenstrijd.
De berichten der laatste dagen van heb
Westerfront zijn nog altijd van betrekkelijk
weinig belang, in zooverre, dat er geen
successen van groote beteekonia zijn be
haald. En dat moet toch het doel zijn van
den enoi'men qtrijd, die daar steeds woedt.
Want de Duitsche berichten, dat de derde
Engelsehe en Fransche stoot tot staan zou
zijn gebracht, worden niet bevestigd. In
tegendeel, de telegrammen uit Berlijn doe
len nu mee, dat na do mislukte aanvallen
van 22 Juli de Engelsehe en Eransche strijd
machten aan het Iront PozièresMaurepas
opnieuw zijn opgerukt voor het offensief,
voor een nieuwen stoot, heet het, maar
het lijkt een vervolg van den begonnen aan
val. De Engeiscnen zouden zijn tegengehou
den ten Oosten van Pozières, bij Longueval
en bij Guillemont. Alle bekende namen,
waar ook voor eenige dagen gestreden werd.
Een bewijs, dab de hardnekkige gevechten
er worden voortgezet, niet alleen wordt er
melding gemaakt van hevig artillerievuur,
maar ook van een strijd van man tegen
man.
Tegelijkertijd wierpen de Franschen
sterke troepenmachten op het front Estiées*
Soyecourt, ten zuiden der Somme, een ter
rein ook reeds genoemd in ons vorig over
zicht. De Duitsche berichten spreken'van
het afslaan van den vijand, met bloedige
verliezen van den den laatsten, en van 30
krijgsgevangenenheb Fransche commu
niqué deelt daarentegen mee, dat op de
Duitsehers ten zuiden van Estrées een blok'
krachtig versterkte huizon zijn genomen en
dat de Franschen de Duitsehers verdreven,
ina een kort govecht, uit een aantal loopgra
ven ten noorden van Vermandoviilers.
Groote krijgsbedrijven, de Franschen beken
nen het zelf, zijn dit niet, maar er blijkt
uit, dat de strijd aan hetzelfde front met
kracht wordt voortgezet en dat de Engelsch-
Frausche aanvallen allerminst tot staan
ijn gebracht.
Doch zelfs al was dit zoo, dan nog is daar-
aeo aap. het offensief der geallieerden op
het Wesverfront geen einde gekomen. Deze
n, dat niet in enkele weken een
crrermuulrig Zat- g-oum.
de heb goheele jaar 1916 ia voorzien in den
aanvoer van Engelsehe recruten. Van een
verslapping der Engelsch-Fransche aanval
len is nog niets te bemerken, en er kan dus
volstrekt geen sprake van zijn, dat de
poging der geallieerden om aan de Somme
door te breken, is mislukt. Zoo er in de
laatste dagen geen vorderingen zijn ge
maakt, de Duitsehers hebben evenmin iets
van belang kunnen herwinnen van het ver
lorene, en de Engelschen Lebben mannen
en munitie genoeg, om den strijd telkens
met nieuwe hevigheid te hervatten.
Ook in het Oosten in de laatste dagen
weinig of geen verandering in den toestand,
geen oorlogsfeiten, die de vermelding waard
zijn. Wel zeer hardnekkige gevechten,
artillerie-actie en infanterie-aanvallen op
verschillende punten, wel weer enkele
krijgsgevangenen in Russische handen ge
vallen of eenige mitrailleurs door dezen
buit gemaakt, maar bij 't geweldige van
dezen oorlog zijn dit onbeduidende Sdeinig-
heden. Alleen aan de Styr, in het centrum
en zuiden der Pripet-moerassen, schijnen
de Russen Dinsdag het offensief weer
krachtig te hebben hervat; zij kregen 1000
krijgsgevangenen in handen en maakten vier
kanonnen en vijf mitrailleurs buit.
Aan het Oosterfront 'blijven de Russen
ilk geval de overwinnaars, en al gaat het
au en dan langzaam, zij'dringen vooruit.
Dit is zeker voor de eindbeslissing van be
lang. De Duitsche bladen en de Duitsche
telegrammen behandelen den strijd in het
Oosten wat achteloos; op den uitslag in 't
Westen komt het voornamelijk aan. Een
inval in Oost-Pruisen, de terug-verovering
dus van geheel Polen, lijkt een zaak, die
zoover af is. Dab is waar.... voor
op om oogenschijnlijk verder te lezen.
Ik ben van gedachte "veranderd, zei ik
naar liaar opziende, en ik vind, dat Deen
rcomcl was; dus mompelde ik maar iets van 1 afschuwelijk loenst
oil .klpin oUwir" c t Dmirdo twee dagen eer ik Theo weer
zag. Ik had. geloerd door de seringen-bosch-
jes, maar wat ik ook gezien had, ik wist
dab de lange'beenen van den jongen Bresier
hem. nog niet door 't hek v«n do buren hadden
gedragen.
Ik moet erkennen, dat ik in mijn schik was.
Theo was een flirt, en ongetwijfeld had de
jonge Bresier reden gehad om van Deen lo zeg
gen wat hij gezegd had. Ik was wel zóó wijs,
dat ik begreep dat hij 't niet alleen over
't loensen gehad had.
maar... Deen loenst niet, wel?
Ilc combineerde, dat Deen een oude bewon-
doraar van Theo was, en dat het grocnoogig, „aar opzloMC
monster jaloczio dan jongen Bresler met Lfsclinn-elijk loenst,
osdus mompelde ik maar iet* van
klein gebrek'
Ziet u, zei Theo. dat was 't!
Voortdurende omgang met Theo heeft mo
oen meester gemaakt in de kunst om uit halve
oordon te radon, en zoo zei ik dan nu ook,
dab ik alles volmaakt begreep. Theo gaf me
een dankbaren blik.
Dat is dan een gekke geschiedenis, zei
ik. Dus jullie willen geen van beiden de
eerste zijn... Hm, ja, trots-is ook zooveel
meer waard dan geluk,... en dergelijke klei
nigheden, nietwaar?
Maar hij hcoft evenveel schuld als ik...
Precies, zei ik, en jij evenveel als hij.
Er was even stilte.
Ik vraag géén excuus, zei Theo.
Of jo gelijk hebt, zei ik. 't Is zoo'n
mooi ding om sterk te zijn.
Theo keek me verwijtend aan. Zij is een
bedorven kindje, en hoeveel ik ook van haar
houd, ik hen niet'blind voor baar fouten,
ik vond dat de jonge Bresier daar nood
zakelijk een paar vanwerbeteren moest.
Zij stond langzaam op, schudde 't gras van
haar rok.
Ik moet weg, zei ze.
Blijf bij mij theedrinken, stelde ik voor,
of v.iud je 't tijd om naar Breslcr te wan
delen
Dat doe ik nooit, zei Theo, met meer
vastheid dan ilc verwacht had.
Goed, blijf dan hier.
Theo aarzelde.
Do zaak is, zei zo toen brav-eevend,
dat Deen bij mij thee komt drinken om te cro-
quefcten.
Daarop was ik niet voorbereid, en ik wist,
dat zij al afkeuring op niijr^ gezicht had ge-
lezon^r ik dio had kunnen verbergen.
Duitschland. Voor Oostenrijk staat het
andersniob alleen Galiciö met Lemberg
en Przemysl wordt weer ernstig bedreigd,
uit de Bookowina kunnen de Russen spoe
dig in Hongarije komen, en al moeten zij
ook eerst do Karpathen passeereu, deze loo-
pen daar af en versperren niet onoverkome
lijk den weg naar de Hongaarscho laag
vlakte. Men schijnt dat bij de Centralen
ook in te zien ;terwijl steeds nieuwe Duit
sche troepenmachten naar 't Westen wor
den gezonden, versterkt men het Ooster
front met Turken. Of die echter zoo ge
makkelijk in Klein-Azië of Mesopotamia
kunnen worden gemist, is de vraag: met
name in het eerstgenoemde gebied komen
de Russen in den laatsten tijd weer vooruit.
Veel hangt voor den toestand in het
Oostefl af van de houding van Roemenië.
Dit neigt nu weer naar een aansluiting bij
Rusland, wordt er misschien toe gedwongen
wil het de leidende rol in den Balkan niet
geheel overlaten aan Bulgarije. Echter
moet men den invloed van 't ingrijpen van
Roemenië niet overdrijven. Het heeft wel
iswaar een nog versch leger van ongeveer
een half millioemnan, maar bij de millioe-
nen-legers der Russen beteekent dat niet
bijzonder veel. Toch zouden de centralen
hun vijandelijk front weer zien uitgebreid,
generaal Sarrail bij Saloniki in 't oog moe
ten houden, maar zij zich ook tegen de
Roemenen moeten richten. Bovendien zul
len Duitschland en Oostenrijk-Hongarije
zeker de voorraadschuur van graan, die
Roemenië is, missen.
Aan heb Italiaansche front is de strijd
nog steeds fel. Daarin stemmen de Italiaan-
ectie en Oostenrijksche berichten overeen
beide spreken van hevige artillerie-gevech
ten, van aanvallen van den vijand, die
telkens worden afgeslagen. Vooral in den
Brenta-^as hebben blijkbaar zware gevech
ten plaats gebed. Doch geen der beide par
tijen durft zich een groote overwinning toé-
kennen. Ook hier dag aan dag-een bloedige
moorddadige strijd, zonder dat een beslis
sing nader schijnt te komen.
BELGIË.
□e stad Brussel beboet.
Naar de „Echo beige" meldt, is de stad
Brussel tot een boete van éen millioen
mark veroordeeld, wegens viering van den
nationale teasidatr .van 21 /Juli
Een Engelsehe tweedekker genomen.
BERLIJN. Den 24sten Juli, 's nam.
werd ten noorden van Zecbrugge een En
gelsehe tweedekker door een Duitschen
onderzeeër beschoten en tot dalen genood
zaakt. De inzittenden, twee officieren, wer
den door een Duitseh vliegtuig gevangen
genomen en Inet hun .vliegtuig aan boord
van den onderzeeër naar Zeebmgge ge-
De oorlogstoestand.
CWdSEN' Ia het Wcrbuu klaagdo
Churdnll ar over, dat A.qmtli i„ 21jao rfdo
EdVe" toestand
Lloyd George zoide j„ zlJno
SiiJrmiri VaU °0rl°e. d« "e^ï
gelijk OS oen overzicht van de mi-
1 taire voornachten te geven torwiil
de strijd nog voortduurt, maar dat de voor
uitzichten goed en de Éngolsche «eneraals
meer dan tevreden »i;„ fc*-"<-raais
die JmL n J nieb de vorderingen
die zij maken. De nieuwe burgerlegers riLn
een zeer fnrm.Viai,naan
«en zeer formidabele* vijand terug, die de
beste geestelijke vermogens van zijne natie
twee geslachten Jang besteed heeft
studie
van de krijgswetenschap.
I aan de
van
bracht.
kinderen naast mij, maar.... do Dood had
ons aan ons woord gehouden, en toen ik haar
weer zag.... toen was liet nutteloos te zeggen
dat ik spijt had.... toen waren alle woorden
autteloos.
En ik dacht aan dat alles, toen ik naar
Theo's ongelukkig maar vastberaden gezichtje
teek.
Zij zag me plotseling aan.
.hij iets om me gaf. zei zo, dan
sou li ij niet uit dommen trots wegblijven.
Veronderstel nu eens, zei ik, mijn laatste
;chot wagend, - - dat hij teruggekomen was cn
lat hij jou toen In den tuin zag met...Deen,
kat dan?
O, ik wou dat 't waar was! riep Theo
Den derden morgen opende Theo mijn helcje fiartstochtelijk, dan zou hij eens boeten
cn kwam naderbij. Zij droeg een witte japon, roor alles, wat hij mij heeft laten lijden.
Theo draagt altijd wit, als ze ontevreden Dun, zei ik kalm, kim je aannemen,
is op zichzelf. p&i' k'i geheet hééft, want...dat, wat ik ver-
Ik maakte wat opmerkingen over 't weer en anderstclde...is dienzelfden middag nog ge-
de rozen, en zij antwoordde met- één letter- beurd. Ik zag Bresier zelf hierheen komen.
toen brak 't ijs. i Theo's gezic'
greep
Ik heb geen excuus gevraagd, zei ze,
Neo? vroeg ik.
Pauze.
Hij ook niet, vervolgde ze.
Natuurlijk niet, zei ik en Theo keek
boos.
Hij had óók ongelijk, verzekerde ze.
gezichtje was spierwit.
Ging hij weer weg? fluisterde ze.
Deen plukte juist een roos voor je van
ïie struik bij 't hek, zei ik. 't "Was een
Ulerliefst tooneeltje, en ik weet zeker, dat
3resler 't bizonder geapprecieerd zal hebben.
Theo zat even stil, in stomme ellende.
Nu komt hij zeker nooit- terug, zei ze
findel ijk.
Ik bestudeerde hear gezichtje van onder den 1 .->« .ful® 40011 0IC,1US,
rand van mifn tuinhoed Ik fas overtuigd, dnt 'orto,do lk n»r daar deed 4 verkeerd
zo gehuild had. Al haar kleur «as «eg.
Ilaar houding herinnerde me aan een dag, xr l i i r e -1 t
v m.w„ Nooit as heel lang, liefje, zei ilc met een
nu haast w S .l o „ï'-ri™ -. cuc-h. Maar zij stond op haar stuk. Ik kon
ander meisie. net zoo iets als ineo, met -,J
Si gekibbeld had, en van mo weg «as ge. ;08Son jvat rk wrlde, 't tatlp met e. dn.
ïïn - zooals Theo nu weg was (S-aan van i1^". dla lk ?r™s ïoor T,he° s volJla"--
Brcï'er, met haar kinnetje® in de lucht, en1"1® had- ac)lt"
tranen, dio trots weerhield te vallen; maar Ik begon ongerust te worden, Deen kwam
toen had ik ongelijk gehad. 100 vaak bij de buren, en Theo was een van
Wij waren ook -11 J
ENGELAND.
De oorlogskosten.
LONDEN. Eerste minister Asquith dien
de in het Lagerhuis een kredietaanvraag
in voor een bedrag van 450 millioen P. S.,
uitmakend met de vroegere kredieten sinds
het begin van den oorlog, een totaal .van
2832 millioen P. St.
De dagelijksche uitgaven zijn gestegen
tot 5,050,000 P. S. voor do periode van. 21
Mei tot 22 Juli. Deze uitgaven zijn grootem
deels besteed voor'het leger, de vloot en
munitie.
De kosten voor de vloot zijn vrij
wel op dezelfde hoogte gebleven en zullen,
naar verwacht wordt, in de naaste toekom-t
niet belangrijk stijgen.
De uitgaven voor het leger bereikten het
hoogste punt in November 1915, maar zullen
voor Juli 1916 waarschijnlijk hoogCr zijn en
tenzij er een groote wijziging mocht- intre
den. in de naaste toekomst op ,die hoogte
blijven.
De kosten voor de munitie zijn t-lians
hooger dan ooit tevoren en zullen mi^chien
nog hooger worden.
Aan voorschotten aan de geallieerden en
dc dominions, gemiddeld 132.000 P. S., is
•oldoening van een oogenblikkelijkcn trots.
En ik wou niet hobben, dat zo met Deen
trouwde. Ik Hield niet van den man; afge
scheiden van 't feit, dat hij loenste, vond ik
hem niet oprecht; zijn karakter was als zijn
oogen.
Dus besloot ik me er maar eens mee te be
moeien, en ik vroeg Bresier te soupee ren.
Hij weigerde dadelijk gelijk ilc ver- i
wachtte. En waar dus de berg niet naar Mo
hammed wilde komen, daar zette Mohammed
zijn hoed op en ging naar den berg.
De berg kon 't blijkbaar uitstekend met 't
leven vinden. Nog nooit had ik den jongen
Bresier zoo spraakzaam gevonden; ik kon er
geen woord tusschen krijgen. Maar ik wachtte
bedaard op een rustig oogenblik, en -toen vroeg
ik, hoo 't met Theo ging.
Theo? O, hij dacht wol, dat dio 't uitstekend
maakte.
Ik stond op, en ging naast hem staan.
Beste jongen, zei ik, zij had ongelijk;
maar er is één ding op de wereld, dat meer
waard is dan trots.
En de jonge Bresier keek naar mij op met
onrust in zijn eerlijke oogen.
Maar dat één' ding, zei hij, is niets
waard zonder vertrouwen. En ik kan haar niet
vertrouwen. U gelooft me misschien niet, maar
ik kwam dienzelfden middag nog torugIk
dacht dat ik te hard geweest, was, en toen
Ja, ik heb Deen óók" gezien
En nu verwacht u nog, dat ik dat maar
vergeten zal, en ha3r vergeven?En weer',
over haar denken als vroeger?
Ja, zei ik, dat verwacht ik, en dat zul
jij doen.
DUITSCHLAND.
Oe economische toestand aan het einde van het
tweede oorlogsjaar.
De „Vfinvürte" bevat oen beschouwing van
den economisehcn toestand aan hot eindo Tan
het tweede oorlogssjaar, dio vooral opmerkelijk
is, indien men in hot oog houdt, dat do Duit
sche bladen thans in verband met de censuur
meer tusschen de regels te lezen geven dan in
het gc&obreveno zelf wordt uitgedrukt. Het
blad wijst erop, dat do oorlogsoonjunctuur overal
aan het verminderen is. Do prijzen van koper
en andere metalen zijn in den laatsten tijd
zeer sterk gedaald, dc bestellingen bij do Ame-
rikaansche staaltrüst zijn in de afgeloopen
maand, voor den eersten keer sinds geruiinen
tijd, verminderd. Do „Vorw." meent, dat dit
wel een gevolg zal zijn van het feit, dat de
entontè-landen op een spoedig*» overwinning
liopon en derhalve hun bestellingen van muni
tie etc. voorloopig inkrimpen, of wel, dat de
economische en iinancieele toestand er zoodanig
is, dat de munitievoortbrouging moet worden
verminderd.
De „Vorw." wijst dan vorder op do vermin
dering, die allerwege in de graanproductie, de
voortbrenging van katoen enz. ia ingetreden
door het gebrek van arbeidskrachten. Als tee-
ken van een teruggaande conjunctuur be
schouwt het blad voorts het oploopen der geld
koersen. Op deze uiteenzetting volgt do on
derstaande zinsnede; „Hiermede is natuurlijk
niet gezegd, dat nu het verder voortzetten van
den oorlog onmogelijk is geworden. Wel blijkt
er echter uit, wat de minister van financiën
Helfferich reeds ten «•>--!i-
i* .te. ssïaZ"«fc
«ijn dan in het iü '"«ilijkcr
Hoercl hierbij in algemeen,
snrni"»„ <jQ
houden 1
gesproken
termen wordt
ran den Duiteachen 1M!..t,ltlng
weinig twijfel van financien o. i.
hoofdfrgaa? Lfc de- ,SOaea,-,ieiDOcrat^e
teeen een uitputting «an dSmoU!"''? ,aIlocJaaI
verder voorteltenM»? JH -W een
FRANKRIJK.
Van hel Wealelijk 00rl0asterr6ini
Het Engelsch-Fransche offensief.
richt0™!?,; Veldmaarschalk Haigh be.
MalndagSjdaffn"!
te vallei^Suite T«e rech.to"Iailgel Mn
nog terrein gewonnen ten
ij hebben
herf°Nd,ENv Ge.durend8 de laatste dagen
ÏS$aï.iddaB lad d° -
De i n fan ter ie-aan va 1 le-n nr. w
S<dÏS, h0C-tl 1,0 ka»' kad-
- Jk daiT d7m' f,ond b«' Mn'
O, wat denkt u dat er gebeurd is*
kort. heeft Mtuur,iik zei ik
Theo begon te huilen.
7bW« ,T0<lt"rd» 10 hem? vroeg 4 run-
bl4ken W
Ik glimlachte.
Bn 4 zal nooit ran iemand anders hou
den. en li,, zal zeker nooit terugkomen it
meen Huig, voegde zij er by, llum,
kond, dat haar «oorden «elHcht minder duldc
lijk voor mij daa voor haarzelf «3reD
J« bel» het hem niet gevAagd, Theo. zei
veel, Wél
i w - i°°gen naar mij op.
denkt u heusch.... als ik deed?...*
En toen vertelde ik van 't meisje ijac
twintjg jaren geleden mij aan had gezien
mot oogen als die van Theo en dat '■>stor-
ven was, vóór de man haar had kunnen Ter-
r ik dio had kunnen verborgen." Wij waren ook „voorgoed" van elkaar go-lie dwaze menschen die in staat »iin Z, Ï'A° c J,aar had kunnen Ter-
ik vriendelijk.
In 'z grijze schemerlicht leek
veel op....
Zij sloeg haar betraande
O, de
smeekte zo.
Ik zei dat ik er zeker van was.
Maar verbeeld u nu eens, dat.... dat bü
t niet deed? klonk 't bevend.
Een stap op den «cg spaarde mij 't ani-
woord. het was Bresier
Liep zij op hem ai of hij op haarf Zei
zij, dut t haar spoot, of hij? Jk «eet 't niet-
en ten slotte komt t er ook niet op aaa aj'
men jong is en elkaar liefheeft. En ik- liet
do beiden dus rustig Alleen, en sloot 'tr heki«
van hun paradijs-turn, och. ik was zelr óók
eenmaal daar geweest....