Tfo."3mr
Zondag 16 Juli 1911
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
m
tweedé jaargang,
Onder redactie van D. MANASSEN.
tweede Kemer der Staten-
Ce toestand in den reuzenstrijd.
MËILKI-BlIEKiHi.
vu
WW
bl -
DE SOLDATENCOURANT
EEDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTR. 10, AMSTERDAM. DIT
BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR
MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNEMENT BIJ VOORUIT
BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS/1.50P.KWARTAAL
Aflossing militie door landstorm;
Onder Laatste Berichten in ons vorig num
mer hebben wé nog' melding gemaakt van do
zitting der Twééö* Kamer van Woensdhg,
waarin behandeld is "hot wetsontwerp tot wij
ziging der wet van 31 Juli 1915 tofc nadere
uitbreiding van den Landstorm, beoogende de
Landstorm ook te bestemmen voor de aflos
sing der militie. Hieronder laten wij een uit
voeriger verslag, volgen.
Nadat verschillende sprekers het woord had
den gevoerd, neemt do MUSTER VAN OOR
LOG, do lieer Bosboom, dit en deelt mee, dat
hij eerst de gedeeltelijke demobilisatio zal be
handelen.
Hy erkent de kracht van do door
den heer Ter Laan aangevoerde argu
menten. De heer Do Jong bracht het finau-
oieolo argument naar voren, en ook do heer
Van Raalte noemde zeer klemmende argumen
ten. Bij spr. staat dc wil om te slagen altijd
voorop. Vooral bij een zoo belangrijk vraag
stuk spreekt het vanzelf, dat de minister c(e
plants die hij inneemt niet waardig zou zijn
als hij niet met ernst zulk een vraagstuk onder
de oogen zag. De regeering ziet dit vraagstuk
steeds met ernst ouder de oogen. Steeds
is hot antwoord van do regeering hetzelfde
geweest; hoe meer de gedachte naar vrede
opkomt bij de belligèrento volken, des te voor
zichtiger moet de regeering zijn met het naar
h'uip zenden van ons leger. Men moet bedacht
zijn op het stellen van eischen, waarbij de
integriteit van ons grondgebied is betrokken
'en dus zal ons leger goed geoefend moeten
zijn. Evenwel wordt met dc wenschen van
den beer Van Raalte gerekend en in dié rich
ting gewerkt. Dat zal straks blijken.
Do minister weerspreekt voorts, dat de
maximum-vergoeding niet zou worden toege
kend. 30 Juni heeft spr. de burgemeesters
daaraan nog herinnerd. Deze- wee k
komt e e n o regeling w a a r b ij het
ia a n don burgemeester wordt
mogelijk gemaakt, afgeschei
den van het maximum van f2,
de vergoeding nog wat te ver-
fa o o g o n.
In zake het vloeken zal de minister geen
order uitvaardigen. Als blijkt dat orders niet
worden uitgevoerd, zal worden ingegrepen.
Van alle hem daaromtrent gedane medcdeelin-
Sen verklaart de minister, dat ze ernstig zul-
>n worden onderzocht. Mededeeling van het
resultaat zou bundels papier kosten.
De heer Duymaer van Twist heeft van spr.
het verzoek to wachten te willen mcdedcelen
wie de kapitein is die verklaarde maling te
hebben aan het vloekverbod.
Honderdduizenden verzoeken om vergoeding
komen in; en nu wil de heer Van Twist dat
ik dadelijk een antwoord geef als hij spreekt
over hot verzoek van een zekeren meneer
Boon.
Do heer DUYMAER VAN TWIST: „Dat is
niet waar. U moet de waarheid sprekendat
is ©en onwaarheid.'1 (De Voorzitter
h a m ,e r t.)
De MINISTER doet daarop eenige mededee-
lingen omtrent dit géval.
De heer VAN TWIST i „Legt u liever het
fidvies over. maar dat doet u niet!"
De MINISTER bespreekt vervolgens de ver
lofregeling, De nieuwe is beter dan de oude.
Zij werkt pas een maand en is goedkooper. Er
wordt minder gereisd'tak on ver lof wordt niet
minder gegeven dan verleden jaar. De hooi
oogst geschiedt nu onder ongunstiger omstan
digheden dan verleden jaar, door de natte
Junimaand. Verleden jaar hebben de oogstver-
lovcn tot langdurige debatten geleid en het
resultaat is, dat de oogst goed kon worden bin
nengehaald. Spr. zal er vóór zorgen dat ook nu
dit eminente economische belang van ons volk
naar behooren wordt behartigd.
Spr. kan de verloven niet ruimer stollen dan
dat evenveel dagen verlof wordt genoten als
dienst wordt gedaan. Wordt door de belasting
ambtenaren gunstig geadviseerd, dan krijgt
men ook bij zakenverlof vrij vervoor;
Spr. verdedigt het toekennen van een paar
dagen verlof voor het verkrijgen van het vaar
digheidediploma. Dat is een beJang van het
land.
Spr. komt thans tot het wetsontwerp zelf.
Ook de Minister wonscht een terugblik te wer
pen op de debatten van verleden jaart Do som
bere voorspellingen toen gedaan, zijn niet ver
wezenlijkt. Men verwachtte vermeerdering van
de oorlogszuchtige stemming in het landdaar
van heeft de Regeering niets bemerkt. Do be-
zwarén tegen het onder de wapens roepen van
den landstorm zijn evenmin verwezenlijkt.
Twijfel werd uitgesproken omtrent de aflos
sing van de landweer.
De heer Tqr Laan opperde dien twijfel. De
heer Schaper riep spreker toe van die aflos
sing gelooft spr. toch niet. Het wegzenden
van menschen is een maand eerder gebeurd
dan gedacht- werd. Di© voorsprong werd behou
den totdat de landweerlichting 1905 weer op
zijn plaats is gekomeq en naar huis gezonden,
op het door de regeering aanvankelijk gedachte
tijdstip.
Telkens wanneer het mogelijk bleek is een
landweerlieht-ing, geheel of gedeeltelijk, vroe
ger naar huis gezonden. Dat zal de regeering
ook met de militie doen; maar een lichting die
oogenschijnlijl: <lan aan de beiirt is. moet zich
niet gekwetst betoonen, als dit niet geschiedt.
Niet binnen 2 jaar, maar binnen één jfcar, na
het totstandkomen van de wet is de geheele
landweer naar huis gezonden. De beredeq wa-
ens moesten worden afgelost, de landstorm-
lasse welker manschappen 20 jaar zijn, zul
len voor die aflossing worden bestemd.
De Minister zet dan uiteen dat het niet noo-
dig zal zijn jongeren, door ouderen af te lossen.
Er 'zal altijd een marge blijven heneden de 30
jaar. Bij doorwerking ten vólle van dit wets
ontwerp zulL-n ten slotte in 1918 de oudste
landstorraph'chtigen naar huis kunnen worden
gezonden. Er is nog een gedeelte van d© lich
ting 1916 en dan nog de lichting 1917,
Wat d© opleiding in de depots betreft, niet
alleen bij de depóts maar ook hij het leger
heeft men vele officieren en gograduècrden die
men niet ten volle ervaren kan noemen. Sinds
Augustus 1914 is de weerbaarheid van ons leger
zeer toegenomen; is diet leeer geheel geënca
dreerd met officieren en onderofficieren. Wij
krijgen zelfs een overcompleet hij het leger om
daarmede do depóts aan te vullen. Het- aantal
verlofs-officieren overtreft veer het aantal be
roepsofficieren op 1 Aug. 1914. Sinds dien zijn
11.009 sergean&u opgeleid.
Spreker wil met zeer groot© waardeering
spreken van de verlofeofficieren voortgekomen
uit militie, landweer, en reservekader. Daar
zijn officieren die spreker gaarne voor goed in
het leger zou houden. Reuzenstappen zijn ge
daan in de richting van den wenaclilaat onze
jongens opleiden door kader uit hun milieu
voortgekomen. Bracht de Minister de jonge
landstormers dadelijk bij de bataljons, dan zou
binnen 14 dagen de wensch komen om er van
verlost te worden.
Het in6titnut van de kapiteins-instructeurs
vond bij den heer Sch'eurer bestrijding. Spr.
weerspreekt uitvoerig diens argumenten. De
moeste zijn uitgezochte kapiteins uit het Ne-
dcrlandsche leger. De kapitein-instructeur is
het orgaan van den depót-Commandant; maar
strafppleggen ligt buiten zijn bevoegdheid. Als
we-.een jaar verder zijn zal de critiek hiervan
zijn verstomd.
De MINISTER VAN BINNENLANDSOHE
ZAKEN, do heer OORT VAN DER LINDEN, I
zegt daarop een kort woord te moeten spreken,
en bracht te berde hetgeen wij in ons vorig
Voor Advertentie wende men zich tot onze Administratie, PaJeatrinaatraat 10
Amsterdam. Prys der Advertettir-n per- regel 80 cent. Voor Ingezonden Mede-
det-Hngen op de tweede, derde ta vierde pagina dubbel tarief. B(j abonnement
reductie.
nummer reeds meedeelden.
Do heer TER LAAN, den Minister beant
woordend, dient do volgende motie in:
Dc Lamer van oordeel dat 'slands belang
vordert onmiddellijk de drie oudste lichtingen
van de militie naar huis te zendcn} gaat over
tot de orde van den dag.
Do heer MAROIIANT (V.-D., Deventer)
heeft in lang niet over hoofdstuk 8 gesproken,
omdat hij de overtuiging had te spreken over
een hopelooze zaak; en die overtuiging is nu
neg versterkt. Do lasten aan het volk op te
leggen zullen weldra oploopen tot eenige tien
tallen millioenen per jaar. We leven op een
voet alsof we geld genoeg hebben. Be invloed
van de ambtgenoot-en van den minister van
oorlog op diens departement is gelijk nul. De
leider van heb kabinet verhindert de Kamer
een oordeel over de geldverspilling te hebben.
Het argument, zooeven door den minister
van binncnlandscho zaken gebruikt, verwerpt
spreker. Hij ontkent dat het evident is dat
het gevaar voor ons grooter wordt. Het wordt
al minder en minder waarschijnlijk dat een
van de oorlogvoerenden iets zou doen om een
nieuw front van 200 K.M. in het leven te roe
pen. Zij hebben moer en meer werk elkaar te
bekampen en 'zullen zich dus geen nieuwen te
genstander scheppen. De zaak die hot hier
geldt is er geen van zoo groot gewicht dat de
minister er het politieke leven van zijn kabi
net aan behoeft te verbinden. Do vraag is alleen
of de forten en liniën ten volle moeten zijn
bezet. Dat is een vraag waarover valt te pra
ten.
De MINISTER VAN BINNENLANDSOHE
ZAKEN: „Dat is mijn zaak".
De heer MARCHANT: „Daarover beslissen
alleen de militaire autoriteiten".
De MINISTER. ..Dat is volkomen onjuist".
De heer MAROIIANT: „Telkens is door de
rogeering de meening der autoriteiten daar
over nnar voren gebracht".
De MINISTER: „Daar heb ik geen woord
over gezegd".
De heer MARCHANT„Ik spreek niet over
u, maar over do regeering".
Intusschcn, nu de Minister een uitspraak
zou opvatten als een votum tegen de Regee
ring, kan ieder, die het voortbestaan van
deze Rogeering wonscht, dat votum niet uit
brengen. Tc-n aanzien van do motie gelden de
zelfde motieven als tegenover het wetsontwerp-
De heer DUYMAER VAN TWIST noemt het
geen de Minister mededeelde over het weige
ren van vergoeding (het geval-Boon) onwaar.
Do VOORZITTER: „Daar straks hoefb u
dat ook al gezegd. U weet heel goed, dab dit
onparlementair is. In het parlement zegt
mon: onjuist. (Luid gelach).
De heer VAN TWIST verklaart daarop, na
do verklaring van Minister Cort van der Lin
den, terug te komen op zijn voornemen teger.
het ontwerp te stemmen.
De heer VAN RAALTE zegt alleen een
andere organisatie van do mobilisatie te heb
ben bepleit-, geen demobilisatie. Het antwoord
van den Minister sloeg niet op spr.!s verzoek
om een onderzoek. De regeering noemt het
evident, dat het gevaar voor ons grooter is
om in den oorlog te worden betrokken. Spr.
noemt het evident, dat het niet zoo is. Conse
quent blijvende, zou spr. tegen het ontwerp
moeten stemmen. Maar na do wijze, waarop
de Minister van Binnenlandsche Zaken de
quaestie heeft gesteld, is dit onmogelijk. Hij
verklaart niet met do motie mee te kunnen
gaan, daar deze iets geheel anders wil dan
spreker.
De heer NOLENS (R -K„ Venlo) zegt, dat
wij allen gaarne demobilisatie willen, maar
het is slechts de vraag of zij mogelijk is. Spr.
is tegen de motie, want hij kan niet met
zekerheid zeggen, dat 'slands belang vordert
dat deze lichtingen naar huis zouden worden
gezonden. Kon hy dat wel, dan zou het feit,
dat de Minister van Oorlog of het'geheele
kabinet zou aftreden, hem niet weerhouden
voor de motie te stemmen.
Do heer VAN SA-SSE VAN YSSELT zal,
nu de portefeuillequae6ti© gesteld is, voor
stem mon.
Do MINISTER VAN BINNENLANDSCHE
ZAJvEN herhaalt wat hij aan het slot van
zijn rede tot de i heer Van Raalte heeft ge
zegd; dab was gericht tegen hem en die met
hem op hetzelfde standpunt staan. Spr. ge-
1 looft niet door de quaestie van vertrouwen te
hebben gesteld do zaak te hebben geforceerd.
Het ie oen quaestie van het grootste belang of
wij liet leger houden op zijn tegenwoordige
sterkte. Een onderzoek van de zaak is icel
van de regeering té verwachten, anders zou
de Regeering haar taak veronachtzamen. De
heer Van Raalte mag dus niet zeggen, dat dit
niet van haar te verwachten is. Ieder lid van
de Kamer kan zijn eigen verantwoordelijkheid
bepalen. Maar spr. vindiceert voor d© Regee
ring het recht daaruit do noodige politieke
conclusies te trekkiA.
Do heer MARCHANT zegt, dat het hier
zuiver technische vraag geldt. De fout van de
regeering is te zeggen, dat het een politieke
vraag is. Dat komt- omdat men het militair
gezag niet aandurft. Tegenover het oordeel
van dat gezag stelle mem het zijne. Dat heeft
met politiek niets te maken.
Tegenover den heer Nolens zegt spr., dat
men moot overwegen wat het meeste in 's lande
belang is: dat de motie wordt aangenomen
of dat het kabinet aanblijft. Dat blijkt wel
uit hetgeen de spreker verklaarde, die onmid
dellijk op den heer Nolen6 volgde.
Hierop komt de motie-Ter Laan in stem
ming. Zij wordt verworpen met 4-5 tegen 7
stemmen.
Het wetsontwerp wordt daarna z. h. e. aan
genomen.
Men vraagt zich af, hoelang dat zoo moet
voortgaan. Eiken dag vallen op de verschillende
fronten honderden, duizenden, tienduizenden
dood en gewond neer. Dag aan dag wordt er
hevig, hardnekkig, met moed cn doodsverach-
tiDg gestreden door honderdduizenden. Aan
het Wester- en Oosterfront,, aan de Italiaan-
sche grens, overal doet de artillerie haar gewel
dig en vernielend werk, tracht de infanterie
door te dringen in 's vijands loopgraven, hem
i een boschje, een dorpje te Ontnemen. En,
jlftteeds opnieuw, met ontzettende verliezen van
weerskanten.
Hoelang kan dat nog duren? Niet lang
meer, antwoordt men van beide kanten, maar
van beide kanteh meent men, dat de v ij a n d
heb niet lang meer kan volhouden. De geallieer
den zijn er, volgens de uitlatingen hunner
pers, zeker van, dat de Duitschers zich uitput-
.ten voor Verdun, aan de Somme, aan 't Oos
terfront. Hoe harder zij vechten, hoe heviger
zij aanvallen, des te beter, dan duurt het te
korter, dat zij niet meer kunnen, want zij
spannen hun laatste krachten in. Eigenaardig,
dat de Duitschers hetzelfde beweren van hun
tegenstanders. De Frauschen zullen weldra
aan 't eind van hun krachten zijn, 400,000 man
hebben zij voor Verdun verloren, hun jongste
manschappen staan reeds in 't veld. En de En*
gelschen hebben maar een beperkt legerreeds
nu kunnen zij met veel versche troepen geen
overwinningen van belang behalen, niet lang
moer zal het duren, of ook zij kunnen niet
meer volhouden. Van de Italianen gewagen de
Duitschers heelemaal niet, of zeggen er weinig
goeds van, alleen voor de Russen hebben zij
eerbied wat het aantal betreft. Rusland
zal, wat mannontal aangaat, nog in geen jaren
zijn uitgeput; ale de ccntralen ben ditmaal
weer tot staan brengen, zal er opnieuw een
pauze in den ptrijd in 't 0ó6ten ontstaan, maar
clan komt na eenxgen tijd een nieuw loger voor
den dag.
Voorloopig ia er van uitputting van een der
partijen nog geen sprake, zelfs niet van de
Duitschers, hoe gaarne do geallieerden dit ook
willen beweren. Do Duitschers bewijzen hun
onverwoeste kracht door nieuwe aanvallen bij
Verdun, alsof er elders aan het Westerfront
geen offensief aan den gang ware. En zij be
halen er zelfs sucessen. Do redout© van Dam-
loup, die al zoo vaak van bezetting is verwis
seld, kwam weer in handen der Duitschors; op
't fort Souvillo hebben zij een zeer hevigen aan
val gedaan, en elders voor Verdun is hun artille
rie in volle actie. De resultaten van den strijd
daar, ook de Franschen hebben er weer een
•succes behaald, mogen niet van belang zijn en
de toestand er betrekkelijk weinig veranderen
in den laatsten tijd,dab do Duitsohers den
strijd er voortzetten, terwijl zij elders zulke
zware aanvallen te verduren hebben, bewijst wel,
dat zij nog tot groote energie in staat zijn. Maar
er moet ook uit opgemaakt worden, dat de
Duitschers or voordeel in zien het offensief bij
Verdun zelfs nü met kracht vol te houden. Dit
voordeel kan niet liggen in do verovering der
vesting, welke zeker een moréele winst zoit
zijn, maar geen beslissing brengen in den oor
log, misschien die beslissing zelfs niet verbaas
ten, want achter Verdun zullen zij toch weer
de Fransche loopgraven vinden. De Duitschers
moeten dus meenen, dat hun aanvallen bij Ver
dun zulk een groote Fransche macht daar
vasthouden, dat de uitwerking van het offen
sief elcjere aan de Somme, er door be
lemmerd of verhinderd wordt.
De jongst© beriohten van 'fc Westerfront
zijn overigens wel sober, van Verdun zoowel
als van de Somme. Naar den vorm zoowel
alB naar den inhoud, en onverschillig of men
Duitsche. Fransche of Engelsoho telegrammen
leest. Die komen in één opzicht overeen, dat
n.l. de artillerie-actie steeds zeer hevig is,
docli van infanterie-actie is maar wejnig
sprake. Een Engelsoh bericht van Vrijdag
meldt echter van zware gevechten op dien dag,
waardoor de Engelschen in de tweede verde
digingslinie van den vijand doordrongen en
krachtig versterkte plaatsen namen. Van
don strijd om Verdun is, volgens een Fransoh
stafhericht, heelemaal niets van belang te
melden.
In het Oosten duurt de strijd onverminderd
voort, maar van groot© resultaten schijnt in
do laatste d<4%en geen 6prake, zelfs niet van
den kant der Russen. Dezen' vallen wel aan
Over de geheele linie, van Riga tot aan de
grens van Roemenië doch ten noorden van
do Pripet-moerassen 16 de toestand nog zoo
goed als volkomen ongewijzigd. Ten zuiden
daarvan gaat het anders, zooals we wetenin
Wolhynië en vooral in dc Bockowina kwamen
do Russen in de laatste zes weken hard voor
uit en maakten zij krijgsgevangenen bij tien
duizenden, veroverden zij kanonnen bij hon
dorden. De Oostenrijkers, die maar zelden
tegen de Russische overwinningeberichten op
komen, verzetten zich nu tegen het getal van
266.000 krijgsgevangenen, dat zou ongeveer
het leger vertegenwoordigen, 't welk Oostenrijk-
Hongarije aan dit front heeft gohad! Men
weet, dat ook ons het getal overdreven toe-
leek.
In de jongste dagen schijnt de toestand zich
weinig te wijzigen. Dit beteekent, niet dat
het Russisch offensief verslapt; integendeel,
de Russen hebben, volgens de Oostcnrijksche
berichten, opnieuw groote strijdmachten tegen
hen in 't vuur gebracht, vooral aan de
Stochod. Maar de aanvallen daar werden alle
afgeslagen. Do Russen zelf maken er ook geen
melding van vorderingen. Wel van een
2000 nieuwe krijgsgevangenen in Galicft bii
do Benodon-Strypa, waar hardnokkig ia g^.
vochten en de vijand krachtig© tegenaanvallen
deed. Over 't geheel lijkt de toestand ook in
't Oasten weinig gewijzigd in dc laat* te dagen.
Maar uio weet welke verrassingen daar als in
hot Wekten, to wachten staan. Do strijd duurt
met onverminderd© woede voort.
Levendig© actie ook aan het Italiaensche
front, vooral dor artillerie van weerskanten,
maar geen resultaten van belang.
FRANKRIJK.
Van het Westelijk Oorlogsterrein*
Het Engelsch-Fransohe offensief.
PARIJS. Aan het Sommefront worden
onophoudelijk kanonschoten gewisseld.
In Champagne drongen de Franschen in
de omstreken van Proraes tot een saillant
op de Duiteche linio door en maakten er
eenige gevangenen.
In de Argonnen mislukten twee aanval
len die de Duitschers op het noordelijk en
oostelijk gedeelte van den Bolantc-saillant
ondernamen, dank zij het Fransche vuur.
Bij de Fille Morto lieten de Franschen
een mijn springen en bezetten den zuide
lijken rand van den trechter.
Aan den rechter-Maasoeever geen infan
terie-actie. Gedurenden den loop van Don
derdagnacht werden de sectoren Souville,
Chenois en Laufec heftig gebombardeerd.
In de Vogezen werd een aanval van de
Duitschers op de Fransche loopgraaf ten
zuiden van Carsbach na een levendig
granaatvuur afgeslagen.
LONDEN. Officieel. Sir Douglaa Haig
seint:
Vrijdagmorgen bij het aanbreken van den
i.g heb ik des vijands tweede verdedigings
linie aangevallen. Onze troepen drongen
door tot in de vijandelijke stellingen over
een front van vier mijlen en na/nero verschil
lende krachtig versterkte plaatsen. De he
vige strijd woedt voort.
BERLIJN. .Officieel. Ten noorden
van de Somma slaagden de Engel
schen er in zich vast to zetten
in ContaJmaison. Het artillerievuur
wordt met groote bfedrijvigheid voort-
fezet. Ten zuiden van de Somme had-
en ook Woensdag de Franschen met hun
aanvallen, die herhaaldelijk ter weerszijden
van Barleux en bij en westelijk van
Estrees werden ingezet, geen succes. Zij
moesten meest reeds in ons krachtig versper-
ringavuur onder zeer zware bloedige offers
terugkeeren. Ten oosten van de Maas was
de artilleriestrijd nog levendig. De verover
de infanteriestellingen werden verbeterd.
Het aantal gevangenen steeg met 17 officie
ren en 243 man tot 56 officieren en 2349
man. Bij Frelinghien aan het La Bassée-
kanaal, aan de Fille Morte, ben oosten van
Badonvïller en bij Hirzbach slaagden Duit
sche patrouilleondernemingen.
Ten noorden van Soisaons werd een
Fransche tweedekker tot landing binnen
onze liniën gedwongen.
Slot
Daar aan do grens was hefc den kap'toïn ook beschoren
Om den dag to vieren, dat hij veertig jaar geleden was geboren,
't Was 's morgens 'acht uur, hij lag nog in z'n nest,
Zie hier de plaat en jullie begrijpen do rest.
-
Half nog iü slaap, draaide Jnj zich om;
Daar opeens hoort hij 'n Turkscho trom,
Een hoorn, 'n tuba en dan nog 'n fluit,
En, zóó,, in z'n hemd, vliegt hij z'n bed al uit.
„Wat bliksem!" rie.p hij, want hij snapte 't niet zoo gauw»
„Dó muziek zit in Alph'en, hoe héb ik het nou?"
Toen zag hij do muziek en al zijn menschen daar' staan.,
In den looppas trok hij zijn jas daarom aan.
En terwijl Jiij zich ldeedcle, riep hij: „Potdoome!
Zoo iets is mij in mijn leven nog nooit overkomen!"
Toen hij naar 'buiten kwam en al zijn manïie* zag staan,
Is hem 'n sohok door het lichaam gegaan.
Hij was... laat ik maar zeggen... liohtelijk bewogen^
Men zei zelfshij had 'n traan dn z'n oogen.
Al is dat laatste misschien niet heelemaal waar,
Do mooiste dag was het toch voor hom van 't jaar^
Dan is er nog een verhaaltje uit den strijd .tegen de smokkelaars!
Eens op 'n middag werden er hij de wacht
Twoo Belgische schooncn door 'n patrouille gebracht,
j,Ik weet niet, sergeant," zèi korporaal Kees,
„Maar die juffers zitten mij te dik in hun vleesch;
Ik heb er verstand van, want ik ben getrouwd,
Maar die affaire is niet vertrouwd,
Ik zog u, Ja's nooit 'n zuivere zaak,
Die juffers wegen wel 240 pond &an den haak.
Waarachtig, sergeant, maar al dqe bullen
Dat zijn geen zuivere, echte spullen!'1
De commandant, een onderofficier om
li ij
En hij zei i korp'raai, jij bent getrouwd,
Aan jou is het 't beste toevertrouwd.
Onderzoek jij ze maar eens aan den lijve,
Dan zullen wij zoolang wel buiten blijven!"
Zoo gezegd, Zoo gedaan, de korporaal
Verdween met de dames in 't wachtlokaal.
Als een van de mannen naar binnen wou gluren,
Riep de sergeant: „asjeblieft, geen kuren!
Je weet wel, dat ik je d'er geen permissie toe gaf,
De korporaal kan dat best op z'n eentje wel af!"'
Tien minuten later.... do deur ging weer open,
Het onderzoek was afgeloopen.
De korporaal kwam naar buiten en achter hem aan,
Zag je.... 2 magere bonestakén gaan.
mmm
'jm ffc ".^H
I I HW jfer ,d
f WL i '41
9êê"kJ
■JS? de. korporaal zei met 'n glunder gezi
uAsjijWtft ijjeb j, >i .netto £«)tic)itl
geziohtj
Het tarra, sergeant, dat ligt nog binnen;
8 brood en, 4 'kazen en 40 el linnen,
12 litor petroleum en 4 paar laarzen,
6 kruiken jenever en 14 pak kaarsen,
4 hammen en 10 pond margarine,
6 stukken spek en 8 bussen aniline,
12 pond meel en 4 kilo vet,
•It heb alles op 'n hoop bij elkaar gezet.'*
Eindelijk het bezoek aan den Bosch, een waar Luilekkerland voor
onzen Landweerman op zijn tochten door Brabant:
In het eind van Augustus vfer dagen marcheeren,
Men was blijkbaar bang, dat je 't weer zou verloeren,
En aan het slot van die oefening kreeg je tot besluit
Een nieuwtje: De. landweer gaat Brabant weer uit.
Maar Voordat wij het zuiden gingen verlaten
Om plaats te maken voor jongere soldaten,
Kwam daar 't bericht en in m'n dagboek zie ik 'n sterretje
„Wij gaan naar den Bosch tde, zoete, lieve G er ritje
Dat was 'n plaats, waar je 'i lollig vond,
Denk je aan den Bosch, dan loopt het water langs je mond,
Dat was voor kapitein, soldaat en luitenant
Nou je ware Luilekkerland I
Ziet ze daar buffelen, ziet ze daar schransen,
Ze zaten aan tafel als groote Hansen!
's Morgens, als je opstond, een geklutst eil
Dan paling in 't zuur en leverpastei,
Beschuiten met muisjes, broodjes met ham,
Je kreeg 'n standje, als je er te weinig van nam,
's Middags aan tafel, soep met croquetjes,
Dan aardappelen, kool en varkenscoteletjes I
Biefstuk, andijvie en ommelet,
't Werd je alles maar voorgezet.
En ten slotte, dat hoorde nog bij 't couvert,
Kip, abrikozen en pudding als dessert.
Daarbij drie flesschen bier, 60ms wijn of Champagne,
Wij zatèn voor het eerst in het land van Cocagne.
't Werd er 'n wedstrijd, je at er om 't hardste,
Ik was waarachtig bang, dat de compagnie barstte.
De kleermaker zei: ,,jo moet er eens op letten,
Maar ik doe tegenwoordig niks dan knoopen verzetten."
AlJiefc jet, dat Fü in Eihujfi verloren faa4dea met zwe^ea»
Kregen wij in den Bosoh terug door het eten.
Den Bosch! Ja, dat was me een prachtig kwartier,
Van 's morgens tot 's avonds had je er plezier.
Daar leidde je 'n leven van vroolijken Frans,
Denlc maar aan den Slipslapslingerdans!
Nu eens in 't Lachbuis, waar je met 'n meisje kon dolen,
Dan 6amen op 'n varken in den mallemolen,
En als je met zoo'n juffie op 'n olifant zat,
Vergat je, dat je thuis vrouw en kinderen had.
Ieder liep er rond met het vroolijkste facie,
Men hoorde zelfs voor 't eerst: „Leve de mobilisatie 1'*
Ja, ik zag er zelfs loopen met 'n meisje aan z'n zij
Den meest verstokten celibatair: jan van dee leu 1
Hier heb je van de juffer het portret,
Waarop Jan van der Lelt z'n zinnen heeft gezet.
Ik heb hem beloofd, dat als ie gaat trouwen,
Wij allemaal komen om bruiloft te houen.