OF ZEE. De verovering van liet iert Kam. Binnenland. s DE SOIjD ATBNC OP R AKTT Zondag1 2. O .Ttjltü X O X €3 einde gebracht door con gegeven aantal troe pen of in een bepaalden tijd: het is daarente gen volkomen gerechtvaardigd aan te nonten. dat al wat do bondgenooton, zoowel wat man schappen als munitie betreft, zullen moeten doen om den oorlog ten einde te brengen, ook inderdaad door hen gedaan zal worden. De vredes-geruchten der allerlaatste weken zijn van DuUschcn oorsprong. Do Duitschors gooi den in Augustus verleden jaar een balletjo van den 'vredo op, maar onthiolden er zich toen van, op dat onderwerp met den aandrang terug tc- komen, die zij thans aan don <lac leggen. Hot verschijnsel hoeft zijn goede zijde. Hot is uitstekend, dat Duitschland naai vredo verlangt, maar hot is nog veel uitsteken- dor dat hot «uiten staat is, vrede te krijgen wanneer het dien noodig heeft. Deze los heeft Duitschland noodig. Van de gebqorte van. het Duitscho rijk af. heeft hot van dat land af gehangen, niet alleen om oorlog, maar ook om vrede, te maken, wanneer hei dit 't best uit kwam. Er bestaat geen kans op wereldvrede, zoolang do Duitschers niet hebben leeren in- zicu, dat geen natie ongestraft oorlog kan ma ken, in het veilig bewustzijn dat zij vrede kan hebben, zoo gauw haar dit maar gelegen komt." Engeische vredesstommen. In Engeland gaan voortdurend stemmen op ten gunste van een spoedigen vrede. De .Economist" schrijft: Als .eon eervolle, duurzame vrede in het bereik van een bekwa me diplomatie ligt, wat zou daartegen dan in te brengen zijn? Wie zou heb wagen het oude liedjo van de laatst© penny en den laatsten man nog aan to heffen? Lord Loroburn schrijft in hetzelfde blad De regesring heeft niet hot recht ons in onwe tendheid te laten. Ten slotte is hot niet het volk dat zegt: Wij geven niet toe voor Rus land Konstantmopel heeft, voor Servië' weer hersteld is on zich in het bezit bevindt van Bosnië cn Herzegowir.a, voor Polen weder in het bezit van don Tsaar is, Italië zijn be geerd grondgebied en Frankrijk Elzas-Lotha- ringen teruggekregen hebben. Twee punten moeten opgehelderd worden Ten eerste, in hoeverre zijn wij door beloften aan onze bondgenooten gebonden? Gelijk men weet mogen zij geen afzonderlijken vrede slui ten, maar, dat wil zoggen, dat wij ook ten aan zien van bepaalde voorwaarden gebonden zijn. "Voor het geval dit echter zoo is en wij niet vrij zijn naar eigen inzioht te handelen, dan moot men ons daaromtrent inlichten. Wat is ons doel, wat zijn onze verplichtingen en onze kansen en hoe ziet de toekomsz er uit voor onze vijanden? Eerst wanneer wij dit weten zouden wij verder komen. Meer dan één neutraio mogendheid is bereid te helpen om een eervol einde aan den oorlog te maken. De „Tubantia". Er is thans verspreid een communiqué van het Ministerie van Buitemlandsehe Zaken be treffende het antwoord der Duitsche regeering in zake de Tubantia", dat na het Welff-tele- gram 'hieromtrent in ons vorig nummer, geen nieuws brengt dan de mededeeling, dat in het binnenkort verschijnend Oranjeboek de briefwisseling over deze zaak zal worden opge nomen. Van deskundige zijde schrijft men nog aan de .,N. R. Ct." o.a. We missen de positieve verklaring, dat de torpedo gelanceerd werd, zoodanig, dat de zinkinrichting intact was. Hoewel de in richting van de Duitsche torpedo ons niet hekend TS, mag toch wel gezegd worden, dat bij alle torpedo's het zinken, nadat de baan afgelegd is, normaal en het blijven drijven a, £n or maal is, d.w.z. dat een bijzondere manipulatie noodig is om die laatste te berei ken, zoodat dit niet aan een nalatigheid of ..mankement van het mechanisme",, zooals het communiqué aangeeft* kan worden toegeschre ven. De torpedo is dus blijven drijven hetzij op last van hoogerhand, hetzij door een moedwillige handeling aan boord. De commandant van de boot. of'wel hij. die bij de lanceering tegen woordig was, moet kunnen verklaren hoe de zankinriehting gesteld was. Bovendien doet zich de vraag voor. op welke diepte de torpedo gesteld was. om die_ diepte etelling te toetsen aan de Duitsche lezing van het ontstaan van het gat ter plaatse waar dit is geconstateerd. Tn het .Journaal van de ge lanceerd hebbende boot zal hieromtrent nog ze ker iets vermeid staan, daar de dieptestelling vrij zeker is naar gelang van het doel en dus het'beleid van rlen commandant raakt. In c-!k geval blijft o. i. de Duitsche regeering verantwoordelijk voor het ongeval, daar de tor pedo had móeten zinken, en een neutraal schip niet do dupe mag worden van een fout of moedwillige handeling in strijd met het internationaal overeengekomen©- Niettegenstaande al het bewezenp. en het geen in de gegeven verklaring is uiteengezet, bliift het o n v e r k 1 a a r b a a r dat een bijna stilliggend schip in het midden door een stil liggende, drijvende torpedo zou zijn getroffen, cm maar niet te spreken van de bellenbaan, die gezien is. CC- Een graanschip vernield. Uit New-York wordt geseind Het Nederlandsche stoomschip „Willem van Dreisler dat in do haven van Baltimore een lading graan innam, is met de geheele lading verbrand. Ook werd een graan depót, aan de haven door den brand verwoest. De schade wordt op 2 millioen dollar geschat. Omtrent dezen brand seint Reuter ons nog: Lloyds meldt uit Baltimore, dat een graan elevator van de Pennsylvania Spoorweg, bevat tende een groote hoeveelheid tarwe van het Nederlandsche stoomschip „Samarinda", door brand is vernield. Het Nederlandsche stoomschip „Willem van Dreisler" is met de lading bijna geheel verbrand. Dr. Max Osborn schrijft del. 8 Juni aan de „Vossische Zeituugêê omtrent de ver overing van het fort Vaux In een broeden aanval, niet alleen op het fort, doch ook op het aansluitende terrein oos telijk en westelijk, begonnen onze troepen den 2en Juni den stormloop. En dienzelfden dag drongen zij den vijand achteruit. De stormtroe pen met de nieuwe stalen helm op het hoofd, renden tegen de steile helling op, niettegen staande het razende gordijnvuur van dG vijan delijke artillerie en den hagel uit de machine geweren. Op soortgelijke wijze was de stormaanval op den rechtervleugel gelukt, zoodat bet fort nu bijna omsingeld was. Tegelijkertijd deden de Paderborner troepen een frontalen aanval op het fort. Aan de noordzijde drongen zij de bui tenste loopgraven binnen en van daar langs den oostkant tot aan do keel van het werk, dus tot de zuid-westelijke omwalling, die naar den vijand gekeerd ligt. Van daar baanden, zij zich een weg door een breede bres, die ónze artillerie geschoten had, in het binnenste van het fort, dat uit niets dan granaattrechters meer be stond. Toen het dien eersten dag donker werd waa de geheele vierhoek van het fort, zijn uit gangen, de pantsertorens aan het noordelijke en noord-oostelijke deel en het grootste gedeel te van het binnenste in ons bezit. Slechts op één punt waren de onzen nog niet heer en meester, een punt n.l. aan de zuid-westzijde, waar de keal-kazeme van hot fort ligt, dio yer#cbiÜegde^tffiég.jUep. gqfaipyd jtofc ia .het De „Batavier V". lu zijn zitting van Donderdagmiddag deed d Raad voor de Scheepvaart uitspraak betroi- fonde liet vergaan van het stoomschip „Bata vier V". De Raad is van oordeel, dat,do. ramp .hoogstwaarschijnlijk door bet stooten op een mijn is veroorzaakt:. Do reddingsmiddelen aan boord van de „Batavier V" waren uitstekend iu orde, gezagvoerder en bemanning hebben hij het verlaten, van liet schip hun' plicht vol komen gedaan; noch aan hen nbcll aan inrich ting van schip of reddingsmiddelen is het be treurenswaardig omkomen der vier personen to wijten. Zeegevecht in do Oostzee. NYKÖPING, Zes bewapende Duitsche noomtreilern voeren Dinsdagavond vpor Hafringo iu noordelijke richting. Men meent dat zij op don terugweg met vijan delijke oorlogsschepen in strijd geraakten. Het gevecht duurde ongeveer 45 minuten. Ds wind kwam van land, zoodat goen scho ten werden gehoord, wel zag men echter de vuurflitsen. Do uitslag van het gevecht is onbekend. Do Duitsche trailer „Jok. Wes ter" kwam Donderdag,morgen vroeg te Ny- köping binnen. Het vaartuig had vijf go- wonden aan boorddio naar het stedelijk ziekenhuis werden .gebracht. Do bemanning van den trailer weigerde inlichtingen over heb gevecht. NORRKöPlNO. Volgens courantenbe richten werden 13 Duitsche handels vaartuigen bij liet eiland Hafringe die in zuidelijke richting voeren, door twee of drie torpedobooten, een hulp- kruisen en eenigo bewapend© stoomtreilers begeleid, ten zuidoosten van Arkö, onge veer 10 afstandsminufcen van het land door oen Russische flottille aangevallen. Dezo flottille bestond uit torpedobootjagers, tor pedobooten «n duikbooten. Do. Duitsche stoomschepen zochten bescherming aan do kust. Twee Duitsche stoombooten, dio bij den aanval van do convooieerende schepen gescheiden werden, liepen Donderdagmor gen Arkosund binnen. Zij hadden in de duis ternis niets kunnen waarnemen. De Duit sche trailers patrouilleerden des morgens buiten de territoriale grens en voeren toen in zuidelijke richting, l'n het ziekenhuis te Nyköping bevinden zich thans zes Duit sche matrozen, van wie twee zeer zwaar, de overigen licht gewond zijn. Een gewonde is te Arkosund aan wal gebracht. KOPENHAGEN. „Ekstrabladet" meldt in een particulier telegram uit Stockholm, dat het schip, dat gewonden te Nyköping aanbracht, nog 150 man yan andere vaar tuigen aan boord had. De Russische flottille, die den aanval deed, telde zes torpedobootjagers en eenige duikbooten. PETROGRAD. De marinestaf rappor teert: In de Oostzee vielen onze torpedobooten in den nacht van 13 op 14 Juni een con- vooi vijandelijke stoomschepen, welke onder militair eskorte voeren, aan. In den loop van het gevecht met het eskader boorden wij twe-6 eonvoyoerende schepen van het type van kleine torpedobooten in den grond benevens een hulpkruiser, waarvan wij de equipage krijgsgevangen maakten. Aan onze zijde -verliezen noch avarij. In den loop van het gevecht namen de vijan delijke stoomschepen de richting van de Zweedsche territoriale wateren, waarom wij hen niet vér volg den. Da dood van lord Kitchener LONDEN. Do Admiraliteit publiceert het volgende omtrent den ondergang van de „Hampshire", aan boord van welk schip lord Kitchener zich bevond. „Uit het ï'apport omtrent den ondergang van de „Hampshire", waarover alle twaalf overlevenden van de ramp gehoord zijn ge worden, zijn de volgende conclusies aan gaande de omstandigheden, waaronder het ongeluk plaats had, getrokken: De „Hampshire" voer langs de westkust van de Orkney-eilanden, terwijl een hevige storm woei en de golven over het schip sloe gen, ten gevolge waarvan het noodig was een deel der luiken af te dekken. Tusschen halfacht en kwart voor. acht liep hot schip op een mijn en begon onmiddellijk voorover te hellen, om vervolgens naar stuurboordzijde om te slaan, vóór het, on geveer 15 minuten later, voorgoed zonk. De kapitein gaf bevel, dat ieder naar zijn plaats zou gaan om het schip te verlaten. Sommige luiken werden geopend en do op varenden gingen spoedig naar hunne plaat sen. Er werden eenige vergeefsche pogingen gedaan om booten neer te laten. Eén daar van werd in stukken geslagen tijdens het te water laten en de inzittenden vielen in zee. Terwijl de leden der bemanning naar boven gingen om zich naar hunne plaatsen te begeven, verscheen lord Kitchener in ge zelschap van een marine-officier. Deze riep: „Maakt plaats voor lord Kitchener!" en beiden gingen naar boven, naar de cam pagne, waar later ook nog vier officieren gezien werden, die aan bakboordzijde naar de achterzijde van het schip gingen. De kapitein riep lord Kitchener toe op het voorste gedeelte van de brug te komen, waarbij de commandantsboot zich bevond. Ook hoorde men den kapitein Kitchener toeroepen in de boot te gaan, maar niemand binnenste van den rotsachtige» Vaux-Berg. En nu deed zich het verschijnsel voor, dat do Duitschers wel het bovenste gedeelte van do kazerne bezet hadden, doch dat de rest van do Fransche bezetting, ongeveer een bataljon sterk, zich in het benedenste gedeelte, overal beschermd door sterke pantsers, wist te hand haven. De Franschen vonden een schuilplaats in de' kazematten, onderaardsche holen en gan gen, meters diep in het steen van den berg. Een strijd begon, zonder weerga zelfs in de geschiedenis van dezen vorschrikkelijken I oorlog. l>» Duitschers trachtten de onder hen ver scholen, stevig verschanste Franschen, die voorzien waren van oorlogsmateriaal cn ook van proviand, de baas te worden. Met den moed en de energie der wanhoop verdedigde de vijand zich dagen lang op oen wijze, die de grootste eerbied afdwingt. Zij plaatsten ma chinegeweren in de toegangswegen tot hun kazematten, slingerden uit smalle spleten handgranaten on hoopten ontzette worden döor hun makkers, die een tegenaanval zouden on dernemen. Daar de telefonische gemeonchap verbroken was, trachtten zij door postduiven contact te krijgen met het commando buiten het fort. De Franschen deden alle pogingen om van de zuidelijke stellingen aan den voet van den berg de ingesloten vrienden te ont zetten. Zij legden een gordijnvuur om den vier hoek van het fort en om de vesting hing dag en nacht een krans van rookwolken en vuur zuilen. De vijandelijke batterijen roffelden op de vesting zelf. In de kazematten konden de zware granaten niet binnen dringen. Steeds deden de Fransche infanteristen tegen aanval len^ -Vooral Js naohts-Iiafcfoi zü .den Duifechers [hoeft kunnen zien of deze in'de boot is ge gaan of niet, of wat met die boot gebeurde; evenmin heeft iemand een boot van het schip zien afsteken. Het rapport eindigt met een mededeeling iver het nuttig gebruik van roddingsgor- Icls, zwemvesten' enz. om de menschen .1 rijvend to houden. Tusschen do 150 en 200 manverlieten het schip op vlotten, onder •vie eon soldaat, wiens lot onbekend is, Langzamerhand verdwenen or of stierven op cie vlotten van uitputting en koude, ter wijl or ook moeten zijn omgekomen bij hun pogingen om op de rotsachtige kust aan and Le komen. Weer anderen stierven, na •an land te zijn gekomen, i Admiraal Jeliieoe spreekt ten slotte het bodwezen uit van de vloot, dat zulk een beroemd krijgsman don dood moest vindon, terwijl hij zich onder haar hoede bevond. LONDEN. Een correspondent van de Daily Mad heeft een der overlevenden van do „Hampshire", die te Hertford aankwam, geïnterviewd. Dezo man, Rogerson gohee- fcen, verklaarde, dat hij de laatste was dio lord Kitchener levend zag. Rogerson zeide, dat lord Kitchener het schip niet verliet, maar er mede te gronde ging. Hij zag dat de kapitein lord Kitchener riep om in do boot te komen, maar tengevolge van het rumoer van wind en zee werd blijkbaar dat roepen niet gehoord. Toen de ontploffing plaats had begaf 'lord Kitchener zich kalm naar de campagne, waar hij bedaard heen en weer liep, pratend met twee officieren. Zij droegen alle drie khald, maar geen over jas. Kitchener wachtte kalm de voorberei dingen af om het schip te verlaten, welke maatregelen op ordelijke wij zo voortgang hadden. De bemanning b3gaf zich naar de aangewezen plaatsen en gehoorzamend aan de bevelen, trachtte ze de booten neer te' laten, maar dab was onmogelijk tengevolge van het ruwe weer. De booten dio eerst werden neergelaten, werden dadelijk stuk geslagen. Niettemin slaagde men or in eenige booten buiten te brengen; de mannen gingen er in, moeuende dat de booten wei zouden blijven drijven, maar het schip zonk, een duikeling makend naar voren, en sleepte alle booten, met do inzit tenden mede in de diepte. Toen Rogerson op het vlot sprong, sprak lord Kitchener nog met de officiereu. Rogerson deelde mede, dat hij op het vlot een vreeselijke vijf. uren doorbracht. Yelcn werden gedood door het geweld van de golven, anderen kwamen om door de koude. Alle schipbreu kelingen werden aangegrepen door een over weldigende begeerte om te slapen en ten einde dit te voorkomen, sloeg men elkander op den rug. De woeste zee sloeg het vlot tegen de rotsen met geweldige kracht, en ook op deze wijze werden nog velen gedood. Nog eens: tie zeeslag bij Jutland. Naar aanleiding van admiraal Jellieoo's vlootorder aan de Engeische vloot, over den zeeslag bij Jutland, waarin do Engeische admiraal zeide, niet t-e twijfelen dat de Duitsche verliezen niet geringer Varen dan de Engeische, zet een telegram van Wolff's Bureau nogmaals uiteen, dat de Duitsche verliezen' aan schepen volkomen zijn opge geven, en dat tegenover een verlies van 117.150 ton voor Engeland Duitschland slechts 60.720 ton verloor. Doch volgens verklaringen van Engeische gevangenen zijn nog meer Engeische schepen vergaan, waaronder de Waf spite". De Engeische verlieslijsten, die tot dusver gepubliceerd zijn bevatten de namen van 343 gedoode en vermiste en 51 gewonde officieren aan Duitsche zijde bedragen die verliezen, met inbegrip der ingenieurs, ge>- neesheeren, betaalmeesters, adelborsten en der dekoffieieren 172 dooden en vermisten, 41 gewonden. Het geheele Engeische ver lies aan manschappen bedraagt, volgens de mededeeüngen der admiraliteit 6104 dooden en vermisten, 513 gewonden aan Duitsche zijde bedraagt dit aantal 2414 dooden en vermisten en 449 gewonden. Tijdens en na den zeeslag werden nog 177 Engelschen ge vangen génomen. Voor zfoover bekend 'be vinden zich geen Duitsche gevangenen uit dezen slag in Engeische handen. De namen der Engeische gevangenen worden langs den gewonen weg aan de Engeische» regee ring medegedeeld. Tegonsp^aken. LONDEN. De admiraliteit meldt: In het dezer dagerf afgezonden Duitscho draadlooze bericht wordt weer beweerd, dat de War- spite", „Princess Royg.1" en „Birmingham" in den zeeslag in den grond zijn geschotc-n. Dezo Schepen liggen echter goed en wel in de haven. Het bericht, dat de admiraliteit alle oorlogs schepen in den Atlantischen Oceaan cn de helft van de bemanningen der schepen in den In dische» Oceaan heeft teruggeroepen (volgens het Duitscho bericht zou dit geschied zijn wegens de groote verliezen, in den zeeslag bij Jutland geleden. Red.), mist allen grond. Evenmin is het bericht waar omtrent den dood van „do beste vertegenwoordigers van •handel cn industrie", die met lórd Kitchener zouden zijn omgekomen. Alle namen van hen, dio den minister vergezelden, zijn gepubli ceerd. geen rust. Ook de zwarte hulptroepen moesten er aan gelooven. Ir.tusschen duurde liet gevecht 'i het fort voort. De omsingelden weerden zich heldhaftig, maar zij moesten het onderspit .del ven. Na vier dagen was hun weerstandsver mogen gebroken. De bezetting gaf zich over. Hoe de Franschen het deze vier dagen ge had hebben in hun schuilplaatsen onder den grond, beschrijft Scheuermann in de „Nordd. Allg. Zeitung", krachtens de verhalen, die hij van de krijgsgevangenen hoorde. Hot was daar een ■verschrikkelijke toestand en de soldaten verwonderden er zich over, dat zij niet allen krankzinnig geworden waren. Rots en muur schenen voortdurend te trillen onder de ontploffingen van do zware grana ten. Dc lichten gingen voortdurend uit. Dik wijls was de luchtdruk in do luchtkokers, ten gevolge van de ontploffingen, zoo, dat men- ehon cn voorwerpen door elkaar geslingerd werden. Het voortdurende hameren der grana ten had do lucht vervuld met een doordrin gende kaikstof, die in neus en keel drong, zoo dat de bezetting leed onder onafgebroken hoes ten. Er was gebrek aan water. Door het gor dijnvuur kon er1 geen water gebracht worden. Men moest koude conserven eten en do kel ders, waarin niet gestookt kon worden, waren koud als ijskelders. lialiaansctie In een telegram aan de „Vossische Zeitung" uit Zuid-Tirol leest men o.a. De Italiaansche plaatsen, waar de Oostenrijksch-Hongaarsohe .troepen ...doorgebroken.-ztjg,.. zij a ..gewoonlijk :VoIr Z. IK. K. Prins Hendrik. Z.K.H. Prins Hendrik heeft zich voor een tiental dagen naar het Loo begevep, „NalionaEc Veraeniging tot Stoun san Miliciens". Under voorzitterschap van professor dr. H. JElhorst had Woensdagmiddag do jaarverga dering plaats van de „Ned. Ver. tot idteun aan Miliciens". Up de vergadering waren behalve het hoofd bestuur 29 afdeeliugeu vertegenwoordigd. Uit hot jaarverslag bleek, dat de krachtige reorganisatiearbeïd in het jaar 1914 begonnen eu gedurende heb jaar 1915 op energieke wijze voortgezet mot goeden uitslag werd bekroond. 'Provinciale comité's in alle provinciën opge richt, zorgden op loffelijke wijze dat de ver- eenigmg alom in den lande lure vertakkingen kreeg. .Daardoor is. het aantal afdeelingen ge stegen tot 52, terwijl in do meeste gemeenten, waar geen afdeeling gevestigd is, correspon denten in dom regel de burgemeester zijn opgetreden. Met do besturen van het Kon. Nat. Steun comité, de Rogeeringsoommissio in zake mod- denstnndscrediot en de Vereeniging van No- cieriandeohe arbeidsbeurzen is eonc overeen komst gesloten, ton einde bij verlof of demo bilisatie) onzer krijgsmacht mot elkaar samen to werken in het belang der ten gevolge der langdurige mobilisatie' werkloos geworden© of in zaken achteruitgegane militieplichtigen. Het aantal leden is in 1915 verdubbeld. 411 militiopliohtigen hebben zich in dit jaar om steun to de vereeniging gewend, van wie 1:30 aan werk geholpen en 306 f mant ie el gesteund zijn. Up verzoek van de afdeelingsbefituren hebben velo werkgevers beloofd hun gemobiliseerd personeel bij verlof of demobilisatie terug te in Amsterdam alleen gaven 955 werkgevers een gunstig bescheid. Tot 1 Mei 1916 is klein verlof verleend aan 6 landweeflichtingen. Nagenoeg al do tot deze lichtingen behoorende loontrekkende» be trekkelijk weinigen zijn in militairen dienst gebleven hebben weder werk gevonden, de moesten, bij hunne vroegere patroons. Van hen, die niet in hunne vroegere betrekking konden teragkeercu, werden volgens de opgaven der afdeelingsbesturen van 15 Nov. 1915 tot 1 Mei 1916 minstens 600 militieplichtigen dgor de vereeniging aan werk geholpen. Volgens do opgaven van den algemeenen penningmeester zijn gedurende dat tijdvak 1526 personen aan kleeding, gereedschappen of verhuiskosten geholpen en daardoor in staat gesteld hun werk te aanvaarden. Up verzoek van velo afdeelingen namen de directeuren der Plaatselijke Arbeidsbeurzen of leden van heb bestuur daarvan, zitting in de afdeelingsbesturen. In het hoofdbestuur werd gekozen de lieer ïïh\ J. U. Mestra van Holtho, voorzitter van de,afdeeling Assen, in plaats van den heer W. U. M. van Waijenburg, voorzitter van de af deeling Nijmegen, die aan de beurt van aftreden en niet terstond herkiesbaar was. Voorziening levensmiddelen. Op een interpellatie van het Kamerlid, den heer Schaper, aangaande de regeeringspolitiek betreffende do voorziening van levensmiddelen en andere volksbehoeften in verband met de toenemende duurte, heeft in de zitting der Tweede Kamer van Donderdag minister Cört van der Linden geantwoord, dat alleen om moei lijkheden is afgexipn van do tijdelijke vervanging van minister Posthuuia. Spr. is verantwoordelijk voor de leiding der economische politiek van de regeeri'ng. De regeering is niet in haar plicht ito kort geschoten; het nardnppelgobrek is niet het gevolg van te voel uitvoer, doch van het gebruik va.n consumptie-aardappelen voor in dustrie en veevoeder on van fraude. Dóór inbe slagneming echter is er thans voldoendo tot den nieuwen oogst. Nieuwe aardappelen en. groen- ton zullen heb land niet mogen verlaten, voor dat voldoende voorraden tot billijken prijs voor eigen gebruik beschikbaar zijn. Maatregelen worden beraamd om de vleosohdistributie des noods door inbeslagneming van vee te regelen. Voor vet is men afhankelijk van invoer, die niet voldoende is. Van suiker ,is reeds 8 millioen KG. in beslag genomen. Met opsporing van wit brood zal worden voortgegaan. Centrale leiding van do levensmiddelenvoorziening zal worden overwogen, Klachten over burgemeesters", die hun plicht in et doen, zullen worden onderzocht. Toeslag voor spoorwegpersoneel. la1 een onderhoud inzake een duurtetoeslag voor het personeel, heeft de directie van do Staatsspoor toegezegd, dat met ingang van 15 dezer aan het ongehuwd© personeel f 1 en aan hot gehuwde personeel f 2.25 per week toeslag zal worden gegevenliet personeel met een salaris van f 2UOO en moer zal 6 pCt. toe slag ontvangen. Deze uïtkeering kost do S. S. tot eu met 31 December f 1,200,000. Aan het personeel der H. TJ. S. M. zal als duurtetoeslag worden toegekend: Aan gehuw den f 2.25 per week, aan ongehuwde» f 1 per week, aan gehuwde militairen f 6.50 per maand. Deze toeslag"zal tot en met December worden verstrekt. („Volk") Ter aanvulling van het bovenbedoelde bericht vernoemt het „Hdbld." nog, dat door do directie der H. IJ. S. M. is aan heb personeel medegedeeld, dat ter tegemoetko ming bij, do heersóhende duurte in de tweede helft van dit jaar uitgekeerd zal worden: nan ambtenaren met rangnummer 5 en lager, die niet in militairen dienst zijn, aan gehuwden 9.75, aan ongehuwden 4.35 per maand; aan gohuwdo ambtenaren met rangnummer 5 en lager, dio in militairen dienst "zijn 6.50 per maandaan beambten en werklieden, die niet in militairen dienst zijn, met uitzonde- komen uitgestorven. Het Italiaansche legerbe stuur gaat bij de ontruiming zeer grondig to TWrk. Slechts zelden gebeurde het, dat de troe pen nog een sterveling aantroffen. Ook de door de Italianen verlaten en op Oosbenrijksch ge bied liggende plaatsen bieden vaak tengevolge van do strenge maatregelen der Italianen een tooneel van troostelooze verlatenheid. In het aanzienlijke stadje Borgo, in het Stuganadal bijv. mocht geen levende ziel achter blijven. Men vond er alleen een geestelijke die zich ver borgen gehouden had. Tot dc» meegenomen bevolking behooren niet alleen de Italiaansch- gezinden. In dagboeken van Italiaansche offi cieren wordt dikwijls geklaagd dat do bevol king, ondanks do bezetting die een jaar ge duurd heeft, nog steeds aan Oostenrijk gehecht was. Leonard Adelt, de oorlogscorrespondent van 'het. „Berliner Tageblatt" in het Oostenrijksche perskwartier, heeft oen bezoek gebracht aan Rovereto. De stad, die terrasvormig omhoog stijgt, en tot aan do viHatuinen is ontruimd, maakt ondanks het rumoer der troepen een doodschen indruk. Overal granaatgaten en verwoestingen, Do kanteelen van den torèn van het oude kasteel zijn als tanden uitgebroken. In do muren van het framboosroode molenhuis gapen wonden van manshoogte. Onder de brug, waarop wij staan, roesten in do bedding der rivier nooit gebruikte draad versperringen, Op de uitgestorven binnenplaat sen snuffelen ratten aan leege conservenbussen. Aan alle huisdeuren hangen nog plakaten „Quartiere d'affitare" (woning te huur)... Verder vertelt Adelt: 9 maanden lang ston den in den sector ten westen van Riva van den Monte^preino ^totaap, h.^ .Serrt^aadel^sl'eoMa^ wachferessen, wegwachteressen en loopjongens aan gehuwden 2.25, aan onge huwde» 1 per week; aan gehuwde beambten en werklieden, die in militairen dienst zijn 1.50 per week, enz. De diverse uitkeeringei: gaan heden in. Stand der landbouwgewassen op 3 Juni. Een overzicht van den stand der landbouw gewassen op*8. Juni 1916, ónder medewerking van do Rijkslanclboüwleeraren, samengesteld naar gegevens, verstrekt door de corresponden ten van de directie van den Landbouw en door liet Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut, bevat ook do volgende samenvatting. Door do correspondenten wordt do stand opge geven in cijfers, waarbij 100 is uitmuntend, 90 is zeer goed, 70 is goed, 60 is vrij goed, 50 is matig, 40 is vrij slecht, 30 is slecht en 10 is mislukt. 4 Leidt men uit de voor do verschillende stroke® opgegeven cijfers onder 'inachtneming der beteelde oppervlakte heb cijfer af voor het geheele land, zoo komt men tot het volgende resultaat wintertarwe 65.8, Mauw maanzaad 64.5, rogge 62.4, karwijznad 68.1, wintergerst 59.5, mos terdzaad 69.8, haver 69.9, aardappelen 66.9, zomergerst 68.9, suikerbieten 68.9, zomertarwe 69.6, uien 58.9, paardeboonen 67.8, cichorei 71.4,. erwten 62.8, rootle klaver 82.8, stamboonen 09.3, witte klaver 80.5, vlas 64.6, weiland 85.5, kanariezaad 66.6, hooiland 86.6, koolzaad 71.4. Ten slotte zij opgemerkt, dat een gemiddelde oogst kan worden aangeduid door het cijfer 67. Internationale socialistische conferentie. Het Internationaal Socialistisch Bureau meklt: In overleg met de Socialist Party der Ver- eonigdo Staten en gezien den toestand in Noorwegen, werd Dinsdag besloten do inter nationale socialistische conferentie' der neu trale landen, wier vergadering eerst vastge steld was op 26 Juni. te verdagen tob 3L Juli. De volgende landen werden uitgenoodigd deel te nemen aan de conferentie: Holland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, Vereenigde Staten, Zwitserland, Spanje, Roemenië, Grie kenland en Argentinië. Tot heden werden aangesteld als afgevaar digden: voor Zweden: Iljalmar Branding, lid der Hde Kamer; voor Noorwegen: J. Vidnes, hoofdredacteur van Socialdemocratenvoor Denemarken: Th. Stauning, lid der Hde Ka mer; voor Zwitserland: Robert Grimm, lid van den Nationaalraadvoor de Vereenigde Staten: mr. Morris Hillquib, advocaat te New- York. Deze delegaties zullen worden versterkt. Er werd inderdaad besloten ook do vertegen- woordigers der nationale vakbond-centralen op de conferentie toe te laten ender verantwoorde lijkheid der partij van het betreffende neutrale land. Do conferentie zal niet geheim wezen. Op do vergadering worden eenigo vertegenwoor digers der socialistische en -niet-sócialistiscke pers uftgenoodigd, dio in vollo vrijheid ver slagen zullen leveren over do debatten. Do voorloopge dagorde werd vastgesteld als volgt: 1 Opening der conferentie; mededeeling betreffende het karakter der conferentie; vaststelling der definitieve dagorde. 2. Voorstel der Vereonigde Staten betref fende do. algemeen© vergadering van het Bureau. 3. Bespreking van een manifest aan do par tijen der oorlogvoerende landen óver het vast leggen van een duurzamen vrede. 4. Bespreking van eon voorstel der Neder- landsoho afdeeling betreffende 4© deelnoming der neutrale landen aan de sluiting van het redestraktaat. Deze conferentie, biieengerocpe li door het Executief Comité van liet Burend, zal geleid worden door do Hollandsche lco-óv dér Er»""- Kennisgevingen Verloving, Ondertrouw, •-= Geboorte, enz. Lnvitatiën, Dankbetuigingen, Menr.'» Programma's, Balboekjes, Visitekaarten. Luxepapier, Artistiek Stempelwerk - 3. van Mantgem, Koaeveranciez Ölngcl 562, heek Vijzelstraat, Amst tieve, gezien het feit dat de Belgische delega tie, die het andor deel der Executieve uit maakt, niet tot de neutrale landen kan worden gerekend. Do voorzitter zal dus waarschijnlijk mr. P. •T, Troelstra zijn. Nedsrl. ambulance vcor Rusland. Met liet stoomschip „Batavier-II", door den heer A. G. Kr oil er ter beschikking gesteld, is Woensdagavond de Nederlandsche ambulance voor Rusland, uit Rotterdam naar London ver trokken, om vorder via New Castle, Bergen en Haparnnda do reis naar St. Petersburg te vervolgen. Van half zeven tot acht uur werd aan boord van do „Batavier II" gelegenheid gegeven om afscheid van de vertrekkenden te nemen. Hiervan is een druk gebruik gemaakt. Heel veel bloemen zijn daarbij den vertrekkende» aangeboden. De staatsraad mr. Th. Heemskerk, oud minister van binnenlandsche zaken, vergezelde do leden dor ambulance tot Hoek van Holland. (N.B.C.) Nader wordt gemeld Do .Batavier II', mefc de leden van de N ederlaudsch-Russische ambulance aan boord, is Donderdagnacht kwart over drieën van Hoek van Holland vertrokken en, blij kens bij de firma Wm. IT. Müller en Co. ingekomen draadloos bericht, gistervoor- middag. half elf de Gabbardboei gepasseerd. Langer in dienst houden van ingolijfden bij de militie. In de Memorie van Antwoord op het verslag over het wetsontwerp tot. het langer iu dienst houden van ingolijfden bij de militie, zegt de Regeering: Reeds bij vorige gelegenheden heeft de Regeering ontvouwd, dat zoolang in den toestand in liet buitenland geen gunstige keer komt, de belangen van ons land niet gedoogeu weinige Üostenrjjlcscli-Hongaarsolie bataljons. Een aantal kanonnen diende hun als rugge- sterliing. In Maart werden sterke troepen in dit gebied vooruitgeschoven. Toen de dag voor den aanval bepaald, naderde, maakte echter heb weer een streep door de rekening. Het bleek dat de. sneeuwtoppen op 'den Col Santo, de PasBoebio en op de Zugua Torta gevaarlijk konden worden voor den infanterieaanval; daar om werd do lieelo actie uitgesteld. Undanks do zorgvuldigste geheimhouding kon do verzameling van troepen den vijand in dit gebied, dat hij van zijn bergtoppen kon over zien, niet verborgen blijven. Toch ï'eageerdo lnj niet zoozeer daarop door versterkingen dan wel door vlijtig te werken aan zijn stellingen. Van alle declen van het front kwamen berichten, dat hij nieuwe loopgraven liet springen in de rotsen, dat hij nieuwe hindernissen en dek kingen aanlegde. Tegen half Mei was de toe stand van do sneeuw in het hooggebergto zoo veel beter geworden, dat de aanval tegen den 15en Mei bevolen werd. Een groep had tot taak uit de Marsilliatelling tegen dén Zngna^rug en een tweede groep tegen den Col Santo en den Barcolapas op te rukken. Twee dagen voor dien termijn werd het weder echter weer sleoh- ter en nog den avond van den 14en Mei scheen het twijfelachtig, of de diepliggende nevel niet alle waarnoming voor de artillerie onmogelijk zou maken. De morgen van den l5en was echter kristalhelder. Om zes uur 's morgens openden alle kanonnen van het kleinste tot hot zwaarste kaliber een vuur, dat voornamelijk op nauw keurigheid gcrioht was, on eerst tegen 9 uur zijn toppunt bereikte. Om 9 uur precies begondo.-a^geilP^Pe..gtoroL QYor^kob Keele^frOBit..»^ tot geleidelijke demobilisatie over te gaan. Zij kan thans slechts horhalen de vroeger afge legde verklaring, dat zoodra die belangen zich tegen demobilisatie, geheel of gedeeltelijk, niet 'meer verzetten, daarmede geen dag zal wor den gewacht. De opmerkingen betreffende de omstandig heden, waaronder de manschappen hun dienst moeten verrichten, welke opmerkingen in het verslag slechts worden aangestipt, me.ent de Regeering thans te kunnen laten rusten. Wanneer het departement van Oorlog eene klacht bereikt, waarin wordt vermeld, dat van de bestaande verlofsbepalingen in voor belang hebbenden ongunstige» zin wordt afgeweken, wordt een onderzoek ingesteld. Blijkt daarbij, dat de klacht gegrond is, dan wordt de ge maakte fout zooveel mogelijk hersteld. Bijzondere verloven. De commandant van het Veldleger heeft, naai de „Avp." meldt, in een schrijven aan de divi sie-commandanten, naar aanleiding van een door een compagnies-commandant ondervonden bezwaren bij het inwinnen van betrouwbare ad viezen omtrent militairen, die in aanmerking wensohen te komen vcor bijzonder verlof en werkzaam zijn bij bankinstellingen of handels zaken,, er de aandacht op gevestigd, dat-het werkzaam zijn aan instellingen en zaken als vorenbeiloeld niet voldoende is, om in aanmer king to komen voor bijzonder verlof, doch dat daartoe mode vercisoht wordt, dat de betrok kene is hoofd, leider of procuratiehouder van ondernemingen of afdeelingen daarvan, bedrij ven of onderdeden daarVan, zaken of neringen. Militairen en kiesrecht. Het Tweede Kamerlid de beer J. W. Albarda heeft de volgende vragen gösteld aan den Minister van Oorlog: I. Is de Minister bereid zoo spoedig moge lijk maatregelen te nemen, die er toe kunnen leiden, dat do militaire bevelhebbers, voor zoo ver zij nog mochten hebben nagelaten de in art. 24 der Kieswet bedoelde opgaven aan de burgemeesters te doen betreffende de militai ren voor wie wegens bunnen ovorgang van do militie naar de landweer of wegens andere omstandigheden de schorsing van het kiesrecht behoort te. worden opgeheven, die opgaven als nog onverwijld doen? II. Is de Minister bereid te bepalen, dat aan do militairen, die verlof genieten uitslui tend voor de uitoefening van hun kiesrecht, de gelegenheid wordt gegeven de hiervoor noo- digo reizen op rijkskosten to maken? Studieverloven aan militairen, adspiranten voor het notarieel sxaman. Door den Minister van Oorlog is aan don voorzitter van de Staatscommissie, belast met het afnemen van het examen voor candidaat- notaris, medegedeeld, dat op grond van Leger order 1916B 131 aan de in militairen dienst zijnde candidaten voor het examen van candi- daat-notaris verloven kunnen .worden verleend, mits zulks met het belang van den-militairen diénst in overeenstemming is to brengen. Een en auder zal voor iedereo eandidaat afzonderlijk moeten worden nagegaan. Om opdo spoedigste wijze op eventueel© aanvragen van studieverlof te kunnen beschik ken. zullen de betrokkenen langs den militai ren hierarehieken weg verzoekschriften aan den Minister van Oorlog moeten indienen, onder overlegging van een bewijs, dat zij voor het examen zijn ingeschreven. Examen-verlof. In L, O. 1916 B 123 („St.-Ct." 103) tusschen de woorden „Amsterdam" cn „en" te plaatsen: „vcor de examens in boekhouden, dipl. A en B. fabricksboekhouden, bankbockhouden en hahclelscorresp., dipl. A en B van do Ned. Ver. tot bevordering der Handelswetenschappen, te Utrecht." („St.-Ct.") Uit do Staatscourant. Bij K. B. is benoemd b/h. re.;, pers. der landmacht tct res.-Off. v. goz. 2e kl. de arts F. Daiibanton, Bij K. B. is de arts B, Bosch ïng. 16 Juni benoemd tot off. v. gez. 2e kl. b/d. zee macht. Bij IC. B. zijn benoemd bij het res.-pers. inf., tot rcs.-2c-luit'. bij zijn tegemv. korps, vaandrig J. A. P. A. de Lange, 10e reg. mil. ndm., tot res.-2e-.luit. voor spec, dienston, de dienstpl. mr. M. A. R. v a n O p p e n, 3o comp. hosp.sold. Bij K. B. is ing. 2 Juli tijd. benoemd b/b. res.-pers. -v/d. geneesk. dienst der landm. tob res.-mil.-apoth. lo kl., de ing. voorn. dat. gep. mil.-apoth. le kl. A. van Meerten, v/b. leger in N.-Indiö. Bij IC. B. is den res.-2e-luit. D. d e J o n g, 8e bat. lan^Jw. inf., ter zako van ongeschikt heid voor de verdere waarn. v/d. mil. dienst, wegens lichaamsgcbr., eervol ontslag uit den mil. dienst verleend. Vrijwillige Landstorm. Met ing. van 15 dezer is ontheven van zijn detacheering bij bet leger hier te lande de le- luit. miL adm. v/h. O.-Ind. leger F. J. IC o o 1 s; is werkzaam gesteld ten bureel© van den insp. van den Landstorm, do res. le-luit. 15e Uit den strijd vertelt Adelt verschillende epi sodes. Van dó bestorming van den Zugna Torta verhaalt hijDeze zet zich voort in een smalle rotsgraat, die 600 meter stijgend in een boog naar den Coli Zugnatop loopt. Loodrecht, dalen do gekloofde rotswanden naar het Lagerdal en het Bramdal en do heuvelgraat die zo verbindt, is zeer smal. Wel hadden de Oostenrijksch- Hongaarsehe troepen zich op den Fortinrug boven Marki genesteld, en werkten zij zich in wekenlange afmattende inspanning tot heb uit stekende "punt 696 omhoog, maar hier had de vijand met een viervoudige draadversperring een klein fort gemaakt. Uit het Bramdal klau terden echter afdeelingen tegen do gekloofde steilten van do Salvata, den z ui dol ijken uitloo- per van den Coni Zugna op. De Italianen lieten de vermetele klauteraars tot op weinige meters maderen en wierpen lien dan handgranaten op het hoofd. Wie getroffen werd viel honderden meters naar beneden. De meesten doken weg onder de overhangende rots. Daar hingen zo hulpeloos tusschen hemel en aarde, en wachtten als keizer Max aan den Martinswand, op hot wonder dat hen zou redden, cn zie, het wonder gebeurt. Een andere afdeeling was door schoor- steenen cn over steile hellingen op een rotster ras gekomen, dat boven de Italiaansche loop graaf uitstak en wierp nu handgranaten, waar door 150 Italianen werden gedood. Tenslotte zegt Adelt: Van de verschillende Italiaansche troepen die het noodlot getroffen heeft, hebben de Alpini schitterend gevochten. Bij do andere troepen is het hooge percentago aan gevangen officieren en heb gfoote getal veroverde kanonnen merkwaardig.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 2