OF ZEE.
De verovering van liet iert Kam.
Binnenland.
s
DE SOIjD ATBNC OP R AKTT Zondag1 2. O .Ttjltü X O X €3
einde gebracht door con gegeven aantal troe
pen of in een bepaalden tijd: het is daarente
gen volkomen gerechtvaardigd aan te nonten.
dat al wat do bondgenooton, zoowel wat man
schappen als munitie betreft, zullen moeten
doen om den oorlog ten einde te brengen, ook
inderdaad door hen gedaan zal worden. De
vredes-geruchten der allerlaatste weken zijn
van DuUschcn oorsprong. Do Duitschors gooi
den in Augustus verleden jaar een balletjo van
den 'vredo op, maar onthiolden er zich toen
van, op dat onderwerp met den aandrang
terug tc- komen, die zij thans aan don <lac
leggen. Hot verschijnsel hoeft zijn goede zijde.
Hot is uitstekend, dat Duitschland naai
vredo verlangt, maar hot is nog veel uitsteken-
dor dat hot «uiten staat is, vrede te krijgen
wanneer het dien noodig heeft. Deze los heeft
Duitschland noodig. Van de gebqorte van. het
Duitscho rijk af. heeft hot van dat land af
gehangen, niet alleen om oorlog, maar ook om
vrede, te maken, wanneer hei dit 't best uit
kwam. Er bestaat geen kans op wereldvrede,
zoolang do Duitschers niet hebben leeren in-
zicu, dat geen natie ongestraft oorlog kan ma
ken, in het veilig bewustzijn dat zij vrede kan
hebben, zoo gauw haar dit maar gelegen
komt."
Engeische vredesstommen.
In Engeland gaan voortdurend stemmen op
ten gunste van een spoedigen vrede.
De .Economist" schrijft: Als .eon eervolle,
duurzame vrede in het bereik van een bekwa
me diplomatie ligt, wat zou daartegen dan in
te brengen zijn? Wie zou heb wagen het oude
liedjo van de laatst© penny en den laatsten
man nog aan to heffen?
Lord Loroburn schrijft in hetzelfde blad
De regesring heeft niet hot recht ons in onwe
tendheid te laten. Ten slotte is hot niet het
volk dat zegt: Wij geven niet toe voor Rus
land Konstantmopel heeft, voor Servië' weer
hersteld is on zich in het bezit bevindt van
Bosnië cn Herzegowir.a, voor Polen weder
in het bezit van don Tsaar is, Italië zijn be
geerd grondgebied en Frankrijk Elzas-Lotha-
ringen teruggekregen hebben.
Twee punten moeten opgehelderd worden
Ten eerste, in hoeverre zijn wij door beloften
aan onze bondgenooten gebonden? Gelijk men
weet mogen zij geen afzonderlijken vrede slui
ten, maar, dat wil zoggen, dat wij ook ten aan
zien van bepaalde voorwaarden gebonden zijn.
"Voor het geval dit echter zoo is en wij niet
vrij zijn naar eigen inzioht te handelen, dan
moot men ons daaromtrent inlichten.
Wat is ons doel, wat zijn onze verplichtingen
en onze kansen en hoe ziet de toekomsz er uit
voor onze vijanden? Eerst wanneer wij dit
weten zouden wij verder komen. Meer dan één
neutraio mogendheid is bereid te helpen om
een eervol einde aan den oorlog te maken.
De „Tubantia".
Er is thans verspreid een communiqué van
het Ministerie van Buitemlandsehe Zaken be
treffende het antwoord der Duitsche regeering
in zake de Tubantia", dat na het Welff-tele-
gram 'hieromtrent in ons vorig nummer,
geen nieuws brengt dan de mededeeling, dat in
het binnenkort verschijnend Oranjeboek de
briefwisseling over deze zaak zal worden opge
nomen.
Van deskundige zijde schrijft men nog aan
de .,N. R. Ct." o.a.
We missen de positieve verklaring, dat
de torpedo gelanceerd werd, zoodanig, dat
de zinkinrichting intact was. Hoewel de in
richting van de Duitsche torpedo ons niet
hekend TS, mag toch wel gezegd worden, dat
bij alle torpedo's het zinken, nadat de baan
afgelegd is, normaal en het blijven drijven
a, £n or maal is, d.w.z. dat een bijzondere
manipulatie noodig is om die laatste te berei
ken, zoodat dit niet aan een nalatigheid of
..mankement van het mechanisme",, zooals het
communiqué aangeeft* kan worden toegeschre
ven. De torpedo is dus blijven drijven hetzij op
last van hoogerhand, hetzij door een moedwillige
handeling aan boord. De commandant van de
boot. of'wel hij. die bij de lanceering tegen
woordig was, moet kunnen verklaren hoe de
zankinriehting gesteld was.
Bovendien doet zich de vraag voor. op welke
diepte de torpedo gesteld was. om die_ diepte
etelling te toetsen aan de Duitsche lezing van
het ontstaan van het gat ter plaatse waar dit
is geconstateerd. Tn het .Journaal van de ge
lanceerd hebbende boot zal hieromtrent nog ze
ker iets vermeid staan, daar de dieptestelling
vrij zeker is naar gelang van het doel en dus
het'beleid van rlen commandant raakt.
In c-!k geval blijft o. i. de Duitsche regeering
verantwoordelijk voor het ongeval, daar de tor
pedo had móeten zinken, en een neutraal
schip niet do dupe mag worden van een fout
of moedwillige handeling in strijd met het
internationaal overeengekomen©-
Niettegenstaande al het bewezenp. en het
geen in de gegeven verklaring is uiteengezet,
bliift het o n v e r k 1 a a r b a a r dat een bijna
stilliggend schip in het midden door een stil
liggende, drijvende torpedo zou zijn getroffen,
cm maar niet te spreken van de bellenbaan,
die gezien is.
CC-
Een graanschip vernield.
Uit New-York wordt geseind
Het Nederlandsche stoomschip „Willem van
Dreisler dat in do haven van Baltimore een
lading graan innam, is met de geheele lading
verbrand. Ook werd een graan depót, aan de
haven door den brand verwoest. De schade
wordt op 2 millioen dollar geschat.
Omtrent dezen brand seint Reuter ons nog:
Lloyds meldt uit Baltimore, dat een graan
elevator van de Pennsylvania Spoorweg, bevat
tende een groote hoeveelheid tarwe van het
Nederlandsche stoomschip „Samarinda", door
brand is vernield. Het Nederlandsche stoomschip
„Willem van Dreisler" is met de lading bijna
geheel verbrand.
Dr. Max Osborn schrijft del. 8 Juni aan
de „Vossische Zeituugêê omtrent de ver
overing van het fort Vaux
In een broeden aanval, niet alleen op het
fort, doch ook op het aansluitende terrein oos
telijk en westelijk, begonnen onze troepen den
2en Juni den stormloop. En dienzelfden dag
drongen zij den vijand achteruit. De stormtroe
pen met de nieuwe stalen helm op het hoofd,
renden tegen de steile helling op, niettegen
staande het razende gordijnvuur van dG vijan
delijke artillerie en den hagel uit de machine
geweren.
Op soortgelijke wijze was de stormaanval op
den rechtervleugel gelukt, zoodat bet fort nu
bijna omsingeld was. Tegelijkertijd deden de
Paderborner troepen een frontalen aanval op
het fort. Aan de noordzijde drongen zij de bui
tenste loopgraven binnen en van daar langs den
oostkant tot aan do keel van het werk, dus tot
de zuid-westelijke omwalling, die naar den
vijand gekeerd ligt. Van daar baanden, zij zich
een weg door een breede bres, die ónze artillerie
geschoten had, in het binnenste van het fort,
dat uit niets dan granaattrechters meer be
stond. Toen het dien eersten dag donker werd
waa de geheele vierhoek van het fort, zijn uit
gangen, de pantsertorens aan het noordelijke
en noord-oostelijke deel en het grootste gedeel
te van het binnenste in ons bezit. Slechts op
één punt waren de onzen nog niet heer en
meester, een punt n.l. aan de zuid-westzijde,
waar de keal-kazeme van hot fort ligt, dio
yer#cbiÜegde^tffiég.jUep. gqfaipyd jtofc ia .het
De „Batavier V".
lu zijn zitting van Donderdagmiddag deed d
Raad voor de Scheepvaart uitspraak betroi-
fonde liet vergaan van het stoomschip „Bata
vier V". De Raad is van oordeel, dat,do. ramp
.hoogstwaarschijnlijk door bet stooten op een
mijn is veroorzaakt:. Do reddingsmiddelen aan
boord van de „Batavier V" waren uitstekend
iu orde, gezagvoerder en bemanning hebben
hij het verlaten, van liet schip hun' plicht vol
komen gedaan; noch aan hen nbcll aan inrich
ting van schip of reddingsmiddelen is het be
treurenswaardig omkomen der vier personen
to wijten.
Zeegevecht in do Oostzee.
NYKÖPING, Zes bewapende Duitsche
noomtreilern voeren Dinsdagavond vpor
Hafringo iu noordelijke richting. Men
meent dat zij op don terugweg met vijan
delijke oorlogsschepen in strijd geraakten.
Het gevecht duurde ongeveer 45 minuten.
Ds wind kwam van land, zoodat goen scho
ten werden gehoord, wel zag men echter de
vuurflitsen. Do uitslag van het gevecht is
onbekend. Do Duitsche trailer „Jok. Wes
ter" kwam Donderdag,morgen vroeg te Ny-
köping binnen. Het vaartuig had vijf go-
wonden aan boorddio naar het stedelijk
ziekenhuis werden .gebracht. Do bemanning
van den trailer weigerde inlichtingen over
heb gevecht.
NORRKöPlNO. Volgens courantenbe
richten werden 13 Duitsche handels
vaartuigen bij liet eiland Hafringe
die in zuidelijke richting voeren, door
twee of drie torpedobooten, een hulp-
kruisen en eenigo bewapend© stoomtreilers
begeleid, ten zuidoosten van Arkö, onge
veer 10 afstandsminufcen van het land door
oen Russische flottille aangevallen. Dezo
flottille bestond uit torpedobootjagers, tor
pedobooten «n duikbooten. Do. Duitsche
stoomschepen zochten bescherming aan do
kust. Twee Duitsche stoombooten, dio bij
den aanval van do convooieerende schepen
gescheiden werden, liepen Donderdagmor
gen Arkosund binnen. Zij hadden in de duis
ternis niets kunnen waarnemen. De Duit
sche trailers patrouilleerden des morgens
buiten de territoriale grens en voeren toen
in zuidelijke richting, l'n het ziekenhuis
te Nyköping bevinden zich thans zes Duit
sche matrozen, van wie twee zeer zwaar,
de overigen licht gewond zijn. Een gewonde
is te Arkosund aan wal gebracht.
KOPENHAGEN. „Ekstrabladet" meldt
in een particulier telegram uit Stockholm,
dat het schip, dat gewonden te Nyköping
aanbracht, nog 150 man yan andere vaar
tuigen aan boord had.
De Russische flottille, die den aanval
deed, telde zes torpedobootjagers en eenige
duikbooten.
PETROGRAD. De marinestaf rappor
teert:
In de Oostzee vielen onze torpedobooten
in den nacht van 13 op 14 Juni een con-
vooi vijandelijke stoomschepen, welke onder
militair eskorte voeren, aan. In den loop
van het gevecht met het eskader boorden
wij twe-6 eonvoyoerende schepen van het
type van kleine torpedobooten in den
grond benevens een hulpkruiser, waarvan
wij de equipage krijgsgevangen maakten.
Aan onze zijde -verliezen noch avarij. In
den loop van het gevecht namen de vijan
delijke stoomschepen de richting van de
Zweedsche territoriale wateren, waarom
wij hen niet vér volg den.
Da dood van lord Kitchener
LONDEN. Do Admiraliteit publiceert het
volgende omtrent den ondergang van de
„Hampshire", aan boord van welk schip
lord Kitchener zich bevond.
„Uit het ï'apport omtrent den ondergang
van de „Hampshire", waarover alle twaalf
overlevenden van de ramp gehoord zijn ge
worden, zijn de volgende conclusies aan
gaande de omstandigheden, waaronder het
ongeluk plaats had, getrokken:
De „Hampshire" voer langs de westkust
van de Orkney-eilanden, terwijl een hevige
storm woei en de golven over het schip sloe
gen, ten gevolge waarvan het noodig was
een deel der luiken af te dekken.
Tusschen halfacht en kwart voor. acht liep
hot schip op een mijn en begon onmiddellijk
voorover te hellen, om vervolgens naar
stuurboordzijde om te slaan, vóór het, on
geveer 15 minuten later, voorgoed zonk.
De kapitein gaf bevel, dat ieder naar zijn
plaats zou gaan om het schip te verlaten.
Sommige luiken werden geopend en do op
varenden gingen spoedig naar hunne plaat
sen. Er werden eenige vergeefsche pogingen
gedaan om booten neer te laten. Eén daar
van werd in stukken geslagen tijdens het te
water laten en de inzittenden vielen in zee.
Terwijl de leden der bemanning naar
boven gingen om zich naar hunne plaatsen
te begeven, verscheen lord Kitchener in ge
zelschap van een marine-officier. Deze riep:
„Maakt plaats voor lord Kitchener!" en
beiden gingen naar boven, naar de cam
pagne, waar later ook nog vier officieren
gezien werden, die aan bakboordzijde naar
de achterzijde van het schip gingen.
De kapitein riep lord Kitchener toe op
het voorste gedeelte van de brug te komen,
waarbij de commandantsboot zich bevond.
Ook hoorde men den kapitein Kitchener
toeroepen in de boot te gaan, maar niemand
binnenste van den rotsachtige» Vaux-Berg. En
nu deed zich het verschijnsel voor, dat do
Duitschers wel het bovenste gedeelte van do
kazerne bezet hadden, doch dat de rest van do
Fransche bezetting, ongeveer een bataljon
sterk, zich in het benedenste gedeelte, overal
beschermd door sterke pantsers, wist te hand
haven. De Franschen vonden een schuilplaats
in de' kazematten, onderaardsche holen en gan
gen, meters diep in het steen van den berg.
Een strijd begon, zonder weerga zelfs in de
geschiedenis van dezen vorschrikkelijken
I oorlog.
l>» Duitschers trachtten de onder hen ver
scholen, stevig verschanste Franschen, die
voorzien waren van oorlogsmateriaal cn ook
van proviand, de baas te worden. Met den
moed en de energie der wanhoop verdedigde
de vijand zich dagen lang op oen wijze, die de
grootste eerbied afdwingt. Zij plaatsten ma
chinegeweren in de toegangswegen tot hun
kazematten, slingerden uit smalle spleten
handgranaten on hoopten ontzette worden döor
hun makkers, die een tegenaanval zouden on
dernemen. Daar de telefonische gemeonchap
verbroken was, trachtten zij door postduiven
contact te krijgen met het commando buiten
het fort. De Franschen deden alle pogingen
om van de zuidelijke stellingen aan den voet
van den berg de ingesloten vrienden te ont
zetten. Zij legden een gordijnvuur om den vier
hoek van het fort en om de vesting hing dag
en nacht een krans van rookwolken en vuur
zuilen. De vijandelijke batterijen roffelden op
de vesting zelf. In de kazematten konden de
zware granaten niet binnen dringen. Steeds
deden de Fransche infanteristen tegen aanval
len^ -Vooral Js naohts-Iiafcfoi zü .den Duifechers
[hoeft kunnen zien of deze in'de boot is ge
gaan of niet, of wat met die boot gebeurde;
evenmin heeft iemand een boot van het
schip zien afsteken.
Het rapport eindigt met een mededeeling
iver het nuttig gebruik van roddingsgor-
Icls, zwemvesten' enz. om de menschen
.1 rijvend to houden. Tusschen do 150 en 200
manverlieten het schip op vlotten, onder
•vie eon soldaat, wiens lot onbekend is,
Langzamerhand verdwenen or of stierven
op cie vlotten van uitputting en koude, ter
wijl or ook moeten zijn omgekomen bij hun
pogingen om op de rotsachtige kust aan
and Le komen. Weer anderen stierven, na
•an land te zijn gekomen,
i Admiraal Jeliieoe spreekt ten slotte het
bodwezen uit van de vloot, dat zulk een
beroemd krijgsman don dood moest vindon,
terwijl hij zich onder haar hoede bevond.
LONDEN. Een correspondent van de
Daily Mad heeft een der overlevenden van
do „Hampshire", die te Hertford aankwam,
geïnterviewd. Dezo man, Rogerson gohee-
fcen, verklaarde, dat hij de laatste was dio
lord Kitchener levend zag. Rogerson zeide,
dat lord Kitchener het schip niet verliet,
maar er mede te gronde ging. Hij zag dat
de kapitein lord Kitchener riep om in do
boot te komen, maar tengevolge van het
rumoer van wind en zee werd blijkbaar dat
roepen niet gehoord. Toen de ontploffing
plaats had begaf 'lord Kitchener zich kalm
naar de campagne, waar hij bedaard heen
en weer liep, pratend met twee officieren.
Zij droegen alle drie khald, maar geen over
jas. Kitchener wachtte kalm de voorberei
dingen af om het schip te verlaten, welke
maatregelen op ordelijke wij zo voortgang
hadden. De bemanning b3gaf zich naar de
aangewezen plaatsen en gehoorzamend aan
de bevelen, trachtte ze de booten neer te'
laten, maar dab was onmogelijk tengevolge
van het ruwe weer. De booten dio eerst
werden neergelaten, werden dadelijk
stuk geslagen. Niettemin slaagde
men or in eenige booten buiten te brengen;
de mannen gingen er in, moeuende dat
de booten wei zouden blijven drijven, maar
het schip zonk, een duikeling makend naar
voren, en sleepte alle booten, met do inzit
tenden mede in de diepte. Toen Rogerson
op het vlot sprong, sprak lord Kitchener
nog met de officiereu. Rogerson deelde
mede, dat hij op het vlot een vreeselijke
vijf. uren doorbracht. Yelcn werden gedood
door het geweld van de golven, anderen
kwamen om door de koude. Alle schipbreu
kelingen werden aangegrepen door een over
weldigende begeerte om te slapen en ten
einde dit te voorkomen, sloeg men elkander
op den rug. De woeste zee sloeg het vlot
tegen de rotsen met geweldige kracht, en
ook op deze wijze werden nog velen gedood.
Nog eens: tie zeeslag bij Jutland.
Naar aanleiding van admiraal Jellieoo's
vlootorder aan de Engeische vloot, over den
zeeslag bij Jutland, waarin do Engeische
admiraal zeide, niet t-e twijfelen dat de
Duitsche verliezen niet geringer Varen dan
de Engeische, zet een telegram van Wolff's
Bureau nogmaals uiteen, dat de Duitsche
verliezen' aan schepen volkomen zijn opge
geven, en dat tegenover een verlies van
117.150 ton voor Engeland Duitschland
slechts 60.720 ton verloor. Doch volgens
verklaringen van Engeische gevangenen
zijn nog meer Engeische schepen vergaan,
waaronder de Waf spite".
De Engeische verlieslijsten, die tot dusver
gepubliceerd zijn bevatten de namen van
343 gedoode en vermiste en 51 gewonde
officieren aan Duitsche zijde bedragen die
verliezen, met inbegrip der ingenieurs, ge>-
neesheeren, betaalmeesters, adelborsten en
der dekoffieieren 172 dooden en vermisten,
41 gewonden. Het geheele Engeische ver
lies aan manschappen bedraagt, volgens de
mededeeüngen der admiraliteit 6104 dooden
en vermisten, 513 gewonden aan Duitsche
zijde bedraagt dit aantal 2414 dooden en
vermisten en 449 gewonden. Tijdens en na
den zeeslag werden nog 177 Engelschen ge
vangen génomen. Voor zfoover bekend 'be
vinden zich geen Duitsche gevangenen uit
dezen slag in Engeische handen. De namen
der Engeische gevangenen worden langs
den gewonen weg aan de Engeische» regee
ring medegedeeld.
Tegonsp^aken.
LONDEN. De admiraliteit meldt: In het
dezer dagerf afgezonden Duitscho draadlooze
bericht wordt weer beweerd, dat de War-
spite", „Princess Royg.1" en „Birmingham"
in den zeeslag in den grond zijn geschotc-n.
Dezo Schepen liggen echter goed en wel in de
haven.
Het bericht, dat de admiraliteit alle oorlogs
schepen in den Atlantischen Oceaan cn de helft
van de bemanningen der schepen in den In
dische» Oceaan heeft teruggeroepen (volgens
het Duitscho bericht zou dit geschied zijn
wegens de groote verliezen, in den zeeslag bij
Jutland geleden. Red.), mist allen grond.
Evenmin is het bericht waar omtrent den
dood van „do beste vertegenwoordigers van
•handel cn industrie", die met lórd Kitchener
zouden zijn omgekomen. Alle namen van hen,
dio den minister vergezelden, zijn gepubli
ceerd.
geen rust. Ook de zwarte hulptroepen moesten
er aan gelooven. Ir.tusschen duurde liet gevecht
'i het fort voort. De omsingelden weerden zich
heldhaftig, maar zij moesten het onderspit .del
ven. Na vier dagen was hun weerstandsver
mogen gebroken. De bezetting gaf zich over.
Hoe de Franschen het deze vier dagen ge
had hebben in hun schuilplaatsen onder den
grond, beschrijft Scheuermann in de „Nordd.
Allg. Zeitung", krachtens de verhalen, die hij
van de krijgsgevangenen hoorde.
Hot was daar een ■verschrikkelijke toestand
en de soldaten verwonderden er zich over, dat
zij niet allen krankzinnig geworden waren.
Rots en muur schenen voortdurend te trillen
onder de ontploffingen van do zware grana
ten. Dc lichten gingen voortdurend uit. Dik
wijls was de luchtdruk in do luchtkokers, ten
gevolge van de ontploffingen, zoo, dat men-
ehon cn voorwerpen door elkaar geslingerd
werden. Het voortdurende hameren der grana
ten had do lucht vervuld met een doordrin
gende kaikstof, die in neus en keel drong, zoo
dat de bezetting leed onder onafgebroken hoes
ten. Er was gebrek aan water. Door het gor
dijnvuur kon er1 geen water gebracht worden.
Men moest koude conserven eten en do kel
ders, waarin niet gestookt kon worden, waren
koud als ijskelders.
lialiaansctie
In een telegram aan de „Vossische Zeitung"
uit Zuid-Tirol leest men o.a. De Italiaansche
plaatsen, waar de Oostenrijksch-Hongaarsohe
.troepen ...doorgebroken.-ztjg,.. zij a ..gewoonlijk :VoIr
Z. IK. K. Prins Hendrik.
Z.K.H. Prins Hendrik heeft zich voor
een tiental dagen naar het Loo begevep,
„NalionaEc Veraeniging tot Stoun
san Miliciens".
Under voorzitterschap van professor dr. H.
JElhorst had Woensdagmiddag do jaarverga
dering plaats van de „Ned. Ver. tot idteun aan
Miliciens".
Up de vergadering waren behalve het hoofd
bestuur 29 afdeeliugeu vertegenwoordigd.
Uit hot jaarverslag bleek, dat de krachtige
reorganisatiearbeïd in het jaar 1914 begonnen
eu gedurende heb jaar 1915 op energieke wijze
voortgezet mot goeden uitslag werd bekroond.
'Provinciale comité's in alle provinciën opge
richt, zorgden op loffelijke wijze dat de ver-
eenigmg alom in den lande lure vertakkingen
kreeg. .Daardoor is. het aantal afdeelingen ge
stegen tot 52, terwijl in do meeste gemeenten,
waar geen afdeeling gevestigd is, correspon
denten in dom regel de burgemeester zijn
opgetreden.
Met do besturen van het Kon. Nat. Steun
comité, de Rogeeringsoommissio in zake mod-
denstnndscrediot en de Vereeniging van No-
cieriandeohe arbeidsbeurzen is eonc overeen
komst gesloten, ton einde bij verlof of demo
bilisatie) onzer krijgsmacht mot elkaar samen
to werken in het belang der ten gevolge der
langdurige mobilisatie' werkloos geworden© of
in zaken achteruitgegane militieplichtigen.
Het aantal leden is in 1915 verdubbeld. 411
militiopliohtigen hebben zich in dit jaar om
steun to de vereeniging gewend, van wie 1:30
aan werk geholpen en 306 f mant ie el gesteund
zijn.
Up verzoek van de afdeelingsbefituren hebben
velo werkgevers beloofd hun gemobiliseerd
personeel bij verlof of demobilisatie terug te
in Amsterdam alleen gaven 955 werkgevers
een gunstig bescheid.
Tot 1 Mei 1916 is klein verlof verleend aan
6 landweeflichtingen. Nagenoeg al do tot deze
lichtingen behoorende loontrekkende» be
trekkelijk weinigen zijn in militairen dienst
gebleven hebben weder werk gevonden, de
moesten, bij hunne vroegere patroons. Van hen,
die niet in hunne vroegere betrekking konden
teragkeercu, werden volgens de opgaven der
afdeelingsbesturen van 15 Nov. 1915 tot 1 Mei
1916 minstens 600 militieplichtigen dgor de
vereeniging aan werk geholpen.
Volgens do opgaven van den algemeenen
penningmeester zijn gedurende dat tijdvak
1526 personen aan kleeding, gereedschappen
of verhuiskosten geholpen en daardoor in staat
gesteld hun werk te aanvaarden.
Up verzoek van velo afdeelingen namen de
directeuren der Plaatselijke Arbeidsbeurzen of
leden van heb bestuur daarvan, zitting in de
afdeelingsbesturen.
In het hoofdbestuur werd gekozen de lieer
ïïh\ J. U. Mestra van Holtho, voorzitter van
de,afdeeling Assen, in plaats van den heer W.
U. M. van Waijenburg, voorzitter van de af
deeling Nijmegen, die aan de beurt van aftreden
en niet terstond herkiesbaar was.
Voorziening levensmiddelen.
Op een interpellatie van het Kamerlid, den
heer Schaper, aangaande de regeeringspolitiek
betreffende do voorziening van levensmiddelen
en andere volksbehoeften in verband met de
toenemende duurte, heeft in de zitting der
Tweede Kamer van Donderdag minister Cört
van der Linden geantwoord, dat alleen om moei
lijkheden is afgexipn van do tijdelijke vervanging
van minister Posthuuia. Spr. is verantwoordelijk
voor de leiding der economische politiek van de
regeeri'ng. De regeering is niet in haar plicht
ito kort geschoten; het nardnppelgobrek is niet
het gevolg van te voel uitvoer, doch van het
gebruik va.n consumptie-aardappelen voor in
dustrie en veevoeder on van fraude. Dóór inbe
slagneming echter is er thans voldoendo tot den
nieuwen oogst. Nieuwe aardappelen en. groen-
ton zullen heb land niet mogen verlaten, voor
dat voldoende voorraden tot billijken prijs voor
eigen gebruik beschikbaar zijn. Maatregelen
worden beraamd om de vleosohdistributie des
noods door inbeslagneming van vee te regelen.
Voor vet is men afhankelijk van invoer, die niet
voldoende is. Van suiker ,is reeds 8 millioen KG.
in beslag genomen. Met opsporing van wit
brood zal worden voortgegaan. Centrale leiding
van do levensmiddelenvoorziening zal worden
overwogen, Klachten over burgemeesters", die
hun plicht in et doen, zullen worden onderzocht.
Toeslag voor spoorwegpersoneel.
la1 een onderhoud inzake een duurtetoeslag
voor het personeel, heeft de directie van do
Staatsspoor toegezegd, dat met ingang van
15 dezer aan het ongehuwd© personeel f 1
en aan hot gehuwde personeel f 2.25 per week
toeslag zal worden gegevenliet personeel met
een salaris van f 2UOO en moer zal 6 pCt. toe
slag ontvangen.
Deze uïtkeering kost do S. S. tot eu met
31 December f 1,200,000.
Aan het personeel der H. TJ. S. M. zal als
duurtetoeslag worden toegekend: Aan gehuw
den f 2.25 per week, aan ongehuwde» f 1 per
week, aan gehuwde militairen f 6.50 per
maand. Deze toeslag"zal tot en met December
worden verstrekt. („Volk")
Ter aanvulling van het bovenbedoelde
bericht vernoemt het „Hdbld." nog, dat
door do directie der H. IJ. S. M. is aan heb
personeel medegedeeld, dat ter tegemoetko
ming bij, do heersóhende duurte in de tweede
helft van dit jaar uitgekeerd zal worden: nan
ambtenaren met rangnummer 5 en lager, die
niet in militairen dienst zijn, aan gehuwden
9.75, aan ongehuwden 4.35 per maand;
aan gohuwdo ambtenaren met rangnummer 5
en lager, dio in militairen dienst "zijn 6.50
per maandaan beambten en werklieden, die
niet in militairen dienst zijn, met uitzonde-
komen uitgestorven. Het Italiaansche legerbe
stuur gaat bij de ontruiming zeer grondig to
TWrk. Slechts zelden gebeurde het, dat de troe
pen nog een sterveling aantroffen. Ook de door
de Italianen verlaten en op Oosbenrijksch ge
bied liggende plaatsen bieden vaak tengevolge
van do strenge maatregelen der Italianen een
tooneel van troostelooze verlatenheid. In het
aanzienlijke stadje Borgo, in het Stuganadal
bijv. mocht geen levende ziel achter blijven.
Men vond er alleen een geestelijke die zich ver
borgen gehouden had. Tot dc» meegenomen
bevolking behooren niet alleen de Italiaansch-
gezinden. In dagboeken van Italiaansche offi
cieren wordt dikwijls geklaagd dat do bevol
king, ondanks do bezetting die een jaar ge
duurd heeft, nog steeds aan Oostenrijk gehecht
was.
Leonard Adelt, de oorlogscorrespondent van
'het. „Berliner Tageblatt" in het Oostenrijksche
perskwartier, heeft oen bezoek gebracht aan
Rovereto. De stad, die terrasvormig omhoog
stijgt, en tot aan do viHatuinen is ontruimd,
maakt ondanks het rumoer der troepen een
doodschen indruk. Overal granaatgaten en
verwoestingen, Do kanteelen van den torèn van
het oude kasteel zijn als tanden uitgebroken.
In do muren van het framboosroode molenhuis
gapen wonden van manshoogte.
Onder de brug, waarop wij staan, roesten in
do bedding der rivier nooit gebruikte draad
versperringen, Op de uitgestorven binnenplaat
sen snuffelen ratten aan leege conservenbussen.
Aan alle huisdeuren hangen nog plakaten
„Quartiere d'affitare" (woning te huur)...
Verder vertelt Adelt: 9 maanden lang ston
den in den sector ten westen van Riva van den
Monte^preino ^totaap, h.^ .Serrt^aadel^sl'eoMa^
wachferessen, wegwachteressen en
loopjongens aan gehuwden 2.25, aan onge
huwde» 1 per week; aan gehuwde beambten
en werklieden, die in militairen dienst zijn
1.50 per week, enz. De diverse uitkeeringei:
gaan heden in.
Stand der landbouwgewassen
op 3 Juni.
Een overzicht van den stand der landbouw
gewassen op*8. Juni 1916, ónder medewerking
van do Rijkslanclboüwleeraren, samengesteld
naar gegevens, verstrekt door de corresponden
ten van de directie van den Landbouw en door
liet Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch
Instituut, bevat ook do volgende samenvatting.
Door do correspondenten wordt do stand opge
geven in cijfers, waarbij 100 is uitmuntend, 90
is zeer goed, 70 is goed, 60 is vrij goed, 50 is
matig, 40 is vrij slecht, 30 is slecht en 10 is
mislukt. 4
Leidt men uit de voor do verschillende
stroke® opgegeven cijfers onder 'inachtneming
der beteelde oppervlakte heb cijfer af voor het
geheele land, zoo komt men tot het volgende
resultaat
wintertarwe 65.8, Mauw maanzaad 64.5, rogge
62.4, karwijznad 68.1, wintergerst 59.5, mos
terdzaad 69.8, haver 69.9, aardappelen 66.9,
zomergerst 68.9, suikerbieten 68.9, zomertarwe
69.6, uien 58.9, paardeboonen 67.8, cichorei 71.4,.
erwten 62.8, rootle klaver 82.8, stamboonen
09.3, witte klaver 80.5, vlas 64.6, weiland 85.5,
kanariezaad 66.6, hooiland 86.6, koolzaad 71.4.
Ten slotte zij opgemerkt, dat een gemiddelde
oogst kan worden aangeduid door het cijfer 67.
Internationale socialistische
conferentie.
Het Internationaal Socialistisch Bureau
meklt:
In overleg met de Socialist Party der Ver-
eonigdo Staten en gezien den toestand in
Noorwegen, werd Dinsdag besloten do inter
nationale socialistische conferentie' der neu
trale landen, wier vergadering eerst vastge
steld was op 26 Juni. te verdagen tob 3L Juli.
De volgende landen werden uitgenoodigd
deel te nemen aan de conferentie: Holland,
Zweden, Noorwegen, Denemarken, Vereenigde
Staten, Zwitserland, Spanje, Roemenië, Grie
kenland en Argentinië.
Tot heden werden aangesteld als afgevaar
digden: voor Zweden: Iljalmar Branding, lid
der Hde Kamer; voor Noorwegen: J. Vidnes,
hoofdredacteur van Socialdemocratenvoor
Denemarken: Th. Stauning, lid der Hde Ka
mer; voor Zwitserland: Robert Grimm, lid
van den Nationaalraadvoor de Vereenigde
Staten: mr. Morris Hillquib, advocaat te New-
York.
Deze delegaties zullen worden versterkt. Er
werd inderdaad besloten ook do vertegen-
woordigers der nationale vakbond-centralen op
de conferentie toe te laten ender verantwoorde
lijkheid der partij van het betreffende neutrale
land.
Do conferentie zal niet geheim wezen. Op
do vergadering worden eenigo vertegenwoor
digers der socialistische en -niet-sócialistiscke
pers uftgenoodigd, dio in vollo vrijheid ver
slagen zullen leveren over do debatten.
Do voorloopge dagorde werd vastgesteld als
volgt:
1 Opening der conferentie; mededeeling
betreffende het karakter der conferentie;
vaststelling der definitieve dagorde.
2. Voorstel der Vereonigde Staten betref
fende do. algemeen© vergadering van het
Bureau.
3. Bespreking van een manifest aan do par
tijen der oorlogvoerende landen óver het vast
leggen van een duurzamen vrede.
4. Bespreking van eon voorstel der Neder-
landsoho afdeeling betreffende 4© deelnoming
der neutrale landen aan de sluiting van het
redestraktaat.
Deze conferentie, biieengerocpe li door het
Executief Comité van liet Burend, zal geleid
worden door do Hollandsche lco-óv dér Er»""-
Kennisgevingen
Verloving, Ondertrouw,
•-= Geboorte, enz.
Lnvitatiën, Dankbetuigingen, Menr.'»
Programma's, Balboekjes, Visitekaarten.
Luxepapier, Artistiek Stempelwerk -
3. van Mantgem, Koaeveranciez
Ölngcl 562, heek Vijzelstraat, Amst
tieve, gezien het feit dat de Belgische delega
tie, die het andor deel der Executieve uit
maakt, niet tot de neutrale landen kan worden
gerekend.
Do voorzitter zal dus waarschijnlijk mr. P.
•T, Troelstra zijn.
Nedsrl. ambulance vcor Rusland.
Met liet stoomschip „Batavier-II", door den
heer A. G. Kr oil er ter beschikking gesteld, is
Woensdagavond de Nederlandsche ambulance
voor Rusland, uit Rotterdam naar London ver
trokken, om vorder via New Castle, Bergen
en Haparnnda do reis naar St. Petersburg te
vervolgen.
Van half zeven tot acht uur werd aan boord
van do „Batavier II" gelegenheid gegeven
om afscheid van de vertrekkenden te nemen.
Hiervan is een druk gebruik gemaakt. Heel
veel bloemen zijn daarbij den vertrekkende»
aangeboden.
De staatsraad mr. Th. Heemskerk, oud
minister van binnenlandsche zaken, vergezelde
do leden dor ambulance tot Hoek van Holland.
(N.B.C.)
Nader wordt gemeld
Do .Batavier II', mefc de leden van de
N ederlaudsch-Russische ambulance aan
boord, is Donderdagnacht kwart over drieën
van Hoek van Holland vertrokken en, blij
kens bij de firma Wm. IT. Müller en Co.
ingekomen draadloos bericht, gistervoor-
middag. half elf de Gabbardboei gepasseerd.
Langer in dienst houden van ingolijfden bij
de militie.
In de Memorie van Antwoord op het verslag
over het wetsontwerp tot. het langer iu dienst
houden van ingolijfden bij de militie, zegt de
Regeering: Reeds bij vorige gelegenheden heeft
de Regeering ontvouwd, dat zoolang in den
toestand in liet buitenland geen gunstige keer
komt, de belangen van ons land niet gedoogeu
weinige Üostenrjjlcscli-Hongaarsolie bataljons.
Een aantal kanonnen diende hun als rugge-
sterliing. In Maart werden sterke troepen in
dit gebied vooruitgeschoven. Toen de dag voor
den aanval bepaald, naderde, maakte echter heb
weer een streep door de rekening. Het bleek
dat de. sneeuwtoppen op 'den Col Santo, de
PasBoebio en op de Zugua Torta gevaarlijk
konden worden voor den infanterieaanval; daar
om werd do lieelo actie uitgesteld.
Undanks do zorgvuldigste geheimhouding kon
do verzameling van troepen den vijand in dit
gebied, dat hij van zijn bergtoppen kon over
zien, niet verborgen blijven. Toch ï'eageerdo lnj
niet zoozeer daarop door versterkingen dan wel
door vlijtig te werken aan zijn stellingen. Van
alle declen van het front kwamen berichten,
dat hij nieuwe loopgraven liet springen in de
rotsen, dat hij nieuwe hindernissen en dek
kingen aanlegde. Tegen half Mei was de toe
stand van do sneeuw in het hooggebergto zoo
veel beter geworden, dat de aanval tegen den
15en Mei bevolen werd. Een groep had tot
taak uit de Marsilliatelling tegen dén Zngna^rug
en een tweede groep tegen den Col Santo en
den Barcolapas op te rukken. Twee dagen voor
dien termijn werd het weder echter weer sleoh-
ter en nog den avond van den 14en Mei scheen
het twijfelachtig, of de diepliggende nevel niet
alle waarnoming voor de artillerie onmogelijk
zou maken. De morgen van den l5en was echter
kristalhelder. Om zes uur 's morgens openden
alle kanonnen van het kleinste tot hot zwaarste
kaliber een vuur, dat voornamelijk op nauw
keurigheid gcrioht was, on eerst tegen 9 uur
zijn toppunt bereikte.
Om 9 uur precies begondo.-a^geilP^Pe..gtoroL
QYor^kob Keele^frOBit..»^
tot geleidelijke demobilisatie over te gaan. Zij
kan thans slechts horhalen de vroeger afge
legde verklaring, dat zoodra die belangen zich
tegen demobilisatie, geheel of gedeeltelijk, niet
'meer verzetten, daarmede geen dag zal wor
den gewacht.
De opmerkingen betreffende de omstandig
heden, waaronder de manschappen hun dienst
moeten verrichten, welke opmerkingen in het
verslag slechts worden aangestipt, me.ent de
Regeering thans te kunnen laten rusten.
Wanneer het departement van Oorlog eene
klacht bereikt, waarin wordt vermeld, dat van
de bestaande verlofsbepalingen in voor belang
hebbenden ongunstige» zin wordt afgeweken,
wordt een onderzoek ingesteld. Blijkt daarbij,
dat de klacht gegrond is, dan wordt de ge
maakte fout zooveel mogelijk hersteld.
Bijzondere verloven.
De commandant van het Veldleger heeft, naai
de „Avp." meldt, in een schrijven aan de divi
sie-commandanten, naar aanleiding van een
door een compagnies-commandant ondervonden
bezwaren bij het inwinnen van betrouwbare ad
viezen omtrent militairen, die in aanmerking
wensohen te komen vcor bijzonder verlof en
werkzaam zijn bij bankinstellingen of handels
zaken,, er de aandacht op gevestigd, dat-het
werkzaam zijn aan instellingen en zaken als
vorenbeiloeld niet voldoende is, om in aanmer
king to komen voor bijzonder verlof, doch dat
daartoe mode vercisoht wordt, dat de betrok
kene is hoofd, leider of procuratiehouder van
ondernemingen of afdeelingen daarvan, bedrij
ven of onderdeden daarVan, zaken of neringen.
Militairen en kiesrecht.
Het Tweede Kamerlid de beer J. W. Albarda
heeft de volgende vragen gösteld aan den
Minister van Oorlog:
I. Is de Minister bereid zoo spoedig moge
lijk maatregelen te nemen, die er toe kunnen
leiden, dat do militaire bevelhebbers, voor zoo
ver zij nog mochten hebben nagelaten de in
art. 24 der Kieswet bedoelde opgaven aan de
burgemeesters te doen betreffende de militai
ren voor wie wegens bunnen ovorgang van do
militie naar de landweer of wegens andere
omstandigheden de schorsing van het kiesrecht
behoort te. worden opgeheven, die opgaven als
nog onverwijld doen?
II. Is de Minister bereid te bepalen, dat
aan do militairen, die verlof genieten uitslui
tend voor de uitoefening van hun kiesrecht,
de gelegenheid wordt gegeven de hiervoor noo-
digo reizen op rijkskosten to maken?
Studieverloven aan militairen, adspiranten voor
het notarieel sxaman.
Door den Minister van Oorlog is aan don
voorzitter van de Staatscommissie, belast met
het afnemen van het examen voor candidaat-
notaris, medegedeeld, dat op grond van Leger
order 1916B 131 aan de in militairen dienst
zijnde candidaten voor het examen van candi-
daat-notaris verloven kunnen .worden verleend,
mits zulks met het belang van den-militairen
diénst in overeenstemming is to brengen.
Een en auder zal voor iedereo eandidaat
afzonderlijk moeten worden nagegaan.
Om opdo spoedigste wijze op eventueel©
aanvragen van studieverlof te kunnen beschik
ken. zullen de betrokkenen langs den militai
ren hierarehieken weg verzoekschriften aan den
Minister van Oorlog moeten indienen, onder
overlegging van een bewijs, dat zij voor het
examen zijn ingeschreven.
Examen-verlof.
In L, O. 1916 B 123 („St.-Ct." 103) tusschen
de woorden „Amsterdam" cn „en" te plaatsen:
„vcor de examens in boekhouden, dipl. A en
B. fabricksboekhouden, bankbockhouden en
hahclelscorresp., dipl. A en B van do Ned. Ver.
tot bevordering der Handelswetenschappen, te
Utrecht." („St.-Ct.")
Uit do Staatscourant.
Bij K. B. is benoemd b/h. re.;, pers. der
landmacht tct res.-Off. v. goz. 2e kl. de arts
F. Daiibanton,
Bij K. B. is de arts B, Bosch ïng. 16
Juni benoemd tot off. v. gez. 2e kl. b/d. zee
macht.
Bij IC. B. zijn benoemd bij het res.-pers.
inf., tot rcs.-2c-luit'. bij zijn tegemv. korps,
vaandrig J. A. P. A. de Lange, 10e reg.
mil. ndm., tot res.-2e-.luit. voor spec, dienston,
de dienstpl. mr. M. A. R. v a n O p p e n, 3o
comp. hosp.sold.
Bij K. B. is ing. 2 Juli tijd. benoemd b/b.
res.-pers. -v/d. geneesk. dienst der landm. tob
res.-mil.-apoth. lo kl., de ing. voorn. dat. gep.
mil.-apoth. le kl. A. van Meerten, v/b.
leger in N.-Indiö.
Bij IC. B. is den res.-2e-luit. D. d e J o n g,
8e bat. lan^Jw. inf., ter zako van ongeschikt
heid voor de verdere waarn. v/d. mil. dienst,
wegens lichaamsgcbr., eervol ontslag uit den
mil. dienst verleend.
Vrijwillige Landstorm.
Met ing. van 15 dezer is ontheven van zijn
detacheering bij bet leger hier te lande de le-
luit. miL adm. v/h. O.-Ind. leger F. J. IC o o 1 s;
is werkzaam gesteld ten bureel© van den
insp. van den Landstorm, do res. le-luit. 15e
Uit den strijd vertelt Adelt verschillende epi
sodes. Van dó bestorming van den Zugna Torta
verhaalt hijDeze zet zich voort in een smalle
rotsgraat, die 600 meter stijgend in een boog
naar den Coli Zugnatop loopt. Loodrecht, dalen
do gekloofde rotswanden naar het Lagerdal en
het Bramdal en do heuvelgraat die zo verbindt,
is zeer smal. Wel hadden de Oostenrijksch-
Hongaarsehe troepen zich op den Fortinrug
boven Marki genesteld, en werkten zij zich in
wekenlange afmattende inspanning tot heb uit
stekende "punt 696 omhoog, maar hier had de
vijand met een viervoudige draadversperring
een klein fort gemaakt. Uit het Bramdal klau
terden echter afdeelingen tegen do gekloofde
steilten van do Salvata, den z ui dol ijken uitloo-
per van den Coni Zugna op. De Italianen lieten
de vermetele klauteraars tot op weinige meters
maderen en wierpen lien dan handgranaten op
het hoofd. Wie getroffen werd viel honderden
meters naar beneden. De meesten doken weg
onder de overhangende rots. Daar hingen zo
hulpeloos tusschen hemel en aarde, en wachtten
als keizer Max aan den Martinswand, op hot
wonder dat hen zou redden, cn zie, het wonder
gebeurt. Een andere afdeeling was door schoor-
steenen cn over steile hellingen op een rotster
ras gekomen, dat boven de Italiaansche loop
graaf uitstak en wierp nu handgranaten, waar
door 150 Italianen werden gedood.
Tenslotte zegt Adelt: Van de verschillende
Italiaansche troepen die het noodlot getroffen
heeft, hebben de Alpini schitterend gevochten.
Bij do andere troepen is het hooge percentago
aan gevangen officieren en heb gfoote getal
veroverde kanonnen merkwaardig.