Zondag 11 Juni 1916 Orgaan voor Leger en Vloot. 't Vriendje. Oorlogsnieuws, m zöö. Onder redactie van D. MANASSEN. Gezondheidsleer TWEEDE JAARGANG. DE SOLDATENCOURANT EEDACTIE EN' ADMINISTRATIE PALESTRINASTR. 10, AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NÜA1MERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT, ABONNEMENT BIT VOORUIT- BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS 1.50 P. KWART A AL Voor AdverteutiJ-n wende men zich tot onze Adminiitrnfie. Palestriuaatraat 10 Amsterdam. Prijs der A<1 verter. tiPn per regel öO cent. Voor Ingezonden Mede' deei-ngen op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief. Bij abonnemen* reductie. Aan het Italiaansche front. De strijd aan het Italiaan sche front blijft nog steeds een der belangrijkste in dezen oorlog. Dit onverwachts be gonnen offensief der Oosten rijkers heeft in meer dan een opzicht werkelijk verrast. De Italianen hebben langzaam maar zekér moeten wijken en de Oostenrijkers, die tot nog toe in hun eigen land werden bestookt, hebben het nu den vijand gedaan op zijn bodem. Zij zijn steeds verder door gedrongen en hebben de ver sterkte steden. Asiago en Arsiero, aan den ingang der Lombardijsche vlakte, geno men. Op nevenstaand kaartje staan de genoemde plaatsen duidelijk te lézen en krijgen we een overzicht van het oorlogsterrein daar. Zooal8 men weet, verstopt nu de opmarsch der Oostenrijkers. door i, P. BIJL, officier van gezondheid. LXI. Nekkramp. IV. Doet zich dus ergens een geval van iiek- kramp vcor, dan moeten wij onderzoeken of in zijn omgeving ook besmette personen voorkomen. Wat is evenwel zijn omgeving? IWie bohcorem daartoe? Kan men alle men- schen met wie de lijder in aanraking ge weest is, door wie hij dus misschien be smet ia geworden of, omgekeerd, die hij besmet kan hebben,voor dat de ziekte uitbrak, onderzoeken? Men behoeft zich maar even voor te stellen met wio esn soldaat in één week tijds in aanraking komt om te heseffen hoe moeilijk het is een antwoord op deze vraag te geven-. Hij kan in een klein dorpje hij burgers ingekwartierd zijn geweest, daarna, op weg met verlof, gedurende eenige uren met 15 hem volkomen onbekende soldaten opge propt gezeten hebben in een spoorwegcoupé voor 10 personen, bij zijn gezin eenige dagen hebben doorgebracht om ten slotte in een ander kwartier met misschien 150 man ondergebracht te zijn geworden. Neeaht rnen dan nog aan, dat hij dikwijls in de cantine of in koffiehuizen kwam, dat hij bij verschillende burgers aan huis geweest is, dan begrijpt men, dat tallooze menschen aan besmettingsgevaar hebben blootge staan, zender dat men hen kan onderzoeken, zonder dat men zelfs weet wie het zijn. In een ander geval kan het zijn, dat de lijder een stille jongen man was, die alleen ergens ingekwartierd was, nooit in cantine® kwam, zijn vrijen tij4 bi] voorkeur in zijn kwartier doorbracht. Allerlei mogelijk heden'doen zich du6 voor en bij ieder geval van 'nekkramp zullen wij moeten nagaan wie het meest aan besmettingsgevaar heb ben blootgestaan. In de eerste plaats zijn dat zijn kamergenooten of althans dege nen, die heb meest in zijn nabijheid gelegen waren. Verder degenen van andere kwar tieren of kaaern.es met wie hij het meest in aanraking kwam, hetzij door dienst, hetzij door vriendschap. Ook de burgers zullen Wij daarbij niet vergeten, den kwartier gever en zijn gezin, de gezinnen waar De vorige artikelen over Nekkramp had den tot nummer moeten hebben: LVIII, LIX en LX. door WILLEMINE C. A. LABBERTON. '(Overgenomen uit de „Nieuwe Courant".) (Slot.) De groote avond is aangebroken. Den ge- hcelen dag al zijn we in opgewonden-vroolijké ^temming. En geen wonder! Begon het feest van morgen voor dag en dauw al niet met een heorlijk-wilde stoeipartij an vaders bed? En is de gekeele dag daarna juefc een aaneenschakeling geweest van aller- hamdo heerlijkheden? Trokken we vanmorgen niét naar school, gewapend met een grooten zak vol bruidsuikers om te tracteeren en waren we daardoor in eigen oog en niet minder in dat 'dor klasgenootjes niet een hoogst belang rijk personage? En vanmiddag na vieren, bij de groote-menschen-visites die du eigenlijk wel niet zoo vrééselijk p-ettig waren! voelden we ops toch wel heel gewichtig als hoofdpersoon. En blijft vader vanavond niet thuis vau de ver gadering, enkel en alleen om do verjaarspartij van zijn zoon tc kunnen meevieren P En dan do cadeautjes! Op een tafeltje liggen zo alle uitgestald: een erhitterend-schoone col lectie van jongens-begeerlijkheden, waarvan het cadeau van vader en moeder een heusohe trein met mils en personen- en goederenwagens en v<Soral de seinpaal niet te vergeten, "die branden kan! toch me ar heb meest glorieuse jüiddelpunt vormt. &u nu, fcywjjl dp chocolade-pudding met hij zijn vrijen tijd placht door te brengen. Dikwijls zullen hef, burgers zijn, die in een geheel ander deel van het land wonen. De meest verschillende omstandig heden kunnen zich voordoen, die allen op zichzelf beschouwd moeten worden en waarvoor men onmogelijk een vasten regel kan geven. Soms zal men aannemen, dat bij één nekkramp-geval slechts een 10 of 20 tal personen aan ernstig besmettings gevaar hebben blootgestaan, soms daaren tegen zullen het 100 of 200, ia 400 en meer zijn. Soms betreft het één lokaal, soms een gehéele kazerne. Men begrijpt, dat de manschappen moeten helpen oni die ver dachte pEi:'fpnsn op te sporen. De officier van gezondheid zal den zieke zoo weinig mogelijk vragen, maar zijn kameraden en kwartiergenooten moeten den off. van gez. mededeelen met wie de lijder het meest omging, wie zijn vrienden waren, waar hij aan huis kwam, in het kort welke personen het meest aan besmettingsgevaar hebben blootgestaan. Al deze menschen zijn dan verdacht van hesmet te zijn, zij kunnen mis schien de ziekte verder verspreiden. Er moet dus gezorgd -worden, dat zij zoo weinig mogelijk in aanraking komen met niet ver dachte menschen. Wanneer het burgers be treft zal men hun den raad geven voorloo- pig geen vrienden en kennissen te bezoeken en niemand bij zich te ontvangen. Er zal dan zoo spoedig mogelijk een officier van gezondheid heen gezonden worden om hen bacteriologisch te onderzoeken of den inspecteur van de volksgezondheid zal ge waarschuwd worden. Ten opzichte van de militairen zullen der gelijke maatregelen genomen worden. De verdachte manschappen moeten afgezonderd worden van den overigen troep en van de burgerij. Een dergelijke maatregel is, in de tegenwoordig toch al moeilijke tijden, voor de soldaten natuurlijk zwaar te dragen en er moet dus zooveel mogelijk vrijheid van beweging gelaten worden. Gelukkig ver spreidt nekkramp zich niet zoo gemakkelijk als b.v. pokken en men kan den manschap pen dus betrekkelijk veel vrijheid geven, in dien zij tenminste begrijpen wat de bedoe ling der maatregelen is en daarbij mede werken. Zij mogen niet met andere men schen in nauwe aanraking, komen, maar er is geen enkele reden om hen opgesloten te houden. Integendeel zij kunnen gaan oefe nen, gaa-n wandelen enz., indien ze slechts zorgen niet met anderen in aanraking te komen. Men kan een terrein, b.v. om de barak, aanwijzen, waar niemand anders vanillesaus het eigen-gekozen dessert ons nog Tersek in het geheugen ligt, verlangen we al weer ongeduldig, dat het half zeven zal siaan. „Ik geloof, dat de klok achter is", zegt Kees. Meteen wordt er gescheld. Hoera! wie zou het zijn? Jan? Nee, het is Freddie, die binnenkomt en keurig-netjes, als een volleerd salon-lieldje, mijnheer en mevrouw feliciteert en den jubi laris, als blijk van genegenheid, een glinste rende mondharmonica overhandigt. Dit doet den gelukkigen gever voor 't oogenblik aan merkelijk stijgen in de gunst, daar hij onwetend een smds lang gekoesterden wenscli vervult, die echter vanwege het muzikaal genot door vader en moeder nooit werd gedeeld! Het spreekwoord „als er één schaap over de brug is", wordt ook hier weer bewaarheid, want binnen vijf minuten zijn nu alle gasten verschenen. Even is er een pijnlijk momentje als het bl\jkt, dat Jan, dien ze natuurlijk geen van allen kennen en die door den jeugdigen gastheer wordt voorgesteld als „mijn vriendje Jan van Mina", geen presentje heeft, meege bracht. „Heb je je cadeautje végeten?" hoor ik Freddie zachtjes vragen, en ik zie, boe het arme kind rood wordt van verlegenheid. Dooh ook maar héél even slechts; dan redt hij schit terend zijn eigen positie. Diep grabbelt hij met de beide handen in do broekzakken en haalt er vior prachtige groote glazen knikkers uit. „Daar Kees", zegt hij. „De drie mooiste mag je er uitzoeken, maar ééntje moet ik er zeli houden". En plotseling is het, alsof alle cadeaux in het niet verzinken bij deze spontane gave. Het heele gezelschap komt er aan te pas, om uit te ma-ken, welke van deze mooie stuiters wel de allermooi ste zijn en het duurt een hëele tijd, eer de keuze beslist is.. Es ik bewonder is stilte het kind, komen mag, zoodat ze daar in de buiten lucht kunnen zitten. Om vergissingen tegen te gaan zal men dat- terrein moeten aange ven door b.v. een kleine greppel er om heen te graven, een touw te spannen, door prikkeldi'aad of wat dan ook. Blijkt het dat iemand, uit domheid of onverschilligheid zich niet onderwerpt aan de maatregelen en op allerlei manieren tracht misbruik te maken van de hem toegestane vrijheid, dan zal voor zoo iemand een wat strengere isolatie noodig zijn, hetzij in een hospitaal, hetzij in een politie-kamer. Verder zal gezorgd moeten worden, dat deze verdachte menschen niet met burgers in aanraking komeii. Zooals wij zagen jivi kinderen zeer gevoelig voor de ziekte en een besmette soldaat zou verschillende nek- krampgevallen bij de burgerij kunnen ver oorzaken. De verdachte manschappen mo gen dus niet met verlof gaan, mogen niet in koffiehuizen komen, hun vrijen tijd niet bij burgers doorbrengen. Zij kunnen wel ïn de stad gaan wandelen, indien men slechts ze kerheid hoeft, dat ze met niemand in aan raking komen en die zekerheid is alleen te verkrijgen wanneer ze onder geleide uit gaan, van b.v. een gegradueerde, die ook verdacht is. Vooral het inhouden van verlof is een harde maatregel, maar wanneer men bedenkt, dat onlangs een besmette soldaat thuis kwam en dat 3 dagen later een zusje van 2 jaar aan nekkramp stierf, dat daarna zijn moeder de ziekte kreeg en stierf en ten slotte een broertje van 3 jaar ziek werd, dan zal men begrijpen dat een dergelijk harde maatregel moet genomen worden. De Geneeskundige dienst zorgt zooveel moge lijk, dat de burgers de soldaten niet kun nen besmetten, maar omgekeerd moet hij dan ook zorgen, dat de militairen geen ziekte bij de burgerij brengen. (Slot volgt.) De toestand in den reuzenstrijd. Met groote felheid wordt in de laatste dagen aan het Wester- en aan het Oos terfront gestreden. Aan het eerste front op twee plaatsen, en op beide met succes ■voor de Duitschers. In de eerste plaats duurt do worsteling bij Verdun met onver minderde kracht voort-. Volgens de Duitsche telegrammen, waarvan we reeds onder dat met zooveel opgewekte blijmoedigheid af stand doet van het grootste gedeelte van eigen klein bezit; lachend laat hij zijn eenig overge bleven knikker terugglijden in den broekzak. En nu is het feest weldra in vollen gang. De stemmetjes ratelen, de oogjes glinsteren, de- voetjes trappelen, de mondjes genieten; het heele huis is vervuld van lachende kinderpret. En vader en moeder, ze zijn kind met de kin deren en spelen mee als de beste. O, het dave rend gejuich als vader gepakt wordt door den blindeman en zelf den doek voor de oogen ge bonden krijgt! In gebukte houding, met kromme knieën tast hij de kamer in 't rond. En o, de schaterende vreugde als bij het ..slofjeonder" spelen waarbij een tafelkleed de onmisbare rokken vervangt de pantoffel bij moeder gevonden wordt! Is er iets heelijkers op de wereld dan stralende kinderoogen, iets zuiver dere dan een onbezorgde kinderlach?" Ze genieten, de kleuters! Ze drinken thee en eten koekjes en bruidsuikers, ze spelen ver stoppertje en ,-ruraoer-m-de-schuit'waarbij vader als kapitein wordt aangemonsterd, ze knikkeren en krijgen limonade met taartjes en ook de geliefde stoelendans, met moeder als muzikante. blijft niet achterwege. En dan zijn ze uitgepraat. In een kringetje staan ze bij elkaar en zijn aan bet einde van lmn latijn. „Moeder?" vraagt Kees, ..wat zul len we nou eens doen?" Ik zet net een diep- peinzend gezicht om nog eens iets extra-moois te verzinnen, als Jan roept: „Zullen we eens kunsten maken?" „Ja! ja!" gilt Kees en „ja, ja!" schreeuwt het heele koor hem na. Jan, als de meest geroutineerde op dit ge bied, moet. de vooretelling openen. Hij bedenkt zich niefc lang, laat zich gla een elastieken hal Laatste Berichten in ons vong nummer melding: maakten, hebben de Duitechershet fort Vaux in hun bezat, gekregen, heb tweede fort dus om Verdun. Hei eerste Douaumont viel in Februari in hun handen. Het is ech ter de vraag, of ook Vaux nog wel als een fort kan worden beschouwd. Het ligt reeds sedert drie maanden in de vuurlinie, en de Duitechers zijn niet gewoon om zuinig te wezen met hun munitie. Waarschijnlijk zal het als versterking geen beteekenis meer hebben; een andere quaestie is, of het- nog een belangrijk strategisch punt is. Volgens de Duitschers wel, volgens de Franschen niet- Deze laateten zeggen, dat de Duit schers, ondanks de bezetting van Vaux, nog niet kunnen overgaan tot den aanval op heuvel 388 bekroond door het fort So wille, dat timsohon Vaux en de stad Verdun ligt De Fransoho berichten, geven thans bi komen toe, dat Vaux in handen der Duit schers is, totnogtoe ontkenden zij het niet, maar deelden alleen mee, dat ze geen ver binding meer hadden met Vaux. Hoe dit zij, dat de Duitechqrs hier .een euooes hob ben behaald lijkt wel zeker, en dat zij weer dichter Verd m zijn genaderd, is niet te ontkennen. Gp een ander deed van 't Wec-telijk oor logsterren is ook dea Duitschers de ooriogs- jkans gunstiig geweest, thans tegen de Engel sehen in de beurt 1 an Yperen. Zij hebben er het plat geschoten dorp Hoog in hun bezit, met do daaraan sluitende loopgraven naar het Weeten en het Zuiden. Ook dit succes ontkennen de Engelschon niet geheel, al houden zij vol, dat de eigen Lij ko frontlinie ongeschonden is. Volgens de berichten der Duitschers is het- geheele terrein zuid oostelijk en zuidelijk van Yperen over een uitgestrektheid van ongeveer drio kilometer in hun beeit. Van een groot belang lijkt ook de strijd aan het Oostorfront Men weet, dat aan het- Zuidelijk deel van dit front de Russen over een uitgestrektheid Van 300 K-M. het offensief hebben geopend, en dat zij er in de laatste dagen spooecsen behalen.Dit succes zet zich blijkbaar voort, volgens de Russi sche berichten ten minste. De Russen vallen met groote felheid aan. De aanval was het hevigst bij Luzk, de Russische vesting, die de Oostenrijkers genomen hebben het vorige jaar, en die nu weer in handen der Russen jd. Daar zou het Oostenrijkscbe front dooi buigen, en schijnen de Russen oen doorbraak te beproeven. Tusschen Tsartoriisk en Dubno hebben de Oostenrijkers het verst moeten terugwijken. De Russische belichten spreken van niet minder dan 50,000 krijgs gevangenen, die ze hebben gemaakt, van 77 veroverde kanonnen, 134 buitgemaakte mi trailleurs. Deze verliezen betreffen natuur lijk het geheel-o front, maar het zijn niette min belangrijke cijfers en het is geen won der, dat de Oostenrijkers in Italië niet meer dan zeer langzaam vooruitkomen. Zij hebbon thans hun mannen vooral in het Oosten noodig. Dit Russische offensief is van belang, zoiden wo reeds, en dan vooral voor de ge beurtenissen op de overige oorlogsterrein&n in Europa, nl- in het Westen e-n in Italië. 4 Want daar zijn, het valt niet te ontkennen, de Centralere aan de winnendo hand- De Duitschers hebben èn bij Verdun, èn bij Hooge, zooals we boven zagen, getoond, dat hun krachten nog lang niet zijn uitgeput de Oostenrijkers bewezen in Italië aat zij nog tob ongedachte krachtsinspanning in staat zijn; en in ELlein-Azaë houden de Turken, blijkbaar gesteund door de Duit schers den Russischen opmarsch tegen. Daarentegen is er van het groote offensief der geallieerden, dat ons dezen zomer is voorspeld, niets gekomen, de Franschen en Engelschen hebben al hun strijdkrachten noodig om de Duiteone aanvallen af te weren. De beurt ia nu aan Rusland, meent men, en wat het offensief in 't Westen dit jaar waarschijnlijk niet meer zal kunntn brengen, zal dat in't Oosten doen. Men spreekt weer van de Russische lawine, van het groote Russische leger en de machtige hoeveelheid wapenen en «ammunitie, waar over dit beschikt. Men verwacht in het Oosten een doorbraak, welke van de Ceritra- letje op den grond vallen, eo duikelt koppetje tot wel vier keer achter elkaar. Dat werkt -buitengemeen aanstekelijk en in een ommezien is de grond vol rollende, wentelende, draaiende en buitelende jongensfiguurtjes, die tegen el kaar aan bonzen en over elkaar heen tuimelen als een troep jonge konijnen. 5lijn man en ik staan tranen te lachen en de kinderen zijn niet anders dan met een derde taartje weer te "bedaren te brengen. Dan krijgt Kees plotseling een prachtig idee en met de vingers nog vol room en de kruimels aan den mond, roept hij„Wie van jullie kan er op zijn hoofd staan?" „Ik", zegt Jan. Kees kniktdat is bekend. De verdere executanten bewaren het stil zwijgen. „En vader',, zegt Kees, „vader kan het ook! Nou moeten Jan en vader op hun hoofd staan én doen. wie het het langste kan." „O ja, ja!" klinkt het in koor. „Dat is leuk." Ér is geen ontkomen aan. Jan staat al te popelen van verlangen om den wedstrijd te be ginnen. Ik kijk mijn -armen echtgenoot meewarig aan. „Arme stakkerd," fluister ik hem toe. „Nou moet je er aan gelooven. Pas nou maar op, dat je je beste beentje voorzet!" „En wie het wint, krijgt een extra-taartje", zeg ik hardop. „O moesje," roept Kees. Hij slaat zijn armp jes om mijn hals en geeft me een klinkenden zoen. Dat is zoo zijn manier om te zeggen, dat heb allemaal toch zoo heerlijk is'. Wie zou het winnen? Ik geloof waarlijk, dat mijn. ontaarde zoon in heftigen tweestrijd is, wien hij het overwimiings-fcaartje toewenscht. Vader heeft de jas uitgetrokken en maakt zich"tot den strijd, gereed, „Had .ie a°u ®a&r len alle krachten zal vergen, zoodat zij in het Westen en in Italië moeten verslappen wie weet- terugtrekken. Het begin van dit Russische offensief i? niet ongelukkig, zcoals we zien. 't D nog wel geen doorbraak, maar van de door de Oostenrijkers bezette vestingen hebben zij thans reeds Luzk ingenomen en dit is inder daad een resultaat van belang. Indien zij thans eveneens Dubno in handen krijgen, begint iiet er voor de Oostenrijkere kwader uit te zien- Doch van den andoren kant komen er ook weer berichten van* heviger aanvallen der Duitschers in 't, Noorden der Ru3si£ch9 frontlinie. Volgens do Russische berichten werden die echter afgeslagen. Ondanks de successen der Duitschers aan liet Westerfront is dus de aandacht thans vooral gericht op het Oosten. Daar zal waarschijnlijk de beslissing in den oorlog niet vallen, maar wat daar gebeurt is van liet. grootste belang voor de beslissing. In elk geval zien we, dat met den zomer weer de strijd in vollen gang Ï3 en de vre- desgeruchten verflauwen, 't Zal zijn, zooals te verwachten was, dezen zomer zal het hard tegen hard gaan. zullen de partijen hun best doen den militairen toestand zoo gunstig mogelijk te maken voor Uo vrecLee- crderhandelingen, die toch eindelijk zullen moeten beginnen. De vraag is maar, of daarbij een der partijen zich beslist over winnaar za-1 kunnen -noemen. Is dat hel geval, dan is de oorlog misschien nog niet zoo gauw uit, want de kans, dat de tegen partij volkomen verslagen wordt, is niet groot. Is daarentegen over eenige maanden de strijd nog steeds onbeslist, zou men dan niet eindelijk van alle kanten inzien, dat aan den moorddadig en krijg een einde moet worden gemaakt? ENGELAND» Lord Kitchener's reisgezellen. Het gezelschap dat lord Kitchener op zijn noodlottig6n laatsten tocht begeleidde, bestond uit Sir Hay Frederick Donaldson, eerste technisch adviseur van het ministerie van munitie. Hij was in 1S56 geboren en dus zestig jaar oudluitenant-kolonel (tijdelijk brigade-generaal) Ellershaw, die jn September 1915 met eene bijzondere taak aan het ministerie van oorlog belast werd, welke hij tot zijn dood vervuld heeft; hij werd vier en veertig jaar oud en laat een vrouw en twee kinderen naH. J. O'Beirne, Engelsch diplomaat, die ook negen jaren in Petrograd had doorgebracht, sedert 1913 met den titel van gezant. In 1915 werd hij naar Bulgarije gezonden, waar hij tot het uitbreken van den oorlog de onderhande lingen tusschen dat land en Engeland voerde. Hij was 49 jaar; luitenant-kolonel O. A. G. Fitzgerald, vertrouweling van lord Kitchener, met wien hij tijdens den oorlog geregeld samenwerkte. Hij bereikte den leeftijd van 41 jaar; L. S. Robertson, ingenieur aan het arsenaal te Woolwich, vanwaar hij naar het ministerie van munitie werd overgeplaatst, waar hij als assistent van den directeur van productie werkzaam was. Overlevenden yan de „Hampshire" aange spoeld. LONDEN. De admiraliteit bericht, dat een onderofficier en elf man van de equi page van de „Hampshire" levend op een vlot aan de kust zijn aangespoeld. Engeland en Griekenland. LONDEN. Het departement van buitenlandsche zaken verklaart, dat- de houding van de Grieksche regeering in verband met den toestand, ontstaan door de overgave van Griekseh gebied aan de Bulgaarsche troepen, de geallieerden heeft genoopt zekere voorzorgsmaatregelen te nemen. De Britsche regeering neemt zekere voorzorgen ten aanzien van den uit voer van kolen en de Grieksche scheepvaart in Britsche havens, ten einde te voorkomen, dat den vijand voorraden zullen bereiken. De quaestie van beperkende maatregelen ten aanzien van de Grieksche havens wordt door de geallieerden overwogen. LONDEN. De douane te Cardiff kreeg Woensdagavond last van de regeering om eiken kolenuitvoer met bestemming naar niet zooveel gegeten.van middag," zeg ik zacht jes, waarop een vernietigende blik me treft. En dan wordt het een grootsch moment. De heide acrobaten staan ijaast elkaar middep in de kamer en het miniatuur-publiek in een kring om hen heen. Kees komt naast me staan en geeft me een hand. Ik tel, ernstig-aandachtig: „Eén, twee, drie!"" Omhoog zwaaien twee lange en tv ee korte beenen, tot ze alle vier loodrecht de lucht in staan. Een kreet- van bewbndering ontsnapt den toe- kiikenden kinderen; dan heer&cht er een dood- sche stilte. Sport'hynotiseertook ik sta in •werkelijke spanning toe te zien. Wie zal liet winnen? Daar beginnen de lange beenen te trillen. „ManI" roep ik verschrikt. Vergeefs! Met een plofje keeren vaders voeten tot de aarde terug, terwijl de kleine jongensbeenen nog triomfantelijk ten hemel wijzen. Nu kan Kees het niet langer uithouden. Hij stoot een vreugdekreet uit; een ïndiaanscli opperhoofd waardig, en danst als een dolleman m het rond. „Jan heeft het gewonnen! Jan heeft- het gewonnen!" juicht het heele troepje, terwijl het gelaat van den jeugdigen triomfator zwelt- van trots. Vader draagt ziih nederlaag als een held. Zelf houdt hij de overwinnaar de taart-jesschaal voor: „Zoek er -z grootste maar uit-, jongen. Je hebt het verdiend. Je bent- een fiksche kerel, hoor!" Kees staat toe te zien met een stralende glorie in oogén en houding, alsof hij zeggen wil: .."Wat zeggen jullie nou vel van hem? En dit genie heb ik nou ontdektterwijl de kleine kampioen- met innig welbehagen zijn roomsoes verorbert. Is het niefc vreeselijk jammer, dat er nu afge beld wordt en dafc het de diensfcbtde blijkt te zijn on} ..jongeheer Freddie" te. halen,'!* Is het Griekenland te beletten. Maatregelen tegen Griekenland. LONDEN. De „Daily Telegraph' ver neemt uit Saloniki, dafc alle Grieksche stoomschepen, die op weg naar Grieksche havens zijn, worden aangehouden en opge bracht naar Malta of Fransche Middcl- landsche Zee-havens. Wat. de geallieerden van Griekenland eischfceu, voordat zij tot de handols-blok- kade overgingen, is niefc officieel bekend. Slechts wordt op goede gronden ver klaard, dafc de onmiddellijk© demobilisatie van hefc Grieksche leger niet een der eiechen is. FRANKRIJK. Van het Westelijk Oorlogsterreln. PARIJS. In de Argonnen ontplofte oen Duitsche mijn bij Hoogte 285, Haute G'be- vauchée, zonder schade te veroorzaken. De Fransche troepen bezetten den zuidelijken rand van den krater. Aan den linker Maasoever afwisselende beschieting van de tweede Fransche linie. Aan den rechter Maasoever artillerie- strijd, in de streek van Thiaumont en Dou aumont. Na zeven dagen hardnekkig gevochten te hebben tegen aanvalstroepen, die steeds werden vernieuwd, was de bezetting van het fort Vaux aan het einde van haar krachten gekomen en kon niefc beletten, dafc de Duit schers het door de hevige beschieting volko men vernielde yrerk bezetten. De Fransche troepen houden de onmiddellijke nabijheid van hefc werk en de loopgraven rechts en links van het fo»fc bezet. Alle aanvallen door de Duitschers daarop gedaan, werden door het Fransche vuur af geslagen. De nacht voor Donderdag was betrekke lijk kalm aan de rest van het front, behalve aan den Hartmannsweilerkopf, waar de ax- tilleriestrijd zeer hevig wordt voortgezet. Aan het Engelsche front hevig artillerie duel ten O. van Yperen. De Duitschers konden de voordeelen, die zij den vorigen dag op de eerste Engelsche linie, die door de puinhoopen van het dorp Hooge liep, be haalden, niefc .verder uitbreiden. De „Frankf. Ztg." zegt van het bericht, dat het fort Vaux genomen is: Het fort Vaux is thans een deel van onze ver vooruitgerukte nieuwe en gesloten linie. Die nieuwe linie is in de laatste dagen pas ontstaan. Zij steunt op onze pas gewonnen stellingen bij het gehucht Thiaumont, en ten., Z. van hefc fort Douaumont is haar sterkste steunpunt het Caillette-bosch, bet veroverde deel van het Chapitre-bosch en ten O. daarvan de hoogte van Turnen, die tusschen den vijver van Vaux en hoogte 349 ligt. Hier is het hoofdsteunpunt van onze nieuwe positie in het bereik van het fort Vaux. Maar ook oostelijk daarvan en ver moedelijk ook zuidoostelijk hebben wij een steunpunt gewonnen op de hoogte ten Z.W.* van Damloup. Daar zijn of waren de batte rijen van Damloup. En het legerbericht meldde, dat de strijd om de hoogten 8an beide zijden van het fort Vaux en om de hoogte ten Z.~VV. van het dorp Damloup met succes is doorgezet. De aanval bij Hooge. LONDEN. Er zijn nu bijzonderheden be kend geworden over den Duitschen aanval bij Hooge op 2 Juni. Eenige dagen voor den aanval toonde de vijand groote activi teit in den aanleg van sappen en loopgra ven in de richting van het centrum der aanvalslinie, maar er was geen belangrijke verhooging van artillerievuur, dat altijd heyig is aan dafc deel van hefc front. Te negen uur in den morgen van 2 Juni be- gqji de vijand een hevig bombardement dat voortdurend toenam. Hooge werd hevig ge bombardeerd, evenals het terrein achter de linies. Te een uur 's middags ondernamen de Duitschers een infanterie-aanvaj en tc 2 u. 30 waren ze in hefc bezit van de eerste Britsche loopgravenlinie in hefc centrum begin van het einde. Evenals bij het komen, volgen ook bij hefc gaan de belletjes elkaar in onrustbarende snelheid op. Als Freddie vertrekt en allen feestgenooten de hand ten afscheid reikt, vraagt hij Jan..Kom je bij öfij ook eens spelen?" het antwoord waarop: „Als je eerst je krullen afknipt!" vader een hoestbui bezorgt. Het is gedaan. Binnen tien minuten zijn alle feestgenooten vertrokken en blijven we beetje stil Verweesd niet ons drieën achter. Vader zet zijn moegespeelden zoon op zijn knie en terwijl ik onder het opruimen heen en weer loop, zie ik hoe ze om beurten happen vaa een al te verleidelijk taartje. „Man, hoe onhygiënisch!" maarschuw ik ver geefs. Mannen zijn hardleerech. Af en toe vang ik brokstukken op van hun hoogst interessant discours. „Is hij nou niet vrééselijk aardig, vader?" „Nou", stemt vader volmondig toe. „Het is een kraan van een jongen, hoor!" „Je hebt hefc leelijk verloren, hé vader?" „Ja, dat heb ik net". „Nou, maar als je het maar weer een beetje vaker doet, zul je 't ook wel weer beter leeren, hoor vader klinkt hefc troostend. „Zou ik?" „Ja, dat denk ik wel. Maar zóó lang als Jan toch misschien wel niet". En terwijl ik bij mezelf loop te denken, hoe jk morgenmiddag wel een bezoekje zal krijgen van Freddie's mama, om eens te in for mieren naar ,,dat alleraardigste nieuwe vriendje van die lieve Keesje", hoor ik weer: „Jan wil kunstemaker worden, vader, in het circus!" „Zoo?! En wat- moet jij worden?" ..Ik? Tramkoetsier, of chauffeur^ pf néé, mackinigt pg een D-kr^inl"-

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1