legerzaken.
Uit onze RfSoppenirorume».
IVIarinezaken.
DK SOLD A.TSKTCOUH A WT trGLXl "LKTcxrv--.• v
Verdween toen onder een hevig vuur, blijkbaar
ernstig beschadigd.
De vijand bereidde den Enpelschen geen en
kele verrassing. Van 17 c,M. kanonnen was
niets te bemerken cn er werden geen kunstgre
pen gebruikt, dio niet reeds lang in don zee
oorlog bekend zijn.
Dat liet weder de Detachers beeft geholpen
blijkt uit do volgende z'nsnede in liet offieieelc
rapport: ,,Ik betreur dat het mistige weder den
vijand voor een veel ernstiger afstraffing heeft
behoed."
Beschouwd uit het oogpunt van de feitelijke
sterkte van de vloot is het verlies ann man
schappen. hoowel groot, niet ernstig, daar En
geland mannen genoeg heeft om do verlorenen,
te vervangen.
De Engelschen kunnen het verlies heter
dragen dan de Duitschers. De Engelscho slag-
vloot is intact gebleven en Engeland hoeft nog
veel meer slagkruisers dan Duitschland. Het
is nog meester in de Noordzee en heeft den
vijand belet het een of ander bepaald plan ten
uitvoer te leggen.
LONDEN. De „Morning Post" gaat in
een bespreking over den slag op de
Noordzee de gevoerde actie na en zegt
danOnze voorhoede raakte slaags met
de hoofdmacht van den vijand en leed dus
zware verliezen, maar de resultaten van hot
slaags raken zijn niet gelegen in de vergelij
kende vorliezcn maar in den einduitslag die het
trotscke Duitschland uit de open zee naar een
haven deed vluchten. Ondanks de geleden ver
liezen bleef de Britsche vloot zegevierend op
zee, Door de bewonderenswaardige strategische
maatregelen van admiraal Jellicoe en door zi.in
spoedige, vastberaden actie werd de Duitsche
vloot aangepakt, en in het gevocht gewikkeld
dicht onder de Duitsche »kust en lang voor zij
de Britsche kust kon naderen.
De „Times" merkt op: Wij hebben ons wel
licht met te overmatig vertrouwen in een be
weeglijk gevecht begeven met een ovcrmachti-
gen vijand, maar do Duitschers zorgden wel,
dat liet hoofddeel van de Britsche vloot hen
niet naderde. Het was hij de poging om de
Duitschers op te houden tot onze vloot
zou naderen, dat onze kruisers werden
vernield door de Duitsche slagschepen. Er is
dn de gebeurtenis feitelijk niets dat de mari
tieme positie aantast. De Duitschers hebben
grooten spoed gemaakt om misleidende lezin
gen over het gevocht te verspreiden, hopende
om indruk f© maken op de lichtgeloovige neu
tralen en onze bondgonooten te Ontmoedigen.
fWij hebben .echter volkomen vertrouwen in het
oordeel cn de vastberadenheid van onze bond-
genooten, in bet gezond verstand der neutra
len. Wij vermoeden dat zij zullen afwachten,
■hoe het Britsche volk deze verliezen opneemt,
eer zij zelvcn voorbarige meeningen zich y°r-
men. "Wij hebben niet den ministen twijfel,
dat de Britsche volken tot nieuwe inspanning
zullen worden bezield, dat veel verkeerd op
timisme zal verdwijnen en dat het volk ver
sterkt wordt in net onwankelbare besluit om
den oorlog te winnen of onder te gaan.
De ..Daily Express" meent, dat er geen
reden is de actie anders te beschouwen dan
als het gewone resultaat van een voortduren
de activiteit ter zee. Het Britsche eskader
kruiste langs de vijandelijke kust, het sneed
aan do Duitsche vloot den weg af en het ge
volg van den strijd was, dat de vijand gedwon
gen werd in de haven terug te keeren. Wij
mogen gerust aannemen dat do Duitsche ver
liezen vergelijkenderwijs ernstiger zijn dan de
onze. Het incident kan geen' invloed hebben
op den eindelijken uitslag van den oorlog.
LONDEN. De ..Westminster Gazette"
iteegt in een artikel over den zeeslag
„Een dergelijke actie moet niet alleen
beoordeeld worden naar de verliezen aan de
eene of de andere zijde. Het publiek dient te
■begrijpen, dat oen vloot, die een onverwacht
dn dé Noordzee verschijnende vijandelijke vloot
ontmoet, onvermijdelijk gedurende eenijze uren
hij een zich ontwikkelenden strijd in do min
derheid zal zijn, totdat do hoofdmacht ver
schijnt. Zoodra dio echter op het tooneel' ver
schenen is, blijft den vijand geen andere keuze
dan te vluchten of verslagen te worden. Vóór
zij echter aankomt zal de vijandelijke vloot,
wannéér zij zoo sterk is als W oensdag j.l. het
geval was, gelegenheid hebben om aan de
zwakkere strijdmacht belangrijke verliezen toe
te brengen.
Wij moeten den Duitschers bewijzen, dat
hun verschijning in de Noordzee met groove
geva-ren verbonden is en zorgen, dat zij eraan
blijven denken, dab al mogen zij eens een zoo
genaamde overwinning behalen op een zwak
kere strijdmacht, er groot gevaar bestaat, dat
zij door do hoofdvloot worden aangevallen voor
zij terug zijn in de haven. Daarvoor hebben
wij ons een groote vloot gevormd, met een vol
doend overschot, aan strijdkrachten, ten einde
tsekerheid 'te hebben.
De Duitsche bladen spreken nu reeds alsof
Woensdag „der Tag" al was gekomen en zij
toen oen groote overwinning hebben behaald.
Laat hen clus nu eens hun koopvaardijvloot, hun
schepen der Hamburg-Amerikn-linie uitzenden,
dan zullen wij eens zien wat er gebeuren zal.
Een overwinning tér zee is slechts behaald,
wanneer de handelsvloot de haven kan verlaten,
piot wanneer de slag vloot daarheen vlucht."
Een telegram van Koning George aan
admiraal Jellicoe.
LONDEN. De koning heeft op het loyale te^
legram van gelukwensching met'zijnen verjaar
dag van admiraal Jellicoe het volgende geant
woord
„ik ben diep getroffen door het telegram dat
gij mij namens de groote vloot hebt gezonden
en dat mij bereikt op den dag na clen slag,
waarin opnieuw do schitterende dapperheid
der officieren en manschappen, dié ouder uw
bevel staan, is gebleken.
'Ik betreur hot vorlies der dappere mannen,
onder wie vele mijner persoonlijke vrienden zijn,
die voor de zaak van hun land het leven gela
ten hebben. Maar tpch betreur ik liet nog
meer, dat de Duitsche vioot, ondanks hare
zware verliezen, ten gevolge van het mistige
weder in staat is geweest, de gevolgen te onb-
loopen van een treffen, dat zij altijd heeft be
weerd to wenschen, maar waartoe zij nooit,
wanneer haar de gelegenheid geboden werd,
geneigd is gebleken.
Ofschoon do terugtocht van den vijand dade
lijk na de opening van liet algemeen gevecht
ons van de gelegenheid heeft beroofd om eene
beslissondo overwinning te behalen, wettigen
de gebeurtenissen van Woensdag jl. mijn ver
trouwen in de waarde en de lcraeht van de
vloten, die onder uwe bevelen staan."
Zeppelins in den zeeslag.
Volgens een lie richt aan den „Lokal
Anz." uit Christiania, deelden de opvaren
den van de te S tav anger aangekomen stoom
boot „Ulrikker", dio Woensdag getuige
was van oen gevecht van een Engelsch
eskader met de Duitsche vloot, mede, dab
ze ook twee Zeppelins zagen, dis boven oen
Engelschen kruiser bommen uitwierpen.
Dit Kopenhagen werd aan de „Daily
Telegraph" geseind
„Poli ti ken" verneemt dat volgens een bericht
uit Lemvig daar een visscher uit liet Thvhoron-
kanaal is aangekomen, die vertelt dab hij veer
tig mijlen van land een Zeppelin in vlammen
heeft'gezien na afloop van den slag. De beman
ning ervan is omgekomen.
Het Deenscbe marinebestuur ontving bericht
uit Fanö, dat een Zeppelin over Deensch grond
gebied is gestreken nabij Nordby (Fanö). De
Deonscho kustwacht heeft ter waarschuwing
eonige. malen geschoten, waarna de Zeppelin
onmiddellijk in Zuidelijke richting koers zette
en verdween.
Een visscher uit Ringkjöbing (Jutland) ver
haalt van een anderen Zeppelin, die ter hoogte
yen do plaats te water is gevallen.
gen derde Zeppelin, zwaar .beschadigd, is er
in geslaagd do kust van Sleeswijk-Holstcin te
bereiken, waar zij is geland. (,,N. R. Ct.")
BERLIJN, 4 Juni. (W. B.) Buitenland-
sche bladen verspreiden heb bericht, dat
twoo Duitsche Zeppelins door brand en neer
storting bij den zeeslag verloren zijn gegaan.
Wij vernemen van bevoegde zijde, dat dit
bericht onjuist is. Er is geen enkel Duitsch
'luchtschip verongelukt.
VorscbRJende berichten.
LONDEN. Het Doonsoh© stoomschip
„Vidar" heeft te Huil drie overlevenden
aangebracht van de „Shark", een der drie
torpodoveraiciers, waarvan mcai het lot nog
niet kende.
De „Vidar" zag de „Shark" in branden
den toestand cn nam de overlevenden op.
Ook zag de „Vidar" Woensdagnacht het
wrak van csn Duitschen kruiser.
LONDEN. D© „Associated Press" ver
nam op de Admiraliteitdat do 'laatste
rapporten van do adinnraals Jeüiooe en
Boabty ©cn gevoel van opgetogenheid
hebben gewekt.Di© rapporten kan
nen als volgt vorder. samengevat
„Wij trokken naar de wateren van den
vijand om een gevecht te zoeken. Onze min
der sterke vloot geraakte slaags met de go-
heel© Duitsch© slagvloot, noodzaakte dez©
naar de haven terug te keeren en de actie
o pte ge-ven, di© zij van plan was.
D© geheel© Engelsche vloot behalve de
„Marlborough" hoeft kolen ingenomen
'en was opnieuw gereed voor den zeedienst
binnen enkele uren na haar terugkeer naar
de haven".
LONDEN. (Officieoi.J Vier adelborsten
van do QueenMary" zijn gered, alle an
dere officieren zijn gesneuveld
De commandant van de „Invincible" en
een luitenant zijn de eenige officieren van
dit schip, die gered zijn.
Alle officieren van de „Indefatigable",
de „Defence" en de „Black Prince" zijn
gedood.
Alle officieren van de „Warrior" zijn
gered.
LONDEN. Dfe Admiraliteit verklaard
klaart naar aanleiding- van het Duit
se© draadlooz© bericht aan den Duit
soen ambassadeur te Washington, waar
in voorkwam 'dat volgens het vers-lag
der rede van den president van den Rijks
dag de ondergang van. de „Warspite" op
nieuw officieel bevestigd wordt, dat dit be
richt onjuist is. Dat schip is n.l. in d© ha
ven teruggekeerd. Even onjuist is heb be
richt, dat de „Alcaster" („Alcasta") ge
zonken is. Ook dit schip is in de haven,
teruggekeerd.
De namen der drie Engelsche torpedoja
gers, dj© verloren zijn gegaan, waardoor
het aantal dier vaartuigen volgens het offi-
cieele communiqué tot acht gestegen is, zijn:
„Nomad", „Nestor" en „Sliark".
De verklaringen in hetzelfde Duitsche
draadlooze telegram, dat drie Duitsche koop
vaardijschepen. zonder waarschuwing door
Engelsche onderzeeërs getorpedeerd zouden
zijn, zijn ongegrond.
De „Westfaten" verloren?
Een onderschept draadloos telegram uit
Eerlijn aan de „Associated Press" in
Amerika dcolt mede, dat de Duitschers het
verlies van ds dreadnought „Westfalen"
erkennen.
Niet geïnterneerd.
AARHUS,.3 Juni. (Jiï. B.) Drie-Duit
sche marinesoldaten, die hier gisteren door
het Zweedsche stoomschip „Para" gebracht
werden, zijn aan boord van het schip onder
politietoezicht geplaatst.
De opperbevelhebber gaf hun verlof om
op kosten van het Duitsche consulaat naar
Duitschland terug te keeren.
In onze havens.
Lit Hoek van Holland werd ons geseind
Door de sleepboot „Thames" zijn hier aan
gebracht 8 mannen en 1 doode van den Duit-
fich-en kruiser „Frauenlob". Wij vernamen, dat
het schip in tien minuten zonk. Van de rest
der bemanning, 350 man, is den overlevenden
niets bekend, evenmin omtrent de kruisers
„Wiesbaden" en „Stuttgart", dio in de nabij
heid waren.i
In de ,,N. Rot.t. Ct." vinden wij nog de
volgende bijzonderheden omtrent de aan
komst der geredden van de „Frauenlob",
door' de Thames'
De schipbreukelingen bleken afkomstig van
de „Frauenlob", die in den nacht van Woens
dag op Donderdag om 1 uur, zonder dat ze fei
telijk nog aan het gevecht had deelgenomen,
door twee salvo's in den grond werd geboord.
Het gevecht, waarin volgens eenige geredden
een zestigtal Engelsche schepen betrokken
was, had reeds anderhalf uur geduurd. Daar
na was er een stilstand ingetreden en daarija
had de ondergang van de „Frauenlob" plaats.
Volgens andere geredden waren de Duitsche
oorlogsschepen den ochtend tevoren uit Wil-
helmshafen vertrokken. De gezagvoerder van
do „Thames", dio niets van het gevecht heeft
gezien, trof de schipbreukelingen met nog
anderen op een vlot aan en wei ter hoogt© van
56° 30' N.B. 6° O.L. Inmiddels waren reeds
eenige mannen van het vlot gespoeld. Gored
konden worden Fahnrig Walter Sfcolzmann, de
eerste machinist Max Muller, eerste machinist
Maab Siegrist, de eerst© stoker Barthold, do
matroos'lo kl. Gerlde stoker Marquart, de
matroos Hillebrand (gewond aan hoofd en
beenen), do matroos Gericke en de stuurmans
maat Dicselberg (sedert overleden).
Deze Diesel-berg leefde nog, toen hij aan lxxird
der „Thames"' werd gebracht,, waar hij na twee
uur stierf. Alle geredden waren totaal uitge
put en worden door de bemanning der „Tha
mes" van kleeding en voeding voorzien. Aan
do béide gewenden werd niet alleen terstond
geneeskundige behandeling verstrekt, maar ook
geestelijke bijstand.
IJ m u i d e n, 2 Juni.
IJm itirlen lieeffc gisteravond even een
vleugje gezien vaii den vreeselijken zeeslag,
die, Woensdagmiddag begonnen, Donder
dagmorgen nog voortduurde, tusschen de
vloten van Duitschland en Engeland. Naar
schatting hebben aan dezen zeeslag niet
minder dan honderd a honderdvijftig sche
pen deelgenomen....
Te kwart over zessen kwam de trawler
IJm 122 met schipbreukelingen van den
zeeslag aan den toeristensteiger te IJmui-
den aan. Een Hollandsche- torpedoboot had
den trawler ontmoet, en zoo was het nieuws
hier al van te voren bekend. Aan boord ble
ken te zijn een twintigtal Duitsche zeelieden
en een gewond Engelsch officier.
Begeleid door een Hollandsch zeeofficier
en enkele Hollandsche militairen gingen de
Duitschers aan wal: drie officieren, drie on
derofficieren en vijftien'matrozen. De ge
wonde Engelschman werd later overge
bracht naar de woning van den Engelschen
vice-consul te IJmuïden, den heer S. C. L.
Reygersberg, om daar te worden
verpleeg qU
Wat een der Duitsche
geredden verhaald e.
Daar, in het Koning Willemshuis, hebben
wij een onderhoud gehad met een der Duit
sche onderofficieren. Hij vertelde ons, dat
de „Elbing" een nieuwe snelle kruiser was.
De commandant, „Fregattonkapitan"
M a d 1 u n g, behoorde tot de officieren,
die door de IJm 122 aan wal waren ge
bracht, De „Elbing" was in het gevecht
zoo ontredderd, dat beslót-en werd het schip
te laten zinken. De een-en-twintig Duit
schers, door den Hol land schen treiler aan
gebracht, hadden het schip 't laatst verla
ten. Te voren waren alle overige leden der
bemanning (de „Elbing" telde ongeveer
450 man) gered door een Duitsche torpedo
boot. Die zouden vermoedelijk nu wel iu
Wilhelmshafen zijn, voegde onze zegsman
erbij, met een tikje twijfel in zijn stem....
Wat later op den avond hebben we nog
eens een kijkje genomen in het Koning Wil
lemshuis. De Duitsche onderofficieren en
matrozen zaten er toen genoeglijk bijeen te
midden van lar.dgenooten uit Amsterdam
en Hollandsche militairen en vertelden er
van den oritzettenden zeeslag,waarvan ze
eigenlijk toch maar een klein stukje hadden
bijgewoond....
Het relaas van den Engel
schen geredde.
De officier van gezondheid dér Britsche
marine G. B 1 u r t o n, semirarts in het
burgerlijke leven, bevond zich aan boord
van don Engelschen torpedojager „Tippe-
rary": In den nacht van Woensdag op Don
derdag, omstreeks twee uur, was de „Tippo-
rary" door een treffer tot zinken gebracht.
Blurton viel in het water, doch werd gered
door... een sloep van den Duitschen kruiser
„Elbing", dezelfde sloep, die later door d©
IJm. 122 opgepikt werd. De Duitschers
hadden hem vriendelijk behandeld. Zij had
den zijn natte kleeron uitgetrokken en hem
in droge dekens gewikkeld zoo verteld©
Blurton, die bij het vuur, waaraan de
Tipper ary" wa3 blootgesteld geweest, vier
sehramwonden had gekregen, die echter
niet van ernstigen aard waren.
Een boot met geredden van den Engel
schen torpedojager was nog in de verte
zichtbaar, toen de Duitóchers en de En
gelschman reeds door den treiler waren
opgenomen.
De treiler had er heen willen varen,
maar plotseling was toen een Duitsche tor
pedoboot komen opdagen. Even later doem
de een Engelsche torpedoboot, en nauwe
lijks was de treiler uit de vuurlijn of de
Engelsche torpedoboot boorde de Duitsche
met eenige schoten in den grond. Een
klein incident slechts uit den grooten slag...,
DeDuitscheofficieren.
In hotel Nummer Een namen de drie
Duitsche officieren, „Eregatten-kapitan"
(kapitein-luitenant ter zee) M a d 1 u n g,
commandant van de „Elbing", kapitan-
leutnant (luitenant-ter-zee le klasse)
Werber en de „Oberleutnant" (luit.
ter zee 2e klasse) hun intrek. Wij lieten
door bemiddeling van den Duitschen vic 4
consul te IJmuiden, den heer Bakker,)
vragen of de commandant ons wellicht en
kele inlichtingen zou kunnen verstrekken.
Het antwoord was echter ontkennend. De
commandant wenschte geen inlichtingen te
geyen, doch verwees naar den positie-com
mandant van IJmuiden, aan wien alles was
meegedeeld. De Duitsche officieren hadden,
van IJmuiden uit, telegrafisch hun familie
leden in Duitschland van hun behouden
aankomst verwittigd.
Hetofficieelerelaas.
Kolonel Van Stoctum, positie
commandant van IJmuiden, was zoo vrien
delijk ons het volgende mede ts deelen:
De sloep met de 21 Duitschers was Don
derdagmorgen door de IJm. 122 zeilende
aangetroffen, koersende in de richting van
de Deensche kust. De Engelsche officier
van gezondheid bevond zich mede in de
sloop. De „Elbing" was door geschutvuur
zoo ontredderd, dat de commandant be
sloot baar te doen zinken. Van den uitslag
van het gevecht wisten de geredden niets.
Het was nog aan den gang toen zij opgeno
men werden.
Bij elkaar hadden, van beid© zijden
samen, ongeveer 150 schepen aan dezen slag
deelgenomen. De „Elbing" was ©en snelle
klein© kruiser van ongeveer 4 a 5000 ton
zoo groot dus als onze oorlogsschepen -
en eerst kort geleden gebouwd.
Het verhaal van een
ooggetuige.
Kapitein Th. Punt, van den IJmuider
trawler „John Brown" (IJm. 109), eige
nares de.Algemeene Visscherijmaatschappij,
was Donderdag 25 Mei uitgevaren ter vis-
scherij. Op 56 gr. 31' N.B. en 6 gr. 15'
O.L., 80 mijl van de Deensche kust, had
hij zijn netten uitgegooid. Hij was vis-
schende, toen hij Woensdagmiddag om
streeks 2 uur een groote vloot in N.W.
richting zag voorbijvaren: er waren groote
schepen bij en ook eenige torpedojagers. In
heb geheel waren het een vijftigtal schepen,
die uit de richting Z. ten O. komende, in
de richting N. ten W. koersten. Vermoede
lijk waren het Duitsche schepen; er waren
er bij met drie en vier schoorsteenen. Kapi
tein Punt bleef doorvisschen. Omstreeks
half vijf hoorde hij het eerste schot. In de
meening, dat de vloot veel verder zou trek
ken zij was toen ongeveer 20 mijl ten
noorden van den trawler bleef de kapi
tein op dezelfde plaats.. De schepen veran
derden echter van koers en er volgde een
kort doch hevig geschutvuur, vermoedelijk
eeiiL voorpostengevecht. Het was heiig en
het was slecht zicht.
Na ae eersteschoten zag men op den
trawler Engelsche schepen opdagen. De
Engelschman zat vermoedelijk dicht onder
de Deensche kust, de Duitschers kwamen
waarschijnlijk van Helgoland.
Beide partijen trokken in N.N- oostelijke
richting op. 's Avonds om zeven uur waren
de Duitschers eenigszins van positie veran
derd. Het veld van actie strekte zich uit
van 56 gr. 38' tot 57 gr. N.B. en van 6 gr.
25' tot 6 gr. 40' O.L.
Plotseling zag men op den trawler twee
reusachtige rookzuilen. Men meende er uit
te kunnen afleiden, dat een paar Duitsche
schepen gezonken waren.
Te vijf uur 's avonds waren de netten
ingehaald en was men tot zeven uur blijven
drijven in afwachting van den afloop van
heb gevecht en om de groote vaart te kun
nen waarschuwen. Toen was men weer aan
het vissehen gegaan tot kwart voor elven.
Op dat tijdstip steeg een enorme lichbkogel
uit de Duitsche vloot op en viel vlak bij
den trawler in het water. Dat was vermoe
delijk een sein voor den terugtocht. Op
slechts 20 meter afstands passeerden zeven
groote Duitsche schepen, met een 30 mijls
vaart in Zuidelijke richting de „John
Brown"A zpodat het water geweldig in be
weging kwam. En plotss was de Holland
sche trawler midden in het gevecht. Want
do Engelschen zaten do Duitschers dicht
op de hielen. Zoeklichten zochten de zee af
cn wierpen hun schijnsel op de wijkende
Duitsche schepen. De kogels vlogen over
den trawler heen; een oorverdoovond gebul
der vervulde de lucht, waterzuilen siocgcn
op, een dikke rook- en kruitdamp hulde
den trawler als in een dichten mist. Men
zag twee schepen in brand staan, doch de
brand duurde niet lang.
De Engelschen waren op slechts 200 me
ter afstand van de Duitschers, die in de
richting van Helgoland wegstoomden.
Te twee uur 's nachts had men op den
IJmuider trawler voor het laatst de licht
flitsen vau het zeegevecht gezien.
's Morgens om zes uur zag men twe©
Engelsche torpedojagers en drie Engelsche
onderzeeërs in de richting van Helgoland
stooraen en dan varen ook meer Engelsche
schepen uit het Westen komen opzetten.
Deze schepen waren vermoedelijk te hulp
geroepen door een Engelsch schip, dat bij
den aanvang van het gevecht met volle
kracht in Westelijke richting gestoomd was.
De geredde zeelieden.
Men meldt ons uit IJmuiden:
De Duitsche officieren en schepelingen
van de „Elbing" zullen naar Duitschland
terugkeeren.
De Engelsche ofificicr blijft voorloopig nog
tèn huize van den Britschen vice-consul in
verpleging.
Uit Rotterdam bericht men ons:
De acht door de sleepboot „Thames" ge-
redden, afkomstig van den Duitschen krui
ser „Frauenlob", gisteren te Hoek van Hol
land aangebracht, zullen worden geïnter
neerd. Vier van hen vertrekken-morgen
naar Bergen.
Het lijk. van den eenen overledene zou
Maandag te 's-Gravczande begraven wor
den.
Niet geïnterneerd.
Officieel. Het departement van
marine deelt mede:
Op 2 Juni werden te IJmuiden aange
bracht door den Nederiandschen stoom
trawler „Berfcha" IJm. No. 122 drie offi
cieren, -waaronder de commandant, drie
onderofficieren en vijftien mindere schepe
lingen, allen schipbreukelingen van het
Duitsche oorlogsschip „.Elbing", en één ge
wonde assistent-arts van de Britsche marine.
Aangezien de stoomtrawler Bertha" na de
redding geen communicatie heeft gehad
met ©enig oorlogsschip van de belligerenten,
zijn de schipbreukelingen op last van de
regeering, in overeenstemming met de be
palingen van de 10e conventie 1907, Zee-
Roode-lvruistrakbaat, in vrijheid gesteld om
naar hun vaderland terug te keeren.
Op 2 Juni werden te Hoek van Holland
aangebracht door door de Nederlandsche
sleepboot „Thames" negen schipbreukelin
gen, van wie één onderweg is overleden,
allen afkomstig van het Duitsche oorlogs
schip „Frauenlob". Aangezien nadere in
lichtingen moeten worden ingewonnen be
treffende de omstandigheden waaronder de
redding in open zee plaats vond, is omtrent
het verder lot dezer schipbreukelingen door
de regeering nog geen beslissing genomen.
(Zie verder onder Laatste Berichten.)
De Opperbevelhebber op reis.
De Opperbevelhebber van Land en Zee
macht, zou a.s. Maandagavond met eenige
militaire en maritieme autoriteiten Den
Haag verlaten, ten ©inde Dinsdag en
Woensdag in de Stelling van Den Helder
te vertoeven en ook de eilanden Te^el, Vlie
land «n Terschelling te bezceken.
Langer in dienst houden van mgelijfclon bij
de militie.
Bij het onderzoek vap dit wetsontwerp
in de afdeelingen der Tweed© Kamer werd
door verscheidene leden twijfel uitgespro
ken of liet voortdurend onler de wape
nen houden van een zoo groote troepen
macht wel noodzakelijk is in het belang van
's lands veiligheid, en dus wel verantwoord in
verband met de groote persoonlijke en finan-
cieele lasten die daaraan voor de natie zijn ver
bonden. Omtrent dit punt werden beschouwin
gen gevoerd, overeenstemmende met die. welke
reeds herhaaldelijk in de stukken der Kamer
en in de mondelinge beraadslagingen aan dit
onderwerp werden gewijd. Sommige leden ver
klaarden, geen vrijheid te kunnen vinden, aan
dit wetsontwerp hun stem te geven, wanneer
niet te voren door de Regeering op overtuigen
de wijze is aangetoond, dat geleidelijke demo
bilisatie niet mogelijk is.
Voorts werden betreffende de omstandighe
den waaronder de manschappen hun dienst
moeten verrichten, verschillende opmerkingen
gemaakt, welke echter reeds ter kennis van de
Regeering zijn gekomen dbor de beschouwin
gen, door onderscheidene leden der Kamer ge
houden bij de behandeling van het wetsont
werp betreffende een siippletoir oorlogskrediet.
Ten aanzien van dn verloven regeling werd in
liet bijzonder aangedrongen op nauwgezette na
leving door de commandanten van de door de
hnogere autoriteiten vastgestelde bepalingen.
Men had vernomen, dat van die bc-palingen
wel in voor dn betrokkenen ongunstigca zin
wordt afgeweken.
Israelietische militairen.
Bepaald is, dat, onvoorziene omstandigheden
voorbehouden aan de Israelietische militai
ren dio niet onder straf verkceren, noch in de
tuehtkiassezijn geplaatst, voor zoover de be
langen van den dienst hgt gedoogen, on hun
verzoek vergunning kan worden verleend om
liet Israël ieti soli e wekenfeest (Pinksterfeest)
invallende op Dinsdagavond 6 Juni e.k. te
8 uur en eindigende op Donderdag d.a.v. ten
10J- uur namiddag, in hun gezin door te bren
gen, en wel door hun verlof of vrijstelling van
dienst toe te.staan in dier voege, dat zij na
het invallen of vóór het eindigen van dezen
feesttijd niet behoeven te reizen.
Zij zullen*alzoo op 6 Juni tijdig vertrekken
en op 8 Juni met de eerste reisgelegenheid
mogen terugkeeren.
De beido veilofsdagen (alzoo niet de dag van
6 Juni) komen voor hen in mindering van het
algemeen (periodiek) verlof.
De blauwe uniform.
Naar het „Hbld." verneemt, is in zake het
wederinvoeren voor officieren en onderofficie
ren van een blauwe uniform nog geenerlei
beslissing genomen, zoodat de daaromtrent
verspreide berichten op zijn minst genomen
zeer voorbarig mogen heeien.
Uit de Staatscourant.
Bij K. B. zijn benoemd bij het wapen der
ïnf-, tot kap. J. J. H. Vinken J. N ij d a m,
eerstgen. op non-act., de tweede adj. v/h
instr.-bat.bij den staf van het wapen, tot
kap. A. J. P. Zonnevyll©, werkz. bij de
K.'M. A.; bij het res.-pers. der landm., met
best. v/d d. bij de landw., bij de inf. der
landw.. tot res.-kap. M. H. A. J ut a, v/h
9de bat. landw.-inf^ eft is oyergepl. in zijnen
Openhartig.
Re h't© r. Het is nu al de twaalfde maal,
dat gij weg- ns dicfuta! veroorderld wordt. Bui
ten en bcbatv© moreel© overwegingen zou men
toch mogen verwachten, dat g'j eindelijk dat
gevaar lij* handwerk eens !i"t rusten, daar gy
uxdi geregeld op hectcrd.iad betrapt wordt.
B os c h u I d i g d e. Maar iv:« zegt u,
meneer, dat ik geregeld bij' eiken diefstal be-
trapt boni"
Verbetering.
Een jongmeiiJch vraagt, in tegenwoordigheid
zijner aangebedene, den vader om har© hond.
Vader: l'w aanzoek is zevr vleiend;
ipnar mijn© dochter is nog vcol te jong om tc
huwen z;j is eerst zeventien jaar oud.
Dochter: Eu zes weken, papa
Eon waar woord.
Fried rich von Schlegel's vrouw w as in har©
.jeugd een zeer werkzame schrijfster en ijverig
medewerkster van hnar echtgenoot.
In later jaren deed zij afsuuid van allen lite-
rarisohen arbeid en zij wijdde zich uitsluitend
aan huiselijk© bezigbe-oen.
In deze periode bezocht haar op zekeren dag
een oud vriend, die haar bezig zag met ©on
hemd to naaien.
llij vroeg in den loop van het gesprek haar.
waarom zij eigenlijk d© pen met de naald ver
wisseld had.
„O," luidde het antwoord, „boekon zijn er
al veel t© veel in de wereld; maar ik heb nog
nooi*. gehoord, dat er te veel homden waren.'
Eon jong officier vr eg oen* tien artillerist
van dienst;
„Hoe -.voet j© don juisteu tijd, waarop
je meet iet<-n I"
„Ik kijk op mijn horloge, luitenant",
zegt d© man.
„Eu loopt j© horloge goed?"
„Uitmuntend. Ea bovendien laat ik het
eiken maand door den klokkemaker in het
naastbij zijnd dorp gelijk zetten. Dat is een
Zwitser, <1 ie hier al jaren woont en ik heb
altijd gehoord, dat Zwitsers secure klok
kenmakers zijn."
Enkel© dagen later loopt de luitenant
tegen twaalf uur door het dorp en komt
door do straat, waarin de horlogemaker
woont. Deze staat voor de deur eon lucht *o
to scheppen.
De officier groet hem en vraagt:
,,1-Iobt u nogal wat t© doen, hier in 't
dorp?"
,,'t Schikt nog al. Niet zoo heel vcri.
Ik kan tenminste e'ken dag cp mijn gemak
op het Behot wachten!"
„Op het kanonschot:"
„Ja, luitenant. Da', incof ih wel, want
daarnaar regel ik hier allo klokken!"
rang en ouderdom van rang bij den gen. et
de kap. H. G. Winkelman, v/h 6<le
rog. inf.
Bij K. B. is: lo. hen. b/h. re*.-pers. der
landm. b/d. inf. der landw., b/b. 6de bat., tot
res. 2e-luit. de dienatpl. serg. J- van Eek;
2o. tijdelijk bon. tot res- So-luit. de dienstpl.
serg. C, T. de Jon g.
Naar Oost-lndië.
De voor het O.-I. leger bestemde officier
van gezondheid 2o kl. J. de R u y t er zal
20 Juni met het stoomschip „Prinses Juliana"
zijn bestemming volgen.
Naar V/est-lndië.
Met het stoomschip ..Prins Willem I", dat
9 Juni naar West-Indi© vertrekt, zal een
detachement suppletietroepen, met bestemming
voor Suriname, worden uitgezonden.
Regeling van de algemeene, bijzondere en
uitzonderingsverloven voor do
zeemacht.
Onderscheiding do'r verloven.
1. D© verloven van bijzonderen aard, welke
gedurende de tegenwoordige bijzonder© tijds
omstandigheden aan militairen der Zeemacht
worden verleend, worden onderscheiden in al
gemeene, bijzondere en uitzonderingsrerloven.
Algemeene verloven.
2. Algemeene verloven worden volgens
regrien^door clen Opperbevelhebber van Land
en Zeemacht vast te stellen periodiek aan
alle militairen verleend.
Bijzondere-verloven.
3. Bijzondere verloren zijn die, welke worden
verleend voor dienst bij publiekrechtelijke licha-
men of openbare instellingen van vervoer, voor
verschillende lands- en algemeene maatsciiap-
pelijke belangen, voor uitoefening van zaken
of bedrijven en voor studie. Zij worden slechts
verleend, aan zeemiliciens en reservisten.
Het verlcenen van deze verloven geschiedt
door der. Minister van Marine, of in.spoed-
eischende gevallen door de betrokken autori
teit onder nadere goedkeuring van den Minis
ter. De Minister kan echter de bevoegdheid
tot het vérleenen dezer verloven in bijzondere
gevallen of voor bijzondere catagorieën over-
drage-n aan de betrokken autoriteiten.
Verzoeken om bijzonder verlof hchoorcn
tenzij anders wordt bepaald, te worden gericht
aan den Minister van Marine. Het is echter
in het eigen belang der botrokkenen, dat die
verzoeken ook indien zij niet door hen zelf zijn
gedaan worden ingediend hij den onmiddel-
ïijken bhef, c.q., vergezeld van de noodige be
wijsstukken, waaruit de noodzakelijkheid van
het verlof ban blijken.
Van bijzondere'verloven zijn uitgesloten;
a. Zeemiliciens in eerste oefening;
b. Zij, die dienst doen als buitengewoon mi
litair kommies bij de belastingen.
Uitzonderingayerloven.
4. Litzondcringsverloven kunnen met in
achtneming van de daaromtrent door den
Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht te
stellen regel"n door de betrokken autori
teiten in dringende of ernstige gevallen wor
den verleen^.
Zij komen rer bcoordeeling van den betrok
ken chef al dan niet in mindering van het
aan belanghebbende verleende of te verlecnen
ajgemeene" e. q. bijzondere verlof.
e r g o e
zekeren termijn telkens bij tusschcnpoozen
wordt verle.end en dan telkens ten li oogst© vier
dagen bedraagt.
'len einde op ben d© hierboven aangegeven
uitzonderingsbepalingen t© zien toegejiast, rich
ten do belanghebbende militairen daartoe hun
schriftelijk verzoek, voor zoover li- de baton
onder 7a, b en c betreft, tot den Rijksontvan
ger, onder wiens kantoor du woonplaats van
den belanghebbende ressorteert, en voor zoover
liet de vergoeding onder 7d aangaat
I indien de verzoeker zeemilicien is. tot den
burgemeester der gemeèntc, voor welke hij is
ingelijfd
II indien de verzoeker reservist is, tot den
burgemeester der gemcent-o, waar hij woon
plaats heeft.
Beide soorten van verzoeken worden inge
diend bij den betrokken commandant. Deze
zendt zoowel de verzoeken onder 7 a, b en c
bedoeld, als die onder 7 d, na deze van zijn
visum te hebben voorzien, zoo epoedig mosy-
1 ijk, doch in elk geval binnen drie dagen na
d© ontvangst, zonder begeleidend schrijve n
naar den burgemeester in het vorig lid bc-1-1.
Jn dat vis-,lm wordt melding gemaakt ran het
totaal bedrag van de militaire inkomsten per
dag, waarop de militair recht heeft.
Bedoelde* burgemeester zendt de verzoeken
onder 7 a. b en c betreft, tot den Rijkoontvan- 1
trekken Rijksontvanger, na op het adres
hebben oangeteekend of het gezin van bc-lan;:-
h eb bende al dan niet vergoeding wegens kot -
winnerschap geniet en, zoo ja, tot welk bedrag.
Tevens vermeldt de burgemeester of dit bedrag
ook tijdens het bijzonder verlof van den be
langhebbende al dan niet or wellicht gedeel
telij Ic wordt toegekend.
De Rijksontvanger adviseert het verzoek,
de militaire chef handelt geheel overei nkomstig
het uitgebracht advies en geeft daarvan ken
nis aan den militair.
Beroep op de, ten gevolge van het door den
ontvanger uitgebrachte advies, genomen be
slissing is toegelaten. Belanghobbendo richt
daartoe een schriftelijk verzoek aan den be
trokken directeur der directe, hela--ingen cn/..,-
en dient het in bij meergencK-mden militai
ren chef. Deza voorziet het. van zijn visum en
zendt het met een afschrift van het oorspron
kelijk aan den ontvanger gericht© verzoek
schrift, en de daarbij behoorende bescheiden
zonder begeleidend schrijven naar bovenbedoel
den directeur.
Het door dien directeur aan den militairen
commandant uit te breng-'-n advies is bindend.
Kennis
e vingen aan burg©
meesters.
8. De voorgeschreven kennisgevingen van
commandanten aan burgemeesters betreffende
vc-rloven, verlecni aan zeomilioiens, wier be
trekkingen in het genot zijn van vergoeding,
geschieden voortaan ten aanzien* van:
a. al!© bijzondere verloven, ook dia
van korter duur dan vijf dagen;
b. alia onbepaalde verloven en ver
loven in afwachting van ontslag.
Deze regeling treedt in werking op 1 Juni
1916.
Militaire inkomsten
voor rijksrekening;
dingen.
5. Zij. die gebruik maken van de algemeene
en de uitzonderingsverioven, behouden tijdens
die verloven het recht op alle militaire in
komsten. Zij hebben, voor zooveel zij een rang
beklocden beneden dien van officier, recht op
vrij vervoer naar de beginselen, omschreven in
Legerorder 1915 B.172. voor d© Zeemacht, van
toepassing verklaard bij ministerieel© beschik
king van 21 Juni 1915 Bureau B nn. 72.
Hunne betrekkingen behouden het recht op
de vergoedingen wegens kostwinnerschap over
den duur der in dit punt genoemd© verlo-
vea- s
6. Door hen, die gebruik maken van bij
zondere verloven, worden geen militaire inkom
sten. behoudens vast traktement ea toelage
voor kleeding wat de Marihe-Reserye betreft.
genoten en de dagen, waarop zij in het ge
not van verlof zijn, inbegrepen dmi dag van
vertrek, doch niet dien van terugkomst. Zij
hebben geen recht op vervoer voor Rijksreke
ning.
Aan hunne betrekkingen mogen geen vergoe
dingen wegens kostwinnerschap worden uitge
keerd voor de. dagen, waarop zij in het genot
van verlof zijn. ook niet op de dagen van ver
trek en van terugkomst.
7. Ten aanzien van hen. di© van de bijzon
dere verloven gebruik maken, kan bij uitzonde
ring worden bepaald
a. dat zij, voor zoover niet den officiersrang
bekleedende, voor Rijksrekening mogen worc®n
vervoerd van hunne standplaats naar hunne
woonplaats en .omgekeerd
b. dat zij in het genot van militaire inkom
sten mogen blijven, doch alleen voor het geval
het gel di, een verlof, dat gedurende een zeke
ren termijn telkens bij tussehenpoozen wordt
verleend en dan telkens ten hoogste vier dagen
bedraagt;
c. dat zij voor zoover niet den officiers
rang bekleedende voor Rijksrekening mogen
worden vervoerd eh tevens in het genot van de
militaire inkomsten mogen blijven, doch alleen
voor het geval het een verlofgeldt, dat gedu
rende een zekeren termijn telkens "bij tus
sehenpoozen wordt verleend en dan telkens ten
hoogste vier dagen bedraagt;
d. dat hunne betrekkingen de hun c.q. toe
gekende vergoeding wegens kostwinnerschap
mogen blijven genieten, eveneens slechts voor
het"geval het een verlof geldt dat gedurende .een
Ten aanzien van de verloven van anderen
aard (groot verlof, voorloopig klein verlof, ver
lof tot herstel van gezondheid, verlorren aan
personeel van opleïdmgen enz.) gelden de be
palingen, die daarvoor hij afzonderlijke rege
lingen zijn of worden vastgesteld.
Uit de Staatscourant.
Bij K. B. is M. ten H o e v e, wed. van
den gep. serg.-both. J. Gesrtsma, een
pens. vorl. van 279.
Gnseregsldhedsn te S&erabaja.
Het Tweede Kamerlid Hugenholtz
heeft de volgend© vragen tot den Minister
van Marine gericht:
Is de "Minister bereid aan de Kamer volle
dig© mededeeling te doen om Tent ce jongst©
ongeregeldheden die te Soerabaja onder het
marine-personeel hebben plaats gohad?
Wat is daar geschied, welke waren de oor
zaken, op welke wijze heeft de Ikgeering de
orde hersteld, wat heeft zij gcdacn t«.t wee-
neming van bestaande grieven, en welke zijn
d.e direct uit het voorgevallene voor'
gevolgen
Hr. Ms. „Noordbrabant".
Blijkens bij het Departement v.-n Marine
ontvangen bericht is de „Noord-Brabant"
Vrijdag' van Kaapstad vertrokken.
Gorrespenrfoniie.
ONZE CORRESPONDEMTIEüUBR!EK
per brief wordt niets bsantwoord. Ai;:e vragen
•ordon regolm^:! j en zoo spoedig m o-
ge I ij k en geheel kosteloos dcc;- ons op
de bourt afgedaan, zoodat het overbodig is nog
weder eens bij nader schrijven antwoord te ver
zoeken,
Wie' bij zijn vraag 3 cent postzegels insluit
krijgt apart „Da Soïdaiancc-urant toege
stuurd, waarin het antwoord op zijn vraag vcor
komt. Ceef steeds uw juisto en voücdige mili
taire'adres op. Vragen van burgers worden
NIET bqantwoord.
Adressen gevraagd.
Eerste 'plaatsing.
De Directeur Hoofdespeêitie Veldpost
verzoekt tegenwoordig adres vau
Leo Beckers, 1 III 13 R. I.
N. de Groot, ruil. serg. 2 I 4 E. I.
S. Hiemstra, serg. mortel kas.
s'-Bosch.
J. H o f, 1 II 21 R. I.;
P. de Jong, 4 lil 21 R. T.J
H. K e n t e 1, 3 45 L. W.;
J. K n o 1 s t e r, 1 II 4 R. I.;
J. Knol ster, 1 II 4 Rs.
J. Koot, 1 comp, depot IVj