legerzaken. Uit onze RfSoppenirorume». IVIarinezaken. DK SOLD A.TSKTCOUH A WT trGLXl "LKTcxrv--.• v Verdween toen onder een hevig vuur, blijkbaar ernstig beschadigd. De vijand bereidde den Enpelschen geen en kele verrassing. Van 17 c,M. kanonnen was niets te bemerken cn er werden geen kunstgre pen gebruikt, dio niet reeds lang in don zee oorlog bekend zijn. Dat liet weder de Detachers beeft geholpen blijkt uit do volgende z'nsnede in liet offieieelc rapport: ,,Ik betreur dat het mistige weder den vijand voor een veel ernstiger afstraffing heeft behoed." Beschouwd uit het oogpunt van de feitelijke sterkte van de vloot is het verlies ann man schappen. hoowel groot, niet ernstig, daar En geland mannen genoeg heeft om do verlorenen, te vervangen. De Engelschen kunnen het verlies heter dragen dan de Duitschers. De Engelscho slag- vloot is intact gebleven en Engeland hoeft nog veel meer slagkruisers dan Duitschland. Het is nog meester in de Noordzee en heeft den vijand belet het een of ander bepaald plan ten uitvoer te leggen. LONDEN. De „Morning Post" gaat in een bespreking over den slag op de Noordzee de gevoerde actie na en zegt danOnze voorhoede raakte slaags met de hoofdmacht van den vijand en leed dus zware verliezen, maar de resultaten van hot slaags raken zijn niet gelegen in de vergelij kende vorliezcn maar in den einduitslag die het trotscke Duitschland uit de open zee naar een haven deed vluchten. Ondanks de geleden ver liezen bleef de Britsche vloot zegevierend op zee, Door de bewonderenswaardige strategische maatregelen van admiraal Jellicoe en door zi.in spoedige, vastberaden actie werd de Duitsche vloot aangepakt, en in het gevocht gewikkeld dicht onder de Duitsche »kust en lang voor zij de Britsche kust kon naderen. De „Times" merkt op: Wij hebben ons wel licht met te overmatig vertrouwen in een be weeglijk gevecht begeven met een ovcrmachti- gen vijand, maar do Duitschers zorgden wel, dat liet hoofddeel van de Britsche vloot hen niet naderde. Het was hij de poging om de Duitschers op te houden tot onze vloot zou naderen, dat onze kruisers werden vernield door de Duitsche slagschepen. Er is dn de gebeurtenis feitelijk niets dat de mari tieme positie aantast. De Duitschers hebben grooten spoed gemaakt om misleidende lezin gen over het gevocht te verspreiden, hopende om indruk f© maken op de lichtgeloovige neu tralen en onze bondgonooten te Ontmoedigen. fWij hebben .echter volkomen vertrouwen in het oordeel cn de vastberadenheid van onze bond- genooten, in bet gezond verstand der neutra len. Wij vermoeden dat zij zullen afwachten, ■hoe het Britsche volk deze verliezen opneemt, eer zij zelvcn voorbarige meeningen zich y°r- men. "Wij hebben niet den ministen twijfel, dat de Britsche volken tot nieuwe inspanning zullen worden bezield, dat veel verkeerd op timisme zal verdwijnen en dat het volk ver sterkt wordt in net onwankelbare besluit om den oorlog te winnen of onder te gaan. De ..Daily Express" meent, dat er geen reden is de actie anders te beschouwen dan als het gewone resultaat van een voortduren de activiteit ter zee. Het Britsche eskader kruiste langs de vijandelijke kust, het sneed aan do Duitsche vloot den weg af en het ge volg van den strijd was, dat de vijand gedwon gen werd in de haven terug te keeren. Wij mogen gerust aannemen dat do Duitsche ver liezen vergelijkenderwijs ernstiger zijn dan de onze. Het incident kan geen' invloed hebben op den eindelijken uitslag van den oorlog. LONDEN. De ..Westminster Gazette" iteegt in een artikel over den zeeslag „Een dergelijke actie moet niet alleen beoordeeld worden naar de verliezen aan de eene of de andere zijde. Het publiek dient te ■begrijpen, dat oen vloot, die een onverwacht dn dé Noordzee verschijnende vijandelijke vloot ontmoet, onvermijdelijk gedurende eenijze uren hij een zich ontwikkelenden strijd in do min derheid zal zijn, totdat do hoofdmacht ver schijnt. Zoodra dio echter op het tooneel' ver schenen is, blijft den vijand geen andere keuze dan te vluchten of verslagen te worden. Vóór zij echter aankomt zal de vijandelijke vloot, wannéér zij zoo sterk is als W oensdag j.l. het geval was, gelegenheid hebben om aan de zwakkere strijdmacht belangrijke verliezen toe te brengen. Wij moeten den Duitschers bewijzen, dat hun verschijning in de Noordzee met groove geva-ren verbonden is en zorgen, dat zij eraan blijven denken, dab al mogen zij eens een zoo genaamde overwinning behalen op een zwak kere strijdmacht, er groot gevaar bestaat, dat zij door do hoofdvloot worden aangevallen voor zij terug zijn in de haven. Daarvoor hebben wij ons een groote vloot gevormd, met een vol doend overschot, aan strijdkrachten, ten einde tsekerheid 'te hebben. De Duitsche bladen spreken nu reeds alsof Woensdag „der Tag" al was gekomen en zij toen oen groote overwinning hebben behaald. Laat hen clus nu eens hun koopvaardijvloot, hun schepen der Hamburg-Amerikn-linie uitzenden, dan zullen wij eens zien wat er gebeuren zal. Een overwinning tér zee is slechts behaald, wanneer de handelsvloot de haven kan verlaten, piot wanneer de slag vloot daarheen vlucht." Een telegram van Koning George aan admiraal Jellicoe. LONDEN. De koning heeft op het loyale te^ legram van gelukwensching met'zijnen verjaar dag van admiraal Jellicoe het volgende geant woord „ik ben diep getroffen door het telegram dat gij mij namens de groote vloot hebt gezonden en dat mij bereikt op den dag na clen slag, waarin opnieuw do schitterende dapperheid der officieren en manschappen, dié ouder uw bevel staan, is gebleken. 'Ik betreur hot vorlies der dappere mannen, onder wie vele mijner persoonlijke vrienden zijn, die voor de zaak van hun land het leven gela ten hebben. Maar tpch betreur ik liet nog meer, dat de Duitsche vioot, ondanks hare zware verliezen, ten gevolge van het mistige weder in staat is geweest, de gevolgen te onb- loopen van een treffen, dat zij altijd heeft be weerd to wenschen, maar waartoe zij nooit, wanneer haar de gelegenheid geboden werd, geneigd is gebleken. Ofschoon do terugtocht van den vijand dade lijk na de opening van liet algemeen gevecht ons van de gelegenheid heeft beroofd om eene beslissondo overwinning te behalen, wettigen de gebeurtenissen van Woensdag jl. mijn ver trouwen in de waarde en de lcraeht van de vloten, die onder uwe bevelen staan." Zeppelins in den zeeslag. Volgens een lie richt aan den „Lokal Anz." uit Christiania, deelden de opvaren den van de te S tav anger aangekomen stoom boot „Ulrikker", dio Woensdag getuige was van oen gevecht van een Engelsch eskader met de Duitsche vloot, mede, dab ze ook twee Zeppelins zagen, dis boven oen Engelschen kruiser bommen uitwierpen. Dit Kopenhagen werd aan de „Daily Telegraph" geseind „Poli ti ken" verneemt dat volgens een bericht uit Lemvig daar een visscher uit liet Thvhoron- kanaal is aangekomen, die vertelt dab hij veer tig mijlen van land een Zeppelin in vlammen heeft'gezien na afloop van den slag. De beman ning ervan is omgekomen. Het Deenscbe marinebestuur ontving bericht uit Fanö, dat een Zeppelin over Deensch grond gebied is gestreken nabij Nordby (Fanö). De Deonscho kustwacht heeft ter waarschuwing eonige. malen geschoten, waarna de Zeppelin onmiddellijk in Zuidelijke richting koers zette en verdween. Een visscher uit Ringkjöbing (Jutland) ver haalt van een anderen Zeppelin, die ter hoogte yen do plaats te water is gevallen. gen derde Zeppelin, zwaar .beschadigd, is er in geslaagd do kust van Sleeswijk-Holstcin te bereiken, waar zij is geland. (,,N. R. Ct.") BERLIJN, 4 Juni. (W. B.) Buitenland- sche bladen verspreiden heb bericht, dat twoo Duitsche Zeppelins door brand en neer storting bij den zeeslag verloren zijn gegaan. Wij vernemen van bevoegde zijde, dat dit bericht onjuist is. Er is geen enkel Duitsch 'luchtschip verongelukt. VorscbRJende berichten. LONDEN. Het Doonsoh© stoomschip „Vidar" heeft te Huil drie overlevenden aangebracht van de „Shark", een der drie torpodoveraiciers, waarvan mcai het lot nog niet kende. De „Vidar" zag de „Shark" in branden den toestand cn nam de overlevenden op. Ook zag de „Vidar" Woensdagnacht het wrak van csn Duitschen kruiser. LONDEN. D© „Associated Press" ver nam op de Admiraliteitdat do 'laatste rapporten van do adinnraals Jeüiooe en Boabty ©cn gevoel van opgetogenheid hebben gewekt.Di© rapporten kan nen als volgt vorder. samengevat „Wij trokken naar de wateren van den vijand om een gevecht te zoeken. Onze min der sterke vloot geraakte slaags met de go- heel© Duitsch© slagvloot, noodzaakte dez© naar de haven terug te keeren en de actie o pte ge-ven, di© zij van plan was. D© geheel© Engelsche vloot behalve de „Marlborough" hoeft kolen ingenomen 'en was opnieuw gereed voor den zeedienst binnen enkele uren na haar terugkeer naar de haven". LONDEN. (Officieoi.J Vier adelborsten van do QueenMary" zijn gered, alle an dere officieren zijn gesneuveld De commandant van de „Invincible" en een luitenant zijn de eenige officieren van dit schip, die gered zijn. Alle officieren van de „Indefatigable", de „Defence" en de „Black Prince" zijn gedood. Alle officieren van de „Warrior" zijn gered. LONDEN. Dfe Admiraliteit verklaard klaart naar aanleiding- van het Duit se© draadlooz© bericht aan den Duit soen ambassadeur te Washington, waar in voorkwam 'dat volgens het vers-lag der rede van den president van den Rijks dag de ondergang van. de „Warspite" op nieuw officieel bevestigd wordt, dat dit be richt onjuist is. Dat schip is n.l. in d© ha ven teruggekeerd. Even onjuist is heb be richt, dat de „Alcaster" („Alcasta") ge zonken is. Ook dit schip is in de haven, teruggekeerd. De namen der drie Engelsche torpedoja gers, dj© verloren zijn gegaan, waardoor het aantal dier vaartuigen volgens het offi- cieele communiqué tot acht gestegen is, zijn: „Nomad", „Nestor" en „Sliark". De verklaringen in hetzelfde Duitsche draadlooze telegram, dat drie Duitsche koop vaardijschepen. zonder waarschuwing door Engelsche onderzeeërs getorpedeerd zouden zijn, zijn ongegrond. De „Westfaten" verloren? Een onderschept draadloos telegram uit Eerlijn aan de „Associated Press" in Amerika dcolt mede, dat de Duitschers het verlies van ds dreadnought „Westfalen" erkennen. Niet geïnterneerd. AARHUS,.3 Juni. (Jiï. B.) Drie-Duit sche marinesoldaten, die hier gisteren door het Zweedsche stoomschip „Para" gebracht werden, zijn aan boord van het schip onder politietoezicht geplaatst. De opperbevelhebber gaf hun verlof om op kosten van het Duitsche consulaat naar Duitschland terug te keeren. In onze havens. Lit Hoek van Holland werd ons geseind Door de sleepboot „Thames" zijn hier aan gebracht 8 mannen en 1 doode van den Duit- fich-en kruiser „Frauenlob". Wij vernamen, dat het schip in tien minuten zonk. Van de rest der bemanning, 350 man, is den overlevenden niets bekend, evenmin omtrent de kruisers „Wiesbaden" en „Stuttgart", dio in de nabij heid waren.i In de ,,N. Rot.t. Ct." vinden wij nog de volgende bijzonderheden omtrent de aan komst der geredden van de „Frauenlob", door' de Thames' De schipbreukelingen bleken afkomstig van de „Frauenlob", die in den nacht van Woens dag op Donderdag om 1 uur, zonder dat ze fei telijk nog aan het gevecht had deelgenomen, door twee salvo's in den grond werd geboord. Het gevecht, waarin volgens eenige geredden een zestigtal Engelsche schepen betrokken was, had reeds anderhalf uur geduurd. Daar na was er een stilstand ingetreden en daarija had de ondergang van de „Frauenlob" plaats. Volgens andere geredden waren de Duitsche oorlogsschepen den ochtend tevoren uit Wil- helmshafen vertrokken. De gezagvoerder van do „Thames", dio niets van het gevecht heeft gezien, trof de schipbreukelingen met nog anderen op een vlot aan en wei ter hoogt© van 56° 30' N.B. 6° O.L. Inmiddels waren reeds eenige mannen van het vlot gespoeld. Gored konden worden Fahnrig Walter Sfcolzmann, de eerste machinist Max Muller, eerste machinist Maab Siegrist, de eerst© stoker Barthold, do matroos'lo kl. Gerlde stoker Marquart, de matroos Hillebrand (gewond aan hoofd en beenen), do matroos Gericke en de stuurmans maat Dicselberg (sedert overleden). Deze Diesel-berg leefde nog, toen hij aan lxxird der „Thames"' werd gebracht,, waar hij na twee uur stierf. Alle geredden waren totaal uitge put en worden door de bemanning der „Tha mes" van kleeding en voeding voorzien. Aan do béide gewenden werd niet alleen terstond geneeskundige behandeling verstrekt, maar ook geestelijke bijstand. IJ m u i d e n, 2 Juni. IJm itirlen lieeffc gisteravond even een vleugje gezien vaii den vreeselijken zeeslag, die, Woensdagmiddag begonnen, Donder dagmorgen nog voortduurde, tusschen de vloten van Duitschland en Engeland. Naar schatting hebben aan dezen zeeslag niet minder dan honderd a honderdvijftig sche pen deelgenomen.... Te kwart over zessen kwam de trawler IJm 122 met schipbreukelingen van den zeeslag aan den toeristensteiger te IJmui- den aan. Een Hollandsche- torpedoboot had den trawler ontmoet, en zoo was het nieuws hier al van te voren bekend. Aan boord ble ken te zijn een twintigtal Duitsche zeelieden en een gewond Engelsch officier. Begeleid door een Hollandsch zeeofficier en enkele Hollandsche militairen gingen de Duitschers aan wal: drie officieren, drie on derofficieren en vijftien'matrozen. De ge wonde Engelschman werd later overge bracht naar de woning van den Engelschen vice-consul te IJmuïden, den heer S. C. L. Reygersberg, om daar te worden verpleeg qU Wat een der Duitsche geredden verhaald e. Daar, in het Koning Willemshuis, hebben wij een onderhoud gehad met een der Duit sche onderofficieren. Hij vertelde ons, dat de „Elbing" een nieuwe snelle kruiser was. De commandant, „Fregattonkapitan" M a d 1 u n g, behoorde tot de officieren, die door de IJm 122 aan wal waren ge bracht, De „Elbing" was in het gevecht zoo ontredderd, dat beslót-en werd het schip te laten zinken. De een-en-twintig Duit schers, door den Hol land schen treiler aan gebracht, hadden het schip 't laatst verla ten. Te voren waren alle overige leden der bemanning (de „Elbing" telde ongeveer 450 man) gered door een Duitsche torpedo boot. Die zouden vermoedelijk nu wel iu Wilhelmshafen zijn, voegde onze zegsman erbij, met een tikje twijfel in zijn stem.... Wat later op den avond hebben we nog eens een kijkje genomen in het Koning Wil lemshuis. De Duitsche onderofficieren en matrozen zaten er toen genoeglijk bijeen te midden van lar.dgenooten uit Amsterdam en Hollandsche militairen en vertelden er van den oritzettenden zeeslag,waarvan ze eigenlijk toch maar een klein stukje hadden bijgewoond.... Het relaas van den Engel schen geredde. De officier van gezondheid dér Britsche marine G. B 1 u r t o n, semirarts in het burgerlijke leven, bevond zich aan boord van don Engelschen torpedojager „Tippe- rary": In den nacht van Woensdag op Don derdag, omstreeks twee uur, was de „Tippo- rary" door een treffer tot zinken gebracht. Blurton viel in het water, doch werd gered door... een sloep van den Duitschen kruiser „Elbing", dezelfde sloep, die later door d© IJm. 122 opgepikt werd. De Duitschers hadden hem vriendelijk behandeld. Zij had den zijn natte kleeron uitgetrokken en hem in droge dekens gewikkeld zoo verteld© Blurton, die bij het vuur, waaraan de Tipper ary" wa3 blootgesteld geweest, vier sehramwonden had gekregen, die echter niet van ernstigen aard waren. Een boot met geredden van den Engel schen torpedojager was nog in de verte zichtbaar, toen de Duitóchers en de En gelschman reeds door den treiler waren opgenomen. De treiler had er heen willen varen, maar plotseling was toen een Duitsche tor pedoboot komen opdagen. Even later doem de een Engelsche torpedoboot, en nauwe lijks was de treiler uit de vuurlijn of de Engelsche torpedoboot boorde de Duitsche met eenige schoten in den grond. Een klein incident slechts uit den grooten slag..., DeDuitscheofficieren. In hotel Nummer Een namen de drie Duitsche officieren, „Eregatten-kapitan" (kapitein-luitenant ter zee) M a d 1 u n g, commandant van de „Elbing", kapitan- leutnant (luitenant-ter-zee le klasse) Werber en de „Oberleutnant" (luit. ter zee 2e klasse) hun intrek. Wij lieten door bemiddeling van den Duitschen vic 4 consul te IJmuiden, den heer Bakker,) vragen of de commandant ons wellicht en kele inlichtingen zou kunnen verstrekken. Het antwoord was echter ontkennend. De commandant wenschte geen inlichtingen te geyen, doch verwees naar den positie-com mandant van IJmuiden, aan wien alles was meegedeeld. De Duitsche officieren hadden, van IJmuiden uit, telegrafisch hun familie leden in Duitschland van hun behouden aankomst verwittigd. Hetofficieelerelaas. Kolonel Van Stoctum, positie commandant van IJmuiden, was zoo vrien delijk ons het volgende mede ts deelen: De sloep met de 21 Duitschers was Don derdagmorgen door de IJm. 122 zeilende aangetroffen, koersende in de richting van de Deensche kust. De Engelsche officier van gezondheid bevond zich mede in de sloop. De „Elbing" was door geschutvuur zoo ontredderd, dat de commandant be sloot baar te doen zinken. Van den uitslag van het gevecht wisten de geredden niets. Het was nog aan den gang toen zij opgeno men werden. Bij elkaar hadden, van beid© zijden samen, ongeveer 150 schepen aan dezen slag deelgenomen. De „Elbing" was ©en snelle klein© kruiser van ongeveer 4 a 5000 ton zoo groot dus als onze oorlogsschepen - en eerst kort geleden gebouwd. Het verhaal van een ooggetuige. Kapitein Th. Punt, van den IJmuider trawler „John Brown" (IJm. 109), eige nares de.Algemeene Visscherijmaatschappij, was Donderdag 25 Mei uitgevaren ter vis- scherij. Op 56 gr. 31' N.B. en 6 gr. 15' O.L., 80 mijl van de Deensche kust, had hij zijn netten uitgegooid. Hij was vis- schende, toen hij Woensdagmiddag om streeks 2 uur een groote vloot in N.W. richting zag voorbijvaren: er waren groote schepen bij en ook eenige torpedojagers. In heb geheel waren het een vijftigtal schepen, die uit de richting Z. ten O. komende, in de richting N. ten W. koersten. Vermoede lijk waren het Duitsche schepen; er waren er bij met drie en vier schoorsteenen. Kapi tein Punt bleef doorvisschen. Omstreeks half vijf hoorde hij het eerste schot. In de meening, dat de vloot veel verder zou trek ken zij was toen ongeveer 20 mijl ten noorden van den trawler bleef de kapi tein op dezelfde plaats.. De schepen veran derden echter van koers en er volgde een kort doch hevig geschutvuur, vermoedelijk eeiiL voorpostengevecht. Het was heiig en het was slecht zicht. Na ae eersteschoten zag men op den trawler Engelsche schepen opdagen. De Engelschman zat vermoedelijk dicht onder de Deensche kust, de Duitschers kwamen waarschijnlijk van Helgoland. Beide partijen trokken in N.N- oostelijke richting op. 's Avonds om zeven uur waren de Duitschers eenigszins van positie veran derd. Het veld van actie strekte zich uit van 56 gr. 38' tot 57 gr. N.B. en van 6 gr. 25' tot 6 gr. 40' O.L. Plotseling zag men op den trawler twee reusachtige rookzuilen. Men meende er uit te kunnen afleiden, dat een paar Duitsche schepen gezonken waren. Te vijf uur 's avonds waren de netten ingehaald en was men tot zeven uur blijven drijven in afwachting van den afloop van heb gevecht en om de groote vaart te kun nen waarschuwen. Toen was men weer aan het vissehen gegaan tot kwart voor elven. Op dat tijdstip steeg een enorme lichbkogel uit de Duitsche vloot op en viel vlak bij den trawler in het water. Dat was vermoe delijk een sein voor den terugtocht. Op slechts 20 meter afstands passeerden zeven groote Duitsche schepen, met een 30 mijls vaart in Zuidelijke richting de „John Brown"A zpodat het water geweldig in be weging kwam. En plotss was de Holland sche trawler midden in het gevecht. Want do Engelschen zaten do Duitschers dicht op de hielen. Zoeklichten zochten de zee af cn wierpen hun schijnsel op de wijkende Duitsche schepen. De kogels vlogen over den trawler heen; een oorverdoovond gebul der vervulde de lucht, waterzuilen siocgcn op, een dikke rook- en kruitdamp hulde den trawler als in een dichten mist. Men zag twee schepen in brand staan, doch de brand duurde niet lang. De Engelschen waren op slechts 200 me ter afstand van de Duitschers, die in de richting van Helgoland wegstoomden. Te twee uur 's nachts had men op den IJmuider trawler voor het laatst de licht flitsen vau het zeegevecht gezien. 's Morgens om zes uur zag men twe© Engelsche torpedojagers en drie Engelsche onderzeeërs in de richting van Helgoland stooraen en dan varen ook meer Engelsche schepen uit het Westen komen opzetten. Deze schepen waren vermoedelijk te hulp geroepen door een Engelsch schip, dat bij den aanvang van het gevecht met volle kracht in Westelijke richting gestoomd was. De geredde zeelieden. Men meldt ons uit IJmuiden: De Duitsche officieren en schepelingen van de „Elbing" zullen naar Duitschland terugkeeren. De Engelsche ofificicr blijft voorloopig nog tèn huize van den Britschen vice-consul in verpleging. Uit Rotterdam bericht men ons: De acht door de sleepboot „Thames" ge- redden, afkomstig van den Duitschen krui ser „Frauenlob", gisteren te Hoek van Hol land aangebracht, zullen worden geïnter neerd. Vier van hen vertrekken-morgen naar Bergen. Het lijk. van den eenen overledene zou Maandag te 's-Gravczande begraven wor den. Niet geïnterneerd. Officieel. Het departement van marine deelt mede: Op 2 Juni werden te IJmuiden aange bracht door den Nederiandschen stoom trawler „Berfcha" IJm. No. 122 drie offi cieren, -waaronder de commandant, drie onderofficieren en vijftien mindere schepe lingen, allen schipbreukelingen van het Duitsche oorlogsschip „.Elbing", en één ge wonde assistent-arts van de Britsche marine. Aangezien de stoomtrawler Bertha" na de redding geen communicatie heeft gehad met ©enig oorlogsschip van de belligerenten, zijn de schipbreukelingen op last van de regeering, in overeenstemming met de be palingen van de 10e conventie 1907, Zee- Roode-lvruistrakbaat, in vrijheid gesteld om naar hun vaderland terug te keeren. Op 2 Juni werden te Hoek van Holland aangebracht door door de Nederlandsche sleepboot „Thames" negen schipbreukelin gen, van wie één onderweg is overleden, allen afkomstig van het Duitsche oorlogs schip „Frauenlob". Aangezien nadere in lichtingen moeten worden ingewonnen be treffende de omstandigheden waaronder de redding in open zee plaats vond, is omtrent het verder lot dezer schipbreukelingen door de regeering nog geen beslissing genomen. (Zie verder onder Laatste Berichten.) De Opperbevelhebber op reis. De Opperbevelhebber van Land en Zee macht, zou a.s. Maandagavond met eenige militaire en maritieme autoriteiten Den Haag verlaten, ten ©inde Dinsdag en Woensdag in de Stelling van Den Helder te vertoeven en ook de eilanden Te^el, Vlie land «n Terschelling te bezceken. Langer in dienst houden van mgelijfclon bij de militie. Bij het onderzoek vap dit wetsontwerp in de afdeelingen der Tweed© Kamer werd door verscheidene leden twijfel uitgespro ken of liet voortdurend onler de wape nen houden van een zoo groote troepen macht wel noodzakelijk is in het belang van 's lands veiligheid, en dus wel verantwoord in verband met de groote persoonlijke en finan- cieele lasten die daaraan voor de natie zijn ver bonden. Omtrent dit punt werden beschouwin gen gevoerd, overeenstemmende met die. welke reeds herhaaldelijk in de stukken der Kamer en in de mondelinge beraadslagingen aan dit onderwerp werden gewijd. Sommige leden ver klaarden, geen vrijheid te kunnen vinden, aan dit wetsontwerp hun stem te geven, wanneer niet te voren door de Regeering op overtuigen de wijze is aangetoond, dat geleidelijke demo bilisatie niet mogelijk is. Voorts werden betreffende de omstandighe den waaronder de manschappen hun dienst moeten verrichten, verschillende opmerkingen gemaakt, welke echter reeds ter kennis van de Regeering zijn gekomen dbor de beschouwin gen, door onderscheidene leden der Kamer ge houden bij de behandeling van het wetsont werp betreffende een siippletoir oorlogskrediet. Ten aanzien van dn verloven regeling werd in liet bijzonder aangedrongen op nauwgezette na leving door de commandanten van de door de hnogere autoriteiten vastgestelde bepalingen. Men had vernomen, dat van die bc-palingen wel in voor dn betrokkenen ongunstigca zin wordt afgeweken. Israelietische militairen. Bepaald is, dat, onvoorziene omstandigheden voorbehouden aan de Israelietische militai ren dio niet onder straf verkceren, noch in de tuehtkiassezijn geplaatst, voor zoover de be langen van den dienst hgt gedoogen, on hun verzoek vergunning kan worden verleend om liet Israël ieti soli e wekenfeest (Pinksterfeest) invallende op Dinsdagavond 6 Juni e.k. te 8 uur en eindigende op Donderdag d.a.v. ten 10J- uur namiddag, in hun gezin door te bren gen, en wel door hun verlof of vrijstelling van dienst toe te.staan in dier voege, dat zij na het invallen of vóór het eindigen van dezen feesttijd niet behoeven te reizen. Zij zullen*alzoo op 6 Juni tijdig vertrekken en op 8 Juni met de eerste reisgelegenheid mogen terugkeeren. De beido veilofsdagen (alzoo niet de dag van 6 Juni) komen voor hen in mindering van het algemeen (periodiek) verlof. De blauwe uniform. Naar het „Hbld." verneemt, is in zake het wederinvoeren voor officieren en onderofficie ren van een blauwe uniform nog geenerlei beslissing genomen, zoodat de daaromtrent verspreide berichten op zijn minst genomen zeer voorbarig mogen heeien. Uit de Staatscourant. Bij K. B. zijn benoemd bij het wapen der ïnf-, tot kap. J. J. H. Vinken J. N ij d a m, eerstgen. op non-act., de tweede adj. v/h instr.-bat.bij den staf van het wapen, tot kap. A. J. P. Zonnevyll©, werkz. bij de K.'M. A.; bij het res.-pers. der landm., met best. v/d d. bij de landw., bij de inf. der landw.. tot res.-kap. M. H. A. J ut a, v/h 9de bat. landw.-inf^ eft is oyergepl. in zijnen Openhartig. Re h't© r. Het is nu al de twaalfde maal, dat gij weg- ns dicfuta! veroorderld wordt. Bui ten en bcbatv© moreel© overwegingen zou men toch mogen verwachten, dat g'j eindelijk dat gevaar lij* handwerk eens !i"t rusten, daar gy uxdi geregeld op hectcrd.iad betrapt wordt. B os c h u I d i g d e. Maar iv:« zegt u, meneer, dat ik geregeld bij' eiken diefstal be- trapt boni" Verbetering. Een jongmeiiJch vraagt, in tegenwoordigheid zijner aangebedene, den vader om har© hond. Vader: l'w aanzoek is zevr vleiend; ipnar mijn© dochter is nog vcol te jong om tc huwen z;j is eerst zeventien jaar oud. Dochter: Eu zes weken, papa Eon waar woord. Fried rich von Schlegel's vrouw w as in har© .jeugd een zeer werkzame schrijfster en ijverig medewerkster van hnar echtgenoot. In later jaren deed zij afsuuid van allen lite- rarisohen arbeid en zij wijdde zich uitsluitend aan huiselijk© bezigbe-oen. In deze periode bezocht haar op zekeren dag een oud vriend, die haar bezig zag met ©on hemd to naaien. llij vroeg in den loop van het gesprek haar. waarom zij eigenlijk d© pen met de naald ver wisseld had. „O," luidde het antwoord, „boekon zijn er al veel t© veel in de wereld; maar ik heb nog nooi*. gehoord, dat er te veel homden waren.' Eon jong officier vr eg oen* tien artillerist van dienst; „Hoe -.voet j© don juisteu tijd, waarop je meet iet<-n I" „Ik kijk op mijn horloge, luitenant", zegt d© man. „Eu loopt j© horloge goed?" „Uitmuntend. Ea bovendien laat ik het eiken maand door den klokkemaker in het naastbij zijnd dorp gelijk zetten. Dat is een Zwitser, <1 ie hier al jaren woont en ik heb altijd gehoord, dat Zwitsers secure klok kenmakers zijn." Enkel© dagen later loopt de luitenant tegen twaalf uur door het dorp en komt door do straat, waarin de horlogemaker woont. Deze staat voor de deur eon lucht *o to scheppen. De officier groet hem en vraagt: ,,1-Iobt u nogal wat t© doen, hier in 't dorp?" ,,'t Schikt nog al. Niet zoo heel vcri. Ik kan tenminste e'ken dag cp mijn gemak op het Behot wachten!" „Op het kanonschot:" „Ja, luitenant. Da', incof ih wel, want daarnaar regel ik hier allo klokken!" rang en ouderdom van rang bij den gen. et de kap. H. G. Winkelman, v/h 6<le rog. inf. Bij K. B. is: lo. hen. b/h. re*.-pers. der landm. b/d. inf. der landw., b/b. 6de bat., tot res. 2e-luit. de dienatpl. serg. J- van Eek; 2o. tijdelijk bon. tot res- So-luit. de dienstpl. serg. C, T. de Jon g. Naar Oost-lndië. De voor het O.-I. leger bestemde officier van gezondheid 2o kl. J. de R u y t er zal 20 Juni met het stoomschip „Prinses Juliana" zijn bestemming volgen. Naar V/est-lndië. Met het stoomschip ..Prins Willem I", dat 9 Juni naar West-Indi© vertrekt, zal een detachement suppletietroepen, met bestemming voor Suriname, worden uitgezonden. Regeling van de algemeene, bijzondere en uitzonderingsverloven voor do zeemacht. Onderscheiding do'r verloven. 1. D© verloven van bijzonderen aard, welke gedurende de tegenwoordige bijzonder© tijds omstandigheden aan militairen der Zeemacht worden verleend, worden onderscheiden in al gemeene, bijzondere en uitzonderingsrerloven. Algemeene verloven. 2. Algemeene verloven worden volgens regrien^door clen Opperbevelhebber van Land en Zeemacht vast te stellen periodiek aan alle militairen verleend. Bijzondere-verloven. 3. Bijzondere verloren zijn die, welke worden verleend voor dienst bij publiekrechtelijke licha- men of openbare instellingen van vervoer, voor verschillende lands- en algemeene maatsciiap- pelijke belangen, voor uitoefening van zaken of bedrijven en voor studie. Zij worden slechts verleend, aan zeemiliciens en reservisten. Het verlcenen van deze verloven geschiedt door der. Minister van Marine, of in.spoed- eischende gevallen door de betrokken autori teit onder nadere goedkeuring van den Minis ter. De Minister kan echter de bevoegdheid tot het vérleenen dezer verloven in bijzondere gevallen of voor bijzondere catagorieën over- drage-n aan de betrokken autoriteiten. Verzoeken om bijzonder verlof hchoorcn tenzij anders wordt bepaald, te worden gericht aan den Minister van Marine. Het is echter in het eigen belang der botrokkenen, dat die verzoeken ook indien zij niet door hen zelf zijn gedaan worden ingediend hij den onmiddel- ïijken bhef, c.q., vergezeld van de noodige be wijsstukken, waaruit de noodzakelijkheid van het verlof ban blijken. Van bijzondere'verloven zijn uitgesloten; a. Zeemiliciens in eerste oefening; b. Zij, die dienst doen als buitengewoon mi litair kommies bij de belastingen. Uitzonderingayerloven. 4. Litzondcringsverloven kunnen met in achtneming van de daaromtrent door den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht te stellen regel"n door de betrokken autori teiten in dringende of ernstige gevallen wor den verleen^. Zij komen rer bcoordeeling van den betrok ken chef al dan niet in mindering van het aan belanghebbende verleende of te verlecnen ajgemeene" e. q. bijzondere verlof. e r g o e zekeren termijn telkens bij tusschcnpoozen wordt verle.end en dan telkens ten li oogst© vier dagen bedraagt. 'len einde op ben d© hierboven aangegeven uitzonderingsbepalingen t© zien toegejiast, rich ten do belanghebbende militairen daartoe hun schriftelijk verzoek, voor zoover li- de baton onder 7a, b en c betreft, tot den Rijksontvan ger, onder wiens kantoor du woonplaats van den belanghebbende ressorteert, en voor zoover liet de vergoeding onder 7d aangaat I indien de verzoeker zeemilicien is. tot den burgemeester der gemeèntc, voor welke hij is ingelijfd II indien de verzoeker reservist is, tot den burgemeester der gemcent-o, waar hij woon plaats heeft. Beide soorten van verzoeken worden inge diend bij den betrokken commandant. Deze zendt zoowel de verzoeken onder 7 a, b en c bedoeld, als die onder 7 d, na deze van zijn visum te hebben voorzien, zoo epoedig mosy- 1 ijk, doch in elk geval binnen drie dagen na d© ontvangst, zonder begeleidend schrijve n naar den burgemeester in het vorig lid bc-1-1. Jn dat vis-,lm wordt melding gemaakt ran het totaal bedrag van de militaire inkomsten per dag, waarop de militair recht heeft. Bedoelde* burgemeester zendt de verzoeken onder 7 a. b en c betreft, tot den Rijkoontvan- 1 trekken Rijksontvanger, na op het adres hebben oangeteekend of het gezin van bc-lan;:- h eb bende al dan niet vergoeding wegens kot - winnerschap geniet en, zoo ja, tot welk bedrag. Tevens vermeldt de burgemeester of dit bedrag ook tijdens het bijzonder verlof van den be langhebbende al dan niet or wellicht gedeel telij Ic wordt toegekend. De Rijksontvanger adviseert het verzoek, de militaire chef handelt geheel overei nkomstig het uitgebracht advies en geeft daarvan ken nis aan den militair. Beroep op de, ten gevolge van het door den ontvanger uitgebrachte advies, genomen be slissing is toegelaten. Belanghobbendo richt daartoe een schriftelijk verzoek aan den be trokken directeur der directe, hela--ingen cn/..,- en dient het in bij meergencK-mden militai ren chef. Deza voorziet het. van zijn visum en zendt het met een afschrift van het oorspron kelijk aan den ontvanger gericht© verzoek schrift, en de daarbij behoorende bescheiden zonder begeleidend schrijven naar bovenbedoel den directeur. Het door dien directeur aan den militairen commandant uit te breng-'-n advies is bindend. Kennis e vingen aan burg© meesters. 8. De voorgeschreven kennisgevingen van commandanten aan burgemeesters betreffende vc-rloven, verlecni aan zeomilioiens, wier be trekkingen in het genot zijn van vergoeding, geschieden voortaan ten aanzien* van: a. al!© bijzondere verloven, ook dia van korter duur dan vijf dagen; b. alia onbepaalde verloven en ver loven in afwachting van ontslag. Deze regeling treedt in werking op 1 Juni 1916. Militaire inkomsten voor rijksrekening; dingen. 5. Zij. die gebruik maken van de algemeene en de uitzonderingsverioven, behouden tijdens die verloven het recht op alle militaire in komsten. Zij hebben, voor zooveel zij een rang beklocden beneden dien van officier, recht op vrij vervoer naar de beginselen, omschreven in Legerorder 1915 B.172. voor d© Zeemacht, van toepassing verklaard bij ministerieel© beschik king van 21 Juni 1915 Bureau B nn. 72. Hunne betrekkingen behouden het recht op de vergoedingen wegens kostwinnerschap over den duur der in dit punt genoemd© verlo- vea- s 6. Door hen, die gebruik maken van bij zondere verloven, worden geen militaire inkom sten. behoudens vast traktement ea toelage voor kleeding wat de Marihe-Reserye betreft. genoten en de dagen, waarop zij in het ge not van verlof zijn, inbegrepen dmi dag van vertrek, doch niet dien van terugkomst. Zij hebben geen recht op vervoer voor Rijksreke ning. Aan hunne betrekkingen mogen geen vergoe dingen wegens kostwinnerschap worden uitge keerd voor de. dagen, waarop zij in het genot van verlof zijn. ook niet op de dagen van ver trek en van terugkomst. 7. Ten aanzien van hen. di© van de bijzon dere verloven gebruik maken, kan bij uitzonde ring worden bepaald a. dat zij, voor zoover niet den officiersrang bekleedende, voor Rijksrekening mogen worc®n vervoerd van hunne standplaats naar hunne woonplaats en .omgekeerd b. dat zij in het genot van militaire inkom sten mogen blijven, doch alleen voor het geval het gel di, een verlof, dat gedurende een zeke ren termijn telkens bij tussehenpoozen wordt verleend en dan telkens ten hoogste vier dagen bedraagt; c. dat zij voor zoover niet den officiers rang bekleedende voor Rijksrekening mogen worden vervoerd eh tevens in het genot van de militaire inkomsten mogen blijven, doch alleen voor het geval het een verlofgeldt, dat gedu rende een zekeren termijn telkens "bij tus sehenpoozen wordt verleend en dan telkens ten hoogste vier dagen bedraagt; d. dat hunne betrekkingen de hun c.q. toe gekende vergoeding wegens kostwinnerschap mogen blijven genieten, eveneens slechts voor het"geval het een verlof geldt dat gedurende .een Ten aanzien van de verloven van anderen aard (groot verlof, voorloopig klein verlof, ver lof tot herstel van gezondheid, verlorren aan personeel van opleïdmgen enz.) gelden de be palingen, die daarvoor hij afzonderlijke rege lingen zijn of worden vastgesteld. Uit de Staatscourant. Bij K. B. is M. ten H o e v e, wed. van den gep. serg.-both. J. Gesrtsma, een pens. vorl. van 279. Gnseregsldhedsn te S&erabaja. Het Tweede Kamerlid Hugenholtz heeft de volgend© vragen tot den Minister van Marine gericht: Is de "Minister bereid aan de Kamer volle dig© mededeeling te doen om Tent ce jongst© ongeregeldheden die te Soerabaja onder het marine-personeel hebben plaats gohad? Wat is daar geschied, welke waren de oor zaken, op welke wijze heeft de Ikgeering de orde hersteld, wat heeft zij gcdacn t«.t wee- neming van bestaande grieven, en welke zijn d.e direct uit het voorgevallene voor' gevolgen Hr. Ms. „Noordbrabant". Blijkens bij het Departement v.-n Marine ontvangen bericht is de „Noord-Brabant" Vrijdag' van Kaapstad vertrokken. Gorrespenrfoniie. ONZE CORRESPONDEMTIEüUBR!EK per brief wordt niets bsantwoord. Ai;:e vragen •ordon regolm^:! j en zoo spoedig m o- ge I ij k en geheel kosteloos dcc;- ons op de bourt afgedaan, zoodat het overbodig is nog weder eens bij nader schrijven antwoord te ver zoeken, Wie' bij zijn vraag 3 cent postzegels insluit krijgt apart „Da Soïdaiancc-urant toege stuurd, waarin het antwoord op zijn vraag vcor komt. Ceef steeds uw juisto en voücdige mili taire'adres op. Vragen van burgers worden NIET bqantwoord. Adressen gevraagd. Eerste 'plaatsing. De Directeur Hoofdespeêitie Veldpost verzoekt tegenwoordig adres vau Leo Beckers, 1 III 13 R. I. N. de Groot, ruil. serg. 2 I 4 E. I. S. Hiemstra, serg. mortel kas. s'-Bosch. J. H o f, 1 II 21 R. I.; P. de Jong, 4 lil 21 R. T.J H. K e n t e 1, 3 45 L. W.; J. K n o 1 s t e r, 1 II 4 R. I.; J. Knol ster, 1 II 4 Rs. J. Koot, 1 comp, depot IVj

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 3