No. 282. Zonflag 4 Juni 1916 Orgaan voor Leger en Vloot. De rede van den Minister van Oorlog. Gezondheidsleer TWEEDE JAARGANG. DE SOLDATENCOURANT REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTR. 10, AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT, ABONNEMENT BIJ VOORUIT BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS 1.50 P.K WART A AL (iveit«u;iPn v.tu Amsterdam. Prya der deetngeu op da tweede, reductie. Advert derde Aan de Italiaansch-Oostenrijlcsclie grens. De Oostenrijkers hebben op de Italianen weer een merkwaardig suc-ces behaald. Zoo- als men weet, zijn zij reeds doorgedrongen 'op Itab'aansch gebied, zouden zij daar nu "reeds 300 vierkante- kilometer hebben bezet en er een paar versterkte steden ingenomen, "nl. Asiago en Arsiero. Het zijn wel geen vestingen van buitengewoon belang, maar voor de Italianen, die reeds op Tiroolsch, dus Oosten rijksch, gebied stonden,, is hei. een harde slag nu teruggedreven te worden op eigen 'bodem, en 'terwijl zijl zelf nog geen der vestingen, als Görz, die zij sedert een jaar op het oog hebben, konden innemen, zien zij zich thans beroofd van twee versterkte plaatsen,, welke den weg naar de vlakte van Lom- bardije, naar Venetië misschien, beschermen moesten. We geven hier een kaart van het gebied., waar vooral de strijd woedtmen ziel daarop duidelijk Assiago liggen aan het eindpunt van een- spoorweg-tak van Padua over Vicenzo en Schio; moeilijker is het Arsiero te vindenwij zien het wat ondui delijk aan het eindpunt van een ander epoorwegje dat het verbindt met de 'groote steden in Noord-Italië, en aan het riviertje de Posina; het ligt, om een 'nadere aan duiding te gevgn, ten zuidwesten ven Bar- davola. Bovenstaande kaart toont duidelijk de he- teekenis van de Oostenrijkscba doorbraaks- poging in den sector Asiago-Arsiero en geeft tevens een overzicht van het Italiaansch- Oostenrijksche front tot de Boven-Boito toe, waar de actie zich, voorloopig althans nog, tot plaatselijke gevechten bepaalt. Het nieuwe Oostenrijksche front loopt nu ten zuiden van Marco tusschen Zugna Torta en Coni Zugna zuidwaarts naar Chiesa, maakt dan weer een bocht naar het noor den over den Monte Pasubio en gaat dan in breede bochten in noordoostelijke richting over de hoogvlakte der Set-te Communi naar hot Sugana-dal. De linie .gaait vlak langs Arsiero en Asiago en springt tusschen dezo beide plaatsen in de richting van Cesuna (ten zuiden van Canova) vooruit. Aan dit gedeelte van de linie is de hoofdaanval ingezet en de belangrijkste gebeurtenissen zijn de eerste dagen dus hier te wachten, waar de dreigende doorbraak den Oostenrijksch-Hongaarschen legers den weg naar de vlakte zou openen en hen in staat zou stellen de spoorwegliihen. de ver bindingen van de verder in het oosten agcerende Italiaansche legers te bedreigen- (Vervolg.) Thans wenscli ik nog over de geneeskundi gen dienst in het 'algemeen een enkel woord te zeggen. Ik zal daarbij in korte trekken den toestand., weergeven, zooals deze was op 1 Augustus 1914' en daaraan eenige korte mèdedeelingen vastknoopen omtrent hetgeen in dien tu3- schentijd is gedaan. Ik begin met de eigenlijke ziekeninrichtin- gen. Wij hebben 12 hospitalen in ons land, waarvan 3 groote: een to 's-Grabenhage, een te Amsterdam en een te Utrecht. Verder zijn er 32 ziekenkamers en ziekenzalen. Gedurende de mobilisatie heeft op verschil lende plaatsen ter uitbreiding van de gelegen heid tot ziekenverpleging barakkënbouw bij do hospitalen plaats gehad. 'De toestand van de, drie groote hospitalen mag wel als bekend worden verondersteld De slechtste van de drie zijn die to Utrecht en tc 's-Gravenhage. Het z n o.ude gebou wen, die niet voldoen dat kan gerust ge- ee-^d worden aan do eisehon, welke men. uan oen moderne ziekeninrichting stelt. Het beste van do drie, of wil men, het minst slechte, is hot hospitaal te Amsterdam. Omtrent het hospitaal te Amsterdam heb ik een en ander medegedeeld in mijn antwoord aan den heer Drion. Op grond van het on derzoek, dat ik heb laten instellen, meen ik te mogen zeggen, dat dat hospitaal wel zoodanig te verbeteren zal zijn, dat het een goede in richting wordt, dat wil zeggen, een deel ei van. li: heb dit trouwens reeds gereleveerd in mijn antwoord aan den hoer Drion. Dut hospitaal bevat immers zieken en niet- zieken. Nu is het mogelijk, een vleugel, van het hospitaal, waarin thans reeds de operatieve afdeeling is, zoodanig in te richten, dat ern stige patiënten daar worden ondergebracht en dat er tusschen dien vleugel en het groote ge bouw, waarin die andere massa verpleegden kunnen wordon ondergebracht, geen gemeen schap is. Te 's-Gravenhage hebben wij er een huis .bij gehuurd, waarheen het drukke polikliniek- werk is overgebracht. Te Delft, waar het hospitaal het is eigen lijk een ziekenkamer gevestigd is in een gobouw, dat in t d van vrede dient tot maga zijn van geneeskundig materieel, heb ik zeer grondige wijzigingen laten aangrengen na een bezoek, dat ik er eenigen tijd- geleden ge bracht heb. Het is een oud gebouw, dafc. destijds hooft dienst gedaan als kazerne, waar de opleidings cursus van officieren is geweest, en dat ten slotte is gedegradeerd tot geneeskundig maga zijn en dat nu uïfcteraard was ledig geraakt door de mobilisatie.. Dat werd bij de mobili satie met spoed ingericht tot nood-hospitaal. Door verbetering der faecaliënafvoer, het bij- bowuen van waschkamers bij de lokalen, het aanbrengen van waterleidingen, van geysers, is een groote verbetering ingetreden. Te Utreoht heb ik ook, kleinigheden laten veranderen, maar ik weet werkelijk niet, of het wel de kosten loont om nog veel aan dat ge bouw te verbeteren. Door de mobilisatie was de behoefte aan ruimte voor verpleegden zoo groot, dat wij met de militaire hospitalen niet konden volstaan. Sk heb hies gen kaart*, welke illustreert hoe in Noord-Brabant, Limburg en Zeeland tal van noodziekeninrielitingen door gemeenten en particulieren beschikbaar gestold werden. Overal waai men op die kaart cijfertjes ziet, zijn dergelijke inrichtingen in Augustus 1914 beschikbaar gesteld. De cijfertjes geven aan voor hoeveel personen zij dienen. Dat is des tijds in overleg met den geneeskundigen dienst geregeld. Het zijn er ver over de hon derd. Maar bovendien beeft men overeen komsten aangegaan met 21 particuliere zïe- keninrichtingen, met 12 krankzinnigengestich ten en zonder contract omdat verschillende ziekeninrclitingen dat niet verlangen heeft men in 119 ziekeninrïchtingen de gelegenheid geopend om patiënten tegen den gewonen pen- sionsprijs op te nemen. Dat zijn bij elkander 152 ziekeninrichtingen, waar op dib oogenblik militairen worden of kunnen worden ver pleegd. Ill Amsterdam b.v. worden patiënten met- besmettelijke ziekten naar een der gasthuizen gestuurd. Te Utrecht hebben vier burgerlijke ziekeninrichtingen zich bereid verklaard mili taire patiënten tegen overeengekomen grijs op te nemen. Men ziet, dat in ruime, mate* rekening is ge houden met de vermeerdering van het aantal to verplegen personen in verband met de groote sterkte van het leger en dat dus op organisatorisch gebied, wat" dit onderdeel be treft, wel degelijk nuttig en goed werk is ver richt door den geneeskundigen dienst. Wanneer wij 111 don oorlog mochten komen, tusschen haakjes zij hier gezegd, dat de samenwerking van het Rootle Kruis, met den geneeskundigen dienst zoo cordiaal mogelijk is zullen wij, 'daarvan zijn wij zeker, door de zorg van het Roode Kruis in burgerlijke zie keninrichtingen en sanatoria over een totaal van 20,000 bedden kunnen beschikken. Verder zijn grootendeels voorbereid de noodziekenin- richtingen, die men op deze kaart vindt, over al waar een rood kringetje om gehaald is. Men zal te Rotterdam onmiddellijk kunnen be schikken over 2175 bedden en te Amsterdam over 5000 bedden, terwijl daar tevens de gele genheid wordt gemaakt om dat aantal tot 14,000 op te voeren. Speciale inrichtingen zijn georganiseerd voor kaak- en oogvorwondïngen, en ik kan er bij voegen, dat voor de eerstgenoemde verwon dingen een paar officieren van gezondheid in Duïtschland vertoeven ten einde op dat gebied de noodige kennis op te doen. Ik stap nu van die gebouwen en ziekenin richtingen af om een oogenblik te verwijlen bij het personeel. Ik heb hier gehoord, dat wij 400 officieren van gezondheid hebben, maar dat is onjuist. Organiek bobben wij er slechts 112 en op 1 Augustus 1914 ontbrak daarvan 10 pCt. Op de begrooting voor 1914, de eerste begrooting, die ik hier heb verdedigd, zijn de maatregelen gebracht om dat incompleet te dekken. De positie-verbetering van de officie ren van gezondheid, waartoe in 1913 is besloten, trad op 1 Januari 1914 in werking. Nu traden bij de mobilisatie tot liet korps officieren van ge zondheid toe de groote schare van reserve officieren van gezondheid, verder burgerge- neesheeren, die zich als tijdelijk officier van gezondheid aanmelden, eenige oud-officieren van gezondheid, die reeds in ruste waren, bur ger-artsen en officieren van gezondheid van het Indische leger, die hier met verlof waren. Ik breng aan allen, die optraden zonder daar toe verplicht te zijn, mijn huldeZij verdienen den dank van het land, ..dat zij zich met hun wetenschap ten dienste van het leger hebben gesteld. Van de thans aanwezige officieren **an ge zondheid zijn 2/3 hurgergeneeshgereu en on der dezen zoowel als onder de beroepsofficieren van gezondheid bevinden zich specialiteiten op elk gebied. De meesten zijn in de hospitalen te werk gesteld. Gedurende de mobilisatie is ingesteld het instituut van de militaire tandartsen, in onze dagen een dringende eisch, en thans zijn in de hospitalen en ziekeninrichtingen een 20-tal van die tandartsen werkzaam. Een aantal tijde lijke apothekers en apothekersbedienden zijn in dienst gesteld, waaronder zoowel burgers als mannen uit het Nederlandsch-Indische leger Met. betrekking tot de specialiteiten nog dit. Men beeft uitgeroepen: „een reserve-offi cier van gezondheid, professor in de oogheel kunde, krijgt gewonen dienst te doen en oog- zieken laat men behandelen door een ander!" Neen, Mijnbeer de Voorzitter, dat is niet juist. Aan prof. Van der Hoeven uit Groningen, re serve-officier van gezondheid; is reeds in Sep tember of October 1914 drie dagen verlof per week verleend om hem gelegenheid te geven zijn colleges waar te nemen en zijn patiënten in Groningen te behandelen. De andere drie dagen trad bij te Amersfoort als consultoo- rend oogheelkundige bij het garnizoen en bij het internccringsdepot tc Zeist op, geen sinecure als men rekent, dat het interneerïngsdepot 15,000 man telde en het garnizoen te Amers foort ook zeer groot' is. Bij den aanvang van den cru sus 1915/1916 werd liet driedaagsch verlof veranderd in een verlof van zooveel dagen per week als de hoogleeraar zelf noodig vond, een regeling dooi den hoogleeraar zelf ontworpen. Hij is thans chef van een veldliospitaalafdeeling en heeft daarvoor weinig te doen, want het is in hoofd zaak een administratieve betrekking. Zoo kan hij het grootste gedeelte van zijn tijd wijden aan het hoogleeraarsambt. "VVat nu de oogziekten betreft, wij zijn in het leger van het begin van de mobilisatie af in het gelukkig bezit van tal lan oogheelkun dige specialiteiten, die in de hospitalen wer ken. Wanneer oogpatiënten zich voordoen, worden zij naar de hospitalen geëvacueerd eu onder hun behandeling gesteld. Ik kom thans tot het verplegend personeel. Wij hadden bij het hospitaalpersoneel reeds vóór Augustus 1914 den gediplomeerden ver pleger zijn intrede laten doen. Men' heeft gereleveerd, dat er reeds vroeger een commis sie is geweest tot reorganisatie van den ge neeskundigen dienst, waarvan de inspecteur van den geneeskundigen dienst zelf deel uit maakte. Gevolg van de voorstellen dier com missie die er lagen bij mijn optreden was, dat de gediplomeerde^ verpleger zijn in trede deed in de militaire kiekenhuizen. Dit wil niet zeggen, dat het niet gediplomeerde personeel slecht of ongeschikt is voor zijn taak. Ik moet voor die menschen opkomen. El- zijn onder die verplegers ik heb dat van verschillende doktoren vernoemen mannen die 30 jaren en langer dienst hebben gedaan, die in de practijk zijn opgevoed zonder veel theorie, maar die vaak do rechterband van den medicus zijn. Maar dat de zaak geheel in orde is, ik zou de laatste zijn om dat te be weren. Inderdaad in de opleiding van bet ver plegend personeel moet verbetering worden gebracht. Toch zijn veelal en vooral in dezen mobilisatietijd de ernstige patiënten, de eigen lijke zieken die ziekenhuisrerpleging noodig hebben, onder handen van pleegzusters. Het aantal pleegzusters is gedurende de mobilisatie op verscheidene plaatsen uitgebreid. In Den Haag, Utrecht, Amsterdam, in Arnhem, in Haarlem, zijn' pleegzusters werkzaam en ik zal piet aarzelen om, waar de behoefte daar aan ontstaat, op dit gebied verder voort te gaan. Het aantal der hospitaal-verplegers, die ge diplomeerd zijn, bedraagt een goede 40; na tuurlijk is deze mobilisatietijd niet gunstig voor het verder ontwikkelen van het instituut, omdat de gelegenheid tot het geven van theo retische opleiding buitengewoon gering is. Toch gebeurt het, dat tusschen de druppeltjes door onderwijs wordt gegeven en het diploma wordt behaald. Men heeft, niet in deze Kamer, maar in de pers, over dat diploma weer de schouders op gehaald. Maar liet is geen Rijksdiploma, he't moet worden verkregen bij particuliere instel lingen, den vakverpfegersbond bijv. bet exa men wordt niet door militaire medici afgeno men, maar door dien bond, die het diploma geeft en wanneer dus het diploma onverdiend zou worden uitgegeven, zou men daarvan niet den geneeskundigen dienst een verwijt moe ten maken, maar zich richten tot de betrok ken vereeniging. Er zijn gedurende de mobilisatie, naast de militaire verplegers, een aantal gediplomeerde burgerlijke verplegers in dienst gesteld. Er zijn heel góede onder, maar ook minder goede. Een typisch voorbeeld is wel, dat de inspecteur van den geneeskundigen dienst bij een in spectie m een onzer hospitalen alles bevredi gend vond, maar dat hij een zeer ernstige be merking moest maken op een zaal, waar juist een burgerlijk gediplomeerde verpleger was. Ik wil daarmede zeggen, dat het diploma op zich zelf geen testimonium is voor buitenge wone geschiktheid. Aan den anderen kant wil ik daarmede natuurlijk het diploma niet aan vechten, dat spreekt vanzelf, maar het is niet het alleen noodigemet- dat diploma krijgt men hij voorbeeld niet de toewijding, die toch ook een vereischte is. Ik heb in mijn leven nog al vaak met zieken te doen gehad, en de beste verpleegster die ik aan het werk heb gezien, was er een zonder diploma; hetgeen natuur lijk niet zeggen wil dat verpleegsters zonder diploma de beste zijn. Behalve de gediplomeerde burgerlijke ver plegers en ook verpleegsters uit krankzinnigen gestichten want die zijn ook noodig in de hospitalen, waar zooyeel psychopaten zijn werden er ook dienstplichtige verplegers, die onder de wapenen zijn. naar de hospitalen ge roepen en zoo is liet verplegend personeel ge leidelijk uitgebreid. Met die uitbreiding zal worden voortgegaan, wanneer wij personeel kunnen krijgen, want men moge bedenken, dat er behalve in de krankzinnigengestichten, niet zooveel mannelijk verplegingspersoneel is. En nu kan ik niet tolereeren, dat x-rouwelijk personeel dienst zal doen hij Het grootste deel van de patiënten in de hospitalenik kan ze toch niet brengen bij psychopaten en bij lijders aan geslachtsziekten Nu de hospitaalsoldaten. Inderdaad zij zijn geen verplegers. Dat is ook eigenlijk gezegd hoe gewenseht het overigens zou zijn ook nooit de bedoeling geweest. Die hospitaalsolda ten hebben een diensttijd van SI maand en nu is het toch wel voor ieder duidelijk, dat men in zoo korten tijd geen verpleger lean oplei den Bij de hospitaalsoldaten worden zooveel mogelijk aanstaande medici, apothekers, kort om allen, die met. de ziekenverpleging, zi.i het ook zijdelings, iets te maken hebben, inge deeld. Als men onder degenen, die op 20-jari- gen leeftijd onder de wapenen komen. ver plegers had, dan spreekt liet vanzelf, dat men ben tot hospitaalsoldaat zou aanwijzen, maar onder hen komen natuurlijk zoo goed als geen verplegers voor en ook geen, die zich daarvoor laten opleiden. Die menschen worden eigenlijk slechts opgeleid tct eerste-verbandleggers en helpers, maar als-zoodanig en dat wil ik hier even constateeren hebben zij bij de Belgische invasie, wat de inspecteur van den geneeskundigen dienst noemt, schitterend werk geleverd. Nu zijn die menschen ook m hospitalen en er is gezegdnachts zit daar een hospitaalsoldaat op wacht, hoe kan die nu de patiënten verplegen Ja, dat is waar, maar die hospitaalsoldaat zit niet op wacht in of bij de zalen, waar de ernstige zieken zijn. Daar komt geen hospitaal soldaat, daar zit een verpleger en de hospitaal soldaten zitten alleen in of bij de zalen, waar de menschen liggen, die in een ziekenhuis eigenlijk niet thuis behooren. Zoo zit te Am sterdam in de afdeeling psychopaten wel een hospitaalsoldaat, maar hij heeft een schel hij zich, om als het noodig is, een verpleger te roepen. Blijkens een stuk dat ik ontvangen heb, sukkelt men eigenlijk overal met analoge moei lijkheden bij dit deel van den verplegings dienst. In een rede van den kolonel Hauser, Armeeartz in Zwitserland, in September in Neurenberg gehouden, wordt op hetzelfde euvel gewezen en gezégd dat men geoefende handen te kort komt. Wat het materiaal in de hospitalen betreft, inderdaad laat dit hier en daar, soms weinig, soms veel te wensclien over. Ik heb daarin bereids verbetering gebracht, toen ik op mijn tochten door het land verschillende hospitalen jbezocht heb, en daarbij bevelen heb gegeven om verschillende dingen aan te schaffen en niet schriel te zijn, maar flink aan te pakken en te nemen wat noodig is. Wat daarentegen den voorraad genees- en verbandmiddelen betreft, deze is voortdurend aangevuld en uitgebreid, in weerwil dat men ook daarbij groote moeilijkheden had te over winnen, omdat ook op dib gebied bijna alles uit het buitenland moet komen. Wij gaan mgt het beste vertrouwen een eventueelen oorlog te gemoet, omdat wij in dit opzicht zeer goed zijn geoutilleerd. De instrumentaria zijn overal goed in orde en ruimschoots voorzien. Gasmaskers zijn in groote hoeveelheid aangemaakt en de aanmaak wordt voortgezet. De dressuur van Roode- Kruishonden wordt in de hand gewerkt. Voor het vervoer van gewonden en zieken werden aangemaakt of aangekocht brancards. Massa's brandcards zijn gemaakt en onderling .verwis selbaar ingericht, zoodat de man die on het slagveld op een brancard wordt gelegd met overlading in een trein of ander vervoermid del, altijd op dezelfde brancard blijft liggen en met die brancard in het hospitaal komt. Loopgraaf bran cards zijn in groote hoeveelheid aangemaakt en rijwielbrancards zijn aange kocht. Voor een aantal ziekenauto's wordt het koetswerk in orde gemaaktthans ook reeds de chassis te vorderen zou geen reden hebben» aangezien dit veel kost en men daar mede wachten kan tot het noodig is. Het koetswerk behoeft er maar opgezet te worden en dan zijn wij in het bezit van zeer voldoende ziekenauto's. Een aantal treinen voor gewonden wordt steeds gereed gehouden. De inrichting van die treinen was in den aanvang primitief en ge heel 'gebaseerd op de wijze, zooals men dit kort na cjen oorlog van 1870 deed. Niet onvoldoende, maar primitief. Ik heb na het bezoek aan die treinen bevelen gegeven, om wat in overleg met den geneeskundigen dienst door mij noodig werd geoordeeld, als nog aan te brengen. Bovendien zijn verschil lende wagons, die zich daartoe beter leenden, beschikbaar gesteld voor het vervoer van ge wonden. Treinen, die bestonden uit ouderwet- sehe goederenwagens zijn vervangen, met- me dewerking van het Roode Kruis en de beide spoorwegmaatschappijen, door de grootore be- stelgoederenwagons, die minder schokken on voor het vervoer van zieken beter geschikt zijn. Motorschuiten cn schepen zijn beschikbaar en deze zaak is zoo geregeld, dat op elk ge wenseht oogenblik in alle liniën en stellingen en in een waterland als Zeeland onmiddellijk deze vervoermiddelen in gebruik kunnen wor den genomen. Het materiaal, waarmede de booten en schuiten moeten worden klaar ge maakt, ligt gereed. Welke maatregelen zijn er nu door den ge neeskundigen dienst genomen tegen besmette lijke ziekten Op zeer uitgebreide schaal heeft vaccinatie plaats gehad tegen de pokken. Tusschen haak jes zij gezegd, dat die vaccinatie geheel vrij willig istelkens wanneer iemand voor deze vaccinatie in aanmerking komt, wordt hem gezegd, dat hij er zich niet aan behoeft te onderwerpen. Waar het wenschelijk was, is in geënt tegen typhus. Vroeger is dit in ons land nooit gejieurdde militaire geneeskudige dienst heeft dit te onzent Ingevoerd. Ook sc rum tegen nekkramp is aangewend. Op dit oogenblik worden door officieren van gezond heid de burgermedici hierin geholpenaan hen wordt gewezen, hoe deze bewerking plaats heeft. Groote hulp werd verleend dooi- het Centraal laboratorium voor de volksgezond heid. Voorbereidingen zijn getroffen een ge deelte van dat laboratorium mobiel te kunnen maken. Een aantal mobiele onismettings- ovens zijn bij de troepen ingedeelder zijn van deze inrichtingen nog in aanmaak. Een mili taire gezondheidscommissie werkt preventief en reist voort-durend rond tot het bestrijden van alle oorzaken, die het ontotaan van be smettelijke ziekten in do hand kunnen werken. Waar in de couranten op den geneeskundigen dienst zooveel, is afgegeven, waar daaromtrent het woord moet er uit >ooveel laster is verspreid, wil ik hier eens een ingezonden stuk voorlezen van iemand, die zeer zeker lot oor- deelen bevoegd is, van dr. Broers, directeur van het centraal laboratorium bij "de volksge zondheid. Deze schrijft „De militaire geneeskundige, dienst gaat de laatste dagen over de tong en deze tong is verre van waardeerend. De eige naars van die tongen zijn niet altijd even goed ingelicht en geen hunner, toont dat hij volledig is ingelicht, anders had hij zeker het vele goede, dat de militaire ge neeskundigen ii\ dezen mobilisatietijd hebben verricht en nog dagelijks verrich ten, niet verzwegen, i Dat de hospitaalgebouwen voor het mee- rendeel meer dan slecht zijn, kan men toch den militairen geneeskundigen dienst niet verwijten, die wezen daar genoeg op. Dat het smerig is in de militaire hospi talen, dat kan aan de directie liggen, maar ook aan de bewoners." Ik kan mij niet weerhouden hier een feit nede te deelert. De geachte afgevaardigde_ uit Amsterdam, de heer Van Hamel, heeft giste ren gezegd, dat zijn mond weigerde som mige dingen hier te zeggen: ook bij mij is dat het geval. Maar wanneer ik die ding'ép zou moeten zeggen, dan zou mijn beschuldiging niet gericht zijn tot het hospitaalpersoneel, maar tot de patiënten zelf. Ik wil echter één geval mededeelen. Te Am sterdam waren geheel nieuwe privaten _ge- maakt volgens het doorspoelingssysteem. Wel- .nu, nog niet één dag was een van die priva- ten in gebruik, of her was pan boven tot- on- der besmeurd door een verpleegde. Ik weet niet. of die man in de courant schrijft, maar ik acht niet onmogelijk, dat hij het is, die in de courant gaat vertellen, dat het daar zoo vuii is. hij heeft dan dubbel succes. Dr. Broers schrijft verder: „Do .patiënten" in een militair hospï- - taal zijn voor het overgroote deel nauwe lijks of niet ziek; zij worden daar opge borgen, omdat er elders geen plaats voor hen is. Wie dit deel. der hospitaalbewo ners heeft gadegeslagen, zal niet alle schuld aan de directie willen geven. Of onze militaire geneeskundige dienst gereed zal zijn de gewonden naar den a eisch te behandelen kan ik niet geheel bc- oordeelen en daarom schrijf ik er niet over, zelfs niet anoniem*. Mijn werkkring brengt mij echter dagelijks in aanraking met een ander en zeker niet minder ge wichtig deel van de taak, die op den mi litairen geneeskundigen dienst rust-. Ik heb kunnen waarnemen, hoe krachtig de strijd is geweest, dien deze dienst heeft gc\oerd tegen een vijand, die ons van alle zijden lieeft bedreigd. Dank zij een voortreffelijke organisa tie, is liet onder de leiding van den nog zoo jeugdigen en wakkeren chef van het dienstvak Van den militairen geneeskun digen dienst gelukt- ons leger vrij te hou den van elke eenigszins belangrijke uit breiding van de ziekten, die ten allen tijde een gemobileerd leger hebben "aan getast en die ook nu aan alle kanten op da loer hebben gelegen. Dat ons leger en ons land nauwelijks meer dan onder nor male omstandigheden door besmettelijke ziekten zijn geteisterd, zelfs niet in den tijd van het binnenstroomen van uitge wekenen van over de grenzen, danken wij voor een zeer groot deel aan het goede werk van de militaire geneeskundigen. Zij verdienen daarvoor de warme waar deering van het Nederlandsche volk." Dat zegt iemand, die zijn naam er onder zet en er over oordeelen kan. Slot volgt.) door J. P. BUL, officier yan gezondheid. LIV. Nekkramp. In den laatsten tijd heeft do nekkramp in ons land vele slachtoffers geëischt, ook onder de soldaten efn het zal dus wellicht nuttig zijn om dezo ziekto eens in do „Soldatencourant" te "bespreken. Ze ontleent haar naam aan de eigenaardige houding. die de patiënten hebbenhet hoofd sterk naar achteren gebogen. Het is den lijders- onmogelijk om de kin op de ■U. I'a^MriljJm'.rattt 10, In:.: lil gezond «n Medfe- pagina dubbel tnri'3. By abonnement borst te brengen en iedere poging, die men daartoe aanwendt, veroorzaakt pijn. Het begin dtr mekte is zeer verschillend, soms gevoelen de lijders zioh eerst, eenige dagen onwel, soms daarentegen begint ae ziekte plotseling met een koude rilliug. Ook het verdere verloop kan zeer uiteenloopend zijn cn het is dikwijls lastig om met zekerheid te zsggen, of de zieke aan nekkramp lijdt. JJet bespreken van de verschillende riekt©T verschijnselen behoort m. i. niet in de ...Soldatencounant" thuis en wij zullen dus liever eens nagaan hoe de ziekte zich ver breidt, welke maatregelen men ncomb om eon besmetting tegen 1e gaan en hoe do soldaten daarbij kunnen medewerken. De meeste menschen denkon, dat nek kramp een nieuwe zk-kte is, omdat ftien er tegenwoordig zooveel van hoort. Dit is evenwel onjuist. De ziekte is reeds zeer lang bekend, komt vrij geregeld voor, gewoonlijk zonder neiging te hebben om meerdere per sonen aan te tasten, maar somtijd* kleine of groote epidemieën vormend. J>e eerste epidemie, die nauwkeurig beschreven is, kwam in 1805 voor te Genèvc in Zwitser land. liet meest bekend is* evenwel do epidemie, die in 1905 in Silczië geheerscht heeft en alleen op Pruisisch gebied a2U ongeveer 2000 menschen het !eveu< gcWvt heeft. Ook in ons land is do ziekte dikwijls voorgekomen, zoowel bij burgers als bij mi litairen. In 1867 komen te Giethoorn in enkele weken tijds 10 gevallen van nek kramp voor. In 1885'86 beeft in de gre nadiers!: azerne l© 's-Gravenhage een epi demie geheerscht, die 21 manschappen heeft aajjgetaEt. Tot groot© uitbreiding komt het evenwel zeidon. De oorlog met zijn vele rampen heeft waarschijnlijk ook een sterkere verbreiding van do nekkramp ver oorzaakt.. De snelle en groote troepenver plaatsingen, het samensbroomen van vluch telingen tut verschillende landstreken, de slechte huisvesting en de ontberingen heb ben er toe bijgedragen, dat. in verschillende landen een epidemie is opgetreden. Vooral in Engeland is het aantal lijders zeer groot geweest». In.de eerste 7 maanden van 1915 kwamen aldaar bijna. 3400 gevallen voor, waarvan 1100 onder mi'itaireu. Ook in ons land is liet aantal lijders in 1915 en 1916 grooter dan in de jaren tevoren. In 1915 zijn in ons land; 5*1 gevallen bekend .gewor den en. dit jaar zijn reeds pl.m. 123 geval" len bij het staatstoezicht op de volksgezond heid aangegeven, zoodat men van een kleine epidemie zou kunnen spreken. De ziekte wordt veroorzaakt door een uiterst klein lévend wezen, een bacterie. Da bacterie heeft een ronden vorm en wordt daarom coccus genoemd. De coccen liggen gewoonlijk twee aan twee, waarom men spreekt van een diplocoocus. Ze veroorzaken de meningitis en worden daarom ook me- ningococcen genoemd. Deze coccen komen, soms bij gezonde menschen voor in de holte aan den overgang vaji neus en keel, boven de huig. Iu het slijmvlies van die holte vermeerderen ze zich, geven dan soms aan leiding tot een lidhte ontsteking, maar in. de meeste gevallen verraden ze hun aanwe zigheid door niets. Slechte door bacterio logisch onderzoek zijn ze aan t© toonen. Ge zonde personen, die de smetstof bij zi«h hebt ben, worden coccendragers genoemd. In bij zondere omstandigheden worden de coccen, de smetstof dus, versleept naar de hersen vliezen, de vliezen die de hersenen en het ruggemerg/Oimhullén en geven dan aanlei ding tot een ontsteking van die vliezen. De hersenvliezen heet en in de geneeskundige taal „meningen", de uitgang „itis" betee- kent ontsteking en ontsteking van de her senvliezen is dus in medische taal overgezet „meningitis". Yan belang is hot nu te wetenhoe de smetstof in de neusholte komt, hoe ze er weer uit verdwijnt en onder welke omstan digheden ze naar de hersenvliezen vervoerd wordt. Voor de beantwoording van de eerste vraag is van veel beteek enisdat de smetstof buiten het menschelijk lichaam zeer spoedig is afgestorven. Terwijl b.v. de smetstof van typhusvan - tuberculose, van miltvuur, weken en maanden, ja van laatstgenoemde ziekte jarenlang in de bui tenwereld iu het leven blijft, is de smetstof van de nekkramp reeds na enkele uren af gestorven. De smetstof is zoo spoedig dood. dat men bij het bacteriologisch onderzoek van neuskeelslijm het te onderzoeken ma teriaal zelfs niet per post kan verzenden, maar het zelf of door een ordonnans mosti wegbrengen, om te zorgen, dat het zoo spoe-< dig mogelijk in het laboratorium kemt. Ge vaar dat de smetstof dus, zooals bij' vele andere ziekten, door kleeren. stof of andere levenlooze voorwerpen overgebraolit zal worden, is praktisch van geen beteekenis. Slechts wanneer een voorwerp met besmet keelslijm is bevuild, zou het. gedurende kor ten tijd de besmetting kunnen overbrengen, b.v. indien een moeder haar eigen za'Moek voor haar kind gebruikt Men kan dan ook aannemen, dat de besmetting van de neus- keelholte vrijwel uitsluitend geschiedt door dat de coccen rechtstreeks van den een op den ander worden overgebracht. Dit over brengen geschiedt door niezen, door boes ten. door schreeuwen, door kussen, enz. Bij liet hoesten enz. toch worden uiterst- fijne speekselbolletjes over grooten afstand ge slingerd. Iemand, die de smetstof in ztjn keel heeft, verspreidt met iedere niesbui dus duizenden coccen om zich heen de per sonen uit zijn omgeving ademen deze in en worden op hun beurt besmet. Ook door kussen kan. zoodoende gemakkelijk de bei- smetting plaats vinden en het is dan ook niet te verwonderen, dat men d<S ouders van een ziek kind soms de verzuchting^ hoort slaken, dat het juist het lievelingskind is, het' kind dus, dat het meest werd aange haald., Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1