No. 276.
Zondag 21 Mei 1916
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
De Kinderen van Mevrouw
Mumford.
TWEEDE JAARGANG.
SOLDATENCOURANT
REDACTIE EN ADMINISTRATIE FALESTRINASTF. 10. AMSTERDAM. DIT
BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NIJAIMEIiS VOOR
MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNEMENT BIJ VOORUIT
BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS i.50 P. KWARTAAL
Voor Adverteutiön wende men zich tot onze Administratie, Palestrinsstraat 10
Amsterdam. Prijs der Adv extent»? n per regel 30 cent. Voor Ingezonden Atede'
deeHngen op de tweede, derde eu vierde pagina dubbel tarief. By abonneraeut
reductie.
In den Kaukasus en Mesonotamië.
Bij de Kaart:
Sedert bet optreden van den grootvorst
Nikolaas Nikolajevitsj als onderkoning van
Kaukasië en opperbevelhebber van bet
Kaukasus-leger, is 'er aan dit front van
Russische zijde een zeer verlevendigde actie
waar te nemen. Maanden en maanden
achtereen lagen op het oorlogstooueel, dat
voor het gemak, zij het ook zeer ten on
rechte, het Kaukasusfront werd genoemd,
Turken eu Russen tegenover elkaar en
dagelijks moesten we ons die lange, maan
den vergenoegen met de belangrijke mede-
deeling: Geweervuur in het kustgebied en
meer dergelijke. Na de komst van den
grootvorst op dit oorlogstooneel veranderde
echter de toestand. Met kracht zette de
Russische actie iïi tegen Armenië en lang
zamerhand hebben nu de Russen in de
laatste maanden hier belangrijke vorderin
gen gemaakt, die culmineerden in de ver
overing van het belangrijke Erzeroem en
in de vermeestering van Trebizonde aan de
kust van de Zwarte Zee. Ook in de streek
van het Wanmeer rukten de Russen steeds
verder voorwaarts en ten westen van dit
meer kwamen ze alreeds tot Moesj en
Bitlis en ageeren ze thans in de richting
van Diarbekr. Weliswaar vormen de Rus
sische strijdkrachten in dit deel van Klein-
'Azië nog geen aaneengesloten front, maar
geleidelijk worden hier toch de Turken
teruggedrongen en breidt het Russisch be-
zettingsgebied zich uit.
Tegelijkertijd trokken de Russische troe
pen van Noord-Perzië uit in zuidwestelijke
richting eu, vermoedelijk, in overleg met
de Engelschen, die van het zuiden uit, van
de Perzische Golf uit, de actie tegen Meso-
potamië inzetten, begonnen de Russen van
Peïzië uit, de beweging tegen het oude
T weestroomenl and
Daar is een troepenafdeeling, die van
Aserbeidsjan, ten zuiden van het Oermia-
meer, de Turksche grens overschreed en
thans reeds het bezwaarlijke bergland gepas
seerd is en de plaats Rewandoen of Revan-
d'oeza heeft bereikt, met de bedoeling, gelijk
uit de Russische leger berichten blijkt, om te
trachten Moso-Jyte naderen... dat aan.dpp
Tigris gelegen, tévens een station is van
den Bagdadspoorweg en .waarvan het bezit
dus voor de afsluiting van Mesopotamia voor
Turkije van groote beteekenis is. Natuur
lijk zullen nog groote moeilijkheden moe
ten worden- overwonnen, eer dit doel be
reikt is. De afstand tusscben Revandoeza
en Mosoel is in luchtlinie nog meer dan
75 K.M., maar het terrein is hier vlak en
biedt, tenzij de Turken hier flinke ver
sterkingen hebben aangelegd, dus minder
moeilijkheden dan het bergland, al zullen
de slechte communicaties de beweging van
grootere troepenmassaas ten zeerste belem
meren.
Een tweede Russische kolonne rukt op in
de richting van Bagdad en bereikte reeds
aan de grens van het Perzische Ardi-
lan, Rasra Chirin. Die kolonne nadert nu
Ckanikin, dat echter door de Turken be
langrijk versterkt heet te zijn. Nog meer
dan 125 K.M. scheiden de Russen hier van
het doel.
Intusschen, de Russische successen in
het heele gebied, waarvan we thans een
kaartje geven, zijn onbetwistbaar, en afge
wacht zal nu moeten worden of de Turken
nog over voldoende macht beschikken om
den verderen opmarsch van den vijand
tegen te gaan.
Zorg voor goede adressen.
De Directeur .Hoofdexpeditie deelt mede,
dat dagelijks zeer vele stukken onbestel
baar zijn volgens onvoldoende adres. Voor
namelijk wordt zeer dikwijls verzuimd het
Regiment te vermelden, ook adressen als
113 Veldleger zijn onvoldoende, daar dit
kan zijn 1 I 3 R. I. öf 1 I 3 R VA of 1 I
3 VgA; evenals 2 Bat. 3 Reg. Veldleger,
daar dit zoowel 2e Bataljon 3e Reg,
Infanterie, als 2e Bataljon 3 Reg. Veld-
Naar het Engolsch
Met kredietbrieven en een rondreisbiljet
Hat voor onbepaalden tijd geldig was io
zijn zak, kon hij zijn reis onderbreken waar
hij wilde. Hervey Jocelyn zocht nieuwe
indrukken met evenveel ijver en genot als
een schooljongen. Hij wilde getroffen, ver
baasd worden, hij wilde dat er indruk op
hem gemaakt werd, hij wilde, dat iemand
zijn vage ontevredenheid in een bepaalden
wensch deed veranderen. Hij wilde niet tot
eiken prijs een vrouw hebben, maar hij
zocht iemand, die hij kon liefhebben en die
belang in hem zou stellen, zonder dat zij
wist van zijn inkomen of zijn positie,
iemand die vertrouwend haar hand in de
zijne wilde leggeu, omdat zij sympathie
voor hem gevoelde, die genegen zou zijn
met hem de toekomst in te gaan, waarheen
,die ook mocht leiden.
Hij had de beide jongedames Mumford
al eerder gezien, doch zonder acht op haar
te slaan. -Eerst toen Fanny tegenover hem
zat te ontbijten, met blijkbaren eetlust en
gezellig met hem praatte over de Medicis-
tuinen, de Porta Saiaria en de legende
van Belisarius, begon zij hem belang in te
boezemen en begon hij sympathie voor haar
te gevoelen,
artillerie en 2e Bat. 3e Regiment Ves
tingartillerie kan beteek en en. Een goed
adres meet aangeven nr. comp., nr. Batal
jon, nr. Regiment en nr.-Divisie of nr. Bat
terij. nr. Af deeling, nr. Regiment Veldar
tillerie en nr. Divisie of nr. Eskadron, nr.
Regiment Huzaren en Brigade of nr. Divi
sie. Bataljons, Afdeelingen en Divisies
steeds met Romeinsche cijfers te vermel
den, overige onderdeelen met Arabische.
Bij verkorte schrijfwijze is steeds boven
genoemde volgorde te gebruiken.
De kennismaking gaat snel vooruit als
men het wil, indien men elkaar bij eiken
maaltijd ontmoet, en als de omgeving
vreemd.is, heeft men honderd onderwerpen
om over té praten. Den volgenden dag zond
mijnheer Jocelyn Fanny bloemen en den
dag daarna noodigde hij haar uit om met
hem naar het Janiculum te rijden.
Fanny droeg een paar van de bloemen,
van de andere maakte zij een bouquet voor
haar moeders tafel. Niemand had haar ooit
bijzondere aandacht gewijd, hoewel zij
negenentwintig jaar was, eh onder deze
nieuwe ondervinding gevoelde zij zich als
een vlinder, die juist ontpopt is en zijn
vleugels uitslaat in den zonneschijn.
Op reis werd zelden tegen haar gespro
ken behalve door bejaarde dames, die haar
inlichtingen omtrent het een of ander vroe
gen, of toeristen zonder oudervinding, die
zoo vol waren van al het moois en nieuws
dat z;: zagen, dat zij aan iedereen hun op
getogenheid moesten lucht geven. Fanny
had op haar reizen heel wat kennis opge
daan, en nu ontmoette zij mijnheer Joce
lyn, een knappen flinken man. die in al
haar gedachten belang stelde. Fanny be
gon zich gelukkig te gevoelen. Zij las haar
moeder voor en zat bij haar en was eeti
even toegewijde dochter als. ooit; maar de
zachte kleur die op haar wangen was ge
komen, had zij niet in de ziekenkamer op
gedaan. Haar oogen kregen een heldere,
opgewekte uitdrukking en zij liep met vroo-
1 ijken tred. De menschen die haar gade
sloegen zeiden haar, dat de lucht van Rome
Oude nummers gevraagd.
Wie kan ons helpen aan een of meer exem
plaren van nos. 11, 71, 77, 83 en 98 van „De
Soldatenccurant"? Men doet ons met toezen
ding een groot pleizier en wij zijn bereid, des-
gewensoht, 10 cent voor elk exemplaar te
betalen.
De soldaten in de achttiende eeuw. II.
Friedrïch A\ ilhelm I is, zelfs naast zijn be
roemden zoon, Frederik den Grooten, «en der
bekendste vorsten uit de achttiende eeuw. Hij
had echter vooral een zekere befaamdheid door,
nevens «ijn goede eigenschappen, een aantal
excentriciteiten.
In de eerste plaats was hij buitengewoon zui
nig voor een monarch van die dagen. De kro
ning van zijn vader had zes millioen thaler ge
kost-, de zijne niet veel meer dan 2500 thaler.
Hij bracht het aantal kamerheeren van 100 op
12ontsloeg oude dienaren, helaas zonder pen
sioen hij verlaagd© de hoogste tractementen,
verkocht de luxe-paarden en kostbaarheden
van zijn vader en liet een deel van het zilveren
vaatwerk tot munten slaan.
Wie heeft niet wel eens gehoord van het ,,ta-
bakscollegie" van dezen tweeden Pruisisohen
koning? Dat waren bijeenkomsten, waartoe in
's komngs paleis, in een apart daartoe inge
richte zaal, generaals, enkele intieme vrienden,
voorname burgers van Berlijn en doortrekkende
bekende vreemdelingen werden uitgenoodigd.
Iedereen moest er uit pijpen rooken en er bier
drinken. En als een enkele, zooals een beroemd
generaal van dien tijd, de oude Dessauer, niet
tegen rooken kon, moest hij toch een pijp in
den mond hebben en doen,alsof hij rookte.
Op militair gebied had deze koning een lief
hebberij, die hem zelfs de zuinigheid over 't
hoofd deed zien. Hij toonde een bijzondere voor
keur voor groote soldaten en zijn reuzengarde
is befaamd geworden. Daarvoor had hij schat
ten over. Een handgeld vau driehonderd thaler
voor een man van zes voet lengte betaalde bij
gaarne. Hij liet ze aanwerven in alle landen
van Europa. Voor den reusachtk.en Ier Kirck-
land werd niet minder dan 7533 thaler hand
geld betaald. Zijn lange soldaten hadden een
hooger soldij dan de anderenzij kregen een
huisje, mochten een bier- of wijnhuis openen,
ontvingen allerlei geschenken van den koning-
Men moet bij deze eigenaardigheid van
F ried rich Wilhelm I niet uit-het ocg vetKczenj
dat men in dien tijd allereerst naar de lichame
lijke geschiktheid vanden soldaat zag. Deze
had alleen te vechten en te gehoorzamen: eigen
initiatief verlangde men niet van hem, dus
geen ontwikkeling, geen groote geestvermogens,
alleen zijn fysieke gesteldheid was van waarde
iu de manier van strijden van die dagen. Fried-
rich Wilhelm was dan ook niet de eenige, die
vooral de soldaten beoordeelde naar hun uiter
lijk.
De wervers des konings, die zijn voorliefde
kenden, gebruikten allerlei middelen oih hem
groote recruten te verschaffen en vreemde
staaltjes worden daarvan verteld. Zoo werd op
klaarlichten dag een theologisch student te
Hallo weggevoerdde facuLteit der universi
teit bemoeide er zich mee en wendde /zich met
een bezwaarschrift tot den koning, doch deze
sloeg er geen acht op. List en gew eld werden
dikwijls aangewend om .lang^ kerels" te
krijgen. Een Pruisische werver in Gulik sloeg
het oog op een buitengewoon grooten schrijn
werkersbaas. Hij bestelde bij dezen een kist, dio
zoolang moest wezen als de schrijnwerker 'zelf.
Toen de werver de kist kwam afhalen, gaf hij
zijn twijfel te kennen, of ze wel lang genoeg
was en liij haalde den makgr over er zelf in te
gaan liggen. Dadelijk sloeg de werver liet dek
sel dicht en liet dc kist 'weghalen door eenige
mannen. Maar toen men in Pruisen de kist
opende, was de man gestikt.
Het aanwerven van soldaten was in 't- alge
meen een winstgevend, maar niet altijd een
eervol baantje'. Om het benoodigde aantal sol
daten bijeen te krijgen, moesten de wervers
dikwijls geen middel ontzien. Voor eiken man
kregen zij een premie en om nu maar zooveel
mogelijk recruten machtig, te worden, deden zij
dikwijls bedriegelijke voorspiegelingen; zij
.rammelden met het zilvergeld en lieten de
mooie uniformen zien, spraken van het zorge-
Ioozo leven van den soldaat. Dikwijls ook
brachten zij jongemenschen in ongelegenheid,
bijv. door hun geld te leenen en dwongen hen
dan tot teekenen. Of zij maakten hen dronken
»n menigeen ontwaakte uit zijn roes in de uni
form, zonder dat hij wist, hoe hij daaraan ge
komen was.
Zoo moeilijk hadden zij het echter niet al-
haar goed deed, en dachten bij zich zeiven,
dat mevrouw Mumford haar dochters zeker
tyranniseerde, daar zij zooveel opgewekter
waren als zij er niet bij was.
Maar niemand kon dat idee volhouden
in tegenwoordigheid der moeder. Toen me
vrouw Mumford weer aan het diner ver
scheen met haar zwart satijnen japou aau
en met haar gekruld haar als een aureool om
haar mooi gelaat, vond iedereen haar weer
even bekoorlijk en lief.
,,Tk moet u bedanken voor de vriende
lijkheid, die gij aan mijn meisjes betoond
hebt," zeide zij tot mijnheer'Jocelyn, toen
men zich naar de gezelschapskamer had be
geven. Hij wenschte haar geluk met haar
herstel en zij drukte hem vriendelijk de
hand. Toen maakte zij plaats naast haar
voor hem op de sofa en begon met hem over
Yorkshire te praten, over de menschen die
zij daar kende en de plaatsen die zij daar
gezien, had, terwijl Fanny bij de tafel zat
en somber een illustratie bekeek.
Mijnheer Jocelyn was mevrouw Mum-
fords tijdgenoot, tenminste ten naastenbij,
en zij beschouwde hem als zoodanig, terwijl
Fannv in haar moeders tegenwoordigheid
de ondergeschikte rol van een schoolmeisje
vervulde. Den volgenden dag viel het mijn
heer Jocelyn op, dat Fanny toch niet zoo
mooi was als hij gedacht had. Zij was als
een lamp, waarvan men het licht laag ge
draaid "had. Zij glimlachte moedig, als hij
haar aansprak, maar haar antwoorden wa
ren éénlettergrepig. Er schenen geen onder
iyd. Het was een zware tijd voor de armen
in Duitsehland en menigeen was blij een hand-
gold to kunnen verdienen in plaats van hon
ger to hjden. Ook misdadigers lieten zich aan
werven, onder belofte van straffeloosheid voor
reeds begane misdrijven. Men kan zich voor
stellen, dat cr een onbarmhartig strenge
krijgstucht noodig was voor dergelijke elemen
ten. Mee barbaarscbo wreedheid werden vaak
do soldaten behandeld door de officieren eerst
onder Frederik den Grooten werd dit wat bo
ter, kwam het ten minste niet meer voor, dat
.offioieren recruten een oog uitstompten of een
arm braken, maar de stok hcc-rschto nog lang
in liet leger, en de officieren sloegen êr niet
alleen dc soldaten mee, maar de hooger ge
plaatste officieren ook de lagere. De straffen
waren zeer streng en het spitaroedon-loopen
bleef nog tot ver iri de achttiende eeuw iu
zwang. V'ooral desertie werd op dio wijze ge
straft. De deserteur moest een of meermalen
tusscben een dubbele rij soldaten, 100 tot 200
man, doorgaan, die hem onbarmhartig sloegen
met wilgentakken, en dikwijls viel hij ten slotte
dood neer.
Ook in andere opzichten had de 6oldaat van
.dien tijd geen pretti g leven. Door het volk werd
ki.j.geminacht. In Frankfort bijv. stond voorge
schreven, dat de schildwacht op zij moest gaan,
als de slager een kalf door de poort binnen
bracht, „opdat het dier niet schuw zou wor
den", en als hij niet vanzelf ging, mocht de
slager hem wegranselen. Zocdra de jongeman
het handgeld in ontvangst had genomen was hij
van famil'e en vrienden gescheiden en vormden
alleen de kameraden den kring, waarin hy ver
keerde; zelfs de handwerksgezel sc-haamde zich
in zijn gezelschap te worden gezien.
En als de soldaat van dien tijd in zwaren
krijgsdienst oud èn zwak was geworden, gaf
men hem zijn ontslag, in den regel zonder zich
verder om hem te bekommeren. Eerst in
lateren tijd ontvingen sommigen een zeer klein,
volstrekt ontoereikend pensioen. Het eenige
voorrecht, dat aan alle oud-gedienden ten deel
viel was vrijheid om te bedelen. In den tijd
van Frederik den Grooten deed men zijn best
om altbans ontslagen onderofficieren aan ver
schillende betrekkingen te helpen als ontvanger
der belastingen, schoolmeester, poortwachter.
Eerst veel lat<er werd te Berlijn het eerste in-
valiedengesticht opgericht.
Slot volyt.)
De toesland in den reuzenstrijd.
De laatste dagen hebben wij er reeds op
gewezen, dat er aan de Italiaansck-Oosten-
rijkscke grens meer actie heerscht dan we
daar wel gewoon zijn. Het blijkt, dat het
Oostenrijk is, hetwelk nu een offensief
had geopend. Men zou anders eerder ver
moeden, dat de aanvallende pogingen van
den kant van Italië kwamendit land heeft
nog weinig anders behoeven te doen dan
aan eigen grenzen te vechten tegen den
vijand, die zijn krachten öd verschillende
fronten moet verdeelen. Het Italiaansche
offensief, dat voor eenige weken begon, eu
dat zou dienen, naar bericht werd, om de
Franschen bij Verdun verlichting te bezor
gen, is nu blijkbaar tot staan gekomeu en
het Oostenrijksche legerbestuur meent tbans
eens te moeten toonen, wat het kan.
Groote successen hadden de Ooctenrijksche
wapenen .totnogtoe weliswaar niet te boeken,
maar blijkbaar zijn er tcch voordeden be
haald. De Oost en rijksclie berichten maken
zelfs van eenige duizenden krijgsgevangenen
gewag; 141 officieren en 6200 minderen van
de Italianen zouden gevangen genomen ziju
alleen ten zuiden en ten zuidoosten van
Rovereto, en zooals men weet, maakten wij
den vorigen keer ook reeds melding van Ita
liaansche krijsgevangenen. Bij Rovereto
trouwens moet hevig gevochten zijn. De
Italianen houden daar een bergtop bezet,
den Monte Zugna, vanwaar zij Rovereto, dat
in Oostenriiksche handen is. onder vuur
houden. De Oosten-rijkers hébben dien berg
nu bestormd, maar naar 't schijnt, zonder
succes. Wel was het gevecht buitengewoon
hevig. Tallooze aanvallers vielen in den
Etech en dréven weg met deze snelstroomen-
de rivier.
De nieuwste berichten maken gewag van
aanvallen der Oostenrijkers' in Tirol; tus-
schen het Astico- en Lenadal hebben zij daar
werpen meer te zijn, waarin zij gemeen
schappelijk belang stelden.
Mijnheer Jocelyn kwam echter langza
merhand op intiemer voet met de familie
Mumford; hij was altijd gereed mevrouw
Mumfords sjaal of parasol te dragen, hij
bracht haar mandjes tmet vruchten en ver
ruilde haar boeken in de leesbibliotheek.-
Fanny zonderde zich zooveel mogelijk af;
zij maakte het oude gezegde tot waarheid,
dat drie personen een gezelschap uitmaken
en dat een vierde persoon onhoodig is. Dat
zij ooit tête a tête met mijnheer Jocelyn
gereden of gewandeld had, scheen onge
looflijk.
Mevrouw Mumford nam haar dochter
eens onder handen. Zij hield er niét van,
dat men een slecht humeur toonde. „Je
hebt dat oupleizierige humeur niet van mij
geërfd," zeide zij; ,,ik kan altijd praten
en mijzeive aangenaam makèn."
„Misschien ben ik ziek," antwoordde
Fanny, „misschien heb ik uwe zwakke ge
zondheid geërfd," terwijl zij dit zeide,
schaamde zij zich. Zij had ironisch tegen
haar moeder gesproken, tegen haar, aan
wie haar geheele leven gewijd was. Maar
mevrouw Mumford had haar woorden niet
als zoodanig opgevat en in ernst genomen.
Zij keek haar dochter aan en vond ook,
dat ze er niet zeer goed uitzag; ze zeide,
dat ze den volgenden dag om dr. Beppo
zou zenden, als Fanny weer zoo somber
was; toen ging zij naar beneden, liet een
rijtuig, bestellen ^n reed weg met haar
den grenst ug van den Maggico bezet; er
wfrden meer dan 900 Italianen, daaronder
12 officieren, krijgsgevangen gemaakt, ter
wijl de buit bedroeg 18 kanonnen en 18
machinegeweren. Volgens de Italianen
zouden de Oostenrijkera bij de jongste ge
vechten ontzettende verliezen hebben gele
den. Hoo weten zij dat echter, vragen dezen.
Men kan alleen de verliezen van den vijand
taxeeren, indien men meester blijft van het
slagveld en dat was van de Itaïïauen niet
het geval. Intusschen moetn wij ook Je
wederpartij aan het woord latende be
lichten uit Rome vertellen ook van over
winningen, o. a. op den noordkam van den
Fargondo, waar de Italiaansche Alpen
jagers liet reeds veroverde gebied hebben
uitgebreid tot in het gebied van den Mat-
Icro. Verder zouden de Italiaansche troepen
bij Monfalcone een stuk loopgraaf, dat de
vijand had ingenomen op 15 Mei, 'nebben
heroverd. Hoe dit alle? ook zij, we krijgen
wel den indruk, dat er verwoed gestreden
wordt op verschillende plaatsen aan het Ita-
Jaaainsuh-Ooetenrijksche front.
Op de andere fronten vieL in de laatste
dagen weinig belangrijks voor. Bij Verdun
wordt nog steeds gevochten; de aanvallen
der Duitschers gelden altijd nog den Mort
Homme en heuvel 304, evenals het bosch
van Avooourt, maar het zware geschutvuur
der Franschen verhindert, dat zij er voor
uitkomen. Het is vooral, aan Duitechen als
Franschen kant, de artillerie die in de
laatste dagen het werk doet. Aan 't overige
deel van 't westerfront zijn merkwaardig
een aantal luchtgevechtenWoensdag bijv.
werden er aan de Engelsche linie niet min
der dan 13 geleverd. Terwijl Duitsche
vliegers op de Fransclxe plaatsen Belfort.,
Luneville en Epinal bommen hebben ge
worpen, hebben Fra.nc.cho vliegers een aantal
plaatsen ten noorden van Verdun, door
de Duitschers bezet, gebombardeerd, o. a.
op munitie-depots in de buurt van Sedan
en op het station van deze Duitsobe vesting
zijn bommen geworpen Niet minder dan 80
bommen zijn ook gevallen op het station
Metz-Sablona.
Er kornen weer eenige berichten van ge
torpedeerde schepen, ditmaal ziju 't echter
geen neutrale-, maar één Fransch. en een
paar Duitsche stoomschepenEen Russiscche
duikboot heeft in de Oostzee een paar Duit-
sfche schepen in den grond geboord; door
een Duitschon onderzeeër is de Fransciie
„Mira" vernietigd. De Russen hebben de
Duitschers, ook volgeus een telegram uit
Berlijn, den tijd gelaten om zich in de boo
ten to begeveu. De Franschen hebben een
groot luchtschip, de „Nouvelliste" verloren,
blijkbaar door een ongeluk. Bij Sardinië
heeft men het luchtschip, dat koers zette
naar Sassari, eensklaps- zien schommelen
boven in de lucht, eivstegen rook en vlam
men uit op en men hoorde een geweldige
ontploffing. Het geheele luchtschip is in
zee gestort en verdwenen, de geheele be
manning is natuurlijk omgekomen.
Een merkwaardig bericht ko-nt. uit New-
York, volgens oen vertegenwoordiger der
„Associated Press" zou de Amerikaansche
regeering bezig ziin met een zeer scherpe
protestnota tegen Engeland. De Vereenigde
Staten zouden het van boord halen en vast
houden van poststukken, inzonderheid van
neutrale herkomst, niet lauger kunnen dul
den. De Vereenigde Staten zouden Engeland
duidelijk willen te verstaan geven, dat zij
het een gebiedende noodzakelijkheid achten"
dat Engeland zijn optreden wijzigt.
DSJITSCKLA^D.
De „Vorwarts" over Grey's interview.
De „Vorwarts" waarschuwt in een be
schouwing over sir Edward Grev's vredez
in ter view tegen het zonder meer met hoon
afwijzen van de daarin vervatte verklarin
gen. Vooral wat Grey als Engeland's oor
logsdoel aanduidde verdient ongetwijfeld
aandacht. Dat was de kern van het inter
view. Sir Edward Grey geeft als Enge
land's oorlogsdoel aan, dat allereerst België
en Servië hersteld moeten worden; hij ga-at
zelfs nog verder en verlangt voor deze
jongste dochter en mijnheer Jocelyn.
Fanny zag haar wegrijden; toen zette
zij haar hoed op en ging naar het Colos
seum. Dat trok haar aau; het sprak van
dood en voorbijgegane dingen. In haar
booze bui deed het haar goed te weten, dat
de menschen daar gestorven waren. Als zij
dood waren was hun lijden ook voorbij. Zij,
die hen hadden zien sterven, waren ook
dood, en dat was een voldoening; zij zou
het 't best vinden, als iedereen dood was.
Zij was altijd haar moeders satelliet en
levenslange slavin geweest, en nu pas er
kende zij met bitterheid, hoe de toewijding
altijd van één kant was gekomen. Zij was
de moeder van haar moeder geweest sinds
haar kindsheid.
Hoop, geluk, verbazing, teleurstelling en
lijden hadden haar waarnemingsvermogen
gescherpt en eindelijk zag zij de dingen,
zooals zij waren. „Zij heeft er nooit aan ge
dacht, dat wij volwassen zijn en ook rech
ten hebben," zeide Fanny bitter bij zich
zelve. „Zij is een getrouwde vrouw geweest
sedert haar achttiende jaar, en nu ik
negen-en-twintig ben, bedankt zij een man,
omdat hij vriendelijk tegen mij geweest is.
Als ik drie jaar geweest was en als hij
mij naar den dierentuin had meegenomen,
om mij op den olifant te laten rijden..."
Bij dit. denkbeeld moest zij ondanks haar
tieurige stemming lachen.
„Ik leef als een witte muis in een kooi!"
ging zij voort met oproerige tranen in haar
oogen; „ik loop heen en weer in den tred
staten schadeloosstelling, voor zoover moge
lijk. Deze cischen eenvoudig met een ver
achterlijk schouderophalen en hoom-nde op.
merkingen af te doen gaat niet aan. Dan
zou men alle vredesonderhandelingen uit
den booze moeten achten en den oorlog zoo
lang willen voortzetten totdat do militaire
beslissingen den overwonnene den vredo
zouden opleggen. Maar op dat standpunt
heeft do Duitsche ïVgeering zich in haar
Antwoord aan Amerika allerminst gesteld.
Van uit dit gezichtspunt kan het dus sleeh'
aangenaam aandoen, dat sir Edward Grc,
het vizier heeft opgelicht en reeds concretere
vredesvoorwaarden heeft genoomd. Mo»
kan in Duitsehland van mecning zijn, dat
deze vredesvoorwaarden nog te ver gaan eu
dat men nog niet erop in moet gaan, even
als men ook in het buitenland meent, dat
de eischen vau den rijkskanselier nog niet
het uiterste inhielden. Een ernstige eu
zakelijke behandeling van Grey's uitlatin
gen kan derhalve slechts er toe bijdragen
om zoowel bij de oorlogvoerenden als bij
de neutrale de wensch tot onderhandelen
levendig te doen worden. Wij zijn zeer
zeker van oordeel, dat, nu bijna 22 maan
den een oorlog is gevoerd, welke zulke ont
zettende offers heeft geëischt, werkelijk ook
eens ernstig en nuchter over de vredesvoor
waarden kan worden gepraat.
Als hoofdzaak in Grey's rede brengt de
„Vorwarts" diens verklaring naar voren,
dat Engeland inderdaad niet eraan denkt
Duitschland's politieke en economische on
afhankelijkheid en bestaan te bedreigen,
doch dat men zich slechts tegen een Duit
sche hegemonie in Europa verdedigt. En
deze verklaringen verdienen allerminst een
hoonende afwijzing. En dat des te minder,
waar men ongetwijfeld Grey's verzekering
moet gelooven, dat Engeland aan geen ari
zonderlijken vrede denkt en dat bovendien de
Ententemogendheden besloten ziin om, voor
liet geval dat. geen hun levensbelangen eer
biedigende vrede tot stand kan komen, ge
meenschappelijk den strijd tot het uiterste
voort te zetten. Wie de toestanden kent,
zal aan die betuiging wel niet kunnen twij
felen.
Tenslotte waarschuwt de „Vorwarts" er
voor om de voldoening over het feit, dat
Engeland in zijn eischen bescheidener is
geworden en niet meer over de vernietiging
van het Duitsche militarisme spreekt, maar
slechts over het verschaffen van volkenrech
telijke waarborgen tegen het uitbreken van
een nieuwen wereldoorlog, niet te laten ont
aarden in overmoedige terugwijzing van
hetgeen in Grey's aanbod aan aannemelijke
concessies voor Duitsehland ligt opgesloten.
Want zelfs wanneer er voor Duitsehland
geen andere oorzaken waren om ernstig ge-
meelide en behoorlijke pogingen om tot een
schikking te komen ook ernstig te behande
len, zoo zou alleen reeds de indruk op het
neutrale buitenland, vooral Amerika, ver
bieden dictatoriale begeerten aangaande het
sluiten van vrede al te onvoorzichtig naar
voren te laten treden. Daarmede maakt
men zich n.l. in het buitenland geen vrien
den. Dat het overigens volstrekt niet on
verschillig is hoe economisch machtige sta
ten (en wij mogen hier wel bijvoegenóók
kleinere neutrale staten) tot Duitsehland
staan, heeft de Duitsche antwoordnota, aan
Amerika zelf duidelijk genoeg te kennen
gegeven.
ENGELAND.
Een luchtdepartement.
LONDEN. Tennant, onderstaatssecreta
ris van oorlog, deelde in het Lagerhuis
mede, dat er een üuchtdepartement wordt
ingesteld, waarvan Lord Curzon president
zal zijn. Dit departement zal tot taak heb
ben de behandeling van .vraagstukken in
verband met de luchtvaart, speciaal de ge
combineerde operaties van de luchtdiensten.
van leger en vloot en daarover en over de
types van de benoodigde machines voorstel
len doen.
Het zal zorgen voor een gelijke aanvul
ling van materieel om naijver tuzschen beide
diensten te verhinderen.
Tennant verklaarde, sprekende over den
algemeenen toestand, van den luchtoorlog,
dat de Engelschen in de meeste gevechten
overwinnaars zijn gebleven en verder, dat
molen en verberg mij, wanneer iets mij
verschrikt. En dat noemt men levenEn
wij zullen nooit uit de kooi komen
nooit!" J
Zij had een visioen gehad, waarin zij ge
zien had wat het leven kon zijn, wat het
is, om gelukkig te zijn, maar plotseling
was het verdwenen, en nu was zij ongeluk
kiger dan ooit, omd.it zij inzag hoe arm
haar leven was. Zij gevoelde zich als een
schoolmeisje, dat een heerlijken dag in de
vrije natuur gedarteld had en dat weer op
sloten werd tusschen de muren van een
schoollokaal. Zij kreeg medelijden met zich
zelve, als zij dacht aan haar katoenen
japonnen, haar tweemaal gewasschen hand
schoenen en haar eigen gemaakte hoeden.
Niet dat die dingen haar veel konden sche
len. Fanny was in het geheel niet ijdel: zij
zou in lompen gekleed willen gaan, om
haar moeder te dienen of iemand, dien zij
'liefhad. Wat haar bedroefde, was, dat zij
als een nul, als een minderwaardige werd
beschouwd.
„Ze kon toch wel gemerkt hebben, dat
hij een beetje belang in mij stelde. Ik zou
het wel gezien hebben, als het Flo was ge
weest. Maar moeder wil het niet zien.
Zoolang we hier nog blijven, zal zij mij
altijd bespottelijk maken in zijn bijzijn."
(Slot volgt.)