No. 276. Zondag 21 Mei 1916 Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. De Kinderen van Mevrouw Mumford. TWEEDE JAARGANG. SOLDATENCOURANT REDACTIE EN ADMINISTRATIE FALESTRINASTF. 10. AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NIJAIMEIiS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNEMENT BIJ VOORUIT BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS i.50 P. KWARTAAL Voor Adverteutiön wende men zich tot onze Administratie, Palestrinsstraat 10 Amsterdam. Prijs der Adv extent»? n per regel 30 cent. Voor Ingezonden Atede' deeHngen op de tweede, derde eu vierde pagina dubbel tarief. By abonneraeut reductie. In den Kaukasus en Mesonotamië. Bij de Kaart: Sedert bet optreden van den grootvorst Nikolaas Nikolajevitsj als onderkoning van Kaukasië en opperbevelhebber van bet Kaukasus-leger, is 'er aan dit front van Russische zijde een zeer verlevendigde actie waar te nemen. Maanden en maanden achtereen lagen op het oorlogstooueel, dat voor het gemak, zij het ook zeer ten on rechte, het Kaukasusfront werd genoemd, Turken eu Russen tegenover elkaar en dagelijks moesten we ons die lange, maan den vergenoegen met de belangrijke mede- deeling: Geweervuur in het kustgebied en meer dergelijke. Na de komst van den grootvorst op dit oorlogstooneel veranderde echter de toestand. Met kracht zette de Russische actie iïi tegen Armenië en lang zamerhand hebben nu de Russen in de laatste maanden hier belangrijke vorderin gen gemaakt, die culmineerden in de ver overing van het belangrijke Erzeroem en in de vermeestering van Trebizonde aan de kust van de Zwarte Zee. Ook in de streek van het Wanmeer rukten de Russen steeds verder voorwaarts en ten westen van dit meer kwamen ze alreeds tot Moesj en Bitlis en ageeren ze thans in de richting van Diarbekr. Weliswaar vormen de Rus sische strijdkrachten in dit deel van Klein- 'Azië nog geen aaneengesloten front, maar geleidelijk worden hier toch de Turken teruggedrongen en breidt het Russisch be- zettingsgebied zich uit. Tegelijkertijd trokken de Russische troe pen van Noord-Perzië uit in zuidwestelijke richting eu, vermoedelijk, in overleg met de Engelschen, die van het zuiden uit, van de Perzische Golf uit, de actie tegen Meso- potamië inzetten, begonnen de Russen van Peïzië uit, de beweging tegen het oude T weestroomenl and Daar is een troepenafdeeling, die van Aserbeidsjan, ten zuiden van het Oermia- meer, de Turksche grens overschreed en thans reeds het bezwaarlijke bergland gepas seerd is en de plaats Rewandoen of Revan- d'oeza heeft bereikt, met de bedoeling, gelijk uit de Russische leger berichten blijkt, om te trachten Moso-Jyte naderen... dat aan.dpp Tigris gelegen, tévens een station is van den Bagdadspoorweg en .waarvan het bezit dus voor de afsluiting van Mesopotamia voor Turkije van groote beteekenis is. Natuur lijk zullen nog groote moeilijkheden moe ten worden- overwonnen, eer dit doel be reikt is. De afstand tusscben Revandoeza en Mosoel is in luchtlinie nog meer dan 75 K.M., maar het terrein is hier vlak en biedt, tenzij de Turken hier flinke ver sterkingen hebben aangelegd, dus minder moeilijkheden dan het bergland, al zullen de slechte communicaties de beweging van grootere troepenmassaas ten zeerste belem meren. Een tweede Russische kolonne rukt op in de richting van Bagdad en bereikte reeds aan de grens van het Perzische Ardi- lan, Rasra Chirin. Die kolonne nadert nu Ckanikin, dat echter door de Turken be langrijk versterkt heet te zijn. Nog meer dan 125 K.M. scheiden de Russen hier van het doel. Intusschen, de Russische successen in het heele gebied, waarvan we thans een kaartje geven, zijn onbetwistbaar, en afge wacht zal nu moeten worden of de Turken nog over voldoende macht beschikken om den verderen opmarsch van den vijand tegen te gaan. Zorg voor goede adressen. De Directeur .Hoofdexpeditie deelt mede, dat dagelijks zeer vele stukken onbestel baar zijn volgens onvoldoende adres. Voor namelijk wordt zeer dikwijls verzuimd het Regiment te vermelden, ook adressen als 113 Veldleger zijn onvoldoende, daar dit kan zijn 1 I 3 R. I. öf 1 I 3 R VA of 1 I 3 VgA; evenals 2 Bat. 3 Reg. Veldleger, daar dit zoowel 2e Bataljon 3e Reg, Infanterie, als 2e Bataljon 3 Reg. Veld- Naar het Engolsch Met kredietbrieven en een rondreisbiljet Hat voor onbepaalden tijd geldig was io zijn zak, kon hij zijn reis onderbreken waar hij wilde. Hervey Jocelyn zocht nieuwe indrukken met evenveel ijver en genot als een schooljongen. Hij wilde getroffen, ver baasd worden, hij wilde dat er indruk op hem gemaakt werd, hij wilde, dat iemand zijn vage ontevredenheid in een bepaalden wensch deed veranderen. Hij wilde niet tot eiken prijs een vrouw hebben, maar hij zocht iemand, die hij kon liefhebben en die belang in hem zou stellen, zonder dat zij wist van zijn inkomen of zijn positie, iemand die vertrouwend haar hand in de zijne wilde leggeu, omdat zij sympathie voor hem gevoelde, die genegen zou zijn met hem de toekomst in te gaan, waarheen ,die ook mocht leiden. Hij had de beide jongedames Mumford al eerder gezien, doch zonder acht op haar te slaan. -Eerst toen Fanny tegenover hem zat te ontbijten, met blijkbaren eetlust en gezellig met hem praatte over de Medicis- tuinen, de Porta Saiaria en de legende van Belisarius, begon zij hem belang in te boezemen en begon hij sympathie voor haar te gevoelen, artillerie en 2e Bat. 3e Regiment Ves tingartillerie kan beteek en en. Een goed adres meet aangeven nr. comp., nr. Batal jon, nr. Regiment en nr.-Divisie of nr. Bat terij. nr. Af deeling, nr. Regiment Veldar tillerie en nr. Divisie of nr. Eskadron, nr. Regiment Huzaren en Brigade of nr. Divi sie. Bataljons, Afdeelingen en Divisies steeds met Romeinsche cijfers te vermel den, overige onderdeelen met Arabische. Bij verkorte schrijfwijze is steeds boven genoemde volgorde te gebruiken. De kennismaking gaat snel vooruit als men het wil, indien men elkaar bij eiken maaltijd ontmoet, en als de omgeving vreemd.is, heeft men honderd onderwerpen om over té praten. Den volgenden dag zond mijnheer Jocelyn Fanny bloemen en den dag daarna noodigde hij haar uit om met hem naar het Janiculum te rijden. Fanny droeg een paar van de bloemen, van de andere maakte zij een bouquet voor haar moeders tafel. Niemand had haar ooit bijzondere aandacht gewijd, hoewel zij negenentwintig jaar was, eh onder deze nieuwe ondervinding gevoelde zij zich als een vlinder, die juist ontpopt is en zijn vleugels uitslaat in den zonneschijn. Op reis werd zelden tegen haar gespro ken behalve door bejaarde dames, die haar inlichtingen omtrent het een of ander vroe gen, of toeristen zonder oudervinding, die zoo vol waren van al het moois en nieuws dat z;: zagen, dat zij aan iedereen hun op getogenheid moesten lucht geven. Fanny had op haar reizen heel wat kennis opge daan, en nu ontmoette zij mijnheer Joce lyn, een knappen flinken man. die in al haar gedachten belang stelde. Fanny be gon zich gelukkig te gevoelen. Zij las haar moeder voor en zat bij haar en was eeti even toegewijde dochter als. ooit; maar de zachte kleur die op haar wangen was ge komen, had zij niet in de ziekenkamer op gedaan. Haar oogen kregen een heldere, opgewekte uitdrukking en zij liep met vroo- 1 ijken tred. De menschen die haar gade sloegen zeiden haar, dat de lucht van Rome Oude nummers gevraagd. Wie kan ons helpen aan een of meer exem plaren van nos. 11, 71, 77, 83 en 98 van „De Soldatenccurant"? Men doet ons met toezen ding een groot pleizier en wij zijn bereid, des- gewensoht, 10 cent voor elk exemplaar te betalen. De soldaten in de achttiende eeuw. II. Friedrïch A\ ilhelm I is, zelfs naast zijn be roemden zoon, Frederik den Grooten, «en der bekendste vorsten uit de achttiende eeuw. Hij had echter vooral een zekere befaamdheid door, nevens «ijn goede eigenschappen, een aantal excentriciteiten. In de eerste plaats was hij buitengewoon zui nig voor een monarch van die dagen. De kro ning van zijn vader had zes millioen thaler ge kost-, de zijne niet veel meer dan 2500 thaler. Hij bracht het aantal kamerheeren van 100 op 12ontsloeg oude dienaren, helaas zonder pen sioen hij verlaagd© de hoogste tractementen, verkocht de luxe-paarden en kostbaarheden van zijn vader en liet een deel van het zilveren vaatwerk tot munten slaan. Wie heeft niet wel eens gehoord van het ,,ta- bakscollegie" van dezen tweeden Pruisisohen koning? Dat waren bijeenkomsten, waartoe in 's komngs paleis, in een apart daartoe inge richte zaal, generaals, enkele intieme vrienden, voorname burgers van Berlijn en doortrekkende bekende vreemdelingen werden uitgenoodigd. Iedereen moest er uit pijpen rooken en er bier drinken. En als een enkele, zooals een beroemd generaal van dien tijd, de oude Dessauer, niet tegen rooken kon, moest hij toch een pijp in den mond hebben en doen,alsof hij rookte. Op militair gebied had deze koning een lief hebberij, die hem zelfs de zuinigheid over 't hoofd deed zien. Hij toonde een bijzondere voor keur voor groote soldaten en zijn reuzengarde is befaamd geworden. Daarvoor had hij schat ten over. Een handgeld vau driehonderd thaler voor een man van zes voet lengte betaalde bij gaarne. Hij liet ze aanwerven in alle landen van Europa. Voor den reusachtk.en Ier Kirck- land werd niet minder dan 7533 thaler hand geld betaald. Zijn lange soldaten hadden een hooger soldij dan de anderenzij kregen een huisje, mochten een bier- of wijnhuis openen, ontvingen allerlei geschenken van den koning- Men moet bij deze eigenaardigheid van F ried rich Wilhelm I niet uit-het ocg vetKczenj dat men in dien tijd allereerst naar de lichame lijke geschiktheid vanden soldaat zag. Deze had alleen te vechten en te gehoorzamen: eigen initiatief verlangde men niet van hem, dus geen ontwikkeling, geen groote geestvermogens, alleen zijn fysieke gesteldheid was van waarde iu de manier van strijden van die dagen. Fried- rich Wilhelm was dan ook niet de eenige, die vooral de soldaten beoordeelde naar hun uiter lijk. De wervers des konings, die zijn voorliefde kenden, gebruikten allerlei middelen oih hem groote recruten te verschaffen en vreemde staaltjes worden daarvan verteld. Zoo werd op klaarlichten dag een theologisch student te Hallo weggevoerdde facuLteit der universi teit bemoeide er zich mee en wendde /zich met een bezwaarschrift tot den koning, doch deze sloeg er geen acht op. List en gew eld werden dikwijls aangewend om .lang^ kerels" te krijgen. Een Pruisische werver in Gulik sloeg het oog op een buitengewoon grooten schrijn werkersbaas. Hij bestelde bij dezen een kist, dio zoolang moest wezen als de schrijnwerker 'zelf. Toen de werver de kist kwam afhalen, gaf hij zijn twijfel te kennen, of ze wel lang genoeg was en liij haalde den makgr over er zelf in te gaan liggen. Dadelijk sloeg de werver liet dek sel dicht en liet dc kist 'weghalen door eenige mannen. Maar toen men in Pruisen de kist opende, was de man gestikt. Het aanwerven van soldaten was in 't- alge meen een winstgevend, maar niet altijd een eervol baantje'. Om het benoodigde aantal sol daten bijeen te krijgen, moesten de wervers dikwijls geen middel ontzien. Voor eiken man kregen zij een premie en om nu maar zooveel mogelijk recruten machtig, te worden, deden zij dikwijls bedriegelijke voorspiegelingen; zij .rammelden met het zilvergeld en lieten de mooie uniformen zien, spraken van het zorge- Ioozo leven van den soldaat. Dikwijls ook brachten zij jongemenschen in ongelegenheid, bijv. door hun geld te leenen en dwongen hen dan tot teekenen. Of zij maakten hen dronken »n menigeen ontwaakte uit zijn roes in de uni form, zonder dat hij wist, hoe hij daaraan ge komen was. Zoo moeilijk hadden zij het echter niet al- haar goed deed, en dachten bij zich zeiven, dat mevrouw Mumford haar dochters zeker tyranniseerde, daar zij zooveel opgewekter waren als zij er niet bij was. Maar niemand kon dat idee volhouden in tegenwoordigheid der moeder. Toen me vrouw Mumford weer aan het diner ver scheen met haar zwart satijnen japou aau en met haar gekruld haar als een aureool om haar mooi gelaat, vond iedereen haar weer even bekoorlijk en lief. ,,Tk moet u bedanken voor de vriende lijkheid, die gij aan mijn meisjes betoond hebt," zeide zij tot mijnheer'Jocelyn, toen men zich naar de gezelschapskamer had be geven. Hij wenschte haar geluk met haar herstel en zij drukte hem vriendelijk de hand. Toen maakte zij plaats naast haar voor hem op de sofa en begon met hem over Yorkshire te praten, over de menschen die zij daar kende en de plaatsen die zij daar gezien, had, terwijl Fanny bij de tafel zat en somber een illustratie bekeek. Mijnheer Jocelyn was mevrouw Mum- fords tijdgenoot, tenminste ten naastenbij, en zij beschouwde hem als zoodanig, terwijl Fannv in haar moeders tegenwoordigheid de ondergeschikte rol van een schoolmeisje vervulde. Den volgenden dag viel het mijn heer Jocelyn op, dat Fanny toch niet zoo mooi was als hij gedacht had. Zij was als een lamp, waarvan men het licht laag ge draaid "had. Zij glimlachte moedig, als hij haar aansprak, maar haar antwoorden wa ren éénlettergrepig. Er schenen geen onder iyd. Het was een zware tijd voor de armen in Duitsehland en menigeen was blij een hand- gold to kunnen verdienen in plaats van hon ger to hjden. Ook misdadigers lieten zich aan werven, onder belofte van straffeloosheid voor reeds begane misdrijven. Men kan zich voor stellen, dat cr een onbarmhartig strenge krijgstucht noodig was voor dergelijke elemen ten. Mee barbaarscbo wreedheid werden vaak do soldaten behandeld door de officieren eerst onder Frederik den Grooten werd dit wat bo ter, kwam het ten minste niet meer voor, dat .offioieren recruten een oog uitstompten of een arm braken, maar de stok hcc-rschto nog lang in liet leger, en de officieren sloegen êr niet alleen dc soldaten mee, maar de hooger ge plaatste officieren ook de lagere. De straffen waren zeer streng en het spitaroedon-loopen bleef nog tot ver iri de achttiende eeuw iu zwang. V'ooral desertie werd op dio wijze ge straft. De deserteur moest een of meermalen tusscben een dubbele rij soldaten, 100 tot 200 man, doorgaan, die hem onbarmhartig sloegen met wilgentakken, en dikwijls viel hij ten slotte dood neer. Ook in andere opzichten had de 6oldaat van .dien tijd geen pretti g leven. Door het volk werd ki.j.geminacht. In Frankfort bijv. stond voorge schreven, dat de schildwacht op zij moest gaan, als de slager een kalf door de poort binnen bracht, „opdat het dier niet schuw zou wor den", en als hij niet vanzelf ging, mocht de slager hem wegranselen. Zocdra de jongeman het handgeld in ontvangst had genomen was hij van famil'e en vrienden gescheiden en vormden alleen de kameraden den kring, waarin hy ver keerde; zelfs de handwerksgezel sc-haamde zich in zijn gezelschap te worden gezien. En als de soldaat van dien tijd in zwaren krijgsdienst oud èn zwak was geworden, gaf men hem zijn ontslag, in den regel zonder zich verder om hem te bekommeren. Eerst in lateren tijd ontvingen sommigen een zeer klein, volstrekt ontoereikend pensioen. Het eenige voorrecht, dat aan alle oud-gedienden ten deel viel was vrijheid om te bedelen. In den tijd van Frederik den Grooten deed men zijn best om altbans ontslagen onderofficieren aan ver schillende betrekkingen te helpen als ontvanger der belastingen, schoolmeester, poortwachter. Eerst veel lat<er werd te Berlijn het eerste in- valiedengesticht opgericht. Slot volyt.) De toesland in den reuzenstrijd. De laatste dagen hebben wij er reeds op gewezen, dat er aan de Italiaansck-Oosten- rijkscke grens meer actie heerscht dan we daar wel gewoon zijn. Het blijkt, dat het Oostenrijk is, hetwelk nu een offensief had geopend. Men zou anders eerder ver moeden, dat de aanvallende pogingen van den kant van Italië kwamendit land heeft nog weinig anders behoeven te doen dan aan eigen grenzen te vechten tegen den vijand, die zijn krachten öd verschillende fronten moet verdeelen. Het Italiaansche offensief, dat voor eenige weken begon, eu dat zou dienen, naar bericht werd, om de Franschen bij Verdun verlichting te bezor gen, is nu blijkbaar tot staan gekomeu en het Oostenrijksche legerbestuur meent tbans eens te moeten toonen, wat het kan. Groote successen hadden de Ooctenrijksche wapenen .totnogtoe weliswaar niet te boeken, maar blijkbaar zijn er tcch voordeden be haald. De Oost en rijksclie berichten maken zelfs van eenige duizenden krijgsgevangenen gewag; 141 officieren en 6200 minderen van de Italianen zouden gevangen genomen ziju alleen ten zuiden en ten zuidoosten van Rovereto, en zooals men weet, maakten wij den vorigen keer ook reeds melding van Ita liaansche krijsgevangenen. Bij Rovereto trouwens moet hevig gevochten zijn. De Italianen houden daar een bergtop bezet, den Monte Zugna, vanwaar zij Rovereto, dat in Oostenriiksche handen is. onder vuur houden. De Oosten-rijkers hébben dien berg nu bestormd, maar naar 't schijnt, zonder succes. Wel was het gevecht buitengewoon hevig. Tallooze aanvallers vielen in den Etech en dréven weg met deze snelstroomen- de rivier. De nieuwste berichten maken gewag van aanvallen der Oostenrijkers' in Tirol; tus- schen het Astico- en Lenadal hebben zij daar werpen meer te zijn, waarin zij gemeen schappelijk belang stelden. Mijnheer Jocelyn kwam echter langza merhand op intiemer voet met de familie Mumford; hij was altijd gereed mevrouw Mumfords sjaal of parasol te dragen, hij bracht haar mandjes tmet vruchten en ver ruilde haar boeken in de leesbibliotheek.- Fanny zonderde zich zooveel mogelijk af; zij maakte het oude gezegde tot waarheid, dat drie personen een gezelschap uitmaken en dat een vierde persoon onhoodig is. Dat zij ooit tête a tête met mijnheer Jocelyn gereden of gewandeld had, scheen onge looflijk. Mevrouw Mumford nam haar dochter eens onder handen. Zij hield er niét van, dat men een slecht humeur toonde. „Je hebt dat oupleizierige humeur niet van mij geërfd," zeide zij; ,,ik kan altijd praten en mijzeive aangenaam makèn." „Misschien ben ik ziek," antwoordde Fanny, „misschien heb ik uwe zwakke ge zondheid geërfd," terwijl zij dit zeide, schaamde zij zich. Zij had ironisch tegen haar moeder gesproken, tegen haar, aan wie haar geheele leven gewijd was. Maar mevrouw Mumford had haar woorden niet als zoodanig opgevat en in ernst genomen. Zij keek haar dochter aan en vond ook, dat ze er niet zeer goed uitzag; ze zeide, dat ze den volgenden dag om dr. Beppo zou zenden, als Fanny weer zoo somber was; toen ging zij naar beneden, liet een rijtuig, bestellen ^n reed weg met haar den grenst ug van den Maggico bezet; er wfrden meer dan 900 Italianen, daaronder 12 officieren, krijgsgevangen gemaakt, ter wijl de buit bedroeg 18 kanonnen en 18 machinegeweren. Volgens de Italianen zouden de Oostenrijkera bij de jongste ge vechten ontzettende verliezen hebben gele den. Hoo weten zij dat echter, vragen dezen. Men kan alleen de verliezen van den vijand taxeeren, indien men meester blijft van het slagveld en dat was van de Itaïïauen niet het geval. Intusschen moetn wij ook Je wederpartij aan het woord latende be lichten uit Rome vertellen ook van over winningen, o. a. op den noordkam van den Fargondo, waar de Italiaansche Alpen jagers liet reeds veroverde gebied hebben uitgebreid tot in het gebied van den Mat- Icro. Verder zouden de Italiaansche troepen bij Monfalcone een stuk loopgraaf, dat de vijand had ingenomen op 15 Mei, 'nebben heroverd. Hoe dit alle? ook zij, we krijgen wel den indruk, dat er verwoed gestreden wordt op verschillende plaatsen aan het Ita- Jaaainsuh-Ooetenrijksche front. Op de andere fronten vieL in de laatste dagen weinig belangrijks voor. Bij Verdun wordt nog steeds gevochten; de aanvallen der Duitschers gelden altijd nog den Mort Homme en heuvel 304, evenals het bosch van Avooourt, maar het zware geschutvuur der Franschen verhindert, dat zij er voor uitkomen. Het is vooral, aan Duitechen als Franschen kant, de artillerie die in de laatste dagen het werk doet. Aan 't overige deel van 't westerfront zijn merkwaardig een aantal luchtgevechtenWoensdag bijv. werden er aan de Engelsche linie niet min der dan 13 geleverd. Terwijl Duitsche vliegers op de Fransclxe plaatsen Belfort., Luneville en Epinal bommen hebben ge worpen, hebben Fra.nc.cho vliegers een aantal plaatsen ten noorden van Verdun, door de Duitschers bezet, gebombardeerd, o. a. op munitie-depots in de buurt van Sedan en op het station van deze Duitsobe vesting zijn bommen geworpen Niet minder dan 80 bommen zijn ook gevallen op het station Metz-Sablona. Er kornen weer eenige berichten van ge torpedeerde schepen, ditmaal ziju 't echter geen neutrale-, maar één Fransch. en een paar Duitsche stoomschepenEen Russiscche duikboot heeft in de Oostzee een paar Duit- sfche schepen in den grond geboord; door een Duitschon onderzeeër is de Fransciie „Mira" vernietigd. De Russen hebben de Duitschers, ook volgeus een telegram uit Berlijn, den tijd gelaten om zich in de boo ten to begeveu. De Franschen hebben een groot luchtschip, de „Nouvelliste" verloren, blijkbaar door een ongeluk. Bij Sardinië heeft men het luchtschip, dat koers zette naar Sassari, eensklaps- zien schommelen boven in de lucht, eivstegen rook en vlam men uit op en men hoorde een geweldige ontploffing. Het geheele luchtschip is in zee gestort en verdwenen, de geheele be manning is natuurlijk omgekomen. Een merkwaardig bericht ko-nt. uit New- York, volgens oen vertegenwoordiger der „Associated Press" zou de Amerikaansche regeering bezig ziin met een zeer scherpe protestnota tegen Engeland. De Vereenigde Staten zouden het van boord halen en vast houden van poststukken, inzonderheid van neutrale herkomst, niet lauger kunnen dul den. De Vereenigde Staten zouden Engeland duidelijk willen te verstaan geven, dat zij het een gebiedende noodzakelijkheid achten" dat Engeland zijn optreden wijzigt. DSJITSCKLA^D. De „Vorwarts" over Grey's interview. De „Vorwarts" waarschuwt in een be schouwing over sir Edward Grev's vredez in ter view tegen het zonder meer met hoon afwijzen van de daarin vervatte verklarin gen. Vooral wat Grey als Engeland's oor logsdoel aanduidde verdient ongetwijfeld aandacht. Dat was de kern van het inter view. Sir Edward Grey geeft als Enge land's oorlogsdoel aan, dat allereerst België en Servië hersteld moeten worden; hij ga-at zelfs nog verder en verlangt voor deze jongste dochter en mijnheer Jocelyn. Fanny zag haar wegrijden; toen zette zij haar hoed op en ging naar het Colos seum. Dat trok haar aau; het sprak van dood en voorbijgegane dingen. In haar booze bui deed het haar goed te weten, dat de menschen daar gestorven waren. Als zij dood waren was hun lijden ook voorbij. Zij, die hen hadden zien sterven, waren ook dood, en dat was een voldoening; zij zou het 't best vinden, als iedereen dood was. Zij was altijd haar moeders satelliet en levenslange slavin geweest, en nu pas er kende zij met bitterheid, hoe de toewijding altijd van één kant was gekomen. Zij was de moeder van haar moeder geweest sinds haar kindsheid. Hoop, geluk, verbazing, teleurstelling en lijden hadden haar waarnemingsvermogen gescherpt en eindelijk zag zij de dingen, zooals zij waren. „Zij heeft er nooit aan ge dacht, dat wij volwassen zijn en ook rech ten hebben," zeide Fanny bitter bij zich zelve. „Zij is een getrouwde vrouw geweest sedert haar achttiende jaar, en nu ik negen-en-twintig ben, bedankt zij een man, omdat hij vriendelijk tegen mij geweest is. Als ik drie jaar geweest was en als hij mij naar den dierentuin had meegenomen, om mij op den olifant te laten rijden..." Bij dit. denkbeeld moest zij ondanks haar tieurige stemming lachen. „Ik leef als een witte muis in een kooi!" ging zij voort met oproerige tranen in haar oogen; „ik loop heen en weer in den tred staten schadeloosstelling, voor zoover moge lijk. Deze cischen eenvoudig met een ver achterlijk schouderophalen en hoom-nde op. merkingen af te doen gaat niet aan. Dan zou men alle vredesonderhandelingen uit den booze moeten achten en den oorlog zoo lang willen voortzetten totdat do militaire beslissingen den overwonnene den vredo zouden opleggen. Maar op dat standpunt heeft do Duitsche ïVgeering zich in haar Antwoord aan Amerika allerminst gesteld. Van uit dit gezichtspunt kan het dus sleeh' aangenaam aandoen, dat sir Edward Grc, het vizier heeft opgelicht en reeds concretere vredesvoorwaarden heeft genoomd. Mo» kan in Duitsehland van mecning zijn, dat deze vredesvoorwaarden nog te ver gaan eu dat men nog niet erop in moet gaan, even als men ook in het buitenland meent, dat de eischen vau den rijkskanselier nog niet het uiterste inhielden. Een ernstige eu zakelijke behandeling van Grey's uitlatin gen kan derhalve slechts er toe bijdragen om zoowel bij de oorlogvoerenden als bij de neutrale de wensch tot onderhandelen levendig te doen worden. Wij zijn zeer zeker van oordeel, dat, nu bijna 22 maan den een oorlog is gevoerd, welke zulke ont zettende offers heeft geëischt, werkelijk ook eens ernstig en nuchter over de vredesvoor waarden kan worden gepraat. Als hoofdzaak in Grey's rede brengt de „Vorwarts" diens verklaring naar voren, dat Engeland inderdaad niet eraan denkt Duitschland's politieke en economische on afhankelijkheid en bestaan te bedreigen, doch dat men zich slechts tegen een Duit sche hegemonie in Europa verdedigt. En deze verklaringen verdienen allerminst een hoonende afwijzing. En dat des te minder, waar men ongetwijfeld Grey's verzekering moet gelooven, dat Engeland aan geen ari zonderlijken vrede denkt en dat bovendien de Ententemogendheden besloten ziin om, voor liet geval dat. geen hun levensbelangen eer biedigende vrede tot stand kan komen, ge meenschappelijk den strijd tot het uiterste voort te zetten. Wie de toestanden kent, zal aan die betuiging wel niet kunnen twij felen. Tenslotte waarschuwt de „Vorwarts" er voor om de voldoening over het feit, dat Engeland in zijn eischen bescheidener is geworden en niet meer over de vernietiging van het Duitsche militarisme spreekt, maar slechts over het verschaffen van volkenrech telijke waarborgen tegen het uitbreken van een nieuwen wereldoorlog, niet te laten ont aarden in overmoedige terugwijzing van hetgeen in Grey's aanbod aan aannemelijke concessies voor Duitsehland ligt opgesloten. Want zelfs wanneer er voor Duitsehland geen andere oorzaken waren om ernstig ge- meelide en behoorlijke pogingen om tot een schikking te komen ook ernstig te behande len, zoo zou alleen reeds de indruk op het neutrale buitenland, vooral Amerika, ver bieden dictatoriale begeerten aangaande het sluiten van vrede al te onvoorzichtig naar voren te laten treden. Daarmede maakt men zich n.l. in het buitenland geen vrien den. Dat het overigens volstrekt niet on verschillig is hoe economisch machtige sta ten (en wij mogen hier wel bijvoegenóók kleinere neutrale staten) tot Duitsehland staan, heeft de Duitsche antwoordnota, aan Amerika zelf duidelijk genoeg te kennen gegeven. ENGELAND. Een luchtdepartement. LONDEN. Tennant, onderstaatssecreta ris van oorlog, deelde in het Lagerhuis mede, dat er een üuchtdepartement wordt ingesteld, waarvan Lord Curzon president zal zijn. Dit departement zal tot taak heb ben de behandeling van .vraagstukken in verband met de luchtvaart, speciaal de ge combineerde operaties van de luchtdiensten. van leger en vloot en daarover en over de types van de benoodigde machines voorstel len doen. Het zal zorgen voor een gelijke aanvul ling van materieel om naijver tuzschen beide diensten te verhinderen. Tennant verklaarde, sprekende over den algemeenen toestand, van den luchtoorlog, dat de Engelschen in de meeste gevechten overwinnaars zijn gebleven en verder, dat molen en verberg mij, wanneer iets mij verschrikt. En dat noemt men levenEn wij zullen nooit uit de kooi komen nooit!" J Zij had een visioen gehad, waarin zij ge zien had wat het leven kon zijn, wat het is, om gelukkig te zijn, maar plotseling was het verdwenen, en nu was zij ongeluk kiger dan ooit, omd.it zij inzag hoe arm haar leven was. Zij gevoelde zich als een schoolmeisje, dat een heerlijken dag in de vrije natuur gedarteld had en dat weer op sloten werd tusschen de muren van een schoollokaal. Zij kreeg medelijden met zich zelve, als zij dacht aan haar katoenen japonnen, haar tweemaal gewasschen hand schoenen en haar eigen gemaakte hoeden. Niet dat die dingen haar veel konden sche len. Fanny was in het geheel niet ijdel: zij zou in lompen gekleed willen gaan, om haar moeder te dienen of iemand, dien zij 'liefhad. Wat haar bedroefde, was, dat zij als een nul, als een minderwaardige werd beschouwd. „Ze kon toch wel gemerkt hebben, dat hij een beetje belang in mij stelde. Ik zou het wel gezien hebben, als het Flo was ge weest. Maar moeder wil het niet zien. Zoolang we hier nog blijven, zal zij mij altijd bespottelijk maken in zijn bijzijn." (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1