No. 275. Vrijdag 19 Mei 1916 Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. De Kinderen van Mevrouw Mumford. TWEEDÊ JAARGANG. DE SOLDATENCOURANT REDACTIE EN' ADMINISTRATIE PALESTRTNASTR. 10, AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEER. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOORBURGERS a CENT, ABONNEMENT BIJ VOORUIT BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS/L.50P.KWARTAAL Voor Advertentie wende men zich tot onze Administratie, Palestrinaslraat 10, Amsterdam. I'rys der Advertentiöu per regel 80 cent. Voor Ingezonden Mede' deeHngen op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief. Bjj abonnement reductie. Wat in vredestijd de theorie leerde in het krijgswezen, de krijg brengt daar in de praktijk dikwijls verandering in. Reeds meermalen hebben wij er opmerkzaam op gemaakt, dat ook in de uitrusting van den krijgsman dikwijls verandering werd gebracht, niet het minst in de hoofddeksels. Stalen helmen zijn thans in bijna alle legers in gebruik. We zien hier een afdeeling Fransche cavalerie van de nieuwe helmen voorzien. Opmerkelijk zijn ook de nieuw ingevoerde zadels met hooge rugstutten. Een Schaakrubriek. Om aan het verlangen van vele onzer lezers te voldoen, zuilen wij, te beginnen met Juni a.s., wekelijks een schaakrubriek In ons blad opnemen. De hoer B, J. van Trotsénburg, Johannes Verhuiststraat 78, Amsterdam, is daartoe als schaakredacteur aan ons blad ver bonden. Alles wat deze rubriek betreft moet met hem behandeld en betreffende correspon dentie uitsluitend aan zijn adres gerioht wordan. Oude nummers gevraagd. Wie kan ons helpen aan een of meer exem plaren van nos. 11, 71, 77, 83 en 98 van „De Soidatenoourant"? Men doet ons met toezen ding een groot pleizier en wij zijn bereid, des- gowenscht, 1Q cent voor elk exemplaar te betalen. Uit soldatenleven in vroegeren tijd. De soldaten In de achttiende eeuw. I. De éllende, die ten deele door de landsknech ten over Duitscliland was gebracht in den demgjarigen oorlog, deed niet alleen het volk, ook de vorsten een afschuw krijgen van dit stelsel van legerorganisatie, en het is geen wonder, dat zoodoende uit het leger der lands knechten, in de laatste helft der zeventiende eeuw verdwijnt die naam allengs, heb staande leger voortkwam. Frankrijk had daarin trou wens, onder Lodewijk XIV, reeds het voorbeeld gegpven en de tijdelijke huurlegers waren er, voor een groot deel ten minste, afgeschaft. Friedrich Wilhelm, do greote kourvorsb van Brandenburg, die in zijn jeugd getuige was geweest van de jammereu van den oorlog, waaraan ook zijn land was blootgesteld, zag de noodzakelijkheid in van staande troepen voor de verdediging van 'zijn rijk en de handhaving zijner vorstelijke positie. Doch gebrek aan geld en gemis ann medewerking warén oorzaak, dat hjj niet bereikte, wat hij wilde en voor de oor logen, die liij te voeren had, o.a. tegen Frank rijk, moest hij telkens opnieuw grijpen naar het huurlingen!oger, al werd dit nu ook voorname lijk samengesteld uit onderdanen van 't eigen land, al werd de groote macht der regiments commandanten beperkt, dezen vplkomen afhan kelijk gemaakt van den landsvorst en dus het leger van een particuliere onderneming een openbare zaak. Zijn opvolger koning Friedrieh I nam zijn taak over met bewonderenswaar- Naar het Engelsch „De dokter zegt, dat ik in geen weken reizen mag," zeid© mevrouw Mumford op klagenden toon. Zij lag met haar mooie hoofd met zijn dik krullend wit haar mis troostig op het kussen, terwijl haar gevulde hand, welko rijk van ringen voorzien was, treurig over het beddegoed streek. „In geen paar weken," verbeterde de. jongste dochter. „En wij zouden Vrijdag nog wel naar Ischia gaan l" ging de moeder klagend voort. „Ja, ik heb u nog gewaarschuwd dien avond op de Dincio; jk zag den mist opko men, maar u wilde wachten om koningin Margherita te zien voorbijgaan." „Zij is ook zoo mooi en zoo lief, en ik ver geet altijd, dat ik niet heel sterk ben." Daar mevrouw Mumford gedurende de laatste dertig jaar dagelijks over haar zwakte had geklaagd, kon men veronderstellen, dat zij zelve en baar omgeving er genoegzaam mee bekend waren. Fanny, de oudste dochter, zeide niets, ïnaar opende een van de koffers en begon den inhoud daarvan in een kast te leggen. Het Icwa.ru er weinig op aan, dacht zij, of zij de een of de andere week verder reisden. Voor mevrouw Mumford 'beteekende een gevatte koude een paar dagen in bed met geregeld bezoek van den dokter; een paa.r dagen op de sofa met een japon aan, die haar flatteerde, en minder bezoek .van den cligen ijver, docli hij leefde niet lang genoeg om volkomen in zijn pogingen te slagen. Eerst de tweede Pruisische koning, Friedrieh Wilhelm I, slaagde er in een werkelijk staand leger op te richten en daarmee een volkomen omwenteling te brengen in den toestand der weermacht, in den toctsand der 6oldaten ook. Deze koning was een man van bewonderenswaar dige energie .en werkkracht, die hij niet het minst in den dienst stelde van de lerger-organi- satie, maar er waren vele, dikwijls meb elkaar strijdende pogingen noodig, voor de grond ge legd was voor liet Pruisische leger, dat onder zijn zoon Frederilc den Grooten zulke schitte rende overwinningen zou behalen. De koning weifelde langen tijd tussclion twee richtingen; zou hij soldaten, vooral buitenlan ders, aanwerven, of verplichten krijgsdienst in voeren .Boven die weifeling is hij eigenlijk nooit uitgekomen. Hij stelde vast, dat buiten landers zouden norden aangenomen, maar dan voor langen rijd, eerst voor vijf jaren, latei- voor onbepaalden termijn. Tevens echter werd de dienstplicht ingevoerd, met dien verstande evenwel, dat de landskinderen slechts twee. of drie maanden behoefden op te komen en daarna met groot verlof gingen, doch in geval van oorlog steeds beschikbaar bleven. Op die wijze vormden de aangeworven troepen den kern van liet leger en bloven zij steeds in dienst, wat natuurlijk een groot euvel was en nog al- t-jjd de deur openzette voor allerlei kwade prak tijken. Ook werd het moreel van den troep er door verlaagd, want zooals we verder zullen zien, stond de soldaat in dien tijd niet in groote achting bij het volle, wat waarlijk niet te ver wonderen was na de wandaden der lands knechten. Daar kwam nog bij, dat de algemeene dienst-, plicht eigenlijk weinig meer dan een wassen neus was. Allereerst reeds om den korten diensttijd, maar ook om de vele vrijstellingen, die toegestaan werden. Koning Friedrieh "Wil helm had voor de legerorganisatie zijn land laten verdeelen in kantons, en in elk kanton werd door den predikant een lijst gehouden van de jonge mannen, die voor den dienst ge schikt waren. Maar lang niet allen op die lijst moesten dienen. I itgezonderd waren al dadelijk de adellijke jongelui, verder de zonen van bur gers, die een vermogen van meer dan zes duizend thaler, ruim 10,000 gulden, beza ten, do zoons van predikanten, van geleerden, de jonge ambtenaren en werkgevers, do land eigenaars, allen, die den staat nuttig waren dus als burgers, en eindelijk de" eemge zoons. En 'zooals we zeiden, wat er dan nog overbleef, diende slechts 2 a 3 maanden. Wol moesten zij", evenals allen die op de kantons- lijsten ingeschreven waren, beschikbaar blijven voor den dienst des konings, maar in den regel waren zij voor bun leven vrij. Op een bevolking van zes milliocn waren er slechts 100.000 dienstplichtigen, doch daarvan dokter; voor haar dochters beteekende die ongesteldheid een onrustigen slaap gedu rende verscheidene nachten en beurtelings waken, afgewisseld door voorlezen en toe dienen van versterkende middelen en ver- frisschingen gedurende den dag. Maar zij waren gewend aan dit programma en be schouwden het als iets natuurlijks. Zij konden zich geen tijd herinneren, waarin haar leven niet gedraaid had om de spil van haar moeders veeleischendlieid. Toen zij nog kinderen waren, hadden zij de voor haar vermaakte japonnen afgedra gen. Als jonge meisjes lazen zij de boeken, die zij 't mooist vond en gingen zij uit naar de plaatsen, waar zij 't liefst was, en zoo- was het gebeurd, dat, hoewel er een geslacht t.usschen haar was, de dingen, die haar moe der jong hielden, haar tot op zekere licogte oud maakten. Mevrouw Mumford was acht-en-veertig jaar en haar dochter Fanny negen-en-twin- tig. Evenals haar jongere zuster Flo was Fanny mager, zonder veel karakter, zonder iets bijzonders, voor zoover de alledaagsche opmerker kon oordeelen. Mevrouw Mumford was weduwe en was dat al twintig jaar geweest. Fanny kou zich haar vader nog nevelachtig herinneren als een lange, dunne man met kalme manieren en eeu gebukte houding, die haar heel oud had toegeschenen, zooals altijd met vaders het geval is. Zij dacht er dikwijls met ver- woudering over, dat hij maar weinig ouder was geweest dan zij nu was, toen hij zijn rechterlijke betrekking en a! zijn andere las ten voorgoed neerlegde eu tevreden den lan gen slaap ging slapen op een kerkhof in een voorstad van Londen, eeu stille plaats, waarvan de vrede niet verstoord kon wor dienden er nog niet de helft. Het gevolg was, dat het grootste deel van 't leger moest worden aangeworven, en daar men niet genoeg strijd bare mannen uit het buitenland kon krijgen, ging weldra, tegen des konings wensch, de binneniandsche werving lustig haar gang. Het verschil met vroeger was echter, dat de dienst tijd onoepaald was verlengd, dat de afscheiding der officieren van den troep een ontzaglijk grooter was en. er nu eerst eeu officierenstand was geboren, en dat do 6trenge discipline het leger tot een krachtig georganiseerd geheel, maakte. Bovenbedoelde legerinriohting heeft vooral be trekking op Pruisen, doch eveneens op Oosten rijk en vSakgen, de grootste* Duitscho staten. Bij den AVestfaalschcn vrede was Duitsch- land versplinterd in een aantal ook kleinere, soms miniatuurstaten en al do hcersohers daarvan voelden zich koningen in hun rijk of rijkje. Men poogde bijna, overal de groote hoven na te volgen, in 't bijzonder was de Fransche koning Lodewijk XIV voor velen een voorbeeld. Overal moesten do vorsten, alB de^-e monarch, hun eigen sol daten hebben, hun „lijftrawanten" zooals het heette, al waren het er maar een paar dozijn. Men hield er een legertje op na niet om het land te verdedigen, waarvoor het niet toerei kond was, maar voor zijn pleizier, voor de mooie uniformen, voor do schildwachten bij de poorten der stad en der paleizen, bij de tuinen, enz. Het was dus een soort van luxe en het werd voor vele vorsten eeu onzinnige zucht tot verkwisting. De een wilde den ander voorbij streven met den luister en de pracht zijner lijftrawanten. De uniformen der lijfwachts werden hoe langer hoe pronkender, die der offi cieren waren met goudborduursol overladen. Men had nl.spoedig ingezien, dat voor een goed georganiseerd leger een gelijkvormige kleeding noodzakelijk was. Ook hierin ha<l Frankrijk het voorbeeld gegeven, en de Duit scho staten volgden liet na. In Duitscliland trachtte de Groote Keurvorst de uniformen in te voeren; in de eerste jaren zijner regeering bleef nog de vroegere toestand bestaan, en ieder kleedde 'zich van zijn soldij, zooals hem goeddacht. Een overgangtijdperk was, dat de overste, onder aftrek van de soldij, hot materi aal voor de kleeding zijner mannen leverde. Onder de eerste Pruisische kouingen was het leger in uniform gestoken, alleen droegen in het eerst nog de officieren, wat zij wilden, al dosten zij zich ook 'zoo krijgshaftig mogelijk uit. De nuiform der lijfwacht van koning Frie drieh I was blauw met goud, daarover werd een karmozijnen sjerp gedragende officiereu waren in 't scharlaken gekleed met zeer veel goudborduursel en gouden kwasten. (Wordt vervolgd.) De toestand in den reuzenstrijd. 't Is de strijd der Russen in den Kaukasus en in Mesopotamië, die ditmaal weer wat stof geeft voor do oorlogsberichten. In de eerste plaats wordt gemeld, dat de Turken zeer hardnekkige aanvallen doen in de buurt van Lezing jan en Diabekr, maar dat die aanvallen glorieus worden afgeslagen door de Russen. Wel blijkt hieruit, dat in deze streek de laatsten niet alleen meer de aanvallers zijn, maar hun tegenstanders hebben blijkbaar groote versterkingen ge kregen en treden offensief op. Ook in de kuststreek is gevochten, daar waren de Russen overwinnaars en vluchtten de Tur ken naar Baiboert, volgens een telegram. Doch van grooter bolang schijnen de successen te zijn, die de Russen hebben behaald in do grensstreek van Ferzië en Mesopotamic. Uit Perzië koiaen de Russen blijkbaar wel vooruit in de richting van Bagdad. Waar de Engelechen niet konden vorderen van bet zuiden, komen de Russen van 'b noorden en 't oosten deze Tuzrksche stad steeds nader. De Russisolie troepen zijn doorgedrongen tot Revandoets in de richting van Mosul aan den Tigris. Mosul ligt ongeveer op de plek, waar liet oude Ninineh stond. De Turksche troepen schij nen door den aanval' der Russen zeer ver rast te zijn en gingm op de vlucht. Het is den door de verwijderde stadsgeruchten. Er waren jaren geweest, waarin Fanny 'het een onrecht voor haar moeder vond, dat haar vader haar had alleen gelaten in den strijd des levens; doch naarmate zij ouder werd en het-zelfde zichzelf vergetende leven begon te leiden als haarvader moest gehad hebben, veranderde zij van mecning. Voor mevrouw Mumford gebeurden altijd goede dingen, en misschien had mijnheer Mumford wel be grepen, dat dat zou voortgaan na zijn dood. De Mumford's waren niet rijk. Jonge advocaten laten zelden veel na; maar mijn heer Mumford had gezorgd voor een góede levensverzekering en liet nog een kleyi ka pitaaltje na, dat hij van zijn vader had geërfd. De familie had ook wat gedaan in d-, eerste emotie van- medelijden met de weduwe, en zoo kwam het dus, dat zij ge noeg hadden om van te leven en op een net gemeubileerd bovenhuis in Londen woonden, hetgeen zij 's zomers verhuurden, om dan zelve te gaan reizen tot den herfst-. Hét leven van de meisjes was dus niet schitterend of vroolijk. Toen Fanny en Flo naar de dertig liepen, waren zij nóg onont wikkeld; het waren meer wijze, oude kinde ren dan wouwen, haar gelaat stond ernstig, haar gestalte was nog joug, en zij waren vol beminlijken eenvoud en lieflijke, nevel achtige droomen. Niemand zou bij beuaderiug haar leeftijd kunnen opgeven: met korte jurken aan. zouden zij voor vijftien kunnen doorgaan, maar met hoeden die haar voorhoofd be dekten en den ernst van haar oogen en mond deden uitkomen, zou men ze voor vijftig kunnen aanzien. Maar haar moeder echter wel waarschijnlijk, dat zij daar nu weer versterkingen zullen krijgen. In elk geval zijn de Ruseeu nog een goede 100 K.M. van Mosul, dat krachtig versterkt is en stellig niet zoo spoedig in de handen der vijanden zal vallen. Toch valt niet te ontkennen, dat de Russen wel uit Ferzië vooruit dringen in Mesopotamië. De Britsch© eerste minister is naar Ier land gereisd, zooals men weet; hij is van Dublin naar Belfast gegaan en weer te Dublin teruggekeerd. Hij is overal met .geestdrift ontvangenhij heeft reeds eenige feestmaaltijden bijgewoond en met tal van menschen gesproken. Dit zijn de feiten, die de telegrammen vertellen. Wat er eigen lijk voorvalt in Ierland, waarom de eerste minister daarheen is gegaan, wat hij er uit voert, wij vernemen er totnogtoe niets van. Eén ding is duidelijkde opstand in Ier land heeft de.Iersohe quaestie weer naar voren geroepen en Asquith moet nu trachten daarvoor een oplossing te vindon zoodanig, dat zij de Engelsche oorlogvoe ring niet meer in den weg staat. Dit zal niet gemakkelijk vallen. Want al is de Ier- sche opstand gedempt, hij is zeer ernstig ge weest: in Dublin allen zouden er niét min der dan 800 burgers zijn gedood. Bovendien heeft de wijze, waarop de opstand is ge dempt, bij vele Ieren, die tegen den opstand waren, toch boos bloed gezet en ook in het Lagerhuis heeft de regeering daarover harde noten te kraken gekregen. Waar schijnlijk herinnert menig Iersch nationalist zich thans ineens, dat er zoo iets als een Home rule wet is, een wet tot zelfbestuur van Ierland, welke door den oorlog voor- loopig op zij is gezet. Doch die wet thans in te voeren, zou opnieuw strijd en tweedracht zaaien in Ierland, want de mannen van Ulster zouden er zich, zelfs gewapender hand, tegen verzetten. Van invoering van Home Rule zal dus voorloopig wel geen sprake zijn, toch moet Ierland voldoening hebben. Welke regeling zal Asquith tot stand kunnen brengen? Er wordt aan het Italiaansch-Oosteu- rijksche front in de laatste dagen zeker zeer hardnekkig gestreden-. Uit Rom© als uit Weenen bereiken ons daarvan lange tele grammen- Langs het geteele front worden zware artillerie-gevechten geleverd. Daarbij hebben liier en da-ar infanterie-aanvaUen plaats, terwijl van weerskanten de vliegers 1 beproeven zooveel mogelijk schade te doen. Itali'aansohs vliegers wierpen hommen op Kostahjevica, Oostenrijksche op Venetië en Mestra, zonder dat zij naar het schijnt veel schade konden aanrichten. Wie in den feller uitbrekenden strijd der laatste dagen het meeste succes heeft, is nog niet duide lijk. We spreken zelfs de It-aliaansche berich ten van de geweldige artillerie-aanvallen der Oostenrijkers op vele punten en van hun infanterie-aanvallen hier en daar. Uit Weenen komen berichten van krijgsgevan gen gemaakte Italianen, 65 officieren en 24.00 man, van buit gemaakte machinege weren en 6tukken geschut-. De It-aliaansche berichtgevers schijr.-en niet iets .van dien aard hebben te boeken. Ook komt het ons voor dat het hier een offensieve poging geldt van den Oosteurijkscheu kant. Doch men bericht tévens van groote troepenzen dingen van Italië naar het front. Van de andere oorlogsterreinen valt maar heel weinig nieuws te vertellen. Er wordt nog gevochten bij Verdun, maar men laat den strijd over aan het ko-non, dat zich in de laatste dagen vooral meer deed gelden bij hoogte 304, bij den Mort, Homrae, bij Avocourt- Aan 't Engelsche front wordt melding gemaakt van mijnacties. Bii Vimy drongen de Engelschen over een lengte van 250 yards in de Duitsche loopgraven door. Bij Wieltje werd de aanval van een vijan delijke patrouille afgeslagen. Kleinigheden zooals men ziet, in dezen geweldigen krijg, kleinigheden zonder uitwerking, maar die telkens havo slachtoffers vragen. was heb bewijs dat zij nog jong waren. Blozend, rechtop, glimlachend, met krul lend haar en witte tanden was zij het sie raad in huis en haar kredietbrief op reis. Van driehonderd pond per jaar kunnen zuinige vrouwen heel wat doen, vooral als twee van de drie haar maaltijd heel goed met salade kunnen doen en de derde voor haar toilet zorgt en maar een l^leine maag heeft. De familie Mumford kende geheel Europa. Zij konden de duurte der peusions vergelijken in Kopenhagen en op C'apri en zij wisten de goedkoopste winkels in de meeste hoofdsteden. Zij waren te Rome, toen mevrouw Mumford de koude vatte, welke "haar verplichtte langer te blijven dan zij voornemens was. De natuur had mevrouw Mumford een aardig gezicht en een mooie, gevulde ge stalte gegeven. Iedereen hield van haar en men. sprak van haar als van de aardigste vrouw, die men ooit ontmoet had. Haar dochters kon den genieten vau den lof, dien men haar moeder toezwaaide. Niemand sloeg acht op haar, behalve in verband met haar moeder, ofschoon de gunst waarin deze stónd, haar ook veler welwillendheid bezorgde. „Een paar weken," had dr. Beppo luch tig gezegd. Hij was een Italiaan, maar hij sprak liet Engelsch tamelijk goed, en even als iedereen vond hij mevrouw Mumford allerbekoorlijkst. Fanny ging naar beneden met- een ernstig gelaat. Zij was vroeg uitge gaan, om een paar pakjes naar vrienden te verzenden. Er zijn menschen, die, als ze op reis zijn, allevlei boodschappen voor hun vrienden en kennissen moeten doen: ze moeten dikwijls photographieën, borduursel of kant yoor hen koopen. Zulke menschep ENGELAND. Casement voor don rechter. Maandag is Roger Casement, de leider van den opstand in Ierland, het eerst voor de rechtbank te Londen gebracht. Op de getuigenbanken zaten een aantal soldaten, die krijgsgevangen waren geweest in Duitschland. De attorney-general deelde mede, dat zij getuigenis zouden afleggen omtrent het verraad van Casement. De attorney-general las daarop de ver klaring van Bailey voor, waarin de wijze, waarop Casement de gevangenen had trach ten te verleiden, werd beschreven. Bailey had zich aangesloten bij de brigade van Casement, ten einde te trachten daardoor uit Duitschland te komen. Na een bezoek tai. het Duitsche ministerie van oorlog s Bailey naar x"i! helmshaf en gebracht, van waar hij en Casement in een onderzeeër naar de Iersche kust waren vervoerd, waar zij geland waren in een opvouwbare boot, die echter in de branding was omgeslagen. Zij waren toen naar het strand gewaad, maar daarna teruggekeerd om wapens enz. op te halen. Bailey en Casement vertrok ken daarop naar Tralee. Kort daarop wen den hij en Casement gevangen genomen. Op aen onderzeeër had Bailey vernomen, dat een klein schip met 20,000 geweren, verscheiden millioenen patronen, tien ma chine-geweren en een hoeveelheid bommen, op weg was naar een plaats bij Tralee. De attorney-general deelde mede, dat dit schip, dat den naam „Aude" droeg door een patrouilleboot was aangehouden, die het had bevolen haar te volgen naar Queenstown. Kort daarop werd op de „Aude" de Duitsche vlag geheschen eu vloog het schip in de lucht. De bemanning had zich in de booten begeven. Duikers hebben vastgesteld, dat de „Aude" Russische geweren model 1905 aan boord had. Er w-erd daarna getuigenis afgelegd door de teruggekeerde krijgsgevangenen, die ver haalden van de pogingen van Casement om Ieren te werven voor zijn Iersche brigade. Eén getuige verklaarde, dat ongeveer 50 personen zich hadden laten aanwerven. De tweede dag van de behandeling van de zaak-Casement werd besteed aan het verhoor van nog andere getuigen omtrent de landing van Casement, zijn gevangenneming en het onderzoek der duikers van het gezonken Duitsche. schip „Aude". De getuigenverklaringen bevestigden de mededeelingen, door den attorney-general ,bij de opening der behandeling gedaan, maar brachten geen nieuwe belangrijke fei ten aan het licht. De wet op den dienstplicht. LONDEN. Het Lagerhuis heeft de derde lezing van de wet op den dienstplicht met 250 tegen -35 stemmen aangenomen. FRANKRÜJK. Van het Westeiiik Oorlogaterrein, LONDEN. Veldmaarschalk Haig rappor teert: „Dinsdagnacht van beide zijden aan vallen van minder beteekenis. Drie vijande lijke afdeelingen traë^en de loopgraven ten zuiden vau Hébuterne binnen te dringen. De aanval van twee dezer afdeelingen mis lukte totaal, de andere slaagde erin voor korten tijd in de Engelsche loopgraven te komen. Lancashire-fusiliers bezettennadat zij aan de Vïmy-boogte eenige mijnen hadden laten springen', de eerste linie van den vijand over een front van 250 yards en brachten hem zware verliezen toe. Tegenover Ouchy deed oen patrouille, na een mijn te hebben laten springen, een aan val op de loopgraven van den vijand en drong door naar de tweede linie, waar bom men met den vijand werden gewisseld. "Een vijandelijke patrouille, die bij Wiel tje de Engelsche linies trachtte te naderen, werden door vuur verdreven. Dinsdag beiderzijdsche artillerie-activiteit. waren de Mumfords: „ze waren zoo goed hartig," zeide men.1 De ontbijtkamer was bijna ledig, toen Fanny binnen kwam. Een heer was nog bezig zijn café complet te gebruiken, toen Fanny ging zitten, en daar hij bijna tegen over haar zat, boog zij even. Men wordt min of meer gemeenzaam met elkander, als men een paar weken aan dezelfde tafel zit. Fanny wist, dat het een Engelschman was: zij had hem een paar keer gesproken. „Ik had gedacht, dat ik de laatste en de luiste was," zeide hij glimlachend. Deze opmerking vroeg om een antwoord, dat als haar moeder was tegenwoordig ge weest, zeker door deze zou gegeven zijn. „Ik ben niet lui geweest," antwoordde zij. „Om zes uur was ik aan het bloemen koopen op la Spagna." „Ik hoor, dat gij spoedig gaat vertrek ken," ging hij voort. „Wij zouden Vrijdag naar Ischia gegaan zijn; maar moeder heeft koude gevat. Wij zullen hier waarschijnlijk nog een paar we ken moeten blijven." „Nu, Jt is zoo erg niet, in Rome te moe ten blijven, er is zooveel te zien." „O, ik vind het niets naar hier lang te moeten blijven. Ik weet nogal wat van het verleden van Rome en dat maakt vele din gen interessant voor mij." Zij glimlachte, terwijl zij sprak, en voor de eerste maal viel het mijnheer Jocelyn op, dat zij een aardig meisje was, dat iets bijzonder frisch eu onbedorvens over zich. had. Haar mousselinen blouse stond haar keurig, heur haar glom van het vele bor stelen en zij had mooie handen. Mijnheer Jocelvu had gedaan met ontbijten, doch hij schonk zich nog een kop koffie iii, om nog een. beetje te kunnen blijven praten. En De strijd om Verdun. PARIJS. De dag van Dinsdag werd slechts gekenmerkt door twee kleine demon straties van den vijand. De gewone beschie ting daargelaten, zijn de operaties wel zeer onbeteekenend in vergelijking met de ver woede stormaanvallen, die plaats hadden en die waarschijnlijk nog te verwachten zijn; want de huidige verslapping van den strijd moet worden beschouwd als een pauze, zooah de rustperiodes, welke hieraan voorafgingen en die dezelfde oorzaak hadden. De schermutselingen, welke thans overal elders op ons front plaats vinden, hetzij in Argonne, hetzij in Champagne, zijn niets anders dan demonstraties, die ten doel heb ben onze aandacht van Verdun af te leiden, terwijl de vijand zijn door het laatste offen sief geschokte evenwicht herstelt-. En intus- schen blijven de Duitsche berichten ons voorstellen als de aanvallers en dat wel als aanvallers, die geen succes hebben. In deze wijze van de zaken voor te stellen is opnieuw een bewijs te zien van de pogin gen van den vijand om de mislukking van zijn operaties te verbloemen. Hoe de strijd om Verdun begonnen werd. In do „Mat-iii" geeft „un combattant" belangwekkende bijzonderheden over het voorspel cn het begin van de geweldige wor steling om Verdun. Enkele feiten, 6chrijft hij, zijn bekend ge worden, waardoor eenig licht op den toe stand wordt geworpen. Allereerst de dag order van generaal Pétain (de commandant van den sector-Verdun), waarin hij o.a. zegt, dat hij „a su rétablir une situation délicate". Vervolgens de vervanging van generaal De Langlo de Cary, dio de legergroep van het centrum aanvoerde, waarvan het Ver- dunleger deel uitmaakte, door dienzelfden generaal Pétain. Ook is bekend, dat gene raal De Castelnau zich onmiddellijk naar de Maas begaf, zoodra men inzicht had. gekre gen in den greotschen opzet van het Duit- schen offensief en dat hij daar het initiatief heeft genomen, om in te grijpen. In hoeverre was de toestand „délicate"? Men zal zich herinneren, dat de geheele maand Februari zich gekenmerkt had door een reeks plaatselijke aanvallen van de Duit- schers over het geheele front van de zee tot de Vogezen, den sector-Verdun uitgezon derd. Dit was blijkbaar een taktièk om ons in het onzekère te laten, teneinde ons té beletten reserves naar het bedreigde front te dirigeeren. Het leger van generaal Pétain, dat door liet opperbevel de ©er was toegedacht om als zoodanig op te treden, bevond zich dan ook inderdaad niet in de omgeving van Verdun; het kon slechts erheen gebracht worden toen de strijd reeds eenige dagen duuide. Intusschen hadden verschillende generaals zich niet door de Duitsche krijgslist laten vamgeii. Sinds eenige weken verkondigden zij, dat de vijand zijn hoofdaanval juist aan den. Maavs-ector zou aanzetten, waar geen enkele actie scheen plaats te hebben. Zij steunden hun meening op ingekomen, zeer ernstige gegevens, volgens welke sinds lang reeds daar achter het Duitsche front op groote schaal door de Duitschers in dezen sector voorbereidende werkzaamheden waren begonnen; er waren nieuwe divisies, ja geheele legerkorpsen samengetrokken, terwijl er een geweldige artilieriemassa en munitievoorraden waren bijeengebracht. Toen vormden zich in 'den Franschen generalen staf twee stroomingen. Sommigen waren van oordeel, dat Verdun het doelwit der Duitschers was; anderen bleven erbij, dat dit niet waarschijnlijk was. Het Fran sche front bij Verdun, dat liep over de hoogte van het C'auresbosch, was in hoofd zaak bezet door territorialen en Afrikaan- sche troepen. Aangezien generaal Herr, die toentertijd de stelling Verdun met het voorterrein onder zijn bevelen had, versterkingen vroeg, Fanny praatte en lachte ook zóó vroolijk, als zij zelden deed. Als zij lachte, kleurden zich haar wangen, en mijnheer Jocelyn be sloot er int,, dat als zij opgewekt en vroo lijk was. zij bepaald een lief gezicht had. Mijnheer Jocelyn was weduwnaar; hij was' het al lang met zichzelf eens, dat hij moest hertrouwen. Hij kwam van het Noor den van Engeland, waar hij meer dan dui zend fabriekarbeiders onder zich had. Hij had een goed inkomen, een mooi huis en een uitstekende positie als groot fabrikant-, maar zijn huiselijk leven was eenzaam en ledig. Zijn vrouw had hem kinderloos ge laten en dc wonde, die haar verlie3 hem had geslagen, was genoegzaam geheeld, om hem te doen beseffen hoe eenzaam hij was. Hij was goed in de veertig en hij had on dervonden, dat, als men ouder wordt, men eerder meer dan minder gevoelig is; dat als men jong is, teleurstelling dieper treft en men behoefte heeft aan waardeering. Hij had veel succes in zijn werkkring. Maar wat kwam het er eigenlijk op aan, daar er niemand was, die er zich met hem over kon verheugen Hij zou gemakkelijk een keus kunnen doen onder de dochters van zijn kennissen en vrienden; hij had een goed voorkomen, hij was wel opgevoed en werd in de landstreek, waar hij woonde, hooggeacht; maar ondanks de prozaïsche omstandigheden, waarin hij leefde en werk te of misschien wel daardoor, had hij iets romantisch uit zijn jeugd overgehouden en verlangde hij naar een minder practische oplossing van de moeilijkheid. Hij wilde verliefd worden. (VVfirdt 'vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1