No. 275.
Vrijdag 19 Mei 1916
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
De Kinderen van Mevrouw
Mumford.
TWEEDÊ JAARGANG.
DE SOLDATENCOURANT
REDACTIE EN' ADMINISTRATIE PALESTRTNASTR. 10, AMSTERDAM. DIT
BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEER. LOSSE NUMMERS VOOR
MILITAIREN 1 CENT, VOORBURGERS a CENT, ABONNEMENT BIJ VOORUIT
BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS/L.50P.KWARTAAL
Voor Advertentie wende men zich tot onze Administratie, Palestrinaslraat 10,
Amsterdam. I'rys der Advertentiöu per regel 80 cent. Voor Ingezonden Mede'
deeHngen op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief. Bjj abonnement
reductie.
Wat in vredestijd de theorie leerde in het krijgswezen, de krijg brengt daar in
de praktijk dikwijls verandering in. Reeds meermalen hebben wij er opmerkzaam op
gemaakt, dat ook in de uitrusting van den krijgsman dikwijls verandering werd gebracht,
niet het minst in de hoofddeksels. Stalen helmen zijn thans in bijna alle legers in
gebruik. We zien hier een afdeeling Fransche cavalerie van de nieuwe helmen voorzien.
Opmerkelijk zijn ook de nieuw ingevoerde zadels met hooge rugstutten.
Een Schaakrubriek.
Om aan het verlangen van vele onzer lezers
te voldoen, zuilen wij, te beginnen met Juni
a.s., wekelijks een schaakrubriek In ons blad
opnemen. De hoer B, J. van Trotsénburg,
Johannes Verhuiststraat 78, Amsterdam, is
daartoe als schaakredacteur aan ons blad ver
bonden. Alles wat deze rubriek betreft moet
met hem behandeld en betreffende correspon
dentie uitsluitend aan zijn adres gerioht
wordan.
Oude nummers gevraagd.
Wie kan ons helpen aan een of meer exem
plaren van nos. 11, 71, 77, 83 en 98 van „De
Soidatenoourant"? Men doet ons met toezen
ding een groot pleizier en wij zijn bereid, des-
gowenscht, 1Q cent voor elk exemplaar te
betalen.
Uit soldatenleven in vroegeren tijd.
De soldaten In de achttiende eeuw. I.
De éllende, die ten deele door de landsknech
ten over Duitscliland was gebracht in den
demgjarigen oorlog, deed niet alleen het volk,
ook de vorsten een afschuw krijgen van dit
stelsel van legerorganisatie, en het is geen
wonder, dat zoodoende uit het leger der lands
knechten, in de laatste helft der zeventiende
eeuw verdwijnt die naam allengs, heb staande
leger voortkwam. Frankrijk had daarin trou
wens, onder Lodewijk XIV, reeds het voorbeeld
gegpven en de tijdelijke huurlegers waren er,
voor een groot deel ten minste, afgeschaft.
Friedrich Wilhelm, do greote kourvorsb van
Brandenburg, die in zijn jeugd getuige was
geweest van de jammereu van den oorlog,
waaraan ook zijn land was blootgesteld, zag de
noodzakelijkheid in van staande troepen voor
de verdediging van 'zijn rijk en de handhaving
zijner vorstelijke positie. Doch gebrek aan geld
en gemis ann medewerking warén oorzaak, dat
hjj niet bereikte, wat hij wilde en voor de oor
logen, die liij te voeren had, o.a. tegen Frank
rijk, moest hij telkens opnieuw grijpen naar het
huurlingen!oger, al werd dit nu ook voorname
lijk samengesteld uit onderdanen van 't eigen
land, al werd de groote macht der regiments
commandanten beperkt, dezen vplkomen afhan
kelijk gemaakt van den landsvorst en dus het
leger van een particuliere onderneming een
openbare zaak. Zijn opvolger koning Friedrieh
I nam zijn taak over met bewonderenswaar-
Naar het Engelsch
„De dokter zegt, dat ik in geen weken
reizen mag," zeid© mevrouw Mumford op
klagenden toon. Zij lag met haar mooie
hoofd met zijn dik krullend wit haar mis
troostig op het kussen, terwijl haar gevulde
hand, welko rijk van ringen voorzien was,
treurig over het beddegoed streek.
„In geen paar weken," verbeterde de.
jongste dochter.
„En wij zouden Vrijdag nog wel naar
Ischia gaan l" ging de moeder klagend
voort.
„Ja, ik heb u nog gewaarschuwd dien
avond op de Dincio; jk zag den mist opko
men, maar u wilde wachten om koningin
Margherita te zien voorbijgaan."
„Zij is ook zoo mooi en zoo lief, en ik ver
geet altijd, dat ik niet heel sterk ben."
Daar mevrouw Mumford gedurende de
laatste dertig jaar dagelijks over haar zwakte
had geklaagd, kon men veronderstellen, dat
zij zelve en baar omgeving er genoegzaam
mee bekend waren.
Fanny, de oudste dochter, zeide niets,
ïnaar opende een van de koffers en begon
den inhoud daarvan in een kast te leggen.
Het Icwa.ru er weinig op aan, dacht zij, of
zij de een of de andere week verder reisden.
Voor mevrouw Mumford 'beteekende een
gevatte koude een paar dagen in bed met
geregeld bezoek van den dokter; een paa.r
dagen op de sofa met een japon aan, die
haar flatteerde, en minder bezoek .van den
cligen ijver, docli hij leefde niet lang genoeg
om volkomen in zijn pogingen te slagen.
Eerst de tweede Pruisische koning, Friedrieh
Wilhelm I, slaagde er in een werkelijk staand
leger op te richten en daarmee een volkomen
omwenteling te brengen in den toestand der
weermacht, in den toctsand der 6oldaten ook.
Deze koning was een man van bewonderenswaar
dige energie .en werkkracht, die hij niet het
minst in den dienst stelde van de lerger-organi-
satie, maar er waren vele, dikwijls meb elkaar
strijdende pogingen noodig, voor de grond ge
legd was voor liet Pruisische leger, dat onder
zijn zoon Frederilc den Grooten zulke schitte
rende overwinningen zou behalen.
De koning weifelde langen tijd tussclion twee
richtingen; zou hij soldaten, vooral buitenlan
ders, aanwerven, of verplichten krijgsdienst in
voeren .Boven die weifeling is hij eigenlijk
nooit uitgekomen. Hij stelde vast, dat buiten
landers zouden norden aangenomen, maar dan
voor langen rijd, eerst voor vijf jaren, latei-
voor onbepaalden termijn. Tevens echter werd
de dienstplicht ingevoerd, met dien verstande
evenwel, dat de landskinderen slechts twee. of
drie maanden behoefden op te komen en daarna
met groot verlof gingen, doch in geval van
oorlog steeds beschikbaar bleven. Op die wijze
vormden de aangeworven troepen den kern
van liet leger en bloven zij steeds in dienst,
wat natuurlijk een groot euvel was en nog al-
t-jjd de deur openzette voor allerlei kwade prak
tijken. Ook werd het moreel van den troep er
door verlaagd, want zooals we verder zullen
zien, stond de soldaat in dien tijd niet in groote
achting bij het volle, wat waarlijk niet te ver
wonderen was na de wandaden der lands
knechten.
Daar kwam nog bij, dat de algemeene dienst-,
plicht eigenlijk weinig meer dan een wassen
neus was. Allereerst reeds om den korten
diensttijd, maar ook om de vele vrijstellingen,
die toegestaan werden. Koning Friedrieh "Wil
helm had voor de legerorganisatie zijn land
laten verdeelen in kantons, en in elk kanton
werd door den predikant een lijst gehouden
van de jonge mannen, die voor den dienst ge
schikt waren. Maar lang niet allen op die lijst
moesten dienen. I itgezonderd waren al dadelijk
de adellijke jongelui, verder de zonen van bur
gers, die een vermogen van meer dan zes
duizend thaler, ruim 10,000 gulden, beza
ten, do zoons van predikanten, van geleerden,
de jonge ambtenaren en werkgevers, do land
eigenaars, allen, die den staat nuttig waren
dus als burgers, en eindelijk de" eemge
zoons. En 'zooals we zeiden, wat er dan nog
overbleef, diende slechts 2 a 3 maanden. Wol
moesten zij", evenals allen die op de kantons-
lijsten ingeschreven waren, beschikbaar blijven
voor den dienst des konings, maar in den regel
waren zij voor bun leven vrij.
Op een bevolking van zes milliocn waren er
slechts 100.000 dienstplichtigen, doch daarvan
dokter; voor haar dochters beteekende die
ongesteldheid een onrustigen slaap gedu
rende verscheidene nachten en beurtelings
waken, afgewisseld door voorlezen en toe
dienen van versterkende middelen en ver-
frisschingen gedurende den dag. Maar zij
waren gewend aan dit programma en be
schouwden het als iets natuurlijks.
Zij konden zich geen tijd herinneren,
waarin haar leven niet gedraaid had om de
spil van haar moeders veeleischendlieid.
Toen zij nog kinderen waren, hadden zij
de voor haar vermaakte japonnen afgedra
gen. Als jonge meisjes lazen zij de boeken,
die zij 't mooist vond en gingen zij uit naar
de plaatsen, waar zij 't liefst was, en zoo-
was het gebeurd, dat, hoewel er een geslacht
t.usschen haar was, de dingen, die haar moe
der jong hielden, haar tot op zekere licogte
oud maakten.
Mevrouw Mumford was acht-en-veertig
jaar en haar dochter Fanny negen-en-twin-
tig. Evenals haar jongere zuster Flo was
Fanny mager, zonder veel karakter, zonder
iets bijzonders, voor zoover de alledaagsche
opmerker kon oordeelen.
Mevrouw Mumford was weduwe en was
dat al twintig jaar geweest. Fanny kou zich
haar vader nog nevelachtig herinneren als
een lange, dunne man met kalme manieren
en eeu gebukte houding, die haar heel oud
had toegeschenen, zooals altijd met vaders
het geval is. Zij dacht er dikwijls met ver-
woudering over, dat hij maar weinig ouder
was geweest dan zij nu was, toen hij zijn
rechterlijke betrekking en a! zijn andere las
ten voorgoed neerlegde eu tevreden den lan
gen slaap ging slapen op een kerkhof in een
voorstad van Londen, eeu stille plaats,
waarvan de vrede niet verstoord kon wor
dienden er nog niet de helft. Het gevolg was,
dat het grootste deel van 't leger moest worden
aangeworven, en daar men niet genoeg strijd
bare mannen uit het buitenland kon krijgen,
ging weldra, tegen des konings wensch, de
binneniandsche werving lustig haar gang. Het
verschil met vroeger was echter, dat de dienst
tijd onoepaald was verlengd, dat de afscheiding
der officieren van den troep een ontzaglijk
grooter was en. er nu eerst eeu officierenstand
was geboren, en dat do 6trenge discipline het
leger tot een krachtig georganiseerd geheel,
maakte.
Bovenbedoelde legerinriohting heeft vooral be
trekking op Pruisen, doch eveneens op Oosten
rijk en vSakgen, de grootste* Duitscho staten.
Bij den AVestfaalschcn vrede was Duitsch-
land versplinterd in een aantal ook
kleinere, soms miniatuurstaten en al do
hcersohers daarvan voelden zich koningen
in hun rijk of rijkje. Men poogde bijna,
overal de groote hoven na te volgen, in 't
bijzonder was de Fransche koning Lodewijk XIV
voor velen een voorbeeld. Overal moesten do
vorsten, alB de^-e monarch, hun eigen sol
daten hebben, hun „lijftrawanten" zooals het
heette, al waren het er maar een paar dozijn.
Men hield er een legertje op na niet om het
land te verdedigen, waarvoor het niet toerei
kond was, maar voor zijn pleizier, voor de
mooie uniformen, voor do schildwachten bij de
poorten der stad en der paleizen, bij de tuinen,
enz. Het was dus een soort van luxe en het
werd voor vele vorsten eeu onzinnige zucht tot
verkwisting. De een wilde den ander voorbij
streven met den luister en de pracht zijner
lijftrawanten. De uniformen der lijfwachts
werden hoe langer hoe pronkender, die der offi
cieren waren met goudborduursol overladen.
Men had nl.spoedig ingezien, dat voor een
goed georganiseerd leger een gelijkvormige
kleeding noodzakelijk was. Ook hierin ha<l
Frankrijk het voorbeeld gegeven, en de Duit
scho staten volgden liet na. In Duitscliland
trachtte de Groote Keurvorst de uniformen in
te voeren; in de eerste jaren zijner regeering
bleef nog de vroegere toestand bestaan, en
ieder kleedde 'zich van zijn soldij, zooals hem
goeddacht. Een overgangtijdperk was, dat de
overste, onder aftrek van de soldij, hot materi
aal voor de kleeding zijner mannen leverde.
Onder de eerste Pruisische kouingen was het
leger in uniform gestoken, alleen droegen in
het eerst nog de officieren, wat zij wilden, al
dosten zij zich ook 'zoo krijgshaftig mogelijk
uit. De nuiform der lijfwacht van koning Frie
drieh I was blauw met goud, daarover werd
een karmozijnen sjerp gedragende officiereu
waren in 't scharlaken gekleed met zeer veel
goudborduursel en gouden kwasten.
(Wordt vervolgd.)
De toestand in den reuzenstrijd.
't Is de strijd der Russen in den Kaukasus
en in Mesopotamië, die ditmaal weer wat
stof geeft voor do oorlogsberichten. In de
eerste plaats wordt gemeld, dat de Turken
zeer hardnekkige aanvallen doen in de
buurt van Lezing jan en Diabekr, maar dat
die aanvallen glorieus worden afgeslagen
door de Russen. Wel blijkt hieruit, dat in
deze streek de laatsten niet alleen meer de
aanvallers zijn, maar hun tegenstanders
hebben blijkbaar groote versterkingen ge
kregen en treden offensief op. Ook in de
kuststreek is gevochten, daar waren de
Russen overwinnaars en vluchtten de Tur
ken naar Baiboert, volgens een telegram.
Doch van grooter bolang schijnen de
successen te zijn, die de Russen hebben
behaald in do grensstreek van Ferzië en
Mesopotamic. Uit Perzië koiaen de Russen
blijkbaar wel vooruit in de richting van
Bagdad. Waar de Engelechen niet konden
vorderen van bet zuiden, komen de Russen
van 'b noorden en 't oosten deze Tuzrksche
stad steeds nader. De Russisolie troepen zijn
doorgedrongen tot Revandoets in de
richting van Mosul aan den Tigris. Mosul
ligt ongeveer op de plek, waar liet oude
Ninineh stond. De Turksche troepen schij
nen door den aanval' der Russen zeer ver
rast te zijn en gingm op de vlucht. Het is
den door de verwijderde stadsgeruchten. Er
waren jaren geweest, waarin Fanny 'het een
onrecht voor haar moeder vond, dat haar
vader haar had alleen gelaten in den strijd
des levens; doch naarmate zij ouder werd
en het-zelfde zichzelf vergetende leven begon
te leiden als haarvader moest gehad hebben,
veranderde zij van mecning. Voor mevrouw
Mumford gebeurden altijd goede dingen,
en misschien had mijnheer Mumford wel be
grepen, dat dat zou voortgaan na zijn dood.
De Mumford's waren niet rijk. Jonge
advocaten laten zelden veel na; maar mijn
heer Mumford had gezorgd voor een góede
levensverzekering en liet nog een kleyi ka
pitaaltje na, dat hij van zijn vader had
geërfd. De familie had ook wat gedaan in
d-, eerste emotie van- medelijden met de
weduwe, en zoo kwam het dus, dat zij ge
noeg hadden om van te leven en op een
net gemeubileerd bovenhuis in Londen
woonden, hetgeen zij 's zomers verhuurden,
om dan zelve te gaan reizen tot den herfst-.
Hét leven van de meisjes was dus niet
schitterend of vroolijk. Toen Fanny en Flo
naar de dertig liepen, waren zij nóg onont
wikkeld; het waren meer wijze, oude kinde
ren dan wouwen, haar gelaat stond ernstig,
haar gestalte was nog joug, en zij waren
vol beminlijken eenvoud en lieflijke, nevel
achtige droomen.
Niemand zou bij beuaderiug haar leeftijd
kunnen opgeven: met korte jurken aan.
zouden zij voor vijftien kunnen doorgaan,
maar met hoeden die haar voorhoofd be
dekten en den ernst van haar oogen en
mond deden uitkomen, zou men ze voor
vijftig kunnen aanzien. Maar haar moeder
echter wel waarschijnlijk, dat zij daar nu
weer versterkingen zullen krijgen. In elk
geval zijn de Ruseeu nog een goede 100
K.M. van Mosul, dat krachtig versterkt is
en stellig niet zoo spoedig in de handen
der vijanden zal vallen. Toch valt niet te
ontkennen, dat de Russen wel uit Ferzië
vooruit dringen in Mesopotamië.
De Britsch© eerste minister is naar Ier
land gereisd, zooals men weet; hij is van
Dublin naar Belfast gegaan en weer te
Dublin teruggekeerd. Hij is overal met
.geestdrift ontvangenhij heeft reeds eenige
feestmaaltijden bijgewoond en met tal van
menschen gesproken. Dit zijn de feiten, die
de telegrammen vertellen. Wat er eigen
lijk voorvalt in Ierland, waarom de eerste
minister daarheen is gegaan, wat hij er uit
voert, wij vernemen er totnogtoe niets van.
Eén ding is duidelijkde opstand in Ier
land heeft de.Iersohe quaestie weer naar
voren geroepen en Asquith moet nu
trachten daarvoor een oplossing te vindon
zoodanig, dat zij de Engelsche oorlogvoe
ring niet meer in den weg staat. Dit zal
niet gemakkelijk vallen. Want al is de Ier-
sche opstand gedempt, hij is zeer ernstig ge
weest: in Dublin allen zouden er niét min
der dan 800 burgers zijn gedood. Bovendien
heeft de wijze, waarop de opstand is ge
dempt, bij vele Ieren, die tegen den opstand
waren, toch boos bloed gezet en ook in het
Lagerhuis heeft de regeering daarover
harde noten te kraken gekregen. Waar
schijnlijk herinnert menig Iersch nationalist
zich thans ineens, dat er zoo iets als een
Home rule wet is, een wet tot zelfbestuur
van Ierland, welke door den oorlog voor-
loopig op zij is gezet. Doch die wet thans in
te voeren, zou opnieuw strijd en tweedracht
zaaien in Ierland, want de mannen van
Ulster zouden er zich, zelfs gewapender
hand, tegen verzetten. Van invoering van
Home Rule zal dus voorloopig wel geen
sprake zijn, toch moet Ierland voldoening
hebben. Welke regeling zal Asquith tot
stand kunnen brengen?
Er wordt aan het Italiaansch-Oosteu-
rijksche front in de laatste dagen zeker zeer
hardnekkig gestreden-. Uit Rom© als uit
Weenen bereiken ons daarvan lange tele
grammen- Langs het geteele front worden
zware artillerie-gevechten geleverd. Daarbij
hebben liier en da-ar infanterie-aanvaUen
plaats, terwijl van weerskanten de vliegers
1 beproeven zooveel mogelijk schade te doen.
Itali'aansohs vliegers wierpen hommen op
Kostahjevica, Oostenrijksche op Venetië
en Mestra, zonder dat zij naar het schijnt
veel schade konden aanrichten. Wie in den
feller uitbrekenden strijd der laatste dagen
het meeste succes heeft, is nog niet duide
lijk. We spreken zelfs de It-aliaansche berich
ten van de geweldige artillerie-aanvallen der
Oostenrijkers op vele punten en van hun
infanterie-aanvallen hier en daar. Uit
Weenen komen berichten van krijgsgevan
gen gemaakte Italianen, 65 officieren en
24.00 man, van buit gemaakte machinege
weren en 6tukken geschut-. De It-aliaansche
berichtgevers schijr.-en niet iets .van dien
aard hebben te boeken. Ook komt het ons
voor dat het hier een offensieve poging
geldt van den Oosteurijkscheu kant. Doch
men bericht tévens van groote troepenzen
dingen van Italië naar het front.
Van de andere oorlogsterreinen valt maar
heel weinig nieuws te vertellen. Er wordt
nog gevochten bij Verdun, maar men laat
den strijd over aan het ko-non, dat zich in
de laatste dagen vooral meer deed gelden
bij hoogte 304, bij den Mort, Homrae, bij
Avocourt- Aan 't Engelsche front wordt
melding gemaakt van mijnacties. Bii Vimy
drongen de Engelschen over een lengte van
250 yards in de Duitsche loopgraven door.
Bij Wieltje werd de aanval van een vijan
delijke patrouille afgeslagen. Kleinigheden
zooals men ziet, in dezen geweldigen krijg,
kleinigheden zonder uitwerking, maar die
telkens havo slachtoffers vragen.
was heb bewijs dat zij nog jong waren.
Blozend, rechtop, glimlachend, met krul
lend haar en witte tanden was zij het sie
raad in huis en haar kredietbrief op reis.
Van driehonderd pond per jaar kunnen
zuinige vrouwen heel wat doen, vooral als
twee van de drie haar maaltijd heel goed
met salade kunnen doen en de derde voor
haar toilet zorgt en maar een l^leine maag
heeft. De familie Mumford kende geheel
Europa. Zij konden de duurte der peusions
vergelijken in Kopenhagen en op C'apri en
zij wisten de goedkoopste winkels in de
meeste hoofdsteden. Zij waren te Rome,
toen mevrouw Mumford de koude vatte,
welke "haar verplichtte langer te blijven dan
zij voornemens was.
De natuur had mevrouw Mumford een
aardig gezicht en een mooie, gevulde ge
stalte gegeven.
Iedereen hield van haar en men. sprak
van haar als van de aardigste vrouw, die
men ooit ontmoet had. Haar dochters kon
den genieten vau den lof, dien men haar
moeder toezwaaide. Niemand sloeg acht op
haar, behalve in verband met haar moeder,
ofschoon de gunst waarin deze stónd, haar
ook veler welwillendheid bezorgde.
„Een paar weken," had dr. Beppo luch
tig gezegd. Hij was een Italiaan, maar hij
sprak liet Engelsch tamelijk goed, en even
als iedereen vond hij mevrouw Mumford
allerbekoorlijkst. Fanny ging naar beneden
met- een ernstig gelaat. Zij was vroeg uitge
gaan, om een paar pakjes naar vrienden te
verzenden. Er zijn menschen, die, als ze op
reis zijn, allevlei boodschappen voor hun
vrienden en kennissen moeten doen: ze
moeten dikwijls photographieën, borduursel
of kant yoor hen koopen. Zulke menschep
ENGELAND.
Casement voor don rechter.
Maandag is Roger Casement, de leider
van den opstand in Ierland, het eerst voor
de rechtbank te Londen gebracht. Op de
getuigenbanken zaten een aantal soldaten,
die krijgsgevangen waren geweest in
Duitschland. De attorney-general deelde
mede, dat zij getuigenis zouden afleggen
omtrent het verraad van Casement.
De attorney-general las daarop de ver
klaring van Bailey voor, waarin de wijze,
waarop Casement de gevangenen had trach
ten te verleiden, werd beschreven. Bailey
had zich aangesloten bij de brigade van
Casement, ten einde te trachten daardoor
uit Duitschland te komen. Na een bezoek
tai. het Duitsche ministerie van oorlog s
Bailey naar x"i! helmshaf en gebracht, van
waar hij en Casement in een onderzeeër
naar de Iersche kust waren vervoerd, waar
zij geland waren in een opvouwbare boot,
die echter in de branding was omgeslagen.
Zij waren toen naar het strand gewaad,
maar daarna teruggekeerd om wapens enz.
op te halen. Bailey en Casement vertrok
ken daarop naar Tralee. Kort daarop wen
den hij en Casement gevangen genomen.
Op aen onderzeeër had Bailey vernomen,
dat een klein schip met 20,000 geweren,
verscheiden millioenen patronen, tien ma
chine-geweren en een hoeveelheid bommen,
op weg was naar een plaats bij Tralee.
De attorney-general deelde mede, dat
dit schip, dat den naam „Aude" droeg
door een patrouilleboot was aangehouden,
die het had bevolen haar te volgen naar
Queenstown. Kort daarop werd op de
„Aude" de Duitsche vlag geheschen eu
vloog het schip in de lucht. De bemanning
had zich in de booten begeven.
Duikers hebben vastgesteld, dat de
„Aude" Russische geweren model 1905 aan
boord had.
Er w-erd daarna getuigenis afgelegd door
de teruggekeerde krijgsgevangenen, die ver
haalden van de pogingen van Casement om
Ieren te werven voor zijn Iersche brigade.
Eén getuige verklaarde, dat ongeveer 50
personen zich hadden laten aanwerven.
De tweede dag van de behandeling van de
zaak-Casement werd besteed aan het verhoor
van nog andere getuigen omtrent de landing
van Casement, zijn gevangenneming en het
onderzoek der duikers van het gezonken
Duitsche. schip „Aude".
De getuigenverklaringen bevestigden de
mededeelingen, door den attorney-general
,bij de opening der behandeling gedaan,
maar brachten geen nieuwe belangrijke fei
ten aan het licht.
De wet op den dienstplicht.
LONDEN. Het Lagerhuis heeft de derde
lezing van de wet op den dienstplicht met
250 tegen -35 stemmen aangenomen.
FRANKRÜJK.
Van het Westeiiik Oorlogaterrein,
LONDEN. Veldmaarschalk Haig rappor
teert: „Dinsdagnacht van beide zijden aan
vallen van minder beteekenis. Drie vijande
lijke afdeelingen traë^en de loopgraven ten
zuiden vau Hébuterne binnen te dringen.
De aanval van twee dezer afdeelingen mis
lukte totaal, de andere slaagde erin voor
korten tijd in de Engelsche loopgraven te
komen.
Lancashire-fusiliers bezettennadat zij
aan de Vïmy-boogte eenige mijnen hadden
laten springen', de eerste linie van den
vijand over een front van 250 yards en
brachten hem zware verliezen toe.
Tegenover Ouchy deed oen patrouille, na
een mijn te hebben laten springen, een aan
val op de loopgraven van den vijand en
drong door naar de tweede linie, waar bom
men met den vijand werden gewisseld.
"Een vijandelijke patrouille, die bij Wiel
tje de Engelsche linies trachtte te naderen,
werden door vuur verdreven.
Dinsdag beiderzijdsche artillerie-activiteit.
waren de Mumfords: „ze waren zoo goed
hartig," zeide men.1
De ontbijtkamer was bijna ledig, toen
Fanny binnen kwam. Een heer was nog
bezig zijn café complet te gebruiken, toen
Fanny ging zitten, en daar hij bijna tegen
over haar zat, boog zij even. Men wordt
min of meer gemeenzaam met elkander,
als men een paar weken aan dezelfde tafel
zit. Fanny wist, dat het een Engelschman
was: zij had hem een paar keer gesproken.
„Ik had gedacht, dat ik de laatste en de
luiste was," zeide hij glimlachend.
Deze opmerking vroeg om een antwoord,
dat als haar moeder was tegenwoordig ge
weest, zeker door deze zou gegeven zijn.
„Ik ben niet lui geweest," antwoordde
zij. „Om zes uur was ik aan het bloemen
koopen op la Spagna."
„Ik hoor, dat gij spoedig gaat vertrek
ken," ging hij voort.
„Wij zouden Vrijdag naar Ischia gegaan
zijn; maar moeder heeft koude gevat. Wij
zullen hier waarschijnlijk nog een paar we
ken moeten blijven."
„Nu, Jt is zoo erg niet, in Rome te moe
ten blijven, er is zooveel te zien."
„O, ik vind het niets naar hier lang te
moeten blijven. Ik weet nogal wat van het
verleden van Rome en dat maakt vele din
gen interessant voor mij."
Zij glimlachte, terwijl zij sprak, en voor
de eerste maal viel het mijnheer Jocelyn
op, dat zij een aardig meisje was, dat iets
bijzonder frisch eu onbedorvens over zich.
had. Haar mousselinen blouse stond haar
keurig, heur haar glom van het vele bor
stelen en zij had mooie handen. Mijnheer
Jocelvu had gedaan met ontbijten, doch hij
schonk zich nog een kop koffie iii, om nog
een. beetje te kunnen blijven praten. En
De strijd om Verdun.
PARIJS. De dag van Dinsdag werd
slechts gekenmerkt door twee kleine demon
straties van den vijand. De gewone beschie
ting daargelaten, zijn de operaties wel zeer
onbeteekenend in vergelijking met de ver
woede stormaanvallen, die plaats hadden en
die waarschijnlijk nog te verwachten zijn;
want de huidige verslapping van den strijd
moet worden beschouwd als een pauze, zooah
de rustperiodes, welke hieraan voorafgingen
en die dezelfde oorzaak hadden.
De schermutselingen, welke thans overal
elders op ons front plaats vinden, hetzij in
Argonne, hetzij in Champagne, zijn niets
anders dan demonstraties, die ten doel heb
ben onze aandacht van Verdun af te leiden,
terwijl de vijand zijn door het laatste offen
sief geschokte evenwicht herstelt-. En intus-
schen blijven de Duitsche berichten ons
voorstellen als de aanvallers en dat wel als
aanvallers, die geen succes hebben.
In deze wijze van de zaken voor te stellen
is opnieuw een bewijs te zien van de pogin
gen van den vijand om de mislukking van
zijn operaties te verbloemen.
Hoe de strijd om Verdun begonnen werd.
In do „Mat-iii" geeft „un combattant"
belangwekkende bijzonderheden over het
voorspel cn het begin van de geweldige wor
steling om Verdun.
Enkele feiten, 6chrijft hij, zijn bekend ge
worden, waardoor eenig licht op den toe
stand wordt geworpen. Allereerst de dag
order van generaal Pétain (de commandant
van den sector-Verdun), waarin hij o.a.
zegt, dat hij „a su rétablir une situation
délicate".
Vervolgens de vervanging van generaal
De Langlo de Cary, dio de legergroep van
het centrum aanvoerde, waarvan het Ver-
dunleger deel uitmaakte, door dienzelfden
generaal Pétain. Ook is bekend, dat gene
raal De Castelnau zich onmiddellijk naar de
Maas begaf, zoodra men inzicht had. gekre
gen in den greotschen opzet van het Duit-
schen offensief en dat hij daar het initiatief
heeft genomen, om in te grijpen.
In hoeverre was de toestand „délicate"?
Men zal zich herinneren, dat de geheele
maand Februari zich gekenmerkt had door
een reeks plaatselijke aanvallen van de Duit-
schers over het geheele front van de zee tot
de Vogezen, den sector-Verdun uitgezon
derd. Dit was blijkbaar een taktièk om
ons in het onzekère te laten, teneinde ons
té beletten reserves naar het bedreigde front
te dirigeeren.
Het leger van generaal Pétain, dat door
liet opperbevel de ©er was toegedacht om
als zoodanig op te treden, bevond zich dan
ook inderdaad niet in de omgeving van
Verdun; het kon slechts erheen gebracht
worden toen de strijd reeds eenige dagen
duuide.
Intusschen hadden verschillende generaals
zich niet door de Duitsche krijgslist laten
vamgeii. Sinds eenige weken verkondigden
zij, dat de vijand zijn hoofdaanval juist aan
den. Maavs-ector zou aanzetten, waar geen
enkele actie scheen plaats te hebben. Zij
steunden hun meening op ingekomen, zeer
ernstige gegevens, volgens welke sinds lang
reeds daar achter het Duitsche front op
groote schaal door de Duitschers in dezen
sector voorbereidende werkzaamheden waren
begonnen; er waren nieuwe divisies,
ja geheele legerkorpsen samengetrokken,
terwijl er een geweldige artilieriemassa en
munitievoorraden waren bijeengebracht.
Toen vormden zich in 'den Franschen
generalen staf twee stroomingen. Sommigen
waren van oordeel, dat Verdun het doelwit
der Duitschers was; anderen bleven erbij,
dat dit niet waarschijnlijk was. Het Fran
sche front bij Verdun, dat liep over de
hoogte van het C'auresbosch, was in hoofd
zaak bezet door territorialen en Afrikaan-
sche troepen.
Aangezien generaal Herr, die toentertijd
de stelling Verdun met het voorterrein
onder zijn bevelen had, versterkingen vroeg,
Fanny praatte en lachte ook zóó vroolijk,
als zij zelden deed. Als zij lachte, kleurden
zich haar wangen, en mijnheer Jocelyn be
sloot er int,, dat als zij opgewekt en vroo
lijk was. zij bepaald een lief gezicht had.
Mijnheer Jocelyn was weduwnaar; hij
was' het al lang met zichzelf eens, dat hij
moest hertrouwen. Hij kwam van het Noor
den van Engeland, waar hij meer dan dui
zend fabriekarbeiders onder zich had. Hij
had een goed inkomen, een mooi huis en
een uitstekende positie als groot fabrikant-,
maar zijn huiselijk leven was eenzaam en
ledig. Zijn vrouw had hem kinderloos ge
laten en dc wonde, die haar verlie3 hem
had geslagen, was genoegzaam geheeld, om
hem te doen beseffen hoe eenzaam hij was.
Hij was goed in de veertig en hij had on
dervonden, dat, als men ouder wordt, men
eerder meer dan minder gevoelig is; dat
als men jong is, teleurstelling dieper treft
en men behoefte heeft aan waardeering.
Hij had veel succes in zijn werkkring.
Maar wat kwam het er eigenlijk op aan,
daar er niemand was, die er zich met hem
over kon verheugen Hij zou gemakkelijk
een keus kunnen doen onder de dochters
van zijn kennissen en vrienden; hij had
een goed voorkomen, hij was wel opgevoed
en werd in de landstreek, waar hij woonde,
hooggeacht; maar ondanks de prozaïsche
omstandigheden, waarin hij leefde en werk
te of misschien wel daardoor, had hij iets
romantisch uit zijn jeugd overgehouden en
verlangde hij naar een minder practische
oplossing van de moeilijkheid. Hij wilde
verliefd worden.
(VVfirdt 'vervolgd.)