DE gÖDDATENOOURANT van Zondag 1-4= IVIei 1916 a Uit Leger en Vloot. Uit onze Moppentrommel. heeft recht op menagegeld, niet de bijkok, dio zoo nu en dan den dienst voor dien vasten kok waarneemt. Red. G. K., Na arden. Informeer hij uwen com mandant, of gij op do toelago als werkman, genoemd op blz. 703 en 763 van het R. M. 1J14, aanspraak 'kunt maken. Red. W. G. E., Tilburg. Militairen, die met wa tersnood-verlof zijn geweest en niet door de*i burgemeester zijn ingekwartierd, hebben reent op soldij en menagegeld, niet ecliter op mo bilisatie-toelage. Red. W. de G Haarlem. Ter bekoming van de vergoeding gedurende den tijd, dat gij wegens bevalling uwer cehtgenooto met verlof waart, kunt gij een verzoekschrift aan heb D. O. V. richten. Red. J. D. Kr., Laren. Richt een verzoekschrift tot de Directie der Artillerie-Inrichtingen aan de Hcmbrug, om als rijwielhersteller by de Constructicwerkplaatsen te Delft te mogen wordc-n geplaatst. Red. H. G., Weert. Wij betwijfelen, of er nog kans bestaat, om als hulpkommies aangesteld te worden. Informeer daartoe bij uw com pagniescommandant. Red. v. H., Harderwijk. Het is nog niet bekend, wanneer do landweerlichting 191-1 met klein verlof naar huis gaat. lied. J. de V., Schoondijke, Gij moet zelf een verzoek tot den burgemeester van uw woon plaats richten, opdat uw vader voor vergoeding in aanmerking lean komen. Red. J. A. D., Amsterdam. Gedurende den tijd, dat gij in afwachting van officieel ontslag met verlof thuis zijt, hebt gij recht op soldij en menagegeld. Red. Y. D., Amersfoort, lo. Gij leunt een poging "wagen door een verzoekschrift aan den Opper bevelhebber van L. en Z. te richten. 2o. Richt een verzoekschrift tot den burge meester van utv woonplaats. 3o. Voordat de militiclichting 1911 aan de beurt konut, met klein verlof te gaan, zal ge ruime t d overheen gaan. Red. A. B., Vlissingen. Uw verzoekschrift om zalcenverlof zal naar liet Departement van Ma rine gezonden zijn. U is toch bekend, dat de periodiek© verloven zijn ingetrokken. Red. M. E., Soestdijk. Uw verzoekschrift zal wel Op de goede plaats terechtkomen. Gij behoeft u niet ongerust te maken. Red. A. K., Loosduinen. Alhoewel er weinig kans bestaat, kunt gij een poging tot liet verkrijgen yan studieverlof wagen, door een verzoekschrift .tot den M. v. O. te richten. Red. J. H. v. d. Z., Amersfoort. Wij kunnen, zoo als begrijpelijk is, niet beoordeelen, of uw ouders aanspraak kunnen maken op vergoe ding. Gij zult moeten afwachten wat de com missie van voorlichting beslist. Red. G. de J-, IJmuiden. Bij zakenverlof'bestaat geen recht op een reisdag. Red. A. v. L., Willemstad. Voor de verschillende bepalingen betreffende dienstneming, enz. bij het wapen der Kon. Marechaussee verwijzen wij h naar ons blad No. 229. In een verzoek schrift spreekt men den Opperbevelhebber aan mat: ,Uwe Excellentie". Iiot opschrift luidt: Aan Zijne Excellentie den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht. Red. "W. L., Huisduinen. Aan den compagnies- sehoen- en kleermaker kunnen zoo noodig een of meer hulpsclioen- of-kleermakers worden toe gevoegd. Deze laatsten genieten eene toelage van 0.35 per dag. Doen zij geregeld dienst, dan hebben zij ook over de Zondagen niet over de verlofdagen recht op die toelage. Red. J. P., SchoonhovenDe commandat bepaalt in hoeverre cantinebedienden vrij van wachten en andere diensten zijn Red. P. J. K., Groesbeek. Gedurende het verlof van 9 dagen hebt gij gedurende de eerste vier dagen recht op soldij, menagegeld en mobili satietoelage. Red'. L. v, d. B,, Arnhem. Richt een verzoekschrift tot den M. v. 0. Red. G. de R., Wouw. Gedurende het watersnood verlof hebt gij recht op soldij en menagegeld. Als gij gedurende dien tijd ingekwartierd waart, hebt gij ook recht op de mobilisatie- toelage. Red. Korpl, BI., Breskens. 1. Wij raden u aan een gemotiveerd verzoekschrift tot den Opper bevelhebber v. L. en Z. to richten om weder overgeplaatst te' mogen worden. Gij blijft bij de le Gie. 3e Bat. Dl Reg. behooreu. 2. Voor de aanstelling tot hulpkommies kunt gij een verzoek tot uwen compagniescomman dant riohten. Of er nu nog aangesteld worden, is ons niet hekend. Red. W, J., Doesburg. Als gij daarvoor aangewe zen wordt, moet gij na den dienst als bediende dienst doen in de onderofficierscantinè. -Red. L. St., HoevenJ. V., Hamsweenb. In het be treffend© voorschrift voor dienstneming bij de Kon. Marechaussee wordt do lnndstormplich- tige niet genoemd. Wij raden u echter aan een verzoek tot den Opperb. van L. en Z. te richten om een verbintenis te mogen aangaan. Red. L. H. Sell., Breda. De eenmaal gestorte gel den voor bet Wed.- en Weezenfonds worden niet teruggegeven. Red. A KI., Lage' Zwaluwe. Met 3 dagen verlof gaande en niet ingekwartierd zijnde, hebt gij recht op 3 dagen menagegeld. Dit is een alge meen© bepaling, die voor heb gekeele leger geldt. Red, B. P., Westkapelle. 1. G\j behoort tot de lichting 1909. Wanneer deze naar de landweer overgaat en met klein verlof is ons niet bekend. 2. Gedurende het verlof wegens ziekte van uwe vrouw hebt gij gedurende do eerste 4 da gen van dat verlof recht op soldij, menagegeld en mobilisatiotoelage. Voor de vergoeding wegens kostwinnerschap kunt gij een verzoek door tussohenkomst van den Burgemeester tob den.Minister van Oorlog richten. Red. M. W., Ginneken. Gedurende het ziekenver lof hebt gij recht op soldij, menagegeld en gedurende de eerste 4 dagen mobilisatietoelage. Red. I. D., Tilburg. Gij kunt een verzoek tot den Opperb. v. L. en Z. richten om overgeplaatst te mogen worden. Red. M. S., Rucphen. Dit is ons niet bekend. Red. J. N. K. 1, Gy of uw vader kunt een verzoek tot den Burgemeester richten. Over den afge loopen tijd bestaat .geen recht op vergoeding. 2. Bij de Luphtraa r taf dueling to Soestevberg gedetacheerd, is do voeding on huisvesting voor Rijksrekening. De andere vraag is ons niet hekend. Red. J. de V,, Zalt-Bommel. Alléónreizende, soldij, genietende militairen in wier voeding (buiten hunne woonplaats of tijdelijk aangewezen stand plaats) niet door deelneming aan eene solda- tenmenage of door inkwartiering kan worden voorzien, ontvangen boven hunne dagelyksche toelage eeno vergoeding wegens gemis van levensmiddelen van 0,60. Moeten zij voor eigen rekening in hunno huisvesting voorzien, dan wordt hunne dagelijksche toelage met f 0.50 verhoogd. L.O. 1916 B. No. 8. Red. .Th. v. R., Leiden, Richt uw verzoek omtrent de AAiffuttA aan de Administratie van de „Kampioen" te VGravenhage. Red. W. Th. V., NekkeriK-gfort. Binnenkort zul len wij trachten aan uw verzoek te voldoen. Red. Serg.-maj. De R., den He Wei?. In orde, post- jwissel ontvangen, Red* Adres Korp. Dirk Smit gevraagd, "Wie kan mij' helpen aan 't adres van Dirk Smit, korporaal-seiner der Murine? J. BAKKER, Mil. III/3 21e R. I. Xde Gem. Brigade, lo Divisie, Veldleger. Adres Abbenbroek gevraagd. Beleefd opgave verzocht van liet adres van Wouter Abbenbroek door Jacob Abbenbroek, 6 comp. Loods 0, Haarlem. Pakje ondergoed verloren. Zaterdagavond fi Mei j.l. is in den trein No. 2-54 van Deventer naar Almelo een pakje vuil ondergoed aan mij toebehoorende blijven liggen. De inhoud bestond uit1 onderbroek, 1 hemd, 1 handdoek, 1 paar sokken, alles rijks goed, en een bont Engelsch hemd en een roocien zakdoek. s Verzoeke beleefd bericht aan A. Huisman, militair Grenswacht-detachement Babberich (gmt. Zevenaar). Bevorderingen, mutaties, enz. Op 10 Mei 1916 zijn bevorderd tot sergeant, dè korporaals: A. H. van Dullink, G. v/d Brink, H. Trumau, Landst. korpl.A. van Tijn, G. de Jong, Vrijw. korpl.II. Helmer horst, Mil. korpL, allen in onderhoud bij 1-1-5 II. I. Koninklijk Nationaal steuncomité 1914. Bijdragen van militairenBezetting fort f 34.65; Generaal G., Den Haag 10.2e Comp, 39e Batt. L. W. T. f 0.72^ Marine- en werfpersoneel f 350Staf 2.05; 33o Batt. L. W. I. f 20.40; II-3e 11, I. f 10.— 2o Esca- dron te voet f 65.15; Marine-personeel v. d. rol der Marinekazerne f 360.Marine- en Werfpersoneel 6001Bemanning van Hr. Ms. „Hertog Hendrik" f 15.3o Comp. 2e Batt. Grenadiers 12.48, Personeel Stafkwar tier 13.80; Stafcommando 16.60; II. 14 R. I. f 1-5.25; I 5. R.I. 61.10; Hl 3 R.I. 48.85; korps torpedisten 15.55; I. 14 R.I. 12.50; Staf f 2. Totaal generaal 3,665,664.34. De Penningmeester, w.g. VAN DOORN. Den Haag, 1 Mei 1916. Bioscoop voor den Inf, Munitie Trein IV Div. Korporaal Cruiming, I. M. T. IV Div., schrijft ons: De voorstellingen op 8 en 9 Mei gegeven in de soldatencantine mogen uitstekend geslaagd heeten. Wij hadden het voorrecht te zien de be roemde bioscoop uit Rotterdam, welke ons tweo avonden zeer gerioegelijk heeft bezig gehouden. Er werden verschillende nummeis gegeven 0.a. ook eenige, die de lachspieren weer eens in werking hebben gebracht. Ook veel burgers hier uit het dorp waren aanwezig, ook die hebben zich er aan te goed gedaan om eens flink uit te lachen Men zag dan ook allen met een opgeruinidén zin na afloop der voorstellingen naar hunne woningen terugkeeren. Des middags werd er een voorstelling voor de kinderen dezer gemeente gegeven. Men zag de onderwijzeres en de Eerwaarde 'zusters met hunne leerlingen in een lange schaar twee aan twee er heen marcheeren. Het was een prachtig fezielit dit te zien, niet alleen omdat er zooveel inderen samen waren, doch nog meer omdat ieder met een stralend gelaat van geluk de bioscoop, zou gaan zien,'wat hun mogelijk nog nooit ten deel was gevallen. Ook onze commandant met de andere offi cieren van den Infanterie Munitie-Trein waren bij de avondvoorstelling aanwezig, en waren er blijkbaar zeer over voldaan. De Comdt. der 1. M. T., de lies. Ie Luitenant Guning, dankte ten slotte de heeren der bioscoop met het ver zoek, dat zo spoedig nog eens weer terug zouden komen. En de heeren der bioscoop dankten van hunne zijde den Comdt. der I. M. T. en waren ook zeer tevreden over zijn medewerking. Met genoegen zouden zij nog eens terugkomen. Thans hreng ik namens het geheele personeel van de I. M. T. mijn hartelijken dank aan dè H H. Officieren, en in liet bijzonder aan onzen Comdt, 'wien niets te veel is, om zijne man schappen, zooveel in 'zijne krachten 'is, deze dagen, dat in andere landen het kanon buldert, 'het hiergenoeg el ijk te maken. En door zijn doen blijk geeft, van zijne waardeering én modeleving met- zijne manschappen. Zeer voldaan verliet ieder liet cantinege- bnuw in de hoop dat er spoedig weer het een of ander zal komen dat weer ieder tot ge noegen mag zijn. Namens liet geheele personeel der Infanterie Munitie Trein IY Div. De Korporaal, A. CRUIMING. Jaap en Kees of do twee Avonturiers. Mil. K. Ydo vertelt ons het volgende: Daar stonden we nu, Japie en ik, te midder nacht, in een groot boscliden weg niet weten de. Geen geluid drong tot ons door en geen licht konden we bespeuren. Wij w aren van den troep afgedwaald en tevergeefs hadden we reeds gezocht; waar moesten we nu heen'? Na deze vraag eens besproken to hebben, be-sloten wij, even te rusten, om dan met nieuwen moed liet verkenningswerk voort te zetten: want den troep moesten we hebben, 't Zou toch al een feuzentoer worden, om hier zonder straf af te komen, 't Viel' niets mee, hoor, om neer te zitten in den kouden uaclitmaar toch, trots dit, was mijn vriendje Jaap al half ingedommeld. Ik kon niet slapen, 'k Dacht maar steeds aan de Compagnie, 'k dacht als do oefening maar niet mislukt, nu Japie en ik er niet zijn. 'b Maakte me echt bang. üpeens wordt aan mijn zwaarmoedig denken een eind gemaakt, daar mijn oor hondengeblaf verneemt. Dat zijn mitrailleurshoiulen, daclvb ik. Fluks gaf ik Japie een duw en vertelde wat ik had gehoord. ,,Je wil zeker de kachel aanmaken", zei Japie. ,,Nee, nee", herhaalde ik, ,,'t is waar". Nu geloofde Japie het en besloet in een boom te klimmen, om de omgeving eens op te iiomeiw De klimsporen werden aan de voeten gedaan en daar verdween hij in het nachtelijk duister. Zien kon ik hem niet, alleen hoorde ik gemompel en gesteun, vermengd met 'gekraak van takken. „Zie je al wat?" riep ik ongeduldig. „Zien?" zei Jaap, „wees maar blij, dat ik nog iiiet op den grond lig." Toen hij weer beneden was, vertelde hij een hoop lichtjes gezien te hebben en drong ér op aan, daar heen te gaan. 'k Vroeg hem, of hij daolit, dat elk soldaat een lichtje op had. „Dat nu niet" zei hij, „maar toch „Maar toch ga ik daar niet heen", viel ik in. Japie liet zich door me leiden en w« gingen een andere richting uit. Toen we een uur geloopen hadden, zetten we ons even neer. Nog stoeds hadden we niets gevondc-n. ,,'b Hoor praten," zei Jaap. Wij spitsten de ooren en waarlijk, duidelijk hoorden wij meu- schenstemmen't geluid kwam steeds nader. „.Dekken", zei ik tegen Jaap. Zonder het minste gedruisoh lagen we nu de nachteljjke wandelaars af te wachten. Bij ons gekomen, zagen we dat het soldaten waren. Wij kwamen nu uit den schuilhoek te voorschijn en vroegen om inlichtingen, omtrent de troepen. He'nas tevergeefs, want ook zij deelden in 't zelfde Jot als wij. Zij zeiden op den terugweg te zijn en raadden ons niet verder te gaan, daar nqrgeus eenige troep was te vinden. Daar wilden wij echter niet van hoorenwij lieten ons niet door hun praatjes van de wijs brengen, 't Was ny maar de vraag i' Waar heen Niemand wist den weg. Daar kwam mij een idee te binnen, 't welk ik hun mededeelde, 'k Steldo voor, een bivak op te slaan om dan zoodra het in 'b oosten begon te dagen, het onderzoek voort te zetten. Dat vond bijval; ook hij de nieuwe vrienden, .Spoedig was een geschikt plaatsje gevonden. Do geweren zetten we aan een rot; de uil rusting werd opgehangenen de overjas van den ransel gehaald. De deken, die wij bij ons hadden .kwam goed van pas; wij rolden er, ons lekker in. Of schoon er een frisscho wind woei, hadden we geen last van kou; wij zaten or goed in ook. Ken bivakmuts op en daar de voldmute over heen; de o ver jaskraag opgezet on tot slot do deken, 'k Verkneuterde mij en moest telkens denken aan „Robinson Crusoë". De lol duurde echter niet lang. Een onzer, zoo'n big, meende een persoon te zien. Direct richtten allen de koppen op en hoe ik al zeidekken, dekken, het hielp mets. De vrede was verstoord en 'k hield het maar voor 't beste, het bivak op te breken. Gelukkig begon het reeds te dagen en toen we. weer con kwartier geloopen hadden, ontdekten we opeens, waar we ons bevonden. Deze ontdekking deed onze vrienden den moed zinken, want wij waren nog ver van ons doel. Na een korte beraadslaging besloten do anderen terug te gaan, doch Japie eu ik zetten het onderzoek vóórt. Het boscli hadden wij nu verlaten en ons plan was om aan de bewoners van het huis, dat op eenigen afstand van ons stond, inlich tingen te vragen. Wij spoedden ons er heen, maar welk een teleurstelling werd ons deel opeens stonden we voor een tamelijk breed water. Geen brug was aanwezig en wat nu gedaan? Wel lag een eindje van ons een roei boot, maar mochten wij die hebben 'k Had deze vraag vlug beantwoord en de boot losge maakt, Japie bad nog al bezwaar tegen mijn. hande ling; hij zei, dat ik geen recht had op die boot. Ik antwoordde lcalm, dat ik dit wel wist, en als hij niet. mee wilde, dat ik dan alleen ging. Na nog even praten over het recht, kwam hij eindelijk met de waarheid vo"ör den dag; Japie was bang, dat wij getorpedeerd zouden worden. Hij had reeds zooveel gehoord van torpedeeren en op mijnen loopenhij was nu hang, dat ons dit ook zou overkomen, 'k Slaag de er gelukkig in Jaap gerust te stellen; in 't ergste geval zou de bodem er 'uit kunnen zakken, zei ik. Nu stapte Japie in en weldra waren wij aan de overzijde. Wij gingen aan wal. gaven de boot een duw, denkende dat deze oud genoeg was om den weg alleen terug te vinden. En nu weer voorwaarts naar het huis. Daar aangekomen vroegen wij de bewoners, of zij in dien nacht soldaten hadden gehoord. Jjle men- schen zeiden, dat geen troepen warenSvoorbij getrokken en zij in den morgen ook niemand hadden gezien. Wij begrepen er niets van, want in deze buurt moesten ze toch zijn. ,,'t Is een lamme boel," zei Japie, bcgeerig naar den theepot kijkend. De juffrouw zag waar 't Japie om te doen was en gaf ons elk twee fijne kopjes thee. Toen weer verder. „Wij zullen dat land maar doorgaau". (waar verboden toégang op stond) zei Jaap, De zoö- eveii rechtvaardige Japie was op eens veranderd. Hij dacht blijkbaarhier heb ik geen hinder van torpedo's Heeft men gchter te water gevaar van torpedeering, te land van ;nterneering. Het volgende zal dit doen zien. Een eind voor ons, op het land, waar wij óp waren gegaan, liep een man, in burgerkleeding. Aan zijn geheele- houding kon ik zien, dat hij dacht Laat ze maar nader komen, straks zitten ze vast. En waarlijk hij hem gekomen, hield hij ons staande en zei op zenuwachtigen toon," dat wij ons vergrepen tegen de wet, door op particulier eigendom te loopen. Juist wilde ik zeggen, dat hij zich niet zoo zenuwachtig moest maken, toén hij zei, dat hij veldwachter was. 'k Dacht: halt Kees, hier uit een andér vaatje tappen, ik vertelde hem toen ons weder varen en voegde er aan toe, dat w ij op dit land waren gekomen door onbekendheid vau het terrein. Hij geloofde mij, en zeide, dat wij terug moesten. Voor deze maal zou hij ons pardonneeren„want, indien ik hier verbaal van opmaak." ging hij vérder, „wordt liet krijgsraad." Toen ik dat hoorde, beet ik mij op de lip. Brutaal al-s wij waren, vroegen we den weg. De man was zoo vriendelijk dien aan te wijzen; na hem bedankt te hebben, gingen wij heen. Met het gelaat van hem afgewend konden wij nu vrij lachen. Weer op den weg gekomen, ontmoetten wij een comp./ Inf. Zoo- als te begrijpen vroegen wjj om inlichtingen, omtrent onze comp. Men zei ons, dat de- oefe ning was afgeloopen en de comp. reeds naar 't kwartier was. Onmiddellijk aanvaardden wij ook nu den terugweg, 't Was nog drie uur loopen en dat viel niet mee, na eeu ganschen naolit vol inspanning. Gelukkig kwam een wagen achter ons aangeredenwij vroegen den koetsier op te mogen stappen; deze> willigde ons verzoek in. Wat zaten wij trotsch naast elkander; den kende, dat wij er nu nog vlugger zouden zijn dan de comp. Zoo af en toe lieten wij een begeerigen blik op do kisten met eieren vallen, die voor ons stonden; Jaap zei: „Ik zou er best een paar lusten". En ik.... pats.... daar lagen koet sier, Japie, ik en de geheele inhoud van den wa gen op den weg. Voor een oogenblik zat ik als aan den grond genageld. Toen ik tot bezinning kwam, zag ik dat Japie te midden van de kisten eieren lag on de koet sier hoorde ik schreeuwen uit volle borst „houd hem! houd hem.". Het paard was aan den haal gegaan. Wat was er toch gebeurd Niet veel, er was een achterwiel afgeloopen, dit was do oorzaak va.n 't heele geval. Toen ik Japie aanschouwde, die zich inmiddels van onder den eierenchaos had uitgewerkt, proestte ik het uit van 't lachen; ik kon niet anders, al wou ik ook! Beschrij ven hoe hij er wel uitzag, zal moeilijk gaan, wel weet ik dat hij voor dien dag eiereti genoeg had. Gelukkig had zich niemand ernstig be zeerd en 't paard was^auw tot staan gebracht. Nadat Jaap zijn oranjeuniform weer een beetje grijsgroen luid gemaakt, bedankten wij den ar men koetsier en gingen weer te voet verder. Na een paar uur loopens, bereikten wij bet kwartier, waar wij bestormd werden met vra gen. Met open mond werd geluisterd naar 't geen wij vertelden. Ieder lachte hartelijk; toen wij aan 't gei'al van dc eieren kwamen en ieder vond bet leuk, dat Japies lust tot eieren zoo onverwacht bevredigd werd. Een kwartier tje later, nadat wij den inwendigen mensch bevredigd hadden, lagen wij op den stroozak en genoten een welverdiende rust, na zulk een zwaren nacht. Ylanrdingen. K. IJDO. Uit Zevenaar. Men schrijft ons uit Zevenaar: Onlangs we(gl hier door de militairen van bet detachement een tooneel- en reciteerclub opge richt. Als doel cler Vereeniging werd vooropge zet, den geest der militairen meer bezig' to houden en te ontwikkelen en de kameraadschap te onderhouden en te bevorderen. "Woensdag 3 Mei j.l. trad genoemde Club voor het eerst op in de zaal van den heer K. Smit alhier. De militairen, zoowel van hier a's van de grenswacht Babberich, waren in grooten getale opegkomen. Ook vele Zevenanrsche bur gers waren aanwezig. De hoofdschotel van het programma was een voordrachten- en reciteer- wedstrijd, terwijl de avond verder werd gevuld met een Spectacle-scène, zang en muziek. Do jury van de voordrachtenwedstrijd kende de volgende prijzen toe: le prijs Driessen, 2o prijs Smit, 3e prijs Pelgrom en 4e prijs Schepoiskamp. In den reciteer wedstrijd werden do prijzen gewonnen door: Schreurs lo prijs, vaandrig Peters 2e prijs en Mulder 3e prijs. Do voordrachten zoowel als de reoit eerstuk ken vielen over 't algemeen bijzonder in den smaak. Ook de .vierstemmige zang en de piano- en vioolmuziek oogstten grooten bijval. Na afloop werden de prijzen uitgereikt door den Commandant van het detachement, don Heer le-Lnitenant Beukers, als voorzitter van do jury. Bij deze gelegenheid sprak Z.W.K. Gestr. een toepasselijk woord, waarin hij zijne bijzondere svrnpathio betoonde met het streven van do „Militaire Tooneel- en Reciteerclub". en de militairen aanmoedigde op den ingeslagen weg met onvenninderden ijver door te gaan. Hij bracht ook een woord van dank aan den vaandrig Peters, den leider der vereeniging. Het eerste optreden van do „Militaire Tooneel- en Reciteerclub" mag uitstekend ge slaagd heeten. Feest in Sprang. Mil. S. Halbesraa schrijft ons uit Sprang: Dat in N.-Brabant de mensehen ook oud worden, blijkt uit het volgende: Het is in het dorp Sprang gebeurd, waar Dinsdag 9 Mei een zestigjarig huwelijksfeest gevierd werd. Een paar dagen tc voren hoorde men het al, overal in het dorp, waar men liep, waar men Btond. ieder hoorde men er over. Nu, het is ook wel iets, dat niet veel voorkomt. Men hoort het bijna nooit. En ook hier in Sprang schijnt dat het geval te wezen, want er werd alles voor gedaan, om do oudjes nog een pleizierigen dag tc laten genieten. Het was dan ook te zien, toen men 's avonds in de richting van het feest ging. Om zes uur was de bataljonsmuziek van het 1ste bataljon op do been; ook dat was uitgenoodigd om de oudjes pleizier aan te doen. Nu, dat heeft zich dan ook best gehouden. Eerst voor den batal jons-commandant werden eenige nummers ten beste gegeven, en toen trok men op naar het feest. Daar aangekomen kreeg men veel be kijks, want niet alleen de muziek, maar ook het halve bataljon soldaten was aanwezig. Voor de woning hield men stil, daar werd het „Wilhelmus" gespeeld, daarna het „Lang zullen ze, leven" en nog meer andere liederen. Om half zeven ongeveer trok men door het dorp, de muziek voorop, daarna de wagen, waar in de oudjes zaten, want het is te begrijpen, dat die niet mepr door het geheele dorp kon den loopen, verder nog wat jeugd uit Sprang, familie, daarna nog een wagen, waarin ook wat oude lui zaten die niet goed meer konden loopen, en verder veel burgers en soldaten uit Sprang. Het is dan ook te begrijpen, dat er wel wat voor gedaan is, en dat er wel wat voor gedaan werd om alles zooveel mogelijk pleizierig te krijgen. Ongeveer tot half negen duurde de optocht door het dorp; verscheidene stukjes werden ten beste gegeven, en ook de soldaten en burgers zongen en hosten door het geheele dorp. Na afloop van den optocht werd er weer halt gehouden voor de woning van het bruilofts- paardaar werd nog eens het „.Lang zullen'zc- leven", door de muziek gespeeld, en door de jeugd en de soldaten gezongen. De oude luidjes stapten uit .het rijtuig, en men kon zien, dat ze een praebtigen dag had den gehad en een mooien tocht door het dorp. Huppelende van den wagen naar de woning, werden ze onder vele „hoera's" geleid, en daar gingen ze het kleine, maar toch mooi ver sierde kamertje binnen. Voor de deur stond een grooto eereboog, met groen en rozen ver sierd, cn midden in een' bord, waarop het op schrift- 1856 1916. Mocht zilver eens uw beider schedel sieren, Nog schooner kroon bereidde u de tijd.. Toen 't vijftigjarig Eehtfeest gij mocht vieren En goud u om de slapen werd gespreid. En thans, o zeldzaam feest, moet goud en zilver wijken Voor t kostbaar, fonk'lend Diamant. Na zooveel gunstbetoon ,kan God n nog slechts reiken d' Onsterfelijke kroon in 't Hemelsch Vaderland. Daarna liep alles niteen, en naar men zelf beweerde, was het een pleizierige en nuttige avond geweest, niet alleen voor het bruilofts- paar, maar ook de jeugd van Sprang en de soldaten hadden een pleizierigen avond gehad. Woorden van dank en ter nagedaohtenis. Men schrijft ons uit Koudekerke: Toen wij werden verplaatst van Hulst naar Koudekerke, werden wij met ons vieren inge kwartierd bij den heer W. Maas Pz. Nu ruim 2 maanden geleden, kunnen wij niet anders spreken clan dat Tt goed is om daar te zijn. En ook vooral in deze dagen dat wij geen ver lof krijgen, zijn zij tot onzen troost. Wij hebben daar plezierige avonden meegemaakt en leven nog in -de hoop van meer. Maar daar breekt de morgen van den 9den Mei aan en wij worden in droefheid gedompeld. Onze kwartierbaas stierf in den ouderdom van 86 jaar. Hij was de persoon, die met ons medeleefde. Hij gaf ons moed en wij leerden van hem geduld te hebben en verdraagzaam te zijn. Hij was wel oud van jaren maar er zat een jong hart in. Hij had hart voor den sol daat. Sterke de Heere zijn diep bedroefde vrouw en familie. Namems de soldaten die in zijn kwartier zijn. „De Vrije Club"' te Laren. Men schrijft ons uit de Legerplaats te Laren Nog geen twee weken geleden trad bier voor het eei-st op het Dil. T'ooneelensemble „De Vrije Club", speciaal opgericht om den mili tairen aangename avonden te bezorgen. Een blijspel en klucht werden vertoond, dio zóó in den smaak vielen, dat onze luitenant Locffen, alhier met de leiding der vermakelijkheden be last, het gezelschap j.l. Donderdagavond al weder binnen ons kamp noodigde. Thans werd opgevoerd een klucht in 3 bedrijven „Het Fa- miliekind", door J. M. v. Aken, 'naar het Duitsch van Fritz Friedmann-Frederich. Niet tegenstaande de tegenwerking, die de club on dervond door het aanvankelijk ontbrekem van speciale costumes en meubelen, werd dozo klucht goed gespeeld en met herhaald applaus en luid gelach begroet. We boorden, dat we nog een aanta-1 voorstellingen van deze club te wachten hebben en zijn haar dankbaar, dat ze ons deze afwisseling in ons soldatenleven verschaft- Donderdag 18 Mei geeft „De Vrije Club" haar 50ste voorstelling voor de militairen, te Amsterdam, in het Gebouw van de Mpij. voor den Werkenden Stand In Memorlam, Mil. J. Kok, 3-I-Reg. Grenadiers, schrijft ons Donderdag 11 Mei j.l. werden wij ten zeerste geschokt door het bericht, dat de mil. G. Nigge- brugge, onze kamergenoot, bij de op dien dag gehouden Brigade-sportwedstrijden, in een wedloop van 1500 AI., liardloopen, door een hartverlamming plotseling was overleden. De mil. Niggebrugge was een hartstochtelijk sport liefhebber en daarom treft het zoo diep, dat juist die sport de oorzaak van zijn dood is. Door zijn levenslust en opgewektheid had hij zich veie vrienden verworven, bij zijn meerde ren stond hij aangeschreven als goed soldaat, en bij sportlui was hij steeds gezien, daar hij altijd in bewondering was voor hen, die op sportgebied iets presteerdon. Dat hij ruste in vrede zij de wensch van zijn kamevgenooten 3-1 Reg. Gren. Dankbetuigingen, De ondergeteekenden betuigen hunnen har telijken dank aan den Commdt., Onderoffi cieren, Korporaals en Manschappen van de III Pontonafdceling, III Divisie voor het mooie Cadeau, dat zij bij hun huwelijk van hen moch ten ontvangen. Door ons zal dit geschenk als bewijs der onderlinge vriendschap nog lang na GSlijkéoorzaken, gelijke werkingen. In twintig jaren hadden zij elkander niet ge zien. Zij waren academievrienden en destijds hadden zij zich in welige lokken mogen verheu gen, terwijl van oen noemenswaardigeu baard nog geen sprake geweest was. Toen zij het eerst elkaar weder zagen, waren beide verbaasd. De kantonrechter bad een proohtigen vollen baard, terwijl den burgerva der een deel van liet hoofdhaar ontbrak. Lang stonden zij hand in hand voor elkander en naihen de aanzienlijke veranderingen waar, welke floor die 20 jaar teweeggebracht waren. Toen nam de burgemeester het woord „Wat heb jij 'n magnifieken board gekre- gen 1" „Niet waar? Die staat me goed." Brillont, mijn waarde! Jammer dat hij wat scheef is. Heb ie nog niet opgemerkt dat de linkerkant minder vol is dan die rechts. Je slaapt zeker altijd op de linkerzijde; danr lijdt de haargroei onder. Je moet je dat afwennen!"' Met deze woorden trad de kantonrechter een schrede achteruit, om op zijne beurt zijn vriend nauwkeurig te monsteren. „Zou je dat waarlijk gelooven. Karei?" riep hij uit.' „Misschien heb ie wel gelijk. Maar dan," en hij tikte hem op de kale plek boven op zijn schedei „dan sta jij in je slaap zeker altijd op je hoofd?" Hij if as tevreden, Knecht (treedt een sigarenwinkel binnen). Meneer vraagt nog eeij kistje Regalias, zooals hij laatst gehad heeft. Sigarenhandelaar. Dus. ze zijn goed be vallen? Knecht. Ja, ze smaakten ons heerlijk. Een minnebrief. Een jongo dame ontving van den jonkman barer keuze een brief, die bot-af met dc woor den begon „Ik kan jo niet moor liefhebben Onmacht, tranen, vertwijfeling ran d© jong© dame. Eindelijk leest zij verder: „dan ik dit nu reeds doe, lieve engel." Een ka!me©r«nd middel. In een onzer eerbiedwaardigst© steden, die o.a. ook hot voorrecht heeft eene Hoogescheol te bezitten, kwnmen onlangs eenige studenten, tamelijk, aangeschoten, ecu café binnen. Een hunner, een zeer onbeduidend jongmeuscli, wa© al spoedig in woordomvir*e)ing met ecu gemoedelijk, doch forsch gebouwd habitué van dat café, dien onze student govoelig aan zyno ekstcroogen herinnerd had. De toekomstige dokter in dit of dat stond too vervelend te oreeren, in plaat© van wegens zijno lompheid excuus te vragen, dat onze patient het gedtkl verloor, opstond en hem op een tafeltje tu«- echen een dozijn ledige glazen wierp. Eeu vrcc- selijk tumult volgde. Hob je genoeg, of wil je absoluut vech ten? vroeg de habitué. echten? ja vetiht«n! bruid© d« student. Nu, goed trek dan jo jas maar uit. Zoo! en nu jo ve«t. Knap gedaan, nu jo pantft... Zeg, denk je dat ik met jou rechten wil „en profond négligé?" Wel neeu! kleed jo eerst maar uit ©n ga dan wat aan de tuindeur staan dan zal 10 strijdlust wel bekoelen. De twist eindigde onder algemeen gelach. de mobilisatie in blijven, aangename herinnering B. KLOP en ECHTGENOOTE. HI P. A. D. III Divisie Veldleger. Aan kader en manschappen der le sectie, die hebben medegewerkt, om mij bij gelegenheid van m'n huwelijk een prachtig cadeau aan te bieden, betuig ik bij deze namens mijn echtge noot©, mijn oprechten en welgemeenden dank. Door mij zal dat geschenk als bewijs van onder linge vriendschap steeds en ten allen tijde in eero worden gehouden. Mil. J. SENDEN en ECHTGENOOTE, 2 cie 3 Bat. 13 Reg. Inf. Ill Divisie, Veldleger. Langs dezen weg breng ik aan het kader en de manschappen der 2e Comp. le Bat. 3e Reg. Inf. mijn oprechten dank voor de medewer king, die ik van hen mocht ontvangen in den vorm eener geldelijke bijdrage bij gelegenheid van mijn huwelijk. J. DEN UIJL, Mil. Sold. Ondergeteebende hetuigt zijn. welgemeenden dank aan zijn kameraden van 3-1-3 Reg Inf., die op zoo verdienstelijke wijze mij hun belang stelling betoonden en wier offervaardigheid mij mede door de belangstellende bemiddeling dei- miliciens v. d. Ven en W. Bruïnse in staat stel de thans weer over een gelijk bedrag aan geld als door mij verloren te beschikken. Hun dankbare vriend, Milicien L. MOL, 3e Comp. le Batt. 3e R. I. Aan allen, die hebben medegewerkt om mij bij gelegenheid van mijn huwelijk een prachtig cadeau aan te bieden, betuig ik bij dezen mede namens mijn echtgenoot© mijn oprechten en welgemeenden dank. Door mij zal dit ge schenk als bewijs van onderlinge vriendschap steeds en ten allen tijde in eere worden ge houden. Mil. CHR, SCHIPPER en Echtgenoote. le Batterij 3e Reg. Veld-Art. 3é Divisie Veldleger. Nieuwe Voetbalvereniging. Opgericht een nieutve voetbalvereeniging onder den naam van de 3e Comp. le Batt. 3e Keg. Inf. Deze club zag zich gaarne opge nomen in de a.s. competitie-afdeeling. Pandoeren. Pandoerpraatje van de club „De Haven- artist". No. 1 H. 6, 8, Soh. 7, 9, Vr. en K., KI. 8, R. 8. No. 2 R. b., KI. 9, K., Scb. 10, b.5 H. 9, b. en vr. No. 3. R. 7, K. en A., H. 7, K. en A., KI. B, cn A No 4 .Sch. S .en A., R. 9, 10 en Vr., H. 10, KI 7 en 10. Klavervrouw stokkaart. No. 1 spaeit- Ruiten S op als troef. De Pandoert iub „Do Havenartist". K. BOS. M. J. v. d. ENDE. J. v. d. SCHALIE. C. PHILIPSEN. Vierpolders. Pandoerpraatje van de pandoerclub „Door geen verlor saamgehracht". No. 1 hoeft harten 6, 7, boer. ruiten 7, 8, boer, klaver 7. schoppen 10. No. '2 hoeft harten aas, 10, ruiten vrouw, 10. klaver 8, schoppen 9, boer, heer. No, 3 hoeft harten heer, 8, ruiten heer, klaver 9, boer, vrouw, schoppen 8, aas. No. 4 heeft harten 9, vrouw, ruiten aas, 9, klaver heer, 10, schoppen 8, vrouw. No. 1 speelt schoppen 10 als troef. De pandoerclub Door geen verlof saam gebracht. 1, II, 7 R. I„ 4e Div. Veldleger. Oplossing van bet pandoerpraatje der Club „De Roode Kruisridders", voorkomende in de „Soldatencourant" No. 271, ingezonden door die club zelve: No. 1 legt klaver vrouw weg en speelt klaver 7 voor, No. 2 kl. boer, No. 3 kl. 9, No. 4 kl. 8. No.. 2 ruiten boer. No. 3 schoppen aas, No. 4 ruiten koning, No. 1 ruiten 9. No. 4 ruiten 10, No. 1 ruiten S, No. 2 klaver 10, No. 3 schoppen boer. No. 2 ruiten vrouw, No. 3 schoppen vrouw, No. 4 schoppen 8, No. 1 ruiten 7. No. 2 harten 10, No. 3 klaver aas, No. 4 harten koning, No. 1 harten 8. No. 3 harten aas, No. 4 harten vrouw, No. 1 harten 9. No. 2 schoppen koning. No. 3 'harten boer. No. 4 klaver koning' No. 1 harten 6, No. 2 schoppen 10. No. 4 schoppen 7, No. 1 schoppen 9. No. 2 ruiten aas, No. 3 harten 7. Hangt dus met den Sen slag op schoppen 9. Namens de Paridoerclub „De Roode Kruisridders", 1-1-5 R. I-, 4e Divisie Veldleger, J. DE ROEST. Oplossing van het pandoerpraatje van de Pnndoerdub ,.De Roode Kruisridders" in no. 271 van „De Soldatencourant" Ie Slag: No. 1. Kl. 7, 2. FI, b„ 3. Kl. 9, 4. Kl. '8. 2e SW2. R. b., 3. Sch. b., 4 R. k., 1. R. 9. 3e Sl«g: 4. R. 10, 1. R. 8, 2. Kl. 10, 3. Sch. vr. 4e Slag: 2. R. vr., 3. r b.aas, 4. H. k„ 1. R. 7. •5e Slag; 2. H. 10, 3. J.aas, 4. Sch- 8, 1. H. 9. 6o Slag: 3. H aas, 4. H. vr„ 1. H. 8, 2. Sch. k. 7e Slag: 3. H. b., 4. Kl. k., 1. H. 6, 2. Sch. 10. H. 7. Slag: 4. Sch. 7, 1. Sch. 0, 2. R a*», 3. At zoo zit hij op Sch. 9 met den laatsten slag er in. Oplossing van heb Pandoerpraatj© van do Pandoerclub „De Roode Kruisridders", voor komende in de „.Soldatencourant" no. 271: J, KJ' Xo- 2 Kl- -Vo-3 K1- No. 4 Kl. 8. No 2 11. B„ No. 3 Sch. A., No, 4 R. H No. 1 R. 9. No. 4 JR. 10, No. 1 R. 8, No. 2 Kl. 10. No. 3 Sch. Vr. •No. 2 H. A .Vo. J Sch. B., Vo. 4 Soh. S No. 1 R. 7. N N<1 H 10' N°' 3 K1' A"' ÏS°' 4 H" No. 3 H. A., No. 4 Kl. H., No. 2 Sch. H No. 1 H. 8. No. 4 H. Vr., No. 1 H. 6, .No. 2 Sch. 10, No. 3 H. B. No. 4 Soh. 7, No. 1 Sch. 9, No. 2 R. Vr. No. 3 H. 7. Mil. REINBERGEN, Legerplaat© hij Oldenbroek. Oplossing van het pandoërpraatjo van de 5e Oomp. Wielrijders Xe Gemengde Brigade, in no. 271 der „Soldatencourant". 4 R S8ag: 1 II' 10> 2' R' b'' 3" R m4' 2o Slag; 3. H. 10, 4. Sch.aa©, 1. H. 8. 3. Kl. vr. 3e Slag: 2. Sch. rr„ 3. Kl. 8, 4 Sch. k 1. Seh. 9. 4e Slag: 3. H. 7, 4. Sch. b„ 1. H. 6, 2. Kl. k. 5e Slag: 2. Kl.aas, 3. H.aas, 4. Kl. 10. 1. H. vr. Ge Slag: 2. H. 9, 3. R. vr., 4 Sch. 10, 1. H. b. Alzoo zit hij met H. b. den 6en slag er in. Oplossing van het Pandoerpraatje van do óe Comp. Xe Gemengde Brigade Wielrijders, voorkomende in de „Soldatencourant" no 271 No. 1 R. 10, No. 2 Kl. Vr., No. 3 R. Vr No. 4 R. 8. No. 2 R. B., No. 3 R. A., No. 4 Soh A., No. 1 R. 7. No. 3 H. 10, No. 4 Soh. 10, No. 1 H. 8, No. 2 Kl. A. No. 2 Sch. Vr., No. 3 Kl. 8, No. 4 Scb. B„ No. 1 Sch. 9. No. 3 H. 7, No. 4 Sch. H., No. 1 H 0, No. 2 Kl. B. No. 2 Kl. H., No. 3 H. A., No. 4 Kl. 10, No. 1 H. Vr. No. 2 H. 9, No. 3 R. K., No. 4 Soh. 8, No. 1 H. B. Met den 7den slag op Harten Boer er in. Mil. REINBERGEN, Legerplaats bij (£debroeb. Oplossing van het Pandoerpraatje van de 5e Comp. Wielrijders in No. 271 der „Soldaten krant". No. 1 KI. 7, No. 2 Kl. B„ No. 3 Kl. 9, No. 4 Kl. 8. No. 2 R. Vr., No. 3 Sch. A„ No. 4 R. H., No. 1 K, 9. No. 4 R. 10, No. 1 R. 8, No. 2 Kl. 10, No. 3 Sch. Vr. No. 2 R. A., No. 3 Sch. B., No. 4 H. H., No. 1 R. 7. No. 2 H. 10, No. 3 Kl. A No. 4 H. Vr., No. 1 H. 9. No. 3 H. A., No. 4 Sch. 8, No. 1 H. 8, No. 2 Sch H. No. 3 H. B„ No. 4 Kl. H„ No. 1 H. 6, No. 2 Sch. 10. No. 4 Sch. 7, No. 1 Sch. 9, No. 2 R. B., No. 3 H. 7. Alzoo moet de prater betalen op Sch. 0. Namens do Pandoerclub: „Het dronken Dobbertje". T. HITSMAN. C. SCHRIER. W. H. HOFMAN. A. DE KOK. Fort Pampus. Oplossing van het pandoerpraatje van de Pandoerclub „Het dronken Dobbertje" in no. 271 der „Soldatencourant": le Slag: No. 1. R. 8, 2. R.aas, 8. R. 7, 4. R. k. 2o Slag: 2. Sch.aas, 3. R. 10, 4. R. b., 1. .Sch. b. 3e Slag: 4. H.aas. 1. H. b.. 2. H. k., 3. H. vr. 4e Slag: 4. H. 10, 1. H. 9, 2. Sch. vr., 3. Kl. b. 5e Slag: 4. H. 7. 1. H. 6, 3. Sch. k.. 3. Kl. k. Go Slag: 4. Sch. 8, 1. Sch. 7. 2. Kl. 10, 3. R. 9. 7e Slag: 3. Sch. 9, 4. 7U. 9. 1. Sch. 10, 2. Kl. 9. Alzoo zit hij er met Sch. 10 den 7den slag in. Namens de Pandoerclub „De Knobbei". te Oldebroek. BLOKLAND J. JONKERS G. VISSER T. LEIZEN Oplossing van het Pandoerpraatje der Club „Het dronken Dobbertje", voorkomende in de ..Soldatencourant" no. 2/1: No 1 R. S, No. 2 R. A„ No. 3 R. 10, No. 4 R. H. No. 2 H. H., No. 3 R. 7, No. 4 R. B., No. 1H.D. No. 4 H. A., No. 1 H. 8, No. 2 Sch. A., No. 3 H. Vr. No 4 H. 10, No. 1 H. 9. No. 2 Sch. H., No. 3 Kl. A. No. 4 n 7, No. 1 H. 6, No. 2 Sch. Vr., No. 3 Kl. B. No- 4 Sch. 8, No. 1 Sch. 7, No. 2 R. Vr., No. 3 R. 9. No. 3 S-h. 9. No. 4 Kl. 7, No. 1 Sch. 10, No. 2 Kl. 10. Mil. REINBERGEN, Legerplaats bij Oldebroek. Van het pandoerpraatje van do GuN „De j Roode Kruisridders" ontvingen wij nog goede

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 3