No. 263. Vrijdag 21 April 1916 Orgaan voor Leger en VSoot. Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. Onrust in den lande. Een dubbel avontuur. 30 pGt. van de Nederlandsche schcepsruimte opgeëischt. TWEEDE JAARGANG. DE SOLDATENCOURANT REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTR. 10. AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMÊRS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNEMENT BIJ VOORUIT BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS1.50 P.KWARTAAL Voor Advertemiën wonde men zich tot onze Administratie, Palewtriuaatraat 10 Amsterdam. Prys der Advertenti6n per regel 30 cent. Voor Ingezondeu Mede' deeJingon op de tweede, derde eu vierde pagina dubbel tarief. Bij abormem.-n'- reductie. Een oorlogsconferentie. In het laatst van Maart werd te Parijs een oorlogsconferentie der geallieerden gehouden, waar zeer belangrijke quaesties moe ten zijn besproken, welke echter is niet bekend geworden. Natuurlijk zijn het vooral mili taire maatregelen geweest, waar over gedebatteerd is. Omdat kort na die conferentie de ver loven in Nederland werden ingetrokken, vreesde men, dat er ook maatregelen betreffende ons land waren genomen, doch de Fransche en Engelsche regee ringen hehben beslist verklaard, dat dit niet het geval was. We geven hier een kijkje van de mannen, die aan de conferentie deelnamen. De voornaamste daarvan staan natuurlijk op do voorste rij, zij zijn van links naar rechts: de Fransche gene raal Castelnau, de Engelsche bevelhebber aan 't Westerfront Sir Douglas Haig, de Belgische generaal Wielemans, de Russi sche generaal Gilinsky, generaal Joffre, de Italiaansche generaal Parro en de Servische generaal Pasjitsj. Gezondheidsleer. in ruim 50 exemplaren van ons blad komen van de hand van Dr. B Ij I artikelen voor over Gezondheidsleer. Om het groote nut van ver spreiding dezer uitmuntende en interessante artikelen te bevorderen, verzendt onze Admi nistratie, na ontvangst van 40 oent postzegels of postwissel, de geheele serie franco, uitslui tend aan militairen. Nog steeds is er onrust in heb .land. Nog steeds mocht het leger het commando ,,op de plaats rust!'- niet hooren. En nog steeds begrijpt niemand, waarop na het ontstellende commando: „Geeft acht" eigenlijk acht gegeven moet worden. Van welke zijde gevaar dreigt, welk gefaar, waardoor, waarom? Zooals begrijpelijk is, komen nu de vreemdste geruchten naar voren. Brieven van vorstelijke personen, zegt de een, en verklaart dit uit voortreffelijke bron ge hoord te hebben. Een wenk van een naburig land, zegt een ander, en verzekert zeer goede redenen.te hebben om zoo te denken. Wij zouden ieder in overweging willen geven, zeer voorzichtig te zijn met het ge- looven van dergelijke praatjes. Het is ondenkbaar, dat de regeering op wenken van zoo ongewenschto zijde, maatregelen zou nemen, die zoo ernstig zijn, en langen tijd schade en overlast bezorgen. Ook de regeering weet waarlijk wel, hoe veel ontevredenheid, hoeveel gemopper haar maatregelen veroorzaken. En wanneer zij er dan toch in volhardt, heeft zij er zeer ernstige redenen voor. Redenen, die thans 'al is dit te betreuren niet openbaar gemaakt kunnen worden, maar eens bekend zullen worden. Ieder behoort thans zooveel vertrouwen in de regeering te hebben, dab hij dat onvoorwaardelijk aanneemt en de woorden van den Opperbevelhebber, Zater dag 1.1, tot de troepen gericht, goed be grijpt de tegenwoordige toestand zal niet (Uit het Fronsch) Toen de eerste vlokken, die de sneeuw storm voorafgingen, neervielen en kern als ijzige vingers over het, gelaat streken, had hij juist een open plek in het dennenbosch bereikt. Wrayburn stond een oogenblik stil en keek eens om zich heen, en een onwille keurige 'schrik beving hem. Vóór hem, boven hem, beneden hem in de diepte, overal die dichte massa pijnboo- men, als masten naast elkander. Hij zag geen spoor meer van het voetpad, dat hij een oogenblik verlaten had om deze hoogten to beklimmen. Hij marcheerde zoo al drie uren achtereenen de helft van den tijd had genoeg moeten zijn óm hem het dorp te doen bereiken, waar hij van plan was den nacht, door te brengen. Er was geen twijfel aan, hij was verdwaald. Ofschoon hij zoowat overal op het vaste land geweest was, moest hij erkennen dat dit Duitsche berglar^ hem ten eenen male vreemd was. Hij had inderdaad onbezonnen gehandeld door de aanwijzingen van den postmeester in den wind te slaantoen deze hem op de laatste wisselplaats verzekerd had, dat in dit ruwe seizoen in deze woeste en onherbergzame streek op de wegen weinig staat viel te maken. Men was in 't hartje van den winter van 1813, en het tot slaaf vernederde Europa beefde voor de sohaduw van1 den ovea-vyinnaar Napoleonhet durfde pof niet djroeme-a yan de vrijheid, die pp langer duren dan de regeering in 's lands belang strikt noodzakelijk acht. Wat gebeurt, wij hebben het woord van den Opperbevelhebber er voor is strikt noodzakeLijk. En wat strikt noodzakelijk is, moet in deze ernstige tijden, nu de geheele toekomst, het leven van ons laijd op het spel kan staan, ge schieden. Officieel berichtDoo.r den'minister van Landbouw, Nijverheid eii Handel zijn Za terdag it» coof.-:"ehti> ontvangen de directies van de Koninklijke Nederiandsche Stoom boot-Maatschappij en van den Koninklijken Hollandschen Lloyd, die aan den minister kwamen mededeelen, dat voor het bunkeren in Engeland of in Engelsche kolenstations door de Britsche regeering geëischt werd het afstaan van 30 van de "soheepsruimte van elke maatschappij ten behoeve van de vaart op Engeland. Pe minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft bovengenoemden directies duidelijk te verstaan gegeven, dat de Ne- derlandadhe scheepsruimte beschikbaar moest blijven voor opëisching door de Ne derlandsche regeering, en dat deze niet kon toelaten, dat zou worden te kort gedaan aan de mogelijkheid om met Nederlandsche sche pen in de eigen behoeften van Nederland te voorzien. Reuter seint uit Londen': Het ministerie van buitenlandscke zaken deelt mede: „Ten einde misverstand te voor komen, waarschuwt H." M.'s regeering de neu trale rëeders, dat alle kolen van Duitsclie her komst,hetzij in lading of in bunkers, aan boord van neutrale schepen onderhevig zijn aan inbe slagneming en vasthoudingen op dezelfde wijze als de andere goederen volgens de bepalingen van den „Order in Council" van 11. Maart 1915. De kapiteins van neutrale schepen zullen er dus wel aan doen, zich in het vervolg ervan te verzekeren, dat de kolen, die hun als bunker- kolen zijn geleveftl, niet van Duitsche her komst zijn en zich te voorzien van certificaten van Engelsche consulaire ambtenaren, uit welke blykt, dat de bunkerkolen, die zij aan boord hunner schepen hebben, hun geleverd zijn met goedkeuring van den Engelsclien con sul in de haven, waar zij gebunkerd hebben." het kanongedonder van Waterloo zou vol gen. •Wrayburn kou nog altijd niets ontdek ken, dat op eenige weg aanwijzing geleek. Aan zijn linkerhand strekten zich de bós- sohen uitrechts, waar de bodem wat heuvelachtiger werd, meende hij in de verte een lichte plek te zisui en iets dat op een bek geleek. Een hek, dat beteeikendft dat niet ver van daaa- een buis moest zijn. Weldra stond hij ervóór on merkte toen aan den anderen kant ec-m hobbelig pad, dat zich zigzagsge- wijs door het kreupelhout slingerde. Het volgend oogenblik was hij over het hek ge klommen en volgde het pad tot het uit kwam bij het huis. Bijna viel hij neer van vermoeidheid, maar hij vermande zich, toen hij om een scherpen hoek het forsche maar sombere gebouw met zijn hoektorens in het oog kreeg. Waar hij een boerenhoeve ver wachtte, daar meeiide hij nu een kasteel uit de middeleeuwen voor zich te zien. Van zijn eerste verwon dering bekomen, zette hij zijn onderzoekingstocht voort. De weg verbroedde zich eensklaps en voerde naar een zwaren niuur, waarin zich een poort bevond. Hij trad die door en kwam nu op een ruiim binnenhof terecht, waar zwaar een aantal vlaggen, dicht bezet met sneeuw, neerhingen. Hier en daar drongen rosse lichtschijnsels uit het gebouw naar buiten en' sohenen voor de vensters op en neer te dansen. Ergens in 't donker begon een hond langaanhoudende huilende gelui den uit te stooten. Dus het huis is dan toch bewoonddacht Wraybyma, eu etapto haastig pp een breed In verband hiermede sdarijft de „Nieuwe Courant" onder het opschrift iNieuwe S cheepvaart tijdingen: „De jongste maatregelen, door de Britsche Regeering tegen de onzijdige handelsvloot genomen, brengen onze scheepvaart in een toestand van zoodanige afhankelijkheid eiV scheppen voor onze Regeering de mogelijkheid van zoodanige moeilijkheden, als wij wellicht sedert den aanvang van den oorlog nog niet hebben gekend. „Eenerzijds heeft het „.Foreign Office" (het Departement van Buitenlandsehe Zaken te Londen) gisteren bekend gemaakt, dat onzij-' dige schepen, welke kolc-n van Duitschen oor sprong bevatten onverschillig of hef als lading is dan wel tot eigen gebruik kunnen (zullen) worden aangehouden, opgebracht en. van hun kolen beroofd, overeenkomstig den. Order in Council van 11 Maart 1915. Hier mede wordt dus aangekondigd de scherpste toepassing van IV van dien Order, volgen?* welke elk koopvaardijschip, na 1 jlaart uit een niet-Duitsche liaven vertrokken en griaden niet goederen van vijandelijken oö rsptóng,- of die vijandelijk eigendom zijn, kan worden gelast die goederen te lossen in een Britsche haven of in een haven van een der bondge- nooten om aldaar te worden vastgehouden, ver kocht, enz. ingevolge prijsgerechcelijke beslis sing. Toegepast op kolen, die voor eigen ge bruik van het schip dienen, beteekent deze paragraaf de volkomen onderwerping van de vaart van alle met kolen van Duitschen oor sprong gestolokte onzijdige schepen aan het goedvinden van Engeland. „„Anderzijds maakte gisterenavond een officieel bericht van onzen Minister van Landbouw (zie hierboven) bekend, dat de directies onzer groote scheepvaartmaatschappijen mededeeling ontvingen, dat voor het innemen van koleni in Engeland of Engelsche kolenstations dooi de Britsche regeering van nu af aan geëischt wordt het afstaan van 30 van de scheeps ruimte van elke maatschappij ten "behoeve van de vaart op Engeland. ,,ln verband met de omstandigheid, dat onze scheepvaart voor het overgroote deel gedreven wordt met Engelsche of met Duitsche brand stof, beteekenen deze beidé maatregelen te zamen niet meer of minder dan dat Engeland, van zijn macht over de zee gebruik maakt om een derde gedeelte van de Nederlandsche scheepsruimte voor zichzelf en zijn bondgenoo- ten op te eischen. „Deze afpersing, op de onzijdige zeevarende natiën toegepast, is daarom te moeilijker te verduren, wijl het middel ditmaal niet (zooals do meeste, die wij van Engeland te lijden had den) bestemd is om den vijand te benadeelen, maar om ten koste van de onzijdigen in het tekort, aan eigen scheepsruimte ran het oor logvoerende Engeland eu zijn bondgenooten te voorzien. „Uit de mededeelingen van de „N. R. Ct." blijkt, dat in Rotterdam zoowel door de vaste als door de andere lijnen bijna uitsluitend met portaal toe. De strijd tegen, deu storm had zijn krachten uitgeput, en hij moest hier een oogenblik ademhalen. Daarop begon hij met armen en beenen té zwaaien om in die liohaamsdeelen den bloedsomloop wat krachtiger te maken. Grendels knarsten, een deur ging open, een lichtgolf wierp zich in den gang en op den drempel stond een vrouwelijke ge daante, als een portret in een lijst. Zij scheen meer vrouw dan jong meisje; Wrayburn zag dat zij groot eu slank was en een kostuum aan bad van geel satijn met korte mouwen en zeer hooge ceintuur. Haai' voeten staken in muiltjes. Zij Lield een toorts in de hoogte, die haar als 't ware hij gedeelten en met bruine afscheidingen verlichtte, en dat een ovaal gelaat ver toonde, bleek en glad als uit ivoor gesne den, waarin donkere oogen schitterden, die evenwel bij betere belichting een zacht blauw vertoonden. Zoodra zij den vreemdeling opmerkte, uitte zij een kreet en liet zij den fakkel zakken. En Wrayburn, die reeds een mond vol slecht Duitsoh gereed had, hield zich ill, want zij had eenige Fransche uitroepen doen hooren en drukte zioh ook verder ge makkelijk in deze taal uit. „Neem mij niet kwalijk, mejuffrouw, als ik u misschien heb doen schrikken. Maar ik heb het ongeluk gehad of de dwaas- beid, zoo ge wilt om te verdwalen". „Verdwalen, mijnheer?" stamelde zij. „Ja, al sedert een paar uur. En in dit noodweer den rechten weg terug te vinden, schijnt me zoo 'n onmogelijkheid toe, dat ik maar liever besloot een schuilplaats voor den. nacht te gogfces,- Ik ben, op weg naar Duitsche kolen gebunkerd wordt; dat de eisch ,van afstand van 30 scheepsruimte reeds sedert eenige weken aan schepen die in En gelsche havens kolen wilden laden, werd ge steld on dat ook materiaal voor hier to lande aan te bouwen of in aanbouw zijnde schepen niet dan onder dezelfde voorwaarden uit. Enge land kan worden verkregen. De Nederlandsche vaart op Amerika wordt door den maatregel het minst bedreigd, doordat deze schepen m Amerika kolen voor de thuis- en uitreis zullen kunnen innemen, waardoor zij er met hot betrekkelijk geringe veriies van 1.0 laad ruimte af zullen zijn. Onze schepen op Zuid- Amerika echter kunnen daar niet anders dan met Engelsche kolen bunkeren en op deze zal dé maatregel dus ten volle drukken, evenals op onze vaart op de koloniën, tenzij deze sche pen op de uitreis met Hollandsche kolen to bunkeren zouden zijn, die echter tot nu toe voor dit doel te mager werden geacht. „Indien onze scheepvaartmaatschappijen zich bereid verklaarden zich aan de Britsche eischen te onderwerpen, zouden zij daardoor in oon- flict kunnen geraken met haar verplichting om scheepsruimte beschikbaar te houden voor opëisching door onze Regeering, teneinde met .Nederlandsche schepen dn de eigen behoefte van Nederland te kunnen voorzien (aanvoer van regeeringstarwe, -maïs enz.) De minister' van Landbouw heeft de scheepvaartmaatschap pijen in de gisteren gehouden conferentie daar aan herinnerd. De onlangs in werking getre den nieuwe Schepenwet geeft de Regeering de macht zich de nakoming van die verplichting te verzekeren. Maar wat heeft men eraan, zoo dit tengevolge mocht hebben dat de scheep vaart grootendeels werd gestaakt? „Onderwerping aan de Britsche eischen stelt bovendien de voor een derde door Engeland te gebruiken neutrale schepen aan de gevaren van een verscherpten Duitschen duikbooten oorlog bloot om van andere mogelijke Duit sche tegenmaatregelen van pressie of repres- saïüe nog niet eens te spreken. „in verband met liet dreigend tekort aan. tarwe (gevolg van de reeds uit andere oorzaken ontstane stremming van de regeeringstoevoeren uit Amerika), in verband ook met. de volkomen willekeurige Engelsche aanhouding van het schip met Ghili-salpeter, voor de bemesting van onzen grond juist in dit seizoen bijna on misbaar, geven de nieuwe Britsche maatrege len niet slechts in politiek maar ook in "eco nomisch opzicht ons land reden tot bezorgdheid. De groote vraag zal nu maar zijn in hoeverre de Limburgsdie mijnen in staat zullen zijn in. zoodanige mate in de behoefte onzer zeevaart aan kolen' te vóórzien als voldoende zou zijn. om deze zoowel van de Duitsohe als van da Engelsche kolenlevering onafhankelijk te ma ken en in hoeverre de Limburgsche kolen loot oiize groote ia art te gebruiken zijn. „Behalve ons land worden alle zeevarende neutrale landen van Europa door de nieuwe, rechtstreeks hun belangen aantastende Engel- eclie oorlogspolitiek getroffen naast Nederland vooral Noorwegen. Een zoo sterk sprekend ge zamenlijk belang wijst, meonen wij, vanzelf in de richting van onderling beraad zelfs in dien de verwachting van het succes van een gezamenlijk handelen gering mocht wezen. „Hoog officieel is aan Nederland na 31 Maart een en andermaal verzekerd dat ter Pa.rijsche Conferentie zijn positie of - zijn belangen zelfs niet ter sprake zijn gekomen, zoodat wij ons over wat uit die bijeenkomst zou kunnen voort vloeien, geenszins ongerust behoefden te ma ken. Hot wil ons voorkomen, <fyit er reedq thans voor oné land geen reden meer bestaat om zich over die geruststellende verzekering te verheugen." Het „Alg. Handelsblad" schrijft: Een van de ernstigste berichten, die wij in den laats ten tijd ontvingen nu haast elke. dag ons een voor ons economisch, leven ernstig bericht brengt is wel de mede deeling, dat Engeland -Duitsche bunkerkolen als contrabande beschouwt. Engeland zelf beeft den uitvoer van kolen naar Nederland zeer beperkt. En wanneer wij dan Duitsche kolen gebruiken om aan onze schepen de .toch noodzakelijke beweeg kracht te geven, zou Engeland dat willen verhinderen door een uitlegging te geven aan het woord contrabande, die toch wel met alle recht en billijkheid in stnjd is. Bunkerkolen behooren tot de gereedschap pen van het schip straks zouden zij vol gens deze opvatting Duitsche machines uit een Nederlandsch schip kunnen breken. Het ergerlijkste is, dat de eenige, volstrekt Straateburg Ik heb mijn rijtuig op den laatste wisselplaats achtergelaten en wilde bet laatste traject to voet „Straatsburg? Maar, mijnbeer, dan bent uren ver uit de buurt". „Dat dacht ik al', mejuffrouw. Zoo ik dus bopeu moebt, dat u mij voor den nacbt een schuilplaatsje wilde verleenen om morgenochtend „Weit zeker ,mijnheer". En met een vlugge, sierlijke beweging nam zij de plooien van baar rok bijeen, om kern door te alten. „U zult bet in dat vreeselijke weer wel te kwaad gehad, hebben. U beeft ongetwij feld honger en dorst? Ga toch binnen, mijnbeer". Wrayburn bevond zich weldra in een vestibule zoo breed en boog, dat de afme tingen ervan zich in bet duister verloren. Een cf twee lampen en een vuur van enorme dennenblokken mochten de ruimte nog maar schaarsch verlichten. Aan den wand hingen geweren, lansen, wapens van allerlei soort-, en ook geweien van herten. Een groote wildezwijnen kop hing boven den schoorsteen. In den hoek was nog een stee- nendraadt-rap zichtbaar. Terwijl Wrayburn nog met open mond dit alles stond op te nemen, naderde op bevel van het meisje een bediende, die hem van zijn hoed en mantel ontlastte, welke dik met sneeuw zaten. Het tweetal wisselde eenige woorden in het Zuid-Duitsch dialect, waarvan Wrayburn geen syllabe verstond, en daarop beduidde zij den reiziger haar te volgen. De plotselinge verandering van temperatuur had hem zoodanig aangegre penL £afc bet hoofd hom §cheea road .te de eenige, die nadoel van den ondervindt, Nederland is. Immers, of wij op onze schepen Duitsche dan wel Engelsche kolen verstoken, Duitschland zal ons steeds iuist zooveel kolen kunnen leveren als )uitschland missen wil. Het is Duitschland wel volkomen onverschillig, waar het rant soen kolen, dat het naar Nederland wil laten uitvoeren, verstookt wordt.. Wij kunnen den maatregel dan ook moeilijk als iets andere beschouwen dan als een grove en volkomen willekeurige poging om macht uit te oefenen. De maatregel is niet genomen om Duitsch land te bestrijden en tenzij, wat wij niet kunnen aannemen, hij uitsluitend be doeld is om de Nederlandsche reeders te plagen en benadeelen, kan liij alleen de .be doeling hebben de macht, die Engeland ter zee heeft, ons bitter te doen gevoelen. Waartoe? Is een aanwijzing misschien te vinden in de haast even onverkwikkelijke raededec- hng, die ons eenige dagén vroeger gewerd, dat een Nederlandsch schip, bestemd om in La Plata graan voor ons land te halen, in Engeland slechts bunkerkolen kon krijgen indien het zich verbond slechts voor Enge land vracht te varen? Duitsche kolen wor den contrabande, Engelsche kolen in Enge land slechts op bepaalde condities... Is dan de verklaring dat Duitsche koler. contrabande zijn, niet te beschouwen uitslui tend als een oorlogsdwang tegen Nederland, waar Duitschland geheel buitenstaat Wachten wij echter af. Voorloopig zal de moeilijkheid er wel in de eerste plaats een zijn voor het Haagsche distributie-bureau van kolen dat nu uitsluitend Engelsche kolen voor bunkerkolen kan distribueeren... zoolang de voorraad strekt en aangevuld wordt. Wachten wij af, zij het ook met een be klemd hart. Want nooit is voor ons Neder landers zoo waar geweest als thans het: navigare necesse..* Naar aanleiding van het bericht, dat de- Engelsche regeering alle steenkool van Duit schen oorsprong, ook de bunkc-fkolen, zal aan- -houden en prijsmaken, en een toestemming van den Engelschen consul in de haven, waar de steenkool is ingenomen, vereischt wordt ten bewijze dat de bunkerkolen niet van Duitschen oorsprong zijn, schrijft de „N. R. C't." „Als men weet, dat b.v. hier in Rotterdam zoowel door de vaste als door de andere lijnen bijna uitsluitend met Duitsche kolen gebun kerd wiprdt, beseft men wat de draagwijdte is van deze bekendmaking van het Engelsche ministerie van J>uit«ulandsche zaken. „Tot nader begrip van de moeilijkheden, welke Engeland onze scheepvaart in den weg legt, niet zoozeer om Duitschland te benadee- len want het effect daarvan zal wel miniem zijn als wel om zichzelf mee, vrachtruimte te bezorgen, diene, dat Engeland reeds gedu rende eenige weken eischen van soortgelijken aard stelt. Schepen, die in Engeland wilden bunkeren, moesten 30 pCt. van de vracht ruimte afstaan om hun kolen te krijgen. Mate riaal voor hier te lande aan te bouwen of in aanbouw zijnde schepen kan ook sedert eenige weken niet uit Engeland worden verkregen, tenzij oifder dezelfde voorwaarde, waarbij ook wel eens andere eischen worden gestold. „Daarbij komt, dat er uit Engeland niet ge noeg Engelsche kolen geleverd worden; en ook al zijn zij hier, dan mag weer niet gebunkerd worden zonder vergunning van hot Engelsche consulaat.... met de daaraan verbonden voor waarden. „Het gebruik van Hollandsche steenkool was niet doelmatig, omdat zij in vergelijking met andere soorten te mager was. Wellicht zal men nu,.noodgedwongen, ook het biuneriland- ■?che product in gebruik moeten nemen, al zal daarvan meer noodig zijn en ook het personeel daarvoor moeten worden uitgebreid. „Voor de lijnen, die op Noord-Amerika varen, zullen de nadeelen, welke uit het be sluit, van de Engelsche regeering voortvloeien, niet zoo groot zijn als voor andere, omdat zij in Noord-Amerika kunnen bunkeren, wat een verlies van laadruimte van ongeveer 10 pCt. met- zich brengt, aangezien de Amerikaansche kolen tegelijk voor thuis- en uitreis zullen moeten worden ingenomen. Schepen op Zuid- Amerika kunnen daar niet anders dan met Engelsche kolen bunkeren. Op deze zal de maatregel dus wel drukken, evenals b.v. op schepen, die tusschen het Nederlandsche moe- dr aaienhij dead moeite om staande te blijven en voelde zich niets minder dan ziek. Zij ging hem voor naar een kamer met hooge lambrizeeringen en op dezelfde wijze verwarmd als het benedenvertrek. Te oor doelen naar de ongeregeld dooreenstaande meubelen, was dit vertrek blijkbaar het vorige oogenblik verlaten. Zij wees hem een stoel aan en zeide: „Ga zitten, mijnheer, u zult vermoeid zijn. Ik heb orders gegeven dat men u iets te eten brengt. Maar zet eerst dit aan uw mond; bét zal u opknappen". Zij had een fle&oh met lange hals gegre pen, er een glas uit vol geschonken en bood het hem met een kleine gracieuse buiging aan. Nu merkte bij bet fraaie blauw barer oogen op, en wellicht kwam zij in hetzelfde oogenblik tot de overtuiging, dat bij een knapj>e, welgebouwde jongeman was. „U bewijst mij te veel eer, mejuffrouw. Duizendmaal dank". Hij dronk en zette zijn glas neer. „Ja, ik zal zoo vrij zijn te gaan zitten. Ik ben op van vermoeidheid". Hij liet zich op zijn stoel vallen, des te grager waar de krachtige wijn zijn duize ligheid scheen te doen toenemen. Er volg den eenigo oogenblikken van stilte, die plot seling werden afgebroken door het gehuil van hondeneen wild en aanhoudend ge- krïjsch, hetzelfde dat hem getroffen had toen hij do binnenplaats overging. Het scheen nu van vlakbij te komen en het ge luid had iets onbeschrijflijks, dat hem deed rillen. „Uw honden schijnen ónrustig te zijn, móagrgssfli herland en de koloniën varen. Om de Duitscno bunkorkolon zal het schip in volle zee, die als wij ons goed meenen to herinneren eens de vrije zee heeft gehoeten, worden aangehouden: de kolen worden p rij «gemaakt en hot schip zul dun in oen Engelsche haven Engelsche, mis schien wel dezelfde, inmiddels verengelscbte en prijsgemaakte Duitsche kolen kunnen to- rugkrijgen, als het 30 pCt. van zijn vracht- ruimte afstaat. „En al« het schip dit dan, om weg te kun nen komen, gedaan heeft en reeds bij die go- logenheid of Later, voor 30 pCt. lading V3u of voor Engeland medo krijgt, wat zullen de Duitsche'duikbooten daarvan zeggen? Zal het gevaar voor tor pod owing van dit schip niee zoor groot zijn, als do voor Engdschtf rekening medegegeven lading contrabande js? Do fccheepvaartmaatscbapjjijon moeten dan boven- dien weer veel moeite krijgen om haar schepen te verzekeren. „Het zijn weinig bemoedigende uitzichten, welke deze Engelsche bekendmaking voor do Nederlandsche scheepvaart opent." Naar wij vernamen zou het bestuur der Nederlandsche Rcedersvereeniging Woens dag een conferentie hebben met minister PoHthuma, naar aanleiding van het besluit der Engelsche regeering om Duitsche bun kerkolen tot contrabande te verklaren. Duitsche bunkerkolen als contrabande. KOPENHAGEN. De Deensche pers uit haar bezorgdheid over den nieuwen maat regel van Engeland betreffende het gebruik van Duitsche kolen op schepen. Indien de Duitschers een zelfden maatregel toepasten ton aanzien van de Engelsche kolen, zou de geheele neutrale scheepvaart worden v«r- „Berlingske Tidencje" wijst er op. dat het doel van Engeland met de beperkende bepalingen betreffende de levering van Engelsche kolen dit voor heeft, om neutraie scheepsruimte .voor Engeland beschikbaar te krijgen en dat bet vreesde dat dit doel niet zou worden bereikt indien nu de neutrale reeders van Duitsche kolen zouden gaan gebruik maken, terwijl dan tevens de Duit sche kolenmarkt zou worden ondersteund. De toestand in den reuzenstrijd. Zooals men verwachtte, ook in Frankrijk, is er een einde gekomen aan de betrekkelijke rust op het Westelijk oorlogsterrein, en. heeft Duitschland bet offensief bij Verdun hervat. Er is nog geen sprake van, dat de Duitschers den strijd daar opgeven. De artilleriegevechten der laatste dagen hebben blijkbaar a3een gediend om een nieuwen aanval voor te bereiden. Eigenaardig genoeg echter hebben de Duitedners thans weer een ander punt voor hun offensief gekozen. Voor liet oogenblik althans hebben zij dit \erlegd naar den oostelijken Maasoever, en niet d9 Mort Hom me bij Bethincourt gold hun aanval, zooals men algemeen had ge dacht, maar zij vielen aan bij het gehucht Haudremont en ten noordwesten van het gehucht Thiaumont. En zij hebben daar weer eei overwinning "behaald. Ook de Fransche berichten erkennen dat, al weiden zij tevens breedvoerig uit over de ontzet tende verliezen, die de vijand leed. Er zou den aan den aanval ook niet minder dan vijf divisies hebben deelgenomen. De winet der aanvallers bedroeg, volgens de Fransche telegrammen, een vooruitstekende bocht in de linie, die ny recht is gemaakt. Volgons het Duitsche bericht namen de Saksische Groepen stormenderhand de Fran sche stellingen in; daarbij vielen, behalve vijftig gewonden, 42 officieren en I6Ig min deren in hun handen. In 't geheel zouden de Duitechera sedert- 21 Februari, toen bet offensief bij Verdun begon, 711 officieren en 38,155 minderen krijgsgevangen hebben gemaakt. Dat de Duitschers ook nu weer cenig voordeel hebben behaald, is buiten kijf :dat dit voordeel echter van groot belang „Mijn honden?" zei zij. Wrayburn meende een beweging op te merken, waarvan zij zich geen meester was. Niettemin liet zij er kalm op volgen; „Ja, u hebt gelijk zijn zijn onrustig". Heb gehuil herhaalde zich nu sterker. Het kwam, men hoefde er niet aan twijfe len, van verscheidene honden tegelijkertijd, en klonk heel vreemd. Het zweeg nauwe lijks toen de bediende met nog een tweeden bediende, terugkwam. Beiden brachten zijn avondeten. Wrayburn nam hen eens goed op, terwijl zij allee op tafel zetten en kon de gedachte niet weerhouden, dat het kas teel uitsluitend norsch, zwijgend personeel scheen te bevatten. Toen zij het vertrek verlieten, meende Wrayburn, dat het jonge meisje hen volgen zou; het tegenoverge stelde was waar. Zij zette zich bij het haardvuur en stond van tijd tot tijd op, om, ondanks zijn tegenstribbelen, hem een schotel aan te geven of in te schenken. Zij maakte op hem den indruk, alsof hij door een prinses bediend werd. Hij werd ver luid met bewondering voor hare, zooals zij daar zat, slanke figuur in haar geel-satij nen kleed, de handen, fijn en lang als lelies, in haar schoot, en het kleine jiere hoofd met een overmoed van bruine lokken licht voorover gebogen. Zij was een schoonheid, en een minder ernstige trek op haar g*{aab zou haar minder aantrekkelijk gemaakt hebbengedurende den heelen maaltijd zag Wrayburn haar geen enkélen keer glimlachen. (Wordt vervólgd).

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1