No. 263.
Vrijdag 21 April 1916
Orgaan voor Leger en VSoot.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
Onrust in den lande.
Een dubbel avontuur.
30 pGt. van de Nederlandsche
schcepsruimte opgeëischt.
TWEEDE JAARGANG.
DE SOLDATENCOURANT
REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTR. 10. AMSTERDAM. DIT
BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMÊRS VOOR
MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNEMENT BIJ VOORUIT
BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS1.50 P.KWARTAAL
Voor Advertemiën wonde men zich tot onze Administratie, Palewtriuaatraat 10
Amsterdam. Prys der Advertenti6n per regel 30 cent. Voor Ingezondeu Mede'
deeJingon op de tweede, derde eu vierde pagina dubbel tarief. Bij abormem.-n'-
reductie.
Een oorlogsconferentie.
In het laatst van Maart werd
te Parijs een oorlogsconferentie
der geallieerden gehouden, waar
zeer belangrijke quaesties moe
ten zijn besproken, welke
echter is niet bekend geworden.
Natuurlijk zijn het vooral mili
taire maatregelen geweest, waar
over gedebatteerd is. Omdat
kort na die conferentie de ver
loven in Nederland werden
ingetrokken, vreesde men, dat
er ook maatregelen betreffende
ons land waren genomen, doch
de Fransche en Engelsche regee
ringen hehben beslist verklaard,
dat dit niet het geval was. We
geven hier een kijkje van de
mannen, die aan de conferentie
deelnamen. De voornaamste
daarvan staan natuurlijk op do
voorste rij, zij zijn van links
naar rechts: de Fransche gene
raal Castelnau, de Engelsche
bevelhebber aan 't Westerfront
Sir Douglas Haig, de Belgische
generaal Wielemans, de Russi
sche generaal Gilinsky, generaal
Joffre, de Italiaansche generaal
Parro en de Servische generaal
Pasjitsj.
Gezondheidsleer.
in ruim 50 exemplaren van ons blad komen
van de hand van Dr. B Ij I artikelen voor over
Gezondheidsleer. Om het groote nut van ver
spreiding dezer uitmuntende en interessante
artikelen te bevorderen, verzendt onze Admi
nistratie, na ontvangst van 40 oent postzegels
of postwissel, de geheele serie franco, uitslui
tend aan militairen.
Nog steeds is er onrust in heb .land.
Nog steeds mocht het leger het commando
,,op de plaats rust!'- niet hooren. En nog
steeds begrijpt niemand, waarop na het
ontstellende commando: „Geeft acht"
eigenlijk acht gegeven moet worden. Van
welke zijde gevaar dreigt, welk gefaar,
waardoor, waarom?
Zooals begrijpelijk is, komen nu de
vreemdste geruchten naar voren. Brieven
van vorstelijke personen, zegt de een, en
verklaart dit uit voortreffelijke bron ge
hoord te hebben. Een wenk van een naburig
land, zegt een ander, en verzekert zeer
goede redenen.te hebben om zoo te denken.
Wij zouden ieder in overweging willen
geven, zeer voorzichtig te zijn met het ge-
looven van dergelijke praatjes. Het is
ondenkbaar, dat de regeering op wenken
van zoo ongewenschto zijde, maatregelen
zou nemen, die zoo ernstig zijn, en langen
tijd schade en overlast bezorgen.
Ook de regeering weet waarlijk wel, hoe
veel ontevredenheid, hoeveel gemopper haar
maatregelen veroorzaken. En wanneer zij
er dan toch in volhardt, heeft zij er zeer
ernstige redenen voor. Redenen, die thans
'al is dit te betreuren niet openbaar
gemaakt kunnen worden, maar eens bekend
zullen worden. Ieder behoort thans zooveel
vertrouwen in de regeering te hebben, dab
hij dat onvoorwaardelijk aanneemt en de
woorden van den Opperbevelhebber, Zater
dag 1.1, tot de troepen gericht, goed be
grijpt de tegenwoordige toestand zal niet
(Uit het Fronsch)
Toen de eerste vlokken, die de sneeuw
storm voorafgingen, neervielen en kern als
ijzige vingers over het, gelaat streken, had
hij juist een open plek in het dennenbosch
bereikt. Wrayburn stond een oogenblik stil
en keek eens om zich heen, en een onwille
keurige 'schrik beving hem.
Vóór hem, boven hem, beneden hem in
de diepte, overal die dichte massa pijnboo-
men, als masten naast elkander. Hij zag
geen spoor meer van het voetpad, dat hij
een oogenblik verlaten had om deze hoogten
to beklimmen. Hij marcheerde zoo al drie
uren achtereenen de helft van den tijd
had genoeg moeten zijn óm hem het dorp
te doen bereiken, waar hij van plan was den
nacht, door te brengen. Er was geen twijfel
aan, hij was verdwaald.
Ofschoon hij zoowat overal op het vaste
land geweest was, moest hij erkennen dat
dit Duitsche berglar^ hem ten eenen male
vreemd was. Hij had inderdaad onbezonnen
gehandeld door de aanwijzingen van den
postmeester in den wind te slaantoen deze
hem op de laatste wisselplaats verzekerd had,
dat in dit ruwe seizoen in deze woeste en
onherbergzame streek op de wegen weinig
staat viel te maken. Men was in 't hartje
van den winter van 1813, en het tot slaaf
vernederde Europa beefde voor de sohaduw
van1 den ovea-vyinnaar Napoleonhet durfde
pof niet djroeme-a yan de vrijheid, die pp
langer duren dan de regeering in 's lands
belang strikt noodzakelijk acht.
Wat gebeurt, wij hebben het woord
van den Opperbevelhebber er voor is
strikt noodzakeLijk. En wat
strikt noodzakelijk is, moet in deze ernstige
tijden, nu de geheele toekomst, het leven
van ons laijd op het spel kan staan, ge
schieden.
Officieel berichtDoo.r den'minister van
Landbouw, Nijverheid eii Handel zijn Za
terdag it» coof.-:"ehti> ontvangen de directies
van de Koninklijke Nederiandsche Stoom
boot-Maatschappij en van den Koninklijken
Hollandschen Lloyd, die aan den minister
kwamen mededeelen, dat voor het bunkeren
in Engeland of in Engelsche kolenstations
door de Britsche regeering geëischt werd
het afstaan van 30 van de "soheepsruimte
van elke maatschappij ten behoeve van de
vaart op Engeland.
Pe minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel heeft bovengenoemden directies
duidelijk te verstaan gegeven, dat de Ne-
derlandadhe scheepsruimte beschikbaar
moest blijven voor opëisching door de Ne
derlandsche regeering, en dat deze niet kon
toelaten, dat zou worden te kort gedaan aan
de mogelijkheid om met Nederlandsche sche
pen in de eigen behoeften van Nederland
te voorzien.
Reuter seint uit Londen':
Het ministerie van buitenlandscke zaken
deelt mede: „Ten einde misverstand te voor
komen, waarschuwt H." M.'s regeering de neu
trale rëeders, dat alle kolen van Duitsclie her
komst,hetzij in lading of in bunkers, aan boord
van neutrale schepen onderhevig zijn aan inbe
slagneming en vasthoudingen op dezelfde wijze
als de andere goederen volgens de bepalingen
van den „Order in Council" van 11. Maart
1915.
De kapiteins van neutrale schepen zullen er
dus wel aan doen, zich in het vervolg ervan
te verzekeren, dat de kolen, die hun als bunker-
kolen zijn geleveftl, niet van Duitsche her
komst zijn en zich te voorzien van certificaten
van Engelsche consulaire ambtenaren, uit
welke blykt, dat de bunkerkolen, die zij aan
boord hunner schepen hebben, hun geleverd
zijn met goedkeuring van den Engelsclien con
sul in de haven, waar zij gebunkerd hebben."
het kanongedonder van Waterloo zou vol
gen.
•Wrayburn kou nog altijd niets ontdek
ken, dat op eenige weg aanwijzing geleek.
Aan zijn linkerhand strekten zich de bós-
sohen uitrechts, waar de bodem wat
heuvelachtiger werd, meende hij in de
verte een lichte plek te zisui en iets dat op
een bek geleek.
Een hek, dat beteeikendft dat niet ver
van daaa- een buis moest zijn. Weldra stond
hij ervóór on merkte toen aan den anderen
kant ec-m hobbelig pad, dat zich zigzagsge-
wijs door het kreupelhout slingerde. Het
volgend oogenblik was hij over het hek ge
klommen en volgde het pad tot het uit
kwam bij het huis.
Bijna viel hij neer van vermoeidheid,
maar hij vermande zich, toen hij om een
scherpen hoek het forsche maar sombere
gebouw met zijn hoektorens in het oog
kreeg. Waar hij een boerenhoeve ver
wachtte, daar meeiide hij nu een kasteel
uit de middeleeuwen voor zich te zien.
Van zijn eerste verwon dering bekomen,
zette hij zijn onderzoekingstocht voort. De
weg verbroedde zich eensklaps en voerde
naar een zwaren niuur, waarin zich een
poort bevond. Hij trad die door en kwam
nu op een ruiim binnenhof terecht, waar
zwaar een aantal vlaggen, dicht bezet met
sneeuw, neerhingen. Hier en daar drongen
rosse lichtschijnsels uit het gebouw naar
buiten en' sohenen voor de vensters op en
neer te dansen. Ergens in 't donker begon
een hond langaanhoudende huilende gelui
den uit te stooten.
Dus het huis is dan toch bewoonddacht
Wraybyma, eu etapto haastig pp een breed
In verband hiermede sdarijft de „Nieuwe
Courant" onder het opschrift iNieuwe
S cheepvaart tijdingen:
„De jongste maatregelen, door de Britsche
Regeering tegen de onzijdige handelsvloot
genomen, brengen onze scheepvaart in een
toestand van zoodanige afhankelijkheid eiV
scheppen voor onze Regeering de mogelijkheid
van zoodanige moeilijkheden, als wij wellicht
sedert den aanvang van den oorlog nog niet
hebben gekend.
„Eenerzijds heeft het „.Foreign Office" (het
Departement van Buitenlandsehe Zaken te
Londen) gisteren bekend gemaakt, dat onzij-'
dige schepen, welke kolc-n van Duitschen oor
sprong bevatten onverschillig of hef als
lading is dan wel tot eigen gebruik kunnen
(zullen) worden aangehouden, opgebracht en.
van hun kolen beroofd, overeenkomstig den.
Order in Council van 11 Maart 1915. Hier
mede wordt dus aangekondigd de scherpste
toepassing van IV van dien Order, volgen?*
welke elk koopvaardijschip, na 1 jlaart uit
een niet-Duitsche liaven vertrokken en griaden
niet goederen van vijandelijken oö rsptóng,-
of die vijandelijk eigendom zijn, kan worden
gelast die goederen te lossen in een Britsche
haven of in een haven van een der bondge-
nooten om aldaar te worden vastgehouden, ver
kocht, enz. ingevolge prijsgerechcelijke beslis
sing. Toegepast op kolen, die voor eigen ge
bruik van het schip dienen, beteekent deze
paragraaf de volkomen onderwerping van de
vaart van alle met kolen van Duitschen oor
sprong gestolokte onzijdige schepen aan het
goedvinden van Engeland.
„„Anderzijds maakte gisterenavond een officieel
bericht van onzen Minister van Landbouw
(zie hierboven) bekend, dat de directies onzer
groote scheepvaartmaatschappijen mededeeling
ontvingen, dat voor het innemen van koleni
in Engeland of Engelsche kolenstations dooi
de Britsche regeering van nu af aan geëischt
wordt het afstaan van 30 van de scheeps
ruimte van elke maatschappij ten "behoeve van
de vaart op Engeland.
,,ln verband met de omstandigheid, dat onze
scheepvaart voor het overgroote deel gedreven
wordt met Engelsche of met Duitsche brand
stof, beteekenen deze beidé maatregelen te
zamen niet meer of minder dan dat Engeland,
van zijn macht over de zee gebruik maakt om
een derde gedeelte van de Nederlandsche
scheepsruimte voor zichzelf en zijn bondgenoo-
ten op te eischen.
„Deze afpersing, op de onzijdige zeevarende
natiën toegepast, is daarom te moeilijker te
verduren, wijl het middel ditmaal niet (zooals
do meeste, die wij van Engeland te lijden had
den) bestemd is om den vijand te benadeelen,
maar om ten koste van de onzijdigen in het
tekort, aan eigen scheepsruimte ran het oor
logvoerende Engeland eu zijn bondgenooten te
voorzien.
„Uit de mededeelingen van de „N. R. Ct."
blijkt, dat in Rotterdam zoowel door de vaste
als door de andere lijnen bijna uitsluitend met
portaal toe. De strijd tegen, deu storm had
zijn krachten uitgeput, en hij moest hier
een oogenblik ademhalen. Daarop begon
hij met armen en beenen té zwaaien om in
die liohaamsdeelen den bloedsomloop wat
krachtiger te maken.
Grendels knarsten, een deur ging open,
een lichtgolf wierp zich in den gang en op
den drempel stond een vrouwelijke ge
daante, als een portret in een lijst.
Zij scheen meer vrouw dan jong meisje;
Wrayburn zag dat zij groot eu slank was
en een kostuum aan bad van geel satijn
met korte mouwen en zeer hooge ceintuur.
Haai' voeten staken in muiltjes. Zij Lield
een toorts in de hoogte, die haar als 't ware
hij gedeelten en met bruine afscheidingen
verlichtte, en dat een ovaal gelaat ver
toonde, bleek en glad als uit ivoor gesne
den, waarin donkere oogen schitterden, die
evenwel bij betere belichting een zacht
blauw vertoonden.
Zoodra zij den vreemdeling opmerkte,
uitte zij een kreet en liet zij den fakkel
zakken. En Wrayburn, die reeds een mond
vol slecht Duitsoh gereed had, hield zich
ill, want zij had eenige Fransche uitroepen
doen hooren en drukte zioh ook verder ge
makkelijk in deze taal uit.
„Neem mij niet kwalijk, mejuffrouw, als
ik u misschien heb doen schrikken. Maar
ik heb het ongeluk gehad of de dwaas-
beid, zoo ge wilt om te verdwalen".
„Verdwalen, mijnheer?" stamelde zij.
„Ja, al sedert een paar uur. En in dit
noodweer den rechten weg terug te vinden,
schijnt me zoo 'n onmogelijkheid toe, dat
ik maar liever besloot een schuilplaats voor
den. nacht te gogfces,- Ik ben, op weg naar
Duitsche kolen gebunkerd wordt; dat de eisch
,van afstand van 30 scheepsruimte reeds
sedert eenige weken aan schepen die in En
gelsche havens kolen wilden laden, werd ge
steld on dat ook materiaal voor hier to lande
aan te bouwen of in aanbouw zijnde schepen
niet dan onder dezelfde voorwaarden uit. Enge
land kan worden verkregen. De Nederlandsche
vaart op Amerika wordt door den maatregel
het minst bedreigd, doordat deze schepen m
Amerika kolen voor de thuis- en uitreis zullen
kunnen innemen, waardoor zij er met hot
betrekkelijk geringe veriies van 1.0 laad
ruimte af zullen zijn. Onze schepen op Zuid-
Amerika echter kunnen daar niet anders dan
met Engelsche kolen bunkeren en op deze zal
dé maatregel dus ten volle drukken, evenals
op onze vaart op de koloniën, tenzij deze sche
pen op de uitreis met Hollandsche kolen to
bunkeren zouden zijn, die echter tot nu toe
voor dit doel te mager werden geacht.
„Indien onze scheepvaartmaatschappijen zich
bereid verklaarden zich aan de Britsche eischen
te onderwerpen, zouden zij daardoor in oon-
flict kunnen geraken met haar verplichting
om scheepsruimte beschikbaar te houden voor
opëisching door onze Regeering, teneinde met
.Nederlandsche schepen dn de eigen behoefte
van Nederland te kunnen voorzien (aanvoer
van regeeringstarwe, -maïs enz.) De minister'
van Landbouw heeft de scheepvaartmaatschap
pijen in de gisteren gehouden conferentie daar
aan herinnerd. De onlangs in werking getre
den nieuwe Schepenwet geeft de Regeering de
macht zich de nakoming van die verplichting
te verzekeren. Maar wat heeft men eraan,
zoo dit tengevolge mocht hebben dat de scheep
vaart grootendeels werd gestaakt?
„Onderwerping aan de Britsche eischen stelt
bovendien de voor een derde door Engeland
te gebruiken neutrale schepen aan de gevaren
van een verscherpten Duitschen duikbooten
oorlog bloot om van andere mogelijke Duit
sche tegenmaatregelen van pressie of repres-
saïüe nog niet eens te spreken.
„in verband met liet dreigend tekort aan.
tarwe (gevolg van de reeds uit andere oorzaken
ontstane stremming van de regeeringstoevoeren
uit Amerika), in verband ook met. de volkomen
willekeurige Engelsche aanhouding van het
schip met Ghili-salpeter, voor de bemesting
van onzen grond juist in dit seizoen bijna on
misbaar, geven de nieuwe Britsche maatrege
len niet slechts in politiek maar ook in "eco
nomisch opzicht ons land reden tot bezorgdheid.
De groote vraag zal nu maar zijn in hoeverre
de Limburgsdie mijnen in staat zullen zijn in.
zoodanige mate in de behoefte onzer zeevaart
aan kolen' te vóórzien als voldoende zou zijn.
om deze zoowel van de Duitsohe als van da
Engelsche kolenlevering onafhankelijk te ma
ken en in hoeverre de Limburgsche kolen
loot oiize groote ia art te gebruiken zijn.
„Behalve ons land worden alle zeevarende
neutrale landen van Europa door de nieuwe,
rechtstreeks hun belangen aantastende Engel-
eclie oorlogspolitiek getroffen naast Nederland
vooral Noorwegen. Een zoo sterk sprekend ge
zamenlijk belang wijst, meonen wij, vanzelf in
de richting van onderling beraad zelfs in
dien de verwachting van het succes van een
gezamenlijk handelen gering mocht wezen.
„Hoog officieel is aan Nederland na 31 Maart
een en andermaal verzekerd dat ter Pa.rijsche
Conferentie zijn positie of - zijn belangen zelfs
niet ter sprake zijn gekomen, zoodat wij ons
over wat uit die bijeenkomst zou kunnen voort
vloeien, geenszins ongerust behoefden te ma
ken. Hot wil ons voorkomen, <fyit er reedq
thans voor oné land geen reden meer bestaat
om zich over die geruststellende verzekering
te verheugen."
Het „Alg. Handelsblad" schrijft:
Een van de ernstigste berichten, die wij
in den laats ten tijd ontvingen nu haast
elke. dag ons een voor ons economisch, leven
ernstig bericht brengt is wel de mede
deeling, dat Engeland -Duitsche bunkerkolen
als contrabande beschouwt.
Engeland zelf beeft den uitvoer van kolen
naar Nederland zeer beperkt. En wanneer
wij dan Duitsche kolen gebruiken om aan
onze schepen de .toch noodzakelijke beweeg
kracht te geven, zou Engeland dat willen
verhinderen door een uitlegging te geven
aan het woord contrabande, die toch wel
met alle recht en billijkheid in stnjd is.
Bunkerkolen behooren tot de gereedschap
pen van het schip straks zouden zij vol
gens deze opvatting Duitsche machines uit
een Nederlandsch schip kunnen breken.
Het ergerlijkste is, dat de eenige, volstrekt
Straateburg Ik heb mijn rijtuig op den
laatste wisselplaats achtergelaten en wilde
bet laatste traject to voet
„Straatsburg? Maar, mijnbeer, dan bent
uren ver uit de buurt".
„Dat dacht ik al', mejuffrouw. Zoo ik
dus bopeu moebt, dat u mij voor den nacbt
een schuilplaatsje wilde verleenen om
morgenochtend
„Weit zeker ,mijnheer".
En met een vlugge, sierlijke beweging
nam zij de plooien van baar rok bijeen, om
kern door te alten.
„U zult bet in dat vreeselijke weer wel
te kwaad gehad, hebben. U beeft ongetwij
feld honger en dorst? Ga toch binnen,
mijnbeer".
Wrayburn bevond zich weldra in een
vestibule zoo breed en boog, dat de afme
tingen ervan zich in bet duister verloren.
Een cf twee lampen en een vuur van
enorme dennenblokken mochten de ruimte
nog maar schaarsch verlichten. Aan den
wand hingen geweren, lansen, wapens van
allerlei soort-, en ook geweien van herten.
Een groote wildezwijnen kop hing boven den
schoorsteen. In den hoek was nog een stee-
nendraadt-rap zichtbaar.
Terwijl Wrayburn nog met open mond
dit alles stond op te nemen, naderde op
bevel van het meisje een bediende, die hem
van zijn hoed en mantel ontlastte, welke
dik met sneeuw zaten. Het tweetal wisselde
eenige woorden in het Zuid-Duitsch dialect,
waarvan Wrayburn geen syllabe verstond,
en daarop beduidde zij den reiziger haar te
volgen. De plotselinge verandering van
temperatuur had hem zoodanig aangegre
penL £afc bet hoofd hom §cheea road .te
de eenige, die nadoel van den
ondervindt, Nederland is. Immers, of wij op
onze schepen Duitsche dan wel Engelsche
kolen verstoken, Duitschland zal ons steeds
iuist zooveel kolen kunnen leveren als
)uitschland missen wil. Het is Duitschland
wel volkomen onverschillig, waar het rant
soen kolen, dat het naar Nederland wil laten
uitvoeren, verstookt wordt.. Wij kunnen den
maatregel dan ook moeilijk als iets andere
beschouwen dan als een grove en volkomen
willekeurige poging om macht uit te oefenen.
De maatregel is niet genomen om Duitsch
land te bestrijden en tenzij, wat wij
niet kunnen aannemen, hij uitsluitend be
doeld is om de Nederlandsche reeders te
plagen en benadeelen, kan liij alleen de .be
doeling hebben de macht, die Engeland ter
zee heeft, ons bitter te doen gevoelen.
Waartoe?
Is een aanwijzing misschien te vinden in
de haast even onverkwikkelijke raededec-
hng, die ons eenige dagén vroeger gewerd,
dat een Nederlandsch schip, bestemd om in
La Plata graan voor ons land te halen, in
Engeland slechts bunkerkolen kon krijgen
indien het zich verbond slechts voor Enge
land vracht te varen? Duitsche kolen wor
den contrabande, Engelsche kolen in Enge
land slechts op bepaalde condities...
Is dan de verklaring dat Duitsche koler.
contrabande zijn, niet te beschouwen uitslui
tend als een oorlogsdwang tegen Nederland,
waar Duitschland geheel buitenstaat
Wachten wij echter af. Voorloopig zal de
moeilijkheid er wel in de eerste plaats een
zijn voor het Haagsche distributie-bureau
van kolen dat nu uitsluitend Engelsche
kolen voor bunkerkolen kan distribueeren...
zoolang de voorraad strekt en aangevuld
wordt.
Wachten wij af, zij het ook met een be
klemd hart. Want nooit is voor ons Neder
landers zoo waar geweest als thans het:
navigare necesse..*
Naar aanleiding van het bericht, dat de-
Engelsche regeering alle steenkool van Duit
schen oorsprong, ook de bunkc-fkolen, zal aan-
-houden en prijsmaken, en een toestemming
van den Engelschen consul in de haven, waar
de steenkool is ingenomen, vereischt wordt ten
bewijze dat de bunkerkolen niet van Duitschen
oorsprong zijn, schrijft de „N. R. C't."
„Als men weet, dat b.v. hier in Rotterdam
zoowel door de vaste als door de andere lijnen
bijna uitsluitend met Duitsche kolen gebun
kerd wiprdt, beseft men wat de draagwijdte is
van deze bekendmaking van het Engelsche
ministerie van J>uit«ulandsche zaken.
„Tot nader begrip van de moeilijkheden,
welke Engeland onze scheepvaart in den weg
legt, niet zoozeer om Duitschland te benadee-
len want het effect daarvan zal wel miniem
zijn als wel om zichzelf mee, vrachtruimte
te bezorgen, diene, dat Engeland reeds gedu
rende eenige weken eischen van soortgelijken
aard stelt. Schepen, die in Engeland wilden
bunkeren, moesten 30 pCt. van de vracht
ruimte afstaan om hun kolen te krijgen. Mate
riaal voor hier te lande aan te bouwen of in
aanbouw zijnde schepen kan ook sedert eenige
weken niet uit Engeland worden verkregen,
tenzij oifder dezelfde voorwaarde, waarbij ook
wel eens andere eischen worden gestold.
„Daarbij komt, dat er uit Engeland niet ge
noeg Engelsche kolen geleverd worden; en ook
al zijn zij hier, dan mag weer niet gebunkerd
worden zonder vergunning van hot Engelsche
consulaat.... met de daaraan verbonden voor
waarden.
„Het gebruik van Hollandsche steenkool
was niet doelmatig, omdat zij in vergelijking
met andere soorten te mager was. Wellicht zal
men nu,.noodgedwongen, ook het biuneriland-
■?che product in gebruik moeten nemen, al zal
daarvan meer noodig zijn en ook het personeel
daarvoor moeten worden uitgebreid.
„Voor de lijnen, die op Noord-Amerika
varen, zullen de nadeelen, welke uit het be
sluit, van de Engelsche regeering voortvloeien,
niet zoo groot zijn als voor andere, omdat zij
in Noord-Amerika kunnen bunkeren, wat een
verlies van laadruimte van ongeveer 10 pCt.
met- zich brengt, aangezien de Amerikaansche
kolen tegelijk voor thuis- en uitreis zullen
moeten worden ingenomen. Schepen op Zuid-
Amerika kunnen daar niet anders dan met
Engelsche kolen bunkeren. Op deze zal de
maatregel dus wel drukken, evenals b.v. op
schepen, die tusschen het Nederlandsche moe-
dr aaienhij dead moeite om staande te
blijven en voelde zich niets minder dan
ziek.
Zij ging hem voor naar een kamer met
hooge lambrizeeringen en op dezelfde wijze
verwarmd als het benedenvertrek. Te oor
doelen naar de ongeregeld dooreenstaande
meubelen, was dit vertrek blijkbaar het
vorige oogenblik verlaten. Zij wees hem
een stoel aan en zeide:
„Ga zitten, mijnheer, u zult vermoeid
zijn. Ik heb orders gegeven dat men u iets
te eten brengt. Maar zet eerst dit aan uw
mond; bét zal u opknappen".
Zij had een fle&oh met lange hals gegre
pen, er een glas uit vol geschonken en bood
het hem met een kleine gracieuse buiging
aan. Nu merkte bij bet fraaie blauw barer
oogen op, en wellicht kwam zij in hetzelfde
oogenblik tot de overtuiging, dat bij een
knapj>e, welgebouwde jongeman was.
„U bewijst mij te veel eer, mejuffrouw.
Duizendmaal dank".
Hij dronk en zette zijn glas neer.
„Ja, ik zal zoo vrij zijn te gaan zitten.
Ik ben op van vermoeidheid".
Hij liet zich op zijn stoel vallen, des te
grager waar de krachtige wijn zijn duize
ligheid scheen te doen toenemen. Er volg
den eenigo oogenblikken van stilte, die plot
seling werden afgebroken door het gehuil
van hondeneen wild en aanhoudend ge-
krïjsch, hetzelfde dat hem getroffen had
toen hij do binnenplaats overging. Het
scheen nu van vlakbij te komen en het ge
luid had iets onbeschrijflijks, dat hem deed
rillen.
„Uw honden schijnen ónrustig te zijn,
móagrgssfli
herland en de koloniën varen. Om de Duitscno
bunkorkolon zal het schip in volle zee, die als
wij ons goed meenen to herinneren eens de
vrije zee heeft gehoeten, worden aangehouden:
de kolen worden p rij «gemaakt en hot schip zul
dun in oen Engelsche haven Engelsche, mis
schien wel dezelfde, inmiddels verengelscbte
en prijsgemaakte Duitsche kolen kunnen to-
rugkrijgen, als het 30 pCt. van zijn vracht-
ruimte afstaat.
„En al« het schip dit dan, om weg te kun
nen komen, gedaan heeft en reeds bij die go-
logenheid of Later, voor 30 pCt. lading V3u of
voor Engeland medo krijgt, wat zullen de
Duitsche'duikbooten daarvan zeggen? Zal het
gevaar voor tor pod owing van dit schip niee
zoor groot zijn, als do voor Engdschtf rekening
medegegeven lading contrabande js? Do
fccheepvaartmaatscbapjjijon moeten dan boven-
dien weer veel moeite krijgen om haar schepen
te verzekeren.
„Het zijn weinig bemoedigende uitzichten,
welke deze Engelsche bekendmaking voor do
Nederlandsche scheepvaart opent."
Naar wij vernamen zou het bestuur der
Nederlandsche Rcedersvereeniging Woens
dag een conferentie hebben met minister
PoHthuma, naar aanleiding van het besluit
der Engelsche regeering om Duitsche bun
kerkolen tot contrabande te verklaren.
Duitsche bunkerkolen als contrabande.
KOPENHAGEN. De Deensche pers uit
haar bezorgdheid over den nieuwen maat
regel van Engeland betreffende het gebruik
van Duitsche kolen op schepen. Indien de
Duitschers een zelfden maatregel toepasten
ton aanzien van de Engelsche kolen, zou de
geheele neutrale scheepvaart worden v«r-
„Berlingske Tidencje" wijst er op. dat
het doel van Engeland met de beperkende
bepalingen betreffende de levering van
Engelsche kolen dit voor heeft, om neutraie
scheepsruimte .voor Engeland beschikbaar te
krijgen en dat bet vreesde dat dit doel niet
zou worden bereikt indien nu de neutrale
reeders van Duitsche kolen zouden gaan
gebruik maken, terwijl dan tevens de Duit
sche kolenmarkt zou worden ondersteund.
De toestand in den reuzenstrijd.
Zooals men verwachtte, ook in Frankrijk,
is er een einde gekomen aan de betrekkelijke
rust op het Westelijk oorlogsterrein, en.
heeft Duitschland bet offensief bij Verdun
hervat. Er is nog geen sprake van, dat de
Duitschers den strijd daar opgeven. De
artilleriegevechten der laatste dagen hebben
blijkbaar a3een gediend om een nieuwen
aanval voor te bereiden. Eigenaardig genoeg
echter hebben de Duitedners thans weer een
ander punt voor hun offensief gekozen.
Voor liet oogenblik althans hebben zij dit
\erlegd naar den oostelijken Maasoever, en
niet d9 Mort Hom me bij Bethincourt gold
hun aanval, zooals men algemeen had ge
dacht, maar zij vielen aan bij het gehucht
Haudremont en ten noordwesten van het
gehucht Thiaumont. En zij hebben daar
weer eei overwinning "behaald. Ook de
Fransche berichten erkennen dat, al weiden
zij tevens breedvoerig uit over de ontzet
tende verliezen, die de vijand leed. Er zou
den aan den aanval ook niet minder dan
vijf divisies hebben deelgenomen. De winet
der aanvallers bedroeg, volgens de Fransche
telegrammen, een vooruitstekende bocht in
de linie, die ny recht is gemaakt.
Volgons het Duitsche bericht namen de
Saksische Groepen stormenderhand de Fran
sche stellingen in; daarbij vielen, behalve
vijftig gewonden, 42 officieren en I6Ig min
deren in hun handen. In 't geheel zouden de
Duitechera sedert- 21 Februari, toen bet
offensief bij Verdun begon, 711 officieren
en 38,155 minderen krijgsgevangen hebben
gemaakt. Dat de Duitschers ook nu weer
cenig voordeel hebben behaald, is buiten
kijf :dat dit voordeel echter van groot belang
„Mijn honden?" zei zij.
Wrayburn meende een beweging op te
merken, waarvan zij zich geen meester was.
Niettemin liet zij er kalm op volgen;
„Ja, u hebt gelijk zijn zijn onrustig".
Heb gehuil herhaalde zich nu sterker.
Het kwam, men hoefde er niet aan twijfe
len, van verscheidene honden tegelijkertijd,
en klonk heel vreemd. Het zweeg nauwe
lijks toen de bediende met nog een tweeden
bediende, terugkwam. Beiden brachten zijn
avondeten. Wrayburn nam hen eens goed
op, terwijl zij allee op tafel zetten en kon
de gedachte niet weerhouden, dat het kas
teel uitsluitend norsch, zwijgend personeel
scheen te bevatten. Toen zij het vertrek
verlieten, meende Wrayburn, dat het jonge
meisje hen volgen zou; het tegenoverge
stelde was waar. Zij zette zich bij het
haardvuur en stond van tijd tot tijd op,
om, ondanks zijn tegenstribbelen, hem een
schotel aan te geven of in te schenken. Zij
maakte op hem den indruk, alsof hij door
een prinses bediend werd. Hij werd ver
luid met bewondering voor hare, zooals zij
daar zat, slanke figuur in haar geel-satij
nen kleed, de handen, fijn en lang als lelies,
in haar schoot, en het kleine jiere hoofd
met een overmoed van bruine lokken licht
voorover gebogen. Zij was een schoonheid,
en een minder ernstige trek op haar g*{aab
zou haar minder aantrekkelijk gemaakt
hebbengedurende den heelen maaltijd
zag Wrayburn haar geen enkélen keer
glimlachen.
(Wordt vervólgd).