PE gOLDATBMCOUFlAIVT van Vrijdag 7 April 19 X €3
8
Binnenland.
Lenerzaken.
Gezellige avond-spelen
Marinezaken.
Correspondentie,
Do „Elzina Helena" was een stalen acliip
van bruto 121 ton, in 1904 gebouwd. Kapi
tein en tevens reeder was de beer P. Bosso-
laar te Oude Pekela.
Onze correspondent te Vlissingen seint:
Wij hadden gisteren een onderhoud met
de drie opvarenden van de „Elziena Hele
na". Het schip, was onderweg met hout van
Noorwegen naar Engeland. De stuurman
en de matroos bemerkten Maandag te 3 uur
onder de Engelsche kust een onderzeeër, en
dacnten eerst aan een Engedsche. Het bleek
de Duitsohe U 30.
De mannen moesten direct den schoener
verlaten en modehelpen te trachten door
petroleum en springbussen de boot te ver
nietigen. Maar deze bleef op de lading drij
ven. Daarop werd de schoener getorpedeerd,
maar ook toen zonk zij niet. De drie man
werden in hun roeiboot door den onderzeeër
op sleeptouw genomen naar de „Noordhin-
der", waar men half tien Dinsdagavond aan
kwam. De 'bemanning van den onderzeeër
behandelde do Nederlanders goed, gaf hun
thee en brood, en. als de wind was opge
stoken zouden zij aan boord van de boot
genomen zijn. De kapitein moest zijn
scheepspapieren m handen der Duitsohers
achterlaten. Onder de Duitschers waren
twee man, die vroeger onder den kapitein
van den schoener dienden. De schipbreukd-
1 ino-en brachten den nacht op do „Noord-
binder" door en gingen later op de
Atlas" over. Zij werden door een torpedo
jager te Vlissingen aangebracht.
°De zeelieden hadden steeds begrepen ge
vaar to loopen van aanhouding, daar zij
verschillende malen hout naar Engeland
brachten.
Do „Tuba rit ia".
Hot departement van marine deelt mede,
dat het onderzoek naar bet wrak van de
Tufeaatia'waarvoor aanvankelijk dooi
den Kon. Ho-U. Lloyd m&atregel&n waren
getroffen, dooé de regeering is overgeno
men. Ten gevolge van het ongunstige weer
kon niet vóór de a-fgeloopen week met het
onderzoek .begonnen worden.
Het is Maandag, 3 April, gelukt de juiste
plaats van het wrak te bepalen en met het
stoomschip „Wodau" ©en eerste onderzoek
door duikers te laten instellen. Hedenmor
gen zou. met duiken worden voortgegaan
er werd evenwel berioht, dat heb weer daar
voor :e'ongunstig was.'
Do logger SCH. 38, van de reeders Jac. den
Duik en"Zn., heeft Dinsdagnamiddag to.Scheve-
nir.gen aangebracht een boot van de „Tuban-
tia", gemerkt no. 28.
De „Prins der Nederlanden".
De „Prins der Nederlanden" van ,de
Stoomvaartmaatschappij „.Nederland" is
Dinsdagmiddag kwart voor tweeën te IJmui-
den aangekomen.
Gezonken schepen.
LONDEN. Lloyds meldt, dat de Engel
sche bark „Bengairn" door om duikboot
in .den grond is geboord. Een gedeelte van
de bemanning is opgepikt.
Het schip was ongewapend
(Do stalen 4/m. bark „Bengairn", groot
2127 br. ton, gebouwd in 1890, op reis van
Seattle naar Engeland, behoorde aan de
r&ederij J, de Ra© Co., te Liverpool
Bed.)
LONDEN. Lloyds bericht dat het Noor
sche stoomschip ,,Ino" gezcarkan is. Geen
verlies van men-rohenlevens.
CHRÏSTIANIA. Het Noorsche ge
zantschap te Londen seinde aan het
ministerie van buitenlandsche zaken,
dat de Noorsche viermaster bark „Bill"
volgons meeled teling der Engelsche admi
raliteit bij de Sotley-eilanden in den grónd
is geboord, doch dat de bemanning gered .is.
(Vermoedelijk wordt hier de Noorsche
hark „Bell", van '3609 ton, eigenaar A.
Monseu te Tönsberg, bedoeld.)
Dc inbeslagneming van do Neder
landsche brievenpost.
Aan de Tweede Kamer zijn overgelegd
diplomatieke bescheiden betreffende _de in
beslagneming door de Britsche autoriteiten
van over zee vervoerde brievenpost.
De bescheiden bevatten in do eerste plaats
'een nota van do Nederlandsche regeering van
5 Dec. jh, waarin geprotesteerd wordt tegen
inbeslagneming van verschillende postzakken.
Verder een" nota der Britsche regeering betref
fende heb beginsel van de onschendbaarheid der
over zee vervoerde brievenpost en het antwoord
der Nederlandsche daaropeindelijk een Memo
randum der Engelsche regeering.
Samenwerking van neutralen.
Over aaneensluiting van neutrale staten,
Waarop in den laatsten tijd naar aanleiding
van ouzo scheepsrampen die thans weder
met de torpedeering van een Nederlandsche
schoener vermeerderd zijn! in do pers werd
aangedrongen, schrijft staatsraad Struycken
in Vam onzen Tijd, dat hij in dat denkbeeld
geen vertrouwen heeft.
Vooreerst niet, omdat het naar zijn meening
een weinig verheffenden indruk zou maken,
indien wij, terwijl wij en do neutralen in 't
algemeen de grofste rechtskrenkingen sinds
Augustus 1914 anderen ongedaan, rustig heb
ben aangezien, thans nu ons eigen belang er
bij werd betrokken, heb initiatief tob aaneen
sluiting namen. Maar vooral om een andere
treden
„Maar juist dat feit, de ontkenning metter
daad van oen werkelijke rechtsgemeenschap der
volken, door gemeenschappelijke reebtsgedaoh-
ten gedragen, waarvoor men metterdaad wil
«Opkomen, doet ons iedere verwachting op oon
samenwerking 'thans van do neutralen ijdel
achten. Het is waar,- men behoeft daartoe geen
beroep te doen op hot recht der volken, waar
om niemand zich bekommert, maar kan wijzen
op het gemeenschappelijk belang voor alle zee
varende neutralen aan do vrijheid "der scheep
vaart verbonden. Maar dan zal ook ieder der
neutralen, Amerika vooraan, dit beroep toet
sen eeuig en bij uitsluiting aan ziju eigen be
lang en zal de kans zeer groot zijn, dat do
meeste hunner de vermeerdering van het ge
vaar op oorlog, die van het accoord tot ge
meenschappelijk handelen, wanneer hot recht
•van één hunner wordt geschonden, het gevolg
is, gepaard aan het t® loor gaan van do vrij
heid in ieder geval te handelen, zooals men
zelf goeddenkt, een nadeel achten, waartegen
het voordeel van de toegezegde ondersteuning
der anderen, zoo men zelf onrecht ondervindt,
niet opweegt. Wanneer met name Amerika
alleen,met zijn eigen belang te rade gaat
en het zal niet anders doen is het mbeilijk
te verwachten, dat het een voordeel erin zal
zien, dat het ecmerzijds onzen steun en dien
der andere neutralen zal genieten, zoo het zelf
in conflict komt met Duiitschland, maar ander
zijds in zoodanig conflict zal geraken, ook als
Duitschland de Amerifcaansobe belangen zou
sparen en alleen die der kleinere neutralen
zo» «wuwandea*'-
Het ongeluk van EuiS. tor Poorten.
Aan een redacteur van de „Java-Bode" deel
de luitenant Ter Poorten het volgende over
het jongste vliegongeluk in Indië mode:
„Ik was bij twaalven opgestegen, nadat ik
tevoren a.l was afgereden met den legercom
mandant als passagier, doeli een vette bougie
deed den motor „overslaan", waarom ik direct
naar den hangar terugreed. Ik wilde alles
zoo secuur mogelijk hebben.
„Enfin, bij twaalven steeg ik op. Het weer
was minder gunstig; zoo midden op den dag
heeft de Indische lucht veel remou's.
O, dus u golooft nu ook aan het bestaan
van remou's, waarover KouzxniDsky en Kuiler
eu Hilgers zoo hadden geklaagd.
„Ik heb er nóóit aan getwijfeld. Bovendien
heb ik meer last gehad van deze remou's. Ik
ben een enkelo maal wel eens in een remou ge
raakt ook, doch heb me steeds door een steilen,
dive daaruit weten te reddensnel duiken is
het eenigo middel om weer macht te krijgen
over liet stuur.
„Op dien noodlottigen dag voelde ik plotse
ling dat do linkervleugel niet meer „droeg".
Het toestel was in een remou gekomen. Ik
voelde het. De aeroplaan zakte naar links.
Door dezen schok werd blijkbaar het lichaam
van den legercommandant tegen het stuur ge
slingerd (het tweede stuur bij zitplaats van
don passagier) waardoor ik niets meer kon
uitrichten.
Maar nu een leeken-vraagVoelde u op
dat moment, dat u riek
O ja, ik heb niets meer aan de hand
gehad en....
Hadt u nog wel den tijd om na te denken
Zeker, ik sloot 20 meter vóór het neer
komen op den grond het contact af, om mis
schien daardoor de vaart en dus ook den schok
te verminderen. Het heeft echter niet mogen
baten.
,,'t Is juist in die buurt gevaarlijk vliegen.
Dicht bij het vliegveld bevindt zicli een kloof,
een broeinest van „remou's".
„Wat me.gered heeft, dat is de schokbrekcr
geweest waarmede ik mij aan hét- toestel had
vastgebonden, eigen patent!...,
Ja, een schokbrelcar, die ik zelf maakte
van een.... Sandow-teestel. en waarmee ik me
hij iedere opstijging steeds laat binden.
„Ze hebben me er steeds om uitgelachen, an
doren zeiden weer dat ze nooit, zoo vastgebon
den, zouden willen opstijgen. Maar dat is toch
m'n redding geweest. En ik stijg niet weer op
met pen passagier, of hij moet zaóh ook laten
vastbinden!"
De nieuwe consul-generaal.
De Bcrlijnsche correspondent van het
,,Hbld." schrijft d.d. 31 Maart:
Met ingang van den eersten April treedt
de heer Jean George, bankier te Ber-
lijn, op als consul-generaal der Nederlan
den. Hij volgt dan den heer v o n F r i e d-
1 ii n d o r-F u I d op, die zijn ontslag nam,
nadat de koning van Pruisen hem benoemd
had tot lid van iet Heerenhuis.
Militair Hospitaal te Amsterdam.
(Vervolg en slot.)
De behandeling dor verpleegden is toever
trouwd aan 16 artsen. Hiervan zijn:
3 beroepsofficieren van gezondheid
8 reserve-officieren van gezondheid;
2 tijdelijke officieren van gezondheid, en
3 burgerartsen,
Tevens is een tijdelijk militaire tandarts
aan hot hospitaal verbonden. Onder deze medici
bevinden zich 6 specialisten en wel in:
oogheelkunde
neurologie en psychiatrie:
chirurgie en Röntgenologie;
interne ziekten;
venerische en huidziekten, en
keel-, nous- en oorziekten.
Een der dienstdoende artsen woont vlak
tegenover, twee anderen wonen in de onmid-
dellijko nabijheid van het hospitaal.
Met den wachtdienst zijn bij toerbeurt steeds
twee artsen belasteen dezer, die het hospitaal
niet mag verlaten. r-Ncent hulp, wanneer
daaraan plotseling behoefte bestaat en onder
werpt tusschentijds inkomende patiënten aan
een voorloopig onderzoek; do tweede is te allen
tijdo beschikbaar wanneer in de stad plotse
ling hulp noodig is. In het begin der mobilisa
tie is het een paar maal gebeurd, dat de kamer
bestemd voor don officier der wacht wegens
gebrek aan ruimte werd in gebruik genomen
door een officier-patiënt. In die gevallen werd
de wachtdienst waargenomen door den bij bet
hospitaal dienstdoenden burgerarts, welke
daar vlak tegenover woont. Hierin is sedert
November j.l. wijziging gebracht; het vertrek
voor den waclitdoenden officier van gezond
heid wordt niet meer als ziekonverblijf ge
bruikt.
De chef en een aantal artsen zijn steeds
tot Iaat in den namiddag in het hospitaal
aanwezig.
Voor de artsen ij-bereiding wordt beschikt
over
1 militairen apotheker;
4 militaire apothekersbedienden, waaronder
3 tijdelijke, en
1 tisanier.
Het verplegend personeel bestaat uit:
1 hoofdverpleegster, gediplomeerd;
4 verpleegsters, waaronder i tijdelijke, allen
gediplomeerd
2 hoofd verplegers;
3 verplegers 1ste klasse, allen gediplomeerd
3 verplegers 2de klasse;
4 burgerverplegers, allen gediplomeerd
3 dienstplichtige verplegers, allen gediplo-
méerd
hospitaalbedienden.
Dit personeel wordt bijgestaan door
3 onderofficieren, en
34 korporaals en minderen van de hospitaal
soldaten.
Het verpleegsterspersoneel doet dienst in do
operatieve afdppng, is in het gebouw ge
huisvest en neemt deel aan de gewone meüage.
Het verplegend personeel is des daags van
7 v.m. tot 5 n.m. in dienst. Met den nacht
dienst zijn 13 personen belast.
Tijdons zijn bezoek onderhield' de Minister
zich met vele der op dat oogenblik dienstdoende
verplegers over hunne patiënten. De daarbij
verkregen indruk was dooreengenomen zeer be
vredigend, ook ten aanzien van de niet-gediplo-
meerden
Aangezien eerst door de op 1 Augustus 1914
in werking getreden nieuwe regeling van de
bezoldiging der non-combattanten sanctie was
gegeven aan het toen reeds tot een begin van
uitvoering gekomen voornemen om geleidelijk
slechts gediplomeerde verplegers in de hospi
talen te werk te stellen, ligt het voor do hand,
dat het aantal gediplomeerden nog niet groot
kan zijn. Ten gpvolge van de soms overstel
pende drukte kon de geregelde opleiding geen
voortgang hebben. Toch worden door de genees-
beeren nog lessen gegeven en eerlang zullen
weder eenigo niet-gediplomeerdên zich aan het
examen tot het verkrijgen van het diploma
onderwerpen.
Het personeel voor den administratieven
dienst en de noodig© hulpdiensten bestqat uit:
1 administrateur
3 schrijvers, waarvan 1 tijdelijk;
1 magazijn- en spijsmeester;
1 assistent-magazijnmeester, tijdelijk;
1 kok;
1 bijkok
1 portier, en
9 corveëërs.
Dit personeel wordt, waar noodig, bijgestaan
door verpleegden, wier toestand dit gedbogt.
Er is last gegeven om aan heb aantal corveeërs 1
eenigo uitbreiding te geven,
IHot aantal in het hospitaal opgenomen ver
pleegden bedraagt op dit oogenblik ongeveer
j 360. Het aantal patiënten in loopende behan
deling (bezoekers der policlinioken) bedraagt
gemiddeld 100 per dag, terwijl voorts dagelijks
ongeveer 30 contrêle-Dczooken moeten worden
afgelegd ten huize van militairen, die van ver
lof achterbleven.
In den loop van het jaar 1915 werden niet
minder dan 5262 verpleegden in het hospitaal
opgenomen. Er werden ongeveer 5500 personen
voor den militairen dienst gekeurd.
In hot tijdvak van 1 December 1915 tot
ultimo Februari 1916 werden 1489 verpleegden
opgenomen. In dio drie maanden overleden 2
patiënten. De ondervinding leert dat ongeveer
10 hoogètenn 15 van het aantal in het
hospitaal opgenomen verpleegden werkelijk zie-
kenhuisvorpicging behoeft. De overigen zijn
allen personen, die in het gewone leven zeker
niet in een zieken in richting zouden worden op
genomen. Men kan dezen rangschikken in drie
groepen
lo. zij, die een speciale behandeling behoe
ven (oor, neus, keel, massage, electriciteifc,
tanden, enz.);
2o. lijders aan venerische ziekten;
3o. zij. die ter nader onderzoek worlau opge
nomen of uit verschillende garnizoenen met <iat
doel naar Amsterdam gezonden worden.
De hier vermelde omstandigheid bemoeiujkt
een goede uitoefening van don geneeskundigen
dienst in hoogo mate. Onder de 85 A 90 mu
het aantal in het hospitaal opgenomen verpleeg
den, welke geen eigenlijke ziekenhuis verple
ging behoeven, kcanen soms ergerlijke overtre
dingen van do tucht voor. Er dient dus te wor
den opgetreden met grooter strengheid dan
men m een ziekenhuis zou denken noodig te
hebben. Daarbij komt de voortdurende strijd
tegen de simulatie, welke voor nauwgezet ge
neeskundig personeel een bron van zorg ople
vert en do taak van dar personeel belangrijk
verzwaart.
Wanneer dus klachten vernomen worden, ver-
lieze men het voorgaande niet uit liet oog.
Verroweg het grootste deel van de hospitaal
bevolking vereischt geen ziekenhuisverpleging
en bevat in zich de elementen geschikt om on
rust en ontevredenheid te wekken. De indruk,
welken de Minister bij zijn persoonlijke bezoe
ken ontving, is dan ook, in tegenstelling met
de in den laatsten tijd vernemen klachten,
geenszins onbevredigend, in sommige opzichten
bepaald gunstig. Moge het hospitaal niet op één
lijn te stellen zijn met een moderne zieken-
ïnrïchtmg, de verpleging, welke den zieken
militair daar te beurt valt ook de uitkomst
leert dat levert goen grond tot ongerustheid.
Toepassing van bevordsrlng3voor3Chriften.
Door den heer Juten werden dato 25 Maart
1916 betreffende de toepassing van bevorde
ringsvoorschriften de volgende vragen tot den
Minister van Oorlog ingezonden
„Welke beweegredenen heeft de Minister
en is Z.E. bereid die mede ,te deelen, om
tweede luitenants langer dan noodig is op be
vordering te laten wachten
tientallen van compagnieën te laten com-
mandeeren niet door kapiteins, maar door
le luitenants;
sergeanten-administrateur niet aan te doen
stellen tot sergeant-maj oor
res.-sergeanten-majoor en res.-adjudanten-
kwartiermeester op tq doen leiden en deze te
schuiven voor en in do plaats van de veel be
kwamer actieve sergeanten-majoor, die reeds
vele maanden deze functie vervulden?
Zijn de bezwaren, verbonden aan niet aldus
te doen, van zóó overwegenden aard met het
oog op de latere vredesorganisatie, dat de
Minister daaraan dc tegenwoordige belan
gen van heb actieve kader en den goeden
geest daaronder, kan opofferen?"
De Minister van Oorlog, do heer Bosboom,
zond 3 April 191.6 het volgende antwoord in
„Vermits niet is kunnen worden vastge
steld, dat de in liet eerste lid van de eerste
vraag bedoelde toestand zich voordoet, kan
hierop geen antwoord worden gegeven.
Met betrekking, tot het derde lid van de
eerste vraag vermeent de ondergeteekende te
mogen volstaan met verwijzing naar het ge
stelde onder lo. en 3o. van zijn antwoord dd,
4 Sopt. 1915 Ildê nfd. no. 32 (Handelingen
19141915, aanhangsel vel 80).
Een overeenkomstig bezwaar, als daar werd
vermeld, is ook oorzaak dat niet alle luite
nants, aan wie onder de huidige omstandig
heden het commando over een compagnie is
opgedragen, tot kapitein worden bevorderd.
Mede is evcnbedoeld bezwaar de oorzéak, dat
ter voorziening in de behoefte, welke zich bij
het leger op" voet van oorlog doet gevoelen
aan administratief kader-reserve-sergeanten
majoor en res.-adjudanten-onderofficieren-
kwartiermeester opgeleid en aangesteld wor
den, en bekwame beroeps-sergeanten-roajoor
vooralsnog niet voor bevordering in aanmer
king kunnen worden gebracht.
Zooals toenmaals reeds werd medegedeeld
bestaan er tegen bevorderingen van beroeps-
personeel boven de organieke vredesorganisa-
tiën onoverkomelijke bezwaren. Alleen voor
zooverre met zekerheid is te voorzien, dat er
bij demobilisatie een vacature zal ontstaan,
wordt reeds thans tot bevordering overgege-
gaan."
Geneeskundige contröle.
Do Opperbevelhebber van Land- en Zee
macht, generaal Snijders, brengt het volgende
ter kennis van alle autoriteiten der Land
macht
„Door den Inspecteur van den Geneeskundi
gen Dienst der Landmacht werd mij medege
deeld. dat de officieren van gezondheid, belast
met de geneeskundige oontrolo over wegens
ziekte van verlof achtergebleven militairen,
herhaaldelijk worclon bemoeilijkt in de uitvoe
ring van hun taak door de weinige nauwgezet
heid, waarmede verschillende commandanten de
gegeven, orders nopens do geneeskundige con-
triote opvolgen.
Zoo werd meermalen verzuimd, kennis te
geven van den terugkeer van een achterge
blevene, werden onjuiste of onvolledigs adres
sen geseind en de verzoeken om controle niet
rechtstreeks aan de m de order dti. 19 Mei
1915, Beheer Landmacht, No. 17624/A 1623,
gewijzigd bij de order van 27 Maart 1916, O. V.
i. 48019/1142 C., genoemde autoriteiten inge
diend, terwijl vaak verzoeken om controle in
kwamen op aehterblijvendon van verlof wegens
ziekte van andere bloedverwanten dan die,
welke uitdrukkelijk wordisn genoemd in de
Order dd. 26 Juni 1915, B. L. No. 26339/A
1949, en dio van 2 September 1915, B. L. No.
3068 A.
Ook verkecren blijkbaar verschillende com
mandanten ten onrechte in du meaning, dat
<loor do officieren van gezondheid een voort
durende controle beboert te worden uitge
oefend op een 'achterblijver van verlof, wan
neer eenmaal het verzoek om controle werd
gedaan, zoodat herhaaldelijk eerst na langen
tijd werd gameid, dat sedert de eerste controle
mets meer omtrent den betrokkene werd ver
nomen.
In verband met het bovenstaande draag ik
allen commandanten nogmaals op, dat de bo
ven aangehaalde orders, alsmede 'die van 31
Mei 1915, Bur.. G. D. M. 154/B. L. 1&63 A.,
met groote nauwkeurigheid zullen worden na
geleefd en de behandeling daarvan niet, «on
der deugdelijke leiding en controle, aan onder
geschikt administratief personeel worde over
gelaten.
In do order dd. 19 Mei 1915, B. L. No. 17624/
A 1623, moeten dc woorden en omstreken"
gesteld sub b. worden doorgeslagen".
Intrekking eener order.
De Opperbevelhebber van Land- en Zee
macht deeJt het volgende mede
„Aangezien bjykeus mededeoling van den
Inspecteur van den Geneeskundigen Dienst der
Landmacht sedert 25 Februari j.l. geen nieuw
van typhus te KortenJioef (prov. Noord-
Holland) is voorgekomen, wordt mjjne order
van 8 Februari j.l. B. L. No. O. V. I, 44435,
512 O., ingetrokken".
Uit do Staatscourant.
Bij beschikking van den Minister van Oorlog
zijn de majoor van den staf der genio O.
Bueno de Meequita, met ingang van 1 Juli
191G, en de kapitein van den staf der genie G.
A. Meijer, toegevoegd aan den inspoctour van
het wapen, met ingang van 17 April 1916,
werkzaam gesteld bij het departement van
Oorlog, terwijl laatstgenoemde, gedurende den
tijd dor mobilisatie, tor beschikking wordt ge
steld van den inspecteur dor genie.
Bij K. B. is landweerpl. 2e-luit. A. J.
Bronk horst, 28ste bat. landw.-inf., ter
zake van ongeschikth. voor dc verdere waavu.
v. d. mil. dienst wegens lichaamsgebr. eervol
ontslag uit den rail. dienst verleend.
Bij Tv. B. is aan rcs.-2c-luït. S. A. v a n
0 o s t e Bisschop, 3o reg. vest.-art., op
aanvrage ter zake van ongeschikth. voor do
verdere wnarn. v. d. mil. dienst, wegens
lichaamsgebr. eervol ontslag uit den mil. dienst
verleend.
Bij IC. B. zijn benoemd by het res.-pers.
der mil. adm., tot res.-2de-Iuit. voor spec,
diensten vaandr. A. M. do Rogt, v/h. vrijw,
mil. motorrijder-korpsmil.-serg. mr. L. G.
Kortenhorst, 2o reg. vest.-art.; mr. W.
G. Wi e m a n n, 12o -eg. inf.J. E. baron
de Tos van Steenwijk, 19o reg. inf.
landweerpl. mr. J. Muller, lo comp. landw.-
hosp.soldaten mil. mr. D. H. K o r t o n h o u t
van der Sluys, 2e comp. hoep.sold. J.
Strau b, 7e reg. inf.
Klein verlof.
Een Ministericelo beschikking vermeldt het
volgende omtrent onbepaald (klein-) vorlof:
Het is gebleken, dat er bij sommige com
pagnies- (eskadrons-, batterij-, fort^, detache-
ments-) commandanten eene verkeerde opvat
ting bestaat omtrent den staat, waarin zich
bevinden de militairen, dio op last van het
Departement van Oorlog in het genot van een
binnenlandsch verlof van niet bepaalden tijds
duur zijn gesteld.
In verband daarmede wordt onder de aan
dacht gebracht, dat zoodanig verlof geacht
moet worden te zijn onbepaald (klein-) verlof
on niet is „groot-verlof".
Reservekader.
Aangezien het organiek aantal vrijwilligers
van het reservekader bij het 6c, het 7e en liet
18e reg. inf. aanwezig is, kunnen by vermelde
regimenten voorloopig alleen ter vervulling van,
openvallende plaatsen vrijwilligers van het re
servekader worden aangenomen. („St.-Ct.")
Onderscheiding Atjeh.
Bij Kon. Besl. is bepaald, dat bij afzonder
lijke dagorders, zoo in Indië als in Nederland,
alsnog eervol zal worden vermeld de eerste-
luitenant der infanterie van het leger in Ned—
Indië G. J. Berenschot, en zulks ter zake van
zijne verrichtingen in het gouvernement Atjeh'
en Onderhoorigheden gedurende de jaren 1910
tot en met 1912.
(„St.-Ct.")
Gezondheidscommissie,
Bij het Algemeen Hoofdkwartier en bij het
Veldleger is eene afzonderlijke gezondheids
commissie ingesteld.
Dat staat in geen verband met in het leger
sporadisch, voorkomende gevallen van nek
kramp. Tot de instelling der commissie was
reeds eenigen tijd geleden besloten.
Verlofsregeling kol. officieren.
Opgave van mot verlof aangekomen kolo-
nialo officieren, loopende tot 1 April 1916:
W e s t-I n d i G. L. Becking, Ie luit. inf.
J-. H. W. Imminck, kap. der genie.
Opgave van koloniale officieren met ver
lof, aan wie vergund is naar de koloniën terug
te keeren
J O. Paul, le-luit. der mil. adm., 28 Juni,
„InsuLinde".
Eon wit papier in Inkt te steken,
zonder dat het zwart wordt.
Voor deze po-oef moet go eon grooteu.
wijden inktkoker gebruiken.
Rol oen vel wit papier tot een cilinder on
dompel dezen in den inktkokor. Hij zo
or natuurlijk met inkt badekt uitkomen,
waardoor bewezen iadat do inktkoker in
derdaad mot zwarten inkt gevuld is. Gij
legt het met inkt bemorste vei papier op
een bord en uit de inktfleech, welk© op de-
tafel staat, giet ge zooveel inkt bij, als aan
het papier is blijven hengen.
Dool nu mede, dat go een tweede vel
papipr, volkomen go!ijk aan het eerste, in
den inkt zult steken, maar dat dit er even
wit zal uitkomen, als ge bet er ingestoken
hebt.
En evenals de proefnemer in de teoke-
ning vat ge het papier aan, steekt het flink
in dén inktkoker, en tot groote verbazing
van do toeschouwei's komt hot er onbevlekt
uit. Gij begrijpt wel, dat hierbij eene fop
perij heeft plaats gehad, die ik u zal mede-
deolen.
In den inktkoker is wel inkt, maar in
do flesck mot. Het. is eene oude inktflesch.
van binnen goed droog, waarin ge vooraf
fijngeetooten co.cpliomuui gedaan hebt.
Terwijl ge doet, abof go den inktkoker bij
vult, strooit ge- het oolophoniumpooder over
den inkt. en nu kunt ge gerust bet papier
in den inkt steken, daar het poeder, dat
door inkt niet bevoohtigd wor.it, zich ais
tone beschermen/!© laag over het papier uit
spreidt.
Als go bet papier weder uit don inktko
ker haait, moet ge het even schudden en
ah ge handig zijt geweest, zal niemand do
kunstgreep bemerken, waarvan go u bediend
hebt.
Vlissingen, opgedragen aan kap. t. z. tit. A. J.
G o o s z e n, onder eervolle ontheffing uit zijne
tegenw, betr. van id. in hot 2de distr. to Har-
lingen, en tevens benoemd tot Ned. perm,
conirn. voor het gem. toez. over de betonning,
bebakening en bet loodswezen qp de Schelde;
kap.-luit. t. z. W. F. ran Erp Taalman
K i p verleend de tit. rang v. kap. t. z. en hem
opgedragen de betr. v. insp. van het loodswe
zen enz. in het 2de distr. te Harlingenzijn
met laatstgen. datum bevorderd tot kap. t. z„
kap.-luit. t-. z. C. L. vanBuuron; tot
kap.-luit. t. z-, luit. t. z. Ie kl. jlir. J. C. F,
v o n M h 1 e n, adj. v. H. M. de Koningin;
tot luit. t. z. le kl., id. 2e kl. J,. C. C tl r b i n.
Bij K. B. is, met 6 April, do rang van
buitengew, luit. t. z. le kl. b/'d. Kon. Marine-
reserve verleend aan de tijd. lujts. t. z. 2e kl.
.bij die res. J. W. Vliola.nder Hein en
F. C. baron v>n Aer&sen Be ij er en
van Voshol.
Etat-major enz. „Noord-Brabant".
Vertrek van Nieuwediep naar Oost-Indië,
via Kaapstad, 12 April. Kapitein-luitenant
ter zee J. W. F. J. de Wal, oommandant;
idem P C. Coops, le officier (heen en terugl
luitenants ter zee le klasse J. A. Jager, H.
A. Roniswinckcl, (heen ten terug), jhr. J. C.
A. van der Wijck en O. I). T. de Ridder;
luitenants ter zee 2e klasse I. A. Rom Colt-
hof f, (been en terug), K. van Alier en C.
Pantekoek; luitenants ter zee 3e klasse A. S.
Pinke. J. G. Nauta Lemke en J. L. K. Hoe-
ke; off. van gezondheid 2e kl. -J. M. A. J.
H. von Freijtag Drabbeoff. van administr.
le kl. D. Tollenaar; officier machinist le kl.
A. Risseeuw. hoofd der machinekameridem
2e kl. W. N. van Pelt; idem 3e kl. W. X.
Bart; machinisten G. W. J. van Sierenberg
de Boer, H. G. van Niel, P. C. A. Sehüler,
J. Mertcns, J, C. Piek, H. J. Maas, A. Go-
vers; schipper S. Piso, chef der equipage.
D© „Deneb".
Blijkens bij het Departement van Marine
ontvangen bericht is het stoomschip „Deneb"
Vrijdag 31 Maart van Malaga vertrokken.
(„St.-Ct.")
Tambours Zeemacht.
Bij Ministerieels kennisgeving is ter kennis
van de plaatselijke- en garnizoenscommandan
ten gebracht, dat met ingang van 1 Mei a.s.
de aanneming van tamboers der 3e klasse bij
de zeemacht tijdelijk wordt opengesteld.
Transport naar Indië.
Nominatieve staat van het transport, hetwelk
den 6en Mei 1916 per stoomschip Prinses Juliana x
van de Stoomvaartmaatschappij Nederland naar
O o s t-I n d i zal vertrekken.
Stmb.
No.
Rang of
Stand
Namen
Bre
vet-
ten
Afkomstig
van:
18348
Serg. tna.j
R Kaspers
W/s W/o
d. Mams.
Geleider
38033
Mach.dr
ma,j.
E.B. Nichting
v. Speyk
490
Serg. m.dr
M. B. Dommisfe
W/s W/o
(Zeeland)
S1361
Korp. torp.
S. F. Thee!
Emma
3753
Matr sclir.
C. A. J. v.
Pappelendnm
Mar.
Mach .sch.
3764
id.
J. C. Verboom
At.jeh
3848
id.
C. Kievit.
W/s W/o
4264
Matr.Bekl,
G. F. BfiLrna
Kaz, Arnst.
4304
id.
II. A. Groot
W/s H.sl.
42S6
id.
H. A. van Ham
id.
4321
id,
J. J. v. I-Iazelhoir
id.
4259
id.
H. Mourits
W/s W/o
31259
Korp. sein.
W. A. v. Ros
Rott.dam
malen
71
id.
D. Gijzen
Emma
76
id.
A. Luiring
Gruno
534
Matr. lekl.
TV. den Baas
Tel.
id.
5U1
Ma:v «k|.
H. Burger
S.
Holland
h'.D
5571
id.
,T. Bill
H.. Tor< nbeek
W/s W/o
5510
id.
42>-'i
Matr. He kl.
A. v. Kesteien
id.
5C2S
Matr.3ekl.
X. D.
A. Stoenhuis
id.
id.
5472
id.
J. J. v. d. Elburg
id.
50S1
id.
T: Reitsma
id.
5082
■id.
L. Koehoorn
id.
5085
id.
A. My zen
id.
5089
id.
F. F. Lehman
id.
5915
id.
T. Odding
id.
5430
id.
J. J. Duizings
id.
5093
id.
J. H. Yv.
v. Leeuwen
id.
54SI
id.
C. Brons'
id.
5572
id.
A. Visser
id.
5045
id.
J. Vijverberg
id.
5573
id.
J. J. Bakker
id.
5482
id.
J. II. van Lie
id.
5097
id.
G. Blankestijn
id.
5574
id.
J. Leder
id.
5575
id.
J. Annabel
id.
5488
id.
D. L. Versyde
id.
5484
id.'
J. van Mastrigfc
id.
5072
id,
F. W. Louwers-
lieimer
id.
5569
id.
n.S.Stavenuiterj
id.
5088
id.
L. P. ICern
id.
5094
id.'
J. van der Pol
id.
ONZE C0RRESP0NDENTIERU3RIEK.
Per brief worct niets beantwoord. Alle vragen
«orden regelmatig en zoo spoedig mo
ge I ij k en geheel kosteloos door ons op
de beurt afgedaan, zoodat hst overbodig is nog
weder eens bij nader schrijven antwoord te ver
zoeken,
Wïo bij zijn vraag 3 cent postzegels insluit
krijgt apart „De Soidatencourant" toege
stuurd, waarin het antwoord op z'Jn vraag voor
komt. Geef steeds uw juiste en volledige mili
taire adres op.
Uit de Staatscourant,
Bij K. B. zijn ing. 1 April b/d Marine-
stoomv.dienst bevorderd tot off.-mach. 2e kl.,
do id. 3e kl. K. van Dorsten, W. C.
Gort, E. I. J. Nandorff en W. H.
Wslte r.
Bij K. B. is ing. 1 Mei kapt. t. z. F. M. van
Gelsdorp eervol ontheven van de betr. v.
insp. v. h. loodswezen enz. in het 3e distr. te
Amsterdam en hem, op verzoek, wegens langd.
dienst, eervol ontslag uit den zeedienst ver
leend onder toekenning van een pensioen van
f 3250 's jaars en do betr. v. insp. van het
loodswezen enz. in het 3de distr. te Amster
dam opgedragen aan kap. t. z. C. A. Dom i-
n i c u s, onder eervolle ontheffing uit zijne
tegenw. betr. van id. in hot 6de district te
Vlissingen en onder eervol ontslag als Ned,
perm, commissaris voor het gemeensck. toe
zicht over de betonning, bebakening _en het
loodswezen op de Schelde; is ing. 1 Juni de be
trekking van insp, y. li., loodswezen enz. te
Adressen gevraagd.
Eerste plaatsing.
De Directeur Hoofdexpeditie Veldpost ver
zoekt adres van:
J. W. Bosman of J. W. B er man, fort
Asperon (brief uit Buenos-Ayres)
Abraham Harpe, 1 I 14 R. I. (brief
uit België)
A. Garvelink, Militair Hospitaal, Arn
hem;
Mil. Peeters, no. 14. 8 depot II
Hakkenberg, D., 3 depot X, thans bij
21 li. I.j
Umleró'ff. Frans Vogels, 1 IH 13 R. I,,
iiie Div. uit Ensival.
W. H. v. L., Oidebroek. Het bedrag staat
reeds op 26 Maart geboekt en is dus in orde
ontvangen. Adm.
C. v. d. H., Sloten. Iu orde ontvangen. Dank
voor goede zorgen. Adm.
Eenige abonné's Leiden. Van ongeteokendft
stukken nemen wij geen nota. Wat u wilt, be
hoort bovendien niet in een courant tehuis.
Red.
A. E., Vlissingen. Ten einde het tijdstip
voor aanstelling tot.agent van politio te
's-Gravenhage te weten, raden wij u aan, u
te wenden tot het hoofdcommissariaat van
politie te 's-Gravenhage. Red.
Th. P., Oosterhout. Bij verblijf in een kan-
tonnenientsziekenverblijf heeft de korporaal
recht op 8 cent soldij per dag, de soldaat op
4 cent én gedurende de eerste 4 dagen nog
recht op mobilisatietoelage. Red.
J. K-, L'lekoten, Gij behoort wegens uw
verkregen uitstel van eerste oefening, tot de
militielichting 1910. Hebt gij goede motieven,
dan zcradt gij een verzoekschrift tot den M.
v, O. kunnen richten, om tegelyk met de
lichting 1907, waartoe gij oorspronkelijk
zoudt hebben behoord, met klein verlof re
mogen vertrekken. Red.
P. H-, Oosterhout. Gij hebt geen recht op
de toelage als timmerman. Red.
J. v. Ii-, Maarheeze. Voor verlof als hulp
kommies en voorwaarden raden wij u aan
inlichtingen bij uwen commandant in te
winnen. Red.
H. v. S., Rijen. TTw jongste broeder is vrij
van de militie, maar zal waarschijnlijk in
aanmerking komen voor den landstormplicht.
Red.
Bl van D„ Nieuwknyk. De bepaling be
staat, dat de vergoeding wegens kostwinner
schap voor een sergeant met f 0.70 per dag
moet worden verminderd. Red.
C. D., 7e Reg. Inf. Uw stukje wordt, zoo
dra wij ruimte hebben, geplaatst in dit of
een der eerstvolgende nummers. R e ds
Handtascfi In den trein laten staan.
Door mij is Maandagmorgen 27 Maart ia
den trein een handuwr-h -rirv-bag. laten rtaan.
Aangezien met mij in dezelfde coupé 2 miliciens
van het 18© It. I. zaten, is hét niet onmocelbk
dat 'lo taieh door hen is gevonden. Do even-
tneele vinder wordt beleefd v.Tzöpht do taedi
(natuurlijk voor rekening van dea eigenaar) op
te zenden aan ondorgoteofcende,
BPriLKriV A s. m. i.
3 O. 2B. 7 H. I 4e J>iv. Veldleger.
Overjas verloron.
Verloren Zondagavond een blauwe militaire
overjas, V« .N. 3693. In den binnenzak zit een
spoorboekje met mijn naam erop. Op te zenden
tegen vergoeding viui kosten aan M. Broeders,
eoldaat 2-41 L. M. I.
Gevonden voorworpen.
Derde lijst. (Slot)
Lijst van militaire Weeding- e. uitrusting
stukken, gevonden in spoonvegrijtuigen of aan
de stations te Bo fcfc'o r d a m en bezorgd ten
burcele van den garnizoons-comrnundant te Rot
terdam, waar ze door belanghebbenden kunnen
worden opgevraagd.
(Toezending geschiedt voor rekening van de
eigenaren).
1 pakje waarin handdoek- gemerkt 2466 1
hemd, 1 onderbroek, I aakdoek, ail.-s gewikjedd
m een rooden zakdoek1 pri.j.: waarin 1 hand
doek gemerkt 2A 3564, 2 paar sokken en 3
zakdoeken; 1 pakje waarin 2 paar eckken,
nieuw, ongemerkt; 1 pakje waarin 1 hemd 1
onderbroek, ongemerkt en gêvteimki in T**Aeu
zakdoek; 1 zwarte zak waarin politiemuts,
knoopensc-haar, 2 zakdoeken, I dcos ordal; 1
Zwarte zak waarin eetketel en kes-rnsloop1
pakje waarin nieuw hQind, ongemerkt en gla
zen sigarenpijpje; I dons in zeildoek, waarin
1 paar buitenmodel schoenen, 1 paar sokken
en een paar sokken gemerkt 444»; 1 pakje
waarin 3 zakdoeken, 1 pear sokkeng 2 hand
doeken, 1 onderbroek en een jaeger borstrok;
1 koppel met bajonet, echeede en drager, ge
merkt L. \V. 42071 pakje waarin een rancel-
riem, 1 voetriem, 1 busje voor suiker en 2
paar sokken1 pakje waarin 2 roode zakdoe
ken een wollen borstrok en 1 paar
sokken1 kistje waarin sokken eu
een boterpotj'e; 1 pakje waarin sokken;
1 veldfleseh van aluminium, met, vilt emklce-
ding en riem; 1 pakje waarin 2 oüdubroe-
ken ongemerkt; 1 pakjo waarin 2 roode en 2
witte zakdoeken, l stalb'ock ongemerkt; I
pakje waarin 1 paar sokken gemerkt 3518
(l-C.) en 1 flanellen hemd: 1 bajonet net
schecdo en drager gemerkt 69711 pukje
waarin muziek en patronen; I veldmuts, nieuw
model, ongemerkt (gevonden te Schiedam)1
pakje waarin 1 paar sokken gemerkt G.B.1042,
1 hemd gemerkt A. M. en 1 geëmailleerd ijzeren
plaatje m. wapen v. Antwerpen en nummer; 1
pakje waarin 1 bonte handdoek en 1 paar model
sokken gemerkt 3.1.5329, om dit pr-kje waren 2
riempjes gemerkt L.E.I.6482A,1 paar wollen
handschoenen gemerkt 1.C.P.7333; 1 sabel tg©-
merkt 279-1862), met drager gemerkt 279, kop
pel gemerkt Kruis 156 en koppelplaat II; 1
kwnitiermuts (rond) zonder voering: I idem,
oud mode!, gemerkt I.B.980 (onduidelijk)-1 id.
id. id. 3V.T.26; 1 kepidoos waarin 1 kepi ge
merkt 10B.1383; 1 paar wollen handschoenen
(buiten .model en ongemerkt), 1 stuk zeep in
doos, 1 hangslot, I nagelborstel en 1 haarbor
stel 1 pakje, waarin 1 onderbroek eu 1 paar
sokken (alles ongenummerd)1 pakjo waarin
1 hemd (ongenummerd), 1 onderbroek gemerkt
17E.1669 (onduidelijk), I handdoek (nummer
onleesbaar), 2 paren sokken (ongenummerd);
1 kwartiermuts, oud model, ongemerkt; 1 id.
id. id. gemerkt 945 (letters onleesbaar); 1
handdoek, buiten model, waarin gerold 1 paar
sokken gemerkt 4.0.9171 paar model sokken
ongenummerd en nieuw1 pakje waarin I
borstrok, 1 boezeroen; 1 paar sokken, 1 trom
meltje, 1 busje en 1 flesch (het ondergoed onge
merkt) 1 pakje waarin 1 hemd, 1 onderbroek
en één paar sokken (ongenummerd)1 pakje
met inbond als voren; 1 zak waarin 1 revolver,
1 foudraal, 1 tasch en 1 veldfleseh mot riem,
do revolver gem. 3.V.338; 1 pakje waarin 1
lepel genummerd 8229, 1 strandimmd en 1 boe
zeroen; 2 veldfles:chen; 1 tn-riije met klim-
sporen1 pionierschop ongenummerd; 1 koppel
cavalerie, gemerkt 3.0.814; 1 bajonet met kop
pel en drager gemerkt L.VV.1.2798; 1 id. id.
id. id. ongemerkt; 1 broodzak waarin 1 kwar-
tiemmts, 1 lepel gemerkt 5142, 1 paar wollen
handschoenen. 1 mes, 1 eetketel, I naaizakje
en 1 handdoek, de. broodzak is gemerkt 1
wieltje: 1 broodzak waarin 1 bwartiermüts, 1
lepel, 1 zakdoek, 1 handdoek, 1 naaizakje. 1
paar wnüen handschoenen. 1 vetdoos, gemerkt
wieltje 125; 1 broodzak waarin I paar schoen-
zakjes, 1. naaizakje, 1 halsdas, gemerkt
3.B.226; 1 mantel voor wielrijders gemerkt 87;
1 hajonet met seheede en drager gemerkt 165$
1 karwats gemerkt P.C.10; 1 mode zakdoek
waarin I handdoek gemerkt 4.C.3626; 1 roode
zakdoek, waarin 1 hemd, 1 onderbroek. 3 ran-
selriomon (alles ongenummerd)1 pakje waarin
1 paar broekspijpen en 1 Jaeger borstrok go-
merkt G. (dit pakjo is op den openbare» weg
gevonden)1 pakjo waarin 1 hemd, 2 handdoe
ken en 2 zakdoeken, alles onsemerlct; 1 kepi
zonder kokarde, zeer onduidelijk gemerkt; 1
kartonnen doos waarin 1 kepi gemerkt G.B.
5011, 1 pantalon (grijs groen), omzemerkt en 1
tuniek (grenadier) gemerkt H.8919; 1 paar
wollen handschoenen gemerkt F.3729; 1 pakje
waarin blauwe borstrok, 1 prar sokken (buiten
model), 1 handdoek gemprkt C.M.1912, 1 zwarte
deponeerznk gemerkt L.M.1968; 1 pakje waarin
een knoopenschaar (nieuw), 1 paar sokken
(buiten model)l paar sokken ongemerkt on en
Salta Solo spel1 pakje waarin handdoek ge
merkt C.M.1912. een zakdoek en 1 paar sok
ken (buiten model)1 pakje vuil goed waarin
onderbroek (onduidelijk gemerkt), 1 hemd g<>
merkt 11 K., 1 paar sokken (buiten model),
twee handdoeken ongemerkt; 1 pakje waarin
2 paar sokken en 1 handdoek gemprkt 4.0.5653;
1 pakje waarin 1 paar sokken gemerkt 4.C.741
1 paar sokken ongemerkt, 2 handdoeken, waar
van 1 gemerkt 4 C.7411 grijze overjas ge
merkt 2.K.7I05; 1 grijzo keep no. 54 in dooa
van Gebr. Van Loer; 1 zwarte doek waarin
twee matrozenkielen gemerkt 4252 en 59-58; 1
pakje van bruin papier waarin mil. goed.
Zij, die meeaeu in het bovenstaande bunoe