1916 Orgaan voor Leger en Vloot. TWEEDE REDACTIE EN ADMINISTRATIS PALESTRINASTR.^O, AMSTERDAM. DIT BLAD' VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK» LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT, ABONNEMENT BLTVOORUIT- BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS 1.50 P.K WART AAL Voor Adverteutién wende men zich tot onze Administratie/ Ralestrinaatraat 10, Amsterdam. Prijs" der Advertentïén vit r regel HO Cent. Voor Ingfezand«u Al ede' deeUwgen op 3e' tweedei derde eu vlewo .pagina ffu6bel tarief. Ujj abonnement .reductie. Aan het Oostelijk front. Aan beide groote fronten ia op het oogenblik de strijd weer in vollen gang; moge vooral in het Westen hevig gestreden worden, niet minder hooren we van hard nekkige, telkens herhaalde aanvallen cp het Oosterfront. Het zijn hier de Bussen, die de aanvallende partij zijn en over bijna het geheele front het offensief hebben geopend, al .zetten zij dat slechts op enkele punten met kracht door. Niet het minst in 'fc Noordelijk deel van dit front, dat hierboven in kaart is gebracht, is in den laatsten tijd gestreden, zoo in den omtrek van Riga, in de nabijheid van Jacobstadt, hij D una burg, en vooral niet te vergeten bij Bostawy en het Narodsjmeer (Narocz-see genoemd op de kaart); daar hadden de Russen blijkbaar een doorbraak in den zin, die hnn echter niet is gelukt. Esperanto-Cursus. Na toezending van 25 oent postzegels aan de Administratie van „De Soldatencourant" ont vangen uitsluitend onzo militaire lezers aan hun militair adres den voiledigen espe- rantc-cursus van prof. Blok, verschenen In elf nummers van den eersten Jaargang van ons blad. Dinsdagmiddag heeft onze Regeering met de Tweede Kamer in comité-generaalin geheime zitting dus, vergaderd. Eu aan de ybilcsvex-tegoiiweordiging kon de Regeering (alle ministère waren aanwezig) nu nadere mededeel ingen doen nopens den oogenblik- kelijken toestand en de maatregelen, die zij ia verband daarmede noodig achtte te nemen. De geheime vergadering duurde van kwartier voor 12 uur tot kwartier over esnen. Uit een bijeenkomst van het Parle ment met gesloten deuren worden geen mededeelingen gedaan, maar toen daarop onze Volksvertegenwoordiging in open bare vergadering bijeen kwam, legde de Minister van Biruxonlandscke Zaken, tijde lijk voorzitter van den Ministerraad, Mr. Coat. van der Linden, namens do regeering, de volgende verklaring af „De Regeering stelt er prijs op in aanslui- ifcing aan bot meegedeelde in comité-gene raal openlijk to verklaren, dat het schorsen van het verkenen van periodieke verloven een maatregel is van voorzorg in verband met het onwrikbare besluit om onze neu traliteit stipt te handhaven. Die maatregel is niet het gevolg van bestaande verwikke lingen. maar berust op gegevens, welke een toeneming der gevaren, waaraap ons land blootstaat, doen duchten. Het zou niet in k lands belang zijn, omtrent den inhoud dezer gegevens eenige mededeeling to doen. De Regeering neemt geenerled verantwoor ding op rich voor eenig bericht, dat niet uitdrukkelijk als officieel is gewaarmerkt." Het Nederlandsche volk weet na deze Regeeringeverkla. rin g dus in hoofdzaak waar heb aan toe is, en de Regeering die gelijk wij nog in ons vorig nummer schre ven over de noodige gegevens en inlich tingen beschikt en dienovereenkomstig han delt, zal haar goede reden gehad hebben ©m deze verklaring niet vóór de bijeenkomst met onze Volksvertegenwoordiging publiek te maken. Het gaat dus om een strikte handhaving van onze neutraliteit tegenover ieder, die deze zou willen aanranden, zijnde de beste waarborg om land en volk zoo onverlet mogelijk door dezen tijd van we reldbrand te sturen. Het o n w ri k bp ar besluit in deze door onze Regeei-ing geno men zal de natie rust en gerustheid geven, en het vertrouwen bevestigen door ons volk terecht gesteld in onze krachtige, kalme doah zelfbewuste Regeering, die ons schip van. Staat nu bijna twee jaren lang met vaste hand door alle branding bega ge stuurd beefi. Het spreek!' vahzelf, dat de Regeering de nieuwsgierigheid van heb publiek moei lijk bevredigen kon, wanneer, zooals de verklaring ook zegt, mededeeling van gege vens, waarover de Regeering beschikt, niet in 's lands belang zou zijn. En daarom wordt de verklaring der Regeering ook vol ledig gemaakt met de vermolding, dat zij geen verantwoording voor andere dan offi- cieele mededeelingen op zich neemt. Ook de Opperbevelhebber, generaal Snijders, beeft zulk eeu publicatie gedaan, welke als ala volgt luidt: De Opperbevelhebber van Land- en Zee macht neemt geenerlei verantwoordelijkheid op zich voor eenig bericht, waarbij niet uit drukkelijk blijkt, dat het is uitgegaan van zijn Algemeen Hoofdkwartier. De luitenant-kolonel adjudant, (w.g.) Merems. Zulke mededeelingen zijn wel noodig om een eind te maken aan de vele kletspraat, die onder- de menschen in omloop wordt gebracht of in elk geval om er de waarde of sensatiegeest aan te ontnemen. Wat er op dit stuk voor sterke staaltjes geleverd worden, willen wij onzen lezers eens rnede- deelen. Zoo seint het Zweedsche telegraaf bureau te Stockholm het volgende bericht de wereld in „Svenska Dagbladet" bevat heden een uittreksel uit een particulieren brief, die, zooals het blad zegt, niet afkomstig is van de zijde der centrale mogendheden, ofschoon hij in het Duitsch geschreven is. Het blad publi ceert dezen brief onder het hoofd ,,Het plan van Engeland om troepen te ontschepen in Nederland wordt be vestigd". De inhoud is als volgt: ,,De jongste berichten uit Nederland omtrent de opgewondenheid van het publiek en de uitbreiding van de beschikbare troe pen, zijn, naar men uit de beste bron nen meldt, volkomen juist. „Het lijdt geen twijfel, dat Enge land aan de Nederlandsche regeering heeft voorgesteldvrijen doortocht („Durchzug") te verleenen door Zeeuwsch-Vlaanderen. Engeland meen de voor dit doel gebruik te kunnen maken van de ontevredenheid, die in Nederland heerscht ten gevolge van de ,,Tubantia"-zaak en soortgelijke ge vallen. .„De waakzaamheid van de Neder landsche regeering en de uitdrukkelijk te kennen gegeven wil van h.et Neder landsche volk om onder alle omstan digheden zijn neutraliteit te verdedi gen^ hebben in Engeland groote teleur stelling gewekt. „Het schijnt dus, dat de regeering te Londen besloten heeft het ontsche pingsplan uit te stellen. Maar dat een dergelijk plan heeft bestaan en vermoe delijk nog bestaat, valt niet te betwij felen." Maar vierkant hiertegenover staat een officieele verklaringen de Engelsche regeering, die Reuter uit Londen seint en welke aldus luidt: „Renter's agentschap verneemt offi cieel, dat zich niets tusschen Engeland of zijn bondgenooten en Nederland ontwikkeld heeft, hetwelk de sensatio- neele geruchten, die gisteren in Neder land liepen, zou kunnen verklaren. wNieta dat tegen Nederland gaat (nbtJving adverse to Netherlands) is ter Parijsche conferentie besproken of Vermeld. „Geen waarheid bevat het verhaal dat de geallieerden de landing eener krijgsmacht op Nederlandsch gebied overwegen of hebben overwogen. „De verbalen door de Duitschers in omloop gebracht, zijn louter bedenk- sels."- Uit bovenstaande blijkt nu zonneklaar, hoe voorzichtig men vooral in een tijd van spanning zijn moet met geruchten en berich ten, die niet officieel ter kennis van ons volk worden gebracht. Van al zulke ver halen kent men gewoonlijk den oorsprong niet en de een geeft er gewoonlijk den ander de schuld van. Wanneer wij dan ook ten slotte nog eenige persstemmen 'uit het buitenland laten volgen, doen wij dit omdat onze duizenden lezers begrijpelijkerwijze op de hoogte willen blijven, ook met wat het buitenland over onzen toestand zegt, maar onder nadrukkelijke herhaling, dat men daarin vermelde „feiten" of veronderstel lingen moet laten vóór wat zij zijn. Ook in verband met de partij, die aan het woord is. Laten wij, Hollanders, kalm en nuchter blijven. Onze karaktereigenschappen van een rustig, den kat-uit-den-boom kijkend volk komen ons nu meer te stade dan ooit. Etn rustig kunnen wij zijn bij de zekerheid, dat daar in Den Haag een Regeering zetelt, die ons nog pas haar onwrikbaar be sluit deed kennen om tegenover wie dian ook onze neutraliteit s t r a k t t>e handhaven. Vertrouwend ook, omdat naar de vorige week gebleken is wij in staat zijn en niet schromen daartoe direct de noodige ver- Gaven wij aan het slot van ons artikel in het vorig nummer enkele persstemmen uit Berlijn en Weenen weer, thans zijn ook berichten uit de andere landen binnen geko men. Zoo seinde de correspondent van het Alg. Handelsblad" te Londen het vol gende „De geruchten uit Nederland hebben bier groote opgewondenheid veroorzaakt Zater dag en Zondag vroegen mij herhaaldelijk En- gelsohen naar nieuws uit Nederland. De Nederlandsche kolonie wist echter niets. De meeste Nederlanders waren overtuigd, dat de geruchten zeer overdreven waren. Niemand geloofde ook slechts een oogenblik, dat Hoj-v land ooit in moeilijkheden met de gesuietri' den zoii komen. De „Times" en dé „Dadlv News" verklaar den op grond van mededeelingen uit bevoeg de bron, dat de bewering, dat het zou komen tot een actie tegen Nederland naar aanleidiig van vertoogen als gevolg van de conferente van Parijs, totaal ongegrond was; Er is naxr aanleiding van die conferentie niets gebeurt, dat aan de vriendschappelijke betrekkingen tusscheu Nederland en Engeland afbreuk km doen. De „Times" zegt, dat in den bevredigend® toestand van de diplomatieke betrekkingen tusschen Nederland en Engeland sedert maai den geen wijziging is gekomen. De „Daily News" verklaart in een hoofd artikel, dat de Nederlandsche regeering ver- moedelijk van meening is, dat er ernstij® gebeurtenissen te wachten zijn, waardoor ce toestand van Nederland moelijker wordt. Zj neemt daarom voorzorgsmaatregelen. Alles wijst erop met groote, haast absolute stelligheid, dat een verdediging, die tegm niemand direct gericht is, is en zal bbjvei het hoofdmotief voor de maatregelen va Nederland." De Parijsche corresp. van het „Hbl. seint: ..In hunne beschouwingen over de voo:- zorgsmaattfegelen, genomen door de Nede- landsche regeering, houden de bladen zich voo- al bezig met de verklaringen in de Duitscis pers. die bet geloof trachten te wekken, dat de maatregelen tegen Engeland gericht zijn. Zj wijzen erop, dat de betrekkingen tusschc Nederland en Engeland van uitstekenden aad zijn en dat de onderhandelingen tusschen e N. O. T. en de Engelsche regeering betreffende het (invoer-) verbod van sommige nieuwe ari- kelen op bevredigende wijze vcrloopen. Ie „Petit Parisian" spreekt do meening uit, dt er in Holland geen politiek man is, die g- looven zal, dht Engeland do al-Duitscke me tin- des zal toepassen en de neutraliteit van Nede- land schenden volgens oen zoogenaamd offensïf plan. dat te Parijs opgemaakt zou zijn. Duitschland, dat meent zeer handig te zia geweest door do uitvinding van dit verhas, zou wel eens spoedig van dien waan verlot kunnen worden en de „Tubantia"-znak in har- vollen omvang tegen zich gekeerd zien. Herbette schrijft in do „Echo de Paris': „Wanneer Nedorland werkelijk van meenig was, dat Engeland do aanvallende bedoelinga heeft, die Duitschland het toeschrijft-, zon ht geen publiciteit hebben gegeven aan een maa- rogel van zoo weinig gewicht als do opheffig der verloven en zou het niet aankondigen, dt het de redenen daarvoor zal mededeelen in en geheime zitting van do Kamer, Het zou zin dan met koortsachtigen ijver wapenen en nis zeggen en de Dnitsche pers zou evenmin wt zeggen, als het werkelijk geloofde, dat Nedc- land zich wapent tegen do geallieerden. .In den loop van den oorlog hebben sommie neutrale staten militaire maatregelen genoma, die gunstig waren voor Duitschland, maar dn verkondigden de „Frankf. Zeït." noch Ie „Berl. Lok. Anz." dit van de daken." Volgens de algemeene opvatting is de oü- oïeele Nederlandsche verklaring volkomen aa- nemelijk. De oorlog zal zich spoedig uitbreién en Nederland moet dan gereed zijn voor de gebeurlijkheden. De Parijsche correspondent van het „Hn- delsblad" seint nader: Nog eenige andere bladen wijden artiken aan de militaire maatregelen van Nederlad. Zij steken den draak met de Duitsche veria- ringen en herhalen dat do aanleiding exoe geenszins te vinden is in de betrekkingen ïs- schen Nederland en de gealliëerden. Do Matin" zegt, dat de terugroeping an 1-500 of 2000 manschappen op het gehde Nederlandsche leger niet van groot gewichiis. En het blad voegt daar aan too: „De Neer- landsche regeering, die uitbreiding vande militaire operaties voorzag, beeft het land en- voudïg willen herinneren aan den ernst an den toestand. Zij heeft haar doel yolko;en bereikt zonder dat iemand er eenigen aanstoot aan kon nemen." De „Journal" laat zich in denzelfden geest uit, maar raadt den gealliëerden tevens aan op hunne hoede to zijn voor de listen der Duit schers, dio niet altijd even kinderachtig zijn als in de uitvinding van moeilijkheden tusschen Nederland en de gealliëerden als gevolg van de conferentie van Parijs. De „Figaro" herhaalt, dat uit de genomen maatregelen geenszins wantrouwen jegens de gealliëerden blijkt en spretrit de veronderstel ling uit, dat overwegingen van binnenlandsche politiek niet zonder invloed op do regeering zullen zijn geweest, want- de mobilisatie kost veel geld en de Nederlanders beklagen zich daarover. De regeering heeft dus misschien van de gelegenheid gebruik gemaakt om indruk op hen te maken. Voorts nog enkele stemmen van de an dere zijde, die natuuriijk evenals de bovenstaande geheel voor rekening vau de schrijvers blijven. Theodor Wolff sclirijft in het „Berliner Tage- blatt; „Voor geen neutrale mogendheid is het oorlogsgevaar zoo dreigend naderbij gekomen als voor Nederland. Bij de zorgon voor de gebeurtenissen aan de grenzen en voor de scheepvaart komt thans nog de zorg voor de ko loniën, die slechts door een klein koloniaal) le ger worden beschermd. Het is niet te verwon deren dat de Hollanders zoowel door de indruk ken van de jongste gebeurtenissen als door zor gen voor de toekomst eenigsziüs onrustig zijn geworden. Nu ontstond Vrijdag een alarm door de militaire maatregelten en de geheime minis terconferenties, doch diezelfde Vrijdag toonde, dab er in Nederland geen Venizelos is té vin den. Wij mogen slechts verlangen, dat niet in het geheim tegen ons wordt geïntrigeèrd. De Hollanders denken daaraan echter niet. - Til. Wolff noemt het artikel van de „Deut sche Tagesztg." „Hol.Ilandsohe zorgen", onge lukkig. Daarin wordt gewezen op het gevaar, 'dat India van zijde van Japan bedreigt, :wat weer een bedreiging voor Engelsche opperheerschappij in Indië beteekenf en dus |een gunstige factor voor Duitschland zou zijn. „De Nederlanders kunnen er van overtuigd jzijn dat. men in Duitschland de gedachte van •een roof der koloniën in het geheel niet aan- Igenaam vindt. Hoezeer Nederland en andere volken voor de bedreiging van ginds bevreesd moeten zijn, des te duidelijker moet hun worden getoond, dat Duitschland geen onderdrukking van Staten, die aan zelfstandigheid gewoon zijn, wil, evenmin als liet het vokskarakter van andere Staten geweld wil aandoen of een dwangheerschappij in Europa wil uitoefenen. Uit de „Vossische Zeitung" te Berlijn: George Bernard neemt als zeker aan dat En- geiand aan Nederland het verzoek heeft geSïian om de Duitsrjie grens geheel te sluiten. Hij schrijft; „Zeer voorzichtige beoordeelaars zijn van meening dat Nederland niét zal toegeven. Is dit zoo. dan zou hier een bewijs in te vinden zijn van de ver vooruitziende wijsheid der Ne derlandsche regeeringspolitiek; want hoewel het duidelijk is dat Nederland voor het oogenblik de koloniën op het spel zet, is het even duide lijk dat aan heb land veel onaangenaams zal worden bespaard en ten sclotte dat over de definitieve en duurzame verdeeling Van het koloniaal bezit van alle Europeescho staten niet gedurende den oorlog, maar eerst bij het vast stellen der vredesvoorwaarden zal worden be slist. Het bijbelwoord van de laatsten en de eersten zou hier wel van toepassing kunnen zijn. Het is zeker, dat niet alle koloniale mogendheden, die aan de vredesonderhandelin gen deelnemen, de kans hebben hun bezit te behouden. Het komt er op aan. of zij staan aan de zijde der overwinnaars of niet. Dat de cen trale mogendheden niet zullen overwonnen wor den, zal thans wel aan de neutralen duidelijk zijn geworden". De Köln. Ztg. wijst er op dat men bij de bespreking der maatregelen in den „nabuur- staat" Nederland genomen, er in de allereer ste plaats rekening mee moet houden dat de meeste berichten slechts geruchten zijn en men dus in onzekerheid verkeert. Maar het Keul- sehe blad meent dat men toch wel iets van de waarheid kan zien en wel dit: Niet Duitschland, dat zooals onze Engelsche vijanden verheugd hoopten in het verloop der Tubantia-zaak, met Nederland in conflict zou komen, is het gevaar voor Europa, voor de toekomst der groote en meer nog der kleine Europeesche staten, maar Engeland, naar wiens pijpen in dezen oorlog tegen Duitsch land en zijn bondgenooten alle andere ons vijandelijke staten dansen. Het Keulsche blad ziet in de maatregelen in Nederland genomen dan ook slechts maat regelen tegen de Entente, in het bijzonder Engelancf. Dat land stelt zijn grootste ver wachtingen in den economischen oorlog. Op de Parijsche conferentie heeft men begrepen dat men militair Duitschland niet kan ten onder brengen en dat de economische oorlog in zijn tegenwoordigen vorm onvoldoende is. Men wil de schroeven dus sterker aandraaien en het punt waar men dat kan doen is Neder land. Voor de Köln. Ztg. staat het dus vrijwel vast, dat de Entente druk tracht te oefenen op het neutrale Nederland. Wat de Nederlandsche regeering denkt te doen, is haar zaak, waarin zich geen buiten staander heeft te mengen. Haar voorloopige maatregelen hebben: getoond, dat zij waak zaam is en de ontwikkeling der dingen goed voorbereid wil tegemoet zienIV ij weten nog niet in hoeverre de Nederlandsche veilig heidsmaatregelen beteekenis hebben; wij ken nen de motieven nog niet volkomen: dat eene, dat Engeland te all en tijde de vijand van Europa en thans in den oorlog tegen ons de ware vijand van de kleine, van de neutrale staten is, kunnen wij echter reeds heden en met allen nadruk verklaren. Het Kopen li aagsche blad Politihen meent dat de toestand in Nederland, door den spoed, waarmede de regeering optrad, een bui tengewoon barakter krijgt, maar dat het ge ruststellend is, dat er geen aanwijzingen zijn, tegen welke machtsgroep eventueele maatrege len zijn getroffen. Ook het uitstel van het comité-generaal acht het blad een goed teeken. Was werkelijk de toestand dreigend, dan zou de regeering zeker geen oogenblik hebben ge aarzeld zich tot de volksvertegenwoordiging te wenden. Wijl in Nedorland volledige overeen stemming bestaat tusschen volk en regeering omtrent het streven tot handhaven van een absolute onverbrekelijke onzijdigheid, mag men op een voortzetting der neutraliteitspolitiek hopen. STATEN-GEHERAAL TWEEDE KAMEK. Zitting ran Dinsdag 4 ApriL Regeeringsverklaring. In de eerste kolom op deze pagina vindt men den tokst der Itegeeringsverklariug, door den Minister van Binnenlandsche Zaken na mens de Regeering afgelegd. Na het comité-gcncraal was aan de orde: Motie van orde. De heer DE SAVORNIN LOBMAN (C.-H-, Goes) wensoht een motie van orde voor te stollen om de ouderdomswet voorloopig van de agenda af te voeren. De toestand is gevaar lijk, vooral voor" kleine naties, en nu maakt jic-t een vreemden indruk als hier een ontwerp wordt behandeld, dat zonder eenigen twijfel de politieke hartstochten in beroering zal bren gen. Een technisch niet gemakkelijk onder werp bovendien. Daarbij komt dat tal van commissies van rapporteurs bezig zijn, de be handeling der belastingontwerpen voor te be reiden. Er zijn ook veel onderwerpen van niet- politieke beteekenis, die thans kunnen worden behandeld. De heer DUTS (S. D. A. P„ Zaandam) zegt, dat men zich niet in een paniekstemming moet laten brengen. Had de regeering ge meend dat de toestand het eischi-e, dan had zij zelf een voorstel moeten doen. Dit voorstel is je reinste politiek. (Geroep: Je onreinste politiek!) Da regeering behoeit er niets over te zeggen. Zij kan de zaak rustig op haar be loop laten. De heer Lobman vreest voor het opwekken van politieke hartstochten, maar deze zullen nooit zoo heftig zijn' dat, indien er gemeenschappelijke gevaren dreigen, men niet als één man die gevaren zou afweren. Spr. zou van harte betreuren, indien dit voorstel werd aangenomen. De heel NOLENS (R.-K-, VeDlo) merkt op, dat thans van bij uitstek democratische zijde gezegd wordt: Met zulk voorstel had de regeering moeten komen. Zijn wij hier dan geen Kajner meer P Zijn wij dan zoo gebonden, dat hier bij de openbare behandeling zylk een voorstel niet kan worden gedaan P Hot ver wondert spr., dat de linkerzijde zulk eeh voor stel niet heeft gedaan. Men kan hier elkaar wat wijsmaken, maar de toestand is ernstig en dit ontwerp raakt de politiek der ge-heelo regeering. Hier zal het kabfnet met de zaak te maken hebben en nu vraagt spr. zich af, of dit kabinet, dat zulör een speeïeus onder scheid heeft gemaakt tusschen het karakter van nationaal en van extraparlementair kabi net, niet in zijn eerste, hoedanigheid moet op treden. Meenen de hoeren een beroep te moe- ten doen op de zeventigjarigen, laat men dan uitvoeren, wat er tor uitvoering ligt! De heer DUYS (S. D. A. P.)Daar bomt de aap uit de mouw. De heer NOLENS: Er is geen aap en er is geen mouw. (Luid gelachSpr. zal op deze gronden voor het voorstel-Lohman stemmen. Wordt toch tot behandeling besloten, dan zul len we aan (le behandeling deelnemen, maar we kunnen hiervoor dan hei ontwerp onmoge lijk bloot als een centen-ontwerp beschouwen. De heer DE MEESTER (C. L-, Helder) constateert, dat de regeering er geen bezwaren tegen heeft dat de Kamer rustig voortgaat met den arbeid, waartoe zij besloten heeft.. Werd besloten dit niet te doen, dan zou dit besluit niet kunnen nalaten opnieuw een paniek in het land te wekken, die thans aan het luwen is. Spr. zal dus tegen de motie stemmen. De heer LIMBrRG (V. D„ Groningen) kan zich grootendeels bij dit betoog aansluiten. Hij voegt, daaraan toe een woord van verwon dering, dat een zoo sober en nuchter man, als de heer Nolens zijn sentiment zoozeer deed spreken, terwijl hij zelf zeide, dat zulk een voorstel van 'hem niet zou zijn uitgegaan. Ook is'het niet jui6t, dat, slechte de Kamer en niet de regeering in dezen heeft to beslis sen. Het ontwerp staat thans op de agenda en nu moet er al iets zeer bijzonders zijn, om ons te doen zeggenN u staken we dit onder werp en^gaan over tot ander werk. Tot welk ander werkP Meent de heer Lobman, dat bij behandeling der grondv. otsherzieniug de gol ven der politiek minder hoog zouden op waaien, dan bij de behandeling der ouder domsrente? De heer Lohman Treest daarvan in den lande een groote politieke spanning. Spr. meent, dat dit niet. het geval zal zijn, zelfs niet in deze Kamer. Daarom zal spr. tegen het voorstel stemmen. De heer TYDEMA (V. L„ Tiel) betuigt zijn spijt over het optreden van den heer Lob man. Hij had gehoopt, dat na het comité- generaal de Kamer aan haar arbeid had kun nen gaan. Dat zou de beste geruststelling ge weest zijn, die aan het Nederlandsche volk had kunnen, en mogen warden gegeven. Dat de gewone kalAte den heer Nolens thans verlaten heeft, is meer het gevolg van de ouderdomsrente, dan van het comité-gene raal (Vroolijkhcid). In deze moeiievolle tijden kunnen we niets andere doen, dan den gewonen herrormingsarbeid voortzetten, zoo lang dit eenigszins mogelijk is. Het spijt spr., dat aan deze zaak door den heer Lohman zulk een slechts introductie ie gegeiven. De heer DE SAVORNIN LOHMAN Repli ceert. Hij wenscht te zeggen, dat wij zeer ern stige omstandigheden bc-ioven. Juist omdat hij niet tot de regeering behoort mag spr. zich beroepen op den algemeenen indruk van ieder, die de verslagen leest van wat om ons gebeurt. Men ziet, dat allé kleine naties in den wereld brand betrokken worden en ook voor ons land dreigt dat gevaar. GeroepNou ja! links.) Of de heeren nou ja! roepen, daaraan sto ren zich de groot© mogendheden niet. Het stuk van den heer Coüjn, waarover de heer Duys zoo minachtend spreekt, is afkom stig van iemand, die met buitengewoon hel deren blik den toestand beziet. Zijn wij van den ernst daarvan doordrongen, dan kunnen wij ons niet met dezen inspannenden arbeid bezighouden. Spr. kan zich niet begrijpen, dat aan de overzijde dezer Kamer zulk een schijn bare rust heerscht. Spr. als oud man wi! het nog eens zeggen, dat hij het jammer vindt, dat onze Nederlandsch© Volksvertegenwoordi ging zich niet doordringt van den ernst van den toestand, (Rumoer en protesten.) Spr. wensoht daarom liever rustig werk binnens kamers ie doen. Reeds moesten de belasting- ontwerpen zeer opprvlakkig in de afdcelingen behandeld worden. We moeten den tijd heb ben, om die ontwerpen behoorlijk af te doen. Of de heer Duys meent, dat dit reine of on reine politiek is, kan spr. nie-t schelen. Spr. heeft als eerlijk man gezagd, wat hij voor ons land het beste acht- Een politieke tendenz zit bij hem niet voor, want spr. is niet overtuigd, dat de heeren van links bij de verkiezingen zooveel voordeel zullen hebben van de aanne ming dor ouderdomswet. Do hoer SCHAPER (S. D. A. P„ Appinge- dam)Laat dat maar aan ons over. De heer LOHMANAl wordt mijn motie niet aangenomen, toch wensch ik stemming erover. De VOORZITTER zou als hij meende, dat de toestand zoo ernstig was als de heer Lob man voorstelde, geen oogenblik geaarzeld heb ben, om voor te stellen het ontwerp van do agenda af te voeren. Thans hoopt hij, dot de meerderheid «der Kamer do motie zal verwer pen, opdat het land «iet, dat cr geen aanlei ding is tot paniek. Maar wordt hot ontwerp behandeld, dan vertrouwt hij, dat dit niet aanleiding zal geven kit opwekking van politieke hartetochte-ri. Do heer LOBMAN ïs verwonderd, dat de voorzitter zijn meening omtrent deze zaak te kennen geeft. Do I ÜORiZITTER meent daartoe volkomen gerechtigd te zijn bij een regeling van werk zaamheden. DE MINISTER VAN 6TAAT, MINISTER VAX BINNENLANDSCHE ZAKEN, TIJ DELIJK VOORZITTER VAN DEN .\flNIS- TERP.AAD (de heer CORT VAX DER LIN DEN) verklaart, dat de Regeering er geen be zwaar jn ziet, onder de bestaande omstandig heden met de behandeling van het wetsontwerp voort te gaan. De motie-Lohman wordt ve rworpen met 51 tegen 41 stemmen. Links tegen rechts. Al leen do heer Bichon van lJsselmonde (C.-H.) stemde met links tegen De Kamer ving hierna aan met de behande ling van het wetsontwerp op de Ouderdoms rente. Os toestand in den reuzenstrijd. Het weer schijnt wel een factor van. be lang te zijn in den ooriog. Niet alleen, dat, des winters de vijandelijkheden vrijwel stil staan en in het vooi-jaar weer opleven, maar het ia eigenaardig, dat eenige dagen echter een mooi weer aanleiding geven tot leven diger gevechten. Daar zijn natuurlijk uit zonderingen op, er zijn ook mooie rustige dagen en er is wel gevochten in regen en sneeuwstormenmaar over 't geheel ver hoogt helder zonnig weer de activiteit der troepen. Zoo waa het blijkbaar ook ia den laatsten tijd. De .mooie heldere dagen hebben allereerst de Zeppelins weer naar Engeland gelokt ©n nog nooit zijn zij zoo druk in de weer geweestkonden wij den vorigen keer reeds gewag maken van twee luchtaanval len op Engeland, er zijn nu een derde en een vierde bijgekomen, een op den nacht voor Maandag en een op dien voor~Diosd&g; vier nachten achtereen is de Engelsche Oost kust, daaronder de Theemsieording, be zocht door Duitsche militaire luchtballons. De Engelsche regeering heeft maar sobere berichten openbaar gemaakt over de uitwer king dier aanvallen, maar er blijkt niette min uit, dat die vrij ernstig was. Er ziju menschen gedood en gewond door de neer vallende bommen, huizen werden vernield, op verschillende plaateen barstten branden, uit. Waar worden we echter niet precies gewaar, want de Engelsche admiraliteit houdt de plaatsen geheimopenbare gebou wen of munitiefabrieken en dergelijke schij nen niet geraakt, maar wel ia er denkelijk weer schrik en angst verspreid, en daar schijnt het den Duitschers dan ook om te doen, want militaire voordeelen zijn. moei lijk door deze luchtraids te behalen. Doch ook op de gevechten schijnt het mooie weer der laatste dagen zijn invloed te hebben geoefend; de actie was zeer leven dig aan het Westerfront, er ia in Rusland ook meer gevochten en eveneens aan de Oostenrijksck-Italia ansche grens. Vooral bij Verdun is de strijd vroor feller en i3 hij blijkbaar afwisselend in het voordeel der Duitschers en Franschen gevoerd. Ten minste als men de Franscbe berichten geloo- ven raag, die wel eenigszins in strijd zijn met de Duitsche. De Duitschers hebben het dorp Vaux bezet eu in het bosck van Cail- lette sterke Fransche verdedigingswerken veroverd. Vruchteloos, met groote macht en buitengewoon zware offers, bestormden de Franschen telkens weer dit bosch. Ditzelfde zeggen de Fransche berichten ook, maar zij laten het woord vruchteloos weg en deelen ons integendeel mee, dat zij bijna het ge heele bosch van Cailiebte heroverden, dab zij bovendien het westelijk deel van hst dorp Yaux weer bezet hebben. Wat hier van waar is, valt moeilijk te beslissen, maar ook uit Fransche berichten ontvangen wij toch den indruk, dat het grootste voordeel aan den kant der Duitschers is, al moet worden toegegeven, dat de dappere, hard nekkige tegenstand der Franschen dit voor deel beperkt heeft en dat de positie der tegenstanders, ondanks de hevige gevechten, maar weinig is veranderd. Doch steeds meer blijkt, dat ce strijd op het wester front in hevigheid toeneemt, dat men van bedde kanten besloten schijnt om een be slissing uit te lokken. In den EJzas heeft nu de Fransche artillerie de vijandelijke linie onder een krachtig vuur genomen. Ook in de lucht wordt er strijd gevoerd: Duitsche Zeppelins hébben boven Duinker ken bommen geworpen, een vlieger-eska dron der geallieerden wierp 83 granaten van zwaar kaliber op door Duitechera be zette punten aan het Westerfront. Bij St. Eloy hebben Engelsche en Duiteche vliegers in de lucht gevochten, vielen ae Engelsche troepen krachtig aan en behaal den een klein voordeel, en was verder aan weerszijden de artillerie in actie. Op het oostelijk ooriogsterrein staan blijkbaar de krijgsverrichtingen wel iets onder den invloed van het hooge water; volgens Russische berichten wast dit nog.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1