No. 249.
Zondag 19 Maart 1916
Orgaan voor Leger en Vloot
Onder redactie van D. MANASSEN.
Se „TiÉnlia" getorpedeerd.
Be man wikt, k vrouw beschikt
TWËËDEJ AARGANG.
SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTRAAT 10,
AMSTERDAA1. DIT BLAD VERSCHUNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE
NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOORBURGERS 2 CENT. ABONNE
MENT VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS ƒ1.50 P. DRIEMAANDEN
Voor Aiverten;ir-n wende men zich tot onze A
Amsterdam. Prys der Adverter.tiën per regel
deel-'ugen op de tweede, derde en vierde pagina
reductie.
Pa|fsirin35traat 10.
r Jr.gezondan Mede-
f. Bü abonnement
De IFrarsscfoe vesting Beüert.
Er ia een gedeelte van 'fi Westerfront, waar van den beginne van den oorlog
af, het minst verandering in den toestand is gekomen, dat is in de Vogezen. Daar
zijn de posities nog zoo goed als geheel dezelfde als na de eerste weken, en staan
de Duitschers slechts langs een betrekkelijk smalle reep op vijandelijk gebied, terwijl
de Franschen zelfs, een stuk fan den Elzas bezet hebben. Dit komt vooral, omdat een
rij Fransche vestingen den vijand hier tegenhouden. Onder die vestingen is Belfort
een der sterkste en de Duitschers hebben meermalen vergeefs beproefd er zich van
meester te maken. We geven hier een kaart van Belfort en den omtrek.
Eii" is weer een Nedorlandsch snhip in den
grond geiboord. Eon onzer mooiste en groot
ste passagiersbeotenvan den Koninklijken
HoiïkundscRen Lloyd, is op de uitreis van
Amsterdam tnaar Buenos Ayres Donderdag
morgen in de Noordzee, nabij heb Noord-
Hindèr-liohtschip door een torpedo getrof
fen en gezonken. Kon men in 't eerst nog
vermoeden, dab het- sohip op een mijn ge-
stooten was, beëedigde verklaringen van
officieren van heb stoomschip heffen daar
omtrent allen twijfel op.
Heb Departement van Marine heeft mee
gedeeld, dat uit beëedigde verklaringen van
den lsten en 4en officier en van den uitkijk
van de ,,Tubantia" is gebleken, dat heb
stoomschip door een torpedo is getroffen,
daar de witte streep (bellenbaan), .door een
gelanceerde torpedo veroorzaakt, duidelijk
dcor hen is waargenomen. Toen deze
streep op het midden van het schip uit
kwam, volgde de ontploffing.
Het torpedeerden geschiedde Donderdag
morgen om kwart ever twee, feitelijk dus
in den nacht, toen het nog donker was;
het schip werd getroffen midscheeps onder
de voorplaat, twee nieter beneden de water
lijn aan stuurboordzijde; terwijl ook een
stuk van de brug wegsloeg. De uitwerking
der ontploffing van de torpedo moet ver
schrikkelijk geweest zijn. Evenwel bleef het
schip betrekkelijk lang drijvende en zonk
eairst ongeveer half zes in 17 vaam water.
De directie van den HoUandschen Lloyd
ontving te 2 u. 25 min. Donderdagmorgen
een telegram van den kapitein van de
„Tubantia", K. H. K. Wijtsma, inet
do mededeeling in het Engelsch: „Zijn ge
troffen door een torpedo. Verkeeren in zin
kenden toestand".
Ruim drie uur later, te 5.36, kwam het
draadlooze bericht, dat de toestand van het
schip onhoudbaar was en dat de kapitein
met die leden der bemanning, welke nog aan
boord waren gebleven, het schip had ver
laten.
De passagiers en een groot deel der be
manning hadden reeds dadelijk heb schip
yerlaten.
Zeer' waarschijnlijk lag de „Tubantia"
met het oog op de duisternis en den mist
voor anker bij de Noord-Hinder, toen zij ge
torpedeerd werd.
Neen, zei de oude man in antwoord
op een vraag, vrijgezellen zijn hier niet
veel. Claybury was altijd een trouwlustig
dorp, niet, omdat' de vrouwen er zooveel
mooier zijn, maar orndab ze zooveel slim
mer zijn. Ik heb zelf al twee vrouwen be
graven, en nog moet ik oppassen, zoo oud
als ik ben. Claybury heeft nu eenmaal den
naam en ze zien hier zelfs niet graag een
weduwnaar.
Ja, we hebben wel jongelui gehad die
zeiden, dat ze niet wilden trouwen. Daar
had je Jim Bum bij voorbaslcl en verle
den week hebben vier van zijn kleinkinde
ren hem naar zijn graf gedragen; en Wal
ter Bree, die zei dat iemand die trouwde,
niet wel bij zijn hoofd was en hij moet
nu drie jaar zitten voor bigamie.
Maar één man hadden we hier toch, dien
do vrouiweu niet konden inpikken, al de
den ze ook nog zoo hun best.. Hij was een
klein leel k ventje met rood haar en een
gezicht, als een bos. Daarom noemden zs
hem Vossie en hij bleef jaren lang onge
trouwd.
En niet dat hij niet van 't gezelschap
van vrouwen hieldDat maakte ze juist
zoo- Avoertl Hij zsa dat hij teyee] van. alle
Behalve dit eerste bericht zijn er natuur
lijk talrijke andere, gekomen, waaruit wij
het voornaamste overnemen. Gelukkig wa
ren er eenige schepen in de buurt en dé
Nederlandsche vrachtboot „Breda" kon
al dadelijk een aantal passagiers uit
de sloepen overnemenUit Vlisringen wer
den, zoodra er bericht kwam van de tor
pedeering, de loodstransportschepen
„Ccertzem" en „Ylissingen 3" con torpe
doboot, een marine-sleepboot en een red-
ding?lcepboct ter'.assistentie naar de Hin
der gezonden. Het gevolg van deze spoe
dige Aulp en 'van de kranige léiding bij de
redding door den kapitein en de officieren
der „Tubantia" zou zijn, maar dit is
nog niet goheei zekér, dat al de passa
giers en ook de bemanning, enkeion uit
gezonderd, gered werden.
De berichten omtrent de ramp zijn nog
eenigszins verward. Vei-sohillende schepen,
o.a. de „Breda" zijn met geredden aange
komen en een aantal hunner zijn onder
vraagd als ooggetuigen en hebben verhalen
gegeven, waarvan wij er hier eeuige afdruk
ken.
D e „K rakatau".
In de avondschemering, juist toen de lich
ten aan de sluizen en semaphore opgedraaid
werden en de vuurtoren zijn lichtbundels
boven zee en land wierp, kwam de „Kra
katau", van de Maatschappij Nederland,
tusschen de pieren IJmuiden binnen stoo-
men.
Volgens de eerste berichten zouden op de
„Krakatau" leden van de equipage en
passagiers van de .Tubantia" zich bevin
den. Daarom bevonden zich in IJmuiden
eenige familie-leden van passagiers en op
varenden van het verongelukte schip, als
ook eenige heer en van den Kon. HoUand
schen Lloyd, teneinde de belangen van deze'
passagiers te behartigen.
Rondom de groote shiizen stond het tegen
zes uur zwart van de menschen, want in
IJmuiden had het bericht van het zinken
van een der mooiste booten, welke daar ge
regeld passeert en Woensdag nog voor de
laatste maal geschut was, ook sensatie ver
oorzaakt.
Half IJmuiden liep ook uit, toen de
„Krakatau" door de semaphore gesigna
leerd werd.
Doch al spoedig kwam het teleurstellen
de bericht, dab de „Krakatau" niemand
van de „Tubantia" aan boord had.
hield om zich aan één te binden, dan kon
hij 's avonds de getrouwde lui tergen door
te rekeaien, hoeveel potjes bier hun kinde
ren aan schoenen versleten.
Soms kwam zijn oom Ebenezer Green er
bij zitten. Hij was een flinke, krasse vent
en die zat. dan soms er hij te lachen dat
zijn stoel ea* van schudde en als Yossie
zoo iets z,ei, dam had hij schik, alsof hij een
mop wist, maar niet vertellen wou.
Als ik dood ben, trouw jo toch, Yos
sie, zei hij dan.
Ik niet, zegt Vossie.
Dan begon de oude man weer te lachen
en zei iets van vossenjachten en dat hij
maar zijn oogen behoefde dicht te doen om
Vossie te zien loopen, met heel Claybury
achter hem aan. En die dorst dan niet te
zeggen, omdat hij de hoerden-ij en het geld
van den ouden man meest erven, zoodat
hij dan maar zijn mond hield en meêlachto.
Toen Vossie zoowat drie en veertig was,
stierf zijn oom. Op het laatst scheen de
oude man zijn verstand te verliezen, want
hij zei, dat hij nu zoo blij was, dat hij al
tijd een goed mensch was gOAveest en sprak
van verscheidene uitstaande schulden, waar
niemand zich iets van kon herinneren.
Ik héb mijn testament .gemaakt, Vo:
sie, en de schoolmeester heeft het. Ilc heb
jou alles nagelaten.
In orde, zegt Vossie. Dank u wel.
N& da begrafenis z&l hij. heb yoorle-
Doch toen het schip tegen zeven uur in
de sluizen lag en vele IJmuidenaars al weer
naar hun stadje teruggekeerd waren, kre
gen wij toch nog enkele bijzonderheden to
hooren, die de moeite waard zijn, om ver
meld te worden.
Het wa'3 juist drie uur zoo A'er telde
men ons toen de gezagvoerder de marco
nist liet opkloppen, om aan Scheveningen
de gesteldheid van het weder ts vragen Met
het oog op den dikken mist lag de „Kra
katau", die op de thuisreis was, bij het
vuurschip „Schouwenbank" tén anker. In
plaats van het Aveerbericht, dat misschien
zou luiden: „mist opgetrokken", klonk in
de telefoon-hoorns in morse-teek ens het
noodlottige bericht: „Tubantia" in zinken
den toestand". Dadelijk Averd dit aan den
kapitein gemeld, en terAvijl in de „rnarconi-
capin" nog allerlei berichten, S.O.S.-seinen
en geroep om assistentie opgevangwi wer
den, ook door de „Banka" afgezonden, die
in de nabijheid van den Noord-Hinder lag,
stoomde de „.Krakatau", ondanks den mist,
met volle kracht naar de plaats, waar de
„Tubantia" zinkende was.
Tusschen vijf en zes uur naderde men
deze plek. Eenige leege sloepen van de
Tubantia" dreven op zee rond. Juist wil
de men op de „Krakatau" de davidB in ge
reedheid brengen, om de sloepen op te
hijschen, toen een Hollandsche torpedoboot
naderde, die mededeelde, dat de sleepboot
„La Seine" van de Tugboat Comp. deze
wel op sleeptouw zou nemen. Ook kreeg de
gezagvoerder van de „Krakatau" te hoo
ren, dat assistentie niet meer noodzakelijk
Avas, daar de passagiers van d9 „Tubantia"
met eenige torpedobooten naar Vlissingen
zouden gaan.
Ook bleek, dab een groot deel van de be
manning, pl.m. 200, met de „Breda" naar
Rotterdam zou gaan. Voorts waren er op
de „La Campina" nog ongeveer 50 man.
-Assistentie behoefde dus de „Krakatau"
niet meer te verleenen, zoodat dit schip de
reis naar IJmuiden, welke door het nood
signaal onderbroken was, kon voortzetten.
En tegen zeven uur lag het in de sluizien.
Opnieuw was weer het groots nut van de
draadlooze telegrafie gebleken.
In den trein met de
schipbreukelingen.
Even halfelf reed de extra-trein met de
geredde passagiers en bemanning van de
Tubantia", \Toor zoover ze roet de
„Breda" te Hoek van Holland Waren bin
nengekomen, Haarlem binnen. In de ver
lichte coupe's zagen wij tegen de kussens
der coupe's geleund-^vrouAveu en meisjes
met loshangende haren sommigen hadden
dekens over zich heen getrokken ineenge
doken zitten. Zij waren nog zoo onder den
indruk van den doorgestanen schrik, na de
ontploffing, toon zij in nachttoilet naar het
dek moesten vliegen, dat zij zwijgend voor
zich uit staarden. De manlijke passagiers
hadden ook slechts enkele kleedingstukken
kunnen aantrekken, vóór zij in de sloepen
moesten. De meesten hunner waren vreem
delingen, Argentijnen, Spanjaarden, Duit
schers of Belgen. Éven keken zij naar
het perron, doch al spoedig, vermoeid door
al wat ze beleefd hadden, doken zij weer
weg, diep in de kussens... Officieren en be
manning, sommigen in uniform, de meesten
echter ook in de meest vreemdsoortige com
binatie van kleeren, keken door de coupé
raampjes naar buiten naar hun gezagvoer
der, kapitein Wytsma, die in Haarlem
den trein verliet, afgehaald door vrouw en
familieleden. Een luid hoera klonk, toen de
stoere kapitein, het type van een echten
HoUandschen zeeman, die zooveel koel
bloedigheid bij de ramp getoond had, op
het perron achterbleef. Het spreekt vanzelf,
dat hij in die oogenblikken geen gelegenheid
had ons to woord te staan.
Trouwens, de extra-trein vertrok, na
slechts enkele minuten gestopt te hebben.
In den trein spraken wij neg met eenige
passagiers.
Een paar Argentijnen, van wie een bij
het in de sloep springen aan Aroet en hand
gewond was, vertelde ons
„Tegen drie uur werden wij in onzen
slaap gewekt door een knal. Wij staken het
'electrisch licht op, dat gelukkig nog brandde
en gingen naar liet dek. Tegelijk rooken
Avij een vreemde lucht-,. Avelke van ontplof
zen, zqoals dat 'behoort. Het zou me alles
waard zijn om er bij te zijn en je gezioht
te zien.
Toen lachte hij een paar maal en blies
den laatsten adem uit, en Vossie Green
bleef een heelen tijd peinzen over zijn laat-,
ste Avoordeu.
Een paar dagen later werd de oude man
b-egraA-eu en Vossie stond er bij met een
grooten zakdoek voor zijn oogen en een ge
zicht, alsof hij geld verloren had, in. plaats
van gekregen. Toen gingen ze naar de boer
derij terug, en het eerste wat de school
meester deed, was alle \Touwen de deur
uitsturen, voor hij liét testament ging
lezen.
Waar is dat voor? vroeg Vossie ver
baasd.
-Dat zult u zien, zei de schoolmeester.
Da is mijn opdracht. Het is in uw eigen
belang, mijnheer Green; om u een kansje
te geven ten minste, dat zei uw oom.
Toen begon hij te lezen. Het was alles
duidelijk en eeirvoudig. De boerderij, heb
vee, twee woningen en het geld op de bank
Avas alles nagelaten aan Joseph Green, in
"de wandeling Vos3io genoemd, op voorAvaar
de. Zooveel •menschen feliciteerden Vos
sie en klopten hem op den schouder en
schreeuwden, dat de schoolmeester meest
AA-achten tot het st.il werd.
Op conditie, las hij toen met luider
stem, dat hij de eerste atouav uit Claybury,
vrijster of weduwe, die hem in tegenwoor
digheid van drie getuigen ten huAvelijk
fende gassen afkomstig was. Wij begrepen,
dat wij op een mijn waren geloopen, of
dat wij getorpilleerd waren. Door de gah-
gen langs de hutten klonken overal de
doordringende kreten van vrouwen en kin
deren.
Boven op het dek zagen wijdat de zee
kalni wa3. De lucht was betrekkelijk helder
en er Avas wein:g mist. Eenige sloepen Avaren
vernield. Bij het springen in onze sloep
verwondde een onzer zich aan voet en hand.
De meeste menschen in onze sloep hadden
slechts een hemd aan en waren dadelijk
nifc hun bed naar het dek gevlucht. In
onze sloep waren 12 personen, onder wie
een \touav en een kind.
Op het schip, dat ons later oppikte, was
weinig plaats 'ep dicht naast elkaar gehurkt
zaten de schipbreukelingen, die niets had
den kunnen redden en alles verloren had
den, tezamen..."
Zoo verbelden zij in korte zinnetjes wat
zij beleefd hadden op weg naar hun verre
vaderland.
Een der bedienden van het. uitgebreide
stewards-personeel van de „Tubantia'- gaf
het volgende verhaal:
„Ik was wakker in het logies, dat onder
de le klasse salon ligt. Vergis ik me niet,
dan zou de timmerman naar boven gaan
om bij heb vallen van het anker te helpen,
toen een doffe ontploffing klonk. Het
schip lag dadelijk stil. Toen ik naar het
dek ging, zag ik, dat in de „fumoir" do
drempels ontzet Avaren, zware koperen roe
den waren vernield. Over de verschansing
kijkende, zag ik nog boven de waterlijn een
scheur van een meter, aan stuurboordzijde
bij de bunkers, tegen ruim 2.
Ik bogreep, dat wij getorpedeerd waren
en niet op eon mijn aa-aren geloopen. Aan
stuurboordzijde waren 4 a 5 sloepen in
flarden geslagen en stukken hout hingen
nog aan do davids. Ik hielp bij het strij.
ken van oen der sloepen aan die zijde van
het schip. Om halfvijf verlieten wij het
schip. Ongeveer 20 personen, (inder wie twee
vrouwen en een paar kinderen, waren in
de 6loep. Wij, ontstaken flambouwen, om
de aandacht van schepen te trekken. Op
liet oogenblik, dat de ontploffing geschied
de, waren er geen schepen in de onmiddel
lijke nabijheid. Om ongeveer kwart voor
zeven werden wij door de „Breda" opge
pikt; de houding van den gezagvoerder \ran
de „.Breda" was schitterend. Hij voer naar
de' plaats van het ongeluk en pikte de
'meeste sloepen op. Ook de laatste' waarin
kapitein Weitsma, de eerste officier, mar
conist en nog eenige mannen waren. Deze
sloep was op eenigen afstand van de „Tu
bantia", toen eerst de kop onderdook,
daarop kreeg het schip -slagzij, richtte zich
weer op en verdweende twee sehoorsteenen
zagen wij nog even boven water. Te voren
was het water den grooten salon binnenge
drongen...
De kapitein en de officieren in de sloe
pen stonden rechtop en ontblootten bet
hoofd, toen hun schip in de golven ver-
aAveen... Dit was een aangrijpend gezicht,
dat wij nooit zullen vergeten!
Dadelijk na het zinken kwam een groote
toeveelheid wrakhout op het water drijven.
Op da „Breda" eprak ik den kAA'artier-
meester, die in het kraaiennest in den mast
had gezeten. Deze had duidelijk de baan, van
de torpedo,, die recht tegen de dwars-zijde
van het schip kwaih aanzetten, gezien.
Een der beddenden van de pantry sprong
dadelijk met een reddinggordel overboord.
Later werd hij dcor een sloep opgepikt. In
Heek van Holland zag ik hem. Door den
schrik waren zijn beide beenen verlamd.
Tct het laatste oogenblik werkte de
dr-,adlooze telegrafie nog.
Er zijn een paar sloepen omgeslagen,
maar of allen gered zijn, 13 moeilijk te zeg-
gfen."
Een Zuid-Amerikaanschö diplomaat ver
telde ons nog, dat de meeste passagiers, half
ontkleed, zich in de sloepen redden en geen
kleeren meer durfden te gaan halen. Zij
lden erg in de nachtelijke koude. Een pas
sagier Avist zijn valies met edeleteenen in
veiligheid te brengen, doch liet het later
in de sloep staan.
Ruim elf uur reed de trein het Centraal
station binnen. Een luid hoera klonk onder
de statiouskap den schipbreukelingen tege
moet. En het perron bood toen weer een
vraagt, zal trouwen. Als bij weigert, gaat
alles over aan de atouw.
Vossie was woest. Met half verstikte stem
vroeg hij het nog een3 ta hooren.
Op alle manier, mijnheer Green, zei
Henry Walker, kunt u met uw geld een
van de mooiste meisjes aran Claybury krij
gen.
Hoe zoo? fcegt Joe Chambers, hij moet
de eerste vrouw nemen die hem vraagt, hoe
oud ze ook is.
En meteen, zonder zelfs goeden dag te
zeggenspringt hij op en draaft weg.
Wat scheelt die nou? zegt Vossie.
Niemand wist 't en ze zaten elkaar aan
te kijken, tot opeens Henry Walker op
springt en ook wegrent.
Deugt de drank niet zegt Vossie weer.
De anderen schudden het hoofd, maar
Peters Gubbins, die eerst met open mond
had zitten staren, springt op en slaat met-
zijn* vuist op tafel.
Joe Chambers is zijn zuster gaan ha
len en Henry Walker ziin vrouw's zuster,
die al zes maanden bij hem inwoont.
Teen begrepen ze het allemaal en in twee
minuten tijd waren Vossie en de school
meester de eenigen in de kamer.
Dat is een mooie boel. zei Yossie. Stel
je voor. dat ik met Henry. Walker's schoon
zuster moet trouwenOef
De oudsten zullen het taaist zijn, zei
de schoolmeester, hoofdschuddend. Wat zilt
gij van plan te doen
Ik weet het niet, zegt Yossie. Het is
deerniewekkendon aanblik. De Hollandsche
passagiers, die xneerendeels door familie
leden werden afgehaald, werden omhelsd,
en omringd door hun familie, daalden zij
do stationstrappen af. Maar de arme Zuid-
Amerikanen en vreemdelingen, de I)uit-
sche meisjes met loshangende blonde haren,
met dekens over haar schouders werden
door niemand gelukgewenscht met do red
ding; zij liepen langzaam, omringd door
nieuwsgierigen, naar eon der Avachtkamers,
Avaar verschillende lieeren van het kantoor
personeel dor Holl. Lloyd hun van dienst
waren. Met. ataxen werden zij naar ver
schillende hotels gebracht. Dit Avas aan het
Centraal-Station goed geregeld voor de
schipbreukelingen, die alles verloren had
den,
De Purser vertelt.
De heer Schreuder, die pureer was
aan boord van de „.Tubantia", vertelde ons
hft volgende:
„Op het oogenblik dat de ontploffing
plaat3 had was het half drie. De meest-c
passagiers lagen te bed, doch allen half
gekleed. Het spreekt van zelf dat onmid
dellijk alles naar het dek vloog. Maar er
was geen sprake van paniek. Zoover ik kon
waarnemen was er alleen een dame die
jammerend heen en weer liep, doch door de
anderen tot kalmte werd gebracht. De be
manning hield zich voorbeeldig. Een ieder
ging onmiddellijk naar de sloep die van
te voren hem, voor geval van schipbreuk
of ontploffingen, was aangewezen. Eenige
wijziging moest er gebracht worden omdat
een van de 6lcepen men kan daaruit de
kracht van de torpedo nagaan aan
splinters was geslagen, hoewel de ontplof
fing twee meter beneden de waterlijn
plaats had aan stuurboordzijde. Een stuk
hout dat weggeslingerd werd bleef zitten
in de entennes voor de draadlooze tele-
graphie.
De kapitein was echter op zijn post en
gaf onmiddellijk de noodige bevelen, zoo
dat reeds na eenige minuten de eerste sloe
pen waren gestreken. Op dat oogenblik was
geen enkel schip in de nabijheid, zoodat
per draadlooze telegraphie naar alle kan
ten om hulp werd geseind. Een menigte
vuurpijlen werden yooris afgestoken om de
opmerkzaamheid le trekken. Het weer was
echter nog al mistig, zoodat het te bezien
staat of die' pijlen zijn opgemerkt. De zee
Avas echter vrij kalm, wat het- reddingswerk
vergemakkelijkte. Voor zoover ik kan na
gaan is niemand bij de rair.o om het leven
gekomen.
Toch is dat net op het kantje af. Toen
wij namelijk omstreeks 6 uur van boord
gingen alleen de kapitein met eenige
leden der bemanning kwamen nog in de
andere sloep na ons spartelde juist een
man onder aan de touAvladder. Geen minuut
langer had hij zich kannen houden. En een
eindje van het schip af dreef iemand op
een zwemgordel ii^ het water. Hoo dio daar
gekomen was. weet ik niet, maar ook hem
pikten wij op. Ongeveer een half uiirtje
later Ave bleven steeds zooveel mogelijk
in de nabijheid van het schip zagen we
op eenigen afstand een sloep in zinkenden
toestand, waarin vier menschen.
Alvorens men er in geslaagd was goed van
heb schip af te houden, was de sloep eenige
malen tegen het schip gestooten en daar
door zwaar beschadigd. Ook dezen schip
breukelingen werd een plaatsje in onze
sloep gegeven.
„Hoe weet u dat het een torpedo is ge
weest, waardoor het schip werd getroffen."
„Uit eigen aanschouwing weet ik, dat
natuurlijk niet. Maar de vierde stuurmag
die op de brug stond en de uitkijk hebben
beiden een lijn gezien van waterbellen in
de richting A*an het schip.
Om acht uur werden we opgepikt door
de kleine vrachtboot „Breda".
Algemeen bleek onder de geredden de
overtuiging te bestaan, dat het~schip inder
daad getorpedeerd is. Tóen de ontnloffing
plaats had lag trouwens de „Tuoantia"
reeds nagenoeg stil. Het anker was al uit
gegooid...
Zelfs de Duitsche Avouwelijke passagiers
waren overtuigd dat het een torpedo is ge-
Aveest. Eenige barer die we er naar vroe
gen, stemden het zuchtend toe:
,?Ach Gott ja, es war eine deutsche
Torpedo!"
Do sen i de r Gouwe aan
het woo rd.
Onder degenen die door de vrachtboot
„Breda" werden opgepikt was ook de
schilder Adriaan Ji'. Gouw» uit
Blarkurn, d:e met.de „Tubantia" was mode-
gegaan met de bedoeling naar Spanje te
vertrekken on daar cm jaartje te werken.
Toen de ontploffing plaats had lag de heer
Gouwe half gekleed te bod.
„Een angstig oogenblik". vertelde deze,
„heb ik vooral doorgemaakt toen de sloep
Avaarin ik met ongeveer twintig anderen
Imd plaats genomen zou worden gevierd.
Een touw bleef op een gegeven oogenblik
vast zitten, zoodnt de sloep geheel schuin
kwam te handen. We moesten ons aan de
banken var-tlclemmon om niet in zee te
■vallen. Toch maakte er een de tuimeling
naar beneden. Gelukkig kwam de sloop
spoedig weer recht en was toon spoedig op
het water. Ons eerste werk was natuurlijk
den man die er uit was gevallen naar bin
nen le hijschen".
„Duurde hot lang voordat de passagiers
in de sloepen waren?"
„Ik moet u zeggen ik weet het niet.
Ieder besef van tijd heb ik van dio oogen
blikken verloren. Hoe lang het duurde
voordat ik in de eloep was, de tijd dien
we tusschen hemel en aarde zweefden, ik
wéét h*t niet. Zelfs heb ik in mijn herin
nering geen vaag idee meer van den tijd
gedurende welken we ronddobberden. Het
volgde allee zoo 6nel op elkaar...
Ik geloof dat do „Breda" wel 200 schip
breukelingen opnam. We zaten en lagen
als haringen in een ton... toch weer geluk
kig met de Avetenschap gered te zijn.
Om vijf uur kwamen we aan den Hoek
van Holland. Juist voer ons een grootere
boot voorbij. Per scheepsroeper werd ons
verteld dat ook daar een twintigtal gered
den aan boord was. Den geheel en dag
hebben we niets gegeten dan een paar
scheepsbeschuiten. Gelukkig werd te Maas
sluis voor ons allen een warme maaltijd
in gereedheid gebracht."
Nader vernemen wij, dat de „Tubantia"
voor ongeveer de tegenwoordige boekwaarde
(vier millioen) A-erzekerd was. De kostprijs
bedroeg 44 millioen. Een dergelijk schip
zou thans zeker tweemaal zooveel kosten,
geeteld al dat er gelegenheid was het te
laten bouwen. De „Tubantia" had de mail
aam boord en ongeveer 700 ton lading, uit
stukgoederen bestaande.
Nog vernemen wij, dat de kapitein ge
seind heeft, dat er een hevige ontploffing
aan boord plaats had toen het schip getrof
fen Averd.
Volgens mededeeling der maatschappij
is te half een een torpedoboot te Ylissingen
aangekomen met 65 leden van de beman
ning der „Tubantia".
Het dubbelscbroefstoomschip „Tubantia"
werd in 1914 te Glasgow bij II. Stephen and
Sons Ltd. gebouwd. Het schip heeft pen
bruto-inhoud van 13,911, een netto-inhoud
van 8561 ton.
Het schip waa ingericht voor het a-ervoer
van 280 eerste klasse en 220 middel-kla^e
passagiers, terwijl in de verbeterde derde
klasse plaats was voor 135 en in de gewone
derde klasse voor 900 passagiers. Het schip
bood bovendien ruimte voor het vervoer
van een aanmerkelijke hoeveelheid lading.
Het A'aartuig was voorzien van de mo
dernste veiligheids- en zekerheidsinrichtin
gen op het gebied van passagiersvervoer;
Marconi's draadlooze telegrafie, Stone
Lloyd's systeem voor automatische gelijktij
dige sluiting van de commandobrug af der
waterdichte deuren; Clayton's desinfectie-
en brandbluschapparaat, onderwaterklok-
kensignalen, vrieslokalen en koelkamers voor
het vervoer van bevroren vleesch, vruchten
en andere bederf lijko waren. Het schip
voldeed behalve aan alle eischen van de
Nederlandsche Schepenwet aan die van
Lloyd's en van den Engelschen Board of
Trade gesteld voor passagiersschepen.
De „Tubantia" en haar zusterschip de
„Gelria" waren de beide grootste booten
die van Amsterdam uit zee kozen.
Uit Ylissingen.
Onze correspondent te Vlissingen meldt
Donderdagmiddag ruim twee uur zijn te
zoo plotseling. Maar ze moeten drie getui
gen hebben, dat is één troost. Ik wou dat
ik Joe Chambers eens kon zeggen, W3t ik
van hem en zijn lie\re zuster denk.
Het was grappig te zien, hoe de Arrouwen
het opnamen. De q^n na de ander zei, dat
het een beleediging voor haar geslacht was,
en als Vossie Green moe3t Avachten, tot ze
hem ten huwelijk vroegen, zou hij lang
kunnen wachten. Dreumissen van 14 en
15 jaar trokken haar neus op, alsof zij Green
en zijn geld maar voor het nemen had
den, maar niet wilden; en oude vrouwen
a*an 70 en meer zeiden, dat al3 Vossie haar
trouAven wou, hij ze vragen moest en meer
dan eens ook. Maar toch moesten de meisjes
die in de stad dienden, terugkomen, omdat
ze daar niot aarden konden; en in bijna
ieder huis in Claybury logeerde een schoon
zuster of een nichtje. D9 een om die re
den, en de andere om deze; maar Vossie
Green werd heel email niet genoemd.
VrouAven houden altijd graag den schijn
op. Zij zouden er geen va a allen bezwaar
in hebben gezien, Vossie te a-ragen en te
kriigon; maar zo zouden gestorven zijn
van schaamte, als ze 't geprobeerd hadden
en 't Avas niet gelukt. En in stilte konden
ze niets doen, omdat drie getuigen er bij
moesten ziju.
Heel Claybury praatte enrver, Yossie, ook
niet dom, begon met het werkmeisje weg
te sturen en twee groote honden te koopen
en ze vast te leggen, een aan de voor- en een
aan de achterdeur. Beate honden, die van
tijd tot tijd Vossie beten om te toonen, dat
ze hun plicht kenden.
Eens cp een dag kwam William Hall
met zijn Avagen voor de deur, en zei dat
hij wat mcoie varkeus gekocht, en Yossie
daaruit zijn keus wou laten doen. Vossie
liet hem vragen binnen te komen. Toen
hield de knecht den hond vast, terwijl Wil
liam de deur inging.
Toen Vossie het hoorde, was hij erg ia
zijn schik.
Jij bent een beste vent, William, zei
hij. Ik heb al lang een paar varkens willen
koopen maar ik durf de deur niet uit.
Toen wendde hij zich tot Georg Smith,
den knecht dien hij had genomen, nadat hij
de werkmeid had weggestuurd, ei zei:
Heb je verstand \*an varkens?
Als ik er een zie, weet ik dat het een
ararken is.
Meer hoeft niet, zei Voesie. Ga eens
kijken.
Hall schrikte, toen George de deur uit
ging en toen deze terugkwam, zei hij, dat
onder het kleed Hali's zuster zat met twee
van haar ne-ren. Hall zei, dat 't een mop
was. Maar Vossie zei, dat hij niet van mop
pen hield, en als Hall daeht, dat hij of Geor
ge den hond zouden vasthouden, als hij as
deur uitging, was hij abuis.
(Slct tolgt.)