No. 249. Zondag 19 Maart 1916 Orgaan voor Leger en Vloot Onder redactie van D. MANASSEN. Se „TiÉnlia" getorpedeerd. Be man wikt, k vrouw beschikt TWËËDEJ AARGANG. SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAA1. DIT BLAD VERSCHUNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOORBURGERS 2 CENT. ABONNE MENT VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS ƒ1.50 P. DRIEMAANDEN Voor Aiverten;ir-n wende men zich tot onze A Amsterdam. Prys der Adverter.tiën per regel deel-'ugen op de tweede, derde en vierde pagina reductie. Pa|fsirin35traat 10. r Jr.gezondan Mede- f. Bü abonnement De IFrarsscfoe vesting Beüert. Er ia een gedeelte van 'fi Westerfront, waar van den beginne van den oorlog af, het minst verandering in den toestand is gekomen, dat is in de Vogezen. Daar zijn de posities nog zoo goed als geheel dezelfde als na de eerste weken, en staan de Duitschers slechts langs een betrekkelijk smalle reep op vijandelijk gebied, terwijl de Franschen zelfs, een stuk fan den Elzas bezet hebben. Dit komt vooral, omdat een rij Fransche vestingen den vijand hier tegenhouden. Onder die vestingen is Belfort een der sterkste en de Duitschers hebben meermalen vergeefs beproefd er zich van meester te maken. We geven hier een kaart van Belfort en den omtrek. Eii" is weer een Nedorlandsch snhip in den grond geiboord. Eon onzer mooiste en groot ste passagiersbeotenvan den Koninklijken HoiïkundscRen Lloyd, is op de uitreis van Amsterdam tnaar Buenos Ayres Donderdag morgen in de Noordzee, nabij heb Noord- Hindèr-liohtschip door een torpedo getrof fen en gezonken. Kon men in 't eerst nog vermoeden, dab het- sohip op een mijn ge- stooten was, beëedigde verklaringen van officieren van heb stoomschip heffen daar omtrent allen twijfel op. Heb Departement van Marine heeft mee gedeeld, dat uit beëedigde verklaringen van den lsten en 4en officier en van den uitkijk van de ,,Tubantia" is gebleken, dat heb stoomschip door een torpedo is getroffen, daar de witte streep (bellenbaan), .door een gelanceerde torpedo veroorzaakt, duidelijk dcor hen is waargenomen. Toen deze streep op het midden van het schip uit kwam, volgde de ontploffing. Het torpedeerden geschiedde Donderdag morgen om kwart ever twee, feitelijk dus in den nacht, toen het nog donker was; het schip werd getroffen midscheeps onder de voorplaat, twee nieter beneden de water lijn aan stuurboordzijde; terwijl ook een stuk van de brug wegsloeg. De uitwerking der ontploffing van de torpedo moet ver schrikkelijk geweest zijn. Evenwel bleef het schip betrekkelijk lang drijvende en zonk eairst ongeveer half zes in 17 vaam water. De directie van den HoUandschen Lloyd ontving te 2 u. 25 min. Donderdagmorgen een telegram van den kapitein van de „Tubantia", K. H. K. Wijtsma, inet do mededeeling in het Engelsch: „Zijn ge troffen door een torpedo. Verkeeren in zin kenden toestand". Ruim drie uur later, te 5.36, kwam het draadlooze bericht, dat de toestand van het schip onhoudbaar was en dat de kapitein met die leden der bemanning, welke nog aan boord waren gebleven, het schip had ver laten. De passagiers en een groot deel der be manning hadden reeds dadelijk heb schip yerlaten. Zeer' waarschijnlijk lag de „Tubantia" met het oog op de duisternis en den mist voor anker bij de Noord-Hinder, toen zij ge torpedeerd werd. Neen, zei de oude man in antwoord op een vraag, vrijgezellen zijn hier niet veel. Claybury was altijd een trouwlustig dorp, niet, omdat' de vrouwen er zooveel mooier zijn, maar orndab ze zooveel slim mer zijn. Ik heb zelf al twee vrouwen be graven, en nog moet ik oppassen, zoo oud als ik ben. Claybury heeft nu eenmaal den naam en ze zien hier zelfs niet graag een weduwnaar. Ja, we hebben wel jongelui gehad die zeiden, dat ze niet wilden trouwen. Daar had je Jim Bum bij voorbaslcl en verle den week hebben vier van zijn kleinkinde ren hem naar zijn graf gedragen; en Wal ter Bree, die zei dat iemand die trouwde, niet wel bij zijn hoofd was en hij moet nu drie jaar zitten voor bigamie. Maar één man hadden we hier toch, dien do vrouiweu niet konden inpikken, al de den ze ook nog zoo hun best.. Hij was een klein leel k ventje met rood haar en een gezicht, als een bos. Daarom noemden zs hem Vossie en hij bleef jaren lang onge trouwd. En niet dat hij niet van 't gezelschap van vrouwen hieldDat maakte ze juist zoo- Avoertl Hij zsa dat hij teyee] van. alle Behalve dit eerste bericht zijn er natuur lijk talrijke andere, gekomen, waaruit wij het voornaamste overnemen. Gelukkig wa ren er eenige schepen in de buurt en dé Nederlandsche vrachtboot „Breda" kon al dadelijk een aantal passagiers uit de sloepen overnemenUit Vlisringen wer den, zoodra er bericht kwam van de tor pedeering, de loodstransportschepen „Ccertzem" en „Ylissingen 3" con torpe doboot, een marine-sleepboot en een red- ding?lcepboct ter'.assistentie naar de Hin der gezonden. Het gevolg van deze spoe dige Aulp en 'van de kranige léiding bij de redding door den kapitein en de officieren der „Tubantia" zou zijn, maar dit is nog niet goheei zekér, dat al de passa giers en ook de bemanning, enkeion uit gezonderd, gered werden. De berichten omtrent de ramp zijn nog eenigszins verward. Vei-sohillende schepen, o.a. de „Breda" zijn met geredden aange komen en een aantal hunner zijn onder vraagd als ooggetuigen en hebben verhalen gegeven, waarvan wij er hier eeuige afdruk ken. D e „K rakatau". In de avondschemering, juist toen de lich ten aan de sluizen en semaphore opgedraaid werden en de vuurtoren zijn lichtbundels boven zee en land wierp, kwam de „Kra katau", van de Maatschappij Nederland, tusschen de pieren IJmuiden binnen stoo- men. Volgens de eerste berichten zouden op de „Krakatau" leden van de equipage en passagiers van de .Tubantia" zich bevin den. Daarom bevonden zich in IJmuiden eenige familie-leden van passagiers en op varenden van het verongelukte schip, als ook eenige heer en van den Kon. HoUand schen Lloyd, teneinde de belangen van deze' passagiers te behartigen. Rondom de groote shiizen stond het tegen zes uur zwart van de menschen, want in IJmuiden had het bericht van het zinken van een der mooiste booten, welke daar ge regeld passeert en Woensdag nog voor de laatste maal geschut was, ook sensatie ver oorzaakt. Half IJmuiden liep ook uit, toen de „Krakatau" door de semaphore gesigna leerd werd. Doch al spoedig kwam het teleurstellen de bericht, dab de „Krakatau" niemand van de „Tubantia" aan boord had. hield om zich aan één te binden, dan kon hij 's avonds de getrouwde lui tergen door te rekeaien, hoeveel potjes bier hun kinde ren aan schoenen versleten. Soms kwam zijn oom Ebenezer Green er bij zitten. Hij was een flinke, krasse vent en die zat. dan soms er hij te lachen dat zijn stoel ea* van schudde en als Yossie zoo iets z,ei, dam had hij schik, alsof hij een mop wist, maar niet vertellen wou. Als ik dood ben, trouw jo toch, Yos sie, zei hij dan. Ik niet, zegt Vossie. Dan begon de oude man weer te lachen en zei iets van vossenjachten en dat hij maar zijn oogen behoefde dicht te doen om Vossie te zien loopen, met heel Claybury achter hem aan. En die dorst dan niet te zeggen, omdat hij de hoerden-ij en het geld van den ouden man meest erven, zoodat hij dan maar zijn mond hield en meêlachto. Toen Vossie zoowat drie en veertig was, stierf zijn oom. Op het laatst scheen de oude man zijn verstand te verliezen, want hij zei, dat hij nu zoo blij was, dat hij al tijd een goed mensch was gOAveest en sprak van verscheidene uitstaande schulden, waar niemand zich iets van kon herinneren. Ik héb mijn testament .gemaakt, Vo: sie, en de schoolmeester heeft het. Ilc heb jou alles nagelaten. In orde, zegt Vossie. Dank u wel. N& da begrafenis z&l hij. heb yoorle- Doch toen het schip tegen zeven uur in de sluizen lag en vele IJmuidenaars al weer naar hun stadje teruggekeerd waren, kre gen wij toch nog enkele bijzonderheden to hooren, die de moeite waard zijn, om ver meld te worden. Het wa'3 juist drie uur zoo A'er telde men ons toen de gezagvoerder de marco nist liet opkloppen, om aan Scheveningen de gesteldheid van het weder ts vragen Met het oog op den dikken mist lag de „Kra katau", die op de thuisreis was, bij het vuurschip „Schouwenbank" tén anker. In plaats van het Aveerbericht, dat misschien zou luiden: „mist opgetrokken", klonk in de telefoon-hoorns in morse-teek ens het noodlottige bericht: „Tubantia" in zinken den toestand". Dadelijk Averd dit aan den kapitein gemeld, en terAvijl in de „rnarconi- capin" nog allerlei berichten, S.O.S.-seinen en geroep om assistentie opgevangwi wer den, ook door de „Banka" afgezonden, die in de nabijheid van den Noord-Hinder lag, stoomde de „.Krakatau", ondanks den mist, met volle kracht naar de plaats, waar de „Tubantia" zinkende was. Tusschen vijf en zes uur naderde men deze plek. Eenige leege sloepen van de Tubantia" dreven op zee rond. Juist wil de men op de „Krakatau" de davidB in ge reedheid brengen, om de sloepen op te hijschen, toen een Hollandsche torpedoboot naderde, die mededeelde, dat de sleepboot „La Seine" van de Tugboat Comp. deze wel op sleeptouw zou nemen. Ook kreeg de gezagvoerder van de „Krakatau" te hoo ren, dat assistentie niet meer noodzakelijk Avas, daar de passagiers van d9 „Tubantia" met eenige torpedobooten naar Vlissingen zouden gaan. Ook bleek, dab een groot deel van de be manning, pl.m. 200, met de „Breda" naar Rotterdam zou gaan. Voorts waren er op de „La Campina" nog ongeveer 50 man. -Assistentie behoefde dus de „Krakatau" niet meer te verleenen, zoodat dit schip de reis naar IJmuiden, welke door het nood signaal onderbroken was, kon voortzetten. En tegen zeven uur lag het in de sluizien. Opnieuw was weer het groots nut van de draadlooze telegrafie gebleken. In den trein met de schipbreukelingen. Even halfelf reed de extra-trein met de geredde passagiers en bemanning van de Tubantia", \Toor zoover ze roet de „Breda" te Hoek van Holland Waren bin nengekomen, Haarlem binnen. In de ver lichte coupe's zagen wij tegen de kussens der coupe's geleund-^vrouAveu en meisjes met loshangende haren sommigen hadden dekens over zich heen getrokken ineenge doken zitten. Zij waren nog zoo onder den indruk van den doorgestanen schrik, na de ontploffing, toon zij in nachttoilet naar het dek moesten vliegen, dat zij zwijgend voor zich uit staarden. De manlijke passagiers hadden ook slechts enkele kleedingstukken kunnen aantrekken, vóór zij in de sloepen moesten. De meesten hunner waren vreem delingen, Argentijnen, Spanjaarden, Duit schers of Belgen. Éven keken zij naar het perron, doch al spoedig, vermoeid door al wat ze beleefd hadden, doken zij weer weg, diep in de kussens... Officieren en be manning, sommigen in uniform, de meesten echter ook in de meest vreemdsoortige com binatie van kleeren, keken door de coupé raampjes naar buiten naar hun gezagvoer der, kapitein Wytsma, die in Haarlem den trein verliet, afgehaald door vrouw en familieleden. Een luid hoera klonk, toen de stoere kapitein, het type van een echten HoUandschen zeeman, die zooveel koel bloedigheid bij de ramp getoond had, op het perron achterbleef. Het spreekt vanzelf, dat hij in die oogenblikken geen gelegenheid had ons to woord te staan. Trouwens, de extra-trein vertrok, na slechts enkele minuten gestopt te hebben. In den trein spraken wij neg met eenige passagiers. Een paar Argentijnen, van wie een bij het in de sloep springen aan Aroet en hand gewond was, vertelde ons „Tegen drie uur werden wij in onzen slaap gewekt door een knal. Wij staken het 'electrisch licht op, dat gelukkig nog brandde en gingen naar liet dek. Tegelijk rooken Avij een vreemde lucht-,. Avelke van ontplof zen, zqoals dat 'behoort. Het zou me alles waard zijn om er bij te zijn en je gezioht te zien. Toen lachte hij een paar maal en blies den laatsten adem uit, en Vossie Green bleef een heelen tijd peinzen over zijn laat-, ste Avoordeu. Een paar dagen later werd de oude man b-egraA-eu en Vossie stond er bij met een grooten zakdoek voor zijn oogen en een ge zicht, alsof hij geld verloren had, in. plaats van gekregen. Toen gingen ze naar de boer derij terug, en het eerste wat de school meester deed, was alle \Touwen de deur uitsturen, voor hij liét testament ging lezen. Waar is dat voor? vroeg Vossie ver baasd. -Dat zult u zien, zei de schoolmeester. Da is mijn opdracht. Het is in uw eigen belang, mijnheer Green; om u een kansje te geven ten minste, dat zei uw oom. Toen begon hij te lezen. Het was alles duidelijk en eeirvoudig. De boerderij, heb vee, twee woningen en het geld op de bank Avas alles nagelaten aan Joseph Green, in "de wandeling Vos3io genoemd, op voorAvaar de. Zooveel •menschen feliciteerden Vos sie en klopten hem op den schouder en schreeuwden, dat de schoolmeester meest AA-achten tot het st.il werd. Op conditie, las hij toen met luider stem, dat hij de eerste atouav uit Claybury, vrijster of weduwe, die hem in tegenwoor digheid van drie getuigen ten huAvelijk fende gassen afkomstig was. Wij begrepen, dat wij op een mijn waren geloopen, of dat wij getorpilleerd waren. Door de gah- gen langs de hutten klonken overal de doordringende kreten van vrouwen en kin deren. Boven op het dek zagen wijdat de zee kalni wa3. De lucht was betrekkelijk helder en er Avas wein:g mist. Eenige sloepen Avaren vernield. Bij het springen in onze sloep verwondde een onzer zich aan voet en hand. De meeste menschen in onze sloep hadden slechts een hemd aan en waren dadelijk nifc hun bed naar het dek gevlucht. In onze sloep waren 12 personen, onder wie een \touav en een kind. Op het schip, dat ons later oppikte, was weinig plaats 'ep dicht naast elkaar gehurkt zaten de schipbreukelingen, die niets had den kunnen redden en alles verloren had den, tezamen..." Zoo verbelden zij in korte zinnetjes wat zij beleefd hadden op weg naar hun verre vaderland. Een der bedienden van het. uitgebreide stewards-personeel van de „Tubantia'- gaf het volgende verhaal: „Ik was wakker in het logies, dat onder de le klasse salon ligt. Vergis ik me niet, dan zou de timmerman naar boven gaan om bij heb vallen van het anker te helpen, toen een doffe ontploffing klonk. Het schip lag dadelijk stil. Toen ik naar het dek ging, zag ik, dat in de „fumoir" do drempels ontzet Avaren, zware koperen roe den waren vernield. Over de verschansing kijkende, zag ik nog boven de waterlijn een scheur van een meter, aan stuurboordzijde bij de bunkers, tegen ruim 2. Ik bogreep, dat wij getorpedeerd waren en niet op eon mijn aa-aren geloopen. Aan stuurboordzijde waren 4 a 5 sloepen in flarden geslagen en stukken hout hingen nog aan do davids. Ik hielp bij het strij. ken van oen der sloepen aan die zijde van het schip. Om halfvijf verlieten wij het schip. Ongeveer 20 personen, (inder wie twee vrouwen en een paar kinderen, waren in de 6loep. Wij, ontstaken flambouwen, om de aandacht van schepen te trekken. Op liet oogenblik, dat de ontploffing geschied de, waren er geen schepen in de onmiddel lijke nabijheid. Om ongeveer kwart voor zeven werden wij door de „Breda" opge pikt; de houding van den gezagvoerder \ran de „.Breda" was schitterend. Hij voer naar de' plaats van het ongeluk en pikte de 'meeste sloepen op. Ook de laatste' waarin kapitein Weitsma, de eerste officier, mar conist en nog eenige mannen waren. Deze sloep was op eenigen afstand van de „Tu bantia", toen eerst de kop onderdook, daarop kreeg het schip -slagzij, richtte zich weer op en verdweende twee sehoorsteenen zagen wij nog even boven water. Te voren was het water den grooten salon binnenge drongen... De kapitein en de officieren in de sloe pen stonden rechtop en ontblootten bet hoofd, toen hun schip in de golven ver- aAveen... Dit was een aangrijpend gezicht, dat wij nooit zullen vergeten! Dadelijk na het zinken kwam een groote toeveelheid wrakhout op het water drijven. Op da „Breda" eprak ik den kAA'artier- meester, die in het kraaiennest in den mast had gezeten. Deze had duidelijk de baan, van de torpedo,, die recht tegen de dwars-zijde van het schip kwaih aanzetten, gezien. Een der beddenden van de pantry sprong dadelijk met een reddinggordel overboord. Later werd hij dcor een sloep opgepikt. In Heek van Holland zag ik hem. Door den schrik waren zijn beide beenen verlamd. Tct het laatste oogenblik werkte de dr-,adlooze telegrafie nog. Er zijn een paar sloepen omgeslagen, maar of allen gered zijn, 13 moeilijk te zeg- gfen." Een Zuid-Amerikaanschö diplomaat ver telde ons nog, dat de meeste passagiers, half ontkleed, zich in de sloepen redden en geen kleeren meer durfden te gaan halen. Zij lden erg in de nachtelijke koude. Een pas sagier Avist zijn valies met edeleteenen in veiligheid te brengen, doch liet het later in de sloep staan. Ruim elf uur reed de trein het Centraal station binnen. Een luid hoera klonk onder de statiouskap den schipbreukelingen tege moet. En het perron bood toen weer een vraagt, zal trouwen. Als bij weigert, gaat alles over aan de atouw. Vossie was woest. Met half verstikte stem vroeg hij het nog een3 ta hooren. Op alle manier, mijnheer Green, zei Henry Walker, kunt u met uw geld een van de mooiste meisjes aran Claybury krij gen. Hoe zoo? fcegt Joe Chambers, hij moet de eerste vrouw nemen die hem vraagt, hoe oud ze ook is. En meteen, zonder zelfs goeden dag te zeggenspringt hij op en draaft weg. Wat scheelt die nou? zegt Vossie. Niemand wist 't en ze zaten elkaar aan te kijken, tot opeens Henry Walker op springt en ook wegrent. Deugt de drank niet zegt Vossie weer. De anderen schudden het hoofd, maar Peters Gubbins, die eerst met open mond had zitten staren, springt op en slaat met- zijn* vuist op tafel. Joe Chambers is zijn zuster gaan ha len en Henry Walker ziin vrouw's zuster, die al zes maanden bij hem inwoont. Teen begrepen ze het allemaal en in twee minuten tijd waren Vossie en de school meester de eenigen in de kamer. Dat is een mooie boel. zei Yossie. Stel je voor. dat ik met Henry. Walker's schoon zuster moet trouwenOef De oudsten zullen het taaist zijn, zei de schoolmeester, hoofdschuddend. Wat zilt gij van plan te doen Ik weet het niet, zegt Yossie. Het is deerniewekkendon aanblik. De Hollandsche passagiers, die xneerendeels door familie leden werden afgehaald, werden omhelsd, en omringd door hun familie, daalden zij do stationstrappen af. Maar de arme Zuid- Amerikanen en vreemdelingen, de I)uit- sche meisjes met loshangende blonde haren, met dekens over haar schouders werden door niemand gelukgewenscht met do red ding; zij liepen langzaam, omringd door nieuwsgierigen, naar eon der Avachtkamers, Avaar verschillende lieeren van het kantoor personeel dor Holl. Lloyd hun van dienst waren. Met. ataxen werden zij naar ver schillende hotels gebracht. Dit Avas aan het Centraal-Station goed geregeld voor de schipbreukelingen, die alles verloren had den, De Purser vertelt. De heer Schreuder, die pureer was aan boord van de „.Tubantia", vertelde ons hft volgende: „Op het oogenblik dat de ontploffing plaat3 had was het half drie. De meest-c passagiers lagen te bed, doch allen half gekleed. Het spreekt van zelf dat onmid dellijk alles naar het dek vloog. Maar er was geen sprake van paniek. Zoover ik kon waarnemen was er alleen een dame die jammerend heen en weer liep, doch door de anderen tot kalmte werd gebracht. De be manning hield zich voorbeeldig. Een ieder ging onmiddellijk naar de sloep die van te voren hem, voor geval van schipbreuk of ontploffingen, was aangewezen. Eenige wijziging moest er gebracht worden omdat een van de 6lcepen men kan daaruit de kracht van de torpedo nagaan aan splinters was geslagen, hoewel de ontplof fing twee meter beneden de waterlijn plaats had aan stuurboordzijde. Een stuk hout dat weggeslingerd werd bleef zitten in de entennes voor de draadlooze tele- graphie. De kapitein was echter op zijn post en gaf onmiddellijk de noodige bevelen, zoo dat reeds na eenige minuten de eerste sloe pen waren gestreken. Op dat oogenblik was geen enkel schip in de nabijheid, zoodat per draadlooze telegraphie naar alle kan ten om hulp werd geseind. Een menigte vuurpijlen werden yooris afgestoken om de opmerkzaamheid le trekken. Het weer was echter nog al mistig, zoodat het te bezien staat of die' pijlen zijn opgemerkt. De zee Avas echter vrij kalm, wat het- reddingswerk vergemakkelijkte. Voor zoover ik kan na gaan is niemand bij de rair.o om het leven gekomen. Toch is dat net op het kantje af. Toen wij namelijk omstreeks 6 uur van boord gingen alleen de kapitein met eenige leden der bemanning kwamen nog in de andere sloep na ons spartelde juist een man onder aan de touAvladder. Geen minuut langer had hij zich kannen houden. En een eindje van het schip af dreef iemand op een zwemgordel ii^ het water. Hoo dio daar gekomen was. weet ik niet, maar ook hem pikten wij op. Ongeveer een half uiirtje later Ave bleven steeds zooveel mogelijk in de nabijheid van het schip zagen we op eenigen afstand een sloep in zinkenden toestand, waarin vier menschen. Alvorens men er in geslaagd was goed van heb schip af te houden, was de sloep eenige malen tegen het schip gestooten en daar door zwaar beschadigd. Ook dezen schip breukelingen werd een plaatsje in onze sloep gegeven. „Hoe weet u dat het een torpedo is ge weest, waardoor het schip werd getroffen." „Uit eigen aanschouwing weet ik, dat natuurlijk niet. Maar de vierde stuurmag die op de brug stond en de uitkijk hebben beiden een lijn gezien van waterbellen in de richting A*an het schip. Om acht uur werden we opgepikt door de kleine vrachtboot „Breda". Algemeen bleek onder de geredden de overtuiging te bestaan, dat het~schip inder daad getorpedeerd is. Tóen de ontnloffing plaats had lag trouwens de „Tuoantia" reeds nagenoeg stil. Het anker was al uit gegooid... Zelfs de Duitsche Avouwelijke passagiers waren overtuigd dat het een torpedo is ge- Aveest. Eenige barer die we er naar vroe gen, stemden het zuchtend toe: ,?Ach Gott ja, es war eine deutsche Torpedo!" Do sen i de r Gouwe aan het woo rd. Onder degenen die door de vrachtboot „Breda" werden opgepikt was ook de schilder Adriaan Ji'. Gouw» uit Blarkurn, d:e met.de „Tubantia" was mode- gegaan met de bedoeling naar Spanje te vertrekken on daar cm jaartje te werken. Toen de ontploffing plaats had lag de heer Gouwe half gekleed te bod. „Een angstig oogenblik". vertelde deze, „heb ik vooral doorgemaakt toen de sloep Avaarin ik met ongeveer twintig anderen Imd plaats genomen zou worden gevierd. Een touw bleef op een gegeven oogenblik vast zitten, zoodnt de sloep geheel schuin kwam te handen. We moesten ons aan de banken var-tlclemmon om niet in zee te ■vallen. Toch maakte er een de tuimeling naar beneden. Gelukkig kwam de sloop spoedig weer recht en was toon spoedig op het water. Ons eerste werk was natuurlijk den man die er uit was gevallen naar bin nen le hijschen". „Duurde hot lang voordat de passagiers in de sloepen waren?" „Ik moet u zeggen ik weet het niet. Ieder besef van tijd heb ik van dio oogen blikken verloren. Hoe lang het duurde voordat ik in de eloep was, de tijd dien we tusschen hemel en aarde zweefden, ik wéét h*t niet. Zelfs heb ik in mijn herin nering geen vaag idee meer van den tijd gedurende welken we ronddobberden. Het volgde allee zoo 6nel op elkaar... Ik geloof dat do „Breda" wel 200 schip breukelingen opnam. We zaten en lagen als haringen in een ton... toch weer geluk kig met de Avetenschap gered te zijn. Om vijf uur kwamen we aan den Hoek van Holland. Juist voer ons een grootere boot voorbij. Per scheepsroeper werd ons verteld dat ook daar een twintigtal gered den aan boord was. Den geheel en dag hebben we niets gegeten dan een paar scheepsbeschuiten. Gelukkig werd te Maas sluis voor ons allen een warme maaltijd in gereedheid gebracht." Nader vernemen wij, dat de „Tubantia" voor ongeveer de tegenwoordige boekwaarde (vier millioen) A-erzekerd was. De kostprijs bedroeg 44 millioen. Een dergelijk schip zou thans zeker tweemaal zooveel kosten, geeteld al dat er gelegenheid was het te laten bouwen. De „Tubantia" had de mail aam boord en ongeveer 700 ton lading, uit stukgoederen bestaande. Nog vernemen wij, dat de kapitein ge seind heeft, dat er een hevige ontploffing aan boord plaats had toen het schip getrof fen Averd. Volgens mededeeling der maatschappij is te half een een torpedoboot te Ylissingen aangekomen met 65 leden van de beman ning der „Tubantia". Het dubbelscbroefstoomschip „Tubantia" werd in 1914 te Glasgow bij II. Stephen and Sons Ltd. gebouwd. Het schip heeft pen bruto-inhoud van 13,911, een netto-inhoud van 8561 ton. Het schip waa ingericht voor het a-ervoer van 280 eerste klasse en 220 middel-kla^e passagiers, terwijl in de verbeterde derde klasse plaats was voor 135 en in de gewone derde klasse voor 900 passagiers. Het schip bood bovendien ruimte voor het vervoer van een aanmerkelijke hoeveelheid lading. Het A'aartuig was voorzien van de mo dernste veiligheids- en zekerheidsinrichtin gen op het gebied van passagiersvervoer; Marconi's draadlooze telegrafie, Stone Lloyd's systeem voor automatische gelijktij dige sluiting van de commandobrug af der waterdichte deuren; Clayton's desinfectie- en brandbluschapparaat, onderwaterklok- kensignalen, vrieslokalen en koelkamers voor het vervoer van bevroren vleesch, vruchten en andere bederf lijko waren. Het schip voldeed behalve aan alle eischen van de Nederlandsche Schepenwet aan die van Lloyd's en van den Engelschen Board of Trade gesteld voor passagiersschepen. De „Tubantia" en haar zusterschip de „Gelria" waren de beide grootste booten die van Amsterdam uit zee kozen. Uit Ylissingen. Onze correspondent te Vlissingen meldt Donderdagmiddag ruim twee uur zijn te zoo plotseling. Maar ze moeten drie getui gen hebben, dat is één troost. Ik wou dat ik Joe Chambers eens kon zeggen, W3t ik van hem en zijn lie\re zuster denk. Het was grappig te zien, hoe de Arrouwen het opnamen. De q^n na de ander zei, dat het een beleediging voor haar geslacht was, en als Vossie Green moe3t Avachten, tot ze hem ten huwelijk vroegen, zou hij lang kunnen wachten. Dreumissen van 14 en 15 jaar trokken haar neus op, alsof zij Green en zijn geld maar voor het nemen had den, maar niet wilden; en oude vrouwen a*an 70 en meer zeiden, dat al3 Vossie haar trouAven wou, hij ze vragen moest en meer dan eens ook. Maar toch moesten de meisjes die in de stad dienden, terugkomen, omdat ze daar niot aarden konden; en in bijna ieder huis in Claybury logeerde een schoon zuster of een nichtje. D9 een om die re den, en de andere om deze; maar Vossie Green werd heel email niet genoemd. VrouAven houden altijd graag den schijn op. Zij zouden er geen va a allen bezwaar in hebben gezien, Vossie te a-ragen en te kriigon; maar zo zouden gestorven zijn van schaamte, als ze 't geprobeerd hadden en 't Avas niet gelukt. En in stilte konden ze niets doen, omdat drie getuigen er bij moesten ziju. Heel Claybury praatte enrver, Yossie, ook niet dom, begon met het werkmeisje weg te sturen en twee groote honden te koopen en ze vast te leggen, een aan de voor- en een aan de achterdeur. Beate honden, die van tijd tot tijd Vossie beten om te toonen, dat ze hun plicht kenden. Eens cp een dag kwam William Hall met zijn Avagen voor de deur, en zei dat hij wat mcoie varkeus gekocht, en Yossie daaruit zijn keus wou laten doen. Vossie liet hem vragen binnen te komen. Toen hield de knecht den hond vast, terwijl Wil liam de deur inging. Toen Vossie het hoorde, was hij erg ia zijn schik. Jij bent een beste vent, William, zei hij. Ik heb al lang een paar varkens willen koopen maar ik durf de deur niet uit. Toen wendde hij zich tot Georg Smith, den knecht dien hij had genomen, nadat hij de werkmeid had weggestuurd, ei zei: Heb je verstand \*an varkens? Als ik er een zie, weet ik dat het een ararken is. Meer hoeft niet, zei Voesie. Ga eens kijken. Hall schrikte, toen George de deur uit ging en toen deze terugkwam, zei hij, dat onder het kleed Hali's zuster zat met twee van haar ne-ren. Hall zei, dat 't een mop was. Maar Vossie zei, dat hij niet van mop pen hield, en als Hall daeht, dat hij of Geor ge den hond zouden vasthouden, als hij as deur uitging, was hij abuis. (Slct tolgt.)

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1