No. 246.
Zondag 12 Maart 1916
In den Boven-Elzas.
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oe geschiedenis van een hond.
Oorlogsnieuws,
Onder redactie van D. MANASSEN.
Oeld 8.1 ds Oorlog.
TVntEDE JAARGANG.
DE SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTRAAT 10,
AMSTERDAM.. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK.'LOSSE
NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOORBURGERS 3 CENT. ABONNE
MENT VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS ƒ1.50 P. DRIEMAANDEN
Voor Adverteutito wende men zich tot onze Admininrntie, Poleatrlnastraafc 10
Amsterdam. Prtfs der Adverter.tien per regel 30 cent. Voor Ingezondei. Mede'
deelingen op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief. By abonn^m-nt
Hier geven we een kaartje van
een gedeelte van, bet. Westelijk oor-
logsterrein, waar niet zoo heel vaak
van wordt gesproken. Hetis de
Boven-Elzas, de streek, waar de
Fransche troepen doorgedrongen zijn
op Duitsch gebied. Behalve een
hoekje van Galicië is dit het eenige
gebied, waar de vijanden op den
grond der Centralen staan. In het
begin van den' oorlog was er wel
veel te vermelden van dit gedeelte
van 'i Westerfront; de Franschen
drongen toen hier door en bezetten
zelfs tot tweemaal toe de bloeiende
fabrieksstad Mülhausen, moesten die
echter later weer ontruimen.
Overigens -vel een belangwekkend
hoekje, geeft onze kaart en er is in
't vorige 'jaar, in den zomer, vrij
heftig gevochten. Inzonderheid in
't noorden, in de streek van Munster,
waar de Franschen Metzeral bezetter,
en de stad Münsfcer beschoten het
leek toen, dat zij hier verder zouden
doordringen, maar 't is bij een poging
gebleven.
In den loatsten tijd hebben er ge
vechten plaats gehad bij Altkircli
en bij Largitzen ten zuiden daarvan.
Veei resultaten hebben noch do/
Franschen noch de Duitsohers er|
gehad. Nog zuidelijker zien wij Sept liggen, welk plaatsje, ook in de laatste weken nog al ee^e in de telegrammen genoemd werd.
Er komen trouwers ineer bekende namen op de kaart voor, zóo links de sterke Fransch9 vesting Belfort en beneden-rechts de]
Ewitsersche stad Bazel, waar men zoo vaak het gedonder Ier Duitsch©'en Fransche kanonnen'hoort.
Frankeer uw brieven,
Alle met port betaste stukken worden door
ons geweigerd. Den laatstcn tijd worden ons
bij herhaling met port belaste stukken aange-
bqden, zoadat wij belanghebbenden waarschu
wen om toch vooral bij toezending van brieven
enz. aan onze redactie en administratie de
voorschriften te willen opvolgen.
Vi. Engcland's oorlogsmiddelen.
Heb is ontegenzeggelijk, dat onder de
oorlogvoerende mogcnahecten Engeland hot
rijkst is en dat zijn financieels toestand tie
beste is. Was dat niet zoo, het zou er mot
den oorlog misschien geheel anders uitzien.
Want heb wereldrijk Groot-Brittanje heeft
niet alleen voor zich zelf te zórgen, maar
ook ten deele voor zijn bondgenootenHet
geld speelt in dezen oorlog oen groote rol,
hebben we reeds gezegd, maar do grootste
speelt wol de pond sterling.
Dab er in '.Engeland voel geld is,' werd
al spoedig bewezen, het was heb eenige
land, dab liet duidde wagon de belasting-
echxoef steviger aan te draaien, het ver
hoogde bestaande belastingen en schreef
nieuwe uit. Het Lagerhuis hoeft van het
beginne aan .en telkens opnieuw deze
manier om aan geld to komen toegejuicht
en in de laatste weken heoft de regosring
opnieuw verklaard, dat op het volk zware
belastingen zouden worden gelegd, niet
bs zwaar echter om ze to dragen.
Toch, dit middel kon slechts ton deele
hei pan en ook Engeland had dadelijk in
den aanvang gold noodig- Het begon daar-
un als Duitschland met zoogenaamd? lee
ningen. op korten termijn liet gaf scliat-
kisbbont? uit en verkreeg daardoor bij de
24 milliard gulden. Daarmee kwam het
echter niet vesl verder on hot schreef reeds
'n November 1914 zijn eerste oorlogsloering
ait, die groot succes had, n.l. 4.2 milliard
Dpbracbt. Dit valt temeer to verwonderen
omdat de rentezeer laag was gestold, slechts
34 pG't. In werkelijkheid was ze weliswaar
iets meer, want dezo eerste leeuing kon
Een verhaal uit dezen oorlog.
Vertaald vit het Engelsch met toestemming
van den Eigenaar .van Weldon's
Ladies J menial.
"Ann Elizabeth Orton zat bij de kachel
in haar kleine „flat" en beurtelings zegen-
do zij, maar ook vervloekte zij de Voorzie
nigheid, dat deze haar als vrouw geschapen
had, op een oogonbldk, dat de wereld slechts
pm mannen vrceg.
In deze zware dagen, voelde zij zich,
evenals zooveel andere vro,uwen, uit haar
gewone deen en hedenavond schoot.het haar
opeens in de gedachte, dat het toch eigen
lijk' veel prettiger was, iemand, die je na
aan het harte lag, in het gevecht te hebben,
dan zelf in 't geheel niet met den oorlog in
aanraking te komen.
„Zelfs heb sokkenbreien zou veel leuker
zijn, als ik wist, voor wi e n ik ze breide,"
mompelde zij in zichzelf. „Ik voel mij net
als'iemand, die in een kamer is opgesloten,
terwijl alle mogelijke prettige dingen juist
gebeuren buiten de deur. Goddank", riep
zij nit, terwijl zij naar de deur vloog, want
de courant viel met een plof door de brie
venbus in de gang.
„Officieele berichten", las zij haastig.
„Hedenavond toestand beter". Lijst van
gesneuvelden ach, dat ging haar niet
aan. Oorlogswerk voor vrouwen, krijgsraad
enz. enz., dat ging haar ook niet aan.
Inschrijvingen zijn noodig voordan
volgde er een heele lange lijst met een spe
geön hoog&ren kóers bedingen dan 95 pOt,
■Er viel toen al niet aan te twijfelen, dat
het Engel&ohe volk gewild was om zijn
regeering in den oorlog te steunen met alle
financieel© kracht, maar dit bleek nog te
moer bij de tweede oorlogslo&ning in Juli
1915. Deze ga-f aan de Eng&lscke 'regeering
ver over de 7 millioen gul don en kon toon
geplaatst worden tegen 44 pCt. Heb is waar,
dat aan de inschrijvers, cr> deze leaning een
aantal begunstigen worden toegestaaner
kon ook worden deelgenomen voor zeer
kleine bedragen, men ken zijn aaudeelen
op de eerste oorlogsleening a 3-4 pCt. inwis
selen voor die .op de tweede a 4 4 pCt.
Het welslag?-.> dezer leeningen en niet
minder de invoering van nieuwe belastin
gen midden in den oorlog, bewijzen in elk
geval, dab Engeland's financieel© kracht
groot is en dat de politiek der regeering
algemeen instemming vindt. Men kan er uit
opmaken, dat het Engelsch-s volk van plan
is, en ook iia staat, om de groote worsteling
vol te houden. Men mag immers aannemen,
dat de belastingen in Engeland over 't ge
heel vrijwel verdubbeld zijn. Het is waar,
dab het Engelse.]ie volk deze hoog© lasten
gemakkelijker kan dragen dan een der
andere oorlogvoerende mogendheden, omdat
het feitelijk minder in den oorlog was be
trokken dan die andere. Engeland kende
geen dienstplicht, het grootste gedeelte
zijner 'weerbare mannen bleef buiten den
krijg en koti zich aan industrie, handel,
scheepvaart blijven wijden. Het geld-ver-
dionen in Engeland ging' dus voort en feite
lijk heeft het. land in den oorlog een tijdperk
van grooten bloei gehad.
Dat zal nu misschien anders worden. Ook
Engeland heeft den dienstplicht ingevoerd,
ondanks alle tegenkanting en het hoopt*
weldra vier millioen mannen aan het front
te hebben. Het heeft nu opnieuw geld noo
dig, het wil dat vinden d.oor een derde oor-
logsleening, door nieuwe belastingen. On
getwijfeld zal biet dit gold krijgen, maar" of
bet nog zoo gemakkelijk zal worden opge
bracht ah in de voorbijgegane achttien
maanden In Duitschland is reeds lang oj)
spaarzaamheid en zuinigheid aangedrongen
niet alleen, maar het Duitsche volk werd
er ook feitelijk tos gedwongen. Ook in
Engeland gaan thans steeds meer stemmen
op om de bevolking aan te sporen zuiniger
te leven, spaarzamer te worden.
ciale bede voor mannen, die blind waren
geworden aan het front. Daar moest zij op
inteekenen besloot het meisje met een hui
vering, terwijl zij haastig voortlas.
Allerlei advertenties en dan op eens
ergens
„Aan dierenliefhebbers. Zou iemaud zoo
vriendelijk willen zijn, om een bijzonder goed
opgevoe-den hond tot zich te nemen gedu
rende den oorlog?- Verzoeke zich in ver
binding te stellen met J. B. 43 Connaught
Gardens W."
Ann was verbaasd want op dat oogen
blik'zia.t zij in 41, Connaught Gardens W„
dus 43 moest natuurlijk de „flat" zijn,
welke vlak boven de hare was,
J. B. dat moest natuurlijk de lange
knappe man zijn, dien zij zoo dikwijls op
de trap ontmoette en de „bijzonder goed
opgevoede hond" de kolossale bulldog, dien
hij altijd bij zich had.
Verder nadenkende„Voor zoo lang de
oorlog duurt" dan was hij in dienst ge
gaan en eensklaps wenschte zij, dat zij
dezen morgen den vriendelijken blik irf zijn
oogeu had beantwoord, in plaats van koel
voor hem gebogen te hebben, toen zij
elkaar voorbij liepen.
„Wat ben ik toch een verwaand schep
sel!" ziedde zij boos'tot zich zelf. Hij was
brandend van verlangen, om iemand te ver
tellen,'dat hij ten oorlog zou gaan en ik
stapte juist trotsch voorbij. Ik zal hem den
volgenden keer, dat ik hem op de trap ont
moet, wanneer dan ook, goed succes toe-
wenschen," besloot zij, terwijl zjj erbij
1 s ik 't doe.
De volgende keer was de volgende morgen
toen zij elkaar ontmoetten vóór haar. deur.
Want hoe rijk Engeland is, cr is ook geen
vólk, dat zooveel geld heeft uit te goven
voor den oorlog. Het heeft Frankrijk, Rus
land en Italië moeten bijspringen, het'/ meet
liet Belgische leger, dat op een hoekje van
het westerfront meevecht, grootendecis van
i alles voorzien; het heeft te zorgen voor een
I ontzaglijke hoeveelheid ammunitie zijn
machtige vloot eischt zeer groote uitgaven
1 dag aan dag. Het is daarom niet t© ver-
wonderen, dat ondanks al haar inkomsten!
de Engeische- i-egszring toch weer in hot
laatste kwartaal van 't vorige jaar haar
toevlucht moest namen tót de uitgift© van
Echatkistbons, die in November 19Ï5 reeds
een hoogte bereikten van 3 milliard gulden.
Loven dien hebben Engeland en Frankrijk
tot groot© verbazing van velen, zich tot de
Amerika ansch© geldvercid gewend- om een
leening te sluiten. Voor Engeland was dit
iets zeer buitengewoonshet richtte zich
nog nooit tot liet buitenland om geld. Maar
hier gold het wel iets bijzonders. Het was
feitelijk geen oorlogsleening, dat zou de
Amerikaansche -regesriug niet hebben toe
gestaan, toch stond zij in verband mot
den oorlog. Bij den leveiiidigen handel tus
sohen Ame-rika en Engeland en Frankrijk,
waarbij de Axnerikaaneehe uitvoer- naar
deze landen den invoer vandaar verge over
trof, hadden Engeland en Frankrijk
groot© sommen t© betalen aan Amerikaan-
scke firma's. In gewone tijden wordt deze
invoer ongeveer gedekt door den uitvoer
en betaalt men dus met gesloten beurzen.
Desnoods zendt men van den eenen of
anderen kant goud of papieren van waarde.
Dooli dat Engeland en zijn bondgenoot
hun goudvoorraad in den oorlog niet wil
den vermindereu, is te begrijpen, dat vol
komen vertrouwbare waarden ten laatste
ontbraken, is duidelijk. Het gevolg was,
dat de koers van de franc en zelfs
van den pond sterling -betrekkelijk
sterk daalden en dab gaf vooral in
Engeland zekere ongerustheid. Zoo
kwam het, dat Engeland' zich wendde tot
de Amerikaanscho financiers voor het slui
ten van een leening, waarmee de in Enge
land en Frankrijk .ingevoerde goederen en
producten uit de Yereenigde Staten zouden
worden betaald.
Deze poging tot het aangaan van een
Engelsoh-Fransclie leening heeft niet geheel
beantwoord asm het doel. De beide landen
verlangden 24 millioen milliard gulden,
doch dat kwam lang niet in. Bovendien was
de rente vrij hoog, ©n beliep tussohen de
5 en 6 pCt. Een nieuwe poging om in liet
buitenland geld te krijgen is dan ook na
September 1915 niet gedaan. Nu echter
heeft blijkbaar de Engelsch© regeering
volgenstelegrammen der laatste dagen uit
Londen plannen om opnieuw te trach-
ft?n in de Verecnigde Staten een leening te
sluiten.
(Wordt vervolgd.)
Hij keek haar aan met een vriendelijken
blik en zonder zelfs een inleiding, hoorde
Ann zichzelf zeggen:
„En u gaat zoo naar 'b front?"
Zijn gelaat drukte éen en al verbazing
uit.
,,Ja," antwoordde, hij. ..hoe wïsfc u dat?"
?,Ik zag 't.gisteravond in d© courant."
,,In do courant?" zei hij verbaasd. „G,
nu weet ik 't al, die advertentie! Vondt u
'b onzinnig?" voegde hij er jongensachtig
bij, „u ziet, ik zit erg in de klem over mijn
hond. Ik zou hem graag, als ik weg ben,
goed verzorgd weten toen kwam ik op "de
gedachte om een advertentie te plaatsen.
We.eb u, dat ik al vijf antwoorden heb?
Wij gingen juist er op uit, om te zieu wat
het. is."
„Zou 't niet beter zijn, dat een van uw
vrienden hem bij zich nam?" merkte Ann
op, terwijl zij tersluiks naar het bewuste
dier keek.
„Het zon natuurlijk beter zijn," stemde
hij toe, maar ik ken maar weinig menschen
en die gaan ook weg, evenals ik."
„Hoe denkt u over den portier?" zei
Ami.
J. B. lachte.
„Hij zou wel willen, maar zijn vrouw
nietJ"
„Hoe jammer!" zei'Ann deelnemend.
„Natuurlijk zou ik hem wel in een hon-
den-asyl kunnen brengen," hernam hij
„maar daar heeft hij 'tland aan, nietwaar
Twig, oud9 jongen?"
„Twig," zei 't meisje „heet hij Twig?"
„Ja, ziet u, mijn naam is Birch, daarom
noemde ik hem natuurlijk Twig."
„OliJ" antwoordde zij verbaasd en op
lie toestand in den reuzenstrijd.
„De Duitsche pers ontveinst zien niet
langer, dat de uitslag der operatie tegen
Verdun voor Duitechland een levensbelang
is. De neutrale pers verklaart eenstemmig,
dat Duitschland met dit offensief zijn laat
ste troef uitspeelt."
Dit vertelt ons oen telegram uit Parijs,
van voor Duitschland vijandigen kant dus.
Wij behoeven er niet aan te gelooven, en
wij gelooven liet ook niet geheel en al.
Want wat de eenstemmigheid der neutrale
pers in zake deze laatste troef van Duitsch
land betreft, d aai van hebben we in ons
land niet veel gemerkt. Iets anders is, of
deze „veldslag van dagen en weken" bij
Verdun niet van groot belang is en betee-
kenis kan hebben voor den. uitslag van den
oorlog. Dat is zeer wel mogelijk, om niet
te zeggen waarschijnlijk. Dat Duitschland
zoo hardnekkig, zoo krachtig zijn doel bij
Verdun vervolgt, bewijst., dat het liieir een
grootsch doel voor oogc-n heeft-. Dat zion
de geallieerden trouwens zelf wol in, en
het hééft grooten invloed geoefend op hun
strategische plannen, zooals zij zeif erken
ncn.
Engelsch© en Fransche bladen laten dui
delijk doorschemeren, dat de groote offen-
siefpiannen der geallieerden aan het wes
terfront. dat dit voorjaar zouden worden
uitgevoerd, gewijzigd zijn door de hevige
aanvallende beweging der Duitschers bij
Verdun. Duitschland is zijn vijanden eens
weer voor geweest, hét- heeft weer de lei
ding van den strijd op liet Westerfront ge
nomen en heeft daar een voorsprong ge
kregen. Dit is een niet onbelangrijk gevolg
van de aanvallen bij Verdun.
Do st/rijd daar wordt nog steeds met af
wisselend gevolg gestreden. De Duitsohers
zijn de aanvallers op den westelijken zoo
wel aia op den oost&üjken oever der Maas.
Zij mogen in de laatst© paar weken niet
hard vooruitkomen, indien er succes en be
haald worden, zijn die steeds aan hunne
zijde. Wo hebben reeds gemeld, dat zij
Forges hebben bezet, maar Betnincourt,
daar dichtbij, konden zij niet krijgen. Waar
de Franschen een voordeel behaalden, bijv.
bij Hardaumont, dat zij heroverden op de
Duitsohers, verloren zij dat weer den vol
genden dag, toen de vijand zich opnieuw-
moester maakt© van de redoute daar. Zoo is
de een© dag gunstiger voor de Duitsohers,de
andere voor de Franschen, en golft de
strijd er op en neer. Dit is zoowel het geval
bij Forges en Bet-hincourt als bij Douau-
mont en Fresnes. Uit alles blijkt echter,
dat de Duitscbers op liet oogenblik het
sterkst zijn, dat zij heel langzaam maar ge
leidelijk hun linies dichter bij Verdun
brengen, doch dat de Franschen van hun
kant met groot© kracht en onwankelha-
ren moed den vijand tegenhouden, kleine
strategische stellingen opofferen maar een
doorbraak weten te verhinderen, en zich In
in vele opzichten de gelijken toonen van
het. beste leger der wereld.
Zoo duurt feitelijk de groote slagbom en
bij Verdun nog met onverminderde kracht,
voort en de uitslag daarvan is nog niet,te
voorzien. De strijd is moorddadig en aan
weerskanten worden zeker wanhopige po
gingen gedaan om hier de zege te behalen.
Van groot belang is natuurlijk, of hier de
hoofdreserve der Franschen reeda in het
eens schoten beiden in den lach.
„Wannéér vertrekt u?" vroeg Ann een
oogenblik later.
„Ik ga morgen weg.*'
„Dan zal ik u wel niet meer terug zien?"
en impulsief stak zij haar smalle handje
uit „Succes hoor!"
„Vaarwel." zeida hij langzaam, terwijl
hij het kleine handje hard drukte en toen
keken twee paar oogen elkaar droevig aan.
,jlk hoop
„Adieu", zeide zij zacht, toen trok zij
met een wanhopige lieweging haa-r hand weg
en vloog de trap af.
Maar 't was geen afscheid. Toen Ann
dien avond de deur uit kwam-, ontmoette
zij de twee, die langzaam de trap opzwoeg-
den. Over hem lag een waas van diepe
neerslachtigheid en de hond zag er ook ver
drietig uit.
'„Wel, hoe ie 't gegaan?" vroeg zij adem-
loce, meer op een toon van een goeden
vriend, dan van een toevallige kennismaking
van een paar uur.
„Geen succes", .hernam hii,- terwijl hij
zijn hoofd schudde. „Ik vrees, dat hij naar
het hondenasyl zal moeten gebracht
worden."
„Maar waarom?" vroeg zij.
„Het waa dadelijk mis, zoo gauw zij hem
zagen," legde hij uit. „Als het. een terrier
of zöo'n klein Chineesch hondje was ge
weest, dan waren er in 't geheel geen be
zwaren, maar zoodra zagen ze niet, dat- het
een bulldog was, of 't was uit. 't Is zoo'n
onzin", voegde hij er mismoedig bij, „het
is zulle een bovenst© beste hond, altijd door
goed gehumeurd, en hij verstaat elk woord,
dat je zegt, nietwaar Twig, oude jongen?"
vuur is. Het, schijnt van niet: de Fransche
troepen bij Verdun doen liet totnogtoe af
n.et hun eigen reserves. Dat is natuurlijk
tegen de bedoeling van het Duitsche leger
bestuur, dat blijkbaar de reser%-ea der vijan
den tot zich wilde trekken en zoo het groote
offensief der geallieerden, dat hen terug
zou moeten werpen uit Frankrijk en Bel
gië, verhinderen. Indien ook de doorbraak
bij Verdun niet gelukt, kunnen de Duit
sohers toch tevreden zijn, indien zij den
grooten aanval verzwakken, of verhinde
ren zelfs. Het. is wel vrij zeker, dat naast,
do Franschen bij Verdun ook Engelschen
strijden maar van den anderen kant
schijnt het vast te staan, dat de Duitscbers
van andere fronten troepen naar 't westen
hebben gedirigeerd en dus daar hun groot
ste kracht inzetten.
Hot verdere nieuws blijft schaa-rsch. Op
het Aziatische strijdtooneel gaat het den
geallieerden niet, slecht, de Turken zijn
daar in de laatste weken niet fortuinlijk.
In den Kaukasus en Klein-Azië hebben ze
op verechillende punten moeten wijken voor
de Russen, thans komen van Engekclien
kant berichten van een zegepraal in Meso-
potamië. De Engelschen daar onder- gene
raal Aylmer zijn verder opgerukt naar het
noorden, langs den Tigris, en hebben Koet-
el-Am ara bereikt tot op zeven mijl afstands.
Daar stuitten zij op Turksche troepen, die
ze we! zware verliezen toebrachten, doch
niet terug konden werpen.
Er komen in de laatste dagen telkens be
richten, waaruit op te maken valk, dat de
Turken den strijd moede zijn of dien niet
meer kunnen volhouden. Natuurlijk moet
men die onder voorbehoud aannemen, Er
is daarin sprake van vredesvoorstellen van
'J'urkije, nu eens aan Rusland afzonderlijk,
dan aan de geallieerdenOok komen er be
richten van zekere gisting in Klein-Azie,
waar men zich van Europeesch Turkije zou
willen afscheuren, van zekere anti-Duiteéhe
gezindheid ip Konstantinopel aan den
eenen kant, van dringende vragen om huip
aan Duitschland daar aan den anderen
kant. Is er werkelijk iets bijzonders gaande
in Turkije en daalt de invloed van den mi
nister van oorlog Enver-bey, den leider der
oorlogszuchtige partij
Van een zeeslag op de Noordzee, waar
mén groote Duitsche eskaders heeft gezien,
booren we nog niets, 't Is mogelijk, dat
het hier een oefening betrof, vandaar ook
de aanwezigheid ran een Zeppelin, die na
tuurlijk uit de hoogte kon waarschuwen
voor naderende vijandelijke schepen.
Aan het Oosterfront wordt gevochten,
maar op de gewone manier van den winter-
veldtccht. Echter wel op verschillende pun
ten. Zoo trachtten in het noorden de Duit
scbers de Duna ever te trekken, maar wer
den daarin verhinderd. Bij Jacobsted en
elders.in de buurt der Duna is de zware
Duitsche artillerie krachtig in de weer ge
weest. Dok in 't Zuiden van het oostelijk
oorlogsterrein, bij Olyk, aan de Ikwa, en
zelfs in Galicië, bij Tarnopol, is weer ge
vochten. Doch zonder eenigen uitslag, die
meetelt.
En weer is nóg een land in den oorlog ge
mengd Portugal, waaraan Duitschland
den oorlog heeft verklaart. Veel verande
ring zal dit wel nie tbrengen in den stand
van zaken.
DUITSCHLAND.
Het lijden van ©en „bemiddelde".
In de „Vorwarts" schrijft een „be
middelde".
„Och, was ik maar een onbemiddelde!"
Naar mijn eigen meening ben ik dat ook.
Maar de broodcommisrie gelooft me niet.
Zij houdt mij voor een bemiddelde en dat
heeft zekere schaduwzijden.
Ik moet toegeven, dat m'en in normale tij
den verschil van meening zou kunnen heb
ben over de vraag of ik aan deze of aan
gene zijde der moeilijk te bepalen' grens sta,
die bemiddelde van onbemiddelde menschen
scheidt. Maar nu, in dezen tijd van duur
te? Lieve Hemel een krantenschrijver
„Maar er zijn toch zooveel menschen, die
een tuin er op na houden
„Ja, natuurlijk, massa's", viel hij in,
„maar ik heb geen tijd om ze op te snorren.
Ik moet hem van avond ergens onder
dak brengen, morgen is er geen tijd voor.
Het zal het hondenasyl worden, mijn
jongen
„Hij ziet er vreeselijk moe uit," zei Ann
terwijl zij den hond vriendelijk aankeek.
Hierop nam Twig de zaak zelf in handeu
en besliste allee op slag. Hij waggelde naar
't meisje toe, ging vlak vóór haar zitten en
stak haar somber een kolossalen poot toe.
„O! wat 'n snoes!" en met een ontstui-
mige beweging boog Ann eensklap voorover
en nam den uitgestoken poot tus&chen haar
beide handen. De poot was warm en ruig,
maar deze ruwe aanraking deed haar een
besluit nemen.
„Nu weet ik 't," zeide zij haastig, terwijl
zij den man met schitterende oogen aan
keek, „Ik zal hem bij mij nemen."
„UHoe meent u dat?"
„Ik zal voor hem zorgen, natuurlijk",
legde Ann opgewonden uit, „waarom heb
ben we er niet vroeger over gedacht? Nu,
hoeft u niet verder te denken over een
hondenasyl of iets anders. Ik zal hem bij
me nemen. Kijkt u eens", zei zij, in haar
opgewondenheid zijn arm aanrakende,
„mijn flat is precies hetzelfde als het uwe
hij zal zich hier goed thuis gevoelen.
Is het geen prachtig idee, Twig?" en Twie,
die de situatie, door hem uitgelokt, ernstig
had gadegeslagen, stak nog een poot uit.
„Kijk!" zeide zij triomfantelijk, terwijl
zij den verbaasden iongen man groote
oogen aankeek, ,,'t ie in orde. JVilt u niet
xan geen oorlogswinst behalen. Wij heb
ben wel van oorlogs- en duurtctoeslag in
andere bedrijven gehoord, maar in one be-
reep bestaat zoo iets niet. Voor den zgn.
„vrijen schrijver" »taat het met de moge
lijkheid om werk en dus inkomsten to krij
gen maar zoo-zool
Ik ben dus een onbemiddelde, maar word
officieel als bemiddelde beschouwd. Deze
schatting heb ik niet aan mijn inkomen,
maar aan de aanduiding van mijn beroep te
danken. Maar deze overschatting van mijne
waarde heeft het nadeel, dat ik gecne le
vensmiddelen uit do stedelijke voorraden
kan koopon. Enfin, ik heb mi daarbij
neergelegd. Ik verdraag zelfs het gemis,
aan vet en boter, zi j het ook ongaarne, maar
dan toch met eenig gevoel van humor. Als
;k zelfs mijn brood ten slotte geheel droog
zou moeten ©ten, dan zou ik mij troosten
met do gedachte, dat ik in mijn jeugd blij
was als ;k mij aan droog brood kon verza
digen en het met ohicorei-koffie kon weg.
spoelen. Nu is weliswaar het broodrantsoen
wat klein en als „bemiddelde" en ook om-
uat i^ geen zwaar hciiamelijk werk verricht,
kan ik geen toeslagkaart krijgen. Maar ook
daar zet ik mij overheen, zoolang ik maar
genoeg aardappelen heb. Die eet ik zelfs
hee! graag, a!.~ zo tenminste goed zijn.
Nu ontbreekt mo echter al meer dan een
week dat gewichtige bestanddeel van mij no
voeding. In bet proletarische stadsgedeel
te waar ik woon, zijn nergens aardappelen
te krijgen.
Telkens als ik in de laatate dagen ge
legenheid had, ging ik in een andere stads
wijk de markthallen bekijken. Daar zijn
vier gemeentelijke verkoopplaatsen, die rij
kelijk van aardappelen zijn voorzien en
waar de koopers in massa's staan te wach
ten. Maar voor mij blijft dit voedingsmid
del onbereikbaar, jk word immers tot de
bemiddelden" gerekend en mag dus voor
mijn goede geld geen gemeente-aardappelen
koopen, en bij do particuliere kooplieden
zijn geen aardappelen te koop."
ENGELAND.
Do Zeppelin-aanvallen.
LONDEN. Nog vijf personen, die bij den
laatsten ZeppeLin-aanvaL gewond werden
zijn overleden. Het is thans vastgesteld dat
er 52 personen letsel kregen.
Een leger van vier millioen.
LONDEN. In de legerbegTooting, Don
derdagavond verschenen, wordt, gelijk reeds
werd aangegeven, de iegerrterkte op vier
millioen man bepaald.
FRANKRIJK.
Van het Westelijk Oorlogsterrein.
De strijd om Verdun.
PARIJS. In de Argonnen zette de
Fransche artillerie de beschieting op de
Duitsche verbindingswegen voort, vooral
in de Oost-Argonnen, en in de streek van
Montfaucon en Nautillois.
Ten W. van de Maas trachtten de Duit-
schers herhaaldelijk hun misslagen van
Woensdag te herstellen. Twee pogingen tot
aanvallen, voorafgegaan door eeu krachtige
artilleristiiséhe voorbereiding, op het dorp
Bethincourt werden door het Fransche vuur
belet. De Franschen beletten den Duitschers
te deboucheeren. In het Kraaienbosch
konden de talrijke pogingen der Duitshcers
ons niet verdrijven uit het groote gebied
dat de Franschen nog bezet houden. Ten
oosten van de rivier wordt de strijd nog
met hardnekkigheid voortgezet. Gisteren
tegen het einde van den avond en in den
loop van den nacht deden de Duitschers
versobiMende aanvallen met groote macht
tussohen Douaumont en het dorp Vans, op
de Fransche stellingen.
Ondanks de lievigheid deT beschieting en
de kracht der aanvallen konden de Duit
schers er niet in slagen de Fransche linie
te doorbreken; zij werden volkomen terug
geslagen.
Enkele Duitsche infanterie-afdeelingen,
die een oogenblik in het dorp Vaux door
even binnen komen en mij allee vertellen
omtrent zijn voedsel en 7.00?"
„O, wat bent u lief, maar mag ik u daar
wel mee lastig vallen?" stamelde hij, ter
wijl hij en Twig haar volgden naar de zit
kamer achter. Twig stelde onmiddellijk met
luid snuffelen een onderzoek in .terwijl zijn
meester met waardeerenden blik het nette
kamertje in oogenschouw nam.
„Het ziet er hier beter uit dan bij mij,"
zeide hij peinzend. „Ik weet niet, of het
hier wel de plaats is voor zoo'n koloesa'en
hond."
„O!" Ann hield den adem in, „meent
u, dat het hem hier niet zal bevallen?"
„Hij za! 't zeker heerlijk vinden," zeide
hij kort, „maar 't is eigenlijk veel te mooi"
„Mr. Birch," sprak het jonge meisje
ernstig, terwijl zij haar oogen niet van zijn
gericht afwendde. „Gisteravond zat ik
aldoor te denken, of ik niet iets zou kunnen
doen voor iemand aan het front. Ik ken
daar,niemand en ik verlangda maar, om iets
te kunnen doen tot hulp riet u, ik heb
niet veel geld en heel weinig vrijen tijd,
daarom is 't moeilijk om te weten wat ik
zou kunnen doen. U weet niet veel van me
af. natuurlijkmaar in elk geval rijn we
bijna een jaar lang buren geweest, dus zijn
we eigenlijK geen vreemden, niet waar?"
„Z/eker niet," zeide hij vlug „ik heb
liever, dat u hem houdt, dan een ander. Ik
dacht alleen aan u."
Daarna volgde er een lang gesprek over
den hond en hoa hij behandeld moest wor
den, terwijl het bewuste dier a! dien tijd het
paar met zijne, met bloed beloopen oogen
aankeek.
(Wordt vervolgd-}