No. 243. Zondag 5 Maart 1316 Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws, Onder redactie van D. MANASSEN. Geld en de Oorlog. Ce Mand in den rauzenstrijd. TWEEDE JAARGANG. SOLDATENCOORANT amstei NUMMERS VOOR MENT VOOR MILITAIREN 0. VOOR BURGERS i .50 P. DRIE Ml AN DEN Voor Advertentivn wende reen zich tot onze Administratie. l'a.'estrinaatjaal 10, Amsterdam. JMj» der AdveneutiCn per regel JO cent. Voor Ingezonden Mede' deelingezt op de tweede, derde eu vierde pagina dubbel tarief, ily abonnement 'St-n- Duitsche. soldaten in de vroolijkheid Men ziet wel, dat zij niet in de vuur linie, zelfs niet dicht daarachter zijn. Dat blijkt ook uit de tegenwoordigheid van de dame op den voorgrond. Wij bevinden ons hi-r in een Tehuis voor gewonde mili tairen, die aan de beterende hand zijn en die nu pret maken op hun manier. Zij organiseeren een muziekfeestje met instrumenten, die zij maar machtig kunnen wordende een blaast op een bioemgieter, een ander heeft zich zelf gen snaar-in strument of een trommel vervaardigd van primitieven aard; nog anderen tokkelen de guitaar of bespelen de harmonica. Het genoegen is er niet minder onr! lil. Oorlogskosten. Een oorlog kost g©M, dat, wist mem reeds in heel oudo tijden. Geld iü. dien zin, als wij dat hebben léeren kennen in een vorig artikel, als dingen van waarde/ die voor aaidere noodzakelijke dingen te verrui len zijn. De oorlog verslindt niet zoozeer liet gewone, hot alledaagsohe gelid, be halve dan. het goud, dat schaarscber wordt in de oorlog voerende landen, en koper en njkkol, dat voor wapen- en munitie-aan maak noodig is, maar meer dié zaken ;van waarde, waarvan óns geld, onze bank- bhjötfcem alëtfffia de vertegenwoordigers zijn; Hij slorpt allengs het vermogen van den etaat en zijn onderdanen op. Menig land in de oudheid is verarmd door den krijg. Hoe zal heb zijn met de thans etrijdvoerende landen, als eenmaal de vrede gesloten is? Elke oorlog heeft geld gekost, maar de wereldoorlog van thans vraagt zulke reusachtige sommen, dat niemand dit vroeger zou hebben geloofd, en elke maand vermeerderen de uitgaven. Men moet zich verbazen, hoe het den regëeringieu gelukt om dergelijke sommen telkens weer hijeen te krijgen. De Duitsdhe minister van financiën heeft in Augustus 1915 in den Rijksdag verze kerd, dat de da gelijkscha oorlogskos ten der strijdvoeremde mogendheden toen op ongeveer 180 mülioen gulden te schatten warenrle maandelijksclhe kosten waren niet minder dam vijf milliard, en voor eon jaar oorlogvoeren -moest men in ronde som betalen 60 milliard gulden. Nooit te voren heeft de wereld zulk een waarde- verschuiving en... waarde-vernieling gezien! Doch dit zijn woerden en cijfers, die ons oor voorbijgaan, zonder dat wij er oen recht begrip, een voorstelling van krijgen. Zij zeggen ons weinig meer dan wanneer een natuurkundige ons verzekert, d)at de snel heid van het lidht 300-000 K.M. in de seconde bedraagt. Alleen een vergelijking met bekende dingen kan ons een zwakke voorstelling geven van de grootte der boven genoemde getallen. Wij geven hier een beschouwing weer van een Duitsoh schrijver. Deze gaat uit van een goudstuk van 20 mark (twaalf gulden), dat een midldeOCijn heeft van 2 c-M., - ons gouden tientje zal daar niet veel van ver- Van het Fransche front terug De „Leeuwarder Ct." bevat een belang rijk interview met iemand, die van liet Eransdhe front terugkeerde, waaraan wij het volgende ontleenen: Een onzer stadgenooten, de heer F. E. G. C. Douoet, loeraar aan de Rijks-Hoogere-Bur- gerschool te Leeuwarden, gehoorzaamde ook de stem, die zoo luid weerklonk door Europa, in den zomer van 1914. Frankrijk, 't land zijner geboorte,riep hem ten strijde. Hij stond mee vooraan in bot gevaar en keerde in bet laatst der vorige week, beloond voor zijn dapper go- drag en geheel ongedeerd, met tien dagen verlof bij vrouw en kinderen' terug. „Q u icon que a beaucoup vu, peut avoir beaucoup re te nu". Za terdag hebben we den beer Doucet in zijn gezel lige woning opgezocht, en hem verzocht, eeni- go bijzonderheden van hetgeen hij sinds zijn vertrek naar Frankrijk bad beleefd, voor de krant te willen medodeelen. Dat is goed, zed bij met groote bereidwillig heid; ga zitten en vraag maar, want anders zou ik niet weten, waar te beginnen en waar te eindigen bij een voorraad stof, waarmee boekdoelen zijn te vullen. Nu is bet vragen in dergelijke gevallen ook niet erg gemakkelijk, maar als bet onderhoud eerst aan den gang is, dam valt bet toob een beetje mee. Hier volgt nu de korte inhoud van wat ons verteld werd. Ik was juist in den zomer van 1914 te Gro ningen, als lid dor commissie, belast met bet afnemen van bet eindexamen der Rijks-Hooge- re-Burgerscliolen, toen te mijnor kennis kwam dat do Fransche rogeering de mobilisatie had bevolen. Ik was oud-onderofficier bij de artil lerie en begreep mijd plicht.. Mijn vrouw was het geheel met mij eens en dus ging ik onmid- dellyk op reis naar mijn vaderland. .Vijf dagen schillen. Degden wij nu vijftig zulke goud stukken naast elkaar, dan kregen we een goiktem lijn. van één nieter, tot een waarde van 600 gulden; 50.000 goudstukken (600.000 gu.dem) zouden naast elkaar ge legd rich een kilometer lang uitstrekken; 50 miEdoen goudstukken (6ü0 mihioen gul den) belegden een lijn van 1000 K.M. Dat is ongeveer zoover als Keulen, in 't Westen van Pruisen, tot Koningsbergen, in 't Oos ten. Wilde men zoo'n gouden lijn-aanleg gen van Lissaloon naar Moskou, dwars door geheel Europa heen dus, dan had men daarvoor nbodig goudstukken tot een waarde vsn ongeveèd 24 milliard gulden, d.i, de gezamenlijke oorlogskosten in één halve maand Met de goudstukken, welker waarde over eenkwam met de drie Duitsche oorlogsdee- ningen (miim vijftien milliard gulden) zou men een gouden lijn kunnen trekken om het geheels Afrikaansche vaat-eland. En het bedrag van alle oorlogskosten gedurende een jaar zou genoeg rijn om langs diezelfde ont zaglijke lijn de goudstukjes bij vieren op elkaar te leggen. Als men nl. zooveel goud had. Want dat is er niet, op de heels wereld niét. Alle menschen in alle landen te zarnen op den aardbol bezitten op het oogenblik geen 60 milliard aan goud. Sedert Columbus is- nauwelijks de .helft van al dit goud gewon nen en met de ontdekking van Amerika is eigenlijk eerst de goudproductiè in 't groot aangevangen. Duitsoh land bijv. heeft in 't geheel niet meer dan tusschen de 2 en 2i milliard gulden aan goud. Maar wat men in dien oorlog noodig heeft zijn ook geen goudstukken, maar goederen, producten. Men kan ook met deze een ver- gel ij iking maken. De waarde d-er rogge, tarwe, gerst en haver en van de aardappe len, die in een jaar geoogst worden in ge heel DuittidhCiand, bedraagt ruim 4 milliard gulden. Welnu, die oorl-og verslindt zoo'n som in ongeveer vier weken. Duitschland alleen heeft aan vier milliard niet veel meer dan drie maanden genoeg. De Duit sche Rijksdag heeft totnogtoe aa.n de regee ring 24 milliard gulden toegestaan voor de oorlogvoeringmet de helft daarvan kun nen alle Duitsohe spoorwegen met de vaste gebouwen en het rollend materiaal worden, betaald- Ziet men nu wel in, dat de oorlog niet alleen afhangt van het leger? Dat het nier minder het geld is, dat gemobiliseerd moest later kwam ik te Poitiers aan, maar mocht niet onmiddellijk naar het front, omdat er nog flink gestudeerd moest worden, ten einde de noodige bekwaamheid te verwerven. In dien tijd heb ik ook dienst gedaan als tolk, ten be hoeve van de Duitsche krijgsgevangenen. In Januari 1915 deed ik het vorzoek, naar 't front te mogen vertrokken, Niet zonder moeite kreeg ik mijn verlangen ingewilligd en zoo ging ik dn Februari naar den Hartmannwei- lerskopf in den Elzas, waar ik de lente bij kleine voorpostengevechten beb doorgebracht. Gp den 19 Juli d.a.v. nam ik deel aan een be langrijk geveolxt. Do Duitschers beproefden toen voor den tweeden keer de hoogte te her overen. Het mocht mij gelukken, gedurende anderhalf uur met twee kanonnen een bataljon Beieren tegen te houden. Toen kwam het 152e regiment ter versterking aanrukken en werden de Duitschers teruggeworpen. Ter belooning voor mijn gedrag werd ik voorgedragen, om tot luitenant bij de artillerie te worden bevorderd. Tegelijkertijd vernam ik, dat mijn zwager, luitenant bij de infanterie, was gesneuveld. Ik bad de Alpenjagers in den Elzas loeren kennen en was vol bewondering voor hunne daden. Dit gaf mij aanleiding, voor mijne benoeming tot luitenant bij de artillerie to bedanken en te verzoeken, luitenant bjj de Alpenjagers to mo gen worden. Ik kreeg mijn vorzoek terstond ingewilligd en heb in dien rang meegeholpen aan de herovering van den Lingekopf en den Barrenkopf, in Augustus 19J5. De bestorming van dio hoogten kwam ons bataljon duur te staan van.de 1500 manschap pen verloren wij er 800. Nadat we eenigen tijd rust hadden genoten en ons bataljon weer was aangevuld, zijn we den 21 September naar Champagne vertrokken, om onzen plicht te doen bij den grooten aanval, in die maand be raamd en uitgevoerd. Gedurende drie da een werden do Duitsche stellingen door het vuur van onze kanonnen bestookt, tot op den 25 September., des morgeus om 9 uur, het eein worden, en telkens opnieuw? Dat ten slotte misschien bet geld een belangrijker factor blijkt voor de overwinning dan de troepen macht Hoe worden deze geweldige sommen bij eengebracht? Waar karnt ai dit geld van daan 1 En moeten de volken door deze reus achtige uitgaven niet uitgeput, verarmd worden Ziedaar vragen, waarop wij in de volgen de artikelen zullen trachten een antwoord te zoeken, zonder het echter altijd te vinden. (Wordt vervolgd.) Is de strijd der Duitschers bij en om Verdun doodgoloopen? Dat wil zeggen: zijn do Duitschers wel een eindweegs door gedrongen in het vijandelijk front, maar hebben zij nu hun doel moeten opgeven, de verovering van Verdun De Fransche bladen beweren het en rij juichen, omdat Verdun gered is en de groote, Duitsche aanvallende beweging is gebroken. Zij laten verstaan, dat dit in 't bijzonder is te danken aan de zeer krachtige tegenaan vallen der Franschen, aan de activiteit der Fransche vliegers en voofa-1 van het Fran sche geschut. Zelfs rijn er die meenen, dat nu weldra het offensief der geallieerden kan beginnen. ..-'Het is zeker, dat inderdaad sedert Zater dag de Duitschers zoo goed als niet vooruit gekomen zijn. Maar die dag was ook een dag van zegepraal voor hen, althans in het begin. Het fort Douaumont werd veroverd, voorbijgetrokken zelfs, groote stukken der Fransche loopgraven werden bezet, de rechtervleugel van het Fransche leger bij Verdun kreeg bevel om uit de vlakte van Woëvre terug te trekken £ot aan de Maas- hoogten en de Duitsche troepen' drongea tot daartoe door. Men begon te Parijs eenigsrins angstig te worden. Een terug.! tocht behoeft nog geen nederlaag te beteef kenen, maar hij is dikwijls een voorbode daarvan, zooalk de Duitschers in het begin van den oorlog aan de Cise hebben ervarcJj toen zij werden teruggedrongen tot de Mame. Was dit ook geen begin van ©en grooten terugtocht van het Fransche leger? Maar reeds Zaterdagavond herademde men in Frankrijk. De troepen hielden stand aan de Ma-as en vingen nu een reeks van zoo moedige, hardnekkige en krachtige tegenaan vallen aan, dat er van een verder voort- dringen van den vijand geen sprake was. Dien dag niet en de daarop volgende dagen niet. Hier en daar mogen de Duitschers nog enkele kleine vorderingen gemaakt hebben, sedert Zaterdag is hun offensief gebroken. De Fransche bladen juichen thans: de veldslag bij Verdun, zeggen zij, is geëin digd, met een nederlaag der Duitschers, die vergeefs 125.000 a 150.000 man hebben opgeofferd om een enkele der vele forten te bezetten, dat bovendien welbeschouwd goen waarde bezat in dezen oorlog. De Duitsche aanval zou geheel mislukt zijn. Het is waar, wanneer de Duitschers er riet in slagen verder voort te dringen, wan neer zij niet verder den vijand terugwer pen, ig er in den toestand geen verandering gekomen, die iets beteekent, moet men het in zijn ziel bejammeren, dat voor zoó wei nig succes zoovele bloeiende mensdhen- levens rijn opgeofferd. Doch dit lijkt do zaak van den kant der Franschen we' een beetje te optimistisch beschouwen. In de eerste plaats is de strijd bij Verdun nog niet uit. De jongste telegrammen maken telkens weer gewag van nieuwe gevechten, van een hevige actie der Duitsche artillerie en Lardnekldg worden de Fransche stel lingen aan de Maas beschoten. Het is waar, wij hooren niets meer van een bombarde ment van Verdun, maar het ia best moge lijk, dat de zware stukken der Duitschers r.og niet zijn aangekomen, cn er gaat altijd eenige tijd mee heen, voordat zij in stel ling rijn gebracht. Voorloopig moge de aanval der Duitschers bij Verdun, tot staan zijn gebracht, eerst de toekomst, de naaste toekomst, zal leeren, of zij de poging om l ier verder door te dringen, werkelijk ge heel zuilen opgeven. Eigenaardig is wel, dat de Duitsche staf- berichten schaarscher worden in de paar laatste dagen en dat we het nieuws over dear toestand bij Verdun moest moeten heb ben van Engelsclien en vooral van Fran schen leant. En terwijl we juist bezig rijn den .algemeenen toestand na te gaan, meldt ons een Fransch bericht, dat Donderdagmiddag ten noorden van Vei'dun en in Woëvre de bedrijvigheid der vijandelijke artillerie, die iu de voorgaande dagen verminderde, weer in hevige mate ia toegenomen langs het ge- heele front, vooral bij den Poivreheuvelrug en Douaumont. De beschieting werd ge volgd door eenigo uiterst hevige aanvallen dei' Duitsche infanterie. Blijkbaar dus toch een voortzetting van het offensief der Duit schers. Door de krachtige houding der Franschen mislukten de nieuwe aanvallen. Er valt verder maar heel weinig-uit den grooten oorlog te yertellen. Er wordt ook elders, behalve bij Verdungecftreden op het Westerfront; vooral bij Yperen worden van weerskanten felle aanvallen gedaan en een Engelsch telegram maakt nu melding van eenige voordeelen op de Duitschers be haald aan het kanaal tusschen Yperen en Koomen. Fransche telegrammen vertellen van gevechten bij Vigneulles, bij Seppois, in den Elzas, enz. Maar van eenige wij ziging in het front is daarbij geen sprake. Ook van 'het Oosterfront komen berich ten van gevechten, doch zo zijn van onbe- teeicenden aard. Uit den Kaukausus krijgen we geen nieuws, uit Albanië evenmin. De strijd aan het Oootenrijksoh-Italiaansche front schijnt in de Laatste dagen zeer be lemmerd te worden door de sneeuw. De strijd cm Verdun. PARIJS. Bij Verdun richtte de actie der Duitsche artilicrio zich- op den. linkeroever van de Maas, waar Woensdag langen tijd de „Mort Humme" eu de Ganzenhoog'te I tusschen Meiancourt en Forges werden be- I schoten. fn. Wnevre deden de Duitschers toen na een krachtige artillerist-ische voorberei ding op' het einde van den dag een leven- digen aanval op de Fransche stellingen bij Fresnes, welke, volgens de Duitsche draad- looze telegrammen, op 28 Febr. door de Franschen waren verlaten. Deze aanval werd teruggeslagen. Een hevige tegenaan val dwong de Duitschers eenige gedeelten loopgraaf te ontruimen, waar zij zich een oogenblik genesteld hadden. In Lotharingen, ten westen van Bezan- ges, werd een bombardement van eenige uren tegen de hoeve St. Marie gevolgd door een aanval der Duitschers, welke geheel mislukte. In den Elzas werden eenige aanvalspo- gingen van sterke Duitsche patrouilles, ge richt tegen kleine posten in het Lauchdal,. met handgranaten verijdeld. PARIJS. Ten noorden van Verdun en in Woëvre nam de artillerie- activiteit van' den vijand, die in de laatste dagen eenigszins verslapt was, I over het geheele front, doch vooral tegen de J „Mort Homme" en de Poivre-heuvels en in de streek bij Douaumont weder in hevig heid toe. Na het bombardement van Douaumont deed de vijand verscheiden buitengewoon hevige infanterieaanvallen, die echter allen werden afgeslagen, terwijl het vuur der Fransche troepen de gelederen van den vijand decimeerde. De Fransche batterijen beantwoordden overal krachtig het vijan delijke vuur en beschoten de verbindings wegen van den vijand. De Fransche verdragende kanonnen bom- tot den aanval werd gegeven. We hebben toen de bekende overwinning bevochten, die ons 2-5000 gevangenen aanbracht en den Duitschers ongeveer do sterkte van drie legerkorpsen kostte. Ook onze verliezen waren aanzienlijk, maar haalden niet bij die van den vijand. Ware het anders geweest, we hadden moeilijk van een overwinning kunnen spreken. Het was een plaatselijk offensief, om den Russen eenigo verademing to verschaffen en de publieke opi nie te kalmeeren. Bij die gelegenheid werd mijn compagnie, ter sterkte van 250 geweren, geofferd. Wo moesten voorgaan en in den avond van 2S September waren er nog 37 van de onzen over. Zonder het minste letsel te hebben be komen, keerde ik uit den strijd terug en werd beloond met la c-roix de guerre. Yelen hadden 'bij do overwinning m Cham pagne het leven gelaten. Voor de overgebleve nen was weer een rusttijd aangebroken en de zeer gedunde legerscharen moesten worden aangevuld De eerstvolgende plaat-s mijner be stemming was au Col du Bonhomme in de Vogezen. Wo waren er nog maar kort, of we werden plotseling voor een andere tank opge roepen. Mon bracht ons met de automobiel naar den Hartmannweilerskopf het ge beurde op den 27en Dooamber 1915"om dé Duitschere tegen to houden, die een nieuwen aanval tegen dien top wilden ondernemen. Hoewel wij veel in de Duitschers hebben af te keuren, moet het tot hun eer gezegd wor den ook den vijand worde de hulde bewezen, die hem toekomt dat zij dien aanval door middel van hun artillerie-vuur schitterend voorbereidden. Wij kregen het zwaar to ver antwoorden.- Wel 21 uur lang heb ik mijn stelling met 72 man en 2 mitrailleuses tegen een geheel bataljon moeten verdedigen. Nadat ons de versterkingen bereikt hadden, werd dit bataljon vernietigd. "Uit erkentelijkheid voor de bij die gelegen heid bewezen diensten ben ik voorgedragen voor de opneming in het Legioen van Eer, waarvan ik het o ndersche i d i n g te eken nog niet heb ontvangen- Bovendien heb ik aan mijn gedrag in datzelfde gevecht mijn verlof te dan ken. Mijn bataljon is in de loopgraven ge bleven; ik ben naar het hoofdkwartier van de divisie vertrokken, om daar een cursus te vol gen voor mijn verdere bekwaming als officier. Ik bleef daar van 10 Januari tot 17 Februari en heb, toen ik de mededeeling aangaande mijn verlof had ontvangen, al spoedig de reis naar Leeuwarden aanvaard. En als deze verlofdagen om zijn? Dan keer ik onverwijld naa-r het front terug. De heer Doucet betoogde dan verder, dat naar zijn meening, het Fransche legér de toekomst vol vertrouwen tegemoet ziet. Zij hebben moed, de Franschen, maar zij heb ben meer. Zij hebben ook een onuitputtelijk geduld. ..Al zou de oorlog ook 10 jaar duren ge steld, dat het mogelijk ware dan zou nog iedere Fransehman vechten tot het einde toe. Daarover ^zijn we het allen eens. „Ook bij het aanvallen heb ik mijn manschap pen dikwijls moeten tegenhouden, opdat zij zich niet roelceloos in het gevaar zouden storten." „En hoe groot is uw legorsterkte tegen woordig?" vroeg do redacteur. ..In de'loopgraven, aan het directe front, 1 millioen manschappen en achter de 2e linie II millioen. „Maa'kt samen 2£ millioen. Er komen zeker nog wel wat bij. „In 'de dorde linie en voor reserve, maar daarover mag ik mij niet uitlaten. Dat blijft ons geheim. We bouwen onverpoosd voort aan onze sterkte." „U zei zoo even, dat do Franschen desnoods den strijd 10 jaar zouden volhouden. Maar zal de oorlog, als hij lang duurt, ten laatste niet moeten eindigen door gebrek aan geld?" bard eerden hot station van Vigneulles, ten gevolge waaxvau op twee plaat&en brand uitbrak, verschillende treinen getroffen werden en een locomotief vernield werd. PARIJS. De bladen constateeren alle, dat met den dag duidelijker blijkt, dat hot vertrouwen, dat de Franschen van hot eer ste oogenblik van dc-n aanval op \(erdun af hebben betoond, gewettigd was. Ook de achtste dag van den hevigen veldslag is op volkomen bevredigende wijzo verloopen. Scheuermann vertelt van den slag bij Verdun ...Over de dicht begroeide hoogten, die met haar ondoordringbaar kreupelhout op de Argonnen leken, gelukte heb mij vooruit te. komen tot in do op den vijand veroverde stellingen. Deze waren met allo middelen van den sfcedüngsstrijd versterkt, maar zij hadden vreesdijk onder ons artillerievuur te lijden gehad en men begrijpt dat do be zetting haar weerstandsvermogen verloren had. Na alles wat men op het-westfront van oorlogsvemicling gezien heeft, werkt toch nog de aanblik van het dorp'Haumont ver- Hier ziet men een nieuwen graad van fantastische verwoesting, die niet meer te overtreffen is. De plek, waar het plaatsje stond, wordt slechts aangegeven door eon als onbegraven geraamten in de lucht stekende reeks van brokken muur. Het na burige aan de Maas gelegen dorp Brabant is niet minder vernield. Verder gaan we tot in de stelling van de veldartillerie. Daar was ik getuige van den in onverminderden omvang verder woeden den reuzen slag. Slechts met- moeite kon de Fransche artillerie zich tegenover de onze doen gelden. Ik kon waarnemen, hoe de top van het fort Douaumont, die duidelijk boven alle naburige hoogten uitsteekt en die de Franschen de onzen weer in vijf wan hopige aanvallen hebben trachten te ont rukken, met vér dragende kanonnen be schoten werd. Op dit oogenblik grepen ook de vijande lijke veldbatterijen in, onmiddellijk door onze kanonnen bestreden, en terwijl het ge heele heuvelland als onder een zware aard- bestormden, waren zelfs de mitrailleurs, dio in de kleine pantsertorens waren opgesteld, om do versjx-rringen en do grachten te ver dedigen, zonder bediening. Do kanonnen in de puntcertorens poogden den aanvaller te weerhouden, doch werden door de Duit sche zware granaten buiten gevecht gesteld. Dat de Franschen werkelijk groote waarde hechtten aan het fort Douaumont, besluit het blad, blijkt ook uit de krachtigo en herbaalde pogingen om het te heroveren. Van het Westelllk Oorloqdterroln» BERLIJN. Officieel bericht uit het hoofdkwartier: Iu het Ysergobied was de vijandelijke artillerie bijzonder actief. Op den oostelijken Maasoever deden de Franschen op de vesting Douaumont op nieuw nuttelooz© tegenaanvallen. PARIJS.' In den sector van Seppois in den Boven-EIzas groote wedc-rzijdsche artil lerie- activiteit. Een Fransch vlieger-eskader liet Woens dagavond 44 bommen vallen op het station •van Chambley, dat ernstig beschadigd werd. ïïet eskader keerde behouden terug. Fransche vliegers lieten in den' loop van Donderdag veertig bommen vallen op het station van Bensdorf en negen op mili taire etablissementen te Avricourt. De Fransche artillerie beschoot met ver nietigend resultaat de verdedigingswerken van den vijand in België en tusschen de Som me en de Oise in de Argonne. In Champagne schoten de Franschen een Duitsche vliegmachine neder. LONDEN. Donderdagochtend hernamen de Engelsïhen olj eenen aanval de loopgraven bij het YperenComine6- kanaal, die rij den 14den Februari hadden verloren, en namen boven dien een klein saillant in de oorspronkelij ke Duitsohe linie. Een tegenaanval van den vijand, die eenige uren later werd uitge voerd, werd afgeslagen. De Eogclschen maakten 180 gevangenen, onder wie vier officieren. De Duitsche mijngalerijen, die beving dreunde en schudde, was de hemel i :n de genomen loopgraven werden ontdekt, minuten lang geheel bedekt met de rookwol- werden vernield. ken van barstende projectielen. Ook de Fran sche forten mengden rich met hun geschut, waarvan het monding3vuur ver zichtbaar was, in de worsteling, die in den namid dag zich uitbreidde over een oppervlakte van verscheiden mijlen. Van een verhoogd punt kon ik Verdun zien,- welks omtrekken met het bloote oog goed- zichtbaar waren. Hoog boven alles uit stak de toren van de kathedraal. Met den kijker kon men waar nemen, dat de stad, die haar lot te midden van den woedenden slag met schijnbaar apathische kalmte afwachtte, tot nu toe weinig geleden had. De branden, die de laatste dagen hadden gewoed, zijn gebluscbt. Slechts in de westelijke wijk woedde nog een brand. In de richting van Douau mont stegen uit een blijkbaar in volle vlam staand dorp onophoudelijk rookwolken de lucht in. Het weder wisselde onophoudelijk af tusschen helderen zonneschijn en dichte sneeuwbuien. PARIJS. Volgens de „Petit Parisian", zullen de Duitsche verliezen ongeveer ©en derde bedragen van de bij de actie betrok ken troepen, d. w. z. 125 tot 150.000 man. In strijd met de mededeelingen van Fran sche zijde over de ontwapening van het fort Douaumont kan de „Köln. Ztg." verzeke ren, dat toen de kracht der 42 c.M. bij de aanvallen op de Maasvestingen gebleken was, de Franschen de in beton dekkingen staande kanonnen uit Douaumont verwij derden en in het tusschenterrein opstelden. De zware kanonnen in de pantsertorens ble ven echter, met eenig ander geschut, in het fort. Toen nu de aanval op 't hoofdfront begon zou het fort door een bataljon infanterie worden bezetdoch dit kon er niet meer komen. Uit de nabijgelegen posities vlucht ten echter ongeveer 1000 man van het fort. Zij waren zoo geschokt, dat zij het niet meer waagden de gevechtspositïe te bezet ten. en toen de Brandenburgers het fort Er heerechi© Donderdag groote weder- rijdsch© artillerie-activiteit- van Vierstraat tot r DUITSCHLAND. Vieeschlooze dagen. Men schrijft ons van de oostgrens, dat biunonkort in Duitschland vier vieesch looze dagen per week zullen worden inge voerd. De bevolking zal zich dan voorna melijk met visch moeten voeden. Om in do behoeften te voorzien, worden op verschil lende plaatsen door de gemeentebesturen gemeentelijke vi&chwinkels ingericht, waar in vooral zal getracht worden zeevisch en zoetwaterviech in voorraad te hebben. ENGELAND. Een Duitsche hydroplane boven Engel3ntL LONDEN. Een Duitsche hydroplane vloog Woensdagavond over een gedeelte van de zuid-oostku3t en wierp verscheidene bommen. Militaire schade werd niet aangericht. Alleen een kind van negen maanden werd, naar bericht wordt, gedood. Bezuiniging. In de Guildhall te Londen is een vergadering gehouden, waarin de nood zakelijkheid van bezuiniging den voiko rj duidelijk gemaakt. Niet alleen zal op de staatshuishouding zooveel mogelijk moeten worden bespaard, maar ook de burgers zelf zullen groote zuinigheid moeten betrach ten, opdat er zal kunnen worden voldaan aan de groote financieele lasten die deze oorlog land en volk oplegt. Er is een tijd geleden door de regeering oen commissie beuoemd, die had na te gaan welke bezui nigingen in den openbaren dienst mogelijk zouden zijn- Deze commissie heeft Zater dag haar rapport in het licht gegeven en zij beveelt nu tal van maatregelen aan, die „Ik geloof dat in geenen deele. Aan geld ontbreekt het ons en onzen bondgenooten aller minst. Neen, economische oorzaken zullen aan onzen kant over oorlog of vrede niet beslissen daarvan is iedereen in Frankrijk vast over tuigd. De oorlog zal worden beëindigd ten ge volge van een algemeen offensief aan onzen kant, op een tijd, dien wij hebben uitgekozen en waarvan niemand, buiten ons, iets afweet. Als die tijd is aangebroken, zult ge de Duit schers zien wijken, als in den slag aan de Marnc, en hun nederlaag zal volkomen zijn. Iedere Fransehman kent zijn plicht en volvoert hem op schitterende wijze." „Men leest zoo dikwijls, dat de franschen en hunne bondgenooten nu eens dit en dan weer dat voornemens zijn te doen. De tegenpartij werkt meer in stilte en men hoort er eerst van, als het tot daden is'gekomen. Spelen de geal lieerden op die manier den vijand niet- wat in de kaart?" „Hei is waar, dat er door sommigen aan onzen kant wel eens een onvoorzichtige uitla ting wordt gedaan, maar men moet daar niet te veel gewicht aan hechten. Veel van die be richten worden de wereld ingezonden, om den vijand te misleiden en zijn moreel te vèrzwak- ken. Wij hebben daar ook nog verscheidene andere middelen voor. In dat opzicht is de tactiek wederkeerig, en wij weten door onzen verkenningsdienst heel goed, wat onze tegen standers in hun schild voeren, Voor het overige ik heb al gezegd, dat onze tijd nog niet ge komen is. „De Duitschers zijn zeer verkwistend met hunne manschappen. Dat is van dien aard, dat we voor hunne manier van vechten diepe min achting hebben. Terwijl onze infanterie aanvalt in dunne gelederen, waarbij de soldaten onge veer anderiialven meter van elkaar verwijderd blijven, komen de Duitschers bij secties, schou der aan schouder, aanstormen. Ik heb het nog nooit anders van hen gezien. Van de Franschen zou men dat onder geen voorwaarde gedaan krijgen. Het kost veel te veel manschappen en dit verklaart ook de groote verliezen, die de Duitschers hebben geleden in België» den slag san de Marne en in Champagne. Op het oogenblik gaan zij weer op dezelfde manier te werk. bij bun aanval op Verdun. „Over dit nieuwe offensief maak ik mij vol strekt niet ongerust. Ik heb ook wel gelezen, dat zij het- fort Douaumont hebben veroverd, maar dit zegt nog niet veel. Mijn persoonlijke overtuiging is, dat Verdun niet genomen kan worden. Aan het verlies van een of meer forten moet men niet te groote waarde hechten. We r weten nu al lang, da-t do forten tegen de artil lerie van onzen tijd niet bestand zijn. In dat opzicht heeft Antwerpen ons genoeg geleerd. We hebben de kanonnen dan ook al uit- de for ten weggehaald; we kunnen ze vrij wat beter gebruiken en maken een reserve gereed, waar van men nog vreemd zal opkijken. Geloof maar vrij, dat dit de laatste stuiptrekkingen van onze vijanden zijn: ze weten ze'.f wel, dat ze het niet kunnen volhouden. Ik heb nu 18 maanden in Frankrijk doorgebracht. Het is daar een organisatie, waar niemand, die er niet mee bekend is, bet minste idee van heeft. „Frankrijk heeft in dezen oorlog heel wat ge leerd en het zal, prachtig herboren, uit den strijd te voorschijn komen. In Duitschland heb ik ongeveer drie jaren gewoond en er mij vele vrienden verworven. Maar mijne ervaringen in den oorlog hebben mij ten eenenmale van het Duitsche ras afkeerig gemaakt. We zullen den strijd niet- eindigen, voor we Europa van de aanvallen van dat ras hebben bevrijd. En onze volharding komt ook Nederland ten goede. Bleef België in Duitsche handen, dan liep ook de onafhankelijkheid van uw land gevaar en dat zou mij spijten voor dit land, waaraan ik ge hecht ben geworden. Ik heb een HolJandsche vrouw en ook mijn kinderen praten HoL landsch."

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1