NO. 242.
Vrijdag 3 Maart 1916
Orgaan voor Leger en VïooL
De Weddenschap,
Ocrlsgsoieows.
Onder redactie van Q. MANASSEN.
VERDUN.
Geld en de Oorlog.
TWEEDE JAARGANG.
DE SOLDATENGOURANT
adres- der redactie ex administratie palestrinastraat 10,
amsterdam. dit blad verschijnt driemaal per week. losse
ntjmmers voor militairen l cent, voorburgers 8 cent. abonne
ment voor militairen 0.75. voor burgers ƒ1.50 p. driemaanden
Voor AdvertentiCn wende men zich tot onze Administratie, Pales: r in as'raat 10.
Amsterdam. Prjjs der Adverter.tiBn per regel 80 cent. Voor Ingezonden Med--.
deeiingen op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief, iiy abonnement
reductie.
De strijd om Verdun duurt nog altijd
Voort en wel met dezelfde heftigheid. Maar
-hij ontwikkelt zich niet meer zoo 'duidelijk
als in den beginne, d.w.z. de Duitschers
naderen niet meer zoo snel hun blijkbaar
doel, de vesting in te nemen, ook al door
den' krachtiger tegenstand der Franschen.
Toch zijn, er om Verdun nog allerlei ver
rassingen mogelijk en wij geven daarom
nogmaals een kaartje van de vestipg, dit
maal met'de naast omgeving, de'forten, den
kronkelenden loop der rïvim vse Maas enz.
Men ziét op onze kaart duidelijk, dat
Verdun door vele forten omringd is en wel,
zooals dat de gewoonte is bij sterke vestin
gen, door een buitengten en binnensten
gordel. Tot dien buitensten gordel, op on
geveer acht kilometer van de stad zelf, zijn
de Duitschers thans genaderd, zij hebben
het fort Douaumont, dat men ziet liggen
ten noorden van Verdun, ingenomen en
bezet. Met hun zware batterijen kunnen zij
nu vandaar de stad, een oude veste met
bastions, redouten, enz., beschieten ep
in puin doen verkeeren. Van belang
cok de bezetting van het gehucht Hardau-
monfc, ten oosten van Douaumont,
waar zij ook de bosschen hebben beschoten
en de Franschen er uit gejaagd. De laatste
berichten melden, dat nu ook ten Oosten
van Verdun de Duitschers oprukken naar
de vesting en deze daar reeds ietwat gena
derd zijn.
II. Wat is geld (Slot)
Niets op de wereld voldeed in den beginne
koo goed aan al de eischen voor een ruil
middel als de metalen. In 't eerst gebruikte
men als zoodanig de meest voorkomende,
de onedele metalen, ijzer en koper, later
toen het handelsverkeer steeds grooter werd,
de edele, zilver en goud. Oorspronkelijk
werden de metalen gewogen en betaalde
men met een pond, een ons, een lood ijzer,
koper, zilver of goud. Doch dat bleek al
spoedig lastig en men voerde schijfjes me
taal in van een bepaalden vorm en bepaald
gewicht en die daardoor een bepaalde
waarde kregen, .ziedaar de oorsprong van
ons geld. De autoriteiten in land of stad
lieten later een stempel op die schijfjes
drukken om ze een vaste waarde te geven,
en die gestempelde schijfjes bezitten wij
nog steeds. De gouden schijfjes vormen
•thans ons eigenlijk waarde-geld, waarnaar
al het andere geld wordt afgemeten. Want
op den langen duur is het goud gebleken
de eenige goede waardemeter te zijn en in
bijna alle 'beschaafde staten is dan ook het
goud het „wettige betaalmiddel" geworden.
Tegenover de „standaard munt", het goud
geld, heeten onze andere munten „pasmun
ten", die ntfn slechts tot zekere waarde be
hoeft aan te nemen; zilver tot tien gulden,
koper en nikkel tot een gulden.
Toch, ook met het „wettig" middel wordt
maar bij uitzondering betaald in onzen tijd.
Men begrijpt waarom. Zelfs betaling met
goud zou voor groote sommen te lastig zijn,
verondersteld al, dat bij het reusachtig ver
keer telkens het noodige goud aanwezig zou
zijn. Als iemand bijv. op een vol lot eens
Uit liet Engelsch.)
(Slot.)
Korten tijd, daarna was er eon
discussie met mevrouw Cooper, dat wil
zeggen, de heftigheid kwam van de zijde
van deze. Bella bleef volmaakt kalm, en
toen haar nicht weer met „vuurwerk" be
gon en bepaald onverdragelijk werd, drong
zij er zacht opaan:
„Laat ons van elkander gaan. Heusch,
dat is heter. Willen wij? Het zal heter zijn
voor ons allebei. Vader noodigde je uit om
een reisgezellin voor ra© te zijn, en niet
een voogdes over me. Het is niet omdat je
een paar jaar ouder bent dan ik en het on
geluk had je man te verliezen, dat ik je de
'baas over me liet spelen. Ik zal morgen om
iemand adverteerenals ik een redelijk
salaris noem, dan doet zoo'n advertentie
wonderen om een geschikte plaatsvervang
ster te krijgen".
Mevrouw Cooper koelde opeens minstens
dertig graden af. Zij genoot juist- met volle
teugen van haar reis door Europa en die reis
werd haar finant-iëel mogelijk gemaakt dooi
den heer Grainger, die zijn dochter veraf
goodde en zwoer bij alles wat deze zoide of
de honderdduizend in de Staatsloterij trok,
zou de collecteur hem een 120 pond aan
goudstukken moeten uitbetalen. Welk een
beslommering niet het tellen, versieepen,
bewarenEn voor groote zaken, die met
millioenen rekenen, was een dergelijke uit
betaling, zoo niet onmogelijk, toch zoo tijd-
roovend en omslachtig, dat men spoedig,
omdat het niet anders kon, er wat op ge
vonden heeft.
Men betaalt nu veelal met papier. Zelfs
betrekkelijk kleine sommen. Het goud is
bijna verdwenen uit den geldomloop. Het
ligt in staven of gemunte specie bij de
banken en groote geldzaken. Aanvankelijk
betaalden de menschen natuurlijk alles met
metaal. Maar al spoedig was er een han
delaar, die zoo'n groot vertrouwen had in
een handelsvriend, dat hij op diens woord,
dat hij betalen zou, geloofde deze gaf daar
voor een schulbekentenis. Die schuldbeken
tenis, als van een eerlijk man, had zijn
waarde, en de bezitter daarvan kon er geld
op krijgen. Zco ontstond de wissel en uit die
wissels zijn onze biljetten, ons papiergeld
ontstaan
Dit gebeurde allengs op de volgende ma
nier. Men zag in, hoe gemakkelijk derge
lijke schuldbekentenissen als wissels en
cheques in het geldverkeer waren en men
bediende er zich al meer van als betaalmid
del. En nu ontstonden al spoedig bijzon
dere zaken, die zich bezig hielden met het
koopen en verkoopen van zulke schuld
brieven dat waren de banken. Al meer
breidden deze hun zaken uit, kregen groo
ter vertrouwen in de handelswereld en ga
ven nu zelf wissels, schuldbekentenissen af,
die als betaalmiddelen dienst deden. Reeds
in het midden d.er 16d© eeuw kregen som
mige kapitaal-krachtige banken van de re
geeringen vergunning om onder bepaalde
voorwaarden schuldbekentenissen, tot een
deed. Zij begon, te stotteren, .verdedigde
zich, sprak zdchzelve telkens tegen en ein
digde met de zoetsappige opmerking
„Wat ik me enkele maar afvraag, is,
waar je ooit kennis met hem gemaakt
hebt?'''
„Dat is- nu weer mijn zaak", antwoordde
haar nichtje vinnig, met een kleine verhoo
ging van gelaatskleur.
Den volgenden morgen vernam juffrouw
Grainger dat de heer Montagu plotseling
was vertrokken dien eigen middag ook vond
mevrouw Cooper haar broche terug; zij
had die iu een fichu laten zitten, welke
zij, met. de haar eigen slordigheid, in een
van de koffers had" gegooid.
En daarop hielp juffrouw Grainger haat
nicht ua'ib den droom ten opzichte van „die
verloving" met den heer Montagu en ge
noot andermaal van de onbeschrijflijke ver
bazing ©n den schrik van mevrouw Cooper.
„Deed ik nu niet goed?" riep Bella
Grainger vroolijk uit. „En hij speelde mij
zijn rol prachtig toe! Spreek nu weer eens
kwaad van liefdesgeschiedenissen op het
tooneelIk kan nauwelijks hopen ooit de
helft van de werkelijkheid zóó te zullen be
leven !"-
Gedachtig aan het gèsprek van den vo-
rigen avond, hield mevrouw Cooper haar
verontwaardiging zoo goed mogelijk in. hoe
wel zij vreeselijk in de war en geërgerd was
over het gebeurde.
vast, bepaald bedrag uit te geven, alle op
een ronde som duidende, die het metalen
geld meeaten vervangen. Dat warende
eerste banknoten of bankbiljetten.
In den tegenwoordigen tijd is er gewoon
lijk in eiken staat een hoofdbank te
onzent de Nederlandsche Bank, die dit
recht bezit en di.e ons papiergeld uitgeeft.
De voornaamste bepaling, waaraan zoo'n
bank zich moet onderwerpen, is, dat zij
minstens ongeveer een derde van de som,
die zij aan bankbiljetten uitgeeft, in goud
in voorraad moet hebben, terwijl de overige
waarde gedekt moet zijn door andere waar
den: obligaties, hypotheekschulden, enz.
Slechts in eenige lancTen, zooals vroeger
ook bij ons, geeft ook de staat zelf gelds
waardig papier uit, zoogenaamde muntbil
jetten, die niet „gedekt" zijn, maar wier
waarde berust in het vertrouwen op den
staat. Er zijn gevallen, dat de staat dit
vertrouwen niet verdient, dat hij zooveel
papiergeld in omloop brengt, dat een
betaling onmogelijk is. Een treurig bewijs
gaven hiervan de Fransche assignaten in
de revolutiejaren van 17S991, toen ten
slotte een stuk van 500 francs geen 10 francs
kon opbrengen en vele menschen nog later
met deze staatsschuldbrieven de muren van
hun kamers gingen beplakken. Doch dit is
een groote uitzondering!
Het zal onzen lezers nu wel duidelijk zijn,
dat onder ge-ld niet alleen te verstaan zijn
munten en bankbil jetben. Inderdaad,
iemand kan geen enkel goud- of zilverstuk,
geen enkel bankbiljet bezitten en toch ont
zaglijk rijk zijn, indien hij maar genoeg
aandeelen in ondernemingen bezit, indien
hij spoorweg-obligaties of hypotheek-brieven
heeft. Voor deze stukken, of voor de cou
pons daarvan, behoeft geen winkelier hem
weliswaar een kistje sigaren te geven', maar
hij kan bij elke bankinstelling er goud of
„En ben je nu niet bang dat je je vree-
selijk gecompromiteerd hebt.?" vroeg zij.
„Geen oogenblik!" antwoordde juffrouw
Grainger. „Hij is een gentleman, ten
van de goede soort-. Bovendien... hij is ge
trouwd".
Plet was vooral deze laatste omstandig
heid waaraan Bella Grainger voortdurend
dacht toen zij haar blanke armen op de
toilettafel deed rusten en het volgende
oogenblök baar kapsel losmaakte om zich
ter ruste te begeven.
„Zoo is wèl de bittere ironie van het
noodlot", zeide zij, haar woorden tot den
toiletspiegel richtend. „Je ontmoet, einde
lijk een eerste-klas gentleman, enkel om
een volgend oogenblik tot de ontdekking te
komen dat hij reeds getrouwd is"'.
Een oogenblik pauze, en daarop, naden
kend en met hoopvolle stem
„Misschien sterft zijn vrouw tóch wel,
niettegenstaande het. sanatorium".
Weer een oogenblik pauze, en daarop
weer tegen den spiegel, doch nu met een
zuur gezichtje
„Maar ik zou géén weduwnaar willen
hebben
Eenige maanden later waren, juffrouw
Grainger en mevrouw Cooper te Londen,
om er „the season" door te brengen. Zij
hadden or een gemeubeld benedenhuis ge
huurd en vertoonde zich, na zich van goede
bankbiljetten voor ontvangen. Al deze
stukken nu, al deze papieren van waarde
zijn feitelijk en op zich zelf maar enkele
centen waard, wat ze zoo kostbaar maakt,
is het vertrouwen dat men er in stelt, het
„krediet", dat zij vertegenwoordigen. Zij
staan dus gelijk met de bankbiljetten, in
dien zij werkelijk van serieuse ondernemin
gen zijn, alleen missen zij de controle
van den staat, en zijn in dit opzicht geen
„geld" in de gewone beteekenis.
(Wordt vervolgd.)
De tossiand in Den reuzenstrffd.
Het staat nu wel vast, dat de Duitschers
de aanvallende beweging geopend hebben.
Het zijn geen afzonderlijke gevechten, van.
korten duur, die daar aan het Westerfront
worden geleverd, het is een groote veldslag,
waarmede men een beslissing tracht uit te
lokken. Volgens do meaning iu sommige
kringen der geallieerden was het. doel der
Duitschers met den aanval'bij Verdun al
leen om de Fransche reserves daarheen te
trekken, hun eigenlijk plan van aanval zou
dan Champagne gelden. Daar is gemakke
lijker op te nikken dan in de linie der ves
tingen, daar behoeft ifien niet de Maas
over te trekken, welker hoogten zoo goed
beschermd worden.
Inderdaad hebben de Duitschers zich niet
bepaald bij hun aanval in de buurt van
Verdun, maar ook het offensief geopend in
Champagne en, getracht met groote hard
nekkigheid om er voort te dringen. Dit is
hun werkelijk gelukt, doch het succes is
betrekkelijk matig geweest. Zij hebben het
gehucht Navarin bezet en daarmee 1600
Meter Fransohe loopgraven. Ook maakten
zij 1000 Fransche krijgsgevangenen. De
Fransche berichten erkennen ook dezen
tegenslag, maar zeggen tevens weer, dat de
ingenomen posities vooruitgeschoven stel
lingen waren. Dat is mogelijk, maar men.
schuift zijn stellingen niet vooruit om ze
weer terug te trekken, en het is in elk geval
een succes van de Duitschers^ dat zij de
Franschen daartoe dwongen.
Op het oogenblik lijkt echter de aanval
in Champagne nog het minst belangrijk
en het is niet waarschijnlijk, dat daar het
groote offensief, met een doorbraak tot
doel, zal plaatsen. Tenzij de DuiUohers be
grijpen, dat het bij Verdun niet gaat en zij
het dus elders prob'eeren. Thans wordt bij
en om de sterke Fransohe vesting nog heb
hardst gestreden, en van weerskanten.
Want zoo do Duitschei-s in die streek groo
te troepenmachten en veel zwaar geschut
hebben bijeengebracht, de Franschen heb
ben er tevens een groot leger en tal van ka
nonnen verzameld en op de Duitsche aan
vallen volgen telkens Fransche tegenaan
vallen. Het gevolg daarvan is, dat de strijd
bij Verdun weliswaar hardnekkiger dan
ooit voortduurt, maar dat de Duitsche op-
marsch, als men Jt zoo mag noemen, tot
staan, is gekomen. Ten minste volgens de
Fransche belichten. Sinds drie dagen, zeg
gen deze, staan de Duitschers op hetzelfde
punt ten noordoosten van Verdun en een
aanval met dichte troepenmassa's op deze
vesting is mislukt.Ook bij Douaumont. deden
de Duitschers felle aanvallen, maar alle
werden door de Frartschen afgeslagen.
Zoowel uit de Fransche als de Duitsche
berichten blijkt, dat do Duitsche troepen
ook ten Oosten van Verdun, in Woëvre,
tot ecu krachtigen aanval zijn overgegaan
en ook daar een succes behaaldenzij bezet
ten nl. na dapperen stormloop het dorp
Manheulles. Volgens een telegram uit Pa
rijs was dit slechts een zeer tijdelijk succes
de Duitschers trokken wel het genoemde
dorp door en kwamen zelfs ten westen er
van, maar de Franschen wierpen hen terug.
Toch blijkt uit dit laatste bericht niet vol
komen duidelijk, dat de Duitschers' inder
daad het dorp weer n oesten ontruimen. en
dan zouden zij dus ook uit het oosten Ver
dun weer zijn genaderd.
Uit de verschillende dikwijls tegenstrij
dige berichten kunnen wij over 't geheel op-
n aken, dat- de Duitschers in elk geval vrij
introducties voorzien te hebben, overal.
Het was kort voordien, dat zij den naam van
den heer Montagu opgevangen hadden,
wiens onlangs beoordeeld boek grooten
opgang had gemaakt.
Op één van die dagen trof Bella Grainger
hem. Het was op een bal, .en even vóór het
souper merkte zij hem plotseling op. Hij
zag haar in hetzelfde oogenblik en kwam
n-et een kleur ran opgetogenheid op haar
af.
„Mejuffrouw Grainger", riep hij op blij
den toon uit, „ik rekende er op d<>.t ik u
hier. treffen zouMag ik de eer hebben u tot-
het souper uit te noodigen
Zij- schudde hem hartelijk de hand en
wendde zich met een betooverend lachje
tot haar partner
„Ik vind het ei-g jammer, maar ik mag
mijnhear Mo-ntagu niet weigeren, zoo'n
oude vriend ziet u?"
Zij zetten zich aan een afzonderlijk tafel
tje en zij sprak over zijn boek. Zij had bet
gelezen. Het was heerlijk
..Ik heb wel beter dingen geschreven
dan dat", zcide hij, maar dit. moest het
'm doen, en ik "ben er uit een volslagen on
bekendheid ineens mee „in trek" geraakt-
Alles komt nii tegelijk".
Zij merkte op, dat hij een ring aan zijn
vinger en een rouwband om zijn arm had,
en het viel haar moeilijk genoeg de vraag
in te houden die haar op de lippen brandde.
dicht de vesting Verdun zijn genaderd, zoo
dicht, dat zij de stad kunnen beschieten.
Het schijnt dan ook, dat Verdun het lot
zal declen van vele andere steden in de
vuurlinie en platgeschoten zal worden.
Vreezen de Franschen daar ook voor? Wij
vernemen, dat de burgerlijke bevolking
reedg geheel is weggetrokken uit de ves
ting, en zelfs dat oen deel der troeprtfi haar
zou hebben verlaten en eenige kanonnen zijn
weggevoerd. Dit zou beteekenen, dat de
Franschen Verdun reeds prijsgaven.
Zoover li.ikt het intusschen nog niet. te zijn.
In de paar laatste dagen loopt de vesting
weer minder gevaar volgens de algemeen©
opinie in de Fransche berichten. Doch zelfs
•als zij geheel moest worden verlaten, zou dat
nog niet zooveel beduiden, zeggen dc
Franschen, want vestingen hebben weinig
of geen beteekenis meer in. dezen positie-
oorlog, en achter Verdun vinden de Duit-
tehres veer de Fransche loopgraven. In
tusschen hebben wij onze meening reeds
meermalen gezegd omtrent den moreeden
invloed van de inneming der vesting.
Omtrent de andere krijgsverrichtingen,
valt maar steeds weinig mee te deeien. Ook
elders, behalve in Champagne en bij Ver
dun, wordt gevochten aan het Westelijk
front, maar de strijd heeft er blijkbaar
weinig beteekenis. De artillerie was in de
laatste dagen zeer werkzaam in de Vogezen
de Duitschers bezetten, volgens een tele
gram uit Parijs, een stuk loopgraven van
den vijand tea Oosten van Seppois, maar ze
werden er weer uit verdreven. Zwaar was
ook het bomliardement tusschen Soissons en
Reims, bij Yperen en enkele andere plaat-
s 'Ai.
Op het Oostelijk oorlogsterrein zouden in
de nabijheid van Dunaburg de Russen Duit
sche af deeiingen verslagen en teruggedron
gen hebben. Tusschen het Ilsen- en het
Medmoesmeer, insgelijks in 't noorden,
trokken de Duitschers in lange rijen op,
maar werden teruggeworpen.
Er is in Egypte gevochten, waar de En-
gclschen nu 400.000 man troepen hebben
verzameld. Niet bij het Suez-kanaal of aan
den Nijl. maar aan de Westergrens, waar
onder een broeder van Enverbey, den Turk-
schen minister, Turksche troepen en in
boorlingen de Engelsohen aanvielen maar
verslagen werden.
FRAfliftRfcHC.
De strijd om Verdun.
PARIJS. De correspondent van de „Li-
berté" zegt in een levendige beschrijving
van den strijd, veroonden van het tooneel
van den slag nabij Verdun: De 25e Febr.
zal oen van de meest bewogen dagen van
den grooten oorlog blijven. Gedurende acht
tien uren bleven onze soldaten blootgesteld
aan een stortvloed van projectieleu. Onder
dezen regen van ijzer van de geweldige pro
jectielen van 30 en 42 c.M. aarzelden onze
soldaten nimmer. De orde re van den com
mandant waren zeer beslistde minste aar
zeling, waarschuwde hij, kan de vesting in
gevaar brengen. De Duitsche aanvoerders
zagen dat terdege in de stormaanvallen
van hun troepen verdubbelden in hevigheid.
Bevel werd gegeven terrein te winnen wat
het ook mocht kosten. Plotseling werd de
lucht 'verscheurd door ontzettende ontplof
fingen al onze batterijen van het »ne eind
van heb aanvalsfront tot het andere gaven
onafgebroken vuurde gevangenen verkla
ren, dat het bloedbad gruwelijk was, maai
de woedende aanval was niet gebroken.
Nieuwe troepen werden in den strijd ge
worpen; met bijna ongelooflijke verkwis
ting offerden de Duitsche aanvoerders dui
zenden en duizenden.
In den morgen was er een kritiek oogen
blik na de verovering van het fort Douau
mont; de Duitschers hadden vasten voet ge
kregen in de binnenlinie van onze loopgra
ven de Fransche verdedigers hielden
standten slotte stortten de vijandelijke
stormcolonnes zich in een woedenden aanval
op hen in achtereenvolgende golven de
Duitsche infanterie stormde in eiudelooze
gesloten gelederen voorwaarts. Het was een
laatste aanval, welke over het lot van Ver
dun moest beslissen. Toen werd een gewel
dige tegenaanval ingezet; de botsing was
ontzettend, maar wederom toonden de Fran-
„Maar achteraf ben ik blij, dat ik het
indertijd zoo a-rm had, want anders had
ik nóóit u leeren kennen!"
„U kent mij maar heel weinig!" zei
juffrouw Grainger bestraffend.
„Denkt u dat'? Al-s ik u ieder en dag
zie?"
Hij haalde uit zijn binnenzak een goud
miniatuur medaillon, opende het en ver
toonde Bella Granger haar eigen portret,
in zacht kleuren opgewerkt.
„Hoe komt u daaraan?" vroeg zij scherp.
„Van een Neiw-Yorkschen fotograaf".
„Uw dankbaarheid voor een onbeduiden-
den dienst is buitengewoon, maar de ma
nier v.'aar op u er mee te koop loopt over
dreven", zei juffrouw Grainger uit de hoog
te. „Iemand het hof te ma-ken terwijl men
op zijn hoogst een paar maanden geleden
zijn vrouw verloren heeft, is, op z'n zachtst
uitgedrukt, onkiesch!"
„Ja... ja... natuurlijk, daknbaarheid kan
iemand tot zonderlinge daden voeren".
Hij opende de andere zijde van het
medaillon en liet een kleine vlok goud
glanzend haar zien.
Juffrouw Grainger bloosde sterk.
„U hebt niet het recht...", begon zij
hartstochtelijk.
„Niet. liet recht?" brak hij af, met een
licht verwijt in zijn stem. „Hoezoo? Ik
wilde het u teruggeven en u weigerde hét!"
„Hefc was maar 'n gril van. me", zeide
schen hun meerderheid in den strijd in het
open veld. De voorete gelederen van den
vijand werden in verwarring teruggewor
pen hiervan maakten onze officieren ge
bruik en spoorden onze mannen aan tot no-'
grooter inspanning. Ten westen van Douair
mont overweldigd, lieten de Duitschers do
ruïnen van h'et fort in den steek.
PARTJS. De aanslag, dien de Duitschers
op Verdun deden, is met gelukt. Ten N.O.
van de stad zijn de Duitschers sedert diio
dagen vastgelcopen, en kunnen zij niet meer
vooruit gaan. .Maandagnacht werden ver
schillende Duitsche aanvallen gedaan in de.
streek van Douaumont-, vaak tot handge
meen toe; zij werden alle door de Fran
sche troepen afgeslagen.
PARIJS. Do „.Journal"' deelt de
volgende nadere bijzonderheden mode
omtrent het gevecht in liet Bois des
Oaures, dat, zooals -het blad zegt-, ein
digde met do totale vernietiging van
een Duitsche divisie. Ten noorden van
Verdun, even boven Beaumont, ligt het
Bois des Caures. Dit is ec-n punt, dat de
Duitschers buitengewoon gaarne in hun be
zit zouden hebbenEr waren daarom alle
nood/go maatregelen genomen, om hen daar
eene warme ontvangst te boreiden. Terwijl
de Fransche troepen in groot© getalsterkte
aan den zoom van het bosch den vijand op
hielden, legde een lu.tenant der genie met
zijne manschappen in het boeeh een groot
aantal mijnen. De Duitschers deden voort
durend krachtiger pogingen om deze positie
te nemen en drongen, meer dan eene divisie
sterk, op. Onze po-,lu's trokken zich in het
bosch terug en de Duitschers, overtuigd dat
zij vluchtten, drongen triomfkreten sakend
het bosch in om ze te achtervolgen.
Toen de laatste Fransche soldaten het
bosch verlaten hadden, drukte iemand, die
ergons aan de andere zijde buiten Beau
mont post had gevat, op een knop, die met
de elestrischc geleidingen in verbinding
stond. Plotseling werd uit de richting van
het Boïs des Caures eene geweldige knal ge
hoord en hoornen, waartussohen vreemde
gedaanteu, sprongen in de lucht. Er wer
den vreeselijke kreten gehoord, waarna de
stilte des doods heerechte. Bijna het go-
heele bósoh was door eene reeks mijnont-
ploffingen vernield en de geheel© Duitsche
divisie was vernietigd."
PARIJS. In de streek bij Ver
dun werd. het bombardement met ge
ringere intensiteit dan de vorige - da
gen voortgezet.. In den loop van den dag
werd geen bericht ontvangen omtrent. ïn-
fanterie-actie. Do Duitschers le^en loop
graven aan op de 'noordelijke hellingen van
de Poivre-hoogten. De eerste top daarvan
werd heden door de Fransche voorgesehoven
troepen bezet. De Franschen richtten een
hevig artillerievuur op Samogneux, waar
een bataljon van den vijand was bijeenge
trokken.
Het artillerievuur der Franschen bracht
op verschillende punten bij Woëvre aanval
len, die met eene hevige beschieting m de
Vogezen waren ingeleid, tot staan.
Bij een tegenaanval werd de vijand uit
een dec-1 der loopgraven ten oosten van Sep
pois, die hij'sedert den ochtend bezet hield,
geworpen
De Fransche artillerie beschoot tusschen
Soissons en Rheims. een aantal belangrijke
punten achter de vijandelijke loopgraven en
vernielde de Duitsche verdedigingswerken
bij heuvel 193.
BERLIJN. Officieel bericht uit het
hoofdkwartier
Krachtige artilleriebeschieting op vele
plaatsen van het front.
Ten O. van de Maas bestormden wij een
klein pantserwerk, ten N.W, van het dorp
Douaumont, Hernieuwde vijandelijke aan-
valspogingen in deze streek werden reeds
in den aanvang afgeslagen.
In Woëvre rukten onze troepen voorbij
Dieppe, Abaucourt en Blanzee en hebben
zij liet uitgestrekte boschterrein ten N.O.
van Watronville en Haudiomont bezet; zij
namen in een krachtigen aanval Manheulles
en Champion.
Tot Maandagavond was het aantal onge-
wonde gevangenen 228 officieren en 16,575
manvoorts werden 78 kanonnen buitge
maakt, waaronder vele zware van de nieuw
ste modellen, en 86 mitrailleurs, benevens
een onafzienbaar ander materiaal.
ze. „Ik houd nu eenmaal, van avonturen".
„Maar ik maakte misbruik van uw ver
trouwen", ging hij achteloos verder. „Ik
loog u wat voor".
„U... loogt?'' herhaalde zij, ijzig-kalm.
„Ja, ik loog", zei hij berouwvol. „Ik
zeide dat- mijn vrouw ziek was. Dat was een
leugen. ïk ben niet getrouwd. Het was mijn
zuster".
..Waarom zei u dat?" vroeg zij streng.
„Ja, een soort van... kieschheid, in
uw belang. Ik meende, dat- het de situatie
wat zou redden".
Bella Grainger vond zicbzelve terug.
„En uw zuster", vroeg zij, nog aarze
lend.
„Is gelukkig beter", zei hij met warmte.
„Zoo, wat beteekent dat dan?" ging zij
Vc-ort, den rouwband om zijn arm aan
rakend.
..Een oom. die het tijdelijke gezegend
heeft, liet mij zijn fortuin en zijn goederen
na".
Juffrouw Gvainger stond op.
„Mijn... ge-lukwenschenzei ze haastig,
„maar nu moet ik terug naar mijn nicht
en naar het bal".
„Ja,... maar... mag ik hopen... en spoe
dig eens aankomen
„Doet dat," zei zij, met haar innemend-
sten lach. „En ik beu er zeker van dafc ook
mijn nicht met blijdschap c-nzo hernieuwde
I kennismaking zal vernemen