No. 236.
Vrijdag 18 Februari 1916
Orgaan voor Leger en Vloot.
i! woord van een smokkelaar.
Loil-peraal I. P. Michielsen t
Oorlogsnieuws.
inzameling voor de Slachtoffers van
den Watersnood.
Onder redactie van D. MANASSEN.
Koninklijk Bezoek aan de
hoofdstad.
TWEEDE JAARGANG,
DE SOLDATENCOORANT
adrés der redactie en administratie palestrinastraat 10,
amsterdam. dit blad verschijnt driemaal per week. losse
nummers voor militairen 1 cent, voorburgers 3 cent, abonne
ment voor militairen 0.75, voor burgers ƒ1.50 p.driemaanden
Voor Adverteutien wende men rich tot onze Administratie. P&Jestrimutraat 10
Amsterdam. Prys der Ad verten tien per regel 30 cent. Voor Ingezonden Mede.'
deelingeu op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief. Bij abonnement
Als ge den Britschen soldaat op zijn best wilt zien, ga naar het Victoria-station
of een ander station, wanneer de mannen van het front aankomen voor een verlof van
eenige dagen. Zoo lezen wij in een Eögelscli blad. Het plaatje hierboven laat ons
een aantal Engelsche soldaten zien, die van 't front zijn teruggekeerd. Ze zien er
modderig en vuil uit, maar hiet treurig of somber, het tegenddel eerder. Zij ver
heugen er zich over, dat zij weer terugkaeren voor eenige dagen, nog gered van den
dood, die zoovelen wacht op het slagveld. Blijkbaar zijn ze van plan om van de
enkele vrije dagen in den schoot van hun gezin in een omgeving van verwanten en
vrienden te genieten.
Te 9.25 Dinsdag is H. M. de Koningin,
die vergezeld was van prinses Juliana, naar
Amsterdam vertrokken, om van daar int-
nog eenige door den watersnood geleden
hebbende plaatsen te bezoeken. Het konink
lijk salonrijtuig, waarin Koningin, prinses
on gevolg voor het vorstelijk paviljoen in het
Hollandsehe Spoorstation plaatsnamen,
werd ingehaakt in den gewonen trein, die
op dat uur vertrekt.
De trein van 10.40 uit Deai Haag was te
laat een kwartier ruim; en zoodoende
bestond ruimschoots gelegenheid voor het
publiek öm 'zich vóór het Centraal Station
to scharen ora de Koninklijke auto's, die
te v .cht&u stonden op het hooge bezoek.
geméester Teilegen was op het-perron
au erig en begroette de Koniugin en
prinses- Julia-na.
Hare Majesteit, die er opgewekt en blo
zend uitzag, droeg een mouem mantelcos-
tuum van donkergrijs laken, den mantel om
zoomd met een bontrand. H6t prinsesje
droeg een manteltje van grije bont en een
grooten ronden vilten hoed- Het kindje
hield een bos tulpen in de hand. H. M. was
vergezeld van H. M-'s adjudant jlir. C.
Hooft Graafland, jonkvrouw© Van de Poll
en een hofdame. Het kleine gezelschap
reed in de dichte automobielen naar het
paleis, waar de Koninklijke standaard ge-
heschen wer
Onmiddellijk na aankomst ten Paleize
kwam de wacht opnieuw in het geweer, ter
wijl de auto's weer voorreden.
De Kohingin, vergezeld van een hofdame,
begaf zich Dinsdagochtend eerst naar het j
vlucSiteliiigenhuis op den Heiligenweg, ge
vestigd in de vroegere studenten-sociëteit.
In een tweede auto volgden wethouder dr.
N. M. Josephus J i 11 a en de adju
dant jhr. Hooft Graafland.
Te elf uur precies hield de koninklijke
auto voor het gebouw stil. In de groote be
nedenzaal. waar het- meerendeel der ver
pleegden' bijeen was, werd de directrice van
dit tehuis, mejuffrouw J. Peck, aan de
hoogo bezoekster voorgesteld.
Nadat de Koningin zich omtrent de tij
delijke bestemming van het perceel had la
ten inlichten, sprak H. M. elk der aanwe
zigen afzonderlijk toe. Belangstellend in
formeerde do Vorstin waar zij vandaan
kwamen', of liunne woningen zwaar geleden
hadden, of hun vee was omgekomen en meer
dergelijke dingen. Eenige der aanwezigen
verklaarden, dat ze de Koningin in bun
woonplaats zelve reeds gesproken hadden.
Nadat de benedenzaal en de wintertuin,
waar de nog niet schoolplichtige kinderen
bij de zandbakken speelden, bezichtigd wa
ren, begaf de Koningin zich naar de boven
verdiepingen.
Daar toonde de directrice de hooge be
zoekster achtereenvolgens de slaapzalen, de
verbandkamer en het kleedingmagazijn.
Op de baby-afdeeling, waar een twaalf
tal kinderen zijn ondergebracht, werd, juist
toen de Koningin de zaal betrad, een meisje
Een vertelling uit de dagen van
Koning George van Engeland.
(.Slot.)
Zoodra de kapitein ons hoorde, begon hij
te razen. En ik beloof u, hij kon er wat
mee! De taal, die hij gebruikte, was van
dien aard dat juffrouw Helena er een kleur
van kreeg. Maar er waren voorzeker „ver
zachtende omstandigheden" voor zijn helsch
te keer gaan.
Ik boog mij dus over de ton en zei
„Waarde heer, houd je maar koest. Wij
zijn vriendenIn je eigen belang, maak niet
zoo'n spektakel!"
Dat hielp en hij zei geen woord meer.
Weldra hadden wij het deksel van de ton
en smeden de touwen door, waarmee de
kapitein was gebonden. Stijfjes stond hij
op en keek om zich heen. Toen hij juffrouw
Helena zag, werden zijn oogen zoo groot als
schietschijven. Hij wilde spreken, maar juf
frouw Helena legde den vinger op haar
mond. „Sfest!" fluisterde zij. „Kapitein
Mostyn, ik heb geen tijd om u uitlegging
van mijn handelwijs te geven. U moet het
pad inslaan, dat achter het huis, dwars door
da duinen loopt. Verschuil u vannacht in de
bosschen, dan kunt u morgen naar Arranagh
gaan. Vertrek nu spoedig van anders
mocht mijn vader m yindenf-S i
Met een verschrikt gebaar deed de Vor
stin haastig de deur dicht, terwijl ze moe
derlijk bezorgd tot de directrice zeide
,,'t Kind zou door ons nog kou vatten."
Gedurende enkele oogenblikken hield de
Koningin zich met het kleingoed bezig.
Eén van de kinderen maakte zich zelfs on
middellijk van haair-inof meester.
Op haar uitdrukkelijk verlangen geleidde
de directrice H. M. ook naar de keuken en
het waschhok, waar de Vorstin het dienst
doende personeel naar hunne werkzaamhe
den vroeg.
In 't geheel duurde het bezoek aan de
voormalige Studentensociëteit ongeveer
twintig minuten. Geen der comitéleden, be
halve wethouder Jitta, was aanwezig. Het
geheel droeg een zeer huishoudelijk
karakter.
Om 1 uur reed de Koningin Dinsdagmid
dag in een open auto, vergezeld van het
prinsesje naar Buiksloot. Met een extra
pont werd de auto overgezet. Te Buiksloot
sprak H. M. op den weg een oud vrouwtje
aan, dat daar met een kind wandelde. De
Koningin informeerde belangstellend naar
Jen toestand.
Over i\ .„uweaidam begaf de vorstin zich
laar Schellingwoude, waar de burgemees
ter van Ransdorp, de heer Ca lk oen,
II. M. opwachtte. De Koningin en het
Prinsesje gingen te voet naar het kerkje
van Schellingwoude, waar aan de school
kinderen thans les wordt gegeven, daar de
school onbruikbaar is.
Burgemeester Calkoen gaf hier verschil
lende inlichtingen.
Hierop werd de terugtocht naar het Pa
leis aanvaard, waar de Vorstin en haar
Dochter om kwart \óór drie aankwamen.
Voor de bewoners vluchtelingen uit
Zunderdorp, Holysloot, Landsmeer en an
dere dorpen van het nieuwe huizenblok
tusschen Javastraat, Balistraat ep Benkoe-
lenslraat, was de komst van de Koningin
oen ware verrassing.
Ik dacht, dat die dame van het woning
toezicht was, zeide ons een gezond uitziende
Zunderdorper, die op zijn kousen liep. Ge
lukkig, dat onze bedden juist opgemaakt
Maar Mostyn scheen dien raad niet in
zijn geheel te willen opvolgen. Hij richtte
zich op en antwoordde
„Dat wil ik hopen, want mijn plan is
juist om hem te vinden!"
Ik keek hem met verwondering aan, want
ik had hem na dit alles niet meer zoo
vechtlustig geacht; als- hij bij zijn plan bleef,
zou hij ons beiden in groote moeilijkheden
wikkelen. Maar juffrouw Helena was vol
komen tegen hem opgewassen.
„En ik dan?" vroeg zij. „Wat moet 'er
met mij gebeuren, als mijn vader tot de
ontdekking komt van hetgeen ik voor u
gedaan heb?"
Hij scheen zich te schamen, en maakte
eeai diepe buiging.
„Mejuffrouw", zeide hij, „ik erken mijn
schuld en ik verdien uw bestraffing. Om
uwentwil zal ik alles vergeten -wat er tus
schen uw vader cm mij heeft plaats ge
had!"
Ik ging nog een pas of vijftien "rnet hem
mee om hora den aangewezen weg te toonen
en keerde daarop naar de schuur terug.
Juffrouw Helena was in de ton geklom
men.
„Spijker mij nu in, net zoo als de palitein
heeft gezeten", zei ze met een glimlach.
„En doe het vlug. Over een uur zullen zij
bier zijn."
Ik deed wat mij gezegd was en sloeg de
spijkers in dezelde gaten waarin zij gezeten
hadden eensdeels om minder geraas te
maken, ten andere opdat de mannen geen
nieuwe spijkergaten zouden ontdekken, joen
worden en alles er netje9 uitzag. Toen ze
weg was, en ik zooveel raenscben in de
straat zag, hoorde ik, dat de Koningin bij
ons geweest was.
Eu ook de andere Zunderaorpers straal
den van blijdschap toen zij later vernamen,
dat de Vorstin met hen gesproken had.
H. M. had daar een 85-jarig vrouwt je
•toegesproken, dat zich met moeite uit het
overstroomde dorp had kunnen redden. Be
langstellend bekeek de Vorstin in dit huis
ook een klein kindje, dat eerst acht dagen
oud was, toen de vader en moeder er mee do
vlucht moesten nemen voor het naderende
water. En tot de zusjes van deze zuigeling
zeide de Vorstin enkele woorden, die met
een bedeesd „ja juffrouw" -antwoordden.
De andere kinderen van dezeu bewoner uit
Holysloot waren juist met hun moeder in
de koepok-inrichting, om zich te laten
inenten.
In verschillende dezer nieuwerwetsche
arbeidershuizen ging de Koningin naar bin
nen, vergezeld van den heer A. H a r ro
se n Jr., die als bestuurder inlichtingen
gaf. In het laatste huis werd ook nog de ge
meenschappelijke tuin bezichtigd, waarna
de Koningin tegen vieren naar het Paleis
terugkeerde.
Inmiddels was de halve Java-buurt uit-
geloopen, èn Amsterdammers, èn Water
landers juichten de Vorstin hartelijk toe,
toen de auto weer wegreed.
H. M. de Koningin bracht Woensdagoch
tend eera bezoek aan de overstroomings-ten-
toonstollinp in het Panorama, georgardseerd
door den heer A. Th. Hartkamp en
de Zuiderzee-Vereeniging.
Het Indische leger heeft, door een ern
stig ongelukkig toeval, een zeer zwaar ver
lies geleden. Wij nemen hier het volgende
Reutertelegram over:
„Luitenant-generaal Michielsen, comman
dant van het leger in Nederlandsch-Indië,
steeg Maandag in een aeroplane nabij Kra-
wang, als passagier, op met den luitenant-
aviateur Ter Poorten. De machine kwam te
vallen. Generaal Michielsen werd gedood,
terwijl luitenant Ter Poorten ernstig ge
wond werd."
Latere berichten meldden dat ook luit.
Ter Poorten overleden was, doch dit is later
weer tegengesproken.
Omtrent het ongeluk deelt een later Rou
ter-telegram uit Batavia nog mee
De ramp, waarbij generaal Michielsen
omkwam, heeft in geheel Nederlandsch-
Indië ontroering verwekt.
Het toestel viel, na een vlucht van vijf
minuten op eene hoogte van 100 ineter:
loodrecht omlaag.
De generaal werd door de draden ge
worgd. Zijn ledematen waren op verschil
lende plaatsen gebroken.
De toestand van luitenant Ter Poorten
is hoopvol.
Aan een telegram van den Telegraaf-cor
respondent te Weltevreden ontleeneu wij het
volgende
De commandant van het Nederlandsch-Indi-
sche leger begaf zich Maandagmorgen naar
Soobang, om het. vliegkamp op Kalidjatti te
gaan inspecteeren.
Generaal Michielsen gaf den wensch te
kennen, een vliegtocht mede te maken.
De eerste proef mislukte, omdat er blijk
baar aan het toestel iets haperde.
Nadat het toestel een paar meter de hoogte
was ingegaan, moest worden gedaald.
De machine werd nog eens nagezien, en
toen alles in orde was bevonden, steeg luite
nant Ter Poorten met zijn passagier ten
tweeden male op.
Toen de vliegmachine een hoogte van onge
veer 150 meter bereikt had, zagen de toe
schouwers tot hun schrik het toestel plotse
ling duiken en in minder dan geen tijd viel
het gevaarte in razende vaart neer.
De officieren, die van het sohouwspel ge
tuigen waren, snelden toe, en vonden generaal
Michielsen onder de machine, dood en met
gebroken ledematen. Een nader onderzoek
wees uit, dat de generaal vermoedelijk zijn
hals gebroken had.
Luitenant Ter Poorten vond men bewuste
loos met een groote hoofdwonde.
ik er mee gereed was, boog ik mij over
de ton.
„Is het zoo goed, juffrouw?" vroeg ik.
„Ja, best", was het antwoord. „Je kunt
Een uur later stapten Sir Reginald en zijn
mannen de schuur binnen.
Een paar van de flinkste kerels namen
de ton op hun schouders en laadden die op
een kar, tegelijk met drie of vier andere
vaten, die zij met water gevuld hadden, als
verrassing voor den inspecteur.
Allen waren in opgeruimd humeur, zij
hadden meer gebruikt dan goed voor hen
was, en de grappen die zij verkochten met
den ingespijkerden kapitein waren kostelijk
om te hooien. Voor mij, die meer van de zaak
wist dan zij, zou het geweest zijn om het
uit te gillen van lachen, indien ik niet on
danks alles in doodsangst had. verkeerd, dat
er iets mocht gebeuren waardoor alles nog
uit zou komen.
Maar- zij merkten niets, en wij bereikten
den straatweg.
Te drie uur in den morgen kwamen wij
aan de Arranagh-baai en zetten de vaten
neer bij den ingang van de opslagplaats.
Hier wenlle Sir Reginald zich tot mij.
„Mick", zei hij, „nu moet jij voor den
ven-ader spelen. Jij wijst hun de smokkel
waar aan. Je blijft hier en vertelt mij later
haarfijn wat er gebeurd is. Ik zou er hon
derd guinjes voor over hebben om het ge
zicht yan Ro.urke te zien als hij terugkomt-.
Do teraardebestelling van het stoffelijk
overschot van generaal Michielsen zou nog
Dinsdagavond plaats hebben.
Genei aal-majoor H. O. Kronouer is tijdelijk
aangewezen als legercommandant.
Omtrent den overleden Indischen Leger
commandant wordt nog het vojggnde ge-
meld:
Luitenant-generaal J. P. Midw&s^u werd
in 1862 geboren en ontving zijne opleiding
tot officier aan de Koninklijke Miiltaire
Academie, te Breda, waar hij den\Li«m/fiili
1882 werd benoemd' tot 2en luitenant bij
het wapen der infanterie.
Opg?!eid voor het Nederlandsche leger,
ging bij evenwel over bij het Indische leger,
waarbij hij achtereenvolgens in 1887 tot len
luitenant-, in 1894 tot kapitein, in 1903 tot
majoor, in 1905 tot luitenant-kolonel, in
1909 tot kolonel en in 1911 tot generaal-
majoor werd bevorderd en,tevens benoemd
werd tot chef van den gene-ralen staf.
Na liet aftreden van luitenant-generaal
Van Daalen als commandant van het In
dische leger werd do than3 overledene tot
ctie hooge waardigheid geroepen.
.Generaal Michielsen, die Jen cursus aan
de tweede afdeeling der krijgsschool had
gevolgd, was ook eenige jaren als leeraar
aan de hoogere krijgsschool verbonden.
Voor zijne militaire verdiensten werd hem
de Militaire Willemsorde verleend, in welke
orde hij later tot*de 3e klasse werd bevor
derd.
Tevens werd_ hem het ridderkruis der
orde van den Nederlandsclien Leeuw ver
leend.
Het Indische leger verliest in luitenant-
generaal Michielsen een even humanen als
bekwamen chef.
De le luitenant der artillerie H. ter
Poorten, werd in 1887 geboren en den 25en
Juli 190S aangesteld tot 2en luitenant en
op 29 April 1911 in zijn tegenwoordigeu
teug bevorderd.
Luitenant Henri ter Poor-
tfen was onze eerste militaire
aViateur. Hij behaalde zijn brevet in
liet jaar 1911, ongeveer gelijktijdig met
luitenants Van Heyst en Versteegh. In het
jaar te voren had luit. Ter Poorten zijn
brevet als balloncommandant van de Ned.
Vereeniging voor Luchtvaart behaald.
Luitenant- Ter Poorten was één der
aviateurs. die op 22, 23 en 25 September
1911 als luchtverkenners deelnamen aan de
Ufemsuvi-es in de Betuwe. Het legerbestuur
gif toentertijd blijk van ingenomenheid
met de verrichte prestaties door aan alle
luohtschippeirs na afloop der manoeuvres
te 's-Hcrtogcnbosch oen diner aan te bie
den, terwijl de Regeering bovendien van
hare waarcieering deed blijken door aan de
heeren Ter Poorten, Labouchc-re, Van Meel
en Bakker het ridderkruis der Oranje-
Nassau-orde te schenken.
Op 10 Maart 1912 nam luit. Ter Poorten
nog met kapitein Walaardt Sacré (com
mandant) en den heer Nell met den ballon
„Amsterdam" met succes deel aan een bal
lonwedstrijd te Crefeld.
Luitenant Ter Poorten is na dien weer
naar Indië teruggegaan. Hij 'heeft zich
daar zéér verdienstelijk gemaakt voor de
aviatiek van ons leger. Eu nog maar kort
geleden werd melding gemaakt van een
reis van luitenant Ter Poorter naar Ame
rika, waar hij heengezonden was door het
gouvernement ten einde machines aan te
koopen.
Luitenant Ter Poorten vloog in Amerika
nogal eens en hij wekte de bewondering der
Yankee's door zijn dikwijls stoutmoedige
vluchten. Eerst sedert kort was luitenant
Ter Poorten weer in Indië terug.
Ba toestand in den reuzenstrijd.
Hebben de Duitecho berichten overdre
ven, zoowel wat betreft de schermutseling
op de Noordzee als wat de torpedeeriug van
het Eransche slagschip „Suffren' betreft?
Het lijkt er zeer op, vooral wat het laatste
geval aangaat. Duatsche duikbooten hebben
Ik stapte naar buiten om hen op te wach
ten en toen zij mij zagen, gaf kapitein Rour-
ke een schreeuw van verbazing en floot zijn
mannen.
„Hier is een van die kerels", riep hij,
„en het blijkt dat de inlichting, die ons
gegeven werd, juist was. Het komt me voor,
dat we een goede vangst hebben".
„Ja inderdaad", zei ik „uw vangst is
beter dan u gissen kunt!"
„Nu", zei kapitein Rourke, „het ziet
er wel veelbelovend uit
Hij wilde nog meer zeggenmaar hield
plotseling op eii zag naar deu duinkant.
Daar kwam een man aangeloopen, zoo snel
als zijn beenen liem dragen konden. Hoe
wel zijn uniform gescheurd en vol modder
was, herkende ik hem, zoodra ik hem zag.
Het- waa niemand minder dan kapitein
Mostyn, en op zijn verschijning vergaten de
soldaten -den gesmokkelden brandewijn en
al wat er meer was.
Toen hij ons bereikte, richtte hij zich tot
kapitein Rourke en riep gejaagd uit
„Gij hier, op deze plek Weet ge wel dat
ge in een valstrik geloopen zij t V
En hij verhaalde wat er met hem was
gebeurd.
Kapitein Rcurke keerde zich woedend
tot mij.
„Daar zal jij voor boeten, begrepen?"
riep hij, heesch van ergernis.
Maar de ander stak zijn hand afwerend
uit over mijn hoofd
„Waoht even", zeide hij„dezen man
moet geen baar op het hoofd gekrenkt wor
Wij blijven bereid giften in ontvangst te nemen tot
leniging van den nood in tde overstroomde streken. De
bijdragen worden in dit blad verantwoord en aan de Alg.
Watersnood-Commissie overgedragen.
Ten einde vergissingen onmogelijk te maken, verzoeken
wij met nadruk op de strook van do ons toe te zenden
postwissels het woord WATERSNOOD te willen
vermeiden.
dfficieren, onderofficieren, korporaals en
manschappen van de 4e Compagnie, 2e
Bataljon, Ie Regiment Infanterie f 30.80.
Totaal van deze lijst f 31.60.
Tiendel ij sfc. Ontvangen tot en met
16 Februari 1916 's middags:
Opbrengst verloting exemplaar „Windsor
Magazine", Engelseklasse B) ge
zonden door L. v. L. le Compagnie, IIle
Bataljon, 4e Reg. Infanterie, f 0 80; van
-lvuao, 1 vdll ueze iljsc t oi.du.
Totaal ontvangen f 1693,87.
D. MANASSEN.
bij, de Syrische kust wel een Fransah oor
logsschip getorpedeerd en tot zinken ge
bracht, maar 't was slechte do kleine krui
ser „Amiral Charnier", welke reeds, vol
gens eens Fransen, bericht, eenige dagen
vermist werd. De „Suffren" ligt nog goed
en wel te Toulon. Er zulen dus ook wel niet
zooveel mensehen zijn omgekomen, maar
nadere bijzonderheden ontbreken nog ge
heel.
Het geval op de Noordzee schijnt ook in
derdaad zoo geweest te zijn ab de Engel-
scben voorstellen. Er is geen kruiser bij
verongelukt, alleen een mijnenveger, ook do
Duitscke berichten geven het over 't geheel
schoorvoetend toe. Wel hebben de Engel
schen op de Noordzee een kruiser verloren,
nl. den kleinen maar nieuwen kruiser
..Arethusa", doch niet in den slag bij de
Doggersbauk, doch het echip is blijkbaar
op een mijn geloopen. Of misschien getor-
jiedeerd
Wat de eigenlijke krijgsverrichtingen he
treft-, het is vooral op het Westerfront, dat
in de laatste dagen zeer hardnekig wordt
gevochten aan beide kanten. Een voorspel
van het groote offensief, d3t weldra te ver
wachten zou zijn? Ver'.&ngeu de beide par
tijen hun krachten te beproeven VoorLoo-
pig hebben zij nog niet veel resultaat. Op
eenige punter, drongen de Duitschere in de
Fransehe loopgraven, de Franschen op eeu
enkel punt in die der Diutecliers, maar
blijkbaar kon geen van beiden zich handha
ven; het vijandelijk artillerievuur verdreef
hen v.-eer uit de half vermelde schuilhoe
ken. Eigenaardig is wel, dat in de laatste
dagen over bijna het geheele front, wordt
gestreden. Wij lezen op het Belgisch gebied
van gevechten bij Piikem, Yperen, Steen
stra ete, het Sas, in Champagne bij Le Mes-
nil en Navarin. in de Vogezen bij Sept.
Overal moet de strijd vrij fel zijn geweest
volgens de berichten, maai- nergens werden
voordeelen behaald van eenig belang. Tus
schen Yperen en Kooraen echter drongen
de Duitschere, volgens de eigeii berichten
der Engelschen, in de voorste loopgraaf van
dezen door over een breedte van 600 M.
Overigens gaat het vrij rustig op de ver
schillende gevechtsterreinenin bet Oosten
hadden alleen voorpostengevechten plaats,
die bij Riga nog al hevig schijnen ge
weest; in Albanië komen de Oostenrijkers
blijkbaar stap voor stap vooruitzij zij n nu
zelfs reeds de Arzon overgetrokken, het
riviertje, dat ten noorden van Durazzo in
de 'Adriatdsche zee valt. 't Zou ons niets
verwonderen als de Oostenrijkere nu spoe
dig voor Durazzo stonden.
Er komen ook berichten van gevechten in
Mesopot.amië. 't Zijn Turksche berichten,
maar die van bedenkolijken aard schijnen
voor de Engelschen. Men kent de posities van
dezen aan den Tigris generaal Townshend
zit nog altijd met zijn 10,000 man opgesloten
bij Koet-el-Amara en generaal Aylmer zou
gaarne tot zijn ontzet verder willen opruk
ken, indien het overstroomde land aan den
den. Ik laat me hangen als hij niet de man
is, die mij in vrijheid heeft gesteld. Wat
doe je hier, waarde vriend?"
Kapitein Rourke begreep er niets van.
„Ik weet niet, wat ik er precies van den
ken moet", zei hij. En zich. weer tot zijn
vriend wendende, ging hij vcort met
vragen
„Heb je dien schurk mijn boodschappen
overgebracht V'
Allebei", zlei Mostyn.
„En wat. antwoordde hij wel op de
tweede?"
„Wélt hij heeft liet meisje zelf laten
antwoordden, en zij zeide dat zij beloofd
had u nooit te willen zien of spreken, voor
hij, haar vader, haar zelf tot u zenden
zou."
Kapitein Rourke kon zijn teleurstelling
met verbergen.
„Dan ben ik bang, dat daar nooit iets
van komen zal", zeide hij. „Nu, ik kan
er voorloopig niets aan veranderen. Het is
©en mislukte dag, in elk opzicht. We moes
ten maar van hier gaan".
„Zou u de vaten niet eerst openen?"
vro&g ik nu. „In het meerendeel is niet
anders dan water. Maar hier is er een,
daar wat goeds in zit".
Kapitein Rourke meende dat ik hem voor
den gek wilde houden en zag mij onheil
spellend aan. Maar kapitein Mostyn keek
met aandacht naar het vat, en schopte er
tegen.
„Voor den drommel!" zei hij, „dat is
het vat daar i k in gezeten heb, en n u is
Tigris hem niet tegenhield. Nu wordt be
richt, dat de Engelschen een derde afdee
ling troepen in Mesopotamië aan de Per
zische Golf hebben ontscheept, die de beide
andere afdeelingen te hulp zouden komen.
Het Turksche bericht meldt nu echter, dat
deze macht bij Kama, dat is veel verder
naar 't zuiden clan Koet-el-Amara, door
de Turken is verslagen en op de vlucht ge
dreven met achterlating van 500 dooden en
grooten voorraad oorloge- en levensmid
delen. Indien dit werkelijk zoo is, ziet het
er voor de troepen van generaal Townshend
en generaal Aylmer leclijk uit, zijn zij
blijkbaar afgesneden van hun terugweg. Eu
het lijkt er nog niet veel op, dat zij uit
het noorden, van den kant van Bagdad, ont
zet zullen worden door de Russen.
Van het Kaukasusfront deelen de Rue-
sen eon succes meena een voorafgaande be
schieting hebben zij stormenderhand een
der forten van de vesting E ree roem ver
overd zij maakten daarbij meer dan 20
kanonnen buit, met vele munitievoorraden,
terwijl hun ook een aantal krijgsgevangenen
in handen vielen.
Buiten heb eigenlijke vechten om is nog
merkwaardig de verklaring, van den En
gekchen eersten minister Asquith, dat de
belastingen in Groot-Brittanje weer ver
hoogd zullen moeten worden. Minister Mc.
Kenua zal weldra nieuw© belastingsvoor-
etellen indienen. Asquith waarschuwt nu
reeds: de druk zal zwaar zijn, maar niet
groter dan men kan dragen.
QUFTSCHLAND.
Ooriossschoenen.
Aan het „Berliner Tageblatl" wordt uit
Heilerau gemeld:
Een.gen tijd geleden is gemeld, dat de Deut
sche erkstatte in Helierau bij Dresden schoe
nen uitgevonden hadden-, waarvoor geen leer
noodig was. z;j moesten een goedkoop middel
worden om de uure loeren echoenen te vervan
gen. Men heeft er vele proeven mee genomen
en nu komen ze iuderdaad onder deu naam
van oorlogssohoenen jn den handel. Wat an
ders bovenleer is, bestaat bij deze schoenen
uifc sterk, waterdicht, grijs or zwart zeildoek,
zooals het voor ransels wordt gebruikt. De
brandzeilen, loopzolen en hakken zijn van hout,
dat in dunCö laagjes kruiselings en waterdicht
over elkaar is geujmd. Deze manier va# lij
men heeft een groot weerstandsvermogen en
zs heeft ten gevolge, dat het hout niet bar
sten kan. De zolen zijn elastisch en men loopt
op deze schoenen even gemakkelijk als op die
van leer. Zij hebben ook den vorm -en het ge
wicht van gewone schoenen. De zolen zijn zelfs
warmer dan die van leer, omdat hout een
slechter geleider is. De schoenen zijn even wa
terdicht als leeren schoenen. De hakken zijn
gewoonlijk met ijzer beslagen. Men kan er na
tuurlijk ook gummi-schijven onder leggen. Wie
eenige handigheid bezit, kan er zelf nieuwe
•zolen of«hakken onder leggen. Anders kan men
e.- mee naar den schoenmaken cf den timmer
man gaan. De schoenen zijn even zoo duurzaam
als leeren schoenen. Zij moeten echter goed
onderhouden worden. Men heeft ze in 21 ma
ten gemaakt. En ze kosten al naar de grootte
het óók niet leeg. We moesten dit in eik
geval open maken".
Het vat werd even vlug als handjg g©.
opend en zoodra het deksel er af was^dook
juffrouw Helena er uit op, wel wat stijf en
pijnlijk, maar lachend en blozend als een
roos in den morgenstond.
„Mijnheer Rourke", zei ze, zoo ernstig
als zij in dit oogenblik zijn kon, „ik beloof
de mijn vader u niet te willen zien of spre
ken voordat hijzelf mij tot u zond. En nu
was er geen andere weg op dan deze. Hij
heeft mij u gezonden. Aan u het woord
om te zeggen of hij er goed aan gedaan
heeft!"
En toen vertelde zij hem de heele ge
schiedenis. Hij hoorde haar tot het einde
toe aan, en daarna sloeg hij rijn arm om haar
heen en tilde haar uit het vat.
„Mannen", zeide hij, zich tot rijn sol
daten wendende, „jelui gaat allen met mij
mee naar huis- Vandaag nemen wij er een
gemakkelijken dag van en willen wij eens
drinken op de gezondheid van het mooiste
meisje van Ierland, op juffrouw Helena
Hagan, of beter gezegd op de aanstaande
mevrouw Clarence Rourke!"
Het werd een groote feestdag, En wat Sir
Regin^-d betrof, die gezegd had dat hij het
heele land eens flink om Clarence Rourke
zou laten 1 adieu, het was juist om hèm dat
gelachen werd. voor zoover men, in zijn
omgeving, 'althans om hem durfde
lachen