No. 236. Vrijdag 18 Februari 1916 Orgaan voor Leger en Vloot. i! woord van een smokkelaar. Loil-peraal I. P. Michielsen t Oorlogsnieuws. inzameling voor de Slachtoffers van den Watersnood. Onder redactie van D. MANASSEN. Koninklijk Bezoek aan de hoofdstad. TWEEDE JAARGANG, DE SOLDATENCOORANT adrés der redactie en administratie palestrinastraat 10, amsterdam. dit blad verschijnt driemaal per week. losse nummers voor militairen 1 cent, voorburgers 3 cent, abonne ment voor militairen 0.75, voor burgers ƒ1.50 p.driemaanden Voor Adverteutien wende men rich tot onze Administratie. P&Jestrimutraat 10 Amsterdam. Prys der Ad verten tien per regel 30 cent. Voor Ingezonden Mede.' deelingeu op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief. Bij abonnement Als ge den Britschen soldaat op zijn best wilt zien, ga naar het Victoria-station of een ander station, wanneer de mannen van het front aankomen voor een verlof van eenige dagen. Zoo lezen wij in een Eögelscli blad. Het plaatje hierboven laat ons een aantal Engelsche soldaten zien, die van 't front zijn teruggekeerd. Ze zien er modderig en vuil uit, maar hiet treurig of somber, het tegenddel eerder. Zij ver heugen er zich over, dat zij weer terugkaeren voor eenige dagen, nog gered van den dood, die zoovelen wacht op het slagveld. Blijkbaar zijn ze van plan om van de enkele vrije dagen in den schoot van hun gezin in een omgeving van verwanten en vrienden te genieten. Te 9.25 Dinsdag is H. M. de Koningin, die vergezeld was van prinses Juliana, naar Amsterdam vertrokken, om van daar int- nog eenige door den watersnood geleden hebbende plaatsen te bezoeken. Het konink lijk salonrijtuig, waarin Koningin, prinses on gevolg voor het vorstelijk paviljoen in het Hollandsehe Spoorstation plaatsnamen, werd ingehaakt in den gewonen trein, die op dat uur vertrekt. De trein van 10.40 uit Deai Haag was te laat een kwartier ruim; en zoodoende bestond ruimschoots gelegenheid voor het publiek öm 'zich vóór het Centraal Station to scharen ora de Koninklijke auto's, die te v .cht&u stonden op het hooge bezoek. geméester Teilegen was op het-perron au erig en begroette de Koniugin en prinses- Julia-na. Hare Majesteit, die er opgewekt en blo zend uitzag, droeg een mouem mantelcos- tuum van donkergrijs laken, den mantel om zoomd met een bontrand. H6t prinsesje droeg een manteltje van grije bont en een grooten ronden vilten hoed- Het kindje hield een bos tulpen in de hand. H. M. was vergezeld van H. M-'s adjudant jlir. C. Hooft Graafland, jonkvrouw© Van de Poll en een hofdame. Het kleine gezelschap reed in de dichte automobielen naar het paleis, waar de Koninklijke standaard ge- heschen wer Onmiddellijk na aankomst ten Paleize kwam de wacht opnieuw in het geweer, ter wijl de auto's weer voorreden. De Kohingin, vergezeld van een hofdame, begaf zich Dinsdagochtend eerst naar het j vlucSiteliiigenhuis op den Heiligenweg, ge vestigd in de vroegere studenten-sociëteit. In een tweede auto volgden wethouder dr. N. M. Josephus J i 11 a en de adju dant jhr. Hooft Graafland. Te elf uur precies hield de koninklijke auto voor het gebouw stil. In de groote be nedenzaal. waar het- meerendeel der ver pleegden' bijeen was, werd de directrice van dit tehuis, mejuffrouw J. Peck, aan de hoogo bezoekster voorgesteld. Nadat de Koningin zich omtrent de tij delijke bestemming van het perceel had la ten inlichten, sprak H. M. elk der aanwe zigen afzonderlijk toe. Belangstellend in formeerde do Vorstin waar zij vandaan kwamen', of liunne woningen zwaar geleden hadden, of hun vee was omgekomen en meer dergelijke dingen. Eenige der aanwezigen verklaarden, dat ze de Koningin in bun woonplaats zelve reeds gesproken hadden. Nadat de benedenzaal en de wintertuin, waar de nog niet schoolplichtige kinderen bij de zandbakken speelden, bezichtigd wa ren, begaf de Koningin zich naar de boven verdiepingen. Daar toonde de directrice de hooge be zoekster achtereenvolgens de slaapzalen, de verbandkamer en het kleedingmagazijn. Op de baby-afdeeling, waar een twaalf tal kinderen zijn ondergebracht, werd, juist toen de Koningin de zaal betrad, een meisje Een vertelling uit de dagen van Koning George van Engeland. (.Slot.) Zoodra de kapitein ons hoorde, begon hij te razen. En ik beloof u, hij kon er wat mee! De taal, die hij gebruikte, was van dien aard dat juffrouw Helena er een kleur van kreeg. Maar er waren voorzeker „ver zachtende omstandigheden" voor zijn helsch te keer gaan. Ik boog mij dus over de ton en zei „Waarde heer, houd je maar koest. Wij zijn vriendenIn je eigen belang, maak niet zoo'n spektakel!" Dat hielp en hij zei geen woord meer. Weldra hadden wij het deksel van de ton en smeden de touwen door, waarmee de kapitein was gebonden. Stijfjes stond hij op en keek om zich heen. Toen hij juffrouw Helena zag, werden zijn oogen zoo groot als schietschijven. Hij wilde spreken, maar juf frouw Helena legde den vinger op haar mond. „Sfest!" fluisterde zij. „Kapitein Mostyn, ik heb geen tijd om u uitlegging van mijn handelwijs te geven. U moet het pad inslaan, dat achter het huis, dwars door da duinen loopt. Verschuil u vannacht in de bosschen, dan kunt u morgen naar Arranagh gaan. Vertrek nu spoedig van anders mocht mijn vader m yindenf-S i Met een verschrikt gebaar deed de Vor stin haastig de deur dicht, terwijl ze moe derlijk bezorgd tot de directrice zeide ,,'t Kind zou door ons nog kou vatten." Gedurende enkele oogenblikken hield de Koningin zich met het kleingoed bezig. Eén van de kinderen maakte zich zelfs on middellijk van haair-inof meester. Op haar uitdrukkelijk verlangen geleidde de directrice H. M. ook naar de keuken en het waschhok, waar de Vorstin het dienst doende personeel naar hunne werkzaamhe den vroeg. In 't geheel duurde het bezoek aan de voormalige Studentensociëteit ongeveer twintig minuten. Geen der comitéleden, be halve wethouder Jitta, was aanwezig. Het geheel droeg een zeer huishoudelijk karakter. Om 1 uur reed de Koningin Dinsdagmid dag in een open auto, vergezeld van het prinsesje naar Buiksloot. Met een extra pont werd de auto overgezet. Te Buiksloot sprak H. M. op den weg een oud vrouwtje aan, dat daar met een kind wandelde. De Koningin informeerde belangstellend naar Jen toestand. Over i\ .„uweaidam begaf de vorstin zich laar Schellingwoude, waar de burgemees ter van Ransdorp, de heer Ca lk oen, II. M. opwachtte. De Koningin en het Prinsesje gingen te voet naar het kerkje van Schellingwoude, waar aan de school kinderen thans les wordt gegeven, daar de school onbruikbaar is. Burgemeester Calkoen gaf hier verschil lende inlichtingen. Hierop werd de terugtocht naar het Pa leis aanvaard, waar de Vorstin en haar Dochter om kwart \óór drie aankwamen. Voor de bewoners vluchtelingen uit Zunderdorp, Holysloot, Landsmeer en an dere dorpen van het nieuwe huizenblok tusschen Javastraat, Balistraat ep Benkoe- lenslraat, was de komst van de Koningin oen ware verrassing. Ik dacht, dat die dame van het woning toezicht was, zeide ons een gezond uitziende Zunderdorper, die op zijn kousen liep. Ge lukkig, dat onze bedden juist opgemaakt Maar Mostyn scheen dien raad niet in zijn geheel te willen opvolgen. Hij richtte zich op en antwoordde „Dat wil ik hopen, want mijn plan is juist om hem te vinden!" Ik keek hem met verwondering aan, want ik had hem na dit alles niet meer zoo vechtlustig geacht; als- hij bij zijn plan bleef, zou hij ons beiden in groote moeilijkheden wikkelen. Maar juffrouw Helena was vol komen tegen hem opgewassen. „En ik dan?" vroeg zij. „Wat moet 'er met mij gebeuren, als mijn vader tot de ontdekking komt van hetgeen ik voor u gedaan heb?" Hij scheen zich te schamen, en maakte eeai diepe buiging. „Mejuffrouw", zeide hij, „ik erken mijn schuld en ik verdien uw bestraffing. Om uwentwil zal ik alles vergeten -wat er tus schen uw vader cm mij heeft plaats ge had!" Ik ging nog een pas of vijftien "rnet hem mee om hora den aangewezen weg te toonen en keerde daarop naar de schuur terug. Juffrouw Helena was in de ton geklom men. „Spijker mij nu in, net zoo als de palitein heeft gezeten", zei ze met een glimlach. „En doe het vlug. Over een uur zullen zij bier zijn." Ik deed wat mij gezegd was en sloeg de spijkers in dezelde gaten waarin zij gezeten hadden eensdeels om minder geraas te maken, ten andere opdat de mannen geen nieuwe spijkergaten zouden ontdekken, joen worden en alles er netje9 uitzag. Toen ze weg was, en ik zooveel raenscben in de straat zag, hoorde ik, dat de Koningin bij ons geweest was. Eu ook de andere Zunderaorpers straal den van blijdschap toen zij later vernamen, dat de Vorstin met hen gesproken had. H. M. had daar een 85-jarig vrouwt je •toegesproken, dat zich met moeite uit het overstroomde dorp had kunnen redden. Be langstellend bekeek de Vorstin in dit huis ook een klein kindje, dat eerst acht dagen oud was, toen de vader en moeder er mee do vlucht moesten nemen voor het naderende water. En tot de zusjes van deze zuigeling zeide de Vorstin enkele woorden, die met een bedeesd „ja juffrouw" -antwoordden. De andere kinderen van dezeu bewoner uit Holysloot waren juist met hun moeder in de koepok-inrichting, om zich te laten inenten. In verschillende dezer nieuwerwetsche arbeidershuizen ging de Koningin naar bin nen, vergezeld van den heer A. H a r ro se n Jr., die als bestuurder inlichtingen gaf. In het laatste huis werd ook nog de ge meenschappelijke tuin bezichtigd, waarna de Koningin tegen vieren naar het Paleis terugkeerde. Inmiddels was de halve Java-buurt uit- geloopen, èn Amsterdammers, èn Water landers juichten de Vorstin hartelijk toe, toen de auto weer wegreed. H. M. de Koningin bracht Woensdagoch tend eera bezoek aan de overstroomings-ten- toonstollinp in het Panorama, georgardseerd door den heer A. Th. Hartkamp en de Zuiderzee-Vereeniging. Het Indische leger heeft, door een ern stig ongelukkig toeval, een zeer zwaar ver lies geleden. Wij nemen hier het volgende Reutertelegram over: „Luitenant-generaal Michielsen, comman dant van het leger in Nederlandsch-Indië, steeg Maandag in een aeroplane nabij Kra- wang, als passagier, op met den luitenant- aviateur Ter Poorten. De machine kwam te vallen. Generaal Michielsen werd gedood, terwijl luitenant Ter Poorten ernstig ge wond werd." Latere berichten meldden dat ook luit. Ter Poorten overleden was, doch dit is later weer tegengesproken. Omtrent het ongeluk deelt een later Rou ter-telegram uit Batavia nog mee De ramp, waarbij generaal Michielsen omkwam, heeft in geheel Nederlandsch- Indië ontroering verwekt. Het toestel viel, na een vlucht van vijf minuten op eene hoogte van 100 ineter: loodrecht omlaag. De generaal werd door de draden ge worgd. Zijn ledematen waren op verschil lende plaatsen gebroken. De toestand van luitenant Ter Poorten is hoopvol. Aan een telegram van den Telegraaf-cor respondent te Weltevreden ontleeneu wij het volgende De commandant van het Nederlandsch-Indi- sche leger begaf zich Maandagmorgen naar Soobang, om het. vliegkamp op Kalidjatti te gaan inspecteeren. Generaal Michielsen gaf den wensch te kennen, een vliegtocht mede te maken. De eerste proef mislukte, omdat er blijk baar aan het toestel iets haperde. Nadat het toestel een paar meter de hoogte was ingegaan, moest worden gedaald. De machine werd nog eens nagezien, en toen alles in orde was bevonden, steeg luite nant Ter Poorten met zijn passagier ten tweeden male op. Toen de vliegmachine een hoogte van onge veer 150 meter bereikt had, zagen de toe schouwers tot hun schrik het toestel plotse ling duiken en in minder dan geen tijd viel het gevaarte in razende vaart neer. De officieren, die van het sohouwspel ge tuigen waren, snelden toe, en vonden generaal Michielsen onder de machine, dood en met gebroken ledematen. Een nader onderzoek wees uit, dat de generaal vermoedelijk zijn hals gebroken had. Luitenant Ter Poorten vond men bewuste loos met een groote hoofdwonde. ik er mee gereed was, boog ik mij over de ton. „Is het zoo goed, juffrouw?" vroeg ik. „Ja, best", was het antwoord. „Je kunt Een uur later stapten Sir Reginald en zijn mannen de schuur binnen. Een paar van de flinkste kerels namen de ton op hun schouders en laadden die op een kar, tegelijk met drie of vier andere vaten, die zij met water gevuld hadden, als verrassing voor den inspecteur. Allen waren in opgeruimd humeur, zij hadden meer gebruikt dan goed voor hen was, en de grappen die zij verkochten met den ingespijkerden kapitein waren kostelijk om te hooien. Voor mij, die meer van de zaak wist dan zij, zou het geweest zijn om het uit te gillen van lachen, indien ik niet on danks alles in doodsangst had. verkeerd, dat er iets mocht gebeuren waardoor alles nog uit zou komen. Maar- zij merkten niets, en wij bereikten den straatweg. Te drie uur in den morgen kwamen wij aan de Arranagh-baai en zetten de vaten neer bij den ingang van de opslagplaats. Hier wenlle Sir Reginald zich tot mij. „Mick", zei hij, „nu moet jij voor den ven-ader spelen. Jij wijst hun de smokkel waar aan. Je blijft hier en vertelt mij later haarfijn wat er gebeurd is. Ik zou er hon derd guinjes voor over hebben om het ge zicht yan Ro.urke te zien als hij terugkomt-. Do teraardebestelling van het stoffelijk overschot van generaal Michielsen zou nog Dinsdagavond plaats hebben. Genei aal-majoor H. O. Kronouer is tijdelijk aangewezen als legercommandant. Omtrent den overleden Indischen Leger commandant wordt nog het vojggnde ge- meld: Luitenant-generaal J. P. Midw&s^u werd in 1862 geboren en ontving zijne opleiding tot officier aan de Koninklijke Miiltaire Academie, te Breda, waar hij den\Li«m/fiili 1882 werd benoemd' tot 2en luitenant bij het wapen der infanterie. Opg?!eid voor het Nederlandsche leger, ging bij evenwel over bij het Indische leger, waarbij hij achtereenvolgens in 1887 tot len luitenant-, in 1894 tot kapitein, in 1903 tot majoor, in 1905 tot luitenant-kolonel, in 1909 tot kolonel en in 1911 tot generaal- majoor werd bevorderd en,tevens benoemd werd tot chef van den gene-ralen staf. Na liet aftreden van luitenant-generaal Van Daalen als commandant van het In dische leger werd do than3 overledene tot ctie hooge waardigheid geroepen. .Generaal Michielsen, die Jen cursus aan de tweede afdeeling der krijgsschool had gevolgd, was ook eenige jaren als leeraar aan de hoogere krijgsschool verbonden. Voor zijne militaire verdiensten werd hem de Militaire Willemsorde verleend, in welke orde hij later tot*de 3e klasse werd bevor derd. Tevens werd_ hem het ridderkruis der orde van den Nederlandsclien Leeuw ver leend. Het Indische leger verliest in luitenant- generaal Michielsen een even humanen als bekwamen chef. De le luitenant der artillerie H. ter Poorten, werd in 1887 geboren en den 25en Juli 190S aangesteld tot 2en luitenant en op 29 April 1911 in zijn tegenwoordigeu teug bevorderd. Luitenant Henri ter Poor- tfen was onze eerste militaire aViateur. Hij behaalde zijn brevet in liet jaar 1911, ongeveer gelijktijdig met luitenants Van Heyst en Versteegh. In het jaar te voren had luit. Ter Poorten zijn brevet als balloncommandant van de Ned. Vereeniging voor Luchtvaart behaald. Luitenant- Ter Poorten was één der aviateurs. die op 22, 23 en 25 September 1911 als luchtverkenners deelnamen aan de Ufemsuvi-es in de Betuwe. Het legerbestuur gif toentertijd blijk van ingenomenheid met de verrichte prestaties door aan alle luohtschippeirs na afloop der manoeuvres te 's-Hcrtogcnbosch oen diner aan te bie den, terwijl de Regeering bovendien van hare waarcieering deed blijken door aan de heeren Ter Poorten, Labouchc-re, Van Meel en Bakker het ridderkruis der Oranje- Nassau-orde te schenken. Op 10 Maart 1912 nam luit. Ter Poorten nog met kapitein Walaardt Sacré (com mandant) en den heer Nell met den ballon „Amsterdam" met succes deel aan een bal lonwedstrijd te Crefeld. Luitenant Ter Poorten is na dien weer naar Indië teruggegaan. Hij 'heeft zich daar zéér verdienstelijk gemaakt voor de aviatiek van ons leger. Eu nog maar kort geleden werd melding gemaakt van een reis van luitenant Ter Poorter naar Ame rika, waar hij heengezonden was door het gouvernement ten einde machines aan te koopen. Luitenant Ter Poorten vloog in Amerika nogal eens en hij wekte de bewondering der Yankee's door zijn dikwijls stoutmoedige vluchten. Eerst sedert kort was luitenant Ter Poorten weer in Indië terug. Ba toestand in den reuzenstrijd. Hebben de Duitecho berichten overdre ven, zoowel wat betreft de schermutseling op de Noordzee als wat de torpedeeriug van het Eransche slagschip „Suffren' betreft? Het lijkt er zeer op, vooral wat het laatste geval aangaat. Duatsche duikbooten hebben Ik stapte naar buiten om hen op te wach ten en toen zij mij zagen, gaf kapitein Rour- ke een schreeuw van verbazing en floot zijn mannen. „Hier is een van die kerels", riep hij, „en het blijkt dat de inlichting, die ons gegeven werd, juist was. Het komt me voor, dat we een goede vangst hebben". „Ja inderdaad", zei ik „uw vangst is beter dan u gissen kunt!" „Nu", zei kapitein Rourke, „het ziet er wel veelbelovend uit Hij wilde nog meer zeggenmaar hield plotseling op eii zag naar deu duinkant. Daar kwam een man aangeloopen, zoo snel als zijn beenen liem dragen konden. Hoe wel zijn uniform gescheurd en vol modder was, herkende ik hem, zoodra ik hem zag. Het- waa niemand minder dan kapitein Mostyn, en op zijn verschijning vergaten de soldaten -den gesmokkelden brandewijn en al wat er meer was. Toen hij ons bereikte, richtte hij zich tot kapitein Rourke en riep gejaagd uit „Gij hier, op deze plek Weet ge wel dat ge in een valstrik geloopen zij t V En hij verhaalde wat er met hem was gebeurd. Kapitein Rcurke keerde zich woedend tot mij. „Daar zal jij voor boeten, begrepen?" riep hij, heesch van ergernis. Maar de ander stak zijn hand afwerend uit over mijn hoofd „Waoht even", zeide hij„dezen man moet geen baar op het hoofd gekrenkt wor Wij blijven bereid giften in ontvangst te nemen tot leniging van den nood in tde overstroomde streken. De bijdragen worden in dit blad verantwoord en aan de Alg. Watersnood-Commissie overgedragen. Ten einde vergissingen onmogelijk te maken, verzoeken wij met nadruk op de strook van do ons toe te zenden postwissels het woord WATERSNOOD te willen vermeiden. dfficieren, onderofficieren, korporaals en manschappen van de 4e Compagnie, 2e Bataljon, Ie Regiment Infanterie f 30.80. Totaal van deze lijst f 31.60. Tiendel ij sfc. Ontvangen tot en met 16 Februari 1916 's middags: Opbrengst verloting exemplaar „Windsor Magazine", Engelseklasse B) ge zonden door L. v. L. le Compagnie, IIle Bataljon, 4e Reg. Infanterie, f 0 80; van -lvuao, 1 vdll ueze iljsc t oi.du. Totaal ontvangen f 1693,87. D. MANASSEN. bij, de Syrische kust wel een Fransah oor logsschip getorpedeerd en tot zinken ge bracht, maar 't was slechte do kleine krui ser „Amiral Charnier", welke reeds, vol gens eens Fransen, bericht, eenige dagen vermist werd. De „Suffren" ligt nog goed en wel te Toulon. Er zulen dus ook wel niet zooveel mensehen zijn omgekomen, maar nadere bijzonderheden ontbreken nog ge heel. Het geval op de Noordzee schijnt ook in derdaad zoo geweest te zijn ab de Engel- scben voorstellen. Er is geen kruiser bij verongelukt, alleen een mijnenveger, ook do Duitscke berichten geven het over 't geheel schoorvoetend toe. Wel hebben de Engel schen op de Noordzee een kruiser verloren, nl. den kleinen maar nieuwen kruiser ..Arethusa", doch niet in den slag bij de Doggersbauk, doch het echip is blijkbaar op een mijn geloopen. Of misschien getor- jiedeerd Wat de eigenlijke krijgsverrichtingen he treft-, het is vooral op het Westerfront, dat in de laatste dagen zeer hardnekig wordt gevochten aan beide kanten. Een voorspel van het groote offensief, d3t weldra te ver wachten zou zijn? Ver'.&ngeu de beide par tijen hun krachten te beproeven VoorLoo- pig hebben zij nog niet veel resultaat. Op eenige punter, drongen de Duitschere in de Fransehe loopgraven, de Franschen op eeu enkel punt in die der Diutecliers, maar blijkbaar kon geen van beiden zich handha ven; het vijandelijk artillerievuur verdreef hen v.-eer uit de half vermelde schuilhoe ken. Eigenaardig is wel, dat in de laatste dagen over bijna het geheele front, wordt gestreden. Wij lezen op het Belgisch gebied van gevechten bij Piikem, Yperen, Steen stra ete, het Sas, in Champagne bij Le Mes- nil en Navarin. in de Vogezen bij Sept. Overal moet de strijd vrij fel zijn geweest volgens de berichten, maai- nergens werden voordeelen behaald van eenig belang. Tus schen Yperen en Kooraen echter drongen de Duitschere, volgens de eigeii berichten der Engelschen, in de voorste loopgraaf van dezen door over een breedte van 600 M. Overigens gaat het vrij rustig op de ver schillende gevechtsterreinenin bet Oosten hadden alleen voorpostengevechten plaats, die bij Riga nog al hevig schijnen ge weest; in Albanië komen de Oostenrijkers blijkbaar stap voor stap vooruitzij zij n nu zelfs reeds de Arzon overgetrokken, het riviertje, dat ten noorden van Durazzo in de 'Adriatdsche zee valt. 't Zou ons niets verwonderen als de Oostenrijkere nu spoe dig voor Durazzo stonden. Er komen ook berichten van gevechten in Mesopot.amië. 't Zijn Turksche berichten, maar die van bedenkolijken aard schijnen voor de Engelschen. Men kent de posities van dezen aan den Tigris generaal Townshend zit nog altijd met zijn 10,000 man opgesloten bij Koet-el-Amara en generaal Aylmer zou gaarne tot zijn ontzet verder willen opruk ken, indien het overstroomde land aan den den. Ik laat me hangen als hij niet de man is, die mij in vrijheid heeft gesteld. Wat doe je hier, waarde vriend?" Kapitein Rourke begreep er niets van. „Ik weet niet, wat ik er precies van den ken moet", zei hij. En zich. weer tot zijn vriend wendende, ging hij vcort met vragen „Heb je dien schurk mijn boodschappen overgebracht V' Allebei", zlei Mostyn. „En wat. antwoordde hij wel op de tweede?" „Wélt hij heeft liet meisje zelf laten antwoordden, en zij zeide dat zij beloofd had u nooit te willen zien of spreken, voor hij, haar vader, haar zelf tot u zenden zou." Kapitein Rourke kon zijn teleurstelling met verbergen. „Dan ben ik bang, dat daar nooit iets van komen zal", zeide hij. „Nu, ik kan er voorloopig niets aan veranderen. Het is ©en mislukte dag, in elk opzicht. We moes ten maar van hier gaan". „Zou u de vaten niet eerst openen?" vro&g ik nu. „In het meerendeel is niet anders dan water. Maar hier is er een, daar wat goeds in zit". Kapitein Rourke meende dat ik hem voor den gek wilde houden en zag mij onheil spellend aan. Maar kapitein Mostyn keek met aandacht naar het vat, en schopte er tegen. „Voor den drommel!" zei hij, „dat is het vat daar i k in gezeten heb, en n u is Tigris hem niet tegenhield. Nu wordt be richt, dat de Engelschen een derde afdee ling troepen in Mesopotamië aan de Per zische Golf hebben ontscheept, die de beide andere afdeelingen te hulp zouden komen. Het Turksche bericht meldt nu echter, dat deze macht bij Kama, dat is veel verder naar 't zuiden clan Koet-el-Amara, door de Turken is verslagen en op de vlucht ge dreven met achterlating van 500 dooden en grooten voorraad oorloge- en levensmid delen. Indien dit werkelijk zoo is, ziet het er voor de troepen van generaal Townshend en generaal Aylmer leclijk uit, zijn zij blijkbaar afgesneden van hun terugweg. Eu het lijkt er nog niet veel op, dat zij uit het noorden, van den kant van Bagdad, ont zet zullen worden door de Russen. Van het Kaukasusfront deelen de Rue- sen eon succes meena een voorafgaande be schieting hebben zij stormenderhand een der forten van de vesting E ree roem ver overd zij maakten daarbij meer dan 20 kanonnen buit, met vele munitievoorraden, terwijl hun ook een aantal krijgsgevangenen in handen vielen. Buiten heb eigenlijke vechten om is nog merkwaardig de verklaring, van den En gekchen eersten minister Asquith, dat de belastingen in Groot-Brittanje weer ver hoogd zullen moeten worden. Minister Mc. Kenua zal weldra nieuw© belastingsvoor- etellen indienen. Asquith waarschuwt nu reeds: de druk zal zwaar zijn, maar niet groter dan men kan dragen. QUFTSCHLAND. Ooriossschoenen. Aan het „Berliner Tageblatl" wordt uit Heilerau gemeld: Een.gen tijd geleden is gemeld, dat de Deut sche erkstatte in Helierau bij Dresden schoe nen uitgevonden hadden-, waarvoor geen leer noodig was. z;j moesten een goedkoop middel worden om de uure loeren echoenen te vervan gen. Men heeft er vele proeven mee genomen en nu komen ze iuderdaad onder deu naam van oorlogssohoenen jn den handel. Wat an ders bovenleer is, bestaat bij deze schoenen uifc sterk, waterdicht, grijs or zwart zeildoek, zooals het voor ransels wordt gebruikt. De brandzeilen, loopzolen en hakken zijn van hout, dat in dunCö laagjes kruiselings en waterdicht over elkaar is geujmd. Deze manier va# lij men heeft een groot weerstandsvermogen en zs heeft ten gevolge, dat het hout niet bar sten kan. De zolen zijn elastisch en men loopt op deze schoenen even gemakkelijk als op die van leer. Zij hebben ook den vorm -en het ge wicht van gewone schoenen. De zolen zijn zelfs warmer dan die van leer, omdat hout een slechter geleider is. De schoenen zijn even wa terdicht als leeren schoenen. De hakken zijn gewoonlijk met ijzer beslagen. Men kan er na tuurlijk ook gummi-schijven onder leggen. Wie eenige handigheid bezit, kan er zelf nieuwe •zolen of«hakken onder leggen. Anders kan men e.- mee naar den schoenmaken cf den timmer man gaan. De schoenen zijn even zoo duurzaam als leeren schoenen. Zij moeten echter goed onderhouden worden. Men heeft ze in 21 ma ten gemaakt. En ze kosten al naar de grootte het óók niet leeg. We moesten dit in eik geval open maken". Het vat werd even vlug als handjg g©. opend en zoodra het deksel er af was^dook juffrouw Helena er uit op, wel wat stijf en pijnlijk, maar lachend en blozend als een roos in den morgenstond. „Mijnheer Rourke", zei ze, zoo ernstig als zij in dit oogenblik zijn kon, „ik beloof de mijn vader u niet te willen zien of spre ken voordat hijzelf mij tot u zond. En nu was er geen andere weg op dan deze. Hij heeft mij u gezonden. Aan u het woord om te zeggen of hij er goed aan gedaan heeft!" En toen vertelde zij hem de heele ge schiedenis. Hij hoorde haar tot het einde toe aan, en daarna sloeg hij rijn arm om haar heen en tilde haar uit het vat. „Mannen", zeide hij, zich tot rijn sol daten wendende, „jelui gaat allen met mij mee naar huis- Vandaag nemen wij er een gemakkelijken dag van en willen wij eens drinken op de gezondheid van het mooiste meisje van Ierland, op juffrouw Helena Hagan, of beter gezegd op de aanstaande mevrouw Clarence Rourke!" Het werd een groote feestdag, En wat Sir Regin^-d betrof, die gezegd had dat hij het heele land eens flink om Clarence Rourke zou laten 1 adieu, het was juist om hèm dat gelachen werd. voor zoover men, in zijn omgeving, 'althans om hem durfde lachen

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1