No. 232.
Woensdag 9 Februari 1916
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Een duur portret
Inzameling voor de Slachtoffers van
den Watersnood.
Onder redactie van D. MANASSEN.
ü.is Oorlogsdagboek.
TWEEDE JAARGANG.
SOLDATENCOURANT
DUES DEB REDACTIE EN£ A-FMINISTRATIB PALESTRIMASTRAAT 10,
Amsterdam, dit - bladverschijnt driemaal per week. losse
vmiMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOORBURGERS 3 CENT. ABONNE-
MF -T VOOR MILITAIREN0.75, VOOR BURGERS /1.50 P. DRIEMAANDEN
Voor Adverteutiën wende men zich tot onze Administratie, Palestrinaetraat 10.
Amsterdam. Pry's der Adverter.tiën per regel 30 cent. Voor Ingezonden Mede'
deelingen op de tweede, derde en vierde pagina dobbel tarief. Eg abonnement
De strijd in Mesopotamië.
Hier geven we een. duidelijk en vrij uit
gebreide kaart van Mesopotamia, waar
tuachen Engelschen en Turken, Turken en
Russen een strijd gevoerd wordt, die van
groot belang voor den uitslag van den oor
log kan zijn. Door Mesopotamia been, over
Bagdad ligt toch voor "Rusland den weg
naar de Perzische Golf, waardoor het
een uitgang krijgt naar de Indische Zee,
een der wereldzeeën en het zoodoende in ver
binding komt met zijn bondgenooten. Er
zal fél en hardnekkig gekampt worden van
weerszijden j de Engelschen zullen trachten
naar 't noorden, de Russen naar 't zuiden
door te dringen, totdat zij elkaar ontmoe
ten in Bagdad.. Dëze kaart zullen onze
lezers dus waarschijnlijk nog vaak ter hand
kunnen nemen.Door Perzië en uit den
Kaukasus naderen de Russen reeds vrij
dioht Bagdad, de crude bekende stad aan
de Tigris, maar de Engstschen worden,
nog steeds vastgehouden bij Koet-el-Am ara.
Geen audiëntie..
Blijkens bericht in de „Staatacourant''
wordt Donderdag a.s. door den Minister van
Oorlog geen audiëntie verleend.
APARTE ABONNEMENTEN.
Zij die hun abonnemenêsgeld voor
het eerste kwartaal 1916 nog niet
hobbon voldaan, worden beleefd doch
dringend verzocht het verschuldigde
voor hun apart abonnement ten spoe
digste aan onze Administratie te
wiilen toezenden.
De Administratie.
Be telend in den reursitslrijd.
Men vraagt zich in de laatste dagen on-
wiÜ^ceurig af, wat er gebeurt in Amerika,
of liever, wat er zal gebeuren. President
Wilson reist het laud ax, en hij, de wijsgeer
aan 't hoofd van den staat, de idealist,
zooals hii heette bij zijn verkiezing tot pre
sident, de man des vredes, waarvoor hij
algemeen werd gehouden, van wien men
zoifs bemiddeling in dezen geweldigen vol-
kenstrijd verwachtte, deze president Wil-
79ste Week.
31 Jon. De Turksche regeering heeft een
wetsontwerp ingediend, waarbij de
minister van oorlog wordt ge
machtigd 18-jarigen op te roepen
voor den actieven dienst.
Eenige Zeppelins vliegen over
het oostelijk gedeelte van Enge
land. Belangrijke schade werd
niet aangericht vele personen
werden gedood en gewond
1 Febr. De textiel voorraden in Duitsok-
land zijn in beslag genomen.
De Russische premier Goremy-
kin -treedt af en wordt opgevolgd
door het lid van den Rijksraad
Sburmer.
Te Parijs wordt de eerste con
ferentie der geallieerden gehou
den, ter bespreking van de orga
nisatie van de voorzorgsmaatrege
len tegen ziekten.
3 tt Minister Lansing beslist, dat bet
Engelsche schip Appam", door
de Duitschers buitgemaakt en
naar Norfolk gebracht, als prijs
moet worden beschouwd.
De Zeppelin „L. 19" vergaat
in de Noordzee.
5 Een Russische kanonneerboot
houdt op den Donau Roem een-
sche schepen aan in de Roe-
meensche watereu en dwingt ze
naar Remi op te stoomen ter
onderzoek, waarna de schepen de
reis kunnen vervolgen.
Volgens do Weensche bladen
rijn de vredesonderhandelingen
xaet Montenegro no® nie$ feegon-
son houdt, thans redevoeringen, die haast,
een oorlog voorspellen voor de Vereenigde
Staten. Hij dringt met zooveel kraoht aan
op sterkere bewapening, hij spreekt zoo
dikwijls van het oogenblik, dat "de eer des
vaderlands kan eisohen 'het pad des vredes
te verlaten, dat het allen schijn heeft, of
men er op zint in Amerika de neutraliteit
op te geven en ook op hét oorlogspad te
gaau. Dit zon dan niet zijn, zooals men
voor eenige dagen giste, tegen de geallieer
den,die den neutralen handel en dus ook
den Amerikaauschen, zooveel belemmerin
gen in den weg liggen, maar tegen
Duitschland. Want dit wil nog maar altijd
niet toegeven in de ,,Lusitania"-zaak; de
onderhandelingen hierover, die al zoolang
duren, hebben ten doel de Duitschers over
te halen te erkennen, dat heb in den grond
boren der ,,Lusitania" een onwettige han
deling was. Dit nu wil de Duitsche regee
ring niet, en het gevolg van deze weigering
zou zijn, dat de diplomatieke betrekkingen
tfussohen de Vereenigde Staten en Duitsch
land wel eens konden worden afgebroken.
We gelooveu iutusschen nog niet zoo
gauw, dab Amerika zijn onzijdige houding
zal laten varen. President Wilsón, al is hij
een tegenstander van de wijze, waarop
Duitschland den onderzee-oorlog voert, is al
evenmin een bewonderaar van de staatkun
de, die Engeland volgt.. De president is or
slecht over be spreken, dat de Vereenigde
Staten niet vrijelijk liuu overschot van
graan, katoen en andere producten kunnen
zenden naar de neutrale havens; Amerika
heeft er recht op dit te kunnen doen en
het meet dit recht laten geldén. Dit is na-
I ven van het Oostelijk oorlogsterrein, die
alle even onbeduidend zijn, alle erven weinig
I spreken van feiten, die eeaiige verandering
i in den toestand brengen, of ook maar kun-
nan brengen. En o-p de andere oorlogsvel
den, in den Balkan, in den Kaukasus, in
Mesopotamië, is het. al hetzelfde. Vermei-
denswaard zou alleen kunnen schijnen, dat
de Engelschen weer zijn verschenen, zooai
niet in, dan toch boven, en dichtbij de Dar-
Ulanellen. Een Engelseh vliegtuig is daar
neergeschoten door een. Tunsch. oorlogsvaar
tuig en twee Engelsche kruisers hebben op
Tekke B'oeroen en de omgeving van Sedil
Balir gevuurd, maar moesten terugwijken
voor het vuur der forten zonder iets.te be
reiken.
Bij dit gemis aan positieve gebeurtenissen
is heb geen wonder, dat de pers breedvoerig
enkele feiten bespreekt, die anders op den
achtergrond zouden zijn geraakt. Zoo het
gedrag van den kapitein van den Engel
schen treiler, die de mannen op den ballon
van een in zinkenden toestand verkeeren
den Zeppelin, liet verdrinken, zonder bun
hulp te bieden. De Duitsche bladen vinden
dit, "onmensckelijk, de Engelsche echter
geven den man gelijk; de bemanning van
negen man van den treiler zou door de
dertig tot de tanden gewapende Duitschers
overmand zijn en naar Duitschland ge
voerd. Natuurlijk moet dit laatste nog.be
wezen worden, maar het is zeker mo
gelijk. De bemanning van den treiler gaf
trouwens den schipper gelijk en zoo stoom
de de boot weg om haastig andere hulp
voor de Duitschers te halen, die echter
niet tijdig kwam.
Bijzonderen indruk maken de branden in
Canada, de Britsche kolonie. Eerst de
brand in het parlementsgebouw te Ottowa,
waarvan niet veel meer over moet zijn dan
een rooke-nde puinhoop, daarna de brand
in een munitiefabriek en eindelijk in een
fabriek van uniformen. De Engelschen ver
denken de Duitschers" in'al deze gevallen
van brandstichting, maar bewijzen kun-
nen ze 't niet.
ENGELAND.
De schade door den ZeppeHnraid aangericht.
Heb Engelsche ministerie van oorlog
publiceert het volgende:
„Naar aanleiding van de officieeie Duit
sche mededeeling over den jongsten raid
tuurlijk gericht tegen de geallieerden, tegen
Engeland voornamelijk, en dat ziet du "uoven Engeland worde meegedeeld, dat de
nen, omdat de Montenegrijnsche
regeering geen gevolmachtigde
personen aanwijst.
In Rusland bestaan plannen
tot invoering van tw©9 vleesck-
looze diagen en vermindering van
de vleeschrantsoenen voor de sol
daten.
,,Ik geef u er tien gulden voor, mijnheer
Vogel."
,Maarm ij nheer
„Vijftien dan, desnoods twintig. Is dat
nog niet genoeg?"
„Al boodt u me ook duizend, dan zou ik
het portret nog niet verkoopen."
„Maar wees dan toch niet zoo eigenzinnig,
mijnheer .Vogel. Zaken zijn zaken!"
„Maar op zoo'n manier mag ik geen za
ken doen. Trouwens het zou voor u leelijk
kunnen aflo.open!"
„Och kom, ik ben niet bang. Een mili
tair is nergens bapg voor 1"
„Ik doe het toch niet. Zoowel om mijnent
wille als om u."
„Wat? Hoe? Om mijnentwille?"
„Als de overste het eens gewaar werd,
dat.ik zonder toestemming het portret van
zijn dochter had verkocht., 'dan zou het u
noch mij goed bekomen."
„Maar hij zal het niet weten!"
„Dat moet u niet zeggen."
„Ik zal het portret voor mij alleen be
waren, in m'n portefeuille."
„Maar u krijgt het niet."
„Dat is niet aardig van u, mijnheer Vo
gel. JV§et g sat draai h sens gvm om;
.Times" ook in. Dit blad raadt dan ook
aan zich te schikken naar de opvattingen
der Vereenigde Staten, al ziet het in de
redevoeringen van president Wilson nog
geenszins een voorspelling van een crisis in
de betrekkingen tussdhen Amerika, en Enge
land.
De bijna, volkomen stilstand der krijgsver
richtingen op de verschillende fronten,
welken men toeschrijft aia-n het slechte weer,
dat overal schijnt te heerséhen, is de
reden, dat gebeurtenissen of veronderstellin
gen als bovenstaande, die buiten het eigen
lijk oorlogsterrein vallen, tot bespreking
aanlokken. Want op de slagvelden, waar
heen men ook ziet, was liet vechten der
laatste dagen onbeduidend. Men luistere
bijv. wat de tegenstanders te vertellen heb
ben e6n Fransoh bericht va.n Maandag
nacht zegt., dat er aan weerskanten zwakke
artillerie-acties plaats hebben, dat een
Eransche vlieger een. Duitsch vliegtuig in
brand en omlaag geschoten heeft. Een
Duitsch telegram meldt daarentegen: De
aan industrieel© en commercieel© inrichtin
gen aangebrachte schade als volgt was: Be
langrijke schade werd toegebracht aan drie
brouwerijen, drie spoorwegloodsen, een 3o-
comotiefloods, een buizenfabriek, een lam
penfabriek, een smederij. Lichtere schade,
zooals het breken van ruiten en deuren,
werd toegebracht in een munitiefabriek, in
ijzerfabrieken in twee plaatsen, in een kra-
•nenfabriek, een zadelmakerij, een spoor
weg-graanloods, een kolenmijn, een pomp
station. Geen dokken, 'geen graanschuren,
munitiefabrieken of industrieel© inrichtin
gen van welken aard ook, behalve de bo
vengenoemde, kregen eenige schade. Onge
veer vijftien arbeiderswoningen werden ver
woest en een aantal kleine winkels en ar
beiderswoningen kregen schade, enkele zeer
erg, andere licht. De laatste opgaven der
persoonlijke ongelukken toonen, dat 26 man
nen, 28 vrouwen en 7 kinderen zijn ge
dood; 48 mannen, 46 vrouwen en 7 kinde
ren zijn gewond. Heb is niet het voornemen
om verder gedetailleerde verklaringen van
publiceer™, daar ai, onver-
m ij de lijk eenige inlichting verschaffen aan
aan het Kanaal van La Bessée werden terug
geslagen; een Engelsche tweedekker werd
gedwongen te landen, de inzittenden wer
den gevangen genomen. De Engelschen
daarentegen weien te verhalen van drie
mijnkraters bezet op den weg naar La Bas-
sée, en zij noodzaakten zes Duitsche vlieg
machines om binnen de Duitsche linies te
landen
Op deze wijze zouden wij ook verschil
lende berichten van ééne-u dag kunnen ge-
den vijand over de resultaten van zijn
luchtaanvallen.
Bij gelegenheid van dezen raid echter,
waarbij het tot dusver grootste aantal lucht
schepen werd gebruikt, is deze verklaring
omtrent de aangerichte schade openbaar
gemaakt, ten einde te doen zien hoe onge
grond de opvatting is, dat het economisch
leven van Groot-Britannië of zijn militaire
toerustingen ernstig kunnen worden ge
schaad door het onstelselmatige bommeir-
daar gaat een vrouw langs het venster
een heele knappe vrouw! En nu neem ik
in dien tijd, dat u naar buiten kijkt, het
portret van juffrouw Hildebrandt. U be
hoeft er immers niets van te weten? Is dab
dan naar uw zin V'
„Neen, daar komt niets van in."
„Goeien dag dan, mijnheer Vogel! Ik
wil niets meer met u te maken hebben. Ik
ken wel aardiger Vogels dan u!"
„Maar, mijnheer...."
Ik hoor niets meer en hol de trappen af.
Daardoor bemerk ik volstrekt niet, dat ik
bijna een dame omver hol, die de trap op
gaat.
..Pardon/' zeg ik, zonder om te kijken
en vlieg haar voorbij. Ik moet mijn ergernis
luchten, ga een bodega binnen en drink een
paar cognacjes. Dat geeft me weer sterkte.
's Avonds ga ik op de thee bij den over
ste, die mij behandelt als ware ik een hoog
geplaatst officier. Als hij eens wist, dat ik
een oogje heb op zijn dochterHij zou
me misschien in koelen bloede den hals om
draaien.
Ik maak mijn compliment. Mevrouw Hil
debrandt reikt mij de hand. Lize, mijn
Lize, buigt haar hoofdje. Is dat een goed
of een slecht teeken? Ik weet het niet!
Plotseling klinkt haar allerliefst stem
metje:
„Mijnheer Küppert!"
„Juffrouw
„Weet u wel, dat u mij vandaag bijna
omyergeloopeii hebt
„Ik? Maar juffrouw!"
„Ja, u!"
„Maar u moogt niet zoo vreemd spotten.
Ik zou u
„Ja u, op de trap bij den fotograaf.. Ik
ging mijn nieuwe portretten halen en als
een wervelwind kwaamt ge de trap afge
rend. Mijnheer Vpgpl ia heel hops op u. fiij
heeft mij alles verteld...."
„Eeeeft hij? Heusch?"
„Ja, hij heeft....!"
„Zoo'n brutale kerel! En u geeft mij na
tuurlijk gelijk? U.... u geeft uw toestem
ming?"
„Waarvoor?"
„Wel, dat ik uw portret mag koopen!"
„Mijn portret?"
„Dat nieuwe, dat in de uitstalkast
hangt."
„Ja!'t Is een verrukkelijk portret,"
voeg ik er nog bij.
„Maar mijnheer Küppert!"
„Ach, juffrouw.... toe.... toe.... Ikwil
het zoo graag hebbenZegt u maar ja!"
„Maar, mijnheer Klippert! Dat kan u
toch geen ernst zijn! Ik moet dus mijn toe
stemming geven, dat u mijn portret.ha-
hahanu maar.... dat is amusant 1 Dat is
om je dood te lachen!"
„Waarom? Ik meen het zoo oprecht mo-
gelijk...."
Op dat oogenblik ruisebte mama de kamer
binnen en fluisterde haar dochtertje iets in
het oor. Weg is ze in de eetkamer en ik mag
haar nakijken Enfin, ze weet het nu ten
minste en ik geloof wel, dat ze er schik in
heeft. Ze doet alleen maar wat verbaasd
dat doen nu eenmaal alle dames. Maar ik
zal haar wel toonen, dat ik wilskracht heb,
ik moet en zal heb portret hebben.
De soiree is afgeloopen. Ieder gaat naar
huis. Daar schiet mij plots een geweldig
plan door de hersenen. Stilletjes sluip ik
weg en loop dcor de uitgestorven straten.
Nu sta ik voor de uitstalkast van den foto
graaf Vogel. De stadstorenklok slaat twee
uur. Ik .kijk om mij heen. Nergens een
nachtwaeht te zien en voor mij zie ik het
pprtret4 het mooie* lieve* heerlijke portret*
Wij blijven bereid giften in ontvangst te nemen to
leniging van den nood in de overstroomde streken. De
bijdragen worden in dit blad verantwoord en aan de Aig.
Watersnood-Commissie overgedragen.
Ten einde vergissingen onmogelijk te maken, verzoeken
wij met nadruk op de strook van de ons toe te zenden
postwissels het woord WATERSNOOD te willen
vermelden.
Zesde lijst. Ontvangen tot en met 7 Fe
bruari 1916, 's middags.
Officieren en onderofficieren van het
detachement .torpedisten te Fort in den
Sabina-Henrica-polder bij Willemstad f 21
onderofficieren, korporaals en soldaten van
3e compagnie. II bataljon, 3e regiüient
Infanterie f 19.051; ;.2e compagnie Reserve
bataljon B f 17.35; A. Uleman, milicien
kanonnier fort Brakel f 0.75 (die tevens
verzoekt te willen vèrmelden, dat de ver
antwoording in de Soldatencourant van 2
Februari j.l„ groot f 16 van fort Brakel
moet komen t?n name van den fort-com
mandant, onderofficieren, korporaals en
manschappen van fort. Brakel); T. Baas,
sergeant te Sluis (Z.-Vlaanderen^ f 2.50;
korporaals en maaiscliappen 3 e esca-
dron, 3e regiment Huzaren f 4.67;
korporaals en manschappen le compagnie,
JIJ.- bataljon, 6e regiment Infanterie (ge
zonden door M. B. Bijl) f 14.11Aonder
officieren, korporaals en manschappen 3e
Divisie Veldhospitaal afdeeling, f 5.80;
korporaals en manschappen 2e compagnie,
IV bataljon, 3e regiment Vesting Artillerie
f'8.21 j 4e compagnie, I bataljon, 24e
reserve-regiment Infanterie f 9.19; gecol
lecteerd bij de 2-e batterij, 3e regiment Veld
artillerie f 35 van oen Landweersoldaat
voor de noodlijdenden van den watersnood
f 1 338 L. W. I. (men zie ook het be
treffende bericht in dé rubriek „Uit Leger
en Vloot") f 44S.-36.
Totaal van deze Lijst f 5S7.
•Totaal ontvangen f 1339.44.
D. MANASSEN.
gooien uit luchtschepen, die in de duister
nis over heb land varen. In de negen-en-
twintig raids die sedert den aanvang van
deh. oorlog boven Groot-Britannië zijn on
dernomen, werden 133 mannen, van wie
17. soldaten, 90 vrouwen en 43 kinderen
gedood. Maar als men dan bedenkt, dat
alleen met de „Lusitania" 119S menscben
omkwamen. moeten' de Zeppelin toch ten
voor 'ben die er last toe geven, wel zeer
teleurstellend zijn als middel om onschul
dige burgers te dooden-
Een oorlogstafereel.
Het Briische hoofdkwarthi meldde op
31 Januari met enkele woorden dat een
Britsche afdeeling de Duitsche loopgraven
aan den weg van Kemmel naar Wytschaete
binnendrong. Reuter zendt nu uit het Brit
sche hoofdkwartier een uitvoeriger relaas
hierover aan deEngelsche bladen. De on
derneming had plaats in een donkeren, inis-
tigen nacht. Het weer was wel niet zoo als de
aanvallers zelf wenschten. Wind en regen,
die de Duitschers in hun onderstanden
zouden hebben doen samenkruipen zou beter
zijn geweest. Maar het weer was voor deze
goed geoefende aanvallers toch goed genoeg.
'Onbemerkt moest men de ruimte tus-
scben de wederzijdsche loopgraven, een af
stand van 150 yards, overgaan. In alle stilte
moest men door de sedert lange maanden
aangelegde draadversperringen kruipen. De
aanvallers vertellen van een schildwacht, die
geplaagd door een lastigen hoest bijna stikte
in de pogingen om dien prikkel te onder
drukken, toen hij als het ware scheen te
gevoelen dat er in de duisternis iets niet
pluis was. Een onzichtbare bajonet genas
het arme schepsel voor altijd van zijn
hoest, heet het in het verhaal. „In. de
ruime frontloopgraven' bewogen zich tal van
schaduwen, toen de aanvallers over de borst
wering kropen en met hun bommen dood
en verderf verspreidden. Te midden van de
verwarring deden de aanvallers met gruwe
lijke nauwgezetheid hun werk. Eeu officier
die zijn revolver a bout portant had afge
schoten greep het geweer van een Duitsch er
en doodde met bajonet of kolf een half do
zijn vijanden. Uit de onderstanden tuimel
den mannen naar voren, schreeuwend, door
waarvan dat ellendige vensterglas mij slechts
scheidt, stevig dik glas, patentglas zeker.
O, Lize, Lize, ik zou voor je willen sterven
En ik haal een steen, dien ik onderweg had
opgeraapt, uit mijn jaszak te voorschijn.
Klets! Klets! De steen vloog tegen het
vensterglas en ik hield mijn jas ervoor, om
de vallende scherven in hun vaart wat te
stuiten. Ik kon nu in de kast komen en nam
het portret, waarmee ik zoo snel mogelijk
om den eersten den besten hoek verdween.
De. truc is gelukt. Niemand heeft mij go-
zien en mijnheer Vogel slaapt intusschen
den slaap des rechtvaardigen. Morgen vroeg
heeft hij zijn geld voor een nieuw venster
glas. Te huis gekomen schrijf ik den heer
Vogel een excuusbrief en bekijk daarna lan
gen tijd het portret. „Lize, lieve Lize.'..."
Den volgenden morgen Iaat ik zoo vroeg
mogelijk den brief bij den heer Vogel be
zorgen.
Als ik in de kazerne kom, komt een op
passer naar mij toe. Ik moet terstond voor
den overste Hildebrandt verschijnen.
Schoorvoetend ga ik. Wat mij boven het
hoofd hangt, weet ik niet, maar ik vrees
het ergste, het allerergste.
Ik treed binnen bij den overste.
„Kom nader!" dondert hij mij tegen.
Zijn oogen bliksemen.
Luitenant Klippert," klinkt het dan,
„hebt u gisteren de uitstalkast van den
fotograaf Vogel vernield en daaruit een
portret on tvreemd -
„Om u te dienen, overste," antwoordde
ik zoo vast mogelijk.
Dehoofdman maakte eeu beweging als
zou hij omvallen.
„Waart ge dan dronken?" barst dé over
ste los.
uNeep, overste* ik was zoq nuchter jno
paniek bevangen en gobuld nog in dekens.
En veelal voor zij wisten wat er gebeurde,
barstten de bommen in hun 'onderstanden
uiteen'. Enkele der aanvallers hadden bij de
keuze der wapenen hun eigen smaak ge
volgd. Een was er op gesteld een zwaren
hamer mee te nemen, en daar men de man
nen had vrijgelaten, nu zij hun leven waag
den, was zijn verzoek toegestaan. Toen hem
later gevraagd werd waarom bij juist een
kamér wilde meenemen, vertelde hij dat hij
gewoon .was jaren lang om den voorhamer
te zwaaien en dus meende daarmee beter
over weg te kunnen dan met eënig ander
wapen. Er i? nauwelijks twijfel of hij
heeft'bewezen dat hij gelijk had."
De heele geschiedenis duurde nauwelijks
enkele minuten. De aanvallers werden door
een vooraf gesproken signaal teruggeroepen
en trokken in goede orde als bij een ma
noeuvre terug.
De Duitsche soldaten in de loopgraven
snelden naar een paar mitrailleurs en" richt
ten deze op de aanvallers, maar de wapens
waren volkomen onbruikbaar'gemaakt.'
Een heftig geweervuur werd langs het
heele vijandelijk front geopend. Maar de
eenige verliezen, die de dappere afdeeling
leed, ontstonden door de toewijding van
eenige mannen, die een gewonden kameraad
over de borstwering hielpen. Nauwelijks
waren de aanvallers weer van de loopgraaf
weg, die nu geruid was met soldaten, welke
wraak wilden nemen, of onze artillerie
opende het vuur en een regen van projec
tielen daalde neer oyer de Duitsche linie.
Er moet daardoor groot© verwoesting zijn
aangericht.
FRANKRIJK.
Van het Westelijk Oorlogsterrein.
PARIJS. In den loop van den nacht
zwakke artillerie-actie.
Tegen den avond hebben de Franschen
in Champagne een vernielend vuur geopend
op de vijandelijke loopgraven in de streek
van Maisons.
Zaterdag viel een der Frausche vliegtui
gen ten zuiden van Péronne een vijandelijk
vliegtuig aan. Het laatstgenoemde stortte
brandend omlaag.
gelijk.
„Wat wa3 dat voor een portret?"
,/t Portret van een dame."
„Welke dame?"
„Ik zou, uit bescheidenheid, liever den
naam der dame willen verzwijgen!"
De overste kijkt mij verbaasd aan. „Ei,
dat zijn uwe zaken Ge zult u voor den
krijgsraad wegens diefstal hebben te verant
woorden
„Overste, ik heb den fotograaf vanmor
gen reeds de onkosten terugbetaald."
„Dat weet ik. Heb je nog iets anders aan
te voeren?"
„Ik bemin de dame. wier portret ik
•nam."
De overste zwijgt. Hij denkt wellicht aan
zijn eigen jeugd, toen hij ook dwaasheden
beging.
„Hm! Misschien komt ge er nog af met
het betalen van de glasruit, die 75 gulden
kost. En ga nu spoorslags naar den vader
der bewuste jonge dame en vraag den man
vergiffenis voor uw dwaasheid!"
„Tot uw dienst, overste; ik vraag u om
vergiffenis."
„Mij?"
„Overste, de vader der jonge dame kent
de geschiedenis al en ik vroeg reeds ver
giffenis."
„Des te beter. Dan zullen we de zaak
maar hierbij laten."
Nu begrijp ik alles, de zaak fs voor
mij verloren!
Ik maak rechtsomkeert en verdwijn
ijlings. Ik ga een cognaeje drinken en daar
na naar huis; daar 'oekijk ik het portret
van mijn aangebedene: „Vijf en zeventig
gulden een duur portret," zueht ik en
ik druk het de lippen.