No. 232. Woensdag 9 Februari 1916 Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Een duur portret Inzameling voor de Slachtoffers van den Watersnood. Onder redactie van D. MANASSEN. ü.is Oorlogsdagboek. TWEEDE JAARGANG. SOLDATENCOURANT DUES DEB REDACTIE EN£ A-FMINISTRATIB PALESTRIMASTRAAT 10, Amsterdam, dit - bladverschijnt driemaal per week. losse vmiMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOORBURGERS 3 CENT. ABONNE- MF -T VOOR MILITAIREN0.75, VOOR BURGERS /1.50 P. DRIEMAANDEN Voor Adverteutiën wende men zich tot onze Administratie, Palestrinaetraat 10. Amsterdam. Pry's der Adverter.tiën per regel 30 cent. Voor Ingezonden Mede' deelingen op de tweede, derde en vierde pagina dobbel tarief. Eg abonnement De strijd in Mesopotamië. Hier geven we een. duidelijk en vrij uit gebreide kaart van Mesopotamia, waar tuachen Engelschen en Turken, Turken en Russen een strijd gevoerd wordt, die van groot belang voor den uitslag van den oor log kan zijn. Door Mesopotamia been, over Bagdad ligt toch voor "Rusland den weg naar de Perzische Golf, waardoor het een uitgang krijgt naar de Indische Zee, een der wereldzeeën en het zoodoende in ver binding komt met zijn bondgenooten. Er zal fél en hardnekkig gekampt worden van weerszijden j de Engelschen zullen trachten naar 't noorden, de Russen naar 't zuiden door te dringen, totdat zij elkaar ontmoe ten in Bagdad.. Dëze kaart zullen onze lezers dus waarschijnlijk nog vaak ter hand kunnen nemen.Door Perzië en uit den Kaukasus naderen de Russen reeds vrij dioht Bagdad, de crude bekende stad aan de Tigris, maar de Engstschen worden, nog steeds vastgehouden bij Koet-el-Am ara. Geen audiëntie.. Blijkens bericht in de „Staatacourant'' wordt Donderdag a.s. door den Minister van Oorlog geen audiëntie verleend. APARTE ABONNEMENTEN. Zij die hun abonnemenêsgeld voor het eerste kwartaal 1916 nog niet hobbon voldaan, worden beleefd doch dringend verzocht het verschuldigde voor hun apart abonnement ten spoe digste aan onze Administratie te wiilen toezenden. De Administratie. Be telend in den reursitslrijd. Men vraagt zich in de laatste dagen on- wiÜ^ceurig af, wat er gebeurt in Amerika, of liever, wat er zal gebeuren. President Wilson reist het laud ax, en hij, de wijsgeer aan 't hoofd van den staat, de idealist, zooals hii heette bij zijn verkiezing tot pre sident, de man des vredes, waarvoor hij algemeen werd gehouden, van wien men zoifs bemiddeling in dezen geweldigen vol- kenstrijd verwachtte, deze president Wil- 79ste Week. 31 Jon. De Turksche regeering heeft een wetsontwerp ingediend, waarbij de minister van oorlog wordt ge machtigd 18-jarigen op te roepen voor den actieven dienst. Eenige Zeppelins vliegen over het oostelijk gedeelte van Enge land. Belangrijke schade werd niet aangericht vele personen werden gedood en gewond 1 Febr. De textiel voorraden in Duitsok- land zijn in beslag genomen. De Russische premier Goremy- kin -treedt af en wordt opgevolgd door het lid van den Rijksraad Sburmer. Te Parijs wordt de eerste con ferentie der geallieerden gehou den, ter bespreking van de orga nisatie van de voorzorgsmaatrege len tegen ziekten. 3 tt Minister Lansing beslist, dat bet Engelsche schip Appam", door de Duitschers buitgemaakt en naar Norfolk gebracht, als prijs moet worden beschouwd. De Zeppelin „L. 19" vergaat in de Noordzee. 5 Een Russische kanonneerboot houdt op den Donau Roem een- sche schepen aan in de Roe- meensche watereu en dwingt ze naar Remi op te stoomen ter onderzoek, waarna de schepen de reis kunnen vervolgen. Volgens do Weensche bladen rijn de vredesonderhandelingen xaet Montenegro no® nie$ feegon- son houdt, thans redevoeringen, die haast, een oorlog voorspellen voor de Vereenigde Staten. Hij dringt met zooveel kraoht aan op sterkere bewapening, hij spreekt zoo dikwijls van het oogenblik, dat "de eer des vaderlands kan eisohen 'het pad des vredes te verlaten, dat het allen schijn heeft, of men er op zint in Amerika de neutraliteit op te geven en ook op hét oorlogspad te gaau. Dit zon dan niet zijn, zooals men voor eenige dagen giste, tegen de geallieer den,die den neutralen handel en dus ook den Amerikaauschen, zooveel belemmerin gen in den weg liggen, maar tegen Duitschland. Want dit wil nog maar altijd niet toegeven in de ,,Lusitania"-zaak; de onderhandelingen hierover, die al zoolang duren, hebben ten doel de Duitschers over te halen te erkennen, dat heb in den grond boren der ,,Lusitania" een onwettige han deling was. Dit nu wil de Duitsche regee ring niet, en het gevolg van deze weigering zou zijn, dat de diplomatieke betrekkingen tfussohen de Vereenigde Staten en Duitsch land wel eens konden worden afgebroken. We gelooveu iutusschen nog niet zoo gauw, dab Amerika zijn onzijdige houding zal laten varen. President Wilsón, al is hij een tegenstander van de wijze, waarop Duitschland den onderzee-oorlog voert, is al evenmin een bewonderaar van de staatkun de, die Engeland volgt.. De president is or slecht over be spreken, dat de Vereenigde Staten niet vrijelijk liuu overschot van graan, katoen en andere producten kunnen zenden naar de neutrale havens; Amerika heeft er recht op dit te kunnen doen en het meet dit recht laten geldén. Dit is na- I ven van het Oostelijk oorlogsterrein, die alle even onbeduidend zijn, alle erven weinig I spreken van feiten, die eeaiige verandering i in den toestand brengen, of ook maar kun- nan brengen. En o-p de andere oorlogsvel den, in den Balkan, in den Kaukasus, in Mesopotamië, is het. al hetzelfde. Vermei- denswaard zou alleen kunnen schijnen, dat de Engelschen weer zijn verschenen, zooai niet in, dan toch boven, en dichtbij de Dar- Ulanellen. Een Engelseh vliegtuig is daar neergeschoten door een. Tunsch. oorlogsvaar tuig en twee Engelsche kruisers hebben op Tekke B'oeroen en de omgeving van Sedil Balir gevuurd, maar moesten terugwijken voor het vuur der forten zonder iets.te be reiken. Bij dit gemis aan positieve gebeurtenissen is heb geen wonder, dat de pers breedvoerig enkele feiten bespreekt, die anders op den achtergrond zouden zijn geraakt. Zoo het gedrag van den kapitein van den Engel schen treiler, die de mannen op den ballon van een in zinkenden toestand verkeeren den Zeppelin, liet verdrinken, zonder bun hulp te bieden. De Duitsche bladen vinden dit, "onmensckelijk, de Engelsche echter geven den man gelijk; de bemanning van negen man van den treiler zou door de dertig tot de tanden gewapende Duitschers overmand zijn en naar Duitschland ge voerd. Natuurlijk moet dit laatste nog.be wezen worden, maar het is zeker mo gelijk. De bemanning van den treiler gaf trouwens den schipper gelijk en zoo stoom de de boot weg om haastig andere hulp voor de Duitschers te halen, die echter niet tijdig kwam. Bijzonderen indruk maken de branden in Canada, de Britsche kolonie. Eerst de brand in het parlementsgebouw te Ottowa, waarvan niet veel meer over moet zijn dan een rooke-nde puinhoop, daarna de brand in een munitiefabriek en eindelijk in een fabriek van uniformen. De Engelschen ver denken de Duitschers" in'al deze gevallen van brandstichting, maar bewijzen kun- nen ze 't niet. ENGELAND. De schade door den ZeppeHnraid aangericht. Heb Engelsche ministerie van oorlog publiceert het volgende: „Naar aanleiding van de officieeie Duit sche mededeeling over den jongsten raid tuurlijk gericht tegen de geallieerden, tegen Engeland voornamelijk, en dat ziet du "uoven Engeland worde meegedeeld, dat de nen, omdat de Montenegrijnsche regeering geen gevolmachtigde personen aanwijst. In Rusland bestaan plannen tot invoering van tw©9 vleesck- looze diagen en vermindering van de vleeschrantsoenen voor de sol daten. ,,Ik geef u er tien gulden voor, mijnheer Vogel." ,Maarm ij nheer „Vijftien dan, desnoods twintig. Is dat nog niet genoeg?" „Al boodt u me ook duizend, dan zou ik het portret nog niet verkoopen." „Maar wees dan toch niet zoo eigenzinnig, mijnheer .Vogel. Zaken zijn zaken!" „Maar op zoo'n manier mag ik geen za ken doen. Trouwens het zou voor u leelijk kunnen aflo.open!" „Och kom, ik ben niet bang. Een mili tair is nergens bapg voor 1" „Ik doe het toch niet. Zoowel om mijnent wille als om u." „Wat? Hoe? Om mijnentwille?" „Als de overste het eens gewaar werd, dat.ik zonder toestemming het portret van zijn dochter had verkocht., 'dan zou het u noch mij goed bekomen." „Maar hij zal het niet weten!" „Dat moet u niet zeggen." „Ik zal het portret voor mij alleen be waren, in m'n portefeuille." „Maar u krijgt het niet." „Dat is niet aardig van u, mijnheer Vo gel. JV§et g sat draai h sens gvm om; .Times" ook in. Dit blad raadt dan ook aan zich te schikken naar de opvattingen der Vereenigde Staten, al ziet het in de redevoeringen van president Wilson nog geenszins een voorspelling van een crisis in de betrekkingen tussdhen Amerika, en Enge land. De bijna, volkomen stilstand der krijgsver richtingen op de verschillende fronten, welken men toeschrijft aia-n het slechte weer, dat overal schijnt te heerséhen, is de reden, dat gebeurtenissen of veronderstellin gen als bovenstaande, die buiten het eigen lijk oorlogsterrein vallen, tot bespreking aanlokken. Want op de slagvelden, waar heen men ook ziet, was liet vechten der laatste dagen onbeduidend. Men luistere bijv. wat de tegenstanders te vertellen heb ben e6n Fransoh bericht va.n Maandag nacht zegt., dat er aan weerskanten zwakke artillerie-acties plaats hebben, dat een Eransche vlieger een. Duitsch vliegtuig in brand en omlaag geschoten heeft. Een Duitsch telegram meldt daarentegen: De aan industrieel© en commercieel© inrichtin gen aangebrachte schade als volgt was: Be langrijke schade werd toegebracht aan drie brouwerijen, drie spoorwegloodsen, een 3o- comotiefloods, een buizenfabriek, een lam penfabriek, een smederij. Lichtere schade, zooals het breken van ruiten en deuren, werd toegebracht in een munitiefabriek, in ijzerfabrieken in twee plaatsen, in een kra- •nenfabriek, een zadelmakerij, een spoor weg-graanloods, een kolenmijn, een pomp station. Geen dokken, 'geen graanschuren, munitiefabrieken of industrieel© inrichtin gen van welken aard ook, behalve de bo vengenoemde, kregen eenige schade. Onge veer vijftien arbeiderswoningen werden ver woest en een aantal kleine winkels en ar beiderswoningen kregen schade, enkele zeer erg, andere licht. De laatste opgaven der persoonlijke ongelukken toonen, dat 26 man nen, 28 vrouwen en 7 kinderen zijn ge dood; 48 mannen, 46 vrouwen en 7 kinde ren zijn gewond. Heb is niet het voornemen om verder gedetailleerde verklaringen van publiceer™, daar ai, onver- m ij de lijk eenige inlichting verschaffen aan aan het Kanaal van La Bessée werden terug geslagen; een Engelsche tweedekker werd gedwongen te landen, de inzittenden wer den gevangen genomen. De Engelschen daarentegen weien te verhalen van drie mijnkraters bezet op den weg naar La Bas- sée, en zij noodzaakten zes Duitsche vlieg machines om binnen de Duitsche linies te landen Op deze wijze zouden wij ook verschil lende berichten van ééne-u dag kunnen ge- den vijand over de resultaten van zijn luchtaanvallen. Bij gelegenheid van dezen raid echter, waarbij het tot dusver grootste aantal lucht schepen werd gebruikt, is deze verklaring omtrent de aangerichte schade openbaar gemaakt, ten einde te doen zien hoe onge grond de opvatting is, dat het economisch leven van Groot-Britannië of zijn militaire toerustingen ernstig kunnen worden ge schaad door het onstelselmatige bommeir- daar gaat een vrouw langs het venster een heele knappe vrouw! En nu neem ik in dien tijd, dat u naar buiten kijkt, het portret van juffrouw Hildebrandt. U be hoeft er immers niets van te weten? Is dab dan naar uw zin V' „Neen, daar komt niets van in." „Goeien dag dan, mijnheer Vogel! Ik wil niets meer met u te maken hebben. Ik ken wel aardiger Vogels dan u!" „Maar, mijnheer...." Ik hoor niets meer en hol de trappen af. Daardoor bemerk ik volstrekt niet, dat ik bijna een dame omver hol, die de trap op gaat. ..Pardon/' zeg ik, zonder om te kijken en vlieg haar voorbij. Ik moet mijn ergernis luchten, ga een bodega binnen en drink een paar cognacjes. Dat geeft me weer sterkte. 's Avonds ga ik op de thee bij den over ste, die mij behandelt als ware ik een hoog geplaatst officier. Als hij eens wist, dat ik een oogje heb op zijn dochterHij zou me misschien in koelen bloede den hals om draaien. Ik maak mijn compliment. Mevrouw Hil debrandt reikt mij de hand. Lize, mijn Lize, buigt haar hoofdje. Is dat een goed of een slecht teeken? Ik weet het niet! Plotseling klinkt haar allerliefst stem metje: „Mijnheer Küppert!" „Juffrouw „Weet u wel, dat u mij vandaag bijna omyergeloopeii hebt „Ik? Maar juffrouw!" „Ja, u!" „Maar u moogt niet zoo vreemd spotten. Ik zou u „Ja u, op de trap bij den fotograaf.. Ik ging mijn nieuwe portretten halen en als een wervelwind kwaamt ge de trap afge rend. Mijnheer Vpgpl ia heel hops op u. fiij heeft mij alles verteld...." „Eeeeft hij? Heusch?" „Ja, hij heeft....!" „Zoo'n brutale kerel! En u geeft mij na tuurlijk gelijk? U.... u geeft uw toestem ming?" „Waarvoor?" „Wel, dat ik uw portret mag koopen!" „Mijn portret?" „Dat nieuwe, dat in de uitstalkast hangt." „Ja!'t Is een verrukkelijk portret," voeg ik er nog bij. „Maar mijnheer Küppert!" „Ach, juffrouw.... toe.... toe.... Ikwil het zoo graag hebbenZegt u maar ja!" „Maar, mijnheer Klippert! Dat kan u toch geen ernst zijn! Ik moet dus mijn toe stemming geven, dat u mijn portret.ha- hahanu maar.... dat is amusant 1 Dat is om je dood te lachen!" „Waarom? Ik meen het zoo oprecht mo- gelijk...." Op dat oogenblik ruisebte mama de kamer binnen en fluisterde haar dochtertje iets in het oor. Weg is ze in de eetkamer en ik mag haar nakijken Enfin, ze weet het nu ten minste en ik geloof wel, dat ze er schik in heeft. Ze doet alleen maar wat verbaasd dat doen nu eenmaal alle dames. Maar ik zal haar wel toonen, dat ik wilskracht heb, ik moet en zal heb portret hebben. De soiree is afgeloopen. Ieder gaat naar huis. Daar schiet mij plots een geweldig plan door de hersenen. Stilletjes sluip ik weg en loop dcor de uitgestorven straten. Nu sta ik voor de uitstalkast van den foto graaf Vogel. De stadstorenklok slaat twee uur. Ik .kijk om mij heen. Nergens een nachtwaeht te zien en voor mij zie ik het pprtret4 het mooie* lieve* heerlijke portret* Wij blijven bereid giften in ontvangst te nemen to leniging van den nood in de overstroomde streken. De bijdragen worden in dit blad verantwoord en aan de Aig. Watersnood-Commissie overgedragen. Ten einde vergissingen onmogelijk te maken, verzoeken wij met nadruk op de strook van de ons toe te zenden postwissels het woord WATERSNOOD te willen vermelden. Zesde lijst. Ontvangen tot en met 7 Fe bruari 1916, 's middags. Officieren en onderofficieren van het detachement .torpedisten te Fort in den Sabina-Henrica-polder bij Willemstad f 21 onderofficieren, korporaals en soldaten van 3e compagnie. II bataljon, 3e regiüient Infanterie f 19.051; ;.2e compagnie Reserve bataljon B f 17.35; A. Uleman, milicien kanonnier fort Brakel f 0.75 (die tevens verzoekt te willen vèrmelden, dat de ver antwoording in de Soldatencourant van 2 Februari j.l„ groot f 16 van fort Brakel moet komen t?n name van den fort-com mandant, onderofficieren, korporaals en manschappen van fort. Brakel); T. Baas, sergeant te Sluis (Z.-Vlaanderen^ f 2.50; korporaals en maaiscliappen 3 e esca- dron, 3e regiment Huzaren f 4.67; korporaals en manschappen le compagnie, JIJ.- bataljon, 6e regiment Infanterie (ge zonden door M. B. Bijl) f 14.11Aonder officieren, korporaals en manschappen 3e Divisie Veldhospitaal afdeeling, f 5.80; korporaals en manschappen 2e compagnie, IV bataljon, 3e regiment Vesting Artillerie f'8.21 j 4e compagnie, I bataljon, 24e reserve-regiment Infanterie f 9.19; gecol lecteerd bij de 2-e batterij, 3e regiment Veld artillerie f 35 van oen Landweersoldaat voor de noodlijdenden van den watersnood f 1 338 L. W. I. (men zie ook het be treffende bericht in dé rubriek „Uit Leger en Vloot") f 44S.-36. Totaal van deze Lijst f 5S7. •Totaal ontvangen f 1339.44. D. MANASSEN. gooien uit luchtschepen, die in de duister nis over heb land varen. In de negen-en- twintig raids die sedert den aanvang van deh. oorlog boven Groot-Britannië zijn on dernomen, werden 133 mannen, van wie 17. soldaten, 90 vrouwen en 43 kinderen gedood. Maar als men dan bedenkt, dat alleen met de „Lusitania" 119S menscben omkwamen. moeten' de Zeppelin toch ten voor 'ben die er last toe geven, wel zeer teleurstellend zijn als middel om onschul dige burgers te dooden- Een oorlogstafereel. Het Briische hoofdkwarthi meldde op 31 Januari met enkele woorden dat een Britsche afdeeling de Duitsche loopgraven aan den weg van Kemmel naar Wytschaete binnendrong. Reuter zendt nu uit het Brit sche hoofdkwartier een uitvoeriger relaas hierover aan deEngelsche bladen. De on derneming had plaats in een donkeren, inis- tigen nacht. Het weer was wel niet zoo als de aanvallers zelf wenschten. Wind en regen, die de Duitschers in hun onderstanden zouden hebben doen samenkruipen zou beter zijn geweest. Maar het weer was voor deze goed geoefende aanvallers toch goed genoeg. 'Onbemerkt moest men de ruimte tus- scben de wederzijdsche loopgraven, een af stand van 150 yards, overgaan. In alle stilte moest men door de sedert lange maanden aangelegde draadversperringen kruipen. De aanvallers vertellen van een schildwacht, die geplaagd door een lastigen hoest bijna stikte in de pogingen om dien prikkel te onder drukken, toen hij als het ware scheen te gevoelen dat er in de duisternis iets niet pluis was. Een onzichtbare bajonet genas het arme schepsel voor altijd van zijn hoest, heet het in het verhaal. „In. de ruime frontloopgraven' bewogen zich tal van schaduwen, toen de aanvallers over de borst wering kropen en met hun bommen dood en verderf verspreidden. Te midden van de verwarring deden de aanvallers met gruwe lijke nauwgezetheid hun werk. Eeu officier die zijn revolver a bout portant had afge schoten greep het geweer van een Duitsch er en doodde met bajonet of kolf een half do zijn vijanden. Uit de onderstanden tuimel den mannen naar voren, schreeuwend, door waarvan dat ellendige vensterglas mij slechts scheidt, stevig dik glas, patentglas zeker. O, Lize, Lize, ik zou voor je willen sterven En ik haal een steen, dien ik onderweg had opgeraapt, uit mijn jaszak te voorschijn. Klets! Klets! De steen vloog tegen het vensterglas en ik hield mijn jas ervoor, om de vallende scherven in hun vaart wat te stuiten. Ik kon nu in de kast komen en nam het portret, waarmee ik zoo snel mogelijk om den eersten den besten hoek verdween. De. truc is gelukt. Niemand heeft mij go- zien en mijnheer Vogel slaapt intusschen den slaap des rechtvaardigen. Morgen vroeg heeft hij zijn geld voor een nieuw venster glas. Te huis gekomen schrijf ik den heer Vogel een excuusbrief en bekijk daarna lan gen tijd het portret. „Lize, lieve Lize.'..." Den volgenden morgen Iaat ik zoo vroeg mogelijk den brief bij den heer Vogel be zorgen. Als ik in de kazerne kom, komt een op passer naar mij toe. Ik moet terstond voor den overste Hildebrandt verschijnen. Schoorvoetend ga ik. Wat mij boven het hoofd hangt, weet ik niet, maar ik vrees het ergste, het allerergste. Ik treed binnen bij den overste. „Kom nader!" dondert hij mij tegen. Zijn oogen bliksemen. Luitenant Klippert," klinkt het dan, „hebt u gisteren de uitstalkast van den fotograaf Vogel vernield en daaruit een portret on tvreemd - „Om u te dienen, overste," antwoordde ik zoo vast mogelijk. Dehoofdman maakte eeu beweging als zou hij omvallen. „Waart ge dan dronken?" barst dé over ste los. uNeep, overste* ik was zoq nuchter jno paniek bevangen en gobuld nog in dekens. En veelal voor zij wisten wat er gebeurde, barstten de bommen in hun 'onderstanden uiteen'. Enkele der aanvallers hadden bij de keuze der wapenen hun eigen smaak ge volgd. Een was er op gesteld een zwaren hamer mee te nemen, en daar men de man nen had vrijgelaten, nu zij hun leven waag den, was zijn verzoek toegestaan. Toen hem later gevraagd werd waarom bij juist een kamér wilde meenemen, vertelde hij dat hij gewoon .was jaren lang om den voorhamer te zwaaien en dus meende daarmee beter over weg te kunnen dan met eënig ander wapen. Er i? nauwelijks twijfel of hij heeft'bewezen dat hij gelijk had." De heele geschiedenis duurde nauwelijks enkele minuten. De aanvallers werden door een vooraf gesproken signaal teruggeroepen en trokken in goede orde als bij een ma noeuvre terug. De Duitsche soldaten in de loopgraven snelden naar een paar mitrailleurs en" richt ten deze op de aanvallers, maar de wapens waren volkomen onbruikbaar'gemaakt.' Een heftig geweervuur werd langs het heele vijandelijk front geopend. Maar de eenige verliezen, die de dappere afdeeling leed, ontstonden door de toewijding van eenige mannen, die een gewonden kameraad over de borstwering hielpen. Nauwelijks waren de aanvallers weer van de loopgraaf weg, die nu geruid was met soldaten, welke wraak wilden nemen, of onze artillerie opende het vuur en een regen van projec tielen daalde neer oyer de Duitsche linie. Er moet daardoor groot© verwoesting zijn aangericht. FRANKRIJK. Van het Westelijk Oorlogsterrein. PARIJS. In den loop van den nacht zwakke artillerie-actie. Tegen den avond hebben de Franschen in Champagne een vernielend vuur geopend op de vijandelijke loopgraven in de streek van Maisons. Zaterdag viel een der Frausche vliegtui gen ten zuiden van Péronne een vijandelijk vliegtuig aan. Het laatstgenoemde stortte brandend omlaag. gelijk. „Wat wa3 dat voor een portret?" ,/t Portret van een dame." „Welke dame?" „Ik zou, uit bescheidenheid, liever den naam der dame willen verzwijgen!" De overste kijkt mij verbaasd aan. „Ei, dat zijn uwe zaken Ge zult u voor den krijgsraad wegens diefstal hebben te verant woorden „Overste, ik heb den fotograaf vanmor gen reeds de onkosten terugbetaald." „Dat weet ik. Heb je nog iets anders aan te voeren?" „Ik bemin de dame. wier portret ik •nam." De overste zwijgt. Hij denkt wellicht aan zijn eigen jeugd, toen hij ook dwaasheden beging. „Hm! Misschien komt ge er nog af met het betalen van de glasruit, die 75 gulden kost. En ga nu spoorslags naar den vader der bewuste jonge dame en vraag den man vergiffenis voor uw dwaasheid!" „Tot uw dienst, overste; ik vraag u om vergiffenis." „Mij?" „Overste, de vader der jonge dame kent de geschiedenis al en ik vroeg reeds ver giffenis." „Des te beter. Dan zullen we de zaak maar hierbij laten." Nu begrijp ik alles, de zaak fs voor mij verloren! Ik maak rechtsomkeert en verdwijn ijlings. Ik ga een cognaeje drinken en daar na naar huis; daar 'oekijk ik het portret van mijn aangebedene: „Vijf en zeventig gulden een duur portret," zueht ik en ik druk het de lippen.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1