Tweede Blad.
Inzameling voor de Slachtoffers van
f den Watersnood.
De Watersnood.
far beste patiënt
DB SOHiDA.TE]WCOIT^lA]VT van Woensdag £5 Februari 1916 S
GisMad eo zijn buren.
De ramp van de „Rijndam".
Een Zeppelin boven Parijs.
Wij meenen niet te mogen nalaten een beroep Je doen
op onze lezers om ook hün penning of penningske te
offeren tot leniging van den nood in de overstroomde
streken. Veel zal er tiGodig zijn, maar ieder zal gaarne
het zijne klein of groot willsn bijdragen. Daarom
betast de Administratie van „Os SoldalencBurznt" zich met
da ontvangst en verantwoording in dit blad van giften, die
aan de Watersnood-Commissie zuilen worden afgedragen.
Ten einde vergissingen onmogelijk te maken, verzoeken
wij met nadruk op de strook van de ons toe te zenden
postwissels het woord WATERSNOOD te wiiien
vermelden.
Derde lijst. Ontvangen tot en met 31
Januari 1916, 's middags:
T. H. H. M. F. B. f 10; van do Offi
cieren, Onder-officieren en minderen van
de 3e Compagnie, I Bataljon, 3e Regiment
Vesting-Artillerie f 56.06; W. C. T. v. d.
Leek Jr,, Administrateur Fort •Brakel,
f 16van de soldaten van do le Compagnie,
17e Bataljon Landweer-Iïifanteria f 10.41
4e Compagnie, 40e Bataljon Landtfeer-
Infanterie f 22.14; het Detachement Vlieg-
huis bij Coevorden'f 6.80Mil. N. K. Veld
leger, 4o Divisie, 16e Regiment Infanterie
le Bataljon, 4e Compagnie f 2.50; Officie
ren, Onderofficieren, Korporaals en man
schappen van 3e Compagnie, Ille Bataljon,
11e. Regiment Infanterie f 50,80. Totaal
van deze lijst f 174.71.
Totaal ontvangen f 561.02J.
D. MANASSEN.
Oorzaken ©n voorzorgen.
Reeds onmiddellijk nadat op 14 Januari
de groote ramp •was gekomen over Water
land en enkele der om liggende polders,
toen de zee haar hevigen aanvalhad ge
daan op een groot stuk van Noord-Hol
land, werden vragen gesteld aangaande
oorzaken, aansprakelijkheid, maatregelen
ter voorkoming van herhaling en zoo voort.
Bedenkingen van velerlei aard werden
geopperd
Om licht te doen schijnen over eenige
punten hebben wij de meening gevraagd
van den heer J. C. Ramaer, inspecteur-
generaal van den Rijks-Waterstaat te
■'s-Gravenhage. Van de overstroomde deelen
ressorteeren weliswaar alleen Nij'kerk en
Spakenburg onder zijn inspectie, maar de
hiesr Ramaer was volkomen bereid, zijn
meening te geven omtrent enkele punten,
die op de geheel© ramp bet-rekking hebban.
„Beveiligt .een dijk," vragen wij aller
eerst, „voldo'fen^le het zooveel beneden A. P.
'gelegen land?"
„Eén dijk", antwoordde de heer Ra
maer, „om de poïdSrs gelegd, beveiligt, bui
ten den zeedijk, voldoende, mits deze dijk
hecht is en zwaar. Onze voorouders, die in
de zeventiende eeuw de Purmer en de
BoemsÈer droog legden, wisten dat al.
„Zij bouwden zware, solide dijken om
cleze beide polders en waren toen verstan
diger dan de Hollanders uit de negen
tiende eeuw, die omstreeks 1823 de Mon
nikendammer-, de Noordmeer- en andere
kleine polders op prullige wijze hebben in
gedijkt, op de manier zooals in zestien
honderd-zóóveel ook enkele kleine droogs
makerijen werden omdijkt, onder anderen
de Belmermeer, die nu allen onder water
zijn gezet.
„Als, in vroeger jaren ook de Wijde
Woraier een hechteren dijk had gekregen,
zou deze in 1825 niet zijn doorgebroken.
Het is wel waar, dat de ondergrond niet
altijd zwaar genoeg is om zware dij
ken te dragen, maar dan men maar
de methode volgen, welke werd toe
gepast bij den spoorwegdijk tusschen
Goi-kum en Leerdam. Telkens, als deze
dijk verzakte, werd maar weer opgehoogd
voortdurend maar werd zand aangevoerd,
totdat nil deze dijk wel vast ligt en met
silo zekerheid er overheen gereden kan
worden."
Sprekende over de vermoede! ijk© oor
zaken van de doorbraken, weea de heer Ra
maer erop, dat wel a.lle omstandigheden
in dezen hebben samengewerkt om do ramp
van zoo grooten omvang te doen zijn. Al
leen bestond dan het voordeel, dat het
geen springtij, maar dood tij was.
Maar overigens viel dan ook alles samen
en daardoor werden' de verwoestingen groo-
ter dan in 1825. Er stond nu oen exceptio
neel© storm; uit het noordwesten woei de
wind' twee dagén*lang, 11 en 12 Januari,
toen stak den l3den de zware storm op,
die uit het noorden kwam. Daarbij kwam
dan, dat door de eeuwen heen (ouzo voor
vaderen, die in 1288 begonnen zijn zee
dijken aan te leggen, zorgden, dat overal
voorland bleef) langzamerhand veel van
het voorland is verdwenen, zocdat de golf
slag weinig of niet werd- gebroken.
Van plichtverzuim mag hier niet worden
gerept. Maar niet onmogelijk is het, dat
men te veel heelt gekeken naar de Zuiderzee
met de overtuigde gedachte, dat zij binnen
enkele jaren wel zal worden drooggelegd en
dat de dijken het zoolang wel zouden kun
nen uithouden. Aller aandacht was steeds
gevestigd op de rivieren; van dezen kant
Ferdinand Delraad, een jong ingenieur
•met schitterende vooruitzichten bewoonde
een entre-sol in de Prony-straat, een bij
zonderheid, die van gering belang zon ge
weest zijn, wanneer do bovenverdieping niet
tot bewoonster had gediend eener allerlief
ste dekteres m de geneeskunde, mejuffrouw
Rosa Lewis, die daar met haar moeder
samenwoonde. De ingenieur ontmoette haar
dikwijls op de trap en de schoonheid van
do buurvrouw liet hem niet ongevoelig:
weldra was hij smoorlijk verliefd op haar.
Maar hij behoorde tot dia menschen, die
op heb punt van liefde zoo angstvallig ën
verlegen zijn., dab hij er aan twijfelde, of
hij wet ooit den moed zou hebben zijn ge
voelens1, te openbaren.
Toen' zijn liefde echter steeds sterker
werd, besloot hij een ziekte voor te wenden
en zoodoende met mejuffrouw Lewis in
aanraking te komen.
D® doktet'-ea qntvang hem aHorvriende-
toch dreigt voortdurend gevaarsteeds wor
den haar dijken versterkt en het materiaal,
de zware rivierklei, is vlak bij de hand. Dat
is bij de zeedijken een gansch ander geval,
waar alleen de slappe veengrond aanwezig
is, niet het vereischte materiaal.
Bovendien, wanneer er,in een en negentig
jaren niets gebeurt is, wat tot eenige onge
rustheid aanleiding zou hebben kunnen
geven, dan is er geen reden om op een wil
lekeurig oogenblik aan verzwaring of ver
hooging van dijken te beginnen. Had men
kunnen vermoeden, dat alle omstandigheden
op een gegeven oogenblik zoo noodlottig
zouden samenwerken als thans is geschied,
dan ongetwijfeld zouden voldoende maat
regelen genomen zijn.
In de eerste plaats kan juist van de pol
derbesturen in Noord-Holland gezegd wor
den, dat zij uitstekend werken en alle maat
regelen nemen, welke zij behooren te nemen,
op een wijze, die geen critiek behoeft. Ver
halen omtrent omkoopbaarheid van dijk
graven," enzoovoorts, die natuurlijk in tijden
als. deze wel eens worden gecolporteerd, zijn
juist voor Noord-Holland heel zeker bezij
den alle waarheid, en zooals reeds gezegd,
de dijken waren dan ook in goeden toestand.
Nu is heb natuurlijk mogelijk, dat kleine
polders niet in staat zijn het onderhoud der
dijken te bekostigen. Daarin is echter voor
zien door de wet-Tak van Poortvliet van
19 Juli 1870, welke het mogelijk maakte,
dat polders, die niet bij machte zijn het
onderhoud hunner dijken te bekostigen, een
tegemoetkoming krijgen in die kosten van
vijftig procent.
Heb was dezelfde wet, waarbij ingevoerd
werd het instituut der calamiteus-verkla-
ring, dat tot nog toe uitsluitend in Zeeland
is toegepast. Die calami teus-ver klaring komt
hierop neer, dab heb Rijk de zorg voor pol
der en dijken op zich neemt- Daar ook in
N.-Holland poldertjes bestaan van zoo
kleine afmatting, dat het zeer de vraag
is, of zij bij machte zijn, de kosten voor
voldoende bedijking te dragen, is het inder
daad *Zeer de overweging waard om ook
deze poldertjes calannteus te verklaren.
Zou dit gebeuren, dan zou. dit natuurlijk
beslist moeten worden door Gedeputeerde
Staten, die ten aanzien van het beheer der
polders een zeer groote macht hebben, en
beschikken over de noodige organen, om
zich aangaande den toestand volledig te
doen inlichten.
Wat N.-Holland betreft, daar beschikt de
Provinciale Waterstaat over een hoofd-in-
igenieur en een ingenieur, benevens ver
schillende opzichters, wat zeker voor dit
gewest voldoende is, da-ar het bijna geen
andere eigen werken heeft dan het krank-
aunigengestioht te Caetrieum en het weinig
beteekenen de AmstelDrechtkanaal
Het spreekt vanzelf, dat buitendien ook
de Rijks Waterstaat het opper-toezicht
oefent.
In dit verband herinnerden wij den heer
Ramaer aan enkele' aardig© bijzonderheden,
destijds door hem zelf gegeven over de waar
schijnlijke oorzaken van den Sint-Elisabeth-
vloed van 1421.
Eet was toch niet onwaarschijnlijk, dat
die oorzaken moeten worden toegeschreven
aan een onvoldoende centraal gezag. De
Hoekeohen namelijk in hun voortdurend©
twisten met de Ka-belj auwsdhen waren erop
uit, hun bezittingen steeds meer en sterker
te beveiligen, en zif zochten onder meer een
middel tot beveiliging in heb immer grooter
en zwaarder maken van wallen en verschan
singen, waarvoor zij gebruikten het
gTondmatoriaa 1dat zij uit de Zuid-Holland-
seho Waard uitgroeven. Dientengevolge
werd het peil van den grond in deze waard
gestadig verlaagd, waardoor groot gevaar
ontstond voor doorbraak en overstrooming.
Mede tengevolge van de hinnenlaudsche on
lusten, was het centrale gezag niet zóó 'sterk,
en zeker niet zóó diligent, dat het bij mach
te was, de edelen in hun doen en laten te
beteugelen. Totdat de krachtig© graaf
Willem VI eindelijk definitief aan hot „uit-
lijkst en liet hem tegenover haar op een
stoel plaats nemen. Maar in stille bewon
dering voor haar bekoorlijkheden bleef hij
sprakeloos zitten.
Wees zoo goed, mijnheer, zei ze eindelijk,
mij heb doel van uw komst mede te deelen.
Ja, ,ja mejuffrouw, stamelde hij. Ik...
ik ben erg ziek.
Zij zag hem aan en bemerkend, hoe goed
hij er uitzag, vroeg zij verwonderd
Is u ziek?
Ja, zuchtte de patiënt. Al langen tijd.
Waar hebt u pijn?
Overal! stamelde hij.
Dat is een beetje onbepaald. Zit het in
den buik of de borst, aan het hart of de
maag?
Nee... in do borst, geloof ik.
Wat voelt u?
Benahwheden.. een drukking.
Hoe6t u
Voortd upend.
Zij beklopte en beluisterde hem.
Ik merk niets abnormaals! zei ze. Gij
behoeft u niet ongerust te maken, uw be
nauwdheid h?eft zeker een geheel tow al-
moeren" van den Waardgrond ©en einde
maakte, door te dreigen met afdamming
van de afwatering.
Het groote euvel van het uitmoeren was
intusschen geschied, en toen in 1417 Willem
VI werd opgevolgd door de geenszins sterke
Jacob van Beieren, die bovendien de Hoek-
schen in allo opzichten bevoordeelde, is
seep waarschijnlijk het uitmoeren weder be
gonnen en nu nog zien wij in de Biesbosch
de gevolgen van de vreesolijlce overstroo-
ming, die toen spoedig gevolgd is.
Omtrent den watervloed, die in het nood
lottige jaar 1421 ons land teisterde, vinden
wij in geschiedkundige werken het volgende
aangeteekend:
„Door den verwarden toestand van het
land waren de dijken verwaarloosd, woeste
stormen teisterden de kust. Bij Petten brak
de groote zeedijk door; vierhonderd men
schen vluchtten uit hunne woningen in de
kerk; maar de golven beukten de muren,
zoodat het gebouw instortte eu allen jam
merlijk om het leven kwamen.
„Nog vreeselijker woedden wind en water
in de Zuid-Hollandsche Waard. In den
St. Elizabethsnacht van 18 op 19 November
1421 luidde de alarmklok zonder verpoozen
binnen Dordrecht; de verschrikte burgers
konden hunne woningen niet verlaten, want
het water, door den huilenden orkaan voort
gestuwd, stroomde twee voet hoog door de
straten.
,'s Morgens zagen zij van de wallen der
stad een vreeselijk schouwspel. Uren ver in
den omtrek was alle3 verdwenen: dorpen,
akkers, hoeven en dijken; niets ontwaarde
men dan het loodkleurige water en de
jagende wolken daarboven. Hier en daar
Btak een kerktoren uit, door klotsende gol
ven bedreigd.
„Twee en veertig bloeiende dorpen wa
ren in een enkelen nacht onder het water
bedolven, met alle bezittingen en bijna alle
bewoners.. Slechte weinigen konden zieh
redden, maar waren tot den bedelstaf ge
bracht. Nooit is die vreeselijkste onder do
zoo vele watervloeden, die het arme land
teisterden, uit de herinnering gewischt.
Nog altijd laat hij sporen achter, want nog
steeds ligt Dordrecht, dat vroeger met het
vaste land verbonden was, op een eiland".
Dit voorbeeld uit de geschiedenis van
Hollands strijd tegen het water behoeft, zoo
meende de heer Ramaer, in dit geval geen
les te zijn, daar toch het Centraal gezag
thans zeer wel in staat is can zich te doen
gelden waar het betreft de bescherming van
het land tegen hot water.
Met dat al blijkt het toch, dat bij een
samenloop van, zij het ook zeer ongunstige,
omstandigheden, een ramp kan gebeuren.
Een voorziening daartegen is dus noodzake
lijk. De eenig mogelijke voorziening is op
hooging der dijken. Overigens is reods eer
der op versterking gewezen. Jhr. mr. J.
W. M. Schorer, destijds commissaris der
'Koningin in Noordholland deed het in zijn
„Profillen der Provincie Noord-Holland".
„Maar," vroegen wij den heer Ramaer,
„wanneer nu die dijken opgehoogd moeten
worden, dan i3 het er toch om te doen, ze
zóó sterk to maken, dat zij, naar mensche-
Iijke berekening, tegen alles bestand zijn. Is
dat mogelijk?
De heer Ramaer achtte dit alleszins mo
gelijk, en daarmede kwamen wij als van
zelf te spreken over do geprojecteerde af
sluiting van de Zuiderzee door een dijk v-,n
Wieringen naar Piaam (op de Friesche
kust). Zonder zich in positieve termen uit
te laten over de wenschelijkheid van die
indijking, hij zeide het een bijzonder
mooi plan te vinden gaf de heer Ramaer
als zijn meening te kennen, dat ongetwij
feld die dijk WieringenPi'a-am zoodanig
is te construeéren, dat hij naar mensohe-
lijke berekening overal tegen bestand is.
„Maar," vroegen wij verder, u kent
ongetwijfeld de bezwaren, door den heer
Mansholt geopperd, die vreest, dat door in
dijking van de Zuiderzee de Friesche en
Groningsche kust onder geweldigen druk
zal komen."
Deze bezwaren achtte dë heer Ramaer
overdreven.
„Er is bij het maken der plannen tot in
dijking van de Zuiderzee w-el degelijk reke
ning gehouden met den groofceren druk dien
de Friesche kust zal hebben te weerstaan,
en op de begrootïng is dan ook een post uit
getrokken voor versterking van de dijken
der Friesche kust tot Roptarijl, Wanneer
nu van de zijde van Groningers en- bewo
ners der noordelijk Friesche kust bezwaren
worden geopperd, dan zal daar misschien
wel oen klein beetje politiek aohterzitten,
die ten doel heeft, de versterking van hun
dijken, ook voor rekening van het rijk te
doen komen."
In verband met wat de heer Ramaer had
over het ophoogen van wegzakkende
tot zij vasten grond vonden, vroegen
wij hem nog zijn meening aangaande een
andere methode, waarover de heer Blanke
voort, een der aannemers van ds herstel
lingswerken, ons eenige dagen geleden had
gesproken (zie Avondblad van 24 Januari
j-M"
Deze methode bestaat hierin, dat men
daar, waar de dijk gebouwd moet worden,
in den slappen grond een geul uitbaggert
van zoodanige diepte, dat men vasteren bo
dem bereikt, en daarin dan stévigen .grond
brengt, waarop men dan rinkstukken van
rijs brengt als kern van den te maken dijk.
Ook deze methode achtte de heer Ramaer
een zeer goede.
Daarmede waren wij teruggekomen op de
quaesti© van do verhielde Zuiderzeedijkea
en wij vroegen hem, hoe lang het naar zijn
meaning zou duren, eer het overstroomde
gebied, weer droog zou kunnen zijn gelegd.
In dit opzicht was hij het eens met den heer
Blankevoort, dat het onder de gunstigste
omstandigheden wel vier a vijf maanden
zal duren vóórdat Noord-Holland het over
tollige water kwijt zal zijn. Ook do heer
Ramaer wees er nadrukkelijk op, dat daar
toe echter alle omstandigheden zullen moe
ten medewerken en dat, wanDeer de dijk
eenmaal zoover hersteld zal zijn, dat men
met het uitmalen kan beginnen, zooveel
mogelijk hulpgemalen zullen moeten wor
den in het werk geeteld.
Purmerend.
Hot water is Zaterdagnacht belangrijk gedaald,
zoodat de peilschaal vanmorgen 9 c.M. beneden
A.P. aanwees. Daar do kistdammen langs de
Neckerstraat en den Purmer Steenweg tino goed
als klaar zijn, kunnen deze wegen Maandag
zoowel voor rij--als voertuigen voor het verkeer
worden opengesteld. Hedenmiddag brachten
Gedeputeerde Staten een bezoek aan de ge
meente,
Anna Paulowna.
Dank zij het kalme weer en don gunstigen
Oostenwind was de toestand de laatste dagen in
den Anna Paulownapolder gunstiger. Het Zui-
derzeewater stond laag, waardoor de Oostpol
der door het gat in den zeedijk flink kon loozen
en de Westpolder door de sluizen aan het einde
van de Van Ewijcksvaart. Het water is van
daag dan ook flink gezakt.
Do Stoomweg was geheel, dB Meerweg bijna
geheel droog. De weg van bet station naar de
Kleine Sluis stond echter nog geheel onder,
zoodat met vletten in het verkeer wordt voor
zien.
Do nooddijk langs de Zandvaart wordt nog
steeds versterkt. Ook is men begonnen met het
verhoogen van den weg van af Meerweg tot aan
het Balgkanaal.
Locomobielen staan gereed voor het weg
pompen van het water uit bet deel van den
polder begrends door den spoordijk Kromme
TachtBalgdijk en Zandvaart, een oppervlakte
van ruim 300 H.A.
Voor het maken van een kistdam van de
Oude Sluis langs Kleine Sluis tot de Van
Ewijcksluis wordt het materiaal aangevoerd.
Is deze dam gereed dan hoopt men het gat in
do kade langs de Van Ewijcksvaart te stoppen.
Voorbereidingen voor laatstgenoemde werk
worden reeds getroffen.
Voor het stoppen van het gat in den zeedijk
is reeds een schip met rijshout aangekomen.
Materiaal voor het vervaardigen van zinkstuk
ken is onderweg.
Algemeen hoopt men dat de wind in het O.
blijft staan, want dan alleen kan men verbete
ring van ^en toestand vorjvaehten. Nog nooit
werd te Anna Paulowna zooveel naar de wind
richting gekeken als thans het geval is.
Wijde Wormer.
Met de versterking en de verhooging van
den ringdijk wordt met alle kracht doorge
werkt. De kisten zijn grooten deels klaar, ter
wijl ook het vullen met zand flink opschiet. Do
kistdammen zien er zeer solide uit. Daarvoor
aan de zijde van het water, is een muur van
zandzakken aanscbracht. Door de zware belas
ting wordt de dijkgrond flink geperst.
Het werk wordt uitgevoerd onder de dage-
lijksche leiding van den heer I. Denkema, op
zichter van publieke werken te Amsterdam, die
door den hoofdingenieur van den Waterstaat
Reigersman te Haarlem daarvoor werd aan
gezocht.
Zooals de zaken nn staan, kan alle gevaar als
geweken beschouwd worden. Zelfs al zijn weer
en wind in het nadeel, dan, zoo verzekerde men
ons, behoeft men in de Wormer niet meer on
gerust te zijn.
Uit Edam.
Vrijdagmorgen elf uur is de dam gereed ge
komen in de Purmerringvaart bij de brug te
Edam.
Daar is dus bet overstroomde gebied afge
sloten van „Schermerboezem".
Met kracht wordt doorgewerkt aan de nood-
keeringen en aan de versterking van den
Purmerdijk.
Aan de versterking en verhooging van. den
Purmerdijk wordt met kracht gewerkt.
Zaterdagmorgen was hier het Gedeputeerd
Bestuur van Noord-Holland om de noodkee-
ring op te nemen, die er best uitziet.
Te Volendam staan ongeveer 4 a 500 huizen,
die door den watervijand aangevallen zijn.
Vo'endam.,
Men meldt ons uit Amersfoort
Er zijn hier reeds 12,000 eenden aangekomen,
met do begeleidende Volendommers. Het ter
rein waar ze zijn ondergebracht, is door water
afgesloten. Het wordt gevormd door de bas
tions van de Schans, een oud verdedigings
werk aan den Grebbeliniedijk, een kwartier
noordelijk van Amersfoort, gelegen aan de Eem.
Do militairen, di© daar in de omgeving werk
zaam zijn met het stuiten van de doorbraak aan
do Drie Sluisjes, verleenden op verzoek der Vo-
lendammers alle hulp hij de werkzaamheden.
Maandagavond worden weder 12,000 eenden,
verwacht. Men hoopt 60.000 in Volendam te
kunnen opvangen. Alle zullen naar Amersfoort
worden vervoerd,
„Eenden-tanks".
Eenden in leege petroleum-tanks, welke
kooiker zou ooit zoo iets hebben kunnen den
ken En toch hebben ze het goed in de circel-
vormige ruimte, waar haar gesnater een leven
veroorzaakt, dat hooren en zien vergaat. Eén
gedeelte van de tank is met water gevuld, de
rest ligt vol met stroo en daarover bewegen zicb
de eenden, elkaar luid snaterend volgend.
Drie tanks op het terrein van de parafine-
fabriek der „Dordt-sche Petroleum Maat
schappij aan de overzijde van het IJ zijn nu, in
plaats van. met dikke olie gevuld met ruim
3500 Landsmeerder eenden. In het dak van
de tanks zijn openingen gemaakt voor lucht en
liclit en ieder, die een kijkje in deze plaat
ijzeren „eenden-kooien" neemt, zal bemerken,
hoe goed de beesten verzorgd worden, te mid
den van petroleum-tanks en distïlleer-toe-
stellen.
Dezer dagen is een motorbootje met een paar
vletjes in de richting van Buiksloot en Uitdam
vertrokken, om eenden en kippen, die nog op
do Oostenrijkers dwars door Albaniö aan,
was bezet, hebben ze zioh reeds meester gemaakt.
Wij geven hier nog ©ons wcot
r-cn groot gedeelte van don Balkan
in kaart, ook mot hot oog op d«
jongste gebeurtenissen. Grieken
land krijgen onze legers hier in
't geheel te zien, zooals hot zich
vertakt uitstrekt naar 't Zuiden.
Nog alt^d heeft het, zoo goed
het kan, zijn neutraliteit gehand
haafd, al is het zeker niet zuiver
onzijdig gebleven. Het kon dit
niet, omdat hot anders in botsing
zon zijn gekomen met do gcslli
eerden, diu zoo gemakkelijk de
havens van dit Kustcnrjjk land
kunnen blokkcercn en Grieken
land allen invoer afsnijden. Zr»
hebben de Entente-troepen zich
vastgezeten versterkt te Saloniki;
zoo zijn er andore op het eiland
Korfu, zond»r dat de Gricksche
regeering daaraan veel kan doen.
Belangrijk is verder op dit
kaart j o Albaniö met de drie
plaatsen Valona, Dorazzo en
Scutari, die in den laatston tjjd
zoovaak zjjn genoemd. Do eerste
havenstad ia bezet door de
Italianen, di© besloten zijn er
te blijvenop Durazzo rukken
en van Scutari, dat door de Montenegrynen
hooibergen, boerderijen of aan de oppervlakte
drijvenden grond, zitten, t© voederen of mee
te nemen.
Door de dierenvrienden worden ook de kleine
beesten niet vergeten.
De l^ftersnood-Collecte.
Naar wij vernemen heeft de wafcersnood-
collecte, wélke Woensdag en Donderdag j.L te
Amsterdam werd gehouden in totaal f 33,186
opgebracht.
Do plaatselijke Watersnood-commissie te
Amersfoort heeft ingezameld f 8920.76.
Vooral ondervond zij bewijzen van goed-
geefschheid van de minder met aardscho goede-
rr bedeelden.
ïige oorzaak.
Zij schreef hem rust en kalmeerende poe
ders voor.
Twee dagen later kwam Delraad terug.
Gaat hot al wat beter? vroeg de dokteares.
Neen, antwoordde de patiënt en loosde
een diepen zucht. Ik heb het nog steeds
benauwd
Zonderling. Ilt zal uw luchtpijp eens
onderzoeken. Zij ging met een keelspiegel
aan 'b weak, doch verklaarde nergens een
spoor van ontsteking te kunnen vinden. Ze
schreef hem een gorgeldrank voor.
Delraad ging weg, nog verliefder dan hij
gekomen was.
Ik moet er wat anders op verzinnen
diachfc hij. AndeTs merkt zij heel gauw, dat
ik niet ziek ben.
Aoht dagen later kwam hij terug.
De benauwdheden zijn wegl zei hij,
Maar nu voel ik pijnen in de boenen. Ik
denk rheymatiek.
Zij zag hem schalks aan.
Op uw leeftijd? vroeg zij. Hoe leeft gij?
Delraad zeide een tooJib&Id gan soliditeit
tê aüu<
Een passagier van de „Rijndam" deelt aan
do ,jLeeuw. Ct." bijzonderheden mede omtrent
het stootcn van de boot op een mijn. Wij ont-
loenen er het volgende aan
Het is Woensdagmorgen 10 nur en de door
een mijn beschadigde „Rijndam" ligt thans 7
mijl beneden Gravesend voor anker.
Waren wij gisteravond in de onmiddellijke
nabijheid dezer pleats geankerd, wij hadden bij
het vallen van het water dezo plek te verlaten,
en aangezien nvier-op geen piaats was, want j
de Theems is bedekt met schepen, hadden wij
rivier-af te gaan en ankerden omtreeks 9 uur
op bovengenoemde plaats. Onze onvermoeide
kapitein Van den Heuvel was tot na midder
nacht op zijn post, ten einde alle mogelijke
maatregelen te nemen. Er werd gepeild, de
boot werd gedraaid, er werd getracht den in
vloed van de ontploffing op het verdere be
staan ran do boot vast te stellen, er werd ge
telegrafeerd en geconfereerd met de inmiddels
aan bcord gekomen Engelsche ambtenaren, do
havenmeester werd geraadpleegd, in dén woord
al het mogelijke werd gedaan om de veiligheid
van de passagiers en lading te verzekeren.
Menigeen was schroomvallig zijn kooi op te
zoeken., bevreesd voor ipogeüjko onaangename
verrassingen. Enkele Amerikanen waren ont
stemd over het Engelsche gouvernement, in
welks wateren, en onder de leiding van welles
officïeelen loods de ramp had plaats gehad,
doch de heerlijke, kalme nacht, beschenen door
de heldere maan, kalmeerde ook deze gemoede
ren. En nadat nogmaals de verzekering was
ontvangen, dat er absoluut geen gevaar be
stond, dat er geen water was waarin do boot
dieper kon zinken, ging ook de meest pessi
mistische passagier zijn kooi opzoeken om in
de armen van Morpheus vergetelheid te zoo
ken voor al de ervaringen van dezen zoo
emotievollen dag!
Of de slaap van allen een rustige Is geweest,
of niet zinkende boot en ontploffende mij
nen de kwelgeesten van den nacht zijn geweest,
is niet uit te maken, al ia het aan te namen,
dat angstige droomen van velen de nachtrust
eullen hebben verstoord.
De -Rijndam" heeft als noodhaven de rivier
de Theems gekozen, en volgens do zeewetten
zon de stoombootmaatschappij gerechtigd zijn
de passagiers, onder force majeure, hier aan
wal te zetten.
Afgescheiden van het feit, dat geen maat
schappij en vooral niét de Holland-Amerika-
ljjn, tot een dergelijke daad zou overgaan, is
dit onder den „oorlogstoestand" van dezen tijd
bovendien onmogelijk, omdat de Engelsche re
geering de binding dezer passagiers niet zou
toestaan.
Het plan om de passagiers op een der Hol-
landsche booten over te zetten, sobijnt voor-
loopig opgegeven, althans uitgesteld te zyn,
totdat te dien opzichte instructies uit Neder
land zijn binnengekomen. Hce onaangenaam
de t-oestand ook is en hoe wij ook verlangen
naar huis te gaan, wrj zijn allen verplicht ge
duldig af t© wachten de dingen die komen
zullen.
Wij hebben thans den tijd de zaken te over
denken en als vanzelf dringt zich de vraag
naar voren hoe het toch mogelijk is. dat een
neutraio boot, varende in de voorgeschreven en
afgebakende route, een dergelijke ramp kan
overkomen.
De ..Rijndam" had op het oozenblik der ont
ploffing een officïeelen Engelschen loods (Tn-
natti-Pïlot) aan boord, dïo volgens Engelsch
recht het gezag aan boord uitoefende. In Ne
derland geeft een loods in dergelijke gevallen
aanwijzingen, doch blijft het gezag in handen
van den kapitein berustenvolgons de En
gelsche bepalingen echter neemt op een boot
met meer dan 12passagiers de loods het ge
zag over.
De hoot was even t© voren door een Engel-
sche torpedoboot gewaarschuwd een bepaald
aantal mijlen uit het vuurschip te blijven,
welke waarschuwing getrouw was opgevolgd.
Den kapitein van het schip troft dus geen en
kel verwijt dat deze ramp heeft plaats gehad.
Do op de boot lieerchend© moeaing is, dat do
ontploffing werd veroorzaakt door een ver
ankerd© Duitsche mijn-
Wat botcekonen drie levens in dazen tijd,
waar dagelijks duizenden van de edelst© zonen
dés lands worden geofferd aim den grooten
„moloch", dien de modern© tijd „oorlog
noemt? Wat beteckent het, dat drie anno
mensehen, die uen strjjd om het beötaan in den
mccfit bescheiden werkkring hadden te voeren,
worden gedood, terwijl zij rustten van do ver
moeieniseen van hun work 1 Slechts drio sto
kers werden gedood 1 Dri© menschen, die heb
slecht betaalde, vuile, gevaarlijk© bedrijf van
stoker uitoefenden, di© d© meest gevaarvol]©
plaats op den geboelen efoomcr innemen,, gin
gen onvoorbereid de eeuwigheid in!
Bezweet en vuil van hun dagelijkBchen ar
beid, zochten zij eenige uren rust op hun scha
mele legerstee, om daar door de alle3 vernie
lend© ontploffing van een mijn gedood te wor
den.
Ik zag dez© drie slachtoffers van hun arbeid
naar boven dragen; zielloos neergelegd op do
pleclit van het schip, de dokter trachtend nog
redding te brengen, doóh tovergCef».
De uitwerking eener mijn, deze bel van men
schel ijk vernuft, is verschrikkelijk. Ik heb voor
mij &ggen op mijn schrijftafel, als souvenir
van dezo reis. ©en stuk van 20 m.M. dik gips,
dat ala een preesepapier voor mij steeds een
symbool van dezen af «huwelijken tijd zal zijn.
Ik nam dit glas van een gebroden raam van
do eetzaal eerst© klas, waar behalve tal van
glazen, de ijzeren zijwanden van millimeter
dikt© zijn gescheurd en verbogen als bord
papier.
De ontploffing had plaats aan do voorplecht,
laats waar de arme stokers vertoefden, en
de plaats
waar alles vernield en dóór elkander
werd.
Als men nu weet, dat de plek, waar zich de
gescheurde platen en de gebróken glazen Tan
de le klasse eetzaal bevinden, ongeveer 100 M.
meer naar arMer^n ligt, dan znl men zich van
de vorschriklcel ijk© kracht van het heleche
werktuig eenigszinaeen voorstelling maken
kunnen.
"Weer schreef zij hem een recept voor.
"Heb zal een ingebeelde ziekte zijn, dacht
zij.
Nog dikwijls kwam de ingenieur terug.
Zijn rheumatieke aandoeningen verander
den telkens van.plaat®. Wel verdwenen zij,
maar telkens kwamen zij weer terug.
Delraad vond het eindelijk zaak met een
andere riekte voor den dag te komen; hij
wendde* een hartziekte voor.1
Zij stelde hem volkomen gerust.
Is u soms geen ingebeelde zieke? vroeg
zij.
Ik verzeker u, dat ik lijdende ben.
U moet afleiding zoeken, op reis gaan,
als u kunt.
Delraad ging verslagen heen.
Ik durf niet meor terug te komen, dacht
hij.
Ze zou mijn list merken.
Geruimen tijd staakte hij rijn bezoeken,
maar de gedachte aan Rosa Lewis liet hem
niet met rust-.
Hij werd nu werkelijk riek en ging weer
consult nemen bij de gchoone dokteres.
Rosa wérd getroffen door de verandering.
die rij bij hem waarnamhij was mager
geworden, zag bleek en scheen zeer be
drukt.
't Gaat niet goed met u, zei ze.
Neen! antwoordde Delraad. Ik kan niet
eten en niet slapen
U hebt toch een goede maag.
Maar geen eetlust.
Zij scheen met de zaak verlegen.
Misschien is uw gemoedstoestand niet in
orde, zei ze.
Dat zou wel kunnen.
Hebt u verdriet of zorgen
Hij antwoordde niet.
Geneesmiddelen kunnen er niet helpen,
vervolgde zij, u moet den moed niet opge
ven.
Ik kan er niets tegen doea.
Zij voelde hem de pols.
Hij beefde als een riet.
Zij bemerkte, hoe ontroerd hij was en
wendde het gelaat blozend af.
U is inderdaad riek, zeide rij zacht.
Niemand kan mij beer maken dan tl..
Dat geloof ik wel...
Zii ging aan de schrijftafel ritten en
PARIJS. Een Zeppelin wierp Zaterdag
avond te 10 uur bommen op Parijsi Er wer
den eenige personen getroffen en. werd
schade aan eigendommen toegebracht.
PARIJS. De Parijsche po.itio paste te
9 uur 45 allo maatregelen toe, die voor ge
schreven zijn bij een alarm wegens een Zep
pelin-aanval. Binnen enkele minuten waa
de stad in volslagen duisternis gehuld.
PARIJS. De Zeppelin die boven Parijs
vloog heeft dertien bommen geworpen. Ne
gen huizen zijn ingestort.
Zonder zich te storen aan de officieele
waarschuwing om binnenshuis te blijven,
snelden maasa's menschen naar de boule
vards om het in hun óogen prachtige
schouwspel bij te wonen. Toen te 11 nur
de schouwburgen en andere openbare ver
makelijkheden geëindigd waren, nam het
aantal kijklustigen nog toe. Nergens
werd het programma afgebroken, toen
de horenstoot-en werden vernomen. Do
Parijzen aars betoonden geen opgewonden
heid of vrees, niets anders' dan nieuws
gierigheid.
Op één punt vielen 15 slachtoffers, op
een ander werden een man, drie vrouwen
en twee kinderen gedoodverscheiden
anderen werden gedood door het instorten
van een huis, waarop een bom was ge
vallen.
Tijdens het bezoek van den Zeppelin hing
een dikke mist op een hoogte van moer dan
2000 voet boven de stad, waardoor de licht-
kracht der zoeklichten werd verminderd en
het werk der afweerkanonnen belemmerd.
Verscheiden aeroplanes maakten jacht op
den hoog in de lucht vliegenden Zeppelin
en beschoten hem.
Voor het eerst, sedert tien maanden ge
lukte het Zaterdagavond, seint de corres
pondent van het „H.bld." nog, een Zeppe
lin, dank zij de bewolkte lucht, Parijs to
bereiken. Het luchtschip, dat op zeer groot®
hoogte vloog, kwam aan zonder dat raea heè
had kunnen bemerken, bleef N'norachiog ia
den mist-, die een gedeelte van een <hdrbbf~
Woonde buitenwijk vaa de stad bedekte, en
schreef eenige woorden op eon stukje pa
pier, dat rij vervolgens aan haar patiënt
gaf.
Hier is mijn laatste recept, zeide rij. Als
dit u niet boter maakt, kan mijn weten
schap u niet heipen.
Tehuis gekomen vouwde Delraad het
papier open en las;
,,Sp»eek met mijn mooier." Dr. Rosa
Lewis.
Als een gehoorzaam patiënt voldeed hij
aan het voorschrift.
Uw bezoek verrast mij nietzeide de oude
dame welwillend. Mijn dochter had er
op voorbereid.
Rcea bloosde.
Wilt u mijn vrouw worden t vroeg Del
raad met een gevoel van beklemming op dè
borst.
Ja, antwoordde^rij^limlachend) maur.-..
zoo i-xrEes ik mijn besIJm pattërnt.