DÉ QOjLj'PATEI'JCOUR.AIxr'a.^ -VEt:n Woengaag: gQ Januari 1910
dj Enlgnle haar troapen lieelt'
verdeeld en geruild.
De ijsnacht aan de Raska.
6
Onder leiding van de g gstationnoerde
militairen is met het lossen van huisraad
en goederen aan den Overtoom begonnen
het wordt flink aangepakt. In het dorp zelf
zijn 40 militairen gestation nee rd. Des
nachts zoowel als overdag worden door hen
politiediensten gedaan. Te betreuren valt
het echter, dat zo niet tegenover de stroo
pers gewapend zijn. Gaarne-zagen do solda
ten dan ook, dat hun. geweren of revolvers
werden verschaft, vooral des nachts. Twee
Btroopere, beiden afkomstig uit Amsterdam,
zijn Zondag, gevat.
De sluisdeuren bij den Langendijk zijn
losgeslagen en worden nu willekeurig door
het water heen en weer bewogen, tot groot
gevaar voor de booten eu schuiten, welk©
er elk oogenblik op lek kunnen stooten.
Den go vluchten Waterlanders wordt op
het hart gedrukt hun eenden, kippen en
verder pluimgedierte niet .voor te lago prij
zen te verkocpen, daar spoedig een zelfde
regeling staat te .wachten als met het rund
vee enz. is geschied.
Zondagavond bleek er bij het ontsteken
der electrische lichten eenige stoornis in d©
geleiding te zijn, .doordat de transformator
door het vele water vochtig was geworden.
Mén beraamt middelen om dezen transfor
mator geheel- met een dijk te omgeven.
Buiksloot.
Het water was in (leze gemeente Zondag der
mate gestegen, dat do weg, die van het Tolhuis
naar Buiksloot leidt, dicht hij onze gemeente
blank stond. Do aanlegsteiger van de Puime-
renderboot is slechts per vlet to bereiken.
Jloiorbooijes met militairen, voorzien van
een witte vlag met het woord „militair" doen
i patrouiiledienst.
Op last van de militaire overheid zullen do
kippen enz., die zich nog hier en daar in hoo
rnen, op huizen en öeigvüjke bevinden, worden
doodgeschoten, daar zij anders toch kans loo-
pen te verhongeren.
Do spoorbaan als dijk.
Geïsoleerd aan één zijd© ligt thans het
stationnetje Anna Pauwlona.
De reizigers, dio daar nu nog uitstajipen,
gaan niet meer door den gewonen uitgang,
want builen het station ci .ligt de weg
naar beide zijden na enkele meters i,n het
water.
Achter het station het geliool verlaten
koffiehuis, verderop weer het bekende ge
zicht van huizen en kerkjes, iu hot water
verspreid.
Een eindje langs de spoorbaan, tot den
overweg lcopen dan eerst de reizigers, ge
volgd door artilleristen uit Don Hei der, die
de postzakken dragen voor Kleine Sluis, of
Wioringen. En dichtbij het .wissel wachters
huisje, op de plaats, waar vroeger de weg
don polder inliep, ligt nn eeu roeiboot. Het
is een flinke boot, waarin wij meer dan
twaalf menscheu zagen plaats nemen. Eén
der soldaten stoot af en weldra piassen de
riemen in het water, totdat hot Voorhuis bo-
reikt is.
In het station is voorts de eene wacht
kamer bsstomd voor tijdelijk wachtlokaal
der soldaten,die in ploegen aan de verster
king van den spoordijk werken. De andere
'wachtkamer is tegelijk apotheek en burge
meesterskamer. Hier boudit de burgemees
ter zitting. Hij geeft passen af on regelt
in overleg met de militaire autoriteiten,
do zaken. Ook bevind zich daar de dokter
en vroemd doet het aan daar op de wacht
kamerdeur thans onder de woordon lo en 2e
klasse te lezen den naam van den dokteren
het spreekuur.
Verscheidene waningen zijn in den poldei
verlaten, maar de dokter moest blijven en
met zijn. apotheek verhuisde, hij naar het
station
De burgemeester deelde ons over don toe
stand het volgende mede
„In den laatsten tijd is bet gedeelte tus-
schen Zandvaart en Micjdendijk ten N.O.
van de spoorbaan geïnundeerd. Van den
West-polder is alleen nog droog het stuk
achter de spoorbaan en tussc^en Zandvaart'
en Kosgras, ten N. van den spoordijk.
In den polder, waar ook reeds verschil
lende huizen dreigen in te sterten, waren
neg enkele menschen j als de dijkgraaf en
de plaatsvervangend dijkgraaf. Ook het
café .jVeerburg" aan den dijk is nog be
woond, benevens enkele woningen. Deze
zijn slechte met schuitjes te bereiken. Te
Ewijksluis ep. Kleine Sluis zijn ook nog eeni
ge perceelen bewoond.
Thans is ongeveer één derde dool van
den polder droog.
Zou de spoordijk als laatste bolwerk
beletten, dat de geheele Westpolder onder
loopt! vroegen wij.
ben erg pessimistisch gestemd op
dit punt. De spoordijk is een zanddijk, het
bovenste gedeelte is sterk gedraineerd.
Komt het water er hoog tegen aan te staan,
dan zal hij niet lang tegenhouden. Intus-
schen wordt hij door de militairen zeer ver
sterkt en worden de duikers gedicht. De
stelling-commandant, admiraal X a u d i n
ten C a t e heeft veel steun verleend, en
aan den spoordijk, die van Oude Sluis tot
Breizand aan een zijde door water bespoeld
is, wordt voortdurend door detachementen
gewerkt. Eerst was er een ploeg van 750,
nu yan 250 aan bezig.
Gelukkig, zco besloot de burgemeester,
is het. water in den afgeloopen nacht onge
veer 30 c.M. gevallen.
Toen wij Anna Pauwlona verlieten, waar
Zaterdag admiraal Naudin ten Cato den
toestand opnam, reden wij tot Oude Sluis
toe langs soldaten, die cp de baan aan het
werk zijn. Dwarsliggers en zand werden
aang&voerd bij groote hoeveelheden.
Zou de spoordijk het andere deel van den
polder kunnen blijven behoeden voor ouder-
loopen 1
Hulp door het Roods Kruis.
Men meldt ons nifc Den Haag: Het inzame-
lingscomité ten behoeve van de door den waters
nood getroffenen hooft succes van zijn werk.
Dank zij de vrijgevigheid der ingezetenen zijn
Vrijdag en Zaterdag eon massa goederen
voor kleeding en ligging, benevens levensmid
delen bijeengebracht eu gedeponeerd in de ma
gazijnen van het Hoofdenm;té van het Roodc
Kruis. Aldaar is beide dagen t it Iu::' in den
«vond. onder leiding van de Commissio voor
het magazijn, door veie rappe handen gesor
teerd en gepakt, zoodat reeds Zr.' i.i; een
gedeelte per vrachtauto naar Noord-Holland
en Utrecht kon vo:den geëxpedieerd en Zater
dag wederom een errantbezending is afge
voerd om, onder toezicht der -.f olijke
Roode-Kruiscommissarissec in Haarlem en
Amersfoort in depot gesteld to worden.
Naast verschillende giften word het inza-
melingscomïtc verblijd met de toezending van
een aantal koffera, gevuld met ondergoed voor
mannen, trouwen en kinderen, aangekocht
door H. M. do Koningin-Moeder
Daar bij het hoofd comité nog meer aan
vragen via de gewestelijke commissarissen bin
nenkomen. heeft hot inzame]ingtcomitó ge
meend zijn rondgang door do gemeente nog
niet ie xooek-.u elaj&g,
Het Ncderlandscbo Roodo Kruis lieeft.
wij vernemen, na de daartoe ontvangen aan
vragen dekens en verder beddegoed naar Wor-
tuerveer verzonden. Mcu wil duar gereed zijn
voor het gc-val, dat zieken uit do polders liun
toevlucht in Wormcrveer zoeken. Dientenge
volge vertrokken Vrijdag j.l. drio Volgeladen
auto'», door particulieren welwillend ter be
schikking gestold, na.nr Wormervoer onder
leiding van den gewestelijken dommissaris van
het Ncderlandscbo Roodo Kruis voor Noord-
llolland, jhr. A. W. G. van Riemsdijk. Er
werd vervolgons van Wormcrveer doorgereden
naar Purmerend, waar oer. noodziokcninrich-
ting op dringend verzoek van het Roode
Kruis-Comité aldaar werd opgericht en hot
daarvoor bonoouigdo materiaal werd afge
geven.
Vervolgens ging de tocht naar Edam, waar
de burgemeester wederom om dekens, mannen-
en vrouwenkleding en vooral kinderkleeding
had gevraagd. In Kdani word ten raadlmize
een groote partij mannen-, vrouwen- en kin-
derkleeding afgegeven uit het magazijn van
liet Hoofdcomité in Den Haag. Een en ander
werd persoonlijk door den burgemeester van
Eda:n iu ontvangst genomen en in het. raad
huis opgeborgen. Daarna werd do noodzieken-
inrichliug in Volendam bezocht, waar thans
twee zuster» van liet Roodo Kruis, afkomstig
uit de kliniek in Den Haag. werkzaam zijn en
geïnstalleerd werden in het huis van den dok
tor. Door do bevolking, die voor een groot
gc-.Ieclte in do scholen leeft, wordt deze zieken-
inrichting ten zeerste op prijs gesteld.
Uit do Zaanstreek kwam eveneens het ver
zoek aan het lioofdcomitó van heb Ned. Roode
Kruis om een noodziekenhuis in te richten.
En wel te Zaandam. Da secretaris van het
Hoofdcomité jhr. M. Mazel bracht or Zaterdag
per auto van Den Haag uit het noodige
Materieel heen, wat dankbaar werd aanvaard.
Herstellingswerken aan den Wateriandsohen
Zeedijk.
Maandag is reals een aanvang go-
maakt met de herstellingswerken in
den Waterlandschen Zeedijk even ten noor
den van Uitdam. De firma Blankovoort uit
Haarlem, ouder wier leiding deza werken
geschieden, heeft als hare meemng uitge
sproken, dat twee eu een half a drie maan
den zullen verloopen vóórdat deze breuk
geheel hersteld is.
Ridderkerk.
De toestand ie hier nog zoor weinig verbeterd
ten govt. van iiet bestendig ruwe en telkens
stormachtige weer en de groote moeilijkheid,
het water weg to krijgen.
Donderdag omstreeks 4 uur des namiddags,
stak een stormbui op, gepaald met hevigen
regen, dio voor het hoogwatertij van half 6
plotseling hc-t allerergste vreezen deed.
's Avonds en 's nachts werd do wind minder,
maar Vrijdagmiddag wakkerde hij weer gedu
rig heftiger aan. Ue polders Wouden. Donker
sloot en Het Zand staan nog steeds diep oudor
in liet water met fabrieken en woningen, ter
wijl ook do Kcrkepolder telkens blank staat.
Do algemeen© overtuiging hier is, dat de h'ooge
Molendijk en Eenigon Dijk op verrcheideno
plaatsen in hoog,- mata worden aangetast door
het water, dat er uu roeds ruim een week lang
tegenaan 6taul en slaat.
Het wordt niet betwijfeld, dat tegen een zóó
langdurig „ondervtetcn" dezo dijk geenszins
bestand is, zoodat, wanneer de waterstand de
zelfde blijft, op meerdere punten doorbraken
zullen plaats hebben, dio hot geheele eiland
IJssolmonde zouden doen overat roomen. Don
derdag werd Ridderkerk bezocht door den Com
missaris der Koningin Vrijdag door den hoofd
ingenieur van "den Provincialen Waterstaat,
tot onderzoek van den toestand der dijken en
polderkaden.
Dezor dagen zijn hier genietroepen aange
komen dio medewerken tot versterking var
den Purmerdijk. In den afgeloopen nacht zoo
wel als Zaterdagmorgen is er voel water naar
do Zuiderzee weggeloopen, zoodat de toestand
over het algemeen thans als vrij goed kan
worden beschouwd. Dpgelijks worden levens
middelen en drinkwater aangevoerd cn heeft
do vordceling in alle órde plaats.
Hulsvesting der vluchtelingen.
In do week van 14 tot en met 21 Januari
heeft de commissie voor do armenzorg in de
stelling Amsterdam niet minder dan 1076 per
sonen uit het overstroomde gebied huisvesting
verleend. In dc voormalige Studenten Sociëteit
aan den Hei li gen weg dio gelijk we deze dagen
meldden in allerijl tot passantenhuis werd inge
richt zijn olie bedden, 168 in aantal, bezet, do
Luthersche Diaconessen inrichting aan don Ko
ninginneweg nam een zestal patiënten op, het
Bernardusgesticht belastto zich mot do
zorg voor oen vijftigtal ouden van dagon en
invaliden, in 't Militair Logement werden eon
tweehonderdtal personen ingekwartierd, het
huis in de Johannes Vcrmeorstraat, dat incfer-
tijd tor beschikking van het comité voor de
Belgische vluchtelingen werd gesteld doet even
eens als toevlucht voor do overstroomden
dienst. Dertig mannen en vrouwen, die de ge
teisterde streken ontvluchtten, vonden er een
onderdak, 't Armenhuis nam vier personen op,
in het Binnengasthuis en het Wilficlminagast-
huis worden twee patiënten uit het over
stroomde gebied vorplecgd, in het Burgerwees
huis vonden een zestal kinderen opneming. Vijf-
en-zestig gezinnen in totaal 318 personen na
men tijdelijk hun intrek in do door Bouw- en
Woningtoezicht beschikbaar gestelde percee
len in do Javabuurt. In de saperpbosphaat-
fabrick benoorden het IJ vertoeven nog 40
vluchtelingen en in het logement ,,Do Hoep*'
in do Warmoesstraat 83. Deze laatsten zullen
echter in den loop van den avond verhuizen
naar 't gebouw Heorcngracht 196, do voor
malige Kasvereeniging, waar reeds 72 mannen,
vrouwen en kinderen onderdak vonden.
We hebben eens in het groote huis
een kijkje genomen. D? vertrekkc-n waar vroe
ger effecten verhandeld, quitantios uitbetaald
en koersen berekend werden zijn, dank
zij den ijvcrigon zorgen van mevrouw
Jonker en dc directrice van dc oplei
dingsschool der verecniging „Hulp voor On-
behuisden". mejuffrouw Roorda, met haar
staf van helpsters, in slaapzalen veranderd,
slaapzalen voor mannen, voor jongens, voor
vrouwen cn kinderen cn voor ouden van dagen.
In een der benedenvertrekken werd tijdons ons
bezoek „het kleingoed" onder veel geluid en
voel misbaar gebaad; in ccn ander kamertje
waren een tweetal kappers liezig den haarelosch
der jongelui te millimeteren.
De groot? zalen gohjkrlocrs dienen voor
conversatie- ea eetzalendaarachter heeft men
een kinderspeelplaats ingerichten zelfs hiel
den eenigo gasten zich reeds onledig met het
verzorgen van den tuin.
Allo verpleegden waren vol lof over do har
telijke. gulle ontvangst, al beiden zo met
ongeduld hot oogenblik waarop zo terug kun-
nen koeren naar het door 'fc water geteisterde
erf
Bij nacht door geteisterd Waterland.
Tn den nacht van Donderdag op Vrijdag
werden wij opgebeld door den terrciaehef aan
den overkant, den heer A W. Zonneveld: „Of
één van de hoeren lust had om mee ie gaan op
f ii rfachtoüjko expeditie naar Broek in Water
land, waarheen verschillende verlichtingsarti
kelen moesten worden gebracht.'"
Dat i* nu eenmaal het lot van den verslagge
ver. dat hij, juist als hij denkt klaar te zijn,
wordt opgeroepen voor een nieuwe expeditie,
waar „misschien" copij in zit. Ea zoo'n gele
genheid inag hij nimmer laten glippen.
Dus stond ik om kwart vóór eencn, een jiaer
inderhaast ingepakte broodjes onder den arm,
midden turaehen een twintigtal slaap-snfferige
landweersoldaten op do motorboot „Ent-os",
hot schip, dat voor clezo nachtelijke exneditie j
tras uitverkoren i
Do inspecteur van jMrtitio Van Gorkum gaf
mij de gewensohte inlichtingen. Er was uit
Broek, waar do straatverlichting gedoofd is,
een dringend telefonisch verzoek gekomen om
licht'. Do kapitein-intendant Van den Nagol
kon den zoekltentwagen van de stelling na
gedaan verzoek aan het kwartier niet los
krijgen Toen had de inspecteur er. eon mouw
aan gepast: van do gemeentetram had hij vijf
tien lampen op staken gekregen, do gasfabrio-
ken leverden een paar Ylampen, dat zijn
neethyloenlieliten, die men 's nachts ook wel ziet
gebruiken bij horstellingen langs'de trambaan.
Do directeur van de Westergasfabriek was zelf
ook aan boord. Die lampen zouden, wij in
Brook moeten gaan plaatsendaarvoor was het
detachement soldaten onder aanvoering van
een sergeant aan boord.
Na een half uur klonk het „al klaar", on
met een grooto vlet op sleeptouw pufte de
„Katos'» lieon, het verdrenken land tegemoet.
Het was een prachtige nacht. Eenigszins be
floerst, maar toch helder genoeg om goed zicht
te hebben, troonde de maan hoog aan den
hemel. En haar schijnsel tooverde zilveren
lichteffecten op het hoogstaande water van het
Noordhollandsoh kanaal, blikkerde ondeugend
in do ruiten der huisjes van Buiksloot recht
voouit- op den dijk. De doodscke stilte van de
slaponde natuur werd alleen verbroken door
hot regelmatig gcronk-gepuf van den motor.
De schildwachten aan den Westoever waren op
hun hoede, hun „werda" klonk rauw-op in
den schemer en uit vrees voor ongevallen
draaide onze schipper even bij ter legitimatie,
..Militaire dienst!"
De dubbelpost kreeg dichterbij de uniformen
in 't oog, riep ,.Ajo", wat zooveel scheen te
beteokenen als ,,Ga je gang maar", en'toen
ging hety-weer voort.. Onder de brug door, "Wa
terland in!
Waterland, inderdaad thans verdient dit stuk
van Noord-Holland dezen naam volkomen.
Want het is al water zoover ons oog ziet. En
dat is vèr in dezen lichte-niaan-naeht. Links
en rechts wat huizen van Buiksloot nog, de
voeten als 't ware in 't water, dan verderop de
groote wijde vlakte, één onafzienbare binnen-
zeel
Een rilling vaart mij, ondanks mezelf, langB
don rug. Dat land, 3] dat mooie dat heerlijke
land. dat ik zoo goed ken, thans bedolven,
overspoeld door een niets ontziende massa van
vuilgrauw water...
't Ie moeilijk varen hier. Maar onze schip
per, Fecnstra, strak-ingespannen lettend op
allo kenteekenen, vindt zijn weg, zonder veel
vaart te minderen. Daar, over stuurboord, is
nog boven water het hek van den weg naar
Schouw, over bakboord ligt nog hier en daar
bij bruggetjes de kanaaldijk boven het water.
Er waait een kille, vrij sterke zuidwester
bries en in 't water teekent deze lange rol-
golven, spookachtig zilver-verlicht door het
maanlicht. Wrakstukken' zuigen langs onze
boot weg, dobberen achter ons weer verder.,
't Is doodstil op.de wijde vlakte, waar je alleen
het ronken en stooten van den motor hoort.
Neen toch, lieelemaal stil is 't niet. Want tel
kens, als we varen langs een diep onder het
water bedolven boerderij of andere woonstede,
tfeft ons weer hetzelfde geluid, eon gekreun
als van een gemarteld dier. Het zijn de huizen
zelf, die steunen, die zuchtend knarsen onder
den druk van het nat. Het is het eentonig-
droefgeestige lied der vernieling, dat het water
nu ai dagen zingt, wellicht maanden lang zin
gen zal. Hier en daar reeds spoelt het water
triomfantelijk sohuimspattend over plekken,
waar eenmaal nijvere bopren aan den haard
uitrustten van zwaren veldarbeid, maar waar
nu alleen nog maar de steenen fundamenten
van do boerenwoning staan. En slechts een
streep brandings schuim wijst ons de plaats
waar eenmaal dio hoeve stond. Zoo is 't langs
den langen weg al over die droeve vermeiing.
Dan tuurt hot oog verder over het water.
Ik spour in de verte aan den einder een rij
lichtjes, lantaarns, oven boven 't water uit
stekend. „Kappie", die hier erg bekend
zegt, het is Landsmeer, waar de verlichting
nog goed is. Daar is dus nog leven, en het doet
foed en ietwat opbeurend aan bij al die narig-
eid, dat daar nog menschen zi.jn cn dat ze niet
in donker zitten. Maar over stuurboord tuur je
wijdweg in do verte en je ziet niets dan water,
waarboven hier on daar wat donkere vlekken
zich afteekenen. Het stationnetje van Zunder-
dorp is in het maanlicht vrij duidelijk te zien
en do Amerikaansche watermolen daar vlak bij
io als een baken in zee. Maar anders water,
water
Wij zijn dé gevaarlijke bocht bij Slochterbrug
voorbij, dank zij onzen Feens tra, die bier den
weg weet als geen ander. Een gezonken tjalk,
midden in do vaart, de roode lantaarn in 't
want, vei hoogt nog het lugubere van hot tafe
reel.
Schouw! Voorzichtig aan! Eu dan in een3,
met een sprong, halve kracht door de open
staande brug. de Broekervaart in. Do verwoes
ting wordt hier onbeschrijfelijk. Eiken nacht,
zoo vertelt me een Broeker, dien we aan boord
hebben, verdwijnen hier huizen in den water
vloed.
Daar rechts staat een huis op zijn kop, een
leeg geraamte, 't Zal ook we! gauw uit eikan
der slaan on verdwijnen. Van die boerderij
ginds staan nog alleen twee muren cn hot dak
daaronder is de leege ruimte, waar klotsend
hert, water zich doorheen een weg baant. „Een
spulletje van nog geen drie maanden oud. me
neer", expliceert mijh Broeker gids. 12.000
heeft 't gekost en nou is alles kapot."
Zoo gaat het den ganschen weg langs. En 't
zilveren maanlicht; met zijn prachtige effecten
op het woost bruisende water kan niet verhin
deren, dat ik mo geslagenvoel bij don aanblik
van zooveel ellende. En ik wil hc-t graag gcloo-
ven wat mijn Breaker zegt, dat. a:s ;t water
een maand zoo staat, er gec-n huis en geen
hofstede meer rechtop zal ataan.
Broek in Weterlarid'a torgn doemt op in het
schemerduister. Nprgens licht, alles droef-
donker. zcifs in dezen lichten avond. We lan
den bij do brugf kunnen, over pianken vloer
tjes. droogvoets naar de school komen, waar de
soldaten tan het detachement te slapen liggen
ïn het inderhaast gereed gemaalrte klaase
lokaal. De laatste Ice staat nog op het zwarte
bord
De 6ergeant-majoor, d«tachementscomman-
dant, vindt het niet noodig dien nacht nog de
lichten te plaatsen. Hij zal ze ontvangen en
morgen (Vrijdag) komt een detachement van
40 man met een luitenant, dan kan dat plaat-
p.ingswerk door dezen worden overgenomen.
Het is overigens ook niet noodig. want de
lichte maan geeft licht genoeg en 't ia al bijna
dag.
En na een korten rondgang door dit ook zoo
zwaar geteisterde (V>rp tuffen wij 6iieller terug
naar Amsterdam. Maar ook dien pnnsehen te
rugweg ben ik niet weg te slaan newest ran
mijn plaats jo voorop, omdat het ellendig-groot-
*rhe gezicht op dien - sllas-vcrwoefctcnden wa
terplas mijn oog tot het laatat geboeid hield.
En 't wordf mo eng om 't fchrt, wanneer ik
dan bodenk, dat nog meer polders gevaar bo
nen.
(Zie verder Laatste B6riohten.)
den grond to bivakkeoren, waar do zon langer
scheen en mep verder verwijderd is van don
■ijzigen luchtstroom van de rivier.
"Wij kunnen dat niet doen. mogen paarden
en wagen niet in den stock laten.
Steeds donkerder wordt do nacht, steeds
moeilijker do wog. Tweo onzer moesten voort
durend langs don rand van don afgrond loo-
pen, om den koetsier den weg to wijzen. Een
stoet van gevangenen, twee tot drie duizend,
een ketting van wandelende ellende, drie kilo
meter lar.g, sluipt langs ons. Bij eon bocht
van den weg houdt do karavaan stil. Klinkt
een Opgewonden geschreeuw uit honderden
kelen. Over den weg loopt con diepe beek, zon
der brug, met ïjsgladdo hellingen.
Do gevangenen moeten door het water, zot
kon naar steenen cn dammen cn zoodra er oen
denkt een pad gevonden te hebben, «•breeuwt
hij het den andern toe en de zwart.) menschen-
massa dringt dan naar doze plek. Dok w\j mot
ten er door. Naar beneden gaat hot gemakke
lijk en vlug. Maar nar boven niet. Do ijs
korst breekt, de .vagen blijft in do watergeul
steken, op de ijshelling vallen de paarden, ra
ken verward in de touwen. En dat alles in de
zwarte duisternis. Zonder do Servische ge-
vnnger«en waren wij blijven hangen. Twintig,
dertig hunner springen bereidwillig in het
koude water om ons te helpen. Zy trekken de
paarden de helling op. tillen don wagen uit
het water en slepen hem op straat.
Tegen negen uur wordt do weg leeg. Wij
moeten naast don wagen looped; wanneer de
paarden rallen, dan kunnen wij, uitgeput als
wo zijn, de dieren niet meer cp de been krij
gen. Het. gaat langzaam tastend voorwaarts,
zoo langzaam als slakken kruipen. Do hemel
is bewolkt. De laatste ster is verdwenen. De
nacht is zoo zwart als om doodslaken. Mijn
electrische zaklantaarn, die ons tot nu steeds
wat hielp, 15 uitgebrand en de nieuwe patro
nen branden nic-t. Zij zijn kapot gegaan door
het schudden in 'den wagen. Maar wij moeten
licht hebben, zonder licht komen wij niet ver
der. In mijn koffer heb ik nog een kaars. Ter
wijl ik in do duisternis met boido bandon in
den koffer woel, grijp ik in iets nats cn denk
dat er water in geloopen is. Doch als do kaars
eindelijk in de lantaarn brandt, zie ik, dat ik
zwart© handen heb gekregen. Ik greep iu den
inkt...,
Wij loopen met do lantaarn voor den wa
gen. Hoe lang zal het nog duren? Do glazen
'•an do lantaarn zijn gebroken en in den wind
colonnes, do lange, lango stoeten yan govan-
gar.cn. En een prachtig landschap met ©en
zeiduamo stad in do verte. Maar daarvoor
hoeft men geen oog. Meu ademt voortdurend
in do handen en stampt met do voeten. Voor
Mitrowitza weer oponthoud. Do brug is ver
nield door den ijsgang Een paar uur moeten
wij wachten, tot de brug hersteld is. .Maar ik
kon uiot meer wachten, moet warmt© hebben.
Over een balk balanceer ik over hot gat in
do brug. En dan ben ik in Mitrowitza bij de
gastvrije Oostenrijkers. Daar kan ik mij war
men, der, drinken en slapen.
Dit allc3 vertel ik niet, om mijn avonturen
aan het front bekend to maken. Ik vertel dit
alleen om den menschen in liet vaderland een
denkbeeld te geven van al het verschrikke
lijke, dat. (ie soldaten hier moeten doormaken.
Wat ik hier zag en beleefde, herinnert aan
het iljucn van het Napoleontische leger na
don brand te Moskou. En mij ging het nog
prachtig. Jk meest niet dwars over ravijnen
en kammen, niet door voctdikke sneeuw. Ik
had der. straatwee. had e-n wagen, had men
schen. die mij hielpen, had een ilinken oppas
ser, die de lantaarn voor mij uit droeg, zoo
lang do kaars' brandde. Dat alles hadden onze
soldaten niet. Van hen had een ieder slechts
zich zelf. zijn beido voeten en zijn beido vuis
ten. haj tijdens marschen van weken lang
niets dan zijn magoren broodzak, had vorst-
nachtcu van veertien uur zonder dak, dikwijls
zonder vuur. Zij allen hadden het honderd
maal harder dan ik, moesten het weken lang
volhouden, terwijl myn weg slechts ging van
*Novibazar naar Mitrowitza, slechts 32 uur....
Eerst nu begreep ik de woorden van den ski-
looper aan het wachtvuur to Kraljcwo: „Het
hardst is het, wanneer de kameraad in do
sneeuw valt on niet meer op staat cn wan
neer men dan verder jwoet en alleen over den
schouder naar hem kijken kan, zonder tc hel
pen." Geen dank en geen vereering in het
vaderland zal kunnen goedmaken, wat de
onzen in Servië geleden en volbracht hebben.
Onder deze titel schrijft de bijzondere mili
taire medewerker van do „N. Ct." het vol
gende
lu Frankrijk werden den laatsten tijd in
1t-.-i.__jJ J ec-n beigtop, den Hartir.annsweilerkorpf. Iu
kunnen. Zoekend naar een schuur, eon gat in
den grond, een windstil hoekje, loop ik een
emd van den wagen weg. En daar lig), voor
mijn voeten een mensch op het ijs, onbeweeglijk
met bevroren kleoren. Ik versta niet, wat hij
kreunt. En omdat ik hem niet kan optillen,
loop ik naar den wagen terug om iets voor
liera uit mijn koffer te halen en te verhinderen
dat de wagen hem overrijdt. Toen ik terug
kwam, lag op den weg geen levende meer,
slechts een doodo. En nu gaat de kaars uit.
Rusland na ccn kort© pauzo hernieuwde vruch-
teloozo aanvallen op do stelling van Toporoutz
or. Barancze op het Bessaiabisché front. I11
Italië beschieting^ van het Gostenrijksche
Isonzo-front on de Noordelijke grensgebergten,
doch volkomen ineenzin king van de zoolang
volgehouden aanval op Gdrz. Op den Balkan
is na do bezetting van den Lowisjan, 'dio van
Ccttinje het eenige feit van werkelijk belang
om Saloniki blijven de Engclsehen en Franschen
operatie.noneeleii. waarop Engeland ea Fran,
krijt don tegenstander bestreden. It .island bleef
00 standvastige factor, <l,e. óók toen bet werd
geslagen en t. rngge.Vcven. alleen toch in
rem, mee bleef tollet,, dat bet een ,h|m
doel der Dim.sclm ea Ooatonnjksche strijdkraoii.
ten bond- kansas,,, t-Mo niet medo. Do Dar-
drr.ollen bleven gesloten. Hnsland bleef gc-
f het "iet. in «tnat da bondgenio-
ton met zijn overvloed van menschen te hdnen
getwijfeld, b.v. voor Salomki
hetgeen anders0
en GaHigoli, w.us geschied.
T u a n s is tusschea West
dceling der beschik ba 1
en Oost, de 1
wijzigd, vooral door Engeland's bijzonder© 1
langen in het Oosten. Daardoor is hot West
front aan bloedarmoede gaan lijden.
Men donko aan do laatst© (ioorbrekingepo-
ging in Artois cn Champagne, waar de meer
derheid, de overmacht aan troepen, die noodig
is om den invaller to verdrijven, ontbreekt.
Het aantal Engelsche troepen in Mesopotamia
is aanzienlijk uitgebreid: to Saloniki bevinden
zich nu 100,000 Engelschon en 150,000 Fran
schen. Do sterkt© van hot Engelsche leger in
Egypte wordt nu op 400.00) man geschat. Na
het veriaten van Gaüipoli zijn, totaal 200,000
Engelsehen en Franschen voor „elders" be
schikbaar gekomen. Dat ,,eklens" beteekent:
Saloniki cn Egypte, doch Frankrijk niet.
Maar juist hot Engelsch-Frantehe front, dat
z:ch op die wijze 850,000 in den krijg geharde,
ervaren manschappen ziet onthouden, heeft
dringend behoeft© aan aanvulling en toch geeft
men het dio niet.
Uit do beraadslagingen in het Engelsche
parlement, uit klachten in de openhartige Brit-
sche pers ia gebleken, dat detactiscne een
heden der Engelschen slechts geraamten zijn
van hetgeen zij juist in dezen tijd l>?hcorden te
wezenkrachtigo bataljons op volle oorlogs
sterkte, goed geëncadreerd bovenal. Do Fran
schen leden bij hun offensief in Champagne 1
en Artois in September zware verliezenda
gelijks eischen ziekte en dood honderden slacht
offers in do vochtige, aan ruwe weersgesteld
heid en aan 'svijands vuur blootgesteld© ge-
vechtsloopgravcn. Niettemin moest óók Front.
rijk, dat reeds het
moest óók F rank,
uiterste aan monschenaan-
gaan ae naars uit. 1 iJun kringstelïing vervolmaken, als ware dat
Verschrikkelijk zijn do zwarte nachturen, die 1 het eenigo doel van hun komst; van een op-
jiu komen. Nergens oen schuilplaats, een niarsch ücr tegenpartij nog geen quaestie. Op
boschje, waarin men beschutting kan vinden Gallipoli verzamelen do Turken steeds nog hun
te?en den snerpenden wind. Niote. Niets. i}1-it jam en biscuits eten zij uit do op het
Niets. Alles vol ijs, alles kaal. nergens een stuk strand gebleven kisten en tellen onderwijl de
hcut om vuur to 'maken. Wij moeten voor- gesneuvelde Engelschon, (li© één man slechts
va arts. Hier blijven zou gelijk staan met verloren. In Egypt© wachten do Engelschen 011-
den dood; En terwijl wij verder tns- gestoord, het Suezkanoal versterkend, geduldig
tend stappen, do paarden bii don tmuml 1 ,i0 Duitscliers en Turken hen komen be
stappen, do paarden bij don teugel
houdend, om de paar pas uitglijdend on val
lend, sluipt opnieuw een stoot van zwarte,
wankelde pedaanten langs ons. half luid spre
kend, woorden, die ik niet begrijp, maar die mij
niet behagclijk toekünken. Hot gevoel van in
gevaar te verkcerön komt af en too over
vochten m in Mesopotaimië worden zij than©
to Koetel-Amara belegerdhier en daar, over
©11 weer 7,inkt een kruiser door mijn en toi-
pedo op den bodem der zeo; de diuk'vootenoor-
log lijit een kwijnend bestaan; in de lucht
Ludwig Ganghof er gc«ft in de ,.VossJ9c1ie
Zt-ibung" do volgen-Ie beschrijving van oen
kouden nacht in Servië
Langzaam rrsat het door de duisternis, ^tfeds
langzamer. Waar de weg een bcc-tjo stijgt of
daalt, moet men de paarden helpen, hen aan
den teugel leidoD, den wagon steunen, opdat
deze niet naar do diept© uitglijdt. De paarden,
zenuwachtig geworden door dit voortdurende
uitglijden, lillen over het geheele lijf. Wij
zeiven trippelen als kinderen op onze- bevro
ren zolon. En telkens wanneer de wogen suit,
is men bang, dat hij in do diopt© rolt, in de
rivier.
Soldaten klimmen op do hellingen om do
daar staande huisjes 4© bereiken of ergens' pi>
Ik grijp onwillekeurig naar. het foudraal van 1 Ld®vliegergovechten menigvuldigcr naar-
rnijn revolver. Dat zijn toch hongerende men- de nnrd6 de str«d Raat verminderen;
Ir. y„vrto», .1 j daaronder springen er mijnen bij hoopen. Al-
schon, die vermoeden kunnen, dat zij proviand 1 "'"/"IT* "L 7T*\"i "'J
«xBm <M< in «mm w«gm. En jój raorten 1 'a fwfT M Md w d» oorlog,
dat tvii f«"©T) Snrviöro -;;n ,wv, .,h'Jna gansch Europa,voor eon deel nog
.y - - - ui© uyna gansch Europa.
merken, dat wij peen Serviërs zijn. dóch'Afrika en Azië omvat. Millioenen strijders eu
vijanden van liet land. Een paar TUistslagen vreedzame burgera blijft hij noodelcos kwellen;
van eon dozijn mannen cn wd '-«gen met paard condor uitzicht op verlossing van den booze
en' wagen in de diepte, in dc rivier. Maar neen. (j„urt hij voort. Tot con reeks van nauw ver-
Wij zijn veilig. Do honderden trekken kalm bonden cn toch weer gescheiden' oorlogstoo-
laiv/s ons <>n velen groeten in het Servischneelen, ieder mot hun veldtocht, is hij uitge-
goeden'r.acht, vreedzamen nacht. Tusschen doze I ,in,i \,t„„ wi --- 1'--1-
'honderden lijdende vijanden zijn wij veilig.
dyd. Men zou er heel wat van donken, doch
wie het geheel zooals hier overziet, ontwaart
dat deze weroldkrijg op dit tijdstip minder
ieveu en actie vertoont dan één veldtocht dor
laatst© oorlogen in Europa gevoerd, om van liet
Napoleontische tijdperk niet eens meer te spre
ken. Dat is het beeld van don modernen krijg,
in' «W-'S »iu! i die iu!st door ziJn °W*°S uifc zijn kracht is
gegroeid; het beeld van vruchteloos, mislukt
ndLiizcn oorlogsbedrijf, dat door de inspanning van allo
mrlat deze rivWo in den voretnacht wan
delenden ongevaarlijk geworden zijn door wan
lioop, uitputting cn oüerido; maar omdat het
goed© menschen ziin. die niets kwaads in hun
hoofd en hun wezen hebben. Men zal bij ons
in het vaderland een eind moe)
hot dwaze sprookje, dat m^n
maar schapendieven," fflporden:
en oncredie^be ziet. I partijen 6tcods meer een algemeen© inertio en
Nu is zwart© wcr wror lc^~ znn wn w"cr verslapping gaat lijden, de opflikkeringen ton
alleen. Een van ons begeven do krachten. En Cpijfc <.lle Jiofc telkens nog tot ©en nieuw loven
gelul kig kom°n wij bij ccn vuurt|o. In dc pogen t© wekken. Vernederend beeld van macb-
verto zien w;i iets branden tuar'ion een naar tcloosheid oener zich besdiaafd noemendo
hoornen aan den oever van d© rivier. Dicht by I „enschhoid, die do gevolgen van onberedc-
'!!:a.ar zitren een dozijn Duiteche soldaten om „eercj toegeven aan rassenliaat en broodnijd
hef vuurtje. Ik ror-n naar benoden: ..nebben IUCC, voorzag. Do oorlog als zoodanig zelfs ge-
jullie n:et sets tc eten of t© dniV-ten voor mijn Gegenereerd. Daar staan nu do strijders, dio
koosjer.-' Hij kan niet meer - de partij niet ais „remise" willen erkennen voor
,.N<vn. wij hennen lielcns mets enders dan jlet.00g van gansc-,li één wereld hopeloos ge'ola-
dc vaar booncn. waarop wnj kaiiw<-n mcorddoorvochten willen zij. ruw- wordt do
Het r,"1r if vcrlckkeml. Nmt b.ijven. Voer j Verzoenendo hand van den vrede or> zijde gc-
waarts! Steeds verd r den naobt in. Dc ncelrt htoctcn. Maak plaats! v. i< willen elkaar nog
ia zoo zwart geworden. Hat v.ii doop strnat lig- t0 ]ijf! Toch nien blijkbaar nog steeds
gende l'ohamou van e hr-vrorrn nrr-Vn n:d n.;ot j,Cfl ea wanile6r tot den eindstrijd to ko-
mcor zien. Mannerr de wagen dc hoogte in mcn> "W.-st men het, dan immers kwam er
gnat en over iels rnrh s rijdt, don weten wi], voortgang, beweging, actie; werd de een over-
wai dnt woa. Deze ijzige ooon«nucht is ïcta -
ua.il iiioubcacnaan-
vuliing heeft gegeven, zijn aandeel en nog wel
hot grootst© voor Gallijioli on Saloniki geven,
wilde het als Middellandsche-Zeemogendheid
tegenover Engeland mee blijven tellen. Ook
daar gingen duizenden en duizenden menschen-
levens verlorenmen anoest lien vervangen.
Alleen aan do Dardaneilen verloren do Engel
schen en Franschen 200,000 man.
Deze verliezen zijn hot dio Engeland, alle
tegenstribbelen ten spijt, tot dienstplicht heb
ben genoodzaakt; men behoeft waarlijk niet t©
vragen, hoe het troepengebrek nijpt. Engeland
moest wel zijn nog aanw ezigen jónge-mcnschen-
voorraad aanspreken, nu hot vnjwilligeresy-
steem toch nog faaldo en Frankrijk niet meer
geven kon.
De Dardaneilen zijn het, die het trai-
itoeren met vrijwilligers den ijekslag hebben ge
geven en Engeland m de armen van den dienst-
plicht hebebn gedreven. De terugtochten van
Soevla, Anzac en Sedul-Bahr waren wonderen
van tactisch© traagheid en onachtzaamheid,
maar overw inningen waren het voor do Entente
geenszins. Het voor haar vrijgekomen leger
van Gallipoli hond meer dan het dubbele arm
Turken, ook dio Turkeche strijdmacht is be
schikbaar voor „elders".
Een Koffiepraatje.
Van korp. C. H. Caals to Niouw-Namen.
'ir Word op het dorp, waar 'k dienen moet
Vertroeteld en verwend,
Ja, zelden had ik het zoo goed,
'k Ben. overal bekend.
Dan zit ik kier, dan zik ik daar
En 'k hob steeds groofcen dorst.
En altijd staat de koffie klaar,
Met brood en kaas of worst l
Ik kom bij Emily van Duvs
En ook bij tante Mans,
Bij ,,Mon de Post", bij Line, thuis,
Steeds op den koffiekrans.
'k Zat vroeger bij den Roeten Jef,
Ja, eoort zoekt soort gewis.
Nu zit ik bij de oude Sief,
Die een „Tiets" 1) begonnen ia.
't Zijn allo boste, brave lièn,
Dat blijkt wel uit mijn lied,
En trakken wo liiar wog misschien,
Mijn hart vergeet hen niet!
[•schrikkelijksI Middernacht is het al ge
weest. Het is niet mogelijk nog \crdor te
komrn Maar wij moeten. '-teeds langzamer
wordt ons» wandeling. Of wij in dit loven nog
eons een dak rullen zien. ccn kachel, ten war
monden dronk? Dc handschoenen z.ün stijf ge
worden. nis ijsklompen. Bi; bet vasthouden van
do t-ur'-ls vriezen <lo vin/era aan do '"ugola
vast. Er komen oogonblikken van volslagen
wanhoop. Manr men moot zo overwinnen. Of
hot cinclo is er. E> n poosje loopt men. om do
verstijvende rilling te doen verminderen. Dan
gaat men weer in den wegen zitten, sluit- do
oogcTi en trekt de wollen deken over hbt
hoofd om zich te warmen nan den eigen adem.
Daarbij ziet men niet meer wat- er op straat
ligt. En ziet do onzen niet meer, dio n ast den
wagën loepen en met uitgeputte stem vrorren
Hoo lang is hot nog naar het volgende dorn?
Men wil de waarheid niot zeggen en liegt:
Niet ver meer. Moed ho rden en nnrchocren,
march oor en. ma r cheer enZco gei (ft wij goe
den raad en zijn zelf do volkomen uitputting
nabij.
Nog twee uur zoo verder. Eik© 'minuut als
oen eeuwigheid. Eu dan do verlossing. Het
nan wo ravijn wordt breeder. En in do verte
7<en wij \'cr\rhil!or'lc Jid}ltj«f. Zijn heft ver
licht© vensters of de '-uurplaatsen vair bivak-
kperendo menschen Deze lic'ntjos blazen ons
nieuw leven in. Ifoo vor is het r.og? Twee of
drio kilometer, niet, langer. Anderhalf uur
voor ons. En nu ziin wo er. F^n kamp van
gerangejien. "Weer duizenden. Wij zitten, tus
schen hen aan het vuur en duwen do handen
in do vlammen, roosteren de zolen. Dn Rervii-re
houden dn naakt© voeton vlak voor het vuur.
Hun toenon en kuiten rnoken. terwiil zij de
gescheurde opankon cn do vuilo voet lappen
drogen. Ik cecf hun ini.in laatst© sign rot :©n,
waarvoor zij vriendelijk danken. Ecu paar Gos-
teiirijkscho soldaten kom<--n. haar en haard vol
ijskogels. 'Een valt er, nadat hij zieli gewarmd
heeftom, zonder geluid tc geven. Serviërs
tillen hem op. wrijven zijn gezicht cn handen
tot lui weer bij kortit. Zoodra hij weer oen
beweging maken lean, grijpt hij m.ir zijn ge-
jv-r en hnngt dit om den schouder.
In do duisternis zion wij vernielde hutten
en huisjes. Wij vinden ©en stal voor do paar-
d,e», voor ons nog oen plaats in een sohuur,
waarin reeds zes Oostcuriikor6 liggen, be
wegingloos gehuld in hun dekens. Ik ga op
den grond liggen en slaap tot den morgen.
Van Biijgarice. waar wij ruston, zi'n licfc
nog een twaalf kilometer naar Mitrowitza.
Daarover wu yiif uvir werk. .Wow do
i winnaar, do nndtr verpletterd. Men tracht den
j winter uit t© zingen, wil het voorjaar halen
ca voort liet strategisch slepend gevecht.
Beschouw slechts het gedrag dor Entente.
Van haar die immers btratcgische aanvaller
v:i zijn, van wie dus allereerst handelen mag
worden verwacht'. Zij toch is liet- die Duïisch-
iand's bedekt© vredesvoorstellen honend vér-
wierp, omdat het den tegenstander volkojnon
wil fnuiken. Duitschland, hoewel kot zich met
zijn boud genoot© u krachtig blijft weren, werd
aldus strategisch verdediger, hoowel het in
groot-tactiffriio aanvallen zijn kracht zoekt.
In algemecuc trekken is de verdeeling der
Ententèdegera bekend. „Der Entente",
zeg ik omdat ta 1 i daar feitelijk niet
bij behoort; omdat Italië althans doet, alsof
'do zaak. waarvoor ai dc anderen gezamenlijk
vechten, het niot aangaat. Italië, dat nu weer
geen man en schip missen kon om Montenegro
ts holpenV zoomin ais het destijds noemenswaar
dige hulptroepen beschikbaar stelde om Servië
te redden of do bond genoot© n 'op Saloniki en
Gallipoli te versterken.
In den aanvang kon men nog spreken van
ccn tweo fronten. Dc verdeeiing der Entente-
logera wa» teen rationeel, want Frankrijk en
Engeiand bekampton Duitschland in het Wes
ten, zooals Rusland, dat in het'Oosten deed.
D© strategische situatie bood geen andere uit
komst, zoolang het Tsarenrijk van zijn bond-
genooten bleef gescheiden. Zelfs was het in
zekeren zin oen voordeel, omdat de lioofdte-
genstander Ircrdcor neer twee zijden front
.-roest bieden on zoodanig werd gebonden, dat
hij noch in Frankrijk, noch in Rusland een be
slissing kon bevechten cn naar laatstgenoem
den kant aanvankelijk zijn grondgebied voor
<!en invaller moc-M ontruimen. Daarmede faalde
Het ffrootsche plan, waarmede Duitschland den
strijd hoeft geopend, toen do oorlog was
uitgebroken. Daardoor hoopte het, wel voorbe
reid als liet was, zijn tegenstanders den een na
den ander to verpletteren.
Dtihschland on Oostenrijk stonden nog
nllccn; toen de Duitschc opmarsok in Noord-
Frankrijk na den slag aan do Marno was ge
stuit; d© Entente had toen goede troovon in
handen.
Tot zes maanden geleden was bepaaldelijk do
Engelnrh-Fr.mscho hoofdmacht nog voor meer
dan drievierden'in Frankrijk. Daarbuiten <p
Gallipoli, in Mesopotamië en 'Egypte was niet
meer dantotnal 250,000 man. Dat was een ver
deeiing dor beschikbare strijdkrachten, die
evenredig kou licejcu agn liet gewicht yan de
1) „Tieta" bijnaam voor snoepwinkel.
C H. OAALS,
Korporaal.
Thuisreis van Hr. Ms. „Hertog Hendrik".
(Van matroos P. v. d. Berg.)
oor drie ja3r weg te zijn geweost
Ver van familie of vrienden
Dat is somstijds een keele toer,
Die men niet zoo leuk zal vindon.
Maar kom, die tijd is weer voorbij
Laat ons nu niet moer treuren,
De lange Jaap 1) is weer in zicht
Dus wat kau ons nog gebeuren?
De mannen, ja, zijn opgeruimd
Vol vreugde varen zij binnen.
't Is nu weer feest in Xieuwcdiep
Voor vclo huisgezinnen.
Maar zij, dio buiten Willemsoord
Hun fainiiie hebben wonen
Die willen allen graag van boord
O.-n daar ook gauw te komen.
Maar kijk, dat is nu juist een strop
Dat duurt sotus eenige dagen,
Voor dat men een gelegenheid krygt
Oin verlof of permisrie te vragen,
Maar op de Hendrik" ging 't ving
Op Zaterdag uit de Oost terug.
Ging oen gedeelte er met verlof
Op Woensdag, wat een reuzenbof.
En vele waren er gereed,
Toen een gerucht de ronde deed
En zelfs al op 't station gezeten,
De rïlende uit do Oost vergeten,
Werd hun Jt telegram verteld,
Zeilen 2) 't verlof, cn naar boord gosndd
Je wiihemd in jc k .tje en je krakpakjeé) aan
En direct als jo klaar bent bij 't kolen
laeien gaan.
Zco is 't gegaan tot Donderdagmorgen,
't Schip met. victualie en kolen was gobt gem;
Vertrok al heel vroeg naar do rcc.
Nu zwerven enze makkers reeds eenige dagen
Met een gedacht© wie weet,
Hoe moêiiijk voor hen te dragen.
Ik weet 'i, maar ik laat 't oordcel liever
aan u allen
Hoe of u zoo'n thuisreis
Met 'n maar...tje zou bevallen.
U zal ook 't verslag in deez' courant
kunnen lezen
Met welk doel de ITertog Hendrik"
Uit dc haven werd verwezen.
En hoop ik voor dat mijn gedicht wordt
gepubliceerd
De equipage voor de tweede maal
Zal zijn huiswaarts gekeerd
En wensch ik de matrozen, stokers, mariniers
incluis
Een ploizirïg verlof cn oen ..Wolkom thuis".
Matroos P. v. d. BERG,
a/h. Hr. Ms. .Hccrnskcrck".
1) l ange Jaap de vuurtoren van Don
Helder.
2) Zeilen Een marine uitdrukking, voor
iets wat ari niet gezegd moét bei-houw<1
worden.
3) Krakpakje Een oud pakjo wat men
voc lvolenladcn of andere vuile baantjes ge-
br