DÉ QOjLj'PATEI'JCOUR.AIxr'a.^ -VEt:n Woengaag: gQ Januari 1910 dj Enlgnle haar troapen lieelt' verdeeld en geruild. De ijsnacht aan de Raska. 6 Onder leiding van de g gstationnoerde militairen is met het lossen van huisraad en goederen aan den Overtoom begonnen het wordt flink aangepakt. In het dorp zelf zijn 40 militairen gestation nee rd. Des nachts zoowel als overdag worden door hen politiediensten gedaan. Te betreuren valt het echter, dat zo niet tegenover de stroo pers gewapend zijn. Gaarne-zagen do solda ten dan ook, dat hun. geweren of revolvers werden verschaft, vooral des nachts. Twee Btroopere, beiden afkomstig uit Amsterdam, zijn Zondag, gevat. De sluisdeuren bij den Langendijk zijn losgeslagen en worden nu willekeurig door het water heen en weer bewogen, tot groot gevaar voor de booten eu schuiten, welk© er elk oogenblik op lek kunnen stooten. Den go vluchten Waterlanders wordt op het hart gedrukt hun eenden, kippen en verder pluimgedierte niet .voor te lago prij zen te verkocpen, daar spoedig een zelfde regeling staat te .wachten als met het rund vee enz. is geschied. Zondagavond bleek er bij het ontsteken der electrische lichten eenige stoornis in d© geleiding te zijn, .doordat de transformator door het vele water vochtig was geworden. Mén beraamt middelen om dezen transfor mator geheel- met een dijk te omgeven. Buiksloot. Het water was in (leze gemeente Zondag der mate gestegen, dat do weg, die van het Tolhuis naar Buiksloot leidt, dicht hij onze gemeente blank stond. Do aanlegsteiger van de Puime- renderboot is slechts per vlet to bereiken. Jloiorbooijes met militairen, voorzien van een witte vlag met het woord „militair" doen i patrouiiledienst. Op last van de militaire overheid zullen do kippen enz., die zich nog hier en daar in hoo rnen, op huizen en öeigvüjke bevinden, worden doodgeschoten, daar zij anders toch kans loo- pen te verhongeren. Do spoorbaan als dijk. Geïsoleerd aan één zijd© ligt thans het stationnetje Anna Pauwlona. De reizigers, dio daar nu nog uitstajipen, gaan niet meer door den gewonen uitgang, want builen het station ci .ligt de weg naar beide zijden na enkele meters i,n het water. Achter het station het geliool verlaten koffiehuis, verderop weer het bekende ge zicht van huizen en kerkjes, iu hot water verspreid. Een eindje langs de spoorbaan, tot den overweg lcopen dan eerst de reizigers, ge volgd door artilleristen uit Don Hei der, die de postzakken dragen voor Kleine Sluis, of Wioringen. En dichtbij het .wissel wachters huisje, op de plaats, waar vroeger de weg don polder inliep, ligt nn eeu roeiboot. Het is een flinke boot, waarin wij meer dan twaalf menscheu zagen plaats nemen. Eén der soldaten stoot af en weldra piassen de riemen in het water, totdat hot Voorhuis bo- reikt is. In het station is voorts de eene wacht kamer bsstomd voor tijdelijk wachtlokaal der soldaten,die in ploegen aan de verster king van den spoordijk werken. De andere 'wachtkamer is tegelijk apotheek en burge meesterskamer. Hier boudit de burgemees ter zitting. Hij geeft passen af on regelt in overleg met de militaire autoriteiten, do zaken. Ook bevind zich daar de dokter en vroemd doet het aan daar op de wacht kamerdeur thans onder de woordon lo en 2e klasse te lezen den naam van den dokteren het spreekuur. Verscheidene waningen zijn in den poldei verlaten, maar de dokter moest blijven en met zijn. apotheek verhuisde, hij naar het station De burgemeester deelde ons over don toe stand het volgende mede „In den laatsten tijd is bet gedeelte tus- schen Zandvaart en Micjdendijk ten N.O. van de spoorbaan geïnundeerd. Van den West-polder is alleen nog droog het stuk achter de spoorbaan en tussc^en Zandvaart' en Kosgras, ten N. van den spoordijk. In den polder, waar ook reeds verschil lende huizen dreigen in te sterten, waren neg enkele menschen j als de dijkgraaf en de plaatsvervangend dijkgraaf. Ook het café .jVeerburg" aan den dijk is nog be woond, benevens enkele woningen. Deze zijn slechte met schuitjes te bereiken. Te Ewijksluis ep. Kleine Sluis zijn ook nog eeni ge perceelen bewoond. Thans is ongeveer één derde dool van den polder droog. Zou de spoordijk als laatste bolwerk beletten, dat de geheele Westpolder onder loopt! vroegen wij. ben erg pessimistisch gestemd op dit punt. De spoordijk is een zanddijk, het bovenste gedeelte is sterk gedraineerd. Komt het water er hoog tegen aan te staan, dan zal hij niet lang tegenhouden. Intus- schen wordt hij door de militairen zeer ver sterkt en worden de duikers gedicht. De stelling-commandant, admiraal X a u d i n ten C a t e heeft veel steun verleend, en aan den spoordijk, die van Oude Sluis tot Breizand aan een zijde door water bespoeld is, wordt voortdurend door detachementen gewerkt. Eerst was er een ploeg van 750, nu yan 250 aan bezig. Gelukkig, zco besloot de burgemeester, is het. water in den afgeloopen nacht onge veer 30 c.M. gevallen. Toen wij Anna Pauwlona verlieten, waar Zaterdag admiraal Naudin ten Cato den toestand opnam, reden wij tot Oude Sluis toe langs soldaten, die cp de baan aan het werk zijn. Dwarsliggers en zand werden aang&voerd bij groote hoeveelheden. Zou de spoordijk het andere deel van den polder kunnen blijven behoeden voor ouder- loopen 1 Hulp door het Roods Kruis. Men meldt ons nifc Den Haag: Het inzame- lingscomité ten behoeve van de door den waters nood getroffenen hooft succes van zijn werk. Dank zij de vrijgevigheid der ingezetenen zijn Vrijdag en Zaterdag eon massa goederen voor kleeding en ligging, benevens levensmid delen bijeengebracht eu gedeponeerd in de ma gazijnen van het Hoofdenm;té van het Roodc Kruis. Aldaar is beide dagen t it Iu::' in den «vond. onder leiding van de Commissio voor het magazijn, door veie rappe handen gesor teerd en gepakt, zoodat reeds Zr.' i.i; een gedeelte per vrachtauto naar Noord-Holland en Utrecht kon vo:den geëxpedieerd en Zater dag wederom een errantbezending is afge voerd om, onder toezicht der -.f olijke Roode-Kruiscommissarissec in Haarlem en Amersfoort in depot gesteld to worden. Naast verschillende giften word het inza- melingscomïtc verblijd met de toezending van een aantal koffera, gevuld met ondergoed voor mannen, trouwen en kinderen, aangekocht door H. M. do Koningin-Moeder Daar bij het hoofd comité nog meer aan vragen via de gewestelijke commissarissen bin nenkomen. heeft hot inzame]ingtcomitó ge meend zijn rondgang door do gemeente nog niet ie xooek-.u elaj&g, Het Ncderlandscbo Roodo Kruis lieeft. wij vernemen, na de daartoe ontvangen aan vragen dekens en verder beddegoed naar Wor- tuerveer verzonden. Mcu wil duar gereed zijn voor het gc-val, dat zieken uit do polders liun toevlucht in Wormcrveer zoeken. Dientenge volge vertrokken Vrijdag j.l. drio Volgeladen auto'», door particulieren welwillend ter be schikking gestold, na.nr Wormervoer onder leiding van den gewestelijken dommissaris van het Ncderlandscbo Roodo Kruis voor Noord- llolland, jhr. A. W. G. van Riemsdijk. Er werd vervolgons van Wormcrveer doorgereden naar Purmerend, waar oer. noodziokcninrich- ting op dringend verzoek van het Roode Kruis-Comité aldaar werd opgericht en hot daarvoor bonoouigdo materiaal werd afge geven. Vervolgens ging de tocht naar Edam, waar de burgemeester wederom om dekens, mannen- en vrouwenkleding en vooral kinderkleeding had gevraagd. In Kdani word ten raadlmize een groote partij mannen-, vrouwen- en kin- derkleeding afgegeven uit het magazijn van liet Hoofdcomité in Den Haag. Een en ander werd persoonlijk door den burgemeester van Eda:n iu ontvangst genomen en in het. raad huis opgeborgen. Daarna werd do noodzieken- inrichliug in Volendam bezocht, waar thans twee zuster» van liet Roodo Kruis, afkomstig uit de kliniek in Den Haag. werkzaam zijn en geïnstalleerd werden in het huis van den dok tor. Door do bevolking, die voor een groot gc-.Ieclte in do scholen leeft, wordt deze zieken- inrichting ten zeerste op prijs gesteld. Uit do Zaanstreek kwam eveneens het ver zoek aan het lioofdcomitó van heb Ned. Roode Kruis om een noodziekenhuis in te richten. En wel te Zaandam. Da secretaris van het Hoofdcomité jhr. M. Mazel bracht or Zaterdag per auto van Den Haag uit het noodige Materieel heen, wat dankbaar werd aanvaard. Herstellingswerken aan den Wateriandsohen Zeedijk. Maandag is reals een aanvang go- maakt met de herstellingswerken in den Waterlandschen Zeedijk even ten noor den van Uitdam. De firma Blankovoort uit Haarlem, ouder wier leiding deza werken geschieden, heeft als hare meemng uitge sproken, dat twee eu een half a drie maan den zullen verloopen vóórdat deze breuk geheel hersteld is. Ridderkerk. De toestand ie hier nog zoor weinig verbeterd ten govt. van iiet bestendig ruwe en telkens stormachtige weer en de groote moeilijkheid, het water weg to krijgen. Donderdag omstreeks 4 uur des namiddags, stak een stormbui op, gepaald met hevigen regen, dio voor het hoogwatertij van half 6 plotseling hc-t allerergste vreezen deed. 's Avonds en 's nachts werd do wind minder, maar Vrijdagmiddag wakkerde hij weer gedu rig heftiger aan. Ue polders Wouden. Donker sloot en Het Zand staan nog steeds diep oudor in liet water met fabrieken en woningen, ter wijl ook do Kcrkepolder telkens blank staat. Do algemeen© overtuiging hier is, dat de h'ooge Molendijk en Eenigon Dijk op verrcheideno plaatsen in hoog,- mata worden aangetast door het water, dat er uu roeds ruim een week lang tegenaan 6taul en slaat. Het wordt niet betwijfeld, dat tegen een zóó langdurig „ondervtetcn" dezo dijk geenszins bestand is, zoodat, wanneer de waterstand de zelfde blijft, op meerdere punten doorbraken zullen plaats hebben, dio hot geheele eiland IJssolmonde zouden doen overat roomen. Don derdag werd Ridderkerk bezocht door den Com missaris der Koningin Vrijdag door den hoofd ingenieur van "den Provincialen Waterstaat, tot onderzoek van den toestand der dijken en polderkaden. Dezor dagen zijn hier genietroepen aange komen dio medewerken tot versterking var den Purmerdijk. In den afgeloopen nacht zoo wel als Zaterdagmorgen is er voel water naar do Zuiderzee weggeloopen, zoodat de toestand over het algemeen thans als vrij goed kan worden beschouwd. Dpgelijks worden levens middelen en drinkwater aangevoerd cn heeft do vordceling in alle órde plaats. Hulsvesting der vluchtelingen. In do week van 14 tot en met 21 Januari heeft de commissie voor do armenzorg in de stelling Amsterdam niet minder dan 1076 per sonen uit het overstroomde gebied huisvesting verleend. In dc voormalige Studenten Sociëteit aan den Hei li gen weg dio gelijk we deze dagen meldden in allerijl tot passantenhuis werd inge richt zijn olie bedden, 168 in aantal, bezet, do Luthersche Diaconessen inrichting aan don Ko ninginneweg nam een zestal patiënten op, het Bernardusgesticht belastto zich mot do zorg voor oen vijftigtal ouden van dagon en invaliden, in 't Militair Logement werden eon tweehonderdtal personen ingekwartierd, het huis in de Johannes Vcrmeorstraat, dat incfer- tijd tor beschikking van het comité voor de Belgische vluchtelingen werd gesteld doet even eens als toevlucht voor do overstroomden dienst. Dertig mannen en vrouwen, die de ge teisterde streken ontvluchtten, vonden er een onderdak, 't Armenhuis nam vier personen op, in het Binnengasthuis en het Wilficlminagast- huis worden twee patiënten uit het over stroomde gebied vorplecgd, in het Burgerwees huis vonden een zestal kinderen opneming. Vijf- en-zestig gezinnen in totaal 318 personen na men tijdelijk hun intrek in do door Bouw- en Woningtoezicht beschikbaar gestelde percee len in do Javabuurt. In de saperpbosphaat- fabrick benoorden het IJ vertoeven nog 40 vluchtelingen en in het logement ,,Do Hoep*' in do Warmoesstraat 83. Deze laatsten zullen echter in den loop van den avond verhuizen naar 't gebouw Heorcngracht 196, do voor malige Kasvereeniging, waar reeds 72 mannen, vrouwen en kinderen onderdak vonden. We hebben eens in het groote huis een kijkje genomen. D? vertrekkc-n waar vroe ger effecten verhandeld, quitantios uitbetaald en koersen berekend werden zijn, dank zij den ijvcrigon zorgen van mevrouw Jonker en dc directrice van dc oplei dingsschool der verecniging „Hulp voor On- behuisden". mejuffrouw Roorda, met haar staf van helpsters, in slaapzalen veranderd, slaapzalen voor mannen, voor jongens, voor vrouwen cn kinderen cn voor ouden van dagen. In een der benedenvertrekken werd tijdons ons bezoek „het kleingoed" onder veel geluid en voel misbaar gebaad; in ccn ander kamertje waren een tweetal kappers liezig den haarelosch der jongelui te millimeteren. De groot? zalen gohjkrlocrs dienen voor conversatie- ea eetzalendaarachter heeft men een kinderspeelplaats ingerichten zelfs hiel den eenigo gasten zich reeds onledig met het verzorgen van den tuin. Allo verpleegden waren vol lof over do har telijke. gulle ontvangst, al beiden zo met ongeduld hot oogenblik waarop zo terug kun- nen koeren naar het door 'fc water geteisterde erf Bij nacht door geteisterd Waterland. Tn den nacht van Donderdag op Vrijdag werden wij opgebeld door den terrciaehef aan den overkant, den heer A W. Zonneveld: „Of één van de hoeren lust had om mee ie gaan op f ii rfachtoüjko expeditie naar Broek in Water land, waarheen verschillende verlichtingsarti kelen moesten worden gebracht.'" Dat i* nu eenmaal het lot van den verslagge ver. dat hij, juist als hij denkt klaar te zijn, wordt opgeroepen voor een nieuwe expeditie, waar „misschien" copij in zit. Ea zoo'n gele genheid inag hij nimmer laten glippen. Dus stond ik om kwart vóór eencn, een jiaer inderhaast ingepakte broodjes onder den arm, midden turaehen een twintigtal slaap-snfferige landweersoldaten op do motorboot „Ent-os", hot schip, dat voor clezo nachtelijke exneditie j tras uitverkoren i Do inspecteur van jMrtitio Van Gorkum gaf mij de gewensohte inlichtingen. Er was uit Broek, waar do straatverlichting gedoofd is, een dringend telefonisch verzoek gekomen om licht'. Do kapitein-intendant Van den Nagol kon den zoekltentwagen van de stelling na gedaan verzoek aan het kwartier niet los krijgen Toen had de inspecteur er. eon mouw aan gepast: van do gemeentetram had hij vijf tien lampen op staken gekregen, do gasfabrio- ken leverden een paar Ylampen, dat zijn neethyloenlieliten, die men 's nachts ook wel ziet gebruiken bij horstellingen langs'de trambaan. Do directeur van de Westergasfabriek was zelf ook aan boord. Die lampen zouden, wij in Brook moeten gaan plaatsendaarvoor was het detachement soldaten onder aanvoering van een sergeant aan boord. Na een half uur klonk het „al klaar", on met een grooto vlet op sleeptouw pufte de „Katos'» lieon, het verdrenken land tegemoet. Het was een prachtige nacht. Eenigszins be floerst, maar toch helder genoeg om goed zicht te hebben, troonde de maan hoog aan den hemel. En haar schijnsel tooverde zilveren lichteffecten op het hoogstaande water van het Noordhollandsoh kanaal, blikkerde ondeugend in do ruiten der huisjes van Buiksloot recht voouit- op den dijk. De doodscke stilte van de slaponde natuur werd alleen verbroken door hot regelmatig gcronk-gepuf van den motor. De schildwachten aan den Westoever waren op hun hoede, hun „werda" klonk rauw-op in den schemer en uit vrees voor ongevallen draaide onze schipper even bij ter legitimatie, ..Militaire dienst!" De dubbelpost kreeg dichterbij de uniformen in 't oog, riep ,.Ajo", wat zooveel scheen te beteokenen als ,,Ga je gang maar", en'toen ging hety-weer voort.. Onder de brug door, "Wa terland in! Waterland, inderdaad thans verdient dit stuk van Noord-Holland dezen naam volkomen. Want het is al water zoover ons oog ziet. En dat is vèr in dezen lichte-niaan-naeht. Links en rechts wat huizen van Buiksloot nog, de voeten als 't ware in 't water, dan verderop de groote wijde vlakte, één onafzienbare binnen- zeel Een rilling vaart mij, ondanks mezelf, langB don rug. Dat land, 3] dat mooie dat heerlijke land. dat ik zoo goed ken, thans bedolven, overspoeld door een niets ontziende massa van vuilgrauw water... 't Ie moeilijk varen hier. Maar onze schip per, Fecnstra, strak-ingespannen lettend op allo kenteekenen, vindt zijn weg, zonder veel vaart te minderen. Daar, over stuurboord, is nog boven water het hek van den weg naar Schouw, over bakboord ligt nog hier en daar bij bruggetjes de kanaaldijk boven het water. Er waait een kille, vrij sterke zuidwester bries en in 't water teekent deze lange rol- golven, spookachtig zilver-verlicht door het maanlicht. Wrakstukken' zuigen langs onze boot weg, dobberen achter ons weer verder., 't Is doodstil op.de wijde vlakte, waar je alleen het ronken en stooten van den motor hoort. Neen toch, lieelemaal stil is 't niet. Want tel kens, als we varen langs een diep onder het water bedolven boerderij of andere woonstede, tfeft ons weer hetzelfde geluid, eon gekreun als van een gemarteld dier. Het zijn de huizen zelf, die steunen, die zuchtend knarsen onder den druk van het nat. Het is het eentonig- droefgeestige lied der vernieling, dat het water nu ai dagen zingt, wellicht maanden lang zin gen zal. Hier en daar reeds spoelt het water triomfantelijk sohuimspattend over plekken, waar eenmaal nijvere bopren aan den haard uitrustten van zwaren veldarbeid, maar waar nu alleen nog maar de steenen fundamenten van do boerenwoning staan. En slechts een streep brandings schuim wijst ons de plaats waar eenmaal dio hoeve stond. Zoo is 't langs den langen weg al over die droeve vermeiing. Dan tuurt hot oog verder over het water. Ik spour in de verte aan den einder een rij lichtjes, lantaarns, oven boven 't water uit stekend. „Kappie", die hier erg bekend zegt, het is Landsmeer, waar de verlichting nog goed is. Daar is dus nog leven, en het doet foed en ietwat opbeurend aan bij al die narig- eid, dat daar nog menschen zi.jn cn dat ze niet in donker zitten. Maar over stuurboord tuur je wijdweg in do verte en je ziet niets dan water, waarboven hier on daar wat donkere vlekken zich afteekenen. Het stationnetje van Zunder- dorp is in het maanlicht vrij duidelijk te zien en do Amerikaansche watermolen daar vlak bij io als een baken in zee. Maar anders water, water Wij zijn dé gevaarlijke bocht bij Slochterbrug voorbij, dank zij onzen Feens tra, die bier den weg weet als geen ander. Een gezonken tjalk, midden in do vaart, de roode lantaarn in 't want, vei hoogt nog het lugubere van hot tafe reel. Schouw! Voorzichtig aan! Eu dan in een3, met een sprong, halve kracht door de open staande brug. de Broekervaart in. Do verwoes ting wordt hier onbeschrijfelijk. Eiken nacht, zoo vertelt me een Broeker, dien we aan boord hebben, verdwijnen hier huizen in den water vloed. Daar rechts staat een huis op zijn kop, een leeg geraamte, 't Zal ook we! gauw uit eikan der slaan on verdwijnen. Van die boerderij ginds staan nog alleen twee muren cn hot dak daaronder is de leege ruimte, waar klotsend hert, water zich doorheen een weg baant. „Een spulletje van nog geen drie maanden oud. me neer", expliceert mijh Broeker gids. 12.000 heeft 't gekost en nou is alles kapot." Zoo gaat het den ganschen weg langs. En 't zilveren maanlicht; met zijn prachtige effecten op het woost bruisende water kan niet verhin deren, dat ik mo geslagenvoel bij don aanblik van zooveel ellende. En ik wil hc-t graag gcloo- ven wat mijn Breaker zegt, dat. a:s ;t water een maand zoo staat, er gec-n huis en geen hofstede meer rechtop zal ataan. Broek in Weterlarid'a torgn doemt op in het schemerduister. Nprgens licht, alles droef- donker. zcifs in dezen lichten avond. We lan den bij do brugf kunnen, over pianken vloer tjes. droogvoets naar de school komen, waar de soldaten tan het detachement te slapen liggen ïn het inderhaast gereed gemaalrte klaase lokaal. De laatste Ice staat nog op het zwarte bord De 6ergeant-majoor, d«tachementscomman- dant, vindt het niet noodig dien nacht nog de lichten te plaatsen. Hij zal ze ontvangen en morgen (Vrijdag) komt een detachement van 40 man met een luitenant, dan kan dat plaat- p.ingswerk door dezen worden overgenomen. Het is overigens ook niet noodig. want de lichte maan geeft licht genoeg en 't ia al bijna dag. En na een korten rondgang door dit ook zoo zwaar geteisterde (V>rp tuffen wij 6iieller terug naar Amsterdam. Maar ook dien pnnsehen te rugweg ben ik niet weg te slaan newest ran mijn plaats jo voorop, omdat het ellendig-groot- *rhe gezicht op dien - sllas-vcrwoefctcnden wa terplas mijn oog tot het laatat geboeid hield. En 't wordf mo eng om 't fchrt, wanneer ik dan bodenk, dat nog meer polders gevaar bo nen. (Zie verder Laatste B6riohten.) den grond to bivakkeoren, waar do zon langer scheen en mep verder verwijderd is van don ■ijzigen luchtstroom van de rivier. "Wij kunnen dat niet doen. mogen paarden en wagen niet in den stock laten. Steeds donkerder wordt do nacht, steeds moeilijker do wog. Tweo onzer moesten voort durend langs don rand van don afgrond loo- pen, om den koetsier den weg to wijzen. Een stoet van gevangenen, twee tot drie duizend, een ketting van wandelende ellende, drie kilo meter lar.g, sluipt langs ons. Bij eon bocht van den weg houdt do karavaan stil. Klinkt een Opgewonden geschreeuw uit honderden kelen. Over den weg loopt con diepe beek, zon der brug, met ïjsgladdo hellingen. Do gevangenen moeten door het water, zot kon naar steenen cn dammen cn zoodra er oen denkt een pad gevonden te hebben, «•breeuwt hij het den andern toe en de zwart.) menschen- massa dringt dan naar doze plek. Dok w\j mot ten er door. Naar beneden gaat hot gemakke lijk en vlug. Maar nar boven niet. Do ijs korst breekt, de .vagen blijft in do watergeul steken, op de ijshelling vallen de paarden, ra ken verward in de touwen. En dat alles in de zwarte duisternis. Zonder do Servische ge- vnnger«en waren wij blijven hangen. Twintig, dertig hunner springen bereidwillig in het koude water om ons te helpen. Zy trekken de paarden de helling op. tillen don wagen uit het water en slepen hem op straat. Tegen negen uur wordt do weg leeg. Wij moeten naast don wagen looped; wanneer de paarden rallen, dan kunnen wij, uitgeput als wo zijn, de dieren niet meer cp de been krij gen. Het. gaat langzaam tastend voorwaarts, zoo langzaam als slakken kruipen. Do hemel is bewolkt. De laatste ster is verdwenen. De nacht is zoo zwart als om doodslaken. Mijn electrische zaklantaarn, die ons tot nu steeds wat hielp, 15 uitgebrand en de nieuwe patro nen branden nic-t. Zij zijn kapot gegaan door het schudden in 'den wagen. Maar wij moeten licht hebben, zonder licht komen wij niet ver der. In mijn koffer heb ik nog een kaars. Ter wijl ik in do duisternis met boido bandon in den koffer woel, grijp ik in iets nats cn denk dat er water in geloopen is. Doch als do kaars eindelijk in de lantaarn brandt, zie ik, dat ik zwart© handen heb gekregen. Ik greep iu den inkt..., Wij loopen met do lantaarn voor den wa gen. Hoe lang zal het nog duren? Do glazen '•an do lantaarn zijn gebroken en in den wind colonnes, do lange, lango stoeten yan govan- gar.cn. En een prachtig landschap met ©en zeiduamo stad in do verte. Maar daarvoor hoeft men geen oog. Meu ademt voortdurend in do handen en stampt met do voeten. Voor Mitrowitza weer oponthoud. Do brug is ver nield door den ijsgang Een paar uur moeten wij wachten, tot de brug hersteld is. .Maar ik kon uiot meer wachten, moet warmt© hebben. Over een balk balanceer ik over hot gat in do brug. En dan ben ik in Mitrowitza bij de gastvrije Oostenrijkers. Daar kan ik mij war men, der, drinken en slapen. Dit allc3 vertel ik niet, om mijn avonturen aan het front bekend to maken. Ik vertel dit alleen om den menschen in liet vaderland een denkbeeld te geven van al het verschrikke lijke, dat. (ie soldaten hier moeten doormaken. Wat ik hier zag en beleefde, herinnert aan het iljucn van het Napoleontische leger na don brand te Moskou. En mij ging het nog prachtig. Jk meest niet dwars over ravijnen en kammen, niet door voctdikke sneeuw. Ik had der. straatwee. had e-n wagen, had men schen. die mij hielpen, had een ilinken oppas ser, die de lantaarn voor mij uit droeg, zoo lang do kaars' brandde. Dat alles hadden onze soldaten niet. Van hen had een ieder slechts zich zelf. zijn beido voeten en zijn beido vuis ten. haj tijdens marschen van weken lang niets dan zijn magoren broodzak, had vorst- nachtcu van veertien uur zonder dak, dikwijls zonder vuur. Zij allen hadden het honderd maal harder dan ik, moesten het weken lang volhouden, terwijl myn weg slechts ging van *Novibazar naar Mitrowitza, slechts 32 uur.... Eerst nu begreep ik de woorden van den ski- looper aan het wachtvuur to Kraljcwo: „Het hardst is het, wanneer de kameraad in do sneeuw valt on niet meer op staat cn wan neer men dan verder jwoet en alleen over den schouder naar hem kijken kan, zonder tc hel pen." Geen dank en geen vereering in het vaderland zal kunnen goedmaken, wat de onzen in Servië geleden en volbracht hebben. Onder deze titel schrijft de bijzondere mili taire medewerker van do „N. Ct." het vol gende lu Frankrijk werden den laatsten tijd in 1t-.-i.__jJ J ec-n beigtop, den Hartir.annsweilerkorpf. Iu kunnen. Zoekend naar een schuur, eon gat in den grond, een windstil hoekje, loop ik een emd van den wagen weg. En daar lig), voor mijn voeten een mensch op het ijs, onbeweeglijk met bevroren kleoren. Ik versta niet, wat hij kreunt. En omdat ik hem niet kan optillen, loop ik naar den wagen terug om iets voor liera uit mijn koffer te halen en te verhinderen dat de wagen hem overrijdt. Toen ik terug kwam, lag op den weg geen levende meer, slechts een doodo. En nu gaat de kaars uit. Rusland na ccn kort© pauzo hernieuwde vruch- teloozo aanvallen op do stelling van Toporoutz or. Barancze op het Bessaiabisché front. I11 Italië beschieting^ van het Gostenrijksche Isonzo-front on de Noordelijke grensgebergten, doch volkomen ineenzin king van de zoolang volgehouden aanval op Gdrz. Op den Balkan is na do bezetting van den Lowisjan, 'dio van Ccttinje het eenige feit van werkelijk belang om Saloniki blijven de Engclsehen en Franschen operatie.noneeleii. waarop Engeland ea Fran, krijt don tegenstander bestreden. It .island bleef 00 standvastige factor, <l,e. óók toen bet werd geslagen en t. rngge.Vcven. alleen toch in rem, mee bleef tollet,, dat bet een ,h|m doel der Dim.sclm ea Ooatonnjksche strijdkraoii. ten bond- kansas,,, t-Mo niet medo. Do Dar- drr.ollen bleven gesloten. Hnsland bleef gc- f het "iet. in «tnat da bondgenio- ton met zijn overvloed van menschen te hdnen getwijfeld, b.v. voor Salomki hetgeen anders0 en GaHigoli, w.us geschied. T u a n s is tusschea West dceling der beschik ba 1 en Oost, de 1 wijzigd, vooral door Engeland's bijzonder© 1 langen in het Oosten. Daardoor is hot West front aan bloedarmoede gaan lijden. Men donko aan do laatst© (ioorbrekingepo- ging in Artois cn Champagne, waar de meer derheid, de overmacht aan troepen, die noodig is om den invaller to verdrijven, ontbreekt. Het aantal Engelsche troepen in Mesopotamia is aanzienlijk uitgebreid: to Saloniki bevinden zich nu 100,000 Engelschon en 150,000 Fran schen. Do sterkt© van hot Engelsche leger in Egypte wordt nu op 400.00) man geschat. Na het veriaten van Gaüipoli zijn, totaal 200,000 Engelsehen en Franschen voor „elders" be schikbaar gekomen. Dat ,,eklens" beteekent: Saloniki cn Egypte, doch Frankrijk niet. Maar juist hot Engelsch-Frantehe front, dat z:ch op die wijze 850,000 in den krijg geharde, ervaren manschappen ziet onthouden, heeft dringend behoeft© aan aanvulling en toch geeft men het dio niet. Uit do beraadslagingen in het Engelsche parlement, uit klachten in de openhartige Brit- sche pers ia gebleken, dat detactiscne een heden der Engelschen slechts geraamten zijn van hetgeen zij juist in dezen tijd l>?hcorden te wezenkrachtigo bataljons op volle oorlogs sterkte, goed geëncadreerd bovenal. Do Fran schen leden bij hun offensief in Champagne 1 en Artois in September zware verliezenda gelijks eischen ziekte en dood honderden slacht offers in do vochtige, aan ruwe weersgesteld heid en aan 'svijands vuur blootgesteld© ge- vechtsloopgravcn. Niettemin moest óók Front. rijk, dat reeds het moest óók F rank, uiterste aan monschenaan- gaan ae naars uit. 1 iJun kringstelïing vervolmaken, als ware dat Verschrikkelijk zijn do zwarte nachturen, die 1 het eenigo doel van hun komst; van een op- jiu komen. Nergens oen schuilplaats, een niarsch ücr tegenpartij nog geen quaestie. Op boschje, waarin men beschutting kan vinden Gallipoli verzamelen do Turken steeds nog hun te?en den snerpenden wind. Niote. Niets. i}1-it jam en biscuits eten zij uit do op het Niets. Alles vol ijs, alles kaal. nergens een stuk strand gebleven kisten en tellen onderwijl de hcut om vuur to 'maken. Wij moeten voor- gesneuvelde Engelschon, (li© één man slechts va arts. Hier blijven zou gelijk staan met verloren. In Egypt© wachten do Engelschen 011- den dood; En terwijl wij verder tns- gestoord, het Suezkanoal versterkend, geduldig tend stappen, do paarden bii don tmuml 1 ,i0 Duitscliers en Turken hen komen be stappen, do paarden bij don teugel houdend, om de paar pas uitglijdend on val lend, sluipt opnieuw een stoot van zwarte, wankelde pedaanten langs ons. half luid spre kend, woorden, die ik niet begrijp, maar die mij niet behagclijk toekünken. Hot gevoel van in gevaar te verkcerön komt af en too over vochten m in Mesopotaimië worden zij than© to Koetel-Amara belegerdhier en daar, over ©11 weer 7,inkt een kruiser door mijn en toi- pedo op den bodem der zeo; de diuk'vootenoor- log lijit een kwijnend bestaan; in de lucht Ludwig Ganghof er gc«ft in de ,.VossJ9c1ie Zt-ibung" do volgen-Ie beschrijving van oen kouden nacht in Servië Langzaam rrsat het door de duisternis, ^tfeds langzamer. Waar de weg een bcc-tjo stijgt of daalt, moet men de paarden helpen, hen aan den teugel leidoD, den wagon steunen, opdat deze niet naar do diept© uitglijdt. De paarden, zenuwachtig geworden door dit voortdurende uitglijden, lillen over het geheele lijf. Wij zeiven trippelen als kinderen op onze- bevro ren zolon. En telkens wanneer de wogen suit, is men bang, dat hij in do diopt© rolt, in de rivier. Soldaten klimmen op do hellingen om do daar staande huisjes 4© bereiken of ergens' pi> Ik grijp onwillekeurig naar. het foudraal van 1 Ld®vliegergovechten menigvuldigcr naar- rnijn revolver. Dat zijn toch hongerende men- de nnrd6 de str«d Raat verminderen; Ir. y„vrto», .1 j daaronder springen er mijnen bij hoopen. Al- schon, die vermoeden kunnen, dat zij proviand 1 "'"/"IT* "L 7T*\"i "'J «xBm <M< in «mm w«gm. En jój raorten 1 'a fwfT M Md w d» oorlog, dat tvii f«"©T) Snrviöro -;;n ,wv, .,h'Jna gansch Europa,voor eon deel nog .y - - - ui© uyna gansch Europa. merken, dat wij peen Serviërs zijn. dóch'Afrika en Azië omvat. Millioenen strijders eu vijanden van liet land. Een paar TUistslagen vreedzame burgera blijft hij noodelcos kwellen; van eon dozijn mannen cn wd '-«gen met paard condor uitzicht op verlossing van den booze en' wagen in de diepte, in dc rivier. Maar neen. (j„urt hij voort. Tot con reeks van nauw ver- Wij zijn veilig. Do honderden trekken kalm bonden cn toch weer gescheiden' oorlogstoo- laiv/s ons <>n velen groeten in het Servischneelen, ieder mot hun veldtocht, is hij uitge- goeden'r.acht, vreedzamen nacht. Tusschen doze I ,in,i \,t„„ wi --- 1'--1- 'honderden lijdende vijanden zijn wij veilig. dyd. Men zou er heel wat van donken, doch wie het geheel zooals hier overziet, ontwaart dat deze weroldkrijg op dit tijdstip minder ieveu en actie vertoont dan één veldtocht dor laatst© oorlogen in Europa gevoerd, om van liet Napoleontische tijdperk niet eens meer te spre ken. Dat is het beeld van don modernen krijg, in' «W-'S »iu! i die iu!st door ziJn °W*°S uifc zijn kracht is gegroeid; het beeld van vruchteloos, mislukt ndLiizcn oorlogsbedrijf, dat door de inspanning van allo mrlat deze rivWo in den voretnacht wan delenden ongevaarlijk geworden zijn door wan lioop, uitputting cn oüerido; maar omdat het goed© menschen ziin. die niets kwaads in hun hoofd en hun wezen hebben. Men zal bij ons in het vaderland een eind moe) hot dwaze sprookje, dat m^n maar schapendieven," fflporden: en oncredie^be ziet. I partijen 6tcods meer een algemeen© inertio en Nu is zwart© wcr wror lc^~ znn wn w"cr verslapping gaat lijden, de opflikkeringen ton alleen. Een van ons begeven do krachten. En Cpijfc <.lle Jiofc telkens nog tot ©en nieuw loven gelul kig kom°n wij bij ccn vuurt|o. In dc pogen t© wekken. Vernederend beeld van macb- verto zien w;i iets branden tuar'ion een naar tcloosheid oener zich besdiaafd noemendo hoornen aan den oever van d© rivier. Dicht by I „enschhoid, die do gevolgen van onberedc- '!!:a.ar zitren een dozijn Duiteche soldaten om „eercj toegeven aan rassenliaat en broodnijd hef vuurtje. Ik ror-n naar benoden: ..nebben IUCC, voorzag. Do oorlog als zoodanig zelfs ge- jullie n:et sets tc eten of t© dniV-ten voor mijn Gegenereerd. Daar staan nu do strijders, dio koosjer.-' Hij kan niet meer - de partij niet ais „remise" willen erkennen voor ,.N<vn. wij hennen lielcns mets enders dan jlet.00g van gansc-,li één wereld hopeloos ge'ola- dc vaar booncn. waarop wnj kaiiw<-n mcorddoorvochten willen zij. ruw- wordt do Het r,"1r if vcrlckkeml. Nmt b.ijven. Voer j Verzoenendo hand van den vrede or> zijde gc- waarts! Steeds verd r den naobt in. Dc ncelrt htoctcn. Maak plaats! v. i< willen elkaar nog ia zoo zwart geworden. Hat v.ii doop strnat lig- t0 ]ijf! Toch nien blijkbaar nog steeds gende l'ohamou van e hr-vrorrn nrr-Vn n:d n.;ot j,Cfl ea wanile6r tot den eindstrijd to ko- mcor zien. Mannerr de wagen dc hoogte in mcn> "W.-st men het, dan immers kwam er gnat en over iels rnrh s rijdt, don weten wi], voortgang, beweging, actie; werd de een over- wai dnt woa. Deze ijzige ooon«nucht is ïcta - ua.il iiioubcacnaan- vuliing heeft gegeven, zijn aandeel en nog wel hot grootst© voor Gallijioli on Saloniki geven, wilde het als Middellandsche-Zeemogendheid tegenover Engeland mee blijven tellen. Ook daar gingen duizenden en duizenden menschen- levens verlorenmen anoest lien vervangen. Alleen aan do Dardaneilen verloren do Engel schen en Franschen 200,000 man. Deze verliezen zijn hot dio Engeland, alle tegenstribbelen ten spijt, tot dienstplicht heb ben genoodzaakt; men behoeft waarlijk niet t© vragen, hoe het troepengebrek nijpt. Engeland moest wel zijn nog aanw ezigen jónge-mcnschen- voorraad aanspreken, nu hot vnjwilligeresy- steem toch nog faaldo en Frankrijk niet meer geven kon. De Dardaneilen zijn het, die het trai- itoeren met vrijwilligers den ijekslag hebben ge geven en Engeland m de armen van den dienst- plicht hebebn gedreven. De terugtochten van Soevla, Anzac en Sedul-Bahr waren wonderen van tactisch© traagheid en onachtzaamheid, maar overw inningen waren het voor do Entente geenszins. Het voor haar vrijgekomen leger van Gallipoli hond meer dan het dubbele arm Turken, ook dio Turkeche strijdmacht is be schikbaar voor „elders". Een Koffiepraatje. Van korp. C. H. Caals to Niouw-Namen. 'ir Word op het dorp, waar 'k dienen moet Vertroeteld en verwend, Ja, zelden had ik het zoo goed, 'k Ben. overal bekend. Dan zit ik kier, dan zik ik daar En 'k hob steeds groofcen dorst. En altijd staat de koffie klaar, Met brood en kaas of worst l Ik kom bij Emily van Duvs En ook bij tante Mans, Bij ,,Mon de Post", bij Line, thuis, Steeds op den koffiekrans. 'k Zat vroeger bij den Roeten Jef, Ja, eoort zoekt soort gewis. Nu zit ik bij de oude Sief, Die een „Tiets" 1) begonnen ia. 't Zijn allo boste, brave lièn, Dat blijkt wel uit mijn lied, En trakken wo liiar wog misschien, Mijn hart vergeet hen niet! [•schrikkelijksI Middernacht is het al ge weest. Het is niet mogelijk nog \crdor te komrn Maar wij moeten. '-teeds langzamer wordt ons» wandeling. Of wij in dit loven nog eons een dak rullen zien. ccn kachel, ten war monden dronk? Dc handschoenen z.ün stijf ge worden. nis ijsklompen. Bi; bet vasthouden van do t-ur'-ls vriezen <lo vin/era aan do '"ugola vast. Er komen oogonblikken van volslagen wanhoop. Manr men moot zo overwinnen. Of hot cinclo is er. E> n poosje loopt men. om do verstijvende rilling te doen verminderen. Dan gaat men weer in den wegen zitten, sluit- do oogcTi en trekt de wollen deken over hbt hoofd om zich te warmen nan den eigen adem. Daarbij ziet men niet meer wat- er op straat ligt. En ziet do onzen niet meer, dio n ast den wagën loepen en met uitgeputte stem vrorren Hoo lang is hot nog naar het volgende dorn? Men wil de waarheid niot zeggen en liegt: Niet ver meer. Moed ho rden en nnrchocren, march oor en. ma r cheer enZco gei (ft wij goe den raad en zijn zelf do volkomen uitputting nabij. Nog twee uur zoo verder. Eik© 'minuut als oen eeuwigheid. Eu dan do verlossing. Het nan wo ravijn wordt breeder. En in do verte 7<en wij \'cr\rhil!or'lc Jid}ltj«f. Zijn heft ver licht© vensters of de '-uurplaatsen vair bivak- kperendo menschen Deze lic'ntjos blazen ons nieuw leven in. Ifoo vor is het r.og? Twee of drio kilometer, niet, langer. Anderhalf uur voor ons. En nu ziin wo er. F^n kamp van gerangejien. "Weer duizenden. Wij zitten, tus schen hen aan het vuur en duwen do handen in do vlammen, roosteren de zolen. Dn Rervii-re houden dn naakt© voeton vlak voor het vuur. Hun toenon en kuiten rnoken. terwiil zij de gescheurde opankon cn do vuilo voet lappen drogen. Ik cecf hun ini.in laatst© sign rot :©n, waarvoor zij vriendelijk danken. Ecu paar Gos- teiirijkscho soldaten kom<--n. haar en haard vol ijskogels. 'Een valt er, nadat hij zieli gewarmd heeftom, zonder geluid tc geven. Serviërs tillen hem op. wrijven zijn gezicht cn handen tot lui weer bij kortit. Zoodra hij weer oen beweging maken lean, grijpt hij m.ir zijn ge- jv-r en hnngt dit om den schouder. In do duisternis zion wij vernielde hutten en huisjes. Wij vinden ©en stal voor do paar- d,e», voor ons nog oen plaats in een sohuur, waarin reeds zes Oostcuriikor6 liggen, be wegingloos gehuld in hun dekens. Ik ga op den grond liggen en slaap tot den morgen. Van Biijgarice. waar wij ruston, zi'n licfc nog een twaalf kilometer naar Mitrowitza. Daarover wu yiif uvir werk. .Wow do i winnaar, do nndtr verpletterd. Men tracht den j winter uit t© zingen, wil het voorjaar halen ca voort liet strategisch slepend gevecht. Beschouw slechts het gedrag dor Entente. Van haar die immers btratcgische aanvaller v:i zijn, van wie dus allereerst handelen mag worden verwacht'. Zij toch is liet- die Duïisch- iand's bedekt© vredesvoorstellen honend vér- wierp, omdat het den tegenstander volkojnon wil fnuiken. Duitschland, hoewel kot zich met zijn boud genoot© u krachtig blijft weren, werd aldus strategisch verdediger, hoowel het in groot-tactiffriio aanvallen zijn kracht zoekt. In algemecuc trekken is de verdeeling der Ententèdegera bekend. „Der Entente", zeg ik omdat ta 1 i daar feitelijk niet bij behoort; omdat Italië althans doet, alsof 'do zaak. waarvoor ai dc anderen gezamenlijk vechten, het niot aangaat. Italië, dat nu weer geen man en schip missen kon om Montenegro ts holpenV zoomin ais het destijds noemenswaar dige hulptroepen beschikbaar stelde om Servië te redden of do bond genoot© n 'op Saloniki en Gallipoli te versterken. In den aanvang kon men nog spreken van ccn tweo fronten. Dc verdeeiing der Entente- logera wa» teen rationeel, want Frankrijk en Engeiand bekampton Duitschland in het Wes ten, zooals Rusland, dat in het'Oosten deed. D© strategische situatie bood geen andere uit komst, zoolang het Tsarenrijk van zijn bond- genooten bleef gescheiden. Zelfs was het in zekeren zin oen voordeel, omdat de lioofdte- genstander Ircrdcor neer twee zijden front .-roest bieden on zoodanig werd gebonden, dat hij noch in Frankrijk, noch in Rusland een be slissing kon bevechten cn naar laatstgenoem den kant aanvankelijk zijn grondgebied voor <!en invaller moc-M ontruimen. Daarmede faalde Het ffrootsche plan, waarmede Duitschland den strijd hoeft geopend, toen do oorlog was uitgebroken. Daardoor hoopte het, wel voorbe reid als liet was, zijn tegenstanders den een na den ander to verpletteren. Dtihschland on Oostenrijk stonden nog nllccn; toen de Duitschc opmarsok in Noord- Frankrijk na den slag aan do Marno was ge stuit; d© Entente had toen goede troovon in handen. Tot zes maanden geleden was bepaaldelijk do Engelnrh-Fr.mscho hoofdmacht nog voor meer dan drievierden'in Frankrijk. Daarbuiten <p Gallipoli, in Mesopotamië en 'Egypte was niet meer dantotnal 250,000 man. Dat was een ver deeiing dor beschikbare strijdkrachten, die evenredig kou licejcu agn liet gewicht yan de 1) „Tieta" bijnaam voor snoepwinkel. C H. OAALS, Korporaal. Thuisreis van Hr. Ms. „Hertog Hendrik". (Van matroos P. v. d. Berg.) oor drie ja3r weg te zijn geweost Ver van familie of vrienden Dat is somstijds een keele toer, Die men niet zoo leuk zal vindon. Maar kom, die tijd is weer voorbij Laat ons nu niet moer treuren, De lange Jaap 1) is weer in zicht Dus wat kau ons nog gebeuren? De mannen, ja, zijn opgeruimd Vol vreugde varen zij binnen. 't Is nu weer feest in Xieuwcdiep Voor vclo huisgezinnen. Maar zij, dio buiten Willemsoord Hun fainiiie hebben wonen Die willen allen graag van boord O.-n daar ook gauw te komen. Maar kijk, dat is nu juist een strop Dat duurt sotus eenige dagen, Voor dat men een gelegenheid krygt Oin verlof of permisrie te vragen, Maar op de Hendrik" ging 't ving Op Zaterdag uit de Oost terug. Ging oen gedeelte er met verlof Op Woensdag, wat een reuzenbof. En vele waren er gereed, Toen een gerucht de ronde deed En zelfs al op 't station gezeten, De rïlende uit do Oost vergeten, Werd hun Jt telegram verteld, Zeilen 2) 't verlof, cn naar boord gosndd Je wiihemd in jc k .tje en je krakpakjeé) aan En direct als jo klaar bent bij 't kolen laeien gaan. Zco is 't gegaan tot Donderdagmorgen, 't Schip met. victualie en kolen was gobt gem; Vertrok al heel vroeg naar do rcc. Nu zwerven enze makkers reeds eenige dagen Met een gedacht© wie weet, Hoe moêiiijk voor hen te dragen. Ik weet 'i, maar ik laat 't oordcel liever aan u allen Hoe of u zoo'n thuisreis Met 'n maar...tje zou bevallen. U zal ook 't verslag in deez' courant kunnen lezen Met welk doel de ITertog Hendrik" Uit dc haven werd verwezen. En hoop ik voor dat mijn gedicht wordt gepubliceerd De equipage voor de tweede maal Zal zijn huiswaarts gekeerd En wensch ik de matrozen, stokers, mariniers incluis Een ploizirïg verlof cn oen ..Wolkom thuis". Matroos P. v. d. BERG, a/h. Hr. Ms. .Hccrnskcrck". 1) l ange Jaap de vuurtoren van Don Helder. 2) Zeilen Een marine uitdrukking, voor iets wat ari niet gezegd moét bei-houw<1 worden. 3) Krakpakje Een oud pakjo wat men voc lvolenladcn of andere vuile baantjes ge- br

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 6