Het geteisterde gebied, No. 223. Woensdag 19 Januari 1916 Orgaan voor Leger en ¥Soot. ||f0UU' Lamarken De watersnood. De overstrooming en de mobilisatie. Ons Oor'egsïfagbsek. Hun Ikirast" TWEEDE JAARGANG. DE SOLDATENCOURANT adres der redactie en administratie palestrin astraat 10, amsterdam. dit blad verschijnt driemaal per week. losse nummers voor militairen 1 cent, voorburgers 3 cent. abonne ment voor militairen 0.75, voor burgers 1.50 p. drie m (landen Voor Advert-entiën wonde inen zich tot onze Administratie, Pak-striuaptraat 10, Amsterdam. Pry's der Advertentiën per regel 30 cent. Voor Ingezonden Mede' deelingen op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief. By abonnement reductie. PAMPUS Wij geven hier een kaart, van het over stroomde en voornamelijk geteisterde gebied in Noord-Holland. Men vindt daarop cle moeste plaatsten, die in ons overzicht ge noemd worden van de zware ramp, die een deel van ons land heeft getroffen. Voor namelijk is, zoealis men weet, de polder van het waterschap „Waterland" getroffen. Op curie plaatsen js de dijk aan den Zuiderzee- kani doorgebroken. De „Waterland "- polder liep eerst onder, toen die te veal water kreeg, stroomde ook dc Broekermeor, de Momnikerraeer en de Bnikslotermeer on der. De gevolgen daarvan zijn, zooab men reeds weet, en men ook elders kan lezen, veavchrildcelijk geweest', veel erger zeker, dan men eerst had gedacht, erger dan in veld, vele jaren een watersnood ons land heeft geteisterd. De polder Waterland, die geheel onder water staat, beslaat niet minder dan 6000 H.A. en loopt van Zaandam tot Monniken dam en zelfs tot. Edam. Geen aiscSsentie. Blijkens bericht in de „Staatecourant' wordt Donderdag a.s. door den Minister var Oorlog geen audiëntie verleend. Geen ongeluk zoo groot of er is een geluk bij. Indien de noodlottige overstrooming, die een deel van Noord-Holland teistert, niet toevallig in den mobilisatietijd zou zijn I gevallen, dan zon do ramp nog veel grooter afmetingen hebben aangenomen en erasti- geT gevolgen hebben gehad, j Onze gemobiliseerde troepen in de geteis- I terde gebieden hebben nu dadelijk getoond uit wat hout de Hollandsche soldaat gesne- den is. Hier en daar is door de militairen" met schier bovenmeuschelijke krachtsin spanning gewerkt om doorbraken te voorko- men en te stuiten, om zwakke punten in de waterkeeringen te versterken. Overal hielp men de verschrikte bevolking bij de redding 76ste Weyk. Van 10 Jan. tot 16 Jan. 10 Jan. De heer Herbert Samuel, thans poBtmeester-generaa'l, is benoemd tot minister van binnenlandscbe zaken, in de plaats van den af getreden sir John Simon. 11 De Oostenrijkers bezetten den berg Lovtsjen en Berane. De heer Montague volgt den heer Samuel op als kanselier van het hertogdom Lancaster. 13 Het Grie^öcha ei.anci Korfoe wordt door de Frauschen bezet ter voorbereiding van de komst van Servische troepen. Het Lagerhuis neemt de tweede lezing van de dienstplichtwet inet. 431 tegen 39 stemmen aan. De arbeiders-ministers Hender- sou, Brace en Roberts hebban hun ontslagaanvragen ingetrok ken. 13 He Amerikaansche regeering staat het vertrek van het bewapende Italiaansche stoomschip „Giu seppe Verdi" toe. 14 ft De Oostenrijkers bezetten Cet- «-'flje.. Een Fransohe duikboot boort j van have en goed, leidde men het vee weg, bood hulp waar menschenlevens in gevaar verkeerden. Dit alle berichten en verklarin gen blijkt, dat zonder da hulp van onze sol daten die nu overal spoedig bij de hand waren de verliezen in alle opzichten veel grooter zouden zijn geweest. Reeds goeden invloed oefenend door hun ordescheppend en kordaat optreden, hebben onze miliciens en landweermannen zich bij dezo ramp uitstekend gedragen en daarvoor verdienen zij de hulde en dank der natie. een Oostenrijkschen kruiser van het ,,Novara"-type voor Cattaro in den grond. De Oosten rijksche consul op Kor foe wordt gearresteerd. Do earsi.a Balkan trein is uit Berlijn via Dresden, Weenen, Belgrado en Sofia naar Konstan- tin opel vertrokken. WILLEMEN E A. LAB13ERT0N. fSlot.J Het was doodstil in do kamer. Er wae geen ander geluid dan heb regelmatige voortglijden van de pen over het papier. At en toe drongen de weinige klanken der stille straat tot hem dood: het blaffen van oen hond, het knerpend gepiep van het aanglijden der eloctrische tram, dab even spoedig weer verstierf in do stilte. En hij schreef, den eenen brief na den andoren, rustig-blij dat zijn strijd, die nog nooit zoo hevig was geweest, zich weer had gelegd. In de stilte klonk fel het scherpe belletje van de voordeur, een kort, heftig geluidje, dat hem even deed opschrikken. Hij glimlachte om zijn eigen nervositeit. Toch, onwillekeurig, liet hp Li oii3 vorig nummer konden wij al iets melden omtrent do groote overstroomingen in verschillende aeelen van ons land, welke hier en daar, vooral in Noord-Holland, het karakter van een werkelijken watersnood aannamen. Het is vooral de polder Water land, die, door het doorbreken van de Zui derzeedijken op drie plaatsen, is ondergeloo- pen. Deze pender, 6000 H-A. groot, loopt van Zaandam tot Edarn- Bovendien echter heeft het water de streek ten zuiden van de Zuiderzee geteisterd, in liet bijzonder Mui den en omstrekon en ten noorden van Amersfoort, deze stad zelf ten deele ook. De overstrooming is een ware ramp voor vele strekenniet alleen zijn tal van huizen ondergeloop-en, konden vele menschen zich slechts met moeito redden, maar er zijn ook een aantal menschen bij omgekomen, terwijl veel vee verloren ging. En nog zou er meer verloren zijn, nog zou cle ramp een grooter omvang hebben aangenomen, indien niet overal hup was verschaft, en liierbij komt vooral een woord van Lof tos aan onze mi litairen, die, dikwijfs zelf getroffen door het water, overal de handen uit de mouwen staken. en dapper hebben meegeholpen, v/a,ai* maar te helpen viel. Het gaat niet aan om van alle plaateen, waar de watersnood heerscht, een beschrij ving te geven, wij kunnen alleen hier en door een greep doen in het vete nieuws. Wij beginnen met een tocht i Per boot door hot overstroomde !and. Met de stoomboot „Eensgezindheid", die nog don dienst onderhoudt tusschen Amsterdam en Purm erend, hebben wij Za terdagmorgen een tocht gemaakt langs liet Noord-Hallandsch kanaal, dus midden door het overstroomde land, schrijft een corres pondent. Want nu is ook ten westen van het kanaal het water aan het woeden gegaan, i Een naargeestige tocht, meer dan een uur varen te midden van het overstroomings- wee. Even buiten Buiksloot ligt de aanleg steiger van de boot half onder water. „Kappie" heeft heel wat zeemanschap ^noodig om aan te leggen zonder op den wal te'Ioopen, maar het lukt. En clan gaat het voort, met den nijdig'en Z.W. wind op zij, die de grauwe golven doet schuimen waar zo over de wegen slaan. Links en rechte, tot aan de silhouetten van de dor pen aan den gezichtseinder, golft het water. De wegen aan weerszijden van het kanaal zoo goed als overstroomd, daar achter de boerderijen, in het water. Een kapitale boerenhofstede steekt nog maar alleen haar puntig dak boven de golven uit. Hier valt uit af te leiden, dat het water bier, d.i. rechts van het kanaal, J 2 a 3 M. hoog staat. j Een soldaat waadt barrevoets over den overstroomden weg. Hij woont in een der huizen, clie in het water staan. Voort gaat het, langs dit beeld van ellende, nog troos- teloozor doordat men schier geen levend wezen ziet. Bij het Schouw staat almede de aanleg plaats half onder water. Maar voorbij deze plaats wordt de toestand wat beter, of laafc ons liever zeggen wat minder droevig om aan te zien. Hier is tenminste een weg, die wat hooger gelegen is en daardoor ge heel droog staat. Wij zien in het voorbij varen nog ergens menschen op den zolder huizen. Een zolderschuit passeert ons, door een sleepboot getrokken, en met geredde koeien goladc-n. Boven het water steekt ergens een stuk van den romp uit van een verdronken koebeest, een van de vete. Ilpendam. Dat ligt er als een oase in de waterwoestenij, want hier zien we het zeld- j zame schouwspel van droge dorpsstraten, j van huizen, die niet meer of minder diep in het water staan. Wij naderen Purmer- end. De polder Purmerend, links van het j kanaal, is aan het onderloopen. De weg van het kanaal naar het dorp van dien naam staat ook al grootendeels blank. Maar ver der op, meer naar Purmerend toe, rust het oog eindelijk op groene weiden. Eindelijk eens iets anders dan water en nog eens water, maar ook dat zal, zooals men vreest, niet lang meer duren, en dan zal een Overgenomen uit de „Nieuwe CV- even de pen rusten en luisterde. Hij hoorde een zacht gepraat was het een bekende stem? toen lichte, snelle voetstappen. De deur ging open. ..Vader!'' Hij sprong op. ..Bob, mijn jongen, jij? Ben je" wat was dat voor een krankzinnige iioop. die da.a>- plotseling lichtte en glansde door hoce heen „ben je alleen.?'-' Ja, lioeleniaal alleen Vader" en bot kmd kwair snel op hem toe en pakte z;ja haud vast Vader, luister eens!" „Wei, wat is er dan? Hoe kom je hier, kind? Wie heeft je gebracht?" Als antwoord duwde het ventje zyn vader weer neer in den breeden bureaustoel en ging dicht, heel dicht bij hem staan met opgeheven gezichtje. „Vader, luister nou eens. Thuis zit moeder roo vreeselijk te huilen. Telkens begint ze weer. En ze zegt, dat het komt, omdat ze hot zoo vreeselijk naar vindt om vauavond zoo alleen te zijn, als ik naar bed ben. En nou dacht ik, dat jij hier ook wel heelema&l alleen zou zitten. En nou wou ik, dat jij met me mee ging naar moeder toe, dan waren ïullie allebsi niet meer alleen. Ja. vader, doe je t De bruine 00gen in het hoog-gekleurde ge ruchtje keken in groote spanning. Even was het den vader of het hem schemerde voor de oogen. Weg vlogen al zijn kalm-verstandelijke rede neer in gen van berusting en levenswijsheid. O, zijn verlangen, zijn knagend verlangen! „Toe nou, vader," ging het dringende stem metje opnieuw. „Ga je nou mee? Moeder is zoo alleen!" „Weet moeder, dat je hier bent?" hoorde hij zichzelf vragen met vreemde, droge stem. j nieuwe polder zijn toegevoegd aan de vele, die reeds het slachtoffer werden van de niets ontziende golven. Uit Edarn. Zaterdag kon een verslaggever met een stoomtram nog tot dichtbij Edam komen en daar kreeg hij van oen gemeentesecretaris eenige interessante inlichtingen. Eerst brak bij Katwoudo de zee dijk van den Katwouderpolder door. Er onstend een gat van 125 meter. Met een ontzettende kracht stroomde het water bin nen. Groote basaltblokken werden opzij gezet. Voorloopig viel het gat niet te dich ten, daar het water alles mee zou voeren. Men moest wachten tot het water op zee lager stond dan in de overstroomde polders en dit is thans het geval, zoodat ook de sluizen bij Edam groote watermassa's in dc zee kunnen loozen. Na de doorbraak van den polder van Katwoude braken Ook de dijken door van den Zuidpolder, daar niets bestand bleek te zijn tegen de gev/eïdige kracht van het water. Opnieuw brak hierna de dijk van dezen polder door, doch de Zeevangpolder liep gelukkig niet geheel onder, daar de wind weer bedaard was. Edam ligt voor een groot deel in den Zuidpolder en verscheidene bewoners moesten vluchten. Door de doorbraak van den Zeevang zakte Zaterdag reeds het water weer m den Zuidpclder en stond de Pur- mer, een der grootste polders, nog geheel droog. In den nacht van Zaterdag op Zondag" steeg de Zuiderzee tot 1.16 boa-en A.P., maar Zondag voormiddag daalde het weer tot 1.05. Later deelde burgemeester Calkoen het volgende ever den toestand mede: „Hot gevaar van doorbraak is thans, nu de wind gedraaid is, geweken. Dank zij de energieke hulp van de militairen, heeft men in den cnheilsnacht den zeedijk kunnen be houden De burgemeester bracht een speciaal woord van hulde aan overste L u d e n en de kapiteins Altmann en Voorne man. Maar verder moet ook gewezen wor den op de onvermoeide werkzaamheid van Edam's en Volendam's burgervader, over vien de bewoners van de geteisterde streek niets dan lof hebben. Tot zijn knieën in het water, ondanks den 2.W.-storm* begaf hij zich 's nachts en ook den volgenden dag naar de plaats waar de dijk dreigde te be zwijken. Tusschen Edarn en Volenda.ru is dit echter niet geschied en thans is de burgemeester in actie om het ernstig getroffen Volendam te helpen. De benedendijks wonende bevol king is bij de bovendijksohen ondergebracht doch er zullen barakken moeten gebouwd worden. Edam levert brood, petroleum en drinkwater aan Volendam. Een weldadig Amsterdammer zond driehonderd gulden voor den nood in Volendam. Burgemeester Calkoen zal gaarne giften voor do arme bevolking ontvangen. Ook dekens zijn daar noodzakelijk, daar de lage huizerl tot aan de nok in het water staan. In den vischafslag van Volen dam hangen zestig schapen. Bij Spaander heerscht een groote verwoesting, maar veel erger nog dan Volendam is Marken er aan toe. Volgens betrouwbare inlichtingen zijn vijftien a zestien menschen daar verdron ken. Huizen zijn in zeo geworpen. De streek werd behalve door den Commissaris der Koningin en den Procureur-Generaal be zocht door de heeren B or eel van Hogelan- den en Ketelaar van Gedeputeerde Staten §n mr. Vening Meinesz, griffier. Voorts waren bij dit officieele bezoek tegenwoor dig jhr. Reigersman, hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat, en de heer Scheltema, hoofdingenieur aan het departement. Morgen komt minister Lely. Anna Paulowna. Ook de Ar1' a-Paulowna-poldor is zeer hevig geteisterd. Ik j>rac-u.. titelt een verslaggever, den dag door in den Anna Paulowna-polder, den ncordelijksten indijk van onze Noord-Hol - landsche provincie, ruim 5000 bunder groot, in tweeën gedeeld in een wester- en ooster polder, waarvan dan de oostelijke helft ge heel onder water staat. Ook hier steken treurig en troosteloos eenzaam de verlaten boerenhofsteden uit Verwonderd keek het kind hem aan. „We ten/ Moeder? Wel nee,.het is juist een verras sing Ik ben stilletjes het huis uit gegaan, om- dab ik in eens verzon, dat ik jou zou gaart ha ten. En ik was nog nooit 's avonds alleen op straat geweest, en ik was eerst wel een beetje bang; liet Tros zoo erg donker, zie jo. Maar ik weet den weg wel goed en. ik had nog dat dubbeltje van je-van Zondag, en. toen ben ik in de tram gegaan. Ga je nou mee? Vin-je 'fc ook flauw dat ik een beetje bang was?" „Nee, nee, je bent mijn flinke jongen", en, zijn ontroering niet langer meester, nam de vader het kleine hoofdje tusschen zijn beide banden en kuste het lang en innig. Maar de jongen maakte zich los. „Kom nou. Vader. Ga nou mee! Waar is je Jas?" Bedrijvig stapte hij de kamer al uit naar den kapstok. En - plotseling was het den man, of het kind hier de wijsheid bezat. Hrj kon de blij moedige verwachting, die hem tegenstraalde uit die dappere kijkers, niet'teleurstellen. Hij zou meegaan en zien en weten, voor goed. Binnen vijf minuten stonden ze op straat. Spreken deden ze weinig. Stevig hield de vader het kleine handje in de zijne, het kleine i bandje, dat zoo eenvoudig en beslist had ingo- grepen in zijn leven. En nog hield hj het vast. toen zo stonden voor de deur van zijn oude wo- 1 ning. Had het kind hier niet de leiding? Het meisje, dat open deed, keek verwon derd. „Bob", begon ze, maar ze zweeg, toen ze zag, dat het kind niet alleen was. „Sst", zei het ventje en legde dea vinger op de lipepn, „zachtjes, boorl" Behoedzaam I opende hjj de deur der voorkamer en keek om j het hoekje. Toen trok hij zjju vader mee. I „Moeder!" het klonk als een jubeltoon „hier is vader! Nou ben je niet meer alleen!" Met een kreet sprong de ineengedoken vrou wenfiguur op uit haar stoel „Willem, jij?" Hij stroK.c ue handeu naar haar uit met een spontaan, eenvoudig gebaar. „Het kiud heeft me gehaald, Ellen. Ben ik je welkom?" - Ze kwam naar hem toe, langzaam eerst. Toen, op eens, sloeg ze do beide armen -om zijn hals en snikte, snikte Hij streek haar zacht-troostend over het gol vende haar. „Stil maar, kindje, stil maar". En in hem werd plotseling alles vredig en stil en goed. nou moet ie ook niet meer huilen!" Ze hadden beiden de tegenwoordigheid van het kind vergeten en glimlachten nu. „Nee vent, Moeder zal nu niet meer huilen. Moeder is o zoo blij, dat je vader bent gaan halen, hoor!" Met een gelukkig gezichtje keek het kind van de een naar den ander. ..Hij is wijzer geweest dan ik. Eerst wilde ik niet naar je toegaan, en later later durfde ik niet meer." „Dat is nu voorbij. Je hadt altijd kunnen komen, ik heb jo altijd liefgehad." ..Ik jou ook, maar ik wist het niet, voordat het te laat was." „Vader!" Hij wilde ook deel hebben aan het gesprek, de kleine baas; hij had zich de hoofdpersoon gevoeld en wilde nu niet op den achtergrond geschoven worden. „Vader, blijf je nou ook voor goed? Ga je nou niet meer weg?" „Vraag dat maar aan Moeder, Bob." boven het driest-golvend water, waarachter nü de zuidwester striemt; elke boerderij wordt omringd door zijn troepje winter-kalo hoornen, verder-op een hooi-stapel, of een veestal. Maar 't water staat hoog in dessen polder, zelfs al daalde het peil reeds ruim een meter. Straks bij het opkomeh van den vloed zal het water weer stijgen. Langs den erbarmelijk gchavenden dijk ben ik gegaan, om het gat te naderen, het water klotst cr wild door, een ohaos van allerlei huisraad, hooi wissen, en niet te vergeten massa's doode visschen uit do polderslooten Zaterdagmiddag worden de eerste pogin gen ondernomen, onder leiding van den pol der-opzichter, om het groote dijkgat van ongeveer 120 meter wat te stoppen door er eenige schuiten dwars in te laten zin ken; de openingen worden daarna tijdelijk zoo goed mogelijk gestopt met zakken, ge vuld met zand. Maar wat me hier opviel, was de pro- vr-- eve arbeid door onze militairen ver richt. zaten de treinen vol met werkvolk, die door hun aannemers met f 3 per dag werden betaaldalle droegen zo schoppen, en in dichte troepen zag je zo overal heen trekken 0111 de eerste schade te herstellen. De soldaten uit Den Helder, ongeveer 1000 man, zijn er al sedert Vrijdagochtend aan het werk. En zo werken hard. Tusschen den verdronken polder en den nog gespaar den, doch hoogst gevaarlijk gelegen Westerpolder (van de Anna Paulowna), hebben zij kans gezien in een etmaal een dijk van een meter hoogte op te werpen, over een lengte van 3 tot 4 kilometer. De aarde groeven zij van den lagen wal en onder de abet-len staken zij de graszoden af, om vastheid te geven. Zaterdagmiddag was deze arbeid, dank zij den ingespannen, niet onderbroken arbeid van drie werk ploegen, die elkaar bij dag en nacht afwis selden, zoo goed als voltooid. Het verkeer naar de Van Ewijcksluis was in dien tijd gestremd, en de talrijke nieuwsgierigen die zich uit. Den Helder en Alkmaar op maakten om het tooneel van dezen water snood te aanschouwen, werden niet verder toegelaten dan tot de oude sluis. Maar ook van hier kon het publiek zich een aangrijpenden indruk maken van den plaat selijken omvang van de ramp. Een schatting van de plaatselijke schade kon men mij hier nog onmogelijk geven, aaDgezien de boeren en landbouwers nog aan alle kanten bezig zijn van hun levende have te bergen wat nog te bergen valt. Een later bericht, van Zondagavond meldt: De toestand in den Anna Paulowna- Poider wordt met het uur ernstiger. De Westpolder is Zondagmorgen ook onderge- loopen door den hoogen stand in den Oost polder. De bevolking vlucht naar allo kan ten, wagens met huisraad en het. vee mede voerende. De groote weg tusschen Voorburg en het station Anna Paulowna, de ver bindingsweg naar de polders staat blank, hier on daar een decimeter hoog. Nabij het station bevindt zich een duiker, dion men niet tijdig heeft kunnen dichten. Met man en macht is men daar bezig, door middel van een kistdam de spoorlijn te behouden. De huizen in den nu overstroomden Wesfcpolder staan reeds tot de ramen onder water. Het spoorwegverkeer tusschen Helder en Amsterdam werd Zondagmorgen te 10 uur gestaakt, doch te 12 uur vertrok weder een trein. Om halfnegen 's avonds seinde onze be richtgever De toestand is tot dusverre niet verer gerd. De spoorlijn is zoodanig beveiligd, dat het. verkeer niet gestremd behoeft te wc-rden. Het eiland (Vïarken. Het zwaarst is wel het eiland Marken ge troffen, en het bleef hier niet bij stoffelijke schade, maar er zijn ook een aantal perso nen verdronken. De nacht van Donderdag op Vrijdag is de vreeselijkste, dien het eiland sedert menschenheugeuis heeft be leefd. Bij den Provincialen Waterstaat was reeds Zaterdag bericht ingekomen dat op Marken door den watervloed 16 personen zijn omgekomen. „Nee vent, Vader gaat nu niet weer weg. Morgen komt Vader voor goed bij ons. Mot het Nieuwe Jaar", voegde ze er droomerig aan toe. „Ja Vader? Morgen? Kom je dan heusch voor goed?" „Ja Bob, morgen. Dan zijn wo voor goed met ons drieën. Dan ben ik pas heelemaal echt je vader, hè jongen!" E11 hij kuste het kind. donkend, hoe dit door zijn zuiver-kin- derlijke spontaneïteit, die geen bezwaren kende van verleden of toekomst, en slechts handelde naar de ingeving van het oogenblik, het gela:-. van twee menschenlevens had gered. Een paar uur later brachten ze samen het kleine gezichtje straalde hun jong< naar zijn bedje. Toen hij er in lag, moe. van emotie, en zijn vader hem den nachtkus ga:, sloeg hij nog even de groote oogen op. ,,Zi> je nou wel. Vader, dat het toch wel kon?" „Ja, mijn jongen, je hadt gelijk. Vader wist het alleen maar niet." En bij het bed van het slapende kmd legde de vrouw haar handen op de schouders van haar man en koek hem diep in de eerlijk, oogen. „vergeef me, Willem, als je kunt. Ik her veel geleerd en veel begrepen. Geef me dr kans om met- liet nieuwe jaar een nieuw leven te beginnen." Hij kuste haar op het voorhoofd. „Het oude is voorbii. Het is alles nieuw ge worden", zei hij eenvoudig.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1