Het geteisterde gebied,
No. 223.
Woensdag 19 Januari 1916
Orgaan voor Leger en ¥Soot.
||f0UU' Lamarken
De watersnood.
De overstrooming en de
mobilisatie.
Ons Oor'egsïfagbsek.
Hun Ikirast"
TWEEDE JAARGANG.
DE SOLDATENCOURANT
adres der redactie en administratie palestrin astraat 10,
amsterdam. dit blad verschijnt driemaal per week. losse
nummers voor militairen 1 cent, voorburgers 3 cent. abonne
ment voor militairen 0.75, voor burgers 1.50 p. drie m (landen
Voor Advert-entiën wonde inen zich tot onze Administratie, Pak-striuaptraat 10,
Amsterdam. Pry's der Advertentiën per regel 30 cent. Voor Ingezonden Mede'
deelingen op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief. By abonnement
reductie.
PAMPUS
Wij geven hier een kaart, van het over
stroomde en voornamelijk geteisterde gebied
in Noord-Holland. Men vindt daarop cle
moeste plaatsten, die in ons overzicht ge
noemd worden van de zware ramp, die een
deel van ons land heeft getroffen. Voor
namelijk is, zoealis men weet, de polder van
het waterschap „Waterland" getroffen. Op
curie plaatsen js de dijk aan den Zuiderzee-
kani doorgebroken. De „Waterland "-
polder liep eerst onder, toen die te veal
water kreeg, stroomde ook dc Broekermeor,
de Momnikerraeer en de Bnikslotermeer on
der. De gevolgen daarvan zijn, zooab men
reeds weet, en men ook elders kan lezen,
veavchrildcelijk geweest', veel erger zeker,
dan men eerst had gedacht, erger dan in
veld, vele jaren een watersnood ons land
heeft geteisterd.
De polder Waterland, die geheel onder
water staat, beslaat niet minder dan 6000
H.A. en loopt van Zaandam tot Monniken
dam en zelfs tot. Edam.
Geen aiscSsentie.
Blijkens bericht in de „Staatecourant'
wordt Donderdag a.s. door den Minister var
Oorlog geen audiëntie verleend.
Geen ongeluk zoo groot of er is een geluk
bij. Indien de noodlottige overstrooming,
die een deel van Noord-Holland teistert,
niet toevallig in den mobilisatietijd zou zijn
I gevallen, dan zon do ramp nog veel grooter
afmetingen hebben aangenomen en erasti-
geT gevolgen hebben gehad,
j Onze gemobiliseerde troepen in de geteis-
I terde gebieden hebben nu dadelijk getoond
uit wat hout de Hollandsche soldaat gesne-
den is. Hier en daar is door de militairen"
met schier bovenmeuschelijke krachtsin
spanning gewerkt om doorbraken te voorko-
men en te stuiten, om zwakke punten in de
waterkeeringen te versterken. Overal hielp
men de verschrikte bevolking bij de redding
76ste Weyk.
Van 10 Jan. tot 16 Jan.
10 Jan. De heer Herbert Samuel, thans
poBtmeester-generaa'l, is benoemd
tot minister van binnenlandscbe
zaken, in de plaats van den af
getreden sir John Simon.
11 De Oostenrijkers bezetten den
berg Lovtsjen en Berane.
De heer Montague volgt den
heer Samuel op als kanselier van
het hertogdom Lancaster.
13 Het Grie^öcha ei.anci Korfoe
wordt door de Frauschen bezet
ter voorbereiding van de komst
van Servische troepen.
Het Lagerhuis neemt de tweede
lezing van de dienstplichtwet
inet. 431 tegen 39 stemmen aan.
De arbeiders-ministers Hender-
sou, Brace en Roberts hebban
hun ontslagaanvragen ingetrok
ken.
13 He Amerikaansche regeering staat
het vertrek van het bewapende
Italiaansche stoomschip „Giu
seppe Verdi" toe.
14 ft De Oostenrijkers bezetten Cet-
«-'flje..
Een Fransohe duikboot boort
j van have en goed, leidde men het vee weg,
bood hulp waar menschenlevens in gevaar
verkeerden. Dit alle berichten en verklarin
gen blijkt, dat zonder da hulp van onze sol
daten die nu overal spoedig bij de hand
waren de verliezen in alle opzichten veel
grooter zouden zijn geweest.
Reeds goeden invloed oefenend door hun
ordescheppend en kordaat optreden, hebben
onze miliciens en landweermannen zich bij
dezo ramp uitstekend gedragen en daarvoor
verdienen zij de hulde en dank der natie.
een Oostenrijkschen kruiser van
het ,,Novara"-type voor Cattaro
in den grond.
De Oosten rijksche consul op Kor
foe wordt gearresteerd.
Do earsi.a Balkan trein is uit
Berlijn via Dresden, Weenen,
Belgrado en Sofia naar Konstan-
tin opel vertrokken.
WILLEMEN E A. LAB13ERT0N.
fSlot.J
Het was doodstil in do kamer. Er wae geen
ander geluid dan heb regelmatige voortglijden
van de pen over het papier. At en toe drongen
de weinige klanken der stille straat tot hem
dood: het blaffen van oen hond, het knerpend
gepiep van het aanglijden der eloctrische tram,
dab even spoedig weer verstierf in do stilte.
En hij schreef, den eenen brief na den andoren,
rustig-blij dat zijn strijd, die nog nooit zoo
hevig was geweest, zich weer had gelegd.
In de stilte klonk fel het scherpe belletje van
de voordeur, een kort, heftig geluidje, dat hem
even deed opschrikken. Hij glimlachte om zijn
eigen nervositeit. Toch, onwillekeurig, liet hp
Li oii3 vorig nummer konden wij al iets
melden omtrent do groote overstroomingen
in verschillende aeelen van ons land, welke
hier en daar, vooral in Noord-Holland, het
karakter van een werkelijken watersnood
aannamen. Het is vooral de polder Water
land, die, door het doorbreken van de Zui
derzeedijken op drie plaatsen, is ondergeloo-
pen. Deze pender, 6000 H-A. groot, loopt
van Zaandam tot Edarn- Bovendien echter
heeft het water de streek ten zuiden van de
Zuiderzee geteisterd, in liet bijzonder Mui
den en omstrekon en ten noorden van
Amersfoort, deze stad zelf ten deele ook.
De overstrooming is een ware ramp voor
vele strekenniet alleen zijn tal van huizen
ondergeloop-en, konden vele menschen zich
slechts met moeito redden, maar er zijn ook
een aantal menschen bij omgekomen, terwijl
veel vee verloren ging. En nog zou er meer
verloren zijn, nog zou cle ramp een grooter
omvang hebben aangenomen, indien niet
overal hup was verschaft, en liierbij komt
vooral een woord van Lof tos aan onze mi
litairen, die, dikwijfs zelf getroffen door
het water, overal de handen uit de mouwen
staken. en dapper hebben meegeholpen,
v/a,ai* maar te helpen viel.
Het gaat niet aan om van alle plaateen,
waar de watersnood heerscht, een beschrij
ving te geven, wij kunnen alleen hier en
door een greep doen in het vete nieuws. Wij
beginnen met een tocht i
Per boot door hot overstroomde !and.
Met de stoomboot „Eensgezindheid",
die nog don dienst onderhoudt tusschen
Amsterdam en Purm erend, hebben wij Za
terdagmorgen een tocht gemaakt langs liet
Noord-Hallandsch kanaal, dus midden door
het overstroomde land, schrijft een corres
pondent.
Want nu is ook ten westen van het
kanaal het water aan het woeden gegaan,
i Een naargeestige tocht, meer dan een
uur varen te midden van het overstroomings-
wee.
Even buiten Buiksloot ligt de aanleg
steiger van de boot half onder water.
„Kappie" heeft heel wat zeemanschap
^noodig om aan te leggen zonder op den
wal te'Ioopen, maar het lukt. En clan gaat
het voort, met den nijdig'en Z.W. wind
op zij, die de grauwe golven doet schuimen
waar zo over de wegen slaan. Links en
rechte, tot aan de silhouetten van de dor
pen aan den gezichtseinder, golft het
water. De wegen aan weerszijden van het
kanaal zoo goed als overstroomd, daar
achter de boerderijen, in het water. Een
kapitale boerenhofstede steekt nog maar
alleen haar puntig dak boven de golven
uit. Hier valt uit af te leiden, dat het
water bier, d.i. rechts van het kanaal,
J 2 a 3 M. hoog staat.
j Een soldaat waadt barrevoets over den
overstroomden weg. Hij woont in een der
huizen, clie in het water staan. Voort gaat
het, langs dit beeld van ellende, nog troos-
teloozor doordat men schier geen levend
wezen ziet.
Bij het Schouw staat almede de aanleg
plaats half onder water. Maar voorbij deze
plaats wordt de toestand wat beter, of laafc
ons liever zeggen wat minder droevig om
aan te zien. Hier is tenminste een weg,
die wat hooger gelegen is en daardoor ge
heel droog staat. Wij zien in het voorbij
varen nog ergens menschen op den zolder
huizen. Een zolderschuit passeert ons, door
een sleepboot getrokken, en met geredde
koeien goladc-n. Boven het water steekt
ergens een stuk van den romp uit van een
verdronken koebeest, een van de vete.
Ilpendam. Dat ligt er als een oase in de
waterwoestenij, want hier zien we het zeld- j
zame schouwspel van droge dorpsstraten, j
van huizen, die niet meer of minder diep
in het water staan. Wij naderen Purmer-
end. De polder Purmerend, links van het j
kanaal, is aan het onderloopen. De weg van
het kanaal naar het dorp van dien naam
staat ook al grootendeels blank. Maar ver
der op, meer naar Purmerend toe, rust het
oog eindelijk op groene weiden. Eindelijk
eens iets anders dan water en nog eens
water, maar ook dat zal, zooals men vreest,
niet lang meer duren, en dan zal een
Overgenomen uit de „Nieuwe CV-
even de pen rusten en luisterde. Hij hoorde een
zacht gepraat was het een bekende stem?
toen lichte, snelle voetstappen. De deur ging
open.
..Vader!''
Hij sprong op. ..Bob, mijn jongen, jij?
Ben je" wat was dat voor een krankzinnige
iioop. die da.a>- plotseling lichtte en glansde
door hoce heen „ben je alleen.?'-'
Ja, lioeleniaal alleen Vader" en bot
kmd kwair snel op hem toe en pakte z;ja haud
vast Vader, luister eens!"
„Wei, wat is er dan? Hoe kom je hier, kind?
Wie heeft je gebracht?"
Als antwoord duwde het ventje zyn vader
weer neer in den breeden bureaustoel en ging
dicht, heel dicht bij hem staan met opgeheven
gezichtje.
„Vader, luister nou eens. Thuis zit moeder
roo vreeselijk te huilen. Telkens begint ze weer.
En ze zegt, dat het komt, omdat ze hot zoo
vreeselijk naar vindt om vauavond zoo alleen te
zijn, als ik naar bed ben. En nou dacht ik,
dat jij hier ook wel heelema&l alleen zou zitten.
En nou wou ik, dat jij met me mee ging naar
moeder toe, dan waren ïullie allebsi niet meer
alleen. Ja. vader, doe je t
De bruine 00gen in het hoog-gekleurde ge
ruchtje keken in groote spanning. Even was het
den vader of het hem schemerde voor de oogen.
Weg vlogen al zijn kalm-verstandelijke rede
neer in gen van berusting en levenswijsheid. O,
zijn verlangen, zijn knagend verlangen!
„Toe nou, vader," ging het dringende stem
metje opnieuw. „Ga je nou mee? Moeder is
zoo alleen!"
„Weet moeder, dat je hier bent?" hoorde
hij zichzelf vragen met vreemde, droge stem. j
nieuwe polder zijn toegevoegd aan de vele,
die reeds het slachtoffer werden van de
niets ontziende golven.
Uit Edarn.
Zaterdag kon een verslaggever met een
stoomtram nog tot dichtbij Edam komen en
daar kreeg hij van oen gemeentesecretaris
eenige interessante inlichtingen.
Eerst brak bij Katwoudo de zee
dijk van den Katwouderpolder door. Er
onstend een gat van 125 meter. Met een
ontzettende kracht stroomde het water bin
nen. Groote basaltblokken werden opzij
gezet. Voorloopig viel het gat niet te dich
ten, daar het water alles mee zou voeren.
Men moest wachten tot het water op zee
lager stond dan in de overstroomde polders
en dit is thans het geval, zoodat ook de
sluizen bij Edam groote watermassa's in dc
zee kunnen loozen.
Na de doorbraak van den polder van
Katwoude braken Ook de dijken door van
den Zuidpolder, daar niets bestand bleek
te zijn tegen de gev/eïdige kracht van het
water. Opnieuw brak hierna de dijk van
dezen polder door, doch de Zeevangpolder
liep gelukkig niet geheel onder, daar de
wind weer bedaard was.
Edam ligt voor een groot deel in den
Zuidpolder en verscheidene bewoners
moesten vluchten. Door de doorbraak van
den Zeevang zakte Zaterdag reeds het water
weer m den Zuidpclder en stond de Pur-
mer, een der grootste polders, nog geheel
droog.
In den nacht van Zaterdag op Zondag"
steeg de Zuiderzee tot 1.16 boa-en A.P.,
maar Zondag voormiddag daalde het weer
tot 1.05.
Later deelde burgemeester Calkoen het
volgende ever den toestand mede:
„Hot gevaar van doorbraak is thans, nu
de wind gedraaid is, geweken. Dank zij de
energieke hulp van de militairen, heeft men
in den cnheilsnacht den zeedijk kunnen be
houden
De burgemeester bracht een speciaal
woord van hulde aan overste L u d e n en
de kapiteins Altmann en Voorne
man. Maar verder moet ook gewezen wor
den op de onvermoeide werkzaamheid van
Edam's en Volendam's burgervader, over
vien de bewoners van de geteisterde streek
niets dan lof hebben. Tot zijn knieën in het
water, ondanks den 2.W.-storm* begaf hij
zich 's nachts en ook den volgenden dag
naar de plaats waar de dijk dreigde te be
zwijken.
Tusschen Edarn en Volenda.ru is dit echter
niet geschied en thans is de burgemeester
in actie om het ernstig getroffen Volendam
te helpen. De benedendijks wonende bevol
king is bij de bovendijksohen ondergebracht
doch er zullen barakken moeten gebouwd
worden. Edam levert brood, petroleum en
drinkwater aan Volendam. Een weldadig
Amsterdammer zond driehonderd gulden
voor den nood in Volendam. Burgemeester
Calkoen zal gaarne giften voor do
arme bevolking ontvangen. Ook dekens
zijn daar noodzakelijk, daar de lage
huizerl tot aan de nok in het water
staan. In den vischafslag van Volen
dam hangen zestig schapen. Bij Spaander
heerscht een groote verwoesting, maar veel
erger nog dan Volendam is Marken er aan
toe. Volgens betrouwbare inlichtingen zijn
vijftien a zestien menschen daar verdron
ken. Huizen zijn in zeo geworpen. De streek
werd behalve door den Commissaris der
Koningin en den Procureur-Generaal be
zocht door de heeren B or eel van Hogelan-
den en Ketelaar van Gedeputeerde Staten
§n mr. Vening Meinesz, griffier. Voorts
waren bij dit officieele bezoek tegenwoor
dig jhr. Reigersman, hoofdingenieur
van den Provincialen Waterstaat, en de
heer Scheltema, hoofdingenieur aan het
departement. Morgen komt minister Lely.
Anna Paulowna.
Ook de Ar1' a-Paulowna-poldor is zeer
hevig geteisterd.
Ik j>rac-u.. titelt een verslaggever, den
dag door in den Anna Paulowna-polder, den
ncordelijksten indijk van onze Noord-Hol -
landsche provincie, ruim 5000 bunder groot,
in tweeën gedeeld in een wester- en ooster
polder, waarvan dan de oostelijke helft ge
heel onder water staat.
Ook hier steken treurig en troosteloos
eenzaam de verlaten boerenhofsteden uit
Verwonderd keek het kind hem aan. „We
ten/ Moeder? Wel nee,.het is juist een verras
sing Ik ben stilletjes het huis uit gegaan, om-
dab ik in eens verzon, dat ik jou zou gaart ha
ten. En ik was nog nooit 's avonds alleen op
straat geweest, en ik was eerst wel een beetje
bang; liet Tros zoo erg donker, zie jo. Maar
ik weet den weg wel goed en. ik had nog dat
dubbeltje van je-van Zondag, en. toen ben ik
in de tram gegaan. Ga je nou mee? Vin-je 'fc
ook flauw dat ik een beetje bang was?"
„Nee, nee, je bent mijn flinke jongen", en,
zijn ontroering niet langer meester, nam de
vader het kleine hoofdje tusschen zijn beide
banden en kuste het lang en innig.
Maar de jongen maakte zich los.
„Kom nou. Vader. Ga nou mee! Waar is je
Jas?"
Bedrijvig stapte hij de kamer al uit naar den
kapstok. En - plotseling was het den man, of
het kind hier de wijsheid bezat. Hrj kon de blij
moedige verwachting, die hem tegenstraalde uit
die dappere kijkers, niet'teleurstellen. Hij zou
meegaan en zien en weten, voor goed.
Binnen vijf minuten stonden ze op straat.
Spreken deden ze weinig. Stevig hield de
vader het kleine handje in de zijne, het kleine i
bandje, dat zoo eenvoudig en beslist had ingo-
grepen in zijn leven. En nog hield hj het vast.
toen zo stonden voor de deur van zijn oude wo- 1
ning. Had het kind hier niet de leiding?
Het meisje, dat open deed, keek verwon
derd. „Bob", begon ze, maar ze zweeg, toen
ze zag, dat het kind niet alleen was.
„Sst", zei het ventje en legde dea vinger op
de lipepn, „zachtjes, boorl" Behoedzaam I
opende hjj de deur der voorkamer en keek om j
het hoekje. Toen trok hij zjju vader mee. I
„Moeder!" het klonk als een jubeltoon
„hier is vader! Nou ben je niet meer alleen!"
Met een kreet sprong de ineengedoken vrou
wenfiguur op uit haar stoel
„Willem, jij?"
Hij stroK.c ue handeu naar haar uit met een
spontaan, eenvoudig gebaar.
„Het kiud heeft me gehaald, Ellen. Ben ik
je welkom?"
- Ze kwam naar hem toe, langzaam eerst.
Toen, op eens, sloeg ze do beide armen -om zijn
hals en snikte, snikte
Hij streek haar zacht-troostend over het gol
vende haar. „Stil maar, kindje, stil maar".
En in hem werd plotseling alles vredig en stil
en goed.
nou moet ie ook niet meer huilen!"
Ze hadden beiden de tegenwoordigheid van
het kind vergeten en glimlachten nu.
„Nee vent, Moeder zal nu niet meer huilen.
Moeder is o zoo blij, dat je vader bent gaan
halen, hoor!"
Met een gelukkig gezichtje keek het kind
van de een naar den ander.
..Hij is wijzer geweest dan ik. Eerst wilde
ik niet naar je toegaan, en later later
durfde ik niet meer."
„Dat is nu voorbij. Je hadt altijd kunnen
komen, ik heb jo altijd liefgehad."
..Ik jou ook, maar ik wist het niet, voordat
het te laat was."
„Vader!" Hij wilde ook deel hebben aan
het gesprek, de kleine baas; hij had zich de
hoofdpersoon gevoeld en wilde nu niet op den
achtergrond geschoven worden. „Vader, blijf
je nou ook voor goed? Ga je nou niet meer
weg?"
„Vraag dat maar aan Moeder, Bob."
boven het driest-golvend water, waarachter
nü de zuidwester striemt; elke boerderij
wordt omringd door zijn troepje winter-kalo
hoornen, verder-op een hooi-stapel, of een
veestal. Maar 't water staat hoog in dessen
polder, zelfs al daalde het peil reeds ruim
een meter. Straks bij het opkomeh van
den vloed zal het water weer stijgen.
Langs den erbarmelijk gchavenden dijk
ben ik gegaan, om het gat te naderen,
het water klotst cr wild door, een ohaos
van allerlei huisraad, hooi wissen, en niet
te vergeten massa's doode visschen uit do
polderslooten
Zaterdagmiddag worden de eerste pogin
gen ondernomen, onder leiding van den pol
der-opzichter, om het groote dijkgat van
ongeveer 120 meter wat te stoppen door
er eenige schuiten dwars in te laten zin
ken; de openingen worden daarna tijdelijk
zoo goed mogelijk gestopt met zakken, ge
vuld met zand.
Maar wat me hier opviel, was de pro-
vr-- eve arbeid door onze militairen ver
richt.
zaten de treinen vol met werkvolk,
die door hun aannemers met f 3 per dag
werden betaaldalle droegen zo schoppen,
en in dichte troepen zag je zo overal heen
trekken 0111 de eerste schade te herstellen.
De soldaten uit Den Helder, ongeveer
1000 man, zijn er al sedert Vrijdagochtend
aan het werk. En zo werken hard. Tusschen
den verdronken polder en den nog gespaar
den, doch hoogst gevaarlijk gelegen
Westerpolder (van de Anna Paulowna),
hebben zij kans gezien in een etmaal een
dijk van een meter hoogte op te werpen,
over een lengte van 3 tot 4 kilometer. De
aarde groeven zij van den lagen wal en
onder de abet-len staken zij de graszoden
af, om vastheid te geven. Zaterdagmiddag
was deze arbeid, dank zij den ingespannen,
niet onderbroken arbeid van drie werk
ploegen, die elkaar bij dag en nacht afwis
selden, zoo goed als voltooid. Het verkeer
naar de Van Ewijcksluis was in dien tijd
gestremd, en de talrijke nieuwsgierigen
die zich uit. Den Helder en Alkmaar op
maakten om het tooneel van dezen water
snood te aanschouwen, werden niet verder
toegelaten dan tot de oude sluis. Maar
ook van hier kon het publiek zich een
aangrijpenden indruk maken van den plaat
selijken omvang van de ramp.
Een schatting van de plaatselijke schade
kon men mij hier nog onmogelijk geven,
aaDgezien de boeren en landbouwers nog
aan alle kanten bezig zijn van hun levende
have te bergen wat nog te bergen valt.
Een later bericht, van Zondagavond
meldt:
De toestand in den Anna Paulowna-
Poider wordt met het uur ernstiger. De
Westpolder is Zondagmorgen ook onderge-
loopen door den hoogen stand in den Oost
polder. De bevolking vlucht naar allo kan
ten, wagens met huisraad en het. vee mede
voerende. De groote weg tusschen Voorburg
en het station Anna Paulowna, de ver
bindingsweg naar de polders staat blank,
hier on daar een decimeter hoog. Nabij het
station bevindt zich een duiker, dion men
niet tijdig heeft kunnen dichten. Met man
en macht is men daar bezig, door middel
van een kistdam de spoorlijn te behouden.
De huizen in den nu overstroomden
Wesfcpolder staan reeds tot de ramen onder
water.
Het spoorwegverkeer tusschen Helder en
Amsterdam werd Zondagmorgen te 10 uur
gestaakt, doch te 12 uur vertrok weder een
trein.
Om halfnegen 's avonds seinde onze be
richtgever
De toestand is tot dusverre niet verer
gerd. De spoorlijn is zoodanig beveiligd, dat
het. verkeer niet gestremd behoeft te
wc-rden.
Het eiland (Vïarken.
Het zwaarst is wel het eiland Marken ge
troffen, en het bleef hier niet bij stoffelijke
schade, maar er zijn ook een aantal perso
nen verdronken. De nacht van Donderdag
op Vrijdag is de vreeselijkste, dien het
eiland sedert menschenheugeuis heeft be
leefd.
Bij den Provincialen Waterstaat was
reeds Zaterdag bericht ingekomen dat op
Marken door den watervloed 16 personen
zijn omgekomen.
„Nee vent, Vader gaat nu niet weer weg.
Morgen komt Vader voor goed bij ons. Mot
het Nieuwe Jaar", voegde ze er droomerig
aan toe.
„Ja Vader? Morgen? Kom je dan heusch
voor goed?"
„Ja Bob, morgen. Dan zijn wo voor goed
met ons drieën. Dan ben ik pas heelemaal
echt je vader, hè jongen!" E11 hij kuste het
kind. donkend, hoe dit door zijn zuiver-kin-
derlijke spontaneïteit, die geen bezwaren kende
van verleden of toekomst, en slechts handelde
naar de ingeving van het oogenblik, het gela:-.
van twee menschenlevens had gered.
Een paar uur later brachten ze samen
het kleine gezichtje straalde hun jong<
naar zijn bedje. Toen hij er in lag, moe. van
emotie, en zijn vader hem den nachtkus ga:,
sloeg hij nog even de groote oogen op. ,,Zi>
je nou wel. Vader, dat het toch wel kon?"
„Ja, mijn jongen, je hadt gelijk. Vader wist
het alleen maar niet."
En bij het bed van het slapende kmd legde
de vrouw haar handen op de schouders van
haar man en koek hem diep in de eerlijk,
oogen.
„vergeef me, Willem, als je kunt. Ik her
veel geleerd en veel begrepen. Geef me dr
kans om met- liet nieuwe jaar een nieuw leven
te beginnen."
Hij kuste haar op het voorhoofd.
„Het oude is voorbii. Het is alles nieuw ge
worden", zei hij eenvoudig.