Ra. 222.
Zondag 16 Januari 1916
Orgaan voor Leger en Vloot.
^Oorlogsnieuws.
Hun kind
TWEEDE JAARGANG.
DE SOLDATENGOURANT
ft' Al 158 DEK EEDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTEINASTRAAT 10.
AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE
NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNE
MENT VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS 1.50 P. DRIE M AANDEN
Voor Advcrteutiën mode men zich tot onze Administratie, Palestri u ast r aat 10,
Amsterdam. Prijs der Adverter.tiën per regel 30 cent. Voor Insezondvu Mede
delingen op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief. By abonnement
reductie.
Een typisch tooneeltje aan het groote Victoria-station te Londen. Een groote
menigte soldaten wordt daar onthaald door Boode-Kruiszusters. Vertrekken do
militairen naar 't front op het vasteland, of keeren zij juist daarvan terug? Het
doet er weinig toe, in beide gevallen genieten zij van de verfrisschingen, die hun
geboden worden, van de koppen heete koffie of thee, van de limonade en andere
lekkernijen.
Ba verspreiding van ens blad.
Wij ürengen In herinnering, dat tjroepen-
can of andere oorzaak
ver ons ülaa verstoken zijn, slechts een aan-
vraag tot ons te richten hebben om regelmatig,
driemaal per week, een pakket Soldatencouran-
ten ,te ontvangop.v Nergens mag ons „Orgaan
weAmer^e&^/tótitf' ontbroken.
Bs toesla^ in dsn reuzi
Het begint er nu inderdaad leelijk uit te
zien voor Montenegro. Het sohijnt niet meer
te vermijden, dat dit land der Zwarte Bergen
hetzelfde lot ondergaan als .Servië. Nog lijkt 't
slechts een quaestie van weken of misschien
dagen en ook Montenegro is in do handen der
cent/ral en, koning Nikita zal zijn verdreven en
Sijn leger uitgeweken naar Albanië, als
het dien weg nog uit kan, want ook do Alba-
jneeaen werken blijkbaar mee aan de verovering
■yn-n dit kleinste der Europeese'ne koninkrijken.
:kn OD3 vorig nummer hebbende reeds melding
«mmaakt van de vermeestering van den berg
Lowtsjen, dio onneembaar werd geacht en die
nu den Oostenrijkers den weg opende naar
Montenegro, thans komt er bericht, dat
ook de berg Basgak, 1500 M. hoog, en niet
meer dan 11 K.M. van Cettinje, de hoofdstad,
genomen is en dat de Oosfcenrijksche kanonnen
nu deze stad -bestrijken.
Feitelijk is de inneeming van den Lowtsjen-
herg tevens een neerlaag voor de geallieerden;
de hoogte toch werd verdedigd door Fransche
artillerie; de kanonnen werden indertijd aan
koning Nikita gezonden. Dit is de hulp geweest,
die Montenegro ontving van zijn machtige
boadgenooton. Het verwachtte meer, en En-
gelecke bladen meonen, dat het ook recht had
meer te verwachten. Van Italië in de eerste
plaats, dat het dichtst in de buurt is, welks be
langen het meest bedreigd werden door verdere
overwinningen der centralen in de buurt van
Albanië, en welks koning getrouwd is met
een dochter van den Montenegrijnschen mo-
i)
door
AVLLLEM1NE G. A. LABBERTON.
Toen., een half uurtje later de zoo bekende
voordeur zich sloot achter het slanke jongens-
figuurtje, en de vader alleen stond in de stillu,
•donkere straat, voelde hij een ontzaglijke
sr en een schrijnende droefheid vulde zijn
Een krankzinnig verlangen kwam in hem op
weer aan te bellen en te zien, wat daarbinnen
gebeurde. Stond hij hier niet voor de gesloten
deur van zijn eigen huis? Was daarbinnen
niet zijn kind en ook zijn vrouw? Hoe
zon zij don 'jongen ontvangen? Zou zij ook
■vragen naar heiu, of was hij inderdaad dood
voor haar, zooals ze hem een3 in volle bitter
heid bad toegevoegd. Hoe zou zij er uitzien?
Zou zo ook veranderd zijn sinds hij haar het
laatst zag, nu bijna drie jaar geleden, toen ze
hern gezegd had, dat het huis te klein was
voor ben beiden, dat hij er uit moest, of zij...
In wilde vaart kwamen deze vragen, de oen
na de ander, aanstormen cn op geen enkele
wist hij een antwoord. Bh door alles heen ha-
me. da en bonsde het in zijn hoofd Vader,
was. om ben je toch niet heelemaal echt mijn
vader?" Zonder op do richting te letten, liep
hij voort mot snelle, driftige schredon en in
zijn binnenste woolden en kookten de onrus
tige gedachten en verlangens in lxmte menge
ling dooreen.
•Waarom moest het kind er voor lijdenr
WAb - bij dan zoo blind en onnoozel geweest,
dat bij niet begrepen had. dat dit, eons komen
moflct. Dat was het, wat het kind hinderde-
wat hem vreugdeloos en ouwelijk maakte; het
tobde, peinsde en dacht zgn arm, klein hoofdje
suf met vragen, die hij, de vader, niet eens te
beantwoorden wist. Was hij dan gek geweest,
Overgenomen •{rit de „Nieuwe OÜ?-
narcïi. Men verwondert zioh in Engelsoho bla
den, dat Italië steeds betrekkelijk, werkeloos
blijft bij al wat daar in den Balkan .gebeurt.
Het had toch troepen, w^¥a5h'''Eefc
reserves genoeg moet hebben, naar Cattaro
kunnen zenden, 't Is waar, dat daar Oosten-
rijkscbe oorlogsschepen liggen, doch Italië heeft
immers ook een met zeer onbelangrijk^, vloot!
't Is zeer te betwijfelen, of kor^ag'Nikita' hu
nog tijdig hulp zal krijgen, of hij ook niet
spoedig zijn land- -zal moeten verlaten evenals
koning Peter.
Zijn leger zou zich dan hij do nog overgeble
ven Servische troepen op Korfoe kunnen voe
gen. Want dit is weer'wat nieuws; de geallieer
den hebben dit Grieksche eiland bezet en de
Fransche vlag wappert van het Aehilleion, de
prachtige bezitting van den Duitschen keizeT
daar. Weer een inbreuk op de neutraliteit van
van Griekenland? Zooals men 't nemen wil.
Griekenland protesteert, maar de Entente-rao-
gendheden zeggen, dat het zioh niet bezorgd
behoeft to maken: de bezetting is slechts zeer
tijdelijk. De Servische troepen zullen uit Al
banië op dit eiland worden overgébraïoht om
daarna naar Salonika vervoerd tcrivorden. Het
was niet anders mogelijk om de Servische troe
pen te redden en nood breekt wet.
Griekenland protesteert, maar daar zal
het waarschijnlijk wel bij blijven. Zooals het er
bij gebleven is, toen Griekenland protesteerde
tegen de landing van troepen van geallieerden
te Salonïki, tegen de bezetting en versterking
dier havenplaats, tegen de arrestatie der con
suls bij zijn regeering geaccrediteerd. We hoo-
ren daar verder niets van en zoo zullen we ook
verder wel niets hooren van het protest tegen
de bezetting van Korfoe. Griekenland zit nu
in het schuitje, waarin het zelf is gaan zitten
en dat het- nu niet meer kan verlaten. Het is
wel treurig, dat een regeering, die haar volk
zoo gaarne buiten den oorlog wil houden, dat
alleen op die wijze kan doen
Er is nu haast geen twijfel meer aan, of En
geland zal weiara 't zoo lang verfoeide beginsel
van gedwongen dienstplicht hebben ingevoerd.
Ook in tweede lezing heeft het Lagerhuis
het dienstplicht-ontwerp aangenomen, nu
met veel grooter meerderheid nog, er
waren slechts 39 tegen-stemmers. Meer
nog: het is zelfs aan den eersten mi
nister Asquith gelukt ook de leiders der
arbeiders in zijn kabinet vast te houden. Tegen
ecnige concessies? Dat zal .Wijken bij de derde
on laatste lezingdat het ontwerp ook daarbij
zal worden aangenomen, is reeds zoo goed als
zeker. En dan heeft nog alleen het Hoogerhuis
c-r over te oordeel enOok de tegenstand in at~
beiderskringen verflauwt blijkbaar. De mijn
werkers in Zuid-Wales blijven er zich nog
begon verzetten, maar zrj zullen niet tot sta
lling overgaan, tenzij de mïjnwerkersfederatic
des lands daarmee instemt. En die zal dat
zeker niet doen. Op baar vergadering van
Donderdag te Londen tooli heeft deze njet alge-
meene stemmen .besloten zich te verzetten tegen
bet dienstplicht-wetsontwerp, maar de federa
tie zal toch niet verder optreden, zoodra het
ontwerp tot- wet zal zijn verheven.
ENGELAND.
De Dienstplichtwet.
LOKDEN. Het Lagerhuis nam de tweede
lezing de diensfcp'liclitwet met 431 tegen.
39 stemmen aan.
(Bij de stemming over de eerste lezing
was de minderheid 105 stemmen.
Red.)
LONDEN. De stemming in het Lager
huis over de dienstplichtwet had plaats te
midden van tooneelen van luidruchtige
geestdrift.
LONDEN. De ministers, behoorende tot
de arbeiderspartij (de heeren Henderson,
Brace en Roberts), hebben hun ontslagaan
vrage ingetrokken.
De mijnwerkers in Zuid-Wales en de
dienstplicht.
LONDEN. De mijuwerkersbond van Zuid-
Wales hield.Woen.sdag 'n vergadering te Car
diff, Met groote meerderheid werd een mo
tie tegen de dienstplichtwet aangenomen.
Een motie om een nationale staking af te
kondigen, om dit besluit kracht bij te zet
ten, werd eveneens aangenomen, maar te
vens werd besloten, dat eerst een stemming
onder de mijnwerkers van het geheele land
hierover zal worden gehouden.
Men merkt op dat dit besluit van een
algemeene staking practised van weinig be
lang e, daar de extremisten van Zuid-Wa
les gewoonlijk zelden hun advies door de
mijnwerkers elders gevolgd zien.
FRANKRIJK.
Van het Westelijk Ooriogèterrein.
PARIJS- Hevig bombardement bij Rijs-
sel: Duitsdhe loopgraven en onderkomens
werden vernield. Een Diiiteeh •regiment,
werd bij het binnenrukken van Roye onder
vuur genomen,. Een Duitsdhe 10 e.M. bat
terij op liet plateau, van Vouelere werd tot
zwijgen gebracht.
Kleinere operaties in Champagne en de
Argonne.
LONDEN. Het hoofdkwartier rappor
teert:
De vijand liet een mijn ontploffen bij
Givenehygevolgd door een bomaanval,
welke werd afgeslagen. Vandaag eenige be
schieting van Givenehy, maar over het ge
heel was de dag rustig. Vier van onze vlieg
tuigen, die gisteren opstegen, zijn niet te
ruggekeerd.
De gevochten op den Hartmannsweilerkopf.
Een ooggetuige van de jongste gevechten
om den Hartmannsweilerkopf schrijft aan
de „Köinische Zeit-ung"
Pat waren zware dagen, die wij achter ons
hebben. Dagen, die voor jaren tellen. En nog
nooit in dezen oorlog heeft het geschut in den
Boven-Elzas zoo sterk gedonderd als in deze
Kerstdagen. Wij, die den Boven-Elzas kennen
en reeds menig moeilijk gevecht hier te leve
ren hadden, wisten, dat er nog warme dagen
zouden komen, want wij kennen de Franschen
en zijn 'er vast van overtuigd, dat zij alles er
op zetten zullen om hier voordeel te behalen
En daarom vermoedden wijdat de Fran
schen ons met Kerstmis een bijzondere verras
sing zouden bereiden. In het vorige jaar was
het nét zoo gegaan.
Weken lang reeds hadden onze posten op
den straatweg van Thann een levendig wagen-
verkeer opgemerkt en weken te voren merkten
wij uit verschillende teekenen, wat ons te
wachten stond. Waarop de aanval gericht zou
worden, op onze stellingen op de helling van
.dc-n berg of op den top van deq, Hartmanns
weilerkopf, dat wisten wij niet
Den 21en December 's morgens, vroeger dus
dan wij gedacht hadden, begon het. De Fran
schen schoten dadelijk zoo hevig, als wij het in
den Elzas nooit gehoord hadden. En alle pro
jectielen waren gericht óp den top van den
bêrg. Wij werden beschoten door kleinere pro
jectielen en kregen het afval van de zware
stukken, die van de top taf el rolden. Ten één
-•uur 's middags kwamen de groote en grootste
I brommers echter ook naar ons toegevlogen en
nu moesten wij toonen of wij in de maanden
van stom en verbitterd wachten in onze loop
graven vuurvast geworden waren.
Wij hebben do vuurproef doorstaan, want
toen do Franschen om drie'uur den storm
aanval begonnen, vonden zij ous gereed hen te
ontvangen. Xiettegestaande onze loopgraven
het heel erg te verduren gehad hadden en er
deerlijk gehavend uitzagen. Zoodra de posten
het eerste alarm gaven, renden allen uit de
schuilplaatsen, waarin zij uren lang gewacht
hadden en in ongelooflijken korten tijd was de
stelling bezet. Het was hoog tijd, want do
Franschen kwamen al heel dicht bij. Onze
machinegeweren knetterden, onze geweren
knalden, handgranaten ontploften in de ge
lederen va-n don vijand. Do eerete vijandelijke
gelederen wierpen zich op den grond en de ge
lederen daarachter konden niet goed verder.
Hoeveel moeite de Franschen ook deden, zij
kwamen niet over onze draad versperring. Zij
moesten terug, achtervolgd door ons vuur. De
eerste aanval op onze stelling was gelukkig
afgeslagen. Maar op den top van den Hart
mannsweilerkopf, waarom al zoo vaak gevoch
ten is, zag het er heel kwaad uit. Sedert het
middaguur schoten de Franschen met een
ongekende woede. De berg stond in vuur cn
vlam en rook. Met reuzenvuisten trommelden
de granaten op de rotsen van den berg, ver
nielden de loopgraven on schuilplaatsen, ver
scheurden de enkele boomstompen, die nog op
den top stonden en slingerden rotsblokken,
hout en aarde huizenhoog in de rookende, dam
pende lucht. Wij dachten mot schrik en angst
aan de mannen daarboven. Daar was het een
hel en liet moest niet mogelijk zijn het in dezen
vulkaan uit te houden.
Niettegenstaande onze artillerie volkomen
jhaar plicht deed en de Fransche stellingen be-
.hoorlijk beschoot, wisten wij, dat de berg voor
ons verloren was, want de vijand had zijn voor
bereidingen te good getroffen en slingerde te
'veel projectielen naar den top. Maar even
zeker wisten we, dat deze vreugde van niet to
langen dunr zou zijn, dat wij den top zouden
i terugkrijgen. En terwijl hij ons de tegenaanval
reeds begon, terwijl de Franschen reeds woe
dend renden tegen onze stellingen, woedde
daarboven nog steeds het wilde artilleriege-
tyofh t, 'tromwcJcrn de Fransche kanonnen nog
steeds hun versehrikkeliïkeh doodsmarsch. Toen
wij den vijand teruggeslagen hadden en het
geweer uit de hand legden cm de spade te
nomen, hield ook daarboven plotseling het
vuren op. Wij hoorden schreeuwen en begrepen,
dat de Fransehen nu hun hoofdaanval zouden
doen op den top. Wij keken naar den top, die
bijna geheel in kruitdamp gehuld was. hoorden
liet razende infanterievuur en het rollend bra
ken van da handgranaten. De onzen boden
tegenstand, leefden dus nog. Dat was ten
minste een kleine troost. Doch langzamerhand
merkten wij, dat de vijand terrein won, dat de
onzen teruggingen, en dat de berg voor van
daag verloren was. Intusschen deden de Fran-'
sollen weer een aanval op onze stellingen. Tot
diep in den nacht werd er gevochten. Doch wij
sloegen de Franschen terug, die dien dag niets
ouders veroverd hadden dan den top van den
Hartmannsweilerkopf.
üoeveel regimenten aan dezen aanval deel
genomen hebben, kan ik niet zeggen. In elk
geval een keele reeks. Alleen tegen onze stel
ling tornden drie regimenten on. En niets dan
jonge troepen, mooie, krachtige kerels, die nu
stil en stom voor onze draadversperringen
lagen. Zij hadden dapper gevochten, de Fran
schen, heel dapper
Den geheelen nacht moesten wij graven en
versterken en toen de morgen aanbrak zagen
onze loopgraven er weer eenigszins als loopgra
ven uit. En toen begon onze tegenaanval, de
tegenaanval, waarop wij gerekend hadden en
reeds uren lang wachtten. Weer donderde het
geechut, maar nu hadden de onzen het groote
woord, ditmaal vielen wij aan. Weer hulde de
bepg zich in vuur en rook en nog terwijl onze
artillerie schoot, et-ormden de dappere regimen
ten van een brigade naar den vijand. En
wederom hadden ook wij een hevig vuur te
verduren, vielen onze loopgraven en 6ehuil-
dat hij niet begrepen had, dat het kleine jon
getje van nog geen vijf jaar, aan wien men met
een praatje vaders weggaan uit huis had ver
klaard. grooter werd en begrijpen wilde? Arme
BobI Hoe weinig had hij hem tevreden kun
nen stellen. En had het kind geen gelijk?
Alsof het voldoende was genoeg geld to ver
schaffen voor onderhoud en kleeren en onder
wijs, terwijl de kleine jongen in het grttote
huis eiken dag zijn vader miste! Waarom
ben je niet heelemaal echt mijn vader?" Hij
voelde de groote, verstandige oogen stil ver
wijtend op zich gericht en een kreunende snik
welde op in zijn keel. .Ja,, waarom? Hij had
het zeker niet zoo gewild.
En van het kind sprongen de gedachten
over op de moeder, de vrouw, die hij eens had
Liefgehad. Eens? Was het dan werkelijk ook
in ham dood en voorbij? Och neen, dat was
eigenlijk nog bet ergste, dat er oogenblikken
waren, waarin hij zoo hevig naar haar ver
langen kon, nu vooral weer in den laatsten
tjjd, oogenblikken, waarin hij alles vergat, j
wat zij hem ooit had aangedaan en alleen
maai- snakte naar haar liefde. Maar zij had
hem niet meer noodig ze had hem van zich
gesbooten en hem nooit weer teruggeroepen.
O, hoe had hij daarop zitten wachten, den
eersten tjjd na hun uit-olkander gaan. Hij had
niet kunnen, niet willen gelooven. dat het wer
kelijk voorgoed zou zijn; ze was overspannen;
na een tijd van rust en alleen-zijn zou ze wel
tot het besef komen v-rkeerd gehandeld te
hebben, zoo had hij zichzelf wijsgemaakt. En
hij wachtte, in afwisselende stemmingen, nu
oens hoopvol en vertrouwend, dan weer onge
duldig en bitter. Maar de tijd verliep, do eene
maand na de andere verstreek, zonder dat hij
iets van haar hoopdo. Elke drie maanden, als
hij haar zijn ruime toelage gezonden, had,
ontving hij een kool-beleefd, zakelijk briefjo
als dankbetuiging, maar het woord, waarnaar
hij snakte het enkele woord, dat 'lem tot haar
terugroepen zou, sprak zij nóóit. En zoo had
hij den moed opgegeven en was langzamerhand
geworden de stille, eenzelvige. man, die hij
nu was, die van het leven niet andere had dan
zijn werk en, af en toe, zijn kind.
Ach, hoe anders had hij zich vroeger dit alles
gedroomd! En zijn gedachten gingen terug naar
den korten tijd vóór hun huwelijk, teen zij in
elkander opgingen, toen het gansche leven nog
voor hen lag als één stralende heerlijkheid.
Waren wel ooit twee menschen met zooveel
goeden moed en zulke hooge verwachtingen
begonnen, als zij?
Of was dit alles alleen maar in zijn ziel
geweest en had hij, als vanzelfsprekend, het
ook maar verondersteld in de hare? Had hij
misschien meer van haar geëisoht, dan zjj te
geven had en had dit haar prikkelbaar en
ecberp en humeurig, en hem dan weer driftig
en ja ook wel eens hard en cynisch ge
maakt? Waarom kwam het rijper inzicht der
kalme bezadigdheid meestal te laat in der
menschen leven, als er niets meer mee goed
te maken was?
Een paar jaar na de geboorte van kleinen
Bob was het begonnen. Hij merkte het aan al
les; aan den glans van haar oogen, aan den
klank van haar stem, aan de onwillekeurige
afwijzende beweging, als hjj haar naderde, aan
haar minder-verzorgde kleeding, o, aan dui
zenderlei kleinigheden, er was iets in haar aan
het veranderen. En met klimmende onrust
sloeg hij haar gade, voortdurend trachtend
zichzelf te misleiden met allerlei drogredenee-
ringen, terwijl hij toch diep in zich met pijn
lijke zekerheid wist: het is voorbij; ze heeft
me niet meer lief.
En steeds erger was het geworden, toen ze
met koude onverschilligheid begon hem te
vorwaarloozen, en hem niet alleen, maar ook i
hun kennissen, haar huishouding en ook
het kind. Toen waren de driftbuien «y hem
opgekomen, on er waren scènes voorge.vallen,
die hen steeds verder van elkaar verwijderden
en hem vervulden van een diep-droevigen wee-
moed. Tot plots, op een dag, dat hij haar juist
wat gewoner en rustiger had gevonden, zij b:j j
hem gekomen was en hem gezegd had, dat i
zij van hem af wilde; ze kon dit leven zoo
niet langer uithouden, ze wild© vrij zijn. Maar
en hier had haar stem gehaperd, en hij her
innerde zich, dat het hem in al zijn ellende nog
goed deed te zien, dat haar gevoel toch niet
gansch gestorven was het kind moest hij
haar laten, dat wilde zij niet missen.
Hethad hem verpletterd, gebroken. Wat
er ook geweest was. hieraan had hij nooit ge
dacht, en hij had haar gevraagd hem alleen te
laten. Alleen, toen zij de kamer wilde verla
ten, was er een gedachte als een verzengende
bliksemstraal in zijn denken gevallen, en hij
had haar teruggeroepen én gevraagd, ruw,
stootend: of er een ander was? Verwonderd
had ze hem aangezien, maar geantwoord had-
ze niet en ze had hem alleen gelaten met zijn
wanhoop en vertwijfeling.
Had hij er achteraf toch niet goed aan ge
daan. dat hij den volgenden morgen het huis
verlaten had, om er nooit weer in terug te kee
ren? Had hij haar misschien het kind niet moe
ten laten, om haar zóó te dwingen? Maar wat
uad hij er aan haar te plagen en te pijnigen
naar liefde kreeg hij hiermee niet terug- Hoe
kon hij langer wenschcn bij haar te zijn, als hij
een voortdurende kwelling voor haar was! En
hot kind? Wat moest hij op zijn eenzame ka
mers beginnen met zoo'n kleinen jongen; was
die niet het best bij de moeder? Ze hadden
schriftelijk de enkele dingen geregeld, die er
te regelen warendat was niet moeilijk ge
weest. Toen ze maar eenmaal van elkaar af
waren, scheen alles veel eenvoudiger en ge
makkelijker.
En toch nu. na zooveel jaren, twijfelde
hij weer. Had hij wel goed gedaan? Hij had
gemeend, dat de tijd de moeilijkheden zou ver
sachten, en hij merkte nu, dat ze integendeel
verdubbeld werden, nu ook hun klein, onschul
dig kind er zijn deel van te dragen kregg.
Met een ruk stond hij plotseling stil voor de
denr van zijn woning. Hoe hij er eigenlijk ge
komen was, wist hij niet. Hij stak den sleutel
in het slot, liep de trap op en opende de deur
van zijn kamer. Alles ademde hier nog de
tegenwoordigheid van het kind. Bij den haard
plaatsen tot puin. stormde de Fransche infan-
terio in wilde woede naar onze stellingen, om
door een tegenoffensief onzen aanval te stui
ten. En wed.rom worden zij afgeslagen, met
zware verliezen.
Met vreugde zien wij, dat de borg spoedig
weer in on20 handen zijn zal, want de Fran-
fchon weken overal terug. En nu, terwijl ik
dit schrijf, is de gebccle stelling weer in ons
bezit, zijn wij hoer cn meester van den berg.
Een Engeische vlieger in actie.
Een bijzondere correspondent, van de
„Times" bij.het Engelscho hoofdkwartier
geeft do volgende beschrijving van den ar
beid der Engelsche vliegers:
„Wij hebben hier de laatste dagen bijna
voortdurend krachtigen wind gehad en een
dezer dagen, toen het nog wat sterker woei
dan gewoonlijk en de lage wolken snel voort
joegen, zag ik een vlieger boven do linies,
die daar iu die hevige luchtstrooming zoo
zeker <-u vol zelfvertrouwen bewoog, als
ware hij een machtige vogel. Soms bleef
hij, den kop vooruit, tegen den stroom/rus
ten, stilligen, even vast alsof zijne draag
vlakken leefden en veeren hadden. Nu eens
vloog hij dwars door de bries, steeg hij in
spiralen, schoot hij met den wind mede als
een zwarte streep, draaide weer en kwam
op zijn waarnemingspunt teiug.
Al dien tijd, dat wij hem met de oogen
volgden, letten wij ook op de pogingen der
Duitsche artillerie om hem neer te schieten.
Soms, als hij dicht bij de Duitsche linies
-kwam, verscheen er vlak bij hem een zwarte
stip. Het was dan vaak moeilijk, den vlie
ger van de rookwolk te onderscheiden.
Maar dan werd de vlek weer grooter en
zagen wij onzen vlieger weer van richting
veranderen- Dan vormden zich spoedig
weer ronde wolkjes om hom heen, tot de
vlieger, die nu weer koers zette naar onze
linies, als met slingers versierd leek. Toen
bij bijna over de plaats heenvloog, waar
wij bij eenige ruïnes van huizen naar hem
opkekeD maar, voorzichtig als bij was,
toch een eind bijzijden blijvend, omdat hij
wist wat er onder hem was opende een
ander kanon heb vuur op hem. Vlak onder
de Engelsche machine zagen wij een vlam,
toeu rook en daarna hoorden wij een geluid
als van een luchtpijl, die uiteen barst.
Ten slotte vloog hij, nog altijd kalm en
zeker, te midden van honderden van die
zwarte en grijze rookballen, tot de Duit-
schers genoeg hadden van het spelletje en
ermede ophielden. Intusschen vuurden de
Engelsche artilleristen, geleid door do
draadloos© berichten van hunnen kameraad
daarboven, een onafgebroken hagel van pro
jectielen op de vijandelijke stellingen ai'
vele moeben hem daar zelfs vlak voorbij
zijn ge\-logen. Maar fteze meteoren deerden
hem niet. Hij bestuurde hunne vlucht, leid
de hunnen gang, beschikte over hun lot.*"'
Aflossing.
In da „Vorwarts" viudt men het volgen
de j schetsje van het westelijk front:
Zij hebben volkomen dehoop opgegeven,
dat de zoo vurig verlangde aflossiDg nog eens
komen zal. Negen dagen lang zitten zij nu
reeds in de heksenketel, negen dagen en
negen nachten. Eiken dag sterk vijandelijk
vuur; slechte aanvoer zelfs van het noodzake
lijkste; geen gelegenheid zich te reinigen;
koude en vocht en gruwelijk graafwerk in bard
krijtgesteento. En geen chef, geen menseh kan
zeggen wat ons nog te wachten staat. Of het
plan bestaat ons af te lossen, wanneer, waar
heen c-n hoe lang. Men voelt zich volkomen
verlaten, totaal in den steek gelaten. Niemand
denkt er aan, dat hij zonder bevel zou bunnen
wegloopen. Ieder is bereid nit te houden.
Maar men is stomp, moede. Een soort van
wanhoop heeft zich meester gemaakt van de
meesten.
Plotseling komt ze, heel eensklaps en onver
wacht de aflossing. Het kan drie uur in
den nacht geweest zijn, toen een ordonnans
do tijding bracht: de compagnie moet zich
klaar houden, de aflossende troepen zijn reeds
onderweg.
v Hall ongeloovig hoort men do boodschap.
Maar in koortsachtig© haast maakt een ieder
zich toch klaar voor den marsch.
Maar ondertusschen gaat de tijd voorbij.
Het wordt vier, vijf uur. Geen aflossing is er
te zien of te hooren. „Wanneer ze nu niet
stond do groote club-fauteuil, waar ze samen
in gezeten hadden, driftig schoof hy hem in
een hoek. De lamp, die hij vergeten had uit te
doen, verspreidde nog haar fantastisch, droom©-
rig licht. Hij draaide haar uit en stak, met
een plof, het gaslicht aan. Toen nam hij een
boek uit de kast en begon te lezen.
Maar na een kwartier lag het boek aJs ver
geten op de t iel en voerden zijn gedachten
hem weer me© als hun willooze prooi. Ongedul
dig stond hij op en begon de kamer op en neer
te ioopen. Dat moert nu toch uit zijn hij was
toch geen kindWht hoefde hij zichzelf nutte
loos te 'pijnigen an af to tobben over dingen,
waar nu eenmaal niets aan te veranderen was
Als het kind ouder was, zou hij hem alles ver
tellen; hij zou het hem doen begrijpen als den
droevigen, onverklaarbaren gang" van het nood
lot, waaraan niemand schuld had. "Want de
jongen miest zijn moeder hoog houdenhij zou
hem nooit iets zeggen, dat aan zijn opinie over
zyu moeder afbreuk kon doen.
En plotseling viel het hem op, dat het kind
nooit over zijn moeder praatte, nu ook, in het
heel© intiemere gesprek, haar niet had ge
noemd. oelde hij met zijn fijn intuïtief, kin
derlijk gevoel, dat dit het zwakko punt was,
dat hij bij zijn vader met moest aanroeren? (if
was het toeval? Of zou zij hem verboden heb
ben over haar te spreken? O, wat tastte hij
toch in 't duister en hij zag geen enkelen weg.
om tot meer licht te geraken.
't Was hem nu niet, of hij al dagen lang
geweten had, dat er iets komen zou. Hij had
zich soinberddr en lusteloozer gevoeld dan ooii.
maar hij had het toegeschreven aan do korte,
donkere dagen, die altijd hun invloed op hem
deden gelden, die dagen van Kerstfeest en
Nieuwjaar, die zoo b:j uitstek geschikt waren
om door een nauwer aaneensluiten in intiem
gezelligen huitelijken kring de kilheid daar
buiten te vergeten en die hem altijd dubbel
zijn eenzame verlatenheid deden gevoelen. O.
hy won. dat het maar een paar dagen verder
was. Oud- en Nieuwjaar voorbij en het alie-
daagsche 6leurleven weer in zijn gewonen gang.
komt. helpt het ons niet meer. liet wordt
dadelijk licht cn dan kunnen wij niet op weg
gaan. Dan moeten w ij hier nog cm dag
blijven," zoo klinkt het.
Maar plotseling rorpt or een: „Pat! ik ge
loof, dat ik wat hoor
Werkelijk. ij hooren in de verte stappen,
vol© tegelijk. Onmiddellijk zijn allen uit de
steenkolen, dio als schuilplaats dienst doen.
Het duurt nog een poosje voor do nieuwe com
pagnie ter plaatse ia en ook dc compagnie
afgelost heeft, die boven op den heuvel <J<*
stelling bezet houdt. Dun eindelijk kunnen w
weg, half in looppas. De. niorgonseliernering i:-.
reeds te zien.
„Jk ben nieuwsgierig of wjj nog ongezien
over de heuvels komen. Ik geloof, dut wij nog
dlink vuur zullen krijgen. Misschien zijn w<5
gelukkig door do negen dugen heen gerold on.
ten slotte op weg naar do rcservestellmg w
ger.'ifikc te worden."
„Ni< t. zoo bang. wij krijgen morgennevel.
o behoeven niet zoo te rennen."
De man hooft gelijk. Met den morgen ko
men witblauw© nevels. Do vijandelijk© ar'.i:-
leric schiet wel af en toe, maar het is ecu .-.ehic-
tcn op goed geluk. De compagnie kan ongohia-
derd den marsch voortzetten én zelfs het temno
verminderen.
Na twee uur is zo roede huiten het bereik
van de vijandelijke waarneming en dun veilig
tegen artillerievuur. Even wordt er halt ge.
houden. Do compagnie stolt zich in het gelid
op en wordt geteld. Dan merkt men eorstlioe-
veir, offere deze negen dagen gekost bobben.
Bijna een derde gede«ite van de kamoraden
ontbreekt.
Voorwaarts.
Langzaam gaan we weer op weg. Wij zun
nog onder den indruk van het aftellen. li©
herinnering aan alles wat wjj moesten verdu
ren, d© ontberingen eu vermoei en ismen, do ze
nuwspanning en kwellingen laat ons niet los.
De leden zijn zwaar cn moe.
Maar langzaam breokt de zon door den ne
vel. Goud en warm sohijnt ze. En hot loven
zegevoert over den dood, de vreugde over de af
lossing is sterker d3n de droeve herinnering,
Men kijkt elkaar a33 en hier eD daar klinkt
een lachen. Hoe zien we er dan ook uit! Na
de negen dagen in vuil en krijt, zonder gele
genheid zich te wassefcen, te reinigen, te bor
stelen. te scheren. Wij lijken op molenaars met
stoppolbaarden, stuk gescheurde broeken, de
jassen vol vlekken.
Dan begint er een op zijn harmouika te spe
len. ,,0 IsabellaDe melodie is goed, niet
te vlug, geen marschtempo. Daarvoor is er
nog niet voldoende stemming, daarvoor zijn do
boenen nog te 6lap. Hier te-zint er een me©
te zingen. Daar e©n ander. Het. zingen wordt
steeds levendiger en luider. Do moeheid ver
dwijnt. Men hoort grapjes en als er een grep
pel over den weg komt, springun alleo er over,
of zij nooit moeheid gekend nebbon. Het i«
zoo heerlijk weer eens goed er af gekomen te
•ziin: achter j© te hebben, wat achter je- Ijgfe.
Niet meer or aan donken 1, Voowaaris, het le
ren tegemoet!
Straf op desertie.
De „Tira<53-eorrespondent te Parijs deelt
mede, dat een Franscli soldaat, die van het
front teruggezonden was om in een© muni
tie-fabriek te werken, 10 dagen zonder ver
lof van de fabriek wegbleef. Hij werd bij
zijn terugkeer gevangen genomen, ontsnap
te, werd weder gegrepen en voor oen krijgs
raad gebracht, die hem tot 4 jaar dwangar
beid veroordeelde.
RUSLAND.
Aan de Strypa.
LONDEN. De Times" meldt uit Pe-
trograd, dat- krijgsgevangenen eenparig
getuigen i3 afleggen van het onweer"
staanbaar kaj-aJcter van de Russische
aanvallen in Galicië en de Boekowina
en met onverholen afschuw spreken
van de Russische bajonetaanva-llen.
Onder de gevangenen zijn vele Duitecho
onderofficieren, die speciaal waren aange
wezen ora de mifcrailleurafdeelingen aan te
voeren en het loopgraafwerk te leiden.
Het Russische artillerievuur was echter zóó
overweldigend, dat de sterkste bevestigin
gen, die door Mackensens deskundigen wa-
ien opgericht, weldra verwoest waren. Aan
ie Strypa was de kanonnade zóó vreeselijk,
dat het terrein hier er uit riet alsof het door
aardschokken geteisterd is. Diepe kuilen,
afgewisseld door heuvels van opgeworpen
aarde, vermengd met draadversperringen en
Hij zou dat eens vaker doen, den jongen van
school gaan halen hij kon best een half uurtje
eeraer van het bureau weggaan als hij dat
wilde. De arme jongen! hoe benijdde hij den
vaderlcozen Piet van Doorn, die twee groot©
broers had, maar die dan ook altijd bij zien
thuis!
En weer drong zich de vraag aan hem op.
„Vader, waarom ben je niet heelemaal echt.
mijn vader?" Een heesch geluid wrong zich
op uit zijn keel. "Was het esn lach, een snik?
Waarom, mijn jongen? Omdat zij. je moeder,
het nier, wilde, omdat zij me wel missen kon in
haar leven, daarom zijn wij beiden eenzaam,
jij en ik....
Een paar dagen later 't was Oudejaars
avondzat hij aan zijn schrijftafel. Hy had
zich omringd met allerlei achterstallige corres
pondentie en hij dwong zichzelf tot schrijven.
A' dat doellooze denken a3n voorbije dingen,
aan alles wat andere had kunnen zijn, leidde
tot niets en verslapte rr.aar zijn wils- en werk
kracht. O, hij had moeilijke dagen gehad, uren
waarin het hem toescheen, dat hij volkomen
overbodig was in de wereld, waarin hij meende
den last van het leven niet langer te kunnen,
te willen dragen. Dan had hij somtijds ee:-
klein jongensportretje uit zijn portefeuille ge
nomen en had daarop zitten staren, minuten
lang. En dan was hét hem geweest of alleen
de wensch om te weten, wat er uit di: kir.d
groeien zou, hem nog aan het leven bond.
Maar nu was het weer voorbij, iiij was kal
mer, rustiger. Hij zou zijn eigen eenzaam leven
leven zoo goed hij k<m en hij zou zooveel als
maar eenigszins in zijn vermogen was, zijn jon
gen helpen. Dat zon beter gaan, naarmate bc-t
kind ouder werd. Het was nu de - moeilijkste
leeftijd, de tijd, waarop het vragen begon en
bet Ingrijpen nog zoo weinig was. Maar bij zou
zijn jongen niet alleen laten tobben; hij zou
met hem praten 3ls met een goeden kameraad,
zoodot het kind zijn vader volkomen zou gaan
vertrouwen. En hij wilde hem vaker bij zich
hebben, dan kon zij niet weïgere~
(Slot volgi.)