Ra. 222. Zondag 16 Januari 1916 Orgaan voor Leger en Vloot. ^Oorlogsnieuws. Hun kind TWEEDE JAARGANG. DE SOLDATENGOURANT ft' Al 158 DEK EEDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTEINASTRAAT 10. AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNE MENT VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS 1.50 P. DRIE M AANDEN Voor Advcrteutiën mode men zich tot onze Administratie, Palestri u ast r aat 10, Amsterdam. Prijs der Adverter.tiën per regel 30 cent. Voor Insezondvu Mede delingen op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief. By abonnement reductie. Een typisch tooneeltje aan het groote Victoria-station te Londen. Een groote menigte soldaten wordt daar onthaald door Boode-Kruiszusters. Vertrekken do militairen naar 't front op het vasteland, of keeren zij juist daarvan terug? Het doet er weinig toe, in beide gevallen genieten zij van de verfrisschingen, die hun geboden worden, van de koppen heete koffie of thee, van de limonade en andere lekkernijen. Ba verspreiding van ens blad. Wij ürengen In herinnering, dat tjroepen- can of andere oorzaak ver ons ülaa verstoken zijn, slechts een aan- vraag tot ons te richten hebben om regelmatig, driemaal per week, een pakket Soldatencouran- ten ,te ontvangop.v Nergens mag ons „Orgaan weAmer^e&^/tótitf' ontbroken. Bs toesla^ in dsn reuzi Het begint er nu inderdaad leelijk uit te zien voor Montenegro. Het sohijnt niet meer te vermijden, dat dit land der Zwarte Bergen hetzelfde lot ondergaan als .Servië. Nog lijkt 't slechts een quaestie van weken of misschien dagen en ook Montenegro is in do handen der cent/ral en, koning Nikita zal zijn verdreven en Sijn leger uitgeweken naar Albanië, als het dien weg nog uit kan, want ook do Alba- jneeaen werken blijkbaar mee aan de verovering ■yn-n dit kleinste der Europeese'ne koninkrijken. :kn OD3 vorig nummer hebbende reeds melding «mmaakt van de vermeestering van den berg Lowtsjen, dio onneembaar werd geacht en die nu den Oostenrijkers den weg opende naar Montenegro, thans komt er bericht, dat ook de berg Basgak, 1500 M. hoog, en niet meer dan 11 K.M. van Cettinje, de hoofdstad, genomen is en dat de Oosfcenrijksche kanonnen nu deze stad -bestrijken. Feitelijk is de inneeming van den Lowtsjen- herg tevens een neerlaag voor de geallieerden; de hoogte toch werd verdedigd door Fransche artillerie; de kanonnen werden indertijd aan koning Nikita gezonden. Dit is de hulp geweest, die Montenegro ontving van zijn machtige boadgenooton. Het verwachtte meer, en En- gelecke bladen meonen, dat het ook recht had meer te verwachten. Van Italië in de eerste plaats, dat het dichtst in de buurt is, welks be langen het meest bedreigd werden door verdere overwinningen der centralen in de buurt van Albanië, en welks koning getrouwd is met een dochter van den Montenegrijnschen mo- i) door AVLLLEM1NE G. A. LABBERTON. Toen., een half uurtje later de zoo bekende voordeur zich sloot achter het slanke jongens- figuurtje, en de vader alleen stond in de stillu, •donkere straat, voelde hij een ontzaglijke sr en een schrijnende droefheid vulde zijn Een krankzinnig verlangen kwam in hem op weer aan te bellen en te zien, wat daarbinnen gebeurde. Stond hij hier niet voor de gesloten deur van zijn eigen huis? Was daarbinnen niet zijn kind en ook zijn vrouw? Hoe zon zij don 'jongen ontvangen? Zou zij ook ■vragen naar heiu, of was hij inderdaad dood voor haar, zooals ze hem een3 in volle bitter heid bad toegevoegd. Hoe zou zij er uitzien? Zou zo ook veranderd zijn sinds hij haar het laatst zag, nu bijna drie jaar geleden, toen ze hern gezegd had, dat het huis te klein was voor ben beiden, dat hij er uit moest, of zij... In wilde vaart kwamen deze vragen, de oen na de ander, aanstormen cn op geen enkele wist hij een antwoord. Bh door alles heen ha- me. da en bonsde het in zijn hoofd Vader, was. om ben je toch niet heelemaal echt mijn vader?" Zonder op do richting te letten, liep hij voort mot snelle, driftige schredon en in zijn binnenste woolden en kookten de onrus tige gedachten en verlangens in lxmte menge ling dooreen. •Waarom moest het kind er voor lijdenr WAb - bij dan zoo blind en onnoozel geweest, dat bij niet begrepen had. dat dit, eons komen moflct. Dat was het, wat het kind hinderde- wat hem vreugdeloos en ouwelijk maakte; het tobde, peinsde en dacht zgn arm, klein hoofdje suf met vragen, die hij, de vader, niet eens te beantwoorden wist. Was hij dan gek geweest, Overgenomen •{rit de „Nieuwe OÜ?- narcïi. Men verwondert zioh in Engelsoho bla den, dat Italië steeds betrekkelijk, werkeloos blijft bij al wat daar in den Balkan .gebeurt. Het had toch troepen, w^¥a5h'''Eefc reserves genoeg moet hebben, naar Cattaro kunnen zenden, 't Is waar, dat daar Oosten- rijkscbe oorlogsschepen liggen, doch Italië heeft immers ook een met zeer onbelangrijk^, vloot! 't Is zeer te betwijfelen, of kor^ag'Nikita' hu nog tijdig hulp zal krijgen, of hij ook niet spoedig zijn land- -zal moeten verlaten evenals koning Peter. Zijn leger zou zich dan hij do nog overgeble ven Servische troepen op Korfoe kunnen voe gen. Want dit is weer'wat nieuws; de geallieer den hebben dit Grieksche eiland bezet en de Fransche vlag wappert van het Aehilleion, de prachtige bezitting van den Duitschen keizeT daar. Weer een inbreuk op de neutraliteit van van Griekenland? Zooals men 't nemen wil. Griekenland protesteert, maar de Entente-rao- gendheden zeggen, dat het zioh niet bezorgd behoeft to maken: de bezetting is slechts zeer tijdelijk. De Servische troepen zullen uit Al banië op dit eiland worden overgébraïoht om daarna naar Salonika vervoerd tcrivorden. Het was niet anders mogelijk om de Servische troe pen te redden en nood breekt wet. Griekenland protesteert, maar daar zal het waarschijnlijk wel bij blijven. Zooals het er bij gebleven is, toen Griekenland protesteerde tegen de landing van troepen van geallieerden te Salonïki, tegen de bezetting en versterking dier havenplaats, tegen de arrestatie der con suls bij zijn regeering geaccrediteerd. We hoo- ren daar verder niets van en zoo zullen we ook verder wel niets hooren van het protest tegen de bezetting van Korfoe. Griekenland zit nu in het schuitje, waarin het zelf is gaan zitten en dat het- nu niet meer kan verlaten. Het is wel treurig, dat een regeering, die haar volk zoo gaarne buiten den oorlog wil houden, dat alleen op die wijze kan doen Er is nu haast geen twijfel meer aan, of En geland zal weiara 't zoo lang verfoeide beginsel van gedwongen dienstplicht hebben ingevoerd. Ook in tweede lezing heeft het Lagerhuis het dienstplicht-ontwerp aangenomen, nu met veel grooter meerderheid nog, er waren slechts 39 tegen-stemmers. Meer nog: het is zelfs aan den eersten mi nister Asquith gelukt ook de leiders der arbeiders in zijn kabinet vast te houden. Tegen ecnige concessies? Dat zal .Wijken bij de derde on laatste lezingdat het ontwerp ook daarbij zal worden aangenomen, is reeds zoo goed als zeker. En dan heeft nog alleen het Hoogerhuis c-r over te oordeel enOok de tegenstand in at~ beiderskringen verflauwt blijkbaar. De mijn werkers in Zuid-Wales blijven er zich nog begon verzetten, maar zrj zullen niet tot sta lling overgaan, tenzij de mïjnwerkersfederatic des lands daarmee instemt. En die zal dat zeker niet doen. Op baar vergadering van Donderdag te Londen tooli heeft deze njet alge- meene stemmen .besloten zich te verzetten tegen bet dienstplicht-wetsontwerp, maar de federa tie zal toch niet verder optreden, zoodra het ontwerp tot- wet zal zijn verheven. ENGELAND. De Dienstplichtwet. LOKDEN. Het Lagerhuis nam de tweede lezing de diensfcp'liclitwet met 431 tegen. 39 stemmen aan. (Bij de stemming over de eerste lezing was de minderheid 105 stemmen. Red.) LONDEN. De stemming in het Lager huis over de dienstplichtwet had plaats te midden van tooneelen van luidruchtige geestdrift. LONDEN. De ministers, behoorende tot de arbeiderspartij (de heeren Henderson, Brace en Roberts), hebben hun ontslagaan vrage ingetrokken. De mijnwerkers in Zuid-Wales en de dienstplicht. LONDEN. De mijuwerkersbond van Zuid- Wales hield.Woen.sdag 'n vergadering te Car diff, Met groote meerderheid werd een mo tie tegen de dienstplichtwet aangenomen. Een motie om een nationale staking af te kondigen, om dit besluit kracht bij te zet ten, werd eveneens aangenomen, maar te vens werd besloten, dat eerst een stemming onder de mijnwerkers van het geheele land hierover zal worden gehouden. Men merkt op dat dit besluit van een algemeene staking practised van weinig be lang e, daar de extremisten van Zuid-Wa les gewoonlijk zelden hun advies door de mijnwerkers elders gevolgd zien. FRANKRIJK. Van het Westelijk Ooriogèterrein. PARIJS- Hevig bombardement bij Rijs- sel: Duitsdhe loopgraven en onderkomens werden vernield. Een Diiiteeh •regiment, werd bij het binnenrukken van Roye onder vuur genomen,. Een Duitsdhe 10 e.M. bat terij op liet plateau, van Vouelere werd tot zwijgen gebracht. Kleinere operaties in Champagne en de Argonne. LONDEN. Het hoofdkwartier rappor teert: De vijand liet een mijn ontploffen bij Givenehygevolgd door een bomaanval, welke werd afgeslagen. Vandaag eenige be schieting van Givenehy, maar over het ge heel was de dag rustig. Vier van onze vlieg tuigen, die gisteren opstegen, zijn niet te ruggekeerd. De gevochten op den Hartmannsweilerkopf. Een ooggetuige van de jongste gevechten om den Hartmannsweilerkopf schrijft aan de „Köinische Zeit-ung" Pat waren zware dagen, die wij achter ons hebben. Dagen, die voor jaren tellen. En nog nooit in dezen oorlog heeft het geschut in den Boven-Elzas zoo sterk gedonderd als in deze Kerstdagen. Wij, die den Boven-Elzas kennen en reeds menig moeilijk gevecht hier te leve ren hadden, wisten, dat er nog warme dagen zouden komen, want wij kennen de Franschen en zijn 'er vast van overtuigd, dat zij alles er op zetten zullen om hier voordeel te behalen En daarom vermoedden wijdat de Fran schen ons met Kerstmis een bijzondere verras sing zouden bereiden. In het vorige jaar was het nét zoo gegaan. Weken lang reeds hadden onze posten op den straatweg van Thann een levendig wagen- verkeer opgemerkt en weken te voren merkten wij uit verschillende teekenen, wat ons te wachten stond. Waarop de aanval gericht zou worden, op onze stellingen op de helling van .dc-n berg of op den top van deq, Hartmanns weilerkopf, dat wisten wij niet Den 21en December 's morgens, vroeger dus dan wij gedacht hadden, begon het. De Fran schen schoten dadelijk zoo hevig, als wij het in den Elzas nooit gehoord hadden. En alle pro jectielen waren gericht óp den top van den bêrg. Wij werden beschoten door kleinere pro jectielen en kregen het afval van de zware stukken, die van de top taf el rolden. Ten één -•uur 's middags kwamen de groote en grootste I brommers echter ook naar ons toegevlogen en nu moesten wij toonen of wij in de maanden van stom en verbitterd wachten in onze loop graven vuurvast geworden waren. Wij hebben do vuurproef doorstaan, want toen do Franschen om drie'uur den storm aanval begonnen, vonden zij ous gereed hen te ontvangen. Xiettegestaande onze loopgraven het heel erg te verduren gehad hadden en er deerlijk gehavend uitzagen. Zoodra de posten het eerste alarm gaven, renden allen uit de schuilplaatsen, waarin zij uren lang gewacht hadden en in ongelooflijken korten tijd was de stelling bezet. Het was hoog tijd, want do Franschen kwamen al heel dicht bij. Onze machinegeweren knetterden, onze geweren knalden, handgranaten ontploften in de ge lederen va-n don vijand. Do eerete vijandelijke gelederen wierpen zich op den grond en de ge lederen daarachter konden niet goed verder. Hoeveel moeite de Franschen ook deden, zij kwamen niet over onze draad versperring. Zij moesten terug, achtervolgd door ons vuur. De eerste aanval op onze stelling was gelukkig afgeslagen. Maar op den top van den Hart mannsweilerkopf, waarom al zoo vaak gevoch ten is, zag het er heel kwaad uit. Sedert het middaguur schoten de Franschen met een ongekende woede. De berg stond in vuur cn vlam en rook. Met reuzenvuisten trommelden de granaten op de rotsen van den berg, ver nielden de loopgraven on schuilplaatsen, ver scheurden de enkele boomstompen, die nog op den top stonden en slingerden rotsblokken, hout en aarde huizenhoog in de rookende, dam pende lucht. Wij dachten mot schrik en angst aan de mannen daarboven. Daar was het een hel en liet moest niet mogelijk zijn het in dezen vulkaan uit te houden. Niettegenstaande onze artillerie volkomen jhaar plicht deed en de Fransche stellingen be- .hoorlijk beschoot, wisten wij, dat de berg voor ons verloren was, want de vijand had zijn voor bereidingen te good getroffen en slingerde te 'veel projectielen naar den top. Maar even zeker wisten we, dat deze vreugde van niet to langen dunr zou zijn, dat wij den top zouden i terugkrijgen. En terwijl hij ons de tegenaanval reeds begon, terwijl de Franschen reeds woe dend renden tegen onze stellingen, woedde daarboven nog steeds het wilde artilleriege- tyofh t, 'tromwcJcrn de Fransche kanonnen nog steeds hun versehrikkeliïkeh doodsmarsch. Toen wij den vijand teruggeslagen hadden en het geweer uit de hand legden cm de spade te nomen, hield ook daarboven plotseling het vuren op. Wij hoorden schreeuwen en begrepen, dat de Fransehen nu hun hoofdaanval zouden doen op den top. Wij keken naar den top, die bijna geheel in kruitdamp gehuld was. hoorden liet razende infanterievuur en het rollend bra ken van da handgranaten. De onzen boden tegenstand, leefden dus nog. Dat was ten minste een kleine troost. Doch langzamerhand merkten wij, dat de vijand terrein won, dat de onzen teruggingen, en dat de berg voor van daag verloren was. Intusschen deden de Fran-' sollen weer een aanval op onze stellingen. Tot diep in den nacht werd er gevochten. Doch wij sloegen de Franschen terug, die dien dag niets ouders veroverd hadden dan den top van den Hartmannsweilerkopf. üoeveel regimenten aan dezen aanval deel genomen hebben, kan ik niet zeggen. In elk geval een keele reeks. Alleen tegen onze stel ling tornden drie regimenten on. En niets dan jonge troepen, mooie, krachtige kerels, die nu stil en stom voor onze draadversperringen lagen. Zij hadden dapper gevochten, de Fran schen, heel dapper Den geheelen nacht moesten wij graven en versterken en toen de morgen aanbrak zagen onze loopgraven er weer eenigszins als loopgra ven uit. En toen begon onze tegenaanval, de tegenaanval, waarop wij gerekend hadden en reeds uren lang wachtten. Weer donderde het geechut, maar nu hadden de onzen het groote woord, ditmaal vielen wij aan. Weer hulde de bepg zich in vuur en rook en nog terwijl onze artillerie schoot, et-ormden de dappere regimen ten van een brigade naar den vijand. En wederom hadden ook wij een hevig vuur te verduren, vielen onze loopgraven en 6ehuil- dat hij niet begrepen had, dat het kleine jon getje van nog geen vijf jaar, aan wien men met een praatje vaders weggaan uit huis had ver klaard. grooter werd en begrijpen wilde? Arme BobI Hoe weinig had hij hem tevreden kun nen stellen. En had het kind geen gelijk? Alsof het voldoende was genoeg geld to ver schaffen voor onderhoud en kleeren en onder wijs, terwijl de kleine jongen in het grttote huis eiken dag zijn vader miste! Waarom ben je niet heelemaal echt mijn vader?" Hij voelde de groote, verstandige oogen stil ver wijtend op zich gericht en een kreunende snik welde op in zijn keel. .Ja,, waarom? Hij had het zeker niet zoo gewild. En van het kind sprongen de gedachten over op de moeder, de vrouw, die hij eens had Liefgehad. Eens? Was het dan werkelijk ook in ham dood en voorbij? Och neen, dat was eigenlijk nog bet ergste, dat er oogenblikken waren, waarin hij zoo hevig naar haar ver langen kon, nu vooral weer in den laatsten tjjd, oogenblikken, waarin hij alles vergat, j wat zij hem ooit had aangedaan en alleen maai- snakte naar haar liefde. Maar zij had hem niet meer noodig ze had hem van zich gesbooten en hem nooit weer teruggeroepen. O, hoe had hij daarop zitten wachten, den eersten tjjd na hun uit-olkander gaan. Hij had niet kunnen, niet willen gelooven. dat het wer kelijk voorgoed zou zijn; ze was overspannen; na een tijd van rust en alleen-zijn zou ze wel tot het besef komen v-rkeerd gehandeld te hebben, zoo had hij zichzelf wijsgemaakt. En hij wachtte, in afwisselende stemmingen, nu oens hoopvol en vertrouwend, dan weer onge duldig en bitter. Maar de tijd verliep, do eene maand na de andere verstreek, zonder dat hij iets van haar hoopdo. Elke drie maanden, als hij haar zijn ruime toelage gezonden, had, ontving hij een kool-beleefd, zakelijk briefjo als dankbetuiging, maar het woord, waarnaar hij snakte het enkele woord, dat 'lem tot haar terugroepen zou, sprak zij nóóit. En zoo had hij den moed opgegeven en was langzamerhand geworden de stille, eenzelvige. man, die hij nu was, die van het leven niet andere had dan zijn werk en, af en toe, zijn kind. Ach, hoe anders had hij zich vroeger dit alles gedroomd! En zijn gedachten gingen terug naar den korten tijd vóór hun huwelijk, teen zij in elkander opgingen, toen het gansche leven nog voor hen lag als één stralende heerlijkheid. Waren wel ooit twee menschen met zooveel goeden moed en zulke hooge verwachtingen begonnen, als zij? Of was dit alles alleen maar in zijn ziel geweest en had hij, als vanzelfsprekend, het ook maar verondersteld in de hare? Had hij misschien meer van haar geëisoht, dan zjj te geven had en had dit haar prikkelbaar en ecberp en humeurig, en hem dan weer driftig en ja ook wel eens hard en cynisch ge maakt? Waarom kwam het rijper inzicht der kalme bezadigdheid meestal te laat in der menschen leven, als er niets meer mee goed te maken was? Een paar jaar na de geboorte van kleinen Bob was het begonnen. Hij merkte het aan al les; aan den glans van haar oogen, aan den klank van haar stem, aan de onwillekeurige afwijzende beweging, als hjj haar naderde, aan haar minder-verzorgde kleeding, o, aan dui zenderlei kleinigheden, er was iets in haar aan het veranderen. En met klimmende onrust sloeg hij haar gade, voortdurend trachtend zichzelf te misleiden met allerlei drogredenee- ringen, terwijl hij toch diep in zich met pijn lijke zekerheid wist: het is voorbij; ze heeft me niet meer lief. En steeds erger was het geworden, toen ze met koude onverschilligheid begon hem te vorwaarloozen, en hem niet alleen, maar ook i hun kennissen, haar huishouding en ook het kind. Toen waren de driftbuien «y hem opgekomen, on er waren scènes voorge.vallen, die hen steeds verder van elkaar verwijderden en hem vervulden van een diep-droevigen wee- moed. Tot plots, op een dag, dat hij haar juist wat gewoner en rustiger had gevonden, zij b:j j hem gekomen was en hem gezegd had, dat i zij van hem af wilde; ze kon dit leven zoo niet langer uithouden, ze wild© vrij zijn. Maar en hier had haar stem gehaperd, en hij her innerde zich, dat het hem in al zijn ellende nog goed deed te zien, dat haar gevoel toch niet gansch gestorven was het kind moest hij haar laten, dat wilde zij niet missen. Hethad hem verpletterd, gebroken. Wat er ook geweest was. hieraan had hij nooit ge dacht, en hij had haar gevraagd hem alleen te laten. Alleen, toen zij de kamer wilde verla ten, was er een gedachte als een verzengende bliksemstraal in zijn denken gevallen, en hij had haar teruggeroepen én gevraagd, ruw, stootend: of er een ander was? Verwonderd had ze hem aangezien, maar geantwoord had- ze niet en ze had hem alleen gelaten met zijn wanhoop en vertwijfeling. Had hij er achteraf toch niet goed aan ge daan. dat hij den volgenden morgen het huis verlaten had, om er nooit weer in terug te kee ren? Had hij haar misschien het kind niet moe ten laten, om haar zóó te dwingen? Maar wat uad hij er aan haar te plagen en te pijnigen naar liefde kreeg hij hiermee niet terug- Hoe kon hij langer wenschcn bij haar te zijn, als hij een voortdurende kwelling voor haar was! En hot kind? Wat moest hij op zijn eenzame ka mers beginnen met zoo'n kleinen jongen; was die niet het best bij de moeder? Ze hadden schriftelijk de enkele dingen geregeld, die er te regelen warendat was niet moeilijk ge weest. Toen ze maar eenmaal van elkaar af waren, scheen alles veel eenvoudiger en ge makkelijker. En toch nu. na zooveel jaren, twijfelde hij weer. Had hij wel goed gedaan? Hij had gemeend, dat de tijd de moeilijkheden zou ver sachten, en hij merkte nu, dat ze integendeel verdubbeld werden, nu ook hun klein, onschul dig kind er zijn deel van te dragen kregg. Met een ruk stond hij plotseling stil voor de denr van zijn woning. Hoe hij er eigenlijk ge komen was, wist hij niet. Hij stak den sleutel in het slot, liep de trap op en opende de deur van zijn kamer. Alles ademde hier nog de tegenwoordigheid van het kind. Bij den haard plaatsen tot puin. stormde de Fransche infan- terio in wilde woede naar onze stellingen, om door een tegenoffensief onzen aanval te stui ten. En wed.rom worden zij afgeslagen, met zware verliezen. Met vreugde zien wij, dat de borg spoedig weer in on20 handen zijn zal, want de Fran- fchon weken overal terug. En nu, terwijl ik dit schrijf, is de gebccle stelling weer in ons bezit, zijn wij hoer cn meester van den berg. Een Engeische vlieger in actie. Een bijzondere correspondent, van de „Times" bij.het Engelscho hoofdkwartier geeft do volgende beschrijving van den ar beid der Engelsche vliegers: „Wij hebben hier de laatste dagen bijna voortdurend krachtigen wind gehad en een dezer dagen, toen het nog wat sterker woei dan gewoonlijk en de lage wolken snel voort joegen, zag ik een vlieger boven do linies, die daar iu die hevige luchtstrooming zoo zeker <-u vol zelfvertrouwen bewoog, als ware hij een machtige vogel. Soms bleef hij, den kop vooruit, tegen den stroom/rus ten, stilligen, even vast alsof zijne draag vlakken leefden en veeren hadden. Nu eens vloog hij dwars door de bries, steeg hij in spiralen, schoot hij met den wind mede als een zwarte streep, draaide weer en kwam op zijn waarnemingspunt teiug. Al dien tijd, dat wij hem met de oogen volgden, letten wij ook op de pogingen der Duitsche artillerie om hem neer te schieten. Soms, als hij dicht bij de Duitsche linies -kwam, verscheen er vlak bij hem een zwarte stip. Het was dan vaak moeilijk, den vlie ger van de rookwolk te onderscheiden. Maar dan werd de vlek weer grooter en zagen wij onzen vlieger weer van richting veranderen- Dan vormden zich spoedig weer ronde wolkjes om hom heen, tot de vlieger, die nu weer koers zette naar onze linies, als met slingers versierd leek. Toen bij bijna over de plaats heenvloog, waar wij bij eenige ruïnes van huizen naar hem opkekeD maar, voorzichtig als bij was, toch een eind bijzijden blijvend, omdat hij wist wat er onder hem was opende een ander kanon heb vuur op hem. Vlak onder de Engelsche machine zagen wij een vlam, toeu rook en daarna hoorden wij een geluid als van een luchtpijl, die uiteen barst. Ten slotte vloog hij, nog altijd kalm en zeker, te midden van honderden van die zwarte en grijze rookballen, tot de Duit- schers genoeg hadden van het spelletje en ermede ophielden. Intusschen vuurden de Engelsche artilleristen, geleid door do draadloos© berichten van hunnen kameraad daarboven, een onafgebroken hagel van pro jectielen op de vijandelijke stellingen ai' vele moeben hem daar zelfs vlak voorbij zijn ge\-logen. Maar fteze meteoren deerden hem niet. Hij bestuurde hunne vlucht, leid de hunnen gang, beschikte over hun lot.*"' Aflossing. In da „Vorwarts" viudt men het volgen de j schetsje van het westelijk front: Zij hebben volkomen dehoop opgegeven, dat de zoo vurig verlangde aflossiDg nog eens komen zal. Negen dagen lang zitten zij nu reeds in de heksenketel, negen dagen en negen nachten. Eiken dag sterk vijandelijk vuur; slechte aanvoer zelfs van het noodzake lijkste; geen gelegenheid zich te reinigen; koude en vocht en gruwelijk graafwerk in bard krijtgesteento. En geen chef, geen menseh kan zeggen wat ons nog te wachten staat. Of het plan bestaat ons af te lossen, wanneer, waar heen c-n hoe lang. Men voelt zich volkomen verlaten, totaal in den steek gelaten. Niemand denkt er aan, dat hij zonder bevel zou bunnen wegloopen. Ieder is bereid nit te houden. Maar men is stomp, moede. Een soort van wanhoop heeft zich meester gemaakt van de meesten. Plotseling komt ze, heel eensklaps en onver wacht de aflossing. Het kan drie uur in den nacht geweest zijn, toen een ordonnans do tijding bracht: de compagnie moet zich klaar houden, de aflossende troepen zijn reeds onderweg. v Hall ongeloovig hoort men do boodschap. Maar in koortsachtig© haast maakt een ieder zich toch klaar voor den marsch. Maar ondertusschen gaat de tijd voorbij. Het wordt vier, vijf uur. Geen aflossing is er te zien of te hooren. „Wanneer ze nu niet stond do groote club-fauteuil, waar ze samen in gezeten hadden, driftig schoof hy hem in een hoek. De lamp, die hij vergeten had uit te doen, verspreidde nog haar fantastisch, droom©- rig licht. Hij draaide haar uit en stak, met een plof, het gaslicht aan. Toen nam hij een boek uit de kast en begon te lezen. Maar na een kwartier lag het boek aJs ver geten op de t iel en voerden zijn gedachten hem weer me© als hun willooze prooi. Ongedul dig stond hij op en begon de kamer op en neer te ioopen. Dat moert nu toch uit zijn hij was toch geen kindWht hoefde hij zichzelf nutte loos te 'pijnigen an af to tobben over dingen, waar nu eenmaal niets aan te veranderen was Als het kind ouder was, zou hij hem alles ver tellen; hij zou het hem doen begrijpen als den droevigen, onverklaarbaren gang" van het nood lot, waaraan niemand schuld had. "Want de jongen miest zijn moeder hoog houdenhij zou hem nooit iets zeggen, dat aan zijn opinie over zyu moeder afbreuk kon doen. En plotseling viel het hem op, dat het kind nooit over zijn moeder praatte, nu ook, in het heel© intiemere gesprek, haar niet had ge noemd. oelde hij met zijn fijn intuïtief, kin derlijk gevoel, dat dit het zwakko punt was, dat hij bij zijn vader met moest aanroeren? (if was het toeval? Of zou zij hem verboden heb ben over haar te spreken? O, wat tastte hij toch in 't duister en hij zag geen enkelen weg. om tot meer licht te geraken. 't Was hem nu niet, of hij al dagen lang geweten had, dat er iets komen zou. Hij had zich soinberddr en lusteloozer gevoeld dan ooii. maar hij had het toegeschreven aan do korte, donkere dagen, die altijd hun invloed op hem deden gelden, die dagen van Kerstfeest en Nieuwjaar, die zoo b:j uitstek geschikt waren om door een nauwer aaneensluiten in intiem gezelligen huitelijken kring de kilheid daar buiten te vergeten en die hem altijd dubbel zijn eenzame verlatenheid deden gevoelen. O. hy won. dat het maar een paar dagen verder was. Oud- en Nieuwjaar voorbij en het alie- daagsche 6leurleven weer in zijn gewonen gang. komt. helpt het ons niet meer. liet wordt dadelijk licht cn dan kunnen wij niet op weg gaan. Dan moeten w ij hier nog cm dag blijven," zoo klinkt het. Maar plotseling rorpt or een: „Pat! ik ge loof, dat ik wat hoor Werkelijk. ij hooren in de verte stappen, vol© tegelijk. Onmiddellijk zijn allen uit de steenkolen, dio als schuilplaats dienst doen. Het duurt nog een poosje voor do nieuwe com pagnie ter plaatse ia en ook dc compagnie afgelost heeft, die boven op den heuvel <J<* stelling bezet houdt. Dun eindelijk kunnen w weg, half in looppas. De. niorgonseliernering i:-. reeds te zien. „Jk ben nieuwsgierig of wjj nog ongezien over de heuvels komen. Ik geloof, dut wij nog dlink vuur zullen krijgen. Misschien zijn w<5 gelukkig door do negen dugen heen gerold on. ten slotte op weg naar do rcservestellmg w ger.'ifikc te worden." „Ni< t. zoo bang. wij krijgen morgennevel. o behoeven niet zoo te rennen." De man hooft gelijk. Met den morgen ko men witblauw© nevels. Do vijandelijk© ar'.i:- leric schiet wel af en toe, maar het is ecu .-.ehic- tcn op goed geluk. De compagnie kan ongohia- derd den marsch voortzetten én zelfs het temno verminderen. Na twee uur is zo roede huiten het bereik van de vijandelijke waarneming en dun veilig tegen artillerievuur. Even wordt er halt ge. houden. Do compagnie stolt zich in het gelid op en wordt geteld. Dan merkt men eorstlioe- veir, offere deze negen dagen gekost bobben. Bijna een derde gede«ite van de kamoraden ontbreekt. Voorwaarts. Langzaam gaan we weer op weg. Wij zun nog onder den indruk van het aftellen. li© herinnering aan alles wat wjj moesten verdu ren, d© ontberingen eu vermoei en ismen, do ze nuwspanning en kwellingen laat ons niet los. De leden zijn zwaar cn moe. Maar langzaam breokt de zon door den ne vel. Goud en warm sohijnt ze. En hot loven zegevoert over den dood, de vreugde over de af lossing is sterker d3n de droeve herinnering, Men kijkt elkaar a33 en hier eD daar klinkt een lachen. Hoe zien we er dan ook uit! Na de negen dagen in vuil en krijt, zonder gele genheid zich te wassefcen, te reinigen, te bor stelen. te scheren. Wij lijken op molenaars met stoppolbaarden, stuk gescheurde broeken, de jassen vol vlekken. Dan begint er een op zijn harmouika te spe len. ,,0 IsabellaDe melodie is goed, niet te vlug, geen marschtempo. Daarvoor is er nog niet voldoende stemming, daarvoor zijn do boenen nog te 6lap. Hier te-zint er een me© te zingen. Daar e©n ander. Het. zingen wordt steeds levendiger en luider. Do moeheid ver dwijnt. Men hoort grapjes en als er een grep pel over den weg komt, springun alleo er over, of zij nooit moeheid gekend nebbon. Het i« zoo heerlijk weer eens goed er af gekomen te •ziin: achter j© te hebben, wat achter je- Ijgfe. Niet meer or aan donken 1, Voowaaris, het le ren tegemoet! Straf op desertie. De „Tira<53-eorrespondent te Parijs deelt mede, dat een Franscli soldaat, die van het front teruggezonden was om in een© muni tie-fabriek te werken, 10 dagen zonder ver lof van de fabriek wegbleef. Hij werd bij zijn terugkeer gevangen genomen, ontsnap te, werd weder gegrepen en voor oen krijgs raad gebracht, die hem tot 4 jaar dwangar beid veroordeelde. RUSLAND. Aan de Strypa. LONDEN. De Times" meldt uit Pe- trograd, dat- krijgsgevangenen eenparig getuigen i3 afleggen van het onweer" staanbaar kaj-aJcter van de Russische aanvallen in Galicië en de Boekowina en met onverholen afschuw spreken van de Russische bajonetaanva-llen. Onder de gevangenen zijn vele Duitecho onderofficieren, die speciaal waren aange wezen ora de mifcrailleurafdeelingen aan te voeren en het loopgraafwerk te leiden. Het Russische artillerievuur was echter zóó overweldigend, dat de sterkste bevestigin gen, die door Mackensens deskundigen wa- ien opgericht, weldra verwoest waren. Aan ie Strypa was de kanonnade zóó vreeselijk, dat het terrein hier er uit riet alsof het door aardschokken geteisterd is. Diepe kuilen, afgewisseld door heuvels van opgeworpen aarde, vermengd met draadversperringen en Hij zou dat eens vaker doen, den jongen van school gaan halen hij kon best een half uurtje eeraer van het bureau weggaan als hij dat wilde. De arme jongen! hoe benijdde hij den vaderlcozen Piet van Doorn, die twee groot© broers had, maar die dan ook altijd bij zien thuis! En weer drong zich de vraag aan hem op. „Vader, waarom ben je niet heelemaal echt. mijn vader?" Een heesch geluid wrong zich op uit zijn keel. "Was het esn lach, een snik? Waarom, mijn jongen? Omdat zij. je moeder, het nier, wilde, omdat zij me wel missen kon in haar leven, daarom zijn wij beiden eenzaam, jij en ik.... Een paar dagen later 't was Oudejaars avondzat hij aan zijn schrijftafel. Hy had zich omringd met allerlei achterstallige corres pondentie en hij dwong zichzelf tot schrijven. A' dat doellooze denken a3n voorbije dingen, aan alles wat andere had kunnen zijn, leidde tot niets en verslapte rr.aar zijn wils- en werk kracht. O, hij had moeilijke dagen gehad, uren waarin het hem toescheen, dat hij volkomen overbodig was in de wereld, waarin hij meende den last van het leven niet langer te kunnen, te willen dragen. Dan had hij somtijds ee:- klein jongensportretje uit zijn portefeuille ge nomen en had daarop zitten staren, minuten lang. En dan was hét hem geweest of alleen de wensch om te weten, wat er uit di: kir.d groeien zou, hem nog aan het leven bond. Maar nu was het weer voorbij, iiij was kal mer, rustiger. Hij zou zijn eigen eenzaam leven leven zoo goed hij k<m en hij zou zooveel als maar eenigszins in zijn vermogen was, zijn jon gen helpen. Dat zon beter gaan, naarmate bc-t kind ouder werd. Het was nu de - moeilijkste leeftijd, de tijd, waarop het vragen begon en bet Ingrijpen nog zoo weinig was. Maar bij zou zijn jongen niet alleen laten tobben; hij zou met hem praten 3ls met een goeden kameraad, zoodot het kind zijn vader volkomen zou gaan vertrouwen. En hij wilde hem vaker bij zich hebben, dan kon zij niet weïgere~ (Slot volgi.)

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 1