Sarinezaken. Correspondentie. Gezellige Winteravond-spelen. Uit Leger en Vloot. P"E! gocxjATElXTOOtmA JJT -y-etxi Wöensciag a. Q Jarixagiyi 191G Schriftelijk beantwoorde vragen, Schieten op een aufcó. Vragen van den heer Bogaardt, betreffende feet schieten door een militaire wacht op eena automobiel. In den avond van 2 December jl. zijn door de militaire wacht, die in den loop van dien dag voor de eerste maal bij het Liesbosch (ge meente Princenhage, op ettelijke uren gaans van de Belgische grens) is geplaatst, 'vijf scho ten gelost op een van Etten (N.-B.) naar Bre da rijdende auto, vóór- en nadat deze de wacht is gepasseerd, met het gevolg, dat twee der in- jsittenden vrij ernstig zijn gewond. Naar aanleiding van dit feit heeft do heer iBogaardt de volgende vragen tot den Minister trail Oorlog gericht r lo. Is de Minister bereid naar heb gebeurde een onderzoek te doen instellen en het resultaat daarvan aan dc Kamer roede te deelen? 2o. Acht de Minister het niet wensehelijk, dat aan de, door de militaire overheid in het in staat van beleg verklaard gebied noodig ge achte maatregelen, welke de veiligheid en het leven van rustige burgers in gevaar kunnen brengen, tijdig bekendheid wordt gegeven? Zoo ja, ia dit in casu geschied? 3o. Zijn er, ook zonder gebruikmaking van "Vuurwapenen., geen andere, meer doeltreffende maatregelen te nemen om auto-bestuurders tot 6toppen 'te waarschuwen dan het zwaaien met een fietslantaarn, wat zoo gemakkelijk den autobestuurder op een dwaalspoor kan brengen? Antwoord van den beer Bosboom, Minister [ran Oorlog. (Ingezonden 7 Januari 1916.) lo. De Minister heeft naar het gebeurde feen onderzoek doen instellen, hetwelk het hier Volgende 'resultaat heeft opgeleverd; In verband met berichten omtrent smokke larij gelastte de betrokken brigade-commandant in den namiddag van 2 December 1915 staan- do patrouilles te plaatsen, o. a. aan den west rand van het Liesboscll; één der patrouilles werd uitgezet aan den zuid-westelijken hoek van genoemd bosch aan den straatweg Etfcen- Breda. Opdracht werd verstrekt het vervoer van artikelen te controleeren, in hét bijzonder voor wat betreft die uit het complex Etien- Leur in zuid-oostelijke richting. De commandant van de daar opgestelde pa trouille, een sergeant, zette na aankomst ter plaatse één man op post aan den straatweg met opdracht alle voer- en rijtuigen komende uit de richting Etten, aan te houden. De sergeant hield zich met de overig© 3 manschappen van de patrouille in het bij het punt van opstelling gelegen café Liesbosch gereed om, na waar schuwing door den sohildwacht (post), de door dezen aangehouden voertuigen enz. te onder zoeken. Het was dien avond een weinig mistig. Omstreeks 8.30 in den avond zag de posteen auto aankomen uit de richting Etten. Niet in het bezit zijnde van de voorgeschreven lantaarn met roodgeverfd glas, had hij van zijn voorgan ger, dien hij te 8 uur namiddags op post- had vervangen, oen lantaarn, welke wit lioht gaf, entvangen. Do post plaatste zich vroegtijdig midden op den weg en riep eenige malen luidkeels ,,halt" volgens een ooggetuige, bewoner van liet café Lirebosch, die zich vóór genoemd huis op plm. 8 M. van den post ophield, zou de auto, die in matigen gang reed, op dat oogenblik nog 100 a ISO M. van den post Verwijderd zijn geweest. De 'auto reed echter in denzelfden gang door; toen de-auto tot op 10 a 15 M. genaderd was (vorenbedoelde ooggetuige noemt 20 a 25 M., ïnaar heeft beweerd in ieder geval op zoodani ge-n afstand, dat de schildwacht in den licht bundel vaii dé autolantaarns stond) begaf de post zich naar het rijwielpad linies van den weg en riep hij, toen het voorste gedeelte der auto passeerde, nog eenmaal luidkeels ,,lialt". Do post beweert, dat hij, te gelijk met het aan roepen. tevens met zijn lantaarn gezwaaid heeft, licht gevende naar de zijde van de auto, een bewering, die door meergenoemden oogge tuige niet kan worden bevestigd, richtende, op de banden, de laatste 3 .zonder bepaald te richten. Do patrouille-commandant kwam, de schoten hoorende, naar buiten en begaf zich terwijl hij den schildwacht, die in hét bezit was van de reeds genoemde lan taarn, op zijn post liet staan met 3 man naar de auto, die inmiddels had stilgehouden. Twee der inzittende personen waren gekwetst. De autobestuurder en de 3 inzittende heeren Verklaren allen het aanroepen van den pest niet te hebben gehoord en evenmin den sch id- - vacht op den weg te hebben zien staan. De autobestuurder meent, dat hij dien avond niet verder dan 10 M. op den weg kon zien; was evenwel do post van een rooae lant iam voor zien geweest, dan zou hij die, volgens 'rijn zeg gen, zeker hebben opgemerkt. Dat genoemde bestuurder den post zelf niet ontdekt, heeft, zou-to verklaren zijn uit het feit, dat hij, om den weg goed te houden, in hoofdzaak heeft gelet op do rechts van den straatweg liggende tramrail. De patrouille-commandant heeft verzuimd den gekwetsten lieer en do verbandpakjes aan te bieden, waarvan hij en de manschappen der patrouille voorzien waren; hij was, naar hij verklaarde, zoo zeer onder den indruk van het gebeurde, dat hij daaraan, niet heeft gedacht. Na het voorgevallene heeft de auto haar weg vervolgd om tc Princenhage geneeskun dige hulp in te roepen. Het is later gebleken, dat de patrouille- commandant. niet behoorlijk op de hoogte was van do bevelen welke bestaan ten opzichte van •het aanhouden van automobielen, waarbij het gebruik van een rood licht gevende lantaarn is 'voorgeschreven. Aan dengene, die voor hot niet nakomen der bedoelde bevelen aansprakelijk moet wor den gesteld, is deswege de groote ontevreden heid van den brigade-commandant kenbaar gemaakt. Van het gebeurde is door de marechaussee proces-verbaal opgemaakt, waarbij ook de autobestuurder en do 3 in de auto zittende 'heeren zijn .gehoord. Dit proces-verbaal ds gesteld in handen van do justitie. Het komt den auditeur-militair in het dorde militaire arrondissement niet gerecht vaardigd voor ter zake een strafvervolging in te stellen. 2o. Voorafgaande bekendmaking van alle tnoodig geachte maatregelen kan niet altijd plaats vinden. In sommige gevallen, zooals bij de bestrijding van- den smokkelhandelzou Zoodanige bekendmaking bet beoogde doel veelal doen missen. De fout bij het onderwer- pelijke geval zit dan ook niet in het niet voora£_ bekend maken van den maatregel, maar in het niet aanhouden van do auto op de voorgeschrevene wijze, terwijl ook grootere oplettendheid aan de zijde van den auto bestuurder het betreurenswaardig ongeval wel licht had, kunnen voorkomen. 3o. Een order betreffende de wijze van aanhouden van automobielen is door den op perbevelhebber van land- en zeemacht reeds in October 1914 uitgevaardigd. Deze order luidt als volgt: „Herhaaldelijk, vooral bij duisternis, worden auto's en motorrijwielen door schildwachten onoordeelkundig aangeroepen, ten gevolge waarvan levensgevaar voor do bestuurders en inzittenden ontstaat. Door het gedruisch van den motor wordt de schildwacht niet altijd gehoord. Meenende, dab opzettelijk geen gevolg aan zijn aanroep wordt gegeven, dreigt hij te zullen schieten en verplicht daardoor do automobiel of het motorrijwiel tot plotseling stil staan, of acht hij zich bevoegd en onder andere omstan digheden te recht van zijn vuurwapen ge bruik te maken, indien niet wordt gestopt. Dientengevolge bepaal ik, dat, zoolang de oorlogstoestand niet is ingetreden en dus van een opstelling van posten in hinderlaag geen sprake kam zijn, het aanroepen van een auto- mobiel of van een motorrijwiel lang te voren geschiedt. Do schildwacht stelt zich daarbij midden op den weg, met het geweer of de karabyn in d» houding van vaardig, Met don rechterarm geeft hij daarbij eenige malen achtereen het toeken ,,'hailt". Bij duisternis moet hij kunnen Inschikken over een lantaarn met roodgeverfd glas waar mede als teelten oin halt te houden mot den rechterarm wordt gezwaaid. In do nabijheid van do spoorlijnen moet het zwaaien met een roode lantaarn zoodanig ge schieden, dat dit geen aanleiding kan geven tot stoornis in den dienst van de spoorwegen. Bij een dubbelpost neemt de eene man tie houding van vaardig aan, terwijl de andere het halttoeken geeft". Uit het vorenstaande moge blijken, dat door het niet opvolgen van deze order een verzuim is gepleegd. Bestendiging van den staat van beleg. De Regeering heeft een wetsontwerp inge diend om te doen voortduren den staat van beleg, waarin bij K. B. van l(j November 1915, ten einde aldaar den smokkelhandel op af doende wijze te kunnen bestrijden, is ver klaard bet gebied, als volgt begrensd: van het punt, gelegen op 53 gr. 32' N.Br. en 1 gr. 16' O.L. van Amsterdam langs_ ge noemde parallel tot liet snijpunt met de West kust van Rottumeroogvervolgens langs de Zuidkust van dit eiland naar het snijpunt van de Oostkust van genoemd eiland met de evenvermelde parallel; langs deze parallel tot den meridiaan van 1 gr. -li.' O.L. van Amster dam langs dezen meridiaan tot de kust van Groningenvervolgens langs dezen meridiaan tob de kust van Groningen vervolgens langs deze kust en die van Friesland tot den voor- maligen verbindingsdam met Ameland; langs de lijn, gevormd door de overblijfselen van den verbindingsdam tusschen den Nieuwen Zeedijk bij Holwerd en de Zuidkust van Ameland ten Z.O. van Buren; Zuidkust van Ameland tot 1 gr. 2' O.L. van Amsterdamlangs dezen meridiaan tot 53 gr. 26' N.Br. langs deze parallel tot 1 gr. 16' O.L. van Amsterdamdezen meridiaan volgen tot de kust van Schiermonnikoog; langs do Zuid-Oost- en Noordkust van Schiermonnik oog. totdat laatstgenoemde meridiaan weder bereikt is; langs dezen meridiaan tot 53 gr. 32' N.Br. Naar Oost-lndië. Daar de hoofdofficier van gezondheid le klasse-titulair van de Koninklijke Marine, dr. Borgcsi U6, thans chef van den geneeskun digen dienst der zeemacht in Nederlandscli- Indië. wegens ziekte naar Nederland zal terug- keeren, zal de hoofdofficier van gezondheid 2e klasse Van Albada, thans geplaatst bij het Marinehospitaal te Willemsoord, in den loop van Februari ter zijner vervanging naar Indië vertrekken. De voor het leger in Ned.-Indië bestemde 2e-luit. der art. J. T. Hallegraeff zal 2 Februari met hot stoomschip „Insulihde" zijn bestemming volgen. Ontheven. De 2e-luit. der inf. O.-I. leger G. Muller is ontheven van zijn indeeling bij bet leger hier te lande. v. Sligt, A. P.. adsp.-v, Scholtens, H. J. J., adsp.-v. v. <1. Kroon, T. J. J. F. M a -v. Roothaert, A. M. H.. adsp.-v. v. Zoon, A. A. M.. adsp.-v. Witkamp, G. M.. adsp.-v. I)e Bruin, P., adsp.-v. Smolders, J. O., mil.-h.bl. Officier.?, A. P.. mil. A.T. De Bruyn. A. P., mil. Wijnschenk, F mil. v. cl. Sluis, W. A mil. v, Doesburg, J. H mil. Wiltschut, A. J. G.. mil. Lefêbre, II. J. mil. Haksteen, J... mil. Lakev, C. Th., mil. Brekelmnns, M., mil. De Cunha. M., mil Panman, J., m.-korp. De Jong, wielr. Lanen, wielr. Den Brieder. .sold. 42 L.B. Den Ouden, sold. 42 L.B. Aarts. sold. 42 L.B. Van Liempt, hold. 42 L.B. Thodöfl van Velzon. sold. 42 L,B. Moerings, sold. 42 L.B. Janssen, J. H.. sold, 42 L.B. v. Brengel, T., .sold. 42 L.B. v. d. Oort, sold. 42 L.B. Van Gogli, sold. 42 L.B. Smit, A,, mil.-sol3. v. Doorn, C,, mil.-sold. Moerbeek, L. H. J., mil.-sold, mil.-sold. T. A.. mil.-sold. Stander. Rutten, Uit de Staatscourant". Bij besch. van den Min. van Marine zijn de lu its. t. z. 2de kl. J. C. Kn egt mans, R. Verdonck en M. A. A. Winkler, resp. gepl. aan boord Hr. Ms. „Das", „Bal der" en „Neptunus", de luit-s. t. z. 2de kl. der Kon. marine-res. N. P Haremaker en. G. J. van Luik, resp. aan boord Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord en te Helle- voetslyis, en de buiteng. adelborst dier ros. P. Harde r, te. Vlissingen. Bij besqh. van den Min. van Marine is de officier van gcz. 1ste kl. J. Versteeg, met_ 10 dezer geplaatst bij het hospitaal der marine te Willemsoord en de officier van gezondheid 2de kl. P. de Mooy a/b. Hr. Sis. „Noord-Brabant". Geheimhouding marine-aangelegenheden. De Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht heeft aan de autoriteiten der zeemacht de volgende order doen toekomen „Ik acht het gewenscht nogmaals onder de aandacht te brengen, dat nooli aan de pers, noch in gesprekken en brieven mededeelingen mogen worden gedaan, welke de slagvaardig heid van de vloot raken; evenmin mogen in lichtingen worden gegeven omtrent de opstel ling en verdeeling onzer strijdkrachten, of be- sohouwingen gehouden worden over de wijze, waarop de maritieme middelen worden ge bruikt. Waar reeds onder normale verhoudingen be palingen zijn getroffen tot verzekering van de noodige geheimhouding, spreekt het wel van zelf, dat in de tegenwoordige tijdsomstandig heden het absoluut noodzakelijk is van iederen militair de meest stipte geheimhouding te eischen van alle militaire zaken, van hoe ge ringen en oogenschijnlijk onbeteekenenden aard en omvang ook. Ik noodig u uit de commanaeerende officie ren met het vorenstaande in kennis te stellen en hen uit te noodigen hun onderhebbend per soneel herhaaldelijk en met den meesten na druk op hunnen plicht in dezen te doen wij zen, terwijl bij voorkomende overtreding de schuldigen zullen moeten worden bestraft." GNZE CORRESPONDENTIERUBRIEK. Per brief wordt niets beantwoord. Alle vragen worden regelmatig en zoo spoedig mogeiijk door ons op de beurt afgedaan, zoodat het overbodig is nog weder eens bij nader sohrijven antwoord te verzoeken. Allicht gaat er ruim een week mee heen, maar natuurlijk eischt het eene onderzoek meer tijd dan het andere. Uitbetaling vergoeding levensmiddelen VI Depot Bataljon 1e Compagnie. Eerste plaatsingEerste lijst. Onderstaande militairen hebben menagegeld te goed over de maanden December 1914, Ja nuari en Februari 1915 of korter, doorge bracht bij het VI Depot Bataljon le Com pagnie. Zij worden verzocht ten spoe digste hun volledig adres op te geven aan den administrateur van genoemd onderdeel. Strater, J. V. M., y. Litli, H. C.. mil, res.-korp, Van Ravenswaay. T. P., res.-korp. Bressers, J., res.-korp. Jhr. v. Doorn, J. A. H. C., res.-k. Krijger, J. G., res.-k. Pijnenburg, J. A. M., xes.-k. Wetselaar H., res.-k. V. d. Linden. P., res.-korp. Pierson, L. P. M., res.-korp. Donders, J. H. J., res.-korp. Groeneveld, H., res.-k. Lit, W. J., mil.-korp. v, Leeuwen. M., rn.-k. Sas, G., mil.-korp. v. Grientsven, J. M., adsp.-v. Oxenaar, H. T. D., adsp.-v. Graus, Th, A. M., ad6p.-v. Koch, j. J. W., miL Straatmans, T. A., mil. v. Driel, A., mil. Beider, C., mil. Lammers, T., mil. v. d. Linden, W., mil. V, Steen, J. T. J. M., mil. v. Helvert, P. C., mil. Iluizer, T., mil. Ooms, K., mil. v. Tuil, J., mil. Pest Uiterweer, J., mil. Wijntje, L. J., miL Ran, W. D., mil. v. d. Heuvel, H., mil. Vermeulen, O., mil. v. Marsbergen, W. B., mil. Reijnon, wielr, Nijs, wielr. Stolk, wielr. Weetgraag, Naaiden. Wanneer de landweer- lichting 1910 met klein verlof gaat, is nog niet bekend. Red. P. H., Den Holder. Een advies /van den Burgemeester is niet noodzakelijk maar is wel aan te bevelen. Red. J. v. d. K., Ede. Wanneer de militielichting 1908 gedetacheerd wordt bij de landweer is ons niet bekend. In de helft van dit jaar gaat de lichting 1908 over naar de landweer. Red. J. D,, Bergeu-op-Zoom. Gij komt als hulp van den meester-geweermakcr in aanmerking voor een toelage van 0.35 per dag, en hebt recht op die toelage gedurende den geheelen tijd dat gij bij den mr. geweermaker werkzaam zijt geweest. Red. Th. v. D., Gennep. Wat de reden is dat gij niet bevorderd wordt, kunnen wij niet beoor- deelen. Red. F. v. G.. Nispen. De A. P. torepen zijn inge steld voor het verrichten van corveeën en werk- diensten. Red. J. H., Tilburg. Er zal voor u wel werk zijn bij de Artillerie-inrichtingen bij de Hem/brug. Richt daartoe een verzoekschrift aan de direc tie van die inrichtingen onder opgaaf van di ploma's enz. Red. J. B., Deventer. Wij vermoeden dat gij tot de A. T. troepen behoord. Deze zijn ingesteld voor het verrichten van corveeën en werk- diensten. Red. J. E. W., Schoonhoven. Het oordeel over Dal- meyer's Instituut voor zelfonderricht is zeer gunstig en wij bevelen het volgen van een cursus ten zeerste aan. Red. W. v. N., Naarden. Wij raden u aan den i directeur van het Rijks Opvoedingsgesticht te Avereest te verzoeken een request aan den M. v. O. te richten, om voor u verlof voor onbe- paalden tijd te verkrijgen. Red. M. H., Veldleger. Ak milicien-korporaal der lichting 1908 gaat gij met deze mede over naar den landweer. Red. W. V., Rilland. Met zekerheid kunnen wij niet zeggen of degene die nu in het huwelijk treden aanspraak kunnen maken op de ver- goedirig wegens kostwinnerschap. Gij kunt ech ter eene poging wagen en een verzoek aan den Burgemeester van uwe woonplaats richten. In uw geval is dit 's-Gravenhage. Red. A. D., Onderdyk. I. De tijd, dat gij thuis zijt, hebt gij recht op soldij en menagegeld. Omtrent de toezending daarvan kunt gij een verzoek richten .tot uwen compagniesconnnah- i dant onder overlegging van een bewijs van en tev den geneesheer. II. Voor terugbetaling der doctorsrekening raden wij u aan een verzoekschrift, langs den hiërarchieken weg, in te dienen aan den M. v. O. Verzeker u vooraf echter van de mede werking van uwen compagniescommandant. Red. J. M., Tilburg. Zie omtrent de vrijheidsbe weging op Zondag de correspondentierubriek van ons blad No. 213. Red. P. v. T. en J. v. S., Wageningen. Gij hebt recht op vergoeding voor levensmiddelen. Red. J. v. B. 1. Als motief kunt gij zeggen „dat gij gaarne in het huwelijk treedt". Verder be hoeft gij ok geen reden op te geven. Als gij de medewerking van uwe superieuren lieBfe ver kregen, zal er wel geen enkel bezwaar tegen bestaan. 2. In geen geval zal bij toestemming dit aanleiding kunnen geven toe eenige moei lijkheid voor u. Red. A. S., Roosendaal. Wij denken niet dat er voor u kans zal bestaan om bij de infan terie te worden overgeplaatst. Gij zoudt echter wel eene poging kunnen wagen om bij de maré chaussee te voet geplaatst te worden door een verzoek te richten langs den hierarchieken weg, aan het D. v. O. Red. E. S., '-Gravenhage. De A. T. troepen zijn ingesteld voor het verrichten van corveeën en werkdiensten. Red. P. F. G., Venlo. Voor een toelage komt gij niét in aanmerking. Red. R. V. te Kruiningen. Ongeschikt. R e d. J. A. J. B. 3-1TI-7 R.-I. Overplaatsingen moeten langs den hierarchieken weg bij den Opperbevelhebber worden aangevraagd onder opgave van redenen. Red. Hierbij 'zij ook onze hartelijke dan.-; go bracht aan onzen vriend Adriuan S meihuizen en sergeant Steombrink. die met hunne bege leiding v-ui piano c» viool cn hunne afzonder lijke muzieknummers don avond veraangenaam den. We roepen dan ook aan het Duo De Laat en hunne medewerkers ecu hartelijk „Tot Weerziens" toe. Ziet omhoog. L.W.-soidaaf Leget, 2-28 L. W. B., /schrijft ons. ..Ziet omhoog!" Dut is het doel van mijn schrijven in deze courant bij den aanvang van her nieuwe jaar. Ik wensch dat elk soldaat in deze ernstige t-den nog oog en hart naar omhoog zal richten. Daartoe heb ik eerst zelf den blik naar omhoog gogl&gen. Want hoe zou ik anderen hierin kunnen dienen, als ik het zelf niet gedaan had? Ik doc-d in het ver leden als zoovele anderen, ik gaf niet om God, maar er brak een oogenblik aan in mijn loven, dat ik zag op Jezus, en werd gelukkig. Ziet omhoog 1 Zoo spreekt God tot elk monschenkind ook tot elk soldaat. De zaligheid is niet bij de menschen te vinden. Wij zijn van nature schul dig en verloren. Wij kunnen ons zelf niet hel pen, ook niet de schuld afbetalen, ook ons zelf niet uitredden uit onzen dood en toes Land. Zie dm en leef! gij, cie nog niet gelukkig zijt. Toen Jezus geboren word, was het volk van Israël geheel in duister. De staatkundige, ^matschappelijke en godidionstigo toestanden waren allertreurigst. En wat deden in die dagen de menschen, die God lief hadden? Zij 'baden ont verlossing. Want zij verwachtten den Verlosser der wereld. Daarom zagen zij naar beven, omdat vandaar de verlosser zou kernen. Welnu, kameraden, ook wij beleven dagen kort vóór de komst des Heeren, kort voor Zijn wederkomst. Welk een tijd! Hoe moeilijk! Alles ligt in het duister en ijdeihoid. Maar kameraden, laten wij onze blikken opwaarts richten Is onze verwachting van omhoog? Begint ge met God 1916? In dit jaar kunt ge sterren! Zoo gij Zijn stern dan heden hoort, Gelooft Zijn heil- en troostrijk woord, Verhardt u niet, maar laat u leiden. \erhardt u niet, neemt Zijn gena' Ootmoedig aan Kalenders gevraagd. Korp. J. Kreuger schrijft ons: In onze cantino vinden wij geene loalenders van het jaar 1916. Misschien is het wel moge lijk dat eenige firma's of N. V. genegen zijn een of meer exemplaren aan ons te doen toe komen. 't Is tevens ook een goede gelegenheid reclame. Wilt u zoo goed zijn daartoe een kleine op roep te doenze kunnen geadresseerd worden aan onderstaand adres- J. KREUGER, Korp.-schrijver, Mqrine-kus., te Helder. Bütengewon9 Cearkomsta Fryske soldaten. Men verzoekt ons liet volgende op te nemen Het Selskip „Fryslan" houdt a.e. Zondag 16 Januari haar 2e Bütengewone feest joun, daarna liet gebruikelijke Efiernei dounsjen, in „Odéon" Singel 460 te Amsterdam. De snoepachtige lucifers. Als men de kinderen roept om gewasscheu te worden, leggen verscheidene voor dezo kunstbewerking niet de minrte geestdrift aan den dag er zijn er zelfs, die wegioopen of wegkruipen, bij het zien van zeep of waschkom. Laat men hun echter een klontje suiker zien, dan ziet ge lieu haastig komen aan- Joopen. Door dc voigeude proef kunt go hun laten zien, dat zij met alleen zoo handelen, maar dat zelfs do lucifers hun slecht voorbeeld volgen Hiertoe hebt. ge slechte eenige lucifers op het water in een waschkom te leggen. Plaats zo in den vorm van ©cn ster dicht bij elkaar en stook in het middelpunt van dio ster een stukje zeep, waaraan go een punt gesne den hebt dadelijk gaan al do lucifers, uit elkaar; zij loopon hard weg, alsof zo bang waren voor do zoep. Om ze terug te halen, moot ge het middel aanwenden, dat ik reeds heb aangegeven, om de kleine kinderen terug te laten komen houd hun een klontje suiker voor, dat go in hot water dompelt, cn dadelijk ziet ge al do lucifers er lieon snellen. Dit verschijnsel wordt verklaard uit de verandering van de spanning aau den vloei- Ktofspiegel door hot oplossen van do zeep en het. optrekken van het water ia hot klontje suiker. Als ge de lucifers vervangt door stukjes hout, welke den vorm van vischjes hebben, kunt ge de proef nog aardiger maken. Verloren. Dinsdagmorgen in den trein van 7.20 uur uit Vlissingen heb ik laten liggen een pakje waarom een ranselriempje No. 201. Gelieve inlichtingen to zenden aan P. Gaalteer, L. W. Bat. Dishoek, Koudekerke. Overjas verloren. Op 3 Jan. laten liggen in den trein van 2.02 uit Den Helder richting Haarlem een overjas w.n. 5117. D© vinder wordt beleefd verzocht hem tegen een flinke belooning op te sturen aan soldaat K. d© Ruyter 27 L.W. B. I., 2e Com pagnie. Bevorderingen, mutaties, enz. Op 1 Januari 1916 is aangesteld als sergeant bij de 1ste Comp. van het Bat. Regt. Grena diers Fr. H. C. L ij e s e n. Van Fort Brakel. Administrateur W. C. P. van d© Leek Jr. schrijft ons .van fort Brakel Voor de lo maal in het jaar 1916 werden we alhier wederom vergast op een voordrachten- avond gegeven door een humoristisch Duo, be staande uit den ons allen wel hekenden Tilburg- schen humorist De Laat en mejuffrouw Marie Bontj, Holl. liederenzengares. Dat wc dit allen zeer op prijs stelden, is te begrijpen, daar we anders niet veel afwisseling jenieten op ons ver afgelegen fort. We moeten dan ook allen volmondig bekennen: het was een war© genoeglijke avond. De gezonde humor, di© uit de karakter-num mers en de coupletten van den humorist De Laat en mej. Marie Bontje sprak, bracht ons wederom voor een oogenblik uit den sleur van het soldatenleven. De Laat bracht ons ten ge hoor©; de serenade van Kec3 aan zijn Lora; de Spaansche serenade en vele andere coupletten, terwijl mej. Marie Bontje ons vergastte op haar magnifieke coupletten van „Bij ons Regiment", ,De Leeuwerik" ena. Een lezing te Arnhem. Mil. Aiostra schrijft ons uit Arnhem Woensdag, 5 Jan. 1916 hield de Wél- edele heer Penning, dè welbekende schrijier van de boeken over den Zuid-Afrikaanschen oorlog, „Onder de vlag van J, Pan. üoeu", en vele andere, een lezing te Arnhem, in het „Tehuis voor militairen" aan den Yelperweg, opgeluisterd door lichtbeelden. Wel mogen de bezoekers van den avond en dat waren er niet weinig tevreden wezen over do boeiende en tevens leerzame wijze, waarop ze door den spreker werden onderhouden. Als hoofdonderworpen had de heer Penning gekozen, vele voorvallen en belangrijke perso nen uit den vreeseiijken oorlog, 1 Aug. 1914 uit gebroken, en die nog bijna geheel Europa teistert. Weer toonde de heer Penning zc-er goed op de hoogte te zijn met alles wat geschie denis mag worden genoemd, zoowel met de hedendaagsche, als met die van de lorige eeuwen. Heel treffend en- duidelijk werd ge schilderd de verhouding der Europee-sche sta ten, gedurende de laatste halve eeuw. Van enkele der voornaamste figuren, die zich in dezen oorlog een onuitwischbaren naam ver worven hebben, verhaalde de geachte spreker enkele voorvallen uit hun leven. Niet- vergeten werden de vorsten, die mede een rol vervullen in deze fel bewogen tijden. Vooral treden volgens den heer Penning op den voorgrond; Keizer Frans Jozef van^Oos- tenrijk-Hongarije, en Koning Albert van Bel gië met diens gemalin. Keizer Frans Jozef be klom als jongeling van 18 jaar den troon, toen niemand uit het aloude geslacht der „Habsbur- gers" dat zware juk op de schouders durfde nemen, wijl 't geheele rijk door binnenlandsche onlusten dreigde te worden verscheurd. En een bitteren beker heeft deze keizer moeten ledigen, tot de laatste druppels toe. Ook Koning Albert van België werd genoemd een koning, die toonde een waar koninklijk hart te bezitten; zijne gemalin ook toonde zich een koningin, in den waren zin des woords. Alles heeft zij gedaan, om te verzachten het leed van haar dapper volk, door als verpleeg ster het te dienen. Doch vooral treffend was het schilderen der voornaamste personen en aanvoerders uit den Zuid-Afrikaanschen oorlog; den noodlottigeu dood van Beyers en Fourie, (Jopie)de gevan genneming van den gemalen De Wet e-a., enz. Hier toonde de heer Penning, evenals m zijn boeiende en leerzame boeken, de Nederlander te zijn, die meeleeft; en medegev oe-lt met de van Hollandschen stam gesproken Boeren, die zich ware helden getoond hebben. En welk echt Nederlander voelt niet, evenals de heer Penning, mee met de Boeren, zoo nauw aan het Nederlandsohe volk verwant? Welk Neder- landsch hart zou niet sneller kloppen, wan neer op zoo boeiende wijze wordt geschilderd het strijden en lijden der helden en heldinnen uit den oorlog van 18991902? Een daverend applaus weerklonk, toen de spreker geëindigd had. Hartelijk werd de heer Penning bedankt vóór heb houden van zijn rede, en ik ben overtuigd te spreken uit naam van a-lle bezoekers, wanneer ik zeg dat we spoedig den heer Penning weer in ons midden hopen te zien. Wat deed het goed, t-oen na. af loop weerklonk, het op voorstel van den heer Penning gezongen „Wilhelmus van Nassaue" 1 Stemmingsbeeld. (Schets van M. L. Visser, 2-II-Reg. Grena diers). Zoele zomernacht. Maneschijn, weerspiegelend in 't kalme meer. Alles ademt vrede. Dartele vise likens maken luchtsprongen, kringen achterlatend, welke steeds grooter worden, als zij van 't middelpunt verwijderd raken, en ten 6lotte zich oplossend in de groote oppervlakte van den -plas. 't Is schier windstilslechts nu en dan, bij tussehenpoozen, komt, stootsgewijze een windvlaagje de toppen der liier en daar langs het meer geplaatste popels in beweging brengen, hen telkens aan 't ritselen maken, als fluisterende, geheime. onverstaanbare zaken.... De visscher, die in het kleine, ranke bootje zijn geluk beproeft, beziet den hemel en ont waart in 't Zuid een zware bank, bedekkend hun schijnsel. De wind zwelt. De atmosfeer is drukkend. De voorteekenen van een naderend onweer zijn aanwezig. Steeds groeit de wind Rimpeliger wordt het meer. En de popels, nog steeds fluisteren zij hun, geheimenissen, doch steeds onverstaanbaar cn nu zonder ophouden. Al méér betrekt de lucht. Een windvlaag, al/5 een, die zou doen denken aan een hoos, doet <le takken der boomen heen en weder zwiepen. De visscher in 't bootje, pakt in. Hij gaat «chuilea, vcor den regen, waarvan de eerste druppels nu vallen; groote druppels als dio van een onweersbui. De maan is verduisterd, en der sterren Bcbijn- 6el is weggetrokken, achter dikke wolkon. Daar doorklieft- oen lichtstraal het luchtruim, te meer licht uitkomend, daar de achtergrond donker is. Dichter valt de regen. Harder waait de wind. Het bootje, nu aan den oever gebon den, is in heftige beweging. Zoo ook het wa ter, waarop zich witkoppige golven gaan ver- toonen, de een zich over den ander heenkrul- lend, om ten slotte op den kant te pletter te worden gestooten. Een gerommel, in de verte beginnend en in hevigheid toenemend, naarmate het ala 't ware naderbij komt, is de eerste slag, doch dan vol gen bliksem en donder elkander dichter op. Hevig woeden de elementen als met elkander in strijd. Doch eindelijk worden de slagen minder in aantal, minder in hevigheid. Biauw-achtige Bliksemschichten bieten nog vanuit hot zwerk, dit zig-zagsgewyz© doorkruisend, de dreven hel verlichtend. Na cenigen tijd worden ook deze minder en d© re ge», dio in stroo men neerviel, bevit bijna opgehouden. Het onweer zal weldra over zijn. Het heeft de natuur gezuiverd en raensch en dier ver kwikt. De wind, die de pope's deed buigen, doet thans nog slechts hun bladeren ritselen, fluisterend geheime, onverstaanbare zaken. 't Is droog geworden. De visscher komt on der het beschermend afdak vandaan en hervat zijn werk. Het meer is nog in beroering, waar door het bootje nog schommelt. Doch ook het meer wordt stiller, e Alles ademt vrede.... En aan den trans, iri het Oosten, komen kleu rige stralen, van goud cn purper, heen en we der schietend. •t Wordt lichter. De dageraad breekt aan. M. U VISSER. 2/2 Grenadiers. - Speenhof en onze Militairen. Milicien-soldaat W. Monshouwer schrijft ons uit Rilland Bath. Ten einde de militairen in ons detachement een aangenamen avond te verschaffen, had ik tot den heer Speenhoff het verzoek gericht om zijn medewerking m deze tegen vergoeding te verleenen. Tot mijn verbazing ontving ik onder staand schrijven waaruit blijkt dat do heer Speenhoff onze militairen voor goed vaarwel heeft gezegd, hetgeen vooral in de forten met leedwezen zal worden vernomen. Waarde Heer, „Ofschoon ik onzen soldaten nog even graag als verleden jaar een gezelligen avond bezorg, zal ik dit voortaan niet meer kunnen en willen doen. „De oorzaak is dezeEen commissie, aan gesteld door onze Regetring, stelde een bundel soldatenliederen samen cn keurdo nog onwaar dig daarin een mijner liedjes to plaatsen. Mijn werk is te onzedelijk voor soldatc-nooren. „Ik zie mij dus verplicht een 30-tal avondjes af te schrijven, die ik in Januari reeds had ge organiseerd voor onze troepen." Hoogachtend, (w.g.) J. H. SPEENHOFF. Rotterdam, 29 December 1915. Echter twijfel ik aan den opzet der commis sie. en geloof eerder dat hier een vergissing heeft plaats gehad, die, naar ik hoop nog kan worden hersteld, te meer. daar opcenhorf zoo veel voor onze militairen heeft gedaan. W. MONSHOUWER. Voordracht over klourenphotographie. Milicien J. Schaap meldt ons uit- Oosterhout Woensdag 29 December 1.1. werd in de zaal van het Patronaat te Oosterhout voor een tal rijk auditorium een voordracht gehouden over kleuren-photogrnphie door den heer S. v. Wae- geningh, kapitein-apotheker. Het Comité voor ontspanning en ontwikkeling der gemobiliseer de troepen tc Oosterbout, hetwelk met de keuzo an het onderwerp heiast was, heeft een be langrijk en interessant onderwerp gekozen. Uit al hetgeen we te zien en te hooren kregen, bleek dat de heer v. W. deze kunst volkomen meester was. Om ons dan ook een goed denkbeeld van dit onderwerp te geven, werden aan do hand van de kleurenschijf en lichtfütcrs de verschillende eigenschappen van het licht verklaard. Daarna werd op een begrijpelijke wijze de zwart-wit photogrephie behandeld en dan volgde, verge zeld van prachtig mooie projecties, het auto- ehroomproces der Gebroeders I.umière, wat in 1907 een ommekeer in de photographic bracht. Spreker verklaarde, iio© op zulk een auto- choomplaat raillioenen zetmeelkorreltjes, ge- kleurd met do drie hoofdkleuren, werden vast gehecht en tijdens en na dé opname werden ont wikkeld. Dan volgde het lijnenproces en 't uit- bleekingsproces en steeds bij iedere Tordering der kleurenphotograpbie kwamen ook schoonere projecties op het doek. We zagen in do natuurlijkste kleuren eenige leden van het Koninklijke Huis, militaire autoriteiten, groepen, stillevens, natuurgroe- pen en de prachtigste vergezichten. Dit alles werd nog duidelijker, toen in de pauze de heer v. Waegeningh en zijne assistenten gelegen heid gaven tot het meer van nabij bezien der photo's en toestellen, waarbij tevens op iedere vraag een begrijpelijk antwoord volgde. Na de pauze werd voor ons de nog mooiero en fijnere methode van Duvé uiteengezet, aan de hand van microscopische vergrootingen der kleurkwadraten, welke ten getale van 200 stuks per vierk. M. op zulk een plaat aanwezig zijn. Tot slot werd ook deze methode, verduidelijkt en opgeluisterd door tal van prachtprojecties. Aan het einde der voordracht viel spreker een geestdriftig applaus ten deel en werd door den voorzitter van b. g. comité aan den heep v. Waegeningh en zijn a sis ten ten een woord van dank gebracht voor de zoo schitterend geslaag de voordracht. Deze avond, welke weer beeft bijgedragen tot do ontwikkeling der alhier gemohilieoorde mili tairen, waa dan ook oen waar succes, en we zullen hopen, dat 3e hoer v. Waegeningh dezen winter nog tal van onderwerpen voor de getnobi- liseerdcn zal behandelen. Van Rottumeroog. Mil. P. Schmidt JrA och rijft ons van Rot tumeroog Donderdagavond 6' Januari trad des avond» om lialf acht voor ons in d© cantino op do heer Dieppe uit Groningen met zijn gezelschap, be staande uit de heeren Do Boer en Scholtens, respectievelijk violist en pianist. Allen waren voor zoover do wacht het toeliet tegenwoordig en de heeren commandant en officieren vereer den de voorstelling mot hunn© tegenwoordig heid. De voorstelling werd geopend met hot muziekstuk ,,Im Zigeuner-Lager" 't geen zeer verdienstelijk als duo voor viool en piano word uitgeroerd. Daarna kwam de heer Dieppe op 't toonee-1 en droeg ona een stukje voor van een boer di© voor 't eerst aan een table d'bóte ge geten had en daar zooaU hij het noemde do „tafel dood" gegeten had. Daarop spoelde de muziek weer ter afwisseling. Maar zullen we wel alles opnoemen wat ten gehoor© gebracht is? Wat lachten we niet o;n de voordracht van den heer Dieppe in Gronin ger dialect voorgedragen en toch voor d© niet Groningers goed verstaanbaar. Of om de voor dracht van het ,,A, B. C." wat ook zeer goed in den smaak viel. Wat waren de avonturen „in d© kajuit" niet vermakelijk en wist <i© heer Dieppe op allerlei manieren ouzo lach spieren in beweging te brengen? Zoo zouden we door kunnen gaan maar dan zou dit verslag te veel plaatsruimte innemen. Ook de pianist en violist lieten ons goede muziek hooren. Om ca. kwart over tien was do voorstelling afgeloopen en dankte de heer Dieppe den commandant voor zijn uitnoodiging en ons voor de aandacht. Daarna hield een gezellig bal azonder dames) ons nog een paar uur bij elkaar zoodat 't ca. 12 uur was voor wij recht voldaan onze slaapplaats opzochten. Den hoer Dieppe, en den beiden anderen heeren komt hier namens allen een woord van dank toe voor den genoe gd ijken avond ons verschaft. We durven rG.n ook mot allo vrijheid den heer Dieppe aanbe velen aan onze makkere. Ook roepen we hem een hartelijk en tot spoedig weerzien toe. Pronken met andermans veeren, Geachte Redactie! Wederom doet zich een geval voor in ons orgaan of ook wel vakblad genaamd van pron ken met andermans veeren. En wel door korp. D. E. Molenkamp, 2/3 llo R. 1., met zijn ge dicht Trouwe Liefde. Dit gedicht is gedeeltelijk of te wel 4 verzen van de 6 overgenomen uit een bundel soldatenliederen uitgegeven door den Nederlandschen Militairen Bond. Het gedicht zelf is vervaardigd door dr. A. W. Bronsveld. Dit heeft de korp. veranderd in vers 2 voor het woord (weenend) weemoed en in vers 3 voor (zij meent het goed) zij is zoo goed. Geachte Redactie u wil daarvan wel nota nemen? Het valt mij zoo vreemd dat do korporaal 2 verzen verzwegen heeft. Zeer gaarne zoude ik deze op genomen zien kon het zijn, het gedicht in zijn geheel. De verzen 4 en 5 heeft hij overgeslagen welke ik dan nog eens over wil schrijven uit dezen bundel. Het gedicht is in zijn geheel voor menigeen nog wat waard. De verzen luiden aldus: 4. Thans steekt gij vast het kaarslicht aan, Om naar uw kamerken te gaan, En zendt uw avondbedo omhoog, Voor hem ook, die zoo verre toog. Doch valt het bidden u soms zwaar. En waant gij mij in groot gevaar, Stel u gerust, want in Gods hand, ls ieder zoon van 't Vaderland. Dit zijn de overgeslagen verzen. Het kan ge zongen worden op de wijzeDe Heer die in den hemel woont. Het is geplaatst in het num mer van 1 Januari j.l. H. K. DOELMAN. Verbandpl. le Divisie Vc-ldlcger» t Dankbetuiging. De milicien Ant. Pijnen en echtgenoot© be tuigen bij deze hun dank aan de onderoff., korp. en manschappen van de 4e Sectie, 3c Comp.. Ill Bat., 3e Rog. Inf., voor het cadeau, ten geschenke ontvangen ter gelegenheid van hun huwelijk. ANT. PIJNEN en Echtgenoote* Avond bezigheid. Ingezonden door A. v. ITden, 2-1-11 R.I. Het geheel telt 15 letters en is iets waar vele menschen graag heen gaan. 4. 5. 10. 3. 8 is gereedschap. I. 6. 7. 9 ziet men op 't water. 1-5. 12. 13. is een dier waar velen schrik van hebben. II. 2. vindt men bij vogels. 1. 4. is midden in zee. Ingezonden door militair J. Kemps, Res. Bat, III Se Comp. Mijn geheel bestaat uit 13 letters en is 'n naam, die door dezen oorlog zeer bekend is geworden. 4. 8. 3. is 'n vogel. 1. 8. 12. is niet dichtbij. 4. 2. 8. 7. is 'n hoofddeksel. 11. 12. 9. 8. 6. vindt men in hunnebedden. 10. 5. 13, is 'n jong varken. Oplossing paleis. raadsel no. 218V redes- Grenswacht. (Van Sergeant De Ruyter Korver.) Vior-en-twintig7 uren, Zit ik hier te gluren Naar mijnheer den smokkelaar, Die (wist ik maar waar!) Zijn onwettige streken .Verricht door de leeken Van soldaten, Mooi 'te p ra tqn En nog meer. Ik hqb al menigmaal loopen loerqn,

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 3