30E3 xrrcn Woeasaag x a danuoji 10 X <3 OP ZEE. Binnenland. Legerzaksn. Van Berlijn naar Bagdad. "Wat de verovering van Servië waard is voor de Centrale mogendheden, is wel zeer duidelijk op dit kaartje. Het toont ons aan, dat Berlijn en Weenen, de hoofd- steden van Duitsehland en Oostenrijk-Hongarije, thans in rechtstreeksche verbinding staan met Ixonstantienopel niet alleen, maar ook zelfs met Bagdad, de stad inMesopotamié waar Duitsehland het oog op geslagen heeft en waarheen met Duitsch geld een spoor weg is aangelegd. Op ons kaartje is de ontzaglijke spoorweg, 3700 K. M. van Berlijn naar Bagdad, aangegeven; we zien hoe hij loopt over Dresden, Weenen, Boedapest, Belgrado, Nisj, Sofia, Adrianopel, Konstuntinopel, over den Bosporus en door Mesopotamië naar Bagdad. bestemming van heb Servische leger in Albanië, dat naar het heet uit 100,000 man zou bestaan. De Italianen zouden eischen, dat dit leger de Italiaansche actie in Alba nië moet ondersteunen, terwijl de Engelsch- •Fransche generale staf dit leger naar Sa- loniki wenscht getransporteerd te zien, waar een groot gevecht verwacht wordt. Servië na den veldtocht. Br. Stephan Steiney schrijf taan den Berlin er Lokalanzeiger" Het landschap wordt, hoe meer nij ons ver wijderen van Semendrai, steeds mooier. Ver in liet oosten en westen ziet men de verre om trekken van het hooggebergte. De oorlog is ver weg getrokken. Ovc-ral op do velden ziet 'men bonte kleuren Dat zijn de Servische boerinnen, dio het. land in orde maken. Man nen ziet men bijna niet. want mannen zijn in Servië zeldzaam. In vier lange oorlogsja ren greep de oorlogsgod alles, wat maar han den en voeten had, en wat achterbleef zijn half opgeschoten jongens oi gebrekkige grijs aards. De oorlog is onbarmhartig en toch in dit gezegende Morawadal, waar het grootste gedeelte van do legers doorheen trok, was hij barmhartig. Het land ligt er onaangetast. Slechts zelden ziet men dat een loopgraaf een groeve trekt in den zwarten grond. Bijna geen plank ontbreekt aan een tuinschutting en de huizen, deze vriendelijke, half Turk- selie, half Germaansche woningen, hebben niet onder den oorlog geleden. Ook het loven is langzaam naar dit land te ruggekeerd. Op de velden grazen grooto kud den koeien en schapen. En dit verrast mij bet sterkst. Ik dacht, dat wij op onzen snellen op- marsch door dit rijke dal alles zouden moeten verteren, wat het; land bood. Doch nu zio ik, dat dit een vergissing geweest is. Het land is nog steeds rijk aan vee en mijn leedwezen voor do arme bevolking, die ik reeds zag honger lijden, was overbodig. Zij zal kunnen leven tot den volgenden oogst, en het land zal spoedig op zijn verhaal komen. De oorlog doodt, maar zaait ook leven. En dit land met zijn zoo gezonde aarde zal tot een voorspoed opbloeien, zooals de Serviërs nooit gekend hebben. Langs de landwegen rijdt nu do spoor weg over heele trajecten, dio ik tijdens onzen opmarsch moest afleggen in automobiel of in «en wagen of to voet. Nu nog gruw ik van deze diepe modder. Nu is deze straatweg de ideaalste autoweg, dien ik mij kan denken. Ik wil hier niet den lof zingen van de Oosten- rijksche en Duitsche pioniers, wien wij dezen - straatweg danken. Maar het is en blijft mij onverklaarbaar hoo uit deze woestenij van zand, modder, water en vuil ecu stevige Euro- peescho chaussée ontstaan kan. Het station van Lapovo, de vuile kamers zouder vensters, waarvan de muren maanden, misschien jaren lang niet gewit werden, kregen c-en nieuw kleed. !n eon Servisch dorp. De oorlogscorresponcLnt van de „Nord- deuteche AJlgemeine Zcuting" schrijft het volgende over het Servische dorp Lapowo in liet- dal van de Mora va „Ik zag het dorp voor de eerste maal, toen de Beiersche infanterie er door marcheerde. Arme kerels!.... Nooit te voren heb ik zoo hoo- ren vloeken. Want deed de soldaat twee stap pen voorwaarts, dan gleed hij er één terug in bet slijk van de straat. Den helm in den nek, bet. zweet druppelend van liet voorhoofd, de uniform open ook de oriicierenhet hemd open, zoodat de borst bloot was, het bovenlijf voorover gebogen, op den rug dén zwaren last van de bagage, het geweer over den schouder, dikwijls met de kolf naar boven, zoo schoven zij, werkten zij zich vooruit, stap voor stap in zwaar lichamelijke inspanning. Dertig kilo meter marsch op Servische wegen dcor het .verslibde Morawadal en dan als toegift, als een bijzonder geschenk van het verwilderde land, de marsch door Lapowo. Zij, die het mee ge maakt hebben, zullen het later nog vertellen en wanneer zij het meest ongelooflijke zeggen, dat den hoorder de haren te berge rijzen. d3n zal het stellig niet te veel zijn. Z»j zullen eer de helft verzwijgen, omdat de kracht der woor den met voldoende is om het verschrikkelijke ie schilderen, dat onze troepen daar te verdu ren hadden. Lapowo heeft een bijnaam gekregen. Wij noemen het nu het graf der automobielen. "Want heelhuids kwam geen wagen door de straten van het dorp. dat zich ongeveer ter 3engte van vijf kilometer uitstrekt aan de westelijke hoofdstraat van liet Morawadal. Onze troepen hebben daar, druipend van liet zweet, de bitterheid lecren kennen van een Servisclien marschdag. Zij kropen voorwaarts door een /taaie modderpap. waarin de schoenen bleven steken, zoodra zij de voeten uit de pap trok ken. De cavalerie ging liet niet beter. De helft van de paaiden werd kreupel, zoodra een es kadron over de wegen reed. En de automo bielen? In het- vuil van den weg zaten zi vast. sy lagen midden op den weg. met gebroken tanks, geknakte voeren, gebroken assen. En in dit heerlijke Lapowo kwam fk op een avond binnen om er kwartier te zoeken Het station, het geheelo nest lag dood.... Onder granaatvuur. Een correspondent van de Xew-Yorker „United Press" vertelt in een verslag van den terugtocht der geallieerden uit Servië hoe iemand zich gevoelt, op een plaats, die aan granaatvuur is blootgesteld. „Heuvel 516 nu in handen der Bul garen en het slagveld in het dal van Kos- turino ligt weder ru3tig en vredig, mijlen ver achter heb Bulgaarscho frent. Maar op het oogenblik, waarover ik schrijf, was het eon slagveld. Op den top van een heu vel bulderde ©en kanou en verder van ons af, nog een tweede. Daarna donderde het Engolsche kanon achter ons. Het waren allen kanonnen der geallieerden. Toen klonk er een ander goluid. Het was een gil, die, naarmate de seconden verlie pen, niet zwakker maar krachtiger klonk. .Te kijkt in de lucht boven je. Je ziet niets. Je voelt je hulpeloos. De lucht om je heen is vol van dat gehuil. Misschien eindigt het met een ontploffing vlak bij je. Als dat gebeurt, zul je ze waarschijnlijk niet hooren. Je lampje zal dan uitgeblazen wor den en je zult niet eens weten, wat je ge raakt heeft. Je hebt een intens verlangen om de „boem" te hooren. Het moet uit zijn. Zoo lang dat gehuil in de lucht klinkt, kun je elk oogenblik doodgeslagen worden. Ik schrijf dit nu niet, om er op te pochen, dat ik onder granaatvuur ben geweest, maar alleen om duidelijk te maken, dat dat een ellendige gewaarwording is. Wie dat niet gevoelt, terwijl hij in dien toestand ver keert-, moet wel een stom beest zijn, dat niets begrijpt, van wat cr om hem heen gebeurt. Er zijn mensclien die zoo'n emotie pret tig vinden, die zeggen, dat het een prettige gewaarwording i.s. Maar anderen verklaren, dat zij er niet van houden en daar behoor ik to-e. Op de helling van den heuvel boven ons dreunt een geweldige ontploffing. Een ge weldige wolk, grooter dan een gebouw van zes verdiepingen, uit modder, steenen en aarde bestaande stijgt op. De granaat is ge barsten Een Fransch. soldaat met een stalen helm op kijkt mij verbaasd aan, terwijl ik daar langs den weg wandel. „Neem me niet kwa lijk, zegt hij in gebroken Engelscli, „maar ik heb al zoo langen tijd geen man in zulke kleeren geziou, dat ik wel naar u moest kijken." Terwijl wij nog praatten, ontploft op den weg', een kwart mijl van ons af, een Bul- gaarsche granaat en wij zagen soldaten uit de stofwolk wegloopen. Eindelijk moest de Frahschman weggaan. Of ik een eindje met hem mee wilde loo- pen Maar een klein eindje verder vielen goed gerichte Bulgaarsche proectdelen. Nu verder te gaan gaf een gevoel, alsof je in eon koud bad moet springen. Ik wist wel, dat als ik maar eens begon to loopen, ik wel met hem zou meegaan, maar het kost te mij inspanning om geen voorwendsel te bedenken en naar het ravijn terug te gaan, „Hier op dit punt kun je elk oogenblik geraakt worden. Ik moet hier iederen dag wel twaalfmaal langs, op weg van de keukeu naar mijn ravijn. Wilt u mijn schuilplaats eens zien?" Ik ging mee. Wij kwamen bij een klein ravijn, waarin een klein verblijfplaatsje, half kuil en half tent, gebouwd was. Er waren daar nog twee soldaten. „Een toerist? Bent u een tourist?" vroegen zc. „Maar man wat kom je hier als toerist deen! O, is u journalist?" Ik zeide ze goéden dag en keerde terug, eenigszins getroost, door de verzekering dat do Bulgaren nooit een granaat afschieten op oen alleenloopend man. „Toch vreemd" dacht- ik. „In New-York achtte mijn levensverzekering-maatschappij mijn leven duizenden dollars waard en de Bulgaren willen er niet eens een 25 dollars voor uitgeven". MONTENEGRO. Montenegro in den strijd. CETTINJE- De vijand deed vier aan vallen op het geheele front- De Oostenrijksche vloot is te voorschijn gekomen uit den Boccke di Cattaro en heeft den Lowtsjen gebombardeerd. WEENEN. Ten noordwesten van Berani bielden de Montenegrijnen opnieuw stand. De door hen bezette hoogten werden in storm genomen, waarbij we een kanon ver meesterden. Aan de Tara schermutselingen. Aan de grens van Herzegowina en in liet gebied van de Bocche di Cattaro zijn onze troepen in gevecht tegen de Montenegrijn- sche stelüingeu. GRIEKENLAND. Milos door de Entente bezet. BERLIJN, De „Lokal Anz." verneemt J uit Athene, dat het bericht van de legeraan voering van de Entente, waarbij het eiland Milos in het belang der operaties voor den duur van den oorlog als bezet gebied ver klaard wordt, groot opzien baart, omdat de Entente het niet meer noodig vindt de door haar genomen maatregelen op de een of an dere wijze te rechtvaardigon. Als reden wordt slechts aangevoerd, dat de Entente, met het oog op de aanstaande operaties, ge noodzaakt is, het eiland Milos te bezetten, als basis voor de vloot der geallieerden. De Grieksehe bladen zien in dezen maatregel esu bedreiging tegen Griekenland, daar i Milos gelegen is in het midden van de 1 soheejjvaartlua tusschen Kreta en Athene. De gearresteerde consuls. BERLIJN. Uit Sofia wordt aan de „Voss. Zeitung" geseind, dat de Nederlandsclie gezant te Boeckarest, jhr. dr. Van Vredenburck, te Sofia is aangekomen en een bezoek heeft gebracht bij den minister-president Radoslawof, om de vrijlating te bewerken van het door Bul garije aangehouden personeel van do ge zantschappen der quadruple-entente. Ra doslawof verklaarde bereid te zijn, daarvoor de noodige voorschriften te geven, indien de Bulgaarsche consul te Saloniki met het ge heele personeel van het consulaat onverwijld in vrijheid gesteld wordt. ATHENE. De Grieksehe regeering heeft opnieuw bij Frankrijk en Engeland gepro testeerd, ditmaal tegen de arrestatie te Sa loniki van een aantal Helleensche, Oosten- rijksche, Duitsche en Bulgaarsche onderda nen; in het protest wordt er op gewezen, dat detachementen der Entente-troepen de woningen dezer burgers, die op Grieksch grondgebied woonden, binnendrongen en de deuren verbrijzelden. Het is voornamelijk te gen de arrestatie van Grieksehe onderda nen door vreemde troepen in een Grieksehe stad, dat de regeering protesteert, wijl zij daarin een zeer krasse schending ziet van de wetten des lands. KONSTANTIN OPEL. Volgens een bericht uit Athene hebben de ge zanten van het viervoudig verbond (Duitsehland, Oostenrijk, Bulgarije en Tur kije) een protest ingediend tegen de door de Franschen op Mytilene gedane arresta ties. Deze arrestaties doen vermoeden, dat Mytilene tot operatiebasis wordt gemaakt. Consuls te Mytilene gearresteerd. ATHENE. Volgens een telegram uit Mytilene hebben de militaire autoriteiten der geallieerden de daar gevestigde Oosten- rijksche, Duit-sche en Turksche consulaire agenten gearresteerd. De redenen voor dezen maatregel zijn dezelfde, die voor de consuls te Saloniki golden. Crieken in Turkije onder de wapens geroepen. ATHENE. De recruteei*ingsbureaux te Smyrna en Burnabar hebben tien nieuwe lichtingen Grieken, in den leef tijd van 45 tot 55 jaar, onder de wapens geroepen. Het heet, dat deze man schappen naar Angora en Adana gezonder, zullen worden om daar mede te werken aan don aanleg van wegen en spoorlijnen ten behoeve van den veldtocht in Egypte. Deze gemobiliseerden kunnen zich echter vrijkoopen door betaliug van een bedrag van 22 T. p. In Saloniki. Emil Ludwig, correspondent van het „Berl. Tagebl.", die eenige dagen te Salo niki heeft doorgebracht-, seint aan zijn blad In sierlijke auto's rijden de meesters van de stad langs de kade. Ja, de Engelschen zijn meesters van dezo stad, meesters van hun bondgonooten en daarom bij de Grieken meer gebaat dan do Franschen en Serviërs. Hun op treden, de wijze waarop zij langs de straat rijden en wandelen, onverschillig of bet een officier is of stalknecht, een marinier of een artillerist; de koele manier, waarop de officie ren 's avonds in khaki-kleurige burger-luster- jassen met een stokje in de hand en volkomen als sportsmen uitziende zich hoogmoedig in de cafés gedragen; deze mooie gesialten vol ras, van den oudsten kolonel tot den jongsten luitenant, die overdag met hun verrekijkers, zwepen en sigaretten hun werk het cachet wil len geven van een renbaan in den oorlog, dat alles maakt den indruk van een volk van mees ters, dat zich in elk vreemd land zoo zonder rechtstitel en zonder kennis van de taal thuis voelt en weet te bevelen. Nergens nog heeft zich sterker dan hier, waar ik lien kon gade slaan als niet-herkende vijand, bij mij de over tuiging gevestigd, dat men een volk en een mensch niet verachten moet, omdat hij de kunst verstaat anderen voor zich te laten wer ken. Is het niet een kunst de fluit te bespelen? Do netheid van hun uitrusting, de adel van hun houding, hun rijkdom en hun waardigheid prikkelden mij niet tot den goedkoopen spot, die hij ons in alle sloppen heerscht, maar bracht mij tot cultuur-historisch nadenken over de rol, die een volk to spelen heeft en over het late uur, waarin deze rol ophoudt. De Fransehen zijn dienaren, zijn werkdie renTwintig wagens met vier paarden be spannen rollen langs do kade, elke wagen be stuurd door Fransche trein-soldaten, alle zwaar met hout beladen. De mannen zitten op de voorste paarden, met de zweep slaand en vloe kend en van onder tot boven met modder be spat. Op een hoek staat een Engelsche staljon gen, keurig gekleed, de handen in de zakken, do teugels van het paard onder den arm door getrokken, de pijp in den mond en koopt man darijnen. Dit tooneel kan een toeval zijn, maar tegelijkertijd is het een symbool voor hetgeen in dezen oorlog zich afspeelt tusschen Fran schen en Engelsdien. Soms moet nu en dan een Engelsche auto stilhouden, om Franschen op tc nemen, als een teeken van de verbete ring in de verstandhouding. Gegroet wordt er nooit. Een bataljon Schotten marcheert voorbij. Daar achter een bataljon Fransche artillerie. Vergelijkt men kleeding, houding, zindelijk heid, dan zijn het weer heeren en knechten, waarhij echter de knechten in dapperheid vol strekt niet voor de heeren behoeven onder te doen. En dan wordt er thans in Saloniki, even als in vredestijd, veel Fransch gesproken. Voor de Engelsehen heeft men een eigen krant uit gegeven, omdat- zij de „Indépcndance" en de ..Opinion" niet kunnen lezen. Van deze naïeve biaden onderscheidt de „Balkan News" zich gunstig door het afdrukken van de Duitsche legerberichten. Ook vindt men in het Engelsche blad spotternijen op de Fransche tirades, die zelfs in den moppenboek van Londeusehe kran ten verboden zouden worden. Zoo bijv. het be richt, dat een Fransche duikboot op de Place de la Liberté te Saloniki drie Duitsche krui sers geramd heeft. Tusschen heeren en knechten, die aan de stad thans toon en rhythmus geven, leven de Ser viërs en Grieken, om van de 20,000 angstige Turken niet te spreken. Er zijn hier ook enkele Kussen en Italianen van de buiten de haveu voor anker liggende oorlogsschepen. Doch die zijn niet a la mode. De vleiende opschriften van de restaurants luiden slechts: „Aux An glais, Franfais et Serbes." In hun bijna zwarte uniformen met gouden kragen, hun glad ge schoren, donkere, vierkante acteursgezichten wandelen do Russische officieren de hoofd straat op en neer, die nu Rue Vezizelos heet, terwijl de Serviërs met hun bisschopmutsen en ree-bruine uniformen met kwade gezichten aan do vuile koffiehuistafeltjes zitten en schijnen te wanhopen aan de wraak, die zij nemen zullen met de hulp der geallieerden, een hulp, dio tot nu toe zulke slechte resultaten opgeleverd heeft. "Wat van de Servische troepen hier terecht ge komen is. wordt opnieuw uitgerust. De Ser vische vluchtelingen worden meer beklaagd dan gesteund. Zij werken aan de hospitalen, kazer nes, magazijnen, die de geallieerden oprichten buiten de stad, alsof zij er eeuwig wilden blijven. ....Tusschen al deze vreemde volkeren be weegt zich de rest, van de inheemsche bezetting koel c-n waardig. Het is de laatste Grieksehe divisie. De Grieksehe officieren en soldaten gaan niet met anderen om. Ook in het gedrang van de electrische tram zal men nooit een Griek met een Franschman hooren spreken» TURKIJE. Gallipoli geheel ontruimd. LONDEN. Officioel. Calllpoli is volkomen ontruimd. KONSTANTINOPEL. Zondagnacht ont ruimden de Engelschen ten gevolge van lievige gevechten onder zware verliezen Sedd-ul-Balir volkomen. Geen enkele is ach tergebleven. Da vertegenwoordiger van de Agonce Milli aan de Dardanellen meldt, dat de Turksch etroepen den vijand van Sedd-ul Bahr geheel verdreven. Het schiereiland Gallipoli is thans van den vijand gezuiverd. LONDEN. Generaal Mouro bericht, dat de volledige ontruiming van Gal lipoli nu met succes is uitgevoerd. Alle kanonnen en houwitsers konden wor den weggevoerd, behalve 17 versloten kanon nen, die vernield werden voordat men ver trok. De verliezen zijn bij de Britsche troe pen één man; bij de Franschen geen ver liezen, EONSTANTINOPEL. Ten gevolge van de laatste zegepraal van onze troepen bij Sedd-ul Bahr is de geheele stad ia vlaggen tooi. Overal hebben vreugdebetoogingen plaats, In de mos keeën worden gebeden uitgesproken en dankgodsdienstoefeningen hebben plaats in alle kerken en tempels. Des avonds wordt de stad geïllumineerd. De historische ge beurtenis van de ontruiming van het laatste gedeelte van het schiereiland Gallipoli werd door een extra uitgave van de staatscourant openbaar gemaakt. Bijzonderheden worden nog niet gemeld. Men weet slechts, dat de Turksche troepen de loopgraven bij Sedd- ul Bahr en Tekk© boeroen bezetten. De troepen van het centrum ontnamen den vijand negen kanonnen en vermeesterden een groot kamp met tenten. Een met troe pen beladen vijandelijk schip werd in den grond geboord. KONSTANTINOPEL. De „Agence Milli" deelt mede: Met Gods hulp verdreven we aan het Dardanelleufront den vijand nu ook van Sedd-ul Bahr. Wij ont vingen nog geen in bijzonderheden afdalend bericht over den slag, die sedert drie dagen voorbereid, Zaterdagnamiddag door onzen aanval werd begonnen. Wij weten alleen, dat alle voor den oorlog bij Sedd-ul Bahr eu Tekke boeroen aangelegde loopgraven door ons werden bezet. De buitengewoon groot© buit kon nog niet worden geteld. De vijandelijke verliezen moeten zeer groot zijn. (Eén man, volgens het bericht van generaal Monro. Red-). Een van onze vliegers viel een vijandelij- ken tweedekker, systeem-Farman, aan en bracht dien ten val. Het vliegtuig viel in vlammen gehuld neder bij Sedd-ul Bahr. De vijand, die aan dit front sedert haast een jaar alle middelen* in het werk stelde om oils in het hart te treffen, leed als ge heele resultaat groot© verliezen aan men- schcn en materieel. Hij werd tot de vlucht gedwongen en lieefb alle hoop moeten opge ven, dank zij de dapperheid' van ons leger, dat in vertrouwen op zijn recht moed en volharding toonde. Wij loven hen, die bij de vervulling van hun plicht den dood von den, on danken onze zegevierende troepen. In Mesopotamië. KONSTANTINOPEL. Aan liet Irak- front viel de op een eterkto van een divisie geschatte vijand, die zich in E.main Alligarbi bevond, met heb dóel Koet el Amara- te hulp te komen, op 6 en 7 Januari, onder bescherming van vier oor logsschepen, onze stellingen aan bij Sjeik Said, een dagmarsck tusschen beide ge noemde plaatsen in. De aanval werd door een tegenaanval van onze troepen, die eeni ge gevangenen madkten, volkomen afgesla gen. De vijandelijke verliezen worden op 3000 man geschat. Vooral een vijandelijk cavallerie regiment leed zeer zware verlie zen. Overigens niets te melden. De actie in Z.-W.-Arabië. De Engelsche Legatie ontving van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken te Londen het volgende communiqué, gedag- teekend 6 Januari, over de krijgsverrichtin gen van de Turken in Zuid-West Arabië. De feiten hebben zich als volgt toegedra gen. Geen Er gelach© of Indische troepen zijn sedert 1907 in het binnenland van het Adenscho Protectoraat gestationneerd ge weest en toen de vereenigde troepenmacht van Turken en Arabieren in het begin van het vorig jaar de grens overschreed, was in overeenstemming met de tot dusver ge voerde politiek besloten geen 6lrijd met lien aan te binden in liet binnenland. Geen Engelsche of Indische troepen kwamen in aanraking met den vijand vóór het begin van Juli, toen de voorhoede van een kleine troepenmacht, die was uitgezonden om steun te bieden aan den sultan van Lahey, aldaar door de Turken werd aangevallen. Lahey is een niet-versterkte stad en we hadden daar geen vestingwerken aangelegdeen gevolg daarvan was dat, toen de Turken met een sterke macht den 4den Juli een aanval deden en de Engelsche hulptroepen uit Aden door moeilijkheden met transport en water voorziening niet in staat waren op tijd te komen, een terugtocht naar Aden werd tot stand gebracht zonder eenige bemoclijking. De Turken rukten toen op naar Sheikh Othman, waaruit ze werden geworpen, na dat ze den 21sten Juli zware verliezen had den geleden. Sinds dat tijdstip hebben we Sheikih Othman bezet gehouden, en g©en poging is ondernomen om deze plaats of eenig deel van de verdedigingswerken van Aden aan te vallen. De eenige krijgsver richtingen in het geheele protectoraat waren sedert Augustus enkele onbeteekenende schermutselingen. Geen opstand i3 in Ha- i drament voorgekomen en de Turken hebben gedurende de laatste drie maanden geen voorwaartsche beweging bep-roefd. VEREENIGDE STATER De duikbootenoorlog. WASHINGTON. De Duitsche ambassa deur Bemstorff overhandigde minister Lan sing Buitechland's voorstel om schadevergoe ding te geven voor de met de „Lueitania" omgekomen Amerikanen. llif gaf de verzekering, dat do Duitsche. duvkbooleu, 'in de Middellandsche Zee. geen enkel wnr combattant schip zullen aanval len zonder, icaarBchv/uring, De expeditie van Ford. NEW-YORK. De Amerikaansche pers verklaart, dat de expeditie van Ford voorgoed schipbreuk 'heeft geleden en waarschuwt het publiek van andere neutrale landen tegen een manoeuvre, die geen ander doel heeft dan de goede betrekkingen met de geallieerden in gevaar te brengen. Ford heeft trouwens verklaard, dat hij den kruistocht nooit zou hebben ondernomen, indien hij de ware redenen van den oorlog had gekend, zooals hij die thans kent. Bij hem is het evenmin meer aan twijfel onderhevig, dat de centrale mogendheden met voorbedachten rade te werk zijn gegaan als dat de geallieerden verplicht zijn om, voor zij de wapens neder- leggen, de voorwaarden te bedingen, die het meest geschikt zijn om een duurzamen vrede te verzekeren. JAPAN. In het Janansche parlement. Uit Tokio wordt over Kharbin aan de „Roeskoje Slowo", onder dagteekening van 7 Jan., geseind: „Bij de behandeling van de begrooting in het Japansche parle ment hadden zeer rumoerige tooneelen plaats. Verscheiden afgevaardigden, behoo- rendo tot de oppositie, vielen de regeering heftig aan wegens haar toetreden tot het verdrag van Londen, bepalend© dat zij geen afzonderlijken vrede zal sluiten. Deze toetreding, zoo zeiden zij, was door de ge heele Japansche pers en een groot gedeelte der bevolking afgekeurd en kon voor Japan zeer noodlottige gevolgen hebben. Tenge volge van den toestand in Indië zou. Japan in nieuwe oorlogsavonturen medegesleept kunnen worden. Aan het ministerie van oorlog nieuwe kredieten toestaan zou, vol gens sommige afgevaardigden, beteekenen, dat men het dwaze plan om troepen naar Europa te zenden wilde steunen. CHINA. Algemeene dienstplicht in China, De Chineesche regeering heeft, volgens een mededeeling in de „Ost-Asiatische Lloyd" besloten, in vier opeenvolgende tijdperken, die over tien jaar verdeeld zijn, den algemeenen dienstplicht in China in te voeren. De dienstplicht zal het eerst worden ingevoerd in de provincies Tsjila, Honau en Sjantoeng. Daarn^i komen Fengtien, Kirin, Sjansi, Sjensi en Kansoe aan de beurt. De derde groep omvat Kiangsoe, Tsjekiang, Auhoei, Hoenan, Hoepeh, Fa- kif.li, Kwangtoeng, Kwangsi en Tjechoean, en de vierde Ycenan, Chineesoh-Turkestan, Heiloeng-Kiang, en de grensdistricten «Dje- hol, Chabar, Soeigcean en Kokoenor. De E. 17. Uit .Njeuwediep boricht men ons nog het vol gende: Het was Woensdagmorgen 4 uur dat de fraaie en nieuwe „E. 17", bemand met 33 kop pen, w.o. drie officieren de namen van hen publiceerden wij reeds 10 onderofficieren en 20 manschappen het moederschip de... aan de kust van Oost-Engeland verliet, om koers to zetten naar het Sliagerrak en daar to kruisen en kon hot zijn nog wat anderé te doen ook... Maar helaas, een mijnenveld, dat de ,,E. 17" in den wog kwam, was oorzaak, dat zij uit den koers goraakto en ter hoogte van de Haaks- gronden averij kreeg. Die averij bestond uit het verlies van een schroefblad, terwijl de ander beschadigd werd, zoodat de ,,E 17" ge noodzaakt was te trachten zoo spoedig mogelijk weer in veilige haven te komen. Wat de. oor zaak was van do averij konden wij niet te we ten komen. The best is silent, en gedachten zijn tolvrij. Hoo het zij, de „E 17" moest terug en wendde den steven, toen zij plotseling uit het halfduis ter den romp zag opdoemen van een kruiser met eenigo torpedo1x>oten, die daar kruisten. Dat moest een Duitecher zijn, daar was geen twijfel mogelijk en nu was liet zaak snel te handelen, teneinde hen te snappen. Do commandant gaf aanstonds bevel te dui ken, maar de „E 17", wier averij grooter scheen to zijn, dan enkel het gemis van het sohraefblad het vaartuig bleek ook zijn roer te heb'bcn verloren dook in een hoek van 45 gr., hetwelk een flinke scherpe helling is. De commandant begreep het gevaar en bereid de zijn mannen voor op den ondergang. „Eerst de Duitsoher, dan wij!" sprak hij en inmid dels liet hij de voor-tank leegloopen, ton eindo het vaartuig, dat hoo langer hoe meer in lood rechten stand was gekomen, zoodat de beman ning zich vast moest houden, weer horizontaal te krijgen. Dit gelukte aanvankelijk en toen nu het water weer boven kwam, had de wacht door de periscope inmiddels ontdekt men was wat dichter bij elkander gekomenniet te doen to hebben met een Duïtscher, maar met een Hollander, dio niets liever deed dan hulp Verleonen en dit, nu de Engelschman intus- sohen eenigo noodseinen had afgegoven, dan ook aanstonds deed. Het was nog juist op tijd, want bijna onmiddellijk nadat do Engelsche be manning was overgegaan, zonk de ,,E 17" weg. Het schip bleek inderdaad niet meer te redden. Niet onwaarschijnlijk is het, dat de comman dant van. den onderzeeër, bemerkende, dat bet vaartuig niet meer t© houden nas, het zinken bevorderd lieeft door liet openzetten der klep pen. Do plaats, waar het ongeluk gebeurde, lag ongeveer 10 mijl buiten' de kust en de Engel schen. die in tegenstelling met dc daarover ver spreid© belichten het vaarwater schenen to kennen, wisten ook de diepte. De Engelsche Jantjes waren blijde den dood ontkomen te zijn. In de marinekazerne, waar zij werden binnengebracht, werden zij van bet noodigo voorzien, zoodat zij het doodsgevaar, waaraan zij kort te voren waren blootgesteld, 6poedig vergeten waren. Niemand wordt bij lien toegelaten. Dc Regeering heeft op grond van artikel 13 der Xe Conventie 1907 (Roode-Kriris-tractaat) besloten dat. de opvarenden van den Briteclien onderzeeër E. 17, in do Noordzee gered door do Noord-Brabant", worden geïnterneerd. Do tekst, van het tractaat luidtIndien ge- wondon, zieken of schipbreukelingen aan boord van neutrale oorlogsschepen worden opgeno men, moeten binnen do grenzen van het moge lijke maatregelen genomen worden, opdat zij niet meer aan de krijgsverrichtingen kunnen deelnemen. Per stoomboot „Hydrograaf" arriveerden gis teren te Harlingen do opvarenden van de ge zonken Engelsche onderzeeboot E 17, en ver trokken van daar naar Groningen om aldaar geïnterneerd te worden. Een onderzeeër in den Couden Hoorn. LONDEN. De „Daily Chronicle" ver neemt uit Athene, dat volgens een tele gram, door een plaatselijk blad uit Kon- stantinopel ontvangen, een Britsche onder zeeër er in riaagde door de Zee van Marmo ra en den Bosporus in den Gouden Hoorn te komen; daar deed het vaartuig een aan val op het arsenaal dat aan de Perra-zijde van den Gouden, Hoorn ligt. De schade is aanzienlijk. De verschijning van het Engel sche schip veroorzaakte een paniek onder de werklieden van het arsenaal en de bewoners van de Pera-wijken. Het slagschip „King Edward VII" gezonken. LONDEN. Officieel. Het slagschip „King Edward VII" is op een mijn gestooten en moest wegens de zware zee verlaten worden. Het zonk korten tijd daarna. De bemanning werd gered. Er gingen geen menschenlevens verloren. Slechts twee mannen liepen kwetsuren op. (De „King Edward VII" was een slag schip van 16,600 ton, gebouwd in 1903 en bewapend met 4 kanonnen van 30.5 cM., 4 van 23.4, 10 van 15 cM., 12 van 7.6 eu 12 van 4.7 cM. en met vier torpedolanceer- buizen. De bemanning telde 780 koppen. Red) Een Italiaansch transportschip gezonken. CETTINJE. Een Italiaansche stoom boot van Briudisi komend met voor raden en 425 Montenegrin sche recru- ten uit Amerika, stiet Zaterdag ia de buurt van San Giovanni di Medua op een mijn en zonk dadelijk. Tweehonderd passagiers kwamen om. Een bezoek aan een Engelsche vlootbasis. LONDEN. Op' uitnoodiging van de Admiraliteit bezichtigden een aantal Engelsche en buitenlandsche journalis ten een der bases aan de Engelscli© kust, een der vele centra, van waar Engel sche schepen van het grootste type binnen enkele minuten, nadat berichten omtrent bewegingen van Duitsche schepen zijn ont vangen, in zee kunnen steken. Hier zag men onderzeeërs, pas terug van geslaagde tochten, liggende naast schepen van gelijk type, die voorraden laadden uit de vlakbij gelegen loodsen, die vol lagen met torpedo's. De journalisten bezochten ook de grootste torpedojagers van de weréld, die pas waren teruggekeerd van kruistochten in de Noord zee, waar zij, naar de officieren verklaarden, niettegenstaande de blufferij van do Duit- sehers, geen spoor van de Duitsche vloot hadden kunnen ontdekken Er was ook een vloot van snelle motorbooten voor de jacht op onderzeeërs. Uit het bezoek bleek den journalisten hoe verlangend de Engel sche zeelieden zijn om uit te trekken voor een ontmoeting met de Duitsche vloot, zoodra minister Tirpitz goed zal vinden, dat zij het veilige kanaal van Kiel verlaat. De „Bouleur". LONDEN. Lloyds bericht: Naar gemeld wordt is het Noorsche stoomschip „Bou leur gezonken. Vijftien man van de equi page zijn aan wal gebracht. LONDEN. Lloyds meldt, dat de Noor- scihe stoomboot „Bonheux", die, naar eerst gemeld, was, zou gezonken zijn, op het strand zit. In de Zwarte Zes. PETROGRA D- Op 8 Januari "boor den onze torpedobooten een gToot stoom schip, dat van den Bosporus kwam, in den grond. Vervolgens ontmoetten onze torpedobooten den kruiser „Goeben". Onze booten, vervolgd door den vijandelij ken kruiser, trokken terug onder de bescher ming van een linieschip, dat zich in de na bijheid bevond. Er volgde een kort gevecht op grooten afstand, waarna de „Goeben", gebruik makend van zijn groote snelheid, spoedig verdween in de richting van den Bosporus. Wij leden geen verliezen en kre gen geen averij. Ontduiking van briefport. Het O.M. bij de rechtbank te 's-Gravenliago ■orderde 5 dagen gevangenisstraf ter zake van valschheid in geschrift© tegen den handelsagent W. S., uit Leiden, dio aan zijn firma te Am sterdam een ongofrankoeröe briefkaart sclu-eef en het daarbij deed voorkomen, of de kaart afkomstig was van een militair, die recht heeft op portvrije verzending van zijn corres pondentie. Uitspraak 10 dezer. De Nederlancsche ambulance ta Boedapest. Wolff seint uit Boedape6t d.d. 8 Jan. De Nederlandsche ambulance, bestaand© uit zes geneesheeren en 27 verpleegsters, onder leiding van prof. Lanz, is gisteravond hier aangekomen. Zij werd door den koninklijken commissaris van de Hongaar- sche afdeeling van liet Rood© Kruis, ,,Ge- lxeimrat" graaf Andreas G'sekonies, den vice-president Geza Joöipovich, en graaf Emil Szechenyi en namens den minister president door den „Mïnisterialrat" Alfred Drasche Lazar ontvangen. Ook d© Nederlandsche kolonie met den consul-generaal J. Fledderas aan heb hoofd, was aanwezig. De missie hoeft de leiding van het reserve- hospitaal No. 4, dat vroeger door een Amerikaansche missie beheerd werd, aan vaard. De Nederlandsche ambulance had vijf wagons met levensmiddelen en ander© gaven voor de Hongaarsche oorlogshospitalen medegebr ach t. Het IJzeren Kruis aan een Ned6rlandsch9 verpleegster. Naar wij vernemen heeft ons landgenooto, mej. Van Schreven, dia vrijwillig in liet lazaret te Breslau verpleegt, het '1 Jzeren Kruis 2de klasse ontvangen, voor hare diensten laa de Duitsche gewonden bewezen. („N. Ct.'!) Uit da „Staatscourant". Bij K. B. is in zijn rang overgeplaatst bij hot reg. jagers, do eerste-luit. J. P. baron an Hoeckeren van Molecaten, van het 11de reg. inf. De Commandant dor 1e Divisie. De onlangs benoemde commandant der lo divisie van het veldleger generaal-majoor V a n Delft, hield Vrijdag een inspectie over de to 'e-Gravenhage in garnizoen liggend© troepen. Do inspectie had plaats in het Malieveld. Na de inspectie defileerden de troepen voor den generaal onder commando van den commandant der brigade grenadiers en jagers kolonel Hab- bem - Daarna weid een marsch door d© stad oamnnlrfc

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 2