30E3 xrrcn Woeasaag x a danuoji 10 X <3
OP ZEE.
Binnenland.
Legerzaksn.
Van Berlijn naar Bagdad.
"Wat de verovering van Servië waard is voor de Centrale mogendheden, is
wel zeer duidelijk op dit kaartje. Het toont ons aan, dat Berlijn en Weenen, de hoofd-
steden van Duitsehland en Oostenrijk-Hongarije, thans in rechtstreeksche verbinding
staan met Ixonstantienopel niet alleen, maar ook zelfs met Bagdad, de stad inMesopotamié
waar Duitsehland het oog op geslagen heeft en waarheen met Duitsch geld een spoor
weg is aangelegd.
Op ons kaartje is de ontzaglijke spoorweg, 3700 K. M. van Berlijn naar Bagdad,
aangegeven; we zien hoe hij loopt over Dresden, Weenen, Boedapest, Belgrado, Nisj,
Sofia, Adrianopel, Konstuntinopel, over den Bosporus en door Mesopotamië naar
Bagdad.
bestemming van heb Servische leger in
Albanië, dat naar het heet uit 100,000 man
zou bestaan. De Italianen zouden eischen,
dat dit leger de Italiaansche actie in Alba
nië moet ondersteunen, terwijl de Engelsch-
•Fransche generale staf dit leger naar Sa-
loniki wenscht getransporteerd te zien, waar
een groot gevecht verwacht wordt.
Servië na den veldtocht.
Br. Stephan Steiney schrijf taan den
Berlin er Lokalanzeiger"
Het landschap wordt, hoe meer nij ons ver
wijderen van Semendrai, steeds mooier. Ver
in liet oosten en westen ziet men de verre om
trekken van het hooggebergte. De oorlog is
ver weg getrokken. Ovc-ral op do velden ziet
'men bonte kleuren Dat zijn de Servische
boerinnen, dio het. land in orde maken. Man
nen ziet men bijna niet. want mannen zijn
in Servië zeldzaam. In vier lange oorlogsja
ren greep de oorlogsgod alles, wat maar han
den en voeten had, en wat achterbleef zijn
half opgeschoten jongens oi gebrekkige grijs
aards. De oorlog is onbarmhartig en toch in
dit gezegende Morawadal, waar het grootste
gedeelte van do legers doorheen trok, was hij
barmhartig. Het land ligt er onaangetast.
Slechts zelden ziet men dat een loopgraaf een
groeve trekt in den zwarten grond. Bijna
geen plank ontbreekt aan een tuinschutting
en de huizen, deze vriendelijke, half Turk-
selie, half Germaansche woningen, hebben
niet onder den oorlog geleden.
Ook het loven is langzaam naar dit land te
ruggekeerd. Op de velden grazen grooto kud
den koeien en schapen. En dit verrast mij bet
sterkst. Ik dacht, dat wij op onzen snellen op-
marsch door dit rijke dal alles zouden moeten
verteren, wat het; land bood. Doch nu zio ik,
dat dit een vergissing geweest is. Het land is
nog steeds rijk aan vee en mijn leedwezen voor
do arme bevolking, die ik reeds zag honger
lijden, was overbodig. Zij zal kunnen leven
tot den volgenden oogst, en het land zal
spoedig op zijn verhaal komen. De oorlog
doodt, maar zaait ook leven. En dit land met
zijn zoo gezonde aarde zal tot een voorspoed
opbloeien, zooals de Serviërs nooit gekend
hebben. Langs de landwegen rijdt nu do spoor
weg over heele trajecten, dio ik tijdens onzen
opmarsch moest afleggen in automobiel of in
«en wagen of to voet. Nu nog gruw ik van
deze diepe modder. Nu is deze straatweg de
ideaalste autoweg, dien ik mij kan denken.
Ik wil hier niet den lof zingen van de Oosten-
rijksche en Duitsche pioniers, wien wij dezen
- straatweg danken. Maar het is en blijft mij
onverklaarbaar hoo uit deze woestenij van
zand, modder, water en vuil ecu stevige Euro-
peescho chaussée ontstaan kan. Het station
van Lapovo, de vuile kamers zouder vensters,
waarvan de muren maanden, misschien jaren
lang niet gewit werden, kregen c-en nieuw
kleed.
!n eon Servisch dorp.
De oorlogscorresponcLnt van de „Nord-
deuteche AJlgemeine Zcuting" schrijft het
volgende over het Servische dorp Lapowo
in liet- dal van de Mora va
„Ik zag het dorp voor de eerste maal, toen
de Beiersche infanterie er door marcheerde.
Arme kerels!.... Nooit te voren heb ik zoo hoo-
ren vloeken. Want deed de soldaat twee stap
pen voorwaarts, dan gleed hij er één terug in
bet slijk van de straat. Den helm in den nek,
bet. zweet druppelend van liet voorhoofd, de
uniform open ook de oriicierenhet hemd
open, zoodat de borst bloot was, het bovenlijf
voorover gebogen, op den rug dén zwaren last
van de bagage, het geweer over den schouder,
dikwijls met de kolf naar boven, zoo schoven
zij, werkten zij zich vooruit, stap voor stap in
zwaar lichamelijke inspanning. Dertig kilo
meter marsch op Servische wegen dcor het
.verslibde Morawadal en dan als toegift, als een
bijzonder geschenk van het verwilderde land,
de marsch door Lapowo. Zij, die het mee ge
maakt hebben, zullen het later nog vertellen
en wanneer zij het meest ongelooflijke zeggen,
dat den hoorder de haren te berge rijzen. d3n
zal het stellig niet te veel zijn. Z»j zullen eer
de helft verzwijgen, omdat de kracht der woor
den met voldoende is om het verschrikkelijke
ie schilderen, dat onze troepen daar te verdu
ren hadden.
Lapowo heeft een bijnaam gekregen. Wij
noemen het nu het graf der automobielen.
"Want heelhuids kwam geen wagen door de
straten van het dorp. dat zich ongeveer ter
3engte van vijf kilometer uitstrekt aan de
westelijke hoofdstraat van liet Morawadal. Onze
troepen hebben daar, druipend van liet zweet,
de bitterheid lecren kennen van een Servisclien
marschdag. Zij kropen voorwaarts door een
/taaie modderpap. waarin de schoenen bleven
steken, zoodra zij de voeten uit de pap trok
ken. De cavalerie ging liet niet beter. De helft
van de paaiden werd kreupel, zoodra een es
kadron over de wegen reed. En de automo
bielen? In het- vuil van den weg zaten zi vast.
sy lagen midden op den weg. met gebroken
tanks, geknakte voeren, gebroken assen.
En in dit heerlijke Lapowo kwam fk op een
avond binnen om er kwartier te zoeken Het
station, het geheelo nest lag dood....
Onder granaatvuur.
Een correspondent van de Xew-Yorker
„United Press" vertelt in een verslag van
den terugtocht der geallieerden uit Servië
hoe iemand zich gevoelt, op een plaats, die
aan granaatvuur is blootgesteld.
„Heuvel 516 nu in handen der Bul
garen en het slagveld in het dal van Kos-
turino ligt weder ru3tig en vredig, mijlen
ver achter heb Bulgaarscho frent. Maar
op het oogenblik, waarover ik schrijf, was
het eon slagveld. Op den top van een heu
vel bulderde ©en kanou en verder van ons
af, nog een tweede. Daarna donderde het
Engolsche kanon achter ons. Het waren
allen kanonnen der geallieerden.
Toen klonk er een ander goluid. Het was
een gil, die, naarmate de seconden verlie
pen, niet zwakker maar krachtiger klonk.
.Te kijkt in de lucht boven je. Je ziet niets.
Je voelt je hulpeloos. De lucht om je heen
is vol van dat gehuil. Misschien eindigt
het met een ontploffing vlak bij je. Als
dat gebeurt, zul je ze waarschijnlijk niet
hooren. Je lampje zal dan uitgeblazen wor
den en je zult niet eens weten, wat je ge
raakt heeft.
Je hebt een intens verlangen om de
„boem" te hooren. Het moet uit zijn. Zoo
lang dat gehuil in de lucht klinkt, kun je
elk oogenblik doodgeslagen worden. Ik
schrijf dit nu niet, om er op te pochen, dat
ik onder granaatvuur ben geweest, maar
alleen om duidelijk te maken, dat dat een
ellendige gewaarwording is. Wie dat niet
gevoelt, terwijl hij in dien toestand ver
keert-, moet wel een stom beest zijn, dat
niets begrijpt, van wat cr om hem heen
gebeurt.
Er zijn mensclien die zoo'n emotie pret
tig vinden, die zeggen, dat het een prettige
gewaarwording i.s. Maar anderen verklaren,
dat zij er niet van houden en daar behoor
ik to-e.
Op de helling van den heuvel boven ons
dreunt een geweldige ontploffing. Een ge
weldige wolk, grooter dan een gebouw van
zes verdiepingen, uit modder, steenen en
aarde bestaande stijgt op. De granaat is ge
barsten
Een Fransch. soldaat met een stalen helm
op kijkt mij verbaasd aan, terwijl ik daar
langs den weg wandel. „Neem me niet kwa
lijk, zegt hij in gebroken Engelscli, „maar
ik heb al zoo langen tijd geen man in zulke
kleeren geziou, dat ik wel naar u moest
kijken."
Terwijl wij nog praatten, ontploft op den
weg', een kwart mijl van ons af, een Bul-
gaarsche granaat en wij zagen soldaten uit
de stofwolk wegloopen.
Eindelijk moest de Frahschman weggaan.
Of ik een eindje met hem mee wilde loo-
pen Maar een klein eindje verder vielen
goed gerichte Bulgaarsche proectdelen. Nu
verder te gaan gaf een gevoel, alsof je in
eon koud bad moet springen. Ik wist wel,
dat als ik maar eens begon to loopen, ik
wel met hem zou meegaan, maar het kost
te mij inspanning om geen voorwendsel te
bedenken en naar het ravijn terug te gaan,
„Hier op dit punt kun je elk oogenblik
geraakt worden. Ik moet hier iederen dag
wel twaalfmaal langs, op weg van de keukeu
naar mijn ravijn. Wilt u mijn schuilplaats
eens zien?"
Ik ging mee. Wij kwamen bij een klein
ravijn, waarin een klein verblijfplaatsje,
half kuil en half tent, gebouwd was. Er
waren daar nog twee soldaten.
„Een toerist? Bent u een tourist?"
vroegen zc. „Maar man wat kom je hier
als toerist deen! O, is u journalist?"
Ik zeide ze goéden dag en keerde terug,
eenigszins getroost, door de verzekering dat
do Bulgaren nooit een granaat afschieten
op oen alleenloopend man.
„Toch vreemd" dacht- ik. „In New-York
achtte mijn levensverzekering-maatschappij
mijn leven duizenden dollars waard en de
Bulgaren willen er niet eens een 25 dollars
voor uitgeven".
MONTENEGRO.
Montenegro in den strijd.
CETTINJE- De vijand deed vier aan
vallen op het geheele front-
De Oostenrijksche vloot is te voorschijn
gekomen uit den Boccke di Cattaro en
heeft den Lowtsjen gebombardeerd.
WEENEN. Ten noordwesten van Berani
bielden de Montenegrijnen opnieuw stand.
De door hen bezette hoogten werden in
storm genomen, waarbij we een kanon ver
meesterden. Aan de Tara schermutselingen.
Aan de grens van Herzegowina en in liet
gebied van de Bocche di Cattaro zijn onze
troepen in gevecht tegen de Montenegrijn-
sche stelüingeu.
GRIEKENLAND.
Milos door de Entente bezet.
BERLIJN, De „Lokal Anz." verneemt
J uit Athene, dat het bericht van de legeraan
voering van de Entente, waarbij het eiland
Milos in het belang der operaties voor den
duur van den oorlog als bezet gebied ver
klaard wordt, groot opzien baart, omdat de
Entente het niet meer noodig vindt de door
haar genomen maatregelen op de een of an
dere wijze te rechtvaardigon. Als reden
wordt slechts aangevoerd, dat de Entente,
met het oog op de aanstaande operaties, ge
noodzaakt is, het eiland Milos te bezetten,
als basis voor de vloot der geallieerden. De
Grieksehe bladen zien in dezen maatregel
esu bedreiging tegen Griekenland, daar
i Milos gelegen is in het midden van de
1 soheejjvaartlua tusschen Kreta en Athene.
De gearresteerde consuls.
BERLIJN. Uit Sofia wordt aan
de „Voss. Zeitung" geseind, dat de
Nederlandsclie gezant te Boeckarest,
jhr. dr. Van Vredenburck, te Sofia
is aangekomen en een bezoek heeft gebracht
bij den minister-president Radoslawof, om
de vrijlating te bewerken van het door Bul
garije aangehouden personeel van do ge
zantschappen der quadruple-entente. Ra
doslawof verklaarde bereid te zijn, daarvoor
de noodige voorschriften te geven, indien de
Bulgaarsche consul te Saloniki met het ge
heele personeel van het consulaat onverwijld
in vrijheid gesteld wordt.
ATHENE. De Grieksehe regeering heeft
opnieuw bij Frankrijk en Engeland gepro
testeerd, ditmaal tegen de arrestatie te Sa
loniki van een aantal Helleensche, Oosten-
rijksche, Duitsche en Bulgaarsche onderda
nen; in het protest wordt er op gewezen,
dat detachementen der Entente-troepen de
woningen dezer burgers, die op Grieksch
grondgebied woonden, binnendrongen en de
deuren verbrijzelden. Het is voornamelijk te
gen de arrestatie van Grieksehe onderda
nen door vreemde troepen in een Grieksehe
stad, dat de regeering protesteert, wijl zij
daarin een zeer krasse schending ziet van
de wetten des lands.
KONSTANTIN OPEL. Volgens een
bericht uit Athene hebben de ge
zanten van het viervoudig verbond
(Duitsehland, Oostenrijk, Bulgarije en Tur
kije) een protest ingediend tegen de door
de Franschen op Mytilene gedane arresta
ties. Deze arrestaties doen vermoeden, dat
Mytilene tot operatiebasis wordt gemaakt.
Consuls te Mytilene gearresteerd.
ATHENE. Volgens een telegram uit
Mytilene hebben de militaire autoriteiten
der geallieerden de daar gevestigde Oosten-
rijksche, Duit-sche en Turksche consulaire
agenten gearresteerd. De redenen voor
dezen maatregel zijn dezelfde, die voor de
consuls te Saloniki golden.
Crieken in Turkije onder de wapens geroepen.
ATHENE. De recruteei*ingsbureaux te
Smyrna en Burnabar hebben tien
nieuwe lichtingen Grieken, in den leef
tijd van 45 tot 55 jaar, onder de
wapens geroepen. Het heet, dat deze man
schappen naar Angora en Adana gezonder,
zullen worden om daar mede te werken
aan don aanleg van wegen en spoorlijnen
ten behoeve van den veldtocht in Egypte.
Deze gemobiliseerden kunnen zich echter
vrijkoopen door betaliug van een bedrag
van 22 T. p.
In Saloniki.
Emil Ludwig, correspondent van het
„Berl. Tagebl.", die eenige dagen te Salo
niki heeft doorgebracht-, seint aan zijn blad
In sierlijke auto's rijden de meesters van
de stad langs de kade. Ja, de Engelschen zijn
meesters van dezo stad, meesters van hun
bondgonooten en daarom bij de Grieken meer
gebaat dan do Franschen en Serviërs. Hun op
treden, de wijze waarop zij langs de straat
rijden en wandelen, onverschillig of bet een
officier is of stalknecht, een marinier of een
artillerist; de koele manier, waarop de officie
ren 's avonds in khaki-kleurige burger-luster-
jassen met een stokje in de hand en volkomen
als sportsmen uitziende zich hoogmoedig in
de cafés gedragen; deze mooie gesialten vol
ras, van den oudsten kolonel tot den jongsten
luitenant, die overdag met hun verrekijkers,
zwepen en sigaretten hun werk het cachet wil
len geven van een renbaan in den oorlog, dat
alles maakt den indruk van een volk van mees
ters, dat zich in elk vreemd land zoo zonder
rechtstitel en zonder kennis van de taal thuis
voelt en weet te bevelen. Nergens nog heeft
zich sterker dan hier, waar ik lien kon gade
slaan als niet-herkende vijand, bij mij de over
tuiging gevestigd, dat men een volk en een
mensch niet verachten moet, omdat hij de
kunst verstaat anderen voor zich te laten wer
ken. Is het niet een kunst de fluit te bespelen?
Do netheid van hun uitrusting, de adel van
hun houding, hun rijkdom en hun waardigheid
prikkelden mij niet tot den goedkoopen spot,
die hij ons in alle sloppen heerscht, maar bracht
mij tot cultuur-historisch nadenken over de rol,
die een volk to spelen heeft en over het late
uur, waarin deze rol ophoudt.
De Fransehen zijn dienaren, zijn werkdie
renTwintig wagens met vier paarden be
spannen rollen langs do kade, elke wagen be
stuurd door Fransche trein-soldaten, alle zwaar
met hout beladen. De mannen zitten op de
voorste paarden, met de zweep slaand en vloe
kend en van onder tot boven met modder be
spat. Op een hoek staat een Engelsche staljon
gen, keurig gekleed, de handen in de zakken,
do teugels van het paard onder den arm door
getrokken, de pijp in den mond en koopt man
darijnen. Dit tooneel kan een toeval zijn, maar
tegelijkertijd is het een symbool voor hetgeen
in dezen oorlog zich afspeelt tusschen Fran
schen en Engelsdien. Soms moet nu en dan
een Engelsche auto stilhouden, om Franschen
op tc nemen, als een teeken van de verbete
ring in de verstandhouding. Gegroet wordt er
nooit. Een bataljon Schotten marcheert voorbij.
Daar achter een bataljon Fransche artillerie.
Vergelijkt men kleeding, houding, zindelijk
heid, dan zijn het weer heeren en knechten,
waarhij echter de knechten in dapperheid vol
strekt niet voor de heeren behoeven onder te
doen. En dan wordt er thans in Saloniki, even
als in vredestijd, veel Fransch gesproken. Voor
de Engelsehen heeft men een eigen krant uit
gegeven, omdat- zij de „Indépcndance" en de
..Opinion" niet kunnen lezen. Van deze naïeve
biaden onderscheidt de „Balkan News" zich
gunstig door het afdrukken van de Duitsche
legerberichten. Ook vindt men in het Engelsche
blad spotternijen op de Fransche tirades, die
zelfs in den moppenboek van Londeusehe kran
ten verboden zouden worden. Zoo bijv. het be
richt, dat een Fransche duikboot op de Place
de la Liberté te Saloniki drie Duitsche krui
sers geramd heeft.
Tusschen heeren en knechten, die aan de stad
thans toon en rhythmus geven, leven de Ser
viërs en Grieken, om van de 20,000 angstige
Turken niet te spreken. Er zijn hier ook enkele
Kussen en Italianen van de buiten de haveu
voor anker liggende oorlogsschepen. Doch die
zijn niet a la mode. De vleiende opschriften
van de restaurants luiden slechts: „Aux An
glais, Franfais et Serbes." In hun bijna zwarte
uniformen met gouden kragen, hun glad ge
schoren, donkere, vierkante acteursgezichten
wandelen do Russische officieren de hoofd
straat op en neer, die nu Rue Vezizelos heet,
terwijl de Serviërs met hun bisschopmutsen en
ree-bruine uniformen met kwade gezichten aan
do vuile koffiehuistafeltjes zitten en schijnen te
wanhopen aan de wraak, die zij nemen zullen
met de hulp der geallieerden, een hulp, dio tot
nu toe zulke slechte resultaten opgeleverd heeft.
"Wat van de Servische troepen hier terecht ge
komen is. wordt opnieuw uitgerust. De Ser
vische vluchtelingen worden meer beklaagd dan
gesteund. Zij werken aan de hospitalen, kazer
nes, magazijnen, die de geallieerden oprichten
buiten de stad, alsof zij er eeuwig wilden
blijven.
....Tusschen al deze vreemde volkeren be
weegt zich de rest, van de inheemsche bezetting
koel c-n waardig. Het is de laatste Grieksehe
divisie. De Grieksehe officieren en soldaten
gaan niet met anderen om. Ook in het gedrang
van de electrische tram zal men nooit een Griek
met een Franschman hooren spreken»
TURKIJE.
Gallipoli geheel ontruimd.
LONDEN. Officioel. Calllpoli is volkomen
ontruimd.
KONSTANTINOPEL. Zondagnacht ont
ruimden de Engelschen ten gevolge van
lievige gevechten onder zware verliezen
Sedd-ul-Balir volkomen. Geen enkele is ach
tergebleven.
Da vertegenwoordiger van de Agonce
Milli aan de Dardanellen meldt, dat de
Turksch etroepen den vijand van Sedd-ul
Bahr geheel verdreven. Het schiereiland
Gallipoli is thans van den vijand gezuiverd.
LONDEN. Generaal Mouro bericht,
dat de volledige ontruiming van Gal
lipoli nu met succes is uitgevoerd.
Alle kanonnen en houwitsers konden wor
den weggevoerd, behalve 17 versloten kanon
nen, die vernield werden voordat men ver
trok. De verliezen zijn bij de Britsche troe
pen één man; bij de Franschen geen ver
liezen,
EONSTANTINOPEL. Ten gevolge
van de laatste zegepraal van onze
troepen bij Sedd-ul Bahr is de geheele
stad ia vlaggen tooi. Overal hebben
vreugdebetoogingen plaats, In de mos
keeën worden gebeden uitgesproken en
dankgodsdienstoefeningen hebben plaats in
alle kerken en tempels. Des avonds wordt
de stad geïllumineerd. De historische ge
beurtenis van de ontruiming van het laatste
gedeelte van het schiereiland Gallipoli werd
door een extra uitgave van de staatscourant
openbaar gemaakt. Bijzonderheden worden
nog niet gemeld. Men weet slechts, dat de
Turksche troepen de loopgraven bij Sedd-
ul Bahr en Tekk© boeroen bezetten. De
troepen van het centrum ontnamen den
vijand negen kanonnen en vermeesterden
een groot kamp met tenten. Een met troe
pen beladen vijandelijk schip werd in den
grond geboord.
KONSTANTINOPEL. De „Agence
Milli" deelt mede: Met Gods hulp
verdreven we aan het Dardanelleufront den
vijand nu ook van Sedd-ul Bahr. Wij ont
vingen nog geen in bijzonderheden afdalend
bericht over den slag, die sedert drie dagen
voorbereid, Zaterdagnamiddag door onzen
aanval werd begonnen. Wij weten alleen,
dat alle voor den oorlog bij Sedd-ul Bahr
eu Tekke boeroen aangelegde loopgraven
door ons werden bezet. De buitengewoon
groot© buit kon nog niet worden geteld. De
vijandelijke verliezen moeten zeer groot zijn.
(Eén man, volgens het bericht van generaal
Monro. Red-).
Een van onze vliegers viel een vijandelij-
ken tweedekker, systeem-Farman, aan en
bracht dien ten val. Het vliegtuig viel in
vlammen gehuld neder bij Sedd-ul Bahr.
De vijand, die aan dit front sedert haast
een jaar alle middelen* in het werk stelde
om oils in het hart te treffen, leed als ge
heele resultaat groot© verliezen aan men-
schcn en materieel. Hij werd tot de vlucht
gedwongen en lieefb alle hoop moeten opge
ven, dank zij de dapperheid' van ons leger,
dat in vertrouwen op zijn recht moed en
volharding toonde. Wij loven hen, die bij
de vervulling van hun plicht den dood von
den, on danken onze zegevierende troepen.
In Mesopotamië.
KONSTANTINOPEL. Aan liet Irak-
front viel de op een eterkto van een
divisie geschatte vijand, die zich in
E.main Alligarbi bevond, met heb dóel
Koet el Amara- te hulp te komen, op 6 en
7 Januari, onder bescherming van vier oor
logsschepen, onze stellingen aan bij Sjeik
Said, een dagmarsck tusschen beide ge
noemde plaatsen in. De aanval werd door
een tegenaanval van onze troepen, die eeni
ge gevangenen madkten, volkomen afgesla
gen. De vijandelijke verliezen worden op
3000 man geschat. Vooral een vijandelijk
cavallerie regiment leed zeer zware verlie
zen. Overigens niets te melden.
De actie in Z.-W.-Arabië.
De Engelsche Legatie ontving van het
Ministerie van Buitenlandsche Zaken te
Londen het volgende communiqué, gedag-
teekend 6 Januari, over de krijgsverrichtin
gen van de Turken in Zuid-West Arabië.
De feiten hebben zich als volgt toegedra
gen. Geen Er gelach© of Indische troepen
zijn sedert 1907 in het binnenland van het
Adenscho Protectoraat gestationneerd ge
weest en toen de vereenigde troepenmacht
van Turken en Arabieren in het begin van
het vorig jaar de grens overschreed, was
in overeenstemming met de tot dusver ge
voerde politiek besloten geen 6lrijd met lien
aan te binden in liet binnenland. Geen
Engelsche of Indische troepen kwamen in
aanraking met den vijand vóór het begin
van Juli, toen de voorhoede van een kleine
troepenmacht, die was uitgezonden om steun
te bieden aan den sultan van Lahey, aldaar
door de Turken werd aangevallen. Lahey is
een niet-versterkte stad en we hadden daar
geen vestingwerken aangelegdeen gevolg
daarvan was dat, toen de Turken met een
sterke macht den 4den Juli een aanval
deden en de Engelsche hulptroepen uit Aden
door moeilijkheden met transport en water
voorziening niet in staat waren op tijd te
komen, een terugtocht naar Aden werd tot
stand gebracht zonder eenige bemoclijking.
De Turken rukten toen op naar Sheikh
Othman, waaruit ze werden geworpen, na
dat ze den 21sten Juli zware verliezen had
den geleden. Sinds dat tijdstip hebben we
Sheikih Othman bezet gehouden, en g©en
poging is ondernomen om deze plaats of
eenig deel van de verdedigingswerken van
Aden aan te vallen. De eenige krijgsver
richtingen in het geheele protectoraat waren
sedert Augustus enkele onbeteekenende
schermutselingen. Geen opstand i3 in Ha- i
drament voorgekomen en de Turken hebben
gedurende de laatste drie maanden geen
voorwaartsche beweging bep-roefd.
VEREENIGDE STATER
De duikbootenoorlog.
WASHINGTON. De Duitsche ambassa
deur Bemstorff overhandigde minister Lan
sing Buitechland's voorstel om schadevergoe
ding te geven voor de met de „Lueitania"
omgekomen Amerikanen.
llif gaf de verzekering, dat do Duitsche.
duvkbooleu, 'in de Middellandsche Zee. geen
enkel wnr combattant schip zullen aanval
len zonder, icaarBchv/uring,
De expeditie van Ford.
NEW-YORK. De Amerikaansche pers
verklaart, dat de expeditie van Ford
voorgoed schipbreuk 'heeft geleden en
waarschuwt het publiek van andere
neutrale landen tegen een manoeuvre,
die geen ander doel heeft dan de
goede betrekkingen met de geallieerden
in gevaar te brengen. Ford heeft trouwens
verklaard, dat hij den kruistocht nooit zou
hebben ondernomen, indien hij de ware
redenen van den oorlog had gekend, zooals
hij die thans kent. Bij hem is het evenmin
meer aan twijfel onderhevig, dat de centrale
mogendheden met voorbedachten rade te
werk zijn gegaan als dat de geallieerden
verplicht zijn om, voor zij de wapens neder-
leggen, de voorwaarden te bedingen, die
het meest geschikt zijn om een duurzamen
vrede te verzekeren.
JAPAN.
In het Janansche parlement.
Uit Tokio wordt over Kharbin aan de
„Roeskoje Slowo", onder dagteekening
van 7 Jan., geseind: „Bij de behandeling
van de begrooting in het Japansche parle
ment hadden zeer rumoerige tooneelen
plaats. Verscheiden afgevaardigden, behoo-
rendo tot de oppositie, vielen de regeering
heftig aan wegens haar toetreden tot het
verdrag van Londen, bepalend© dat zij
geen afzonderlijken vrede zal sluiten. Deze
toetreding, zoo zeiden zij, was door de ge
heele Japansche pers en een groot gedeelte
der bevolking afgekeurd en kon voor Japan
zeer noodlottige gevolgen hebben. Tenge
volge van den toestand in Indië zou. Japan
in nieuwe oorlogsavonturen medegesleept
kunnen worden. Aan het ministerie van
oorlog nieuwe kredieten toestaan zou, vol
gens sommige afgevaardigden, beteekenen,
dat men het dwaze plan om troepen naar
Europa te zenden wilde steunen.
CHINA.
Algemeene dienstplicht in China,
De Chineesche regeering heeft, volgens
een mededeeling in de „Ost-Asiatische
Lloyd" besloten, in vier opeenvolgende
tijdperken, die over tien jaar verdeeld zijn,
den algemeenen dienstplicht in China in te
voeren. De dienstplicht zal het eerst worden
ingevoerd in de provincies Tsjila, Honau
en Sjantoeng. Daarn^i komen Fengtien,
Kirin, Sjansi, Sjensi en Kansoe aan de
beurt. De derde groep omvat Kiangsoe,
Tsjekiang, Auhoei, Hoenan, Hoepeh, Fa-
kif.li, Kwangtoeng, Kwangsi en Tjechoean,
en de vierde Ycenan, Chineesoh-Turkestan,
Heiloeng-Kiang, en de grensdistricten «Dje-
hol, Chabar, Soeigcean en Kokoenor.
De E. 17.
Uit .Njeuwediep boricht men ons nog het vol
gende:
Het was Woensdagmorgen 4 uur dat de
fraaie en nieuwe „E. 17", bemand met 33 kop
pen, w.o. drie officieren de namen van hen
publiceerden wij reeds 10 onderofficieren en
20 manschappen het moederschip de... aan de
kust van Oost-Engeland verliet, om koers to
zetten naar het Sliagerrak en daar to kruisen
en kon hot zijn nog wat anderé te doen ook...
Maar helaas, een mijnenveld, dat de ,,E. 17" in
den wog kwam, was oorzaak, dat zij uit den
koers goraakto en ter hoogte van de Haaks-
gronden averij kreeg. Die averij bestond uit
het verlies van een schroefblad, terwijl de
ander beschadigd werd, zoodat de ,,E 17" ge
noodzaakt was te trachten zoo spoedig mogelijk
weer in veilige haven te komen. Wat de. oor
zaak was van do averij konden wij niet te we
ten komen.
The best is silent, en gedachten zijn tolvrij.
Hoo het zij, de „E 17" moest terug en wendde
den steven, toen zij plotseling uit het halfduis
ter den romp zag opdoemen van een kruiser met
eenigo torpedo1x>oten, die daar kruisten. Dat
moest een Duitecher zijn, daar was geen twijfel
mogelijk en nu was liet zaak snel te handelen,
teneinde hen te snappen.
Do commandant gaf aanstonds bevel te dui
ken, maar de „E 17", wier averij grooter
scheen to zijn, dan enkel het gemis van het
sohraefblad het vaartuig bleek ook zijn roer
te heb'bcn verloren dook in een hoek van
45 gr., hetwelk een flinke scherpe helling is.
De commandant begreep het gevaar en bereid
de zijn mannen voor op den ondergang. „Eerst
de Duitsoher, dan wij!" sprak hij en inmid
dels liet hij de voor-tank leegloopen, ton eindo
het vaartuig, dat hoo langer hoe meer in lood
rechten stand was gekomen, zoodat de beman
ning zich vast moest houden, weer horizontaal
te krijgen. Dit gelukte aanvankelijk en toen
nu het water weer boven kwam, had de wacht
door de periscope inmiddels ontdekt men
was wat dichter bij elkander gekomenniet te
doen to hebben met een Duïtscher, maar met
een Hollander, dio niets liever deed dan hulp
Verleonen en dit, nu de Engelschman intus-
sohen eenigo noodseinen had afgegoven, dan
ook aanstonds deed. Het was nog juist op tijd,
want bijna onmiddellijk nadat do Engelsche be
manning was overgegaan, zonk de ,,E 17" weg.
Het schip bleek inderdaad niet meer te redden.
Niet onwaarschijnlijk is het, dat de comman
dant van. den onderzeeër, bemerkende, dat bet
vaartuig niet meer t© houden nas, het zinken
bevorderd lieeft door liet openzetten der klep
pen.
Do plaats, waar het ongeluk gebeurde, lag
ongeveer 10 mijl buiten' de kust en de Engel
schen. die in tegenstelling met dc daarover ver
spreid© belichten het vaarwater schenen to
kennen, wisten ook de diepte.
De Engelsche Jantjes waren blijde den dood
ontkomen te zijn. In de marinekazerne, waar
zij werden binnengebracht, werden zij van bet
noodigo voorzien, zoodat zij het doodsgevaar,
waaraan zij kort te voren waren blootgesteld,
6poedig vergeten waren.
Niemand wordt bij lien toegelaten.
Dc Regeering heeft op grond van artikel 13
der Xe Conventie 1907 (Roode-Kriris-tractaat)
besloten dat. de opvarenden van den Briteclien
onderzeeër E. 17, in do Noordzee gered door do
Noord-Brabant", worden geïnterneerd.
Do tekst, van het tractaat luidtIndien ge-
wondon, zieken of schipbreukelingen aan boord
van neutrale oorlogsschepen worden opgeno
men, moeten binnen do grenzen van het moge
lijke maatregelen genomen worden, opdat zij
niet meer aan de krijgsverrichtingen kunnen
deelnemen.
Per stoomboot „Hydrograaf" arriveerden gis
teren te Harlingen do opvarenden van de ge
zonken Engelsche onderzeeboot E 17, en ver
trokken van daar naar Groningen om aldaar
geïnterneerd te worden.
Een onderzeeër in den Couden Hoorn.
LONDEN. De „Daily Chronicle" ver
neemt uit Athene, dat volgens een tele
gram, door een plaatselijk blad uit Kon-
stantinopel ontvangen, een Britsche onder
zeeër er in riaagde door de Zee van Marmo
ra en den Bosporus in den Gouden Hoorn
te komen; daar deed het vaartuig een aan
val op het arsenaal dat aan de Perra-zijde
van den Gouden, Hoorn ligt. De schade is
aanzienlijk. De verschijning van het Engel
sche schip veroorzaakte een paniek onder de
werklieden van het arsenaal en de bewoners
van de Pera-wijken.
Het slagschip „King Edward VII"
gezonken.
LONDEN. Officieel. Het slagschip
„King Edward VII" is op een mijn
gestooten en moest wegens de zware
zee verlaten worden. Het zonk korten
tijd daarna. De bemanning werd gered. Er
gingen geen menschenlevens verloren.
Slechts twee mannen liepen kwetsuren op.
(De „King Edward VII" was een slag
schip van 16,600 ton, gebouwd in 1903 en
bewapend met 4 kanonnen van 30.5 cM.,
4 van 23.4, 10 van 15 cM., 12 van 7.6 eu
12 van 4.7 cM. en met vier torpedolanceer-
buizen. De bemanning telde 780 koppen.
Red)
Een Italiaansch transportschip gezonken.
CETTINJE. Een Italiaansche stoom
boot van Briudisi komend met voor
raden en 425 Montenegrin sche recru-
ten uit Amerika, stiet Zaterdag ia
de buurt van San Giovanni di Medua op
een mijn en zonk dadelijk. Tweehonderd
passagiers kwamen om.
Een bezoek aan een Engelsche vlootbasis.
LONDEN. Op' uitnoodiging van de
Admiraliteit bezichtigden een aantal
Engelsche en buitenlandsche journalis
ten een der bases aan de Engelscli©
kust, een der vele centra, van waar Engel
sche schepen van het grootste type binnen
enkele minuten, nadat berichten omtrent
bewegingen van Duitsche schepen zijn ont
vangen, in zee kunnen steken. Hier zag
men onderzeeërs, pas terug van geslaagde
tochten, liggende naast schepen van gelijk
type, die voorraden laadden uit de vlakbij
gelegen loodsen, die vol lagen met torpedo's.
De journalisten bezochten ook de grootste
torpedojagers van de weréld, die pas waren
teruggekeerd van kruistochten in de Noord
zee, waar zij, naar de officieren verklaarden,
niettegenstaande de blufferij van do Duit-
sehers, geen spoor van de Duitsche vloot
hadden kunnen ontdekken Er was ook
een vloot van snelle motorbooten voor de
jacht op onderzeeërs. Uit het bezoek bleek
den journalisten hoe verlangend de Engel
sche zeelieden zijn om uit te trekken voor
een ontmoeting met de Duitsche vloot,
zoodra minister Tirpitz goed zal vinden,
dat zij het veilige kanaal van Kiel verlaat.
De „Bouleur".
LONDEN. Lloyds bericht: Naar gemeld
wordt is het Noorsche stoomschip „Bou
leur gezonken. Vijftien man van de equi
page zijn aan wal gebracht.
LONDEN. Lloyds meldt, dat de Noor-
scihe stoomboot „Bonheux", die, naar eerst
gemeld, was, zou gezonken zijn, op het strand
zit.
In de Zwarte Zes.
PETROGRA D- Op 8 Januari "boor
den onze torpedobooten een gToot stoom
schip, dat van den Bosporus kwam,
in den grond. Vervolgens ontmoetten
onze torpedobooten den kruiser „Goeben".
Onze booten, vervolgd door den vijandelij
ken kruiser, trokken terug onder de bescher
ming van een linieschip, dat zich in de na
bijheid bevond. Er volgde een kort gevecht
op grooten afstand, waarna de „Goeben",
gebruik makend van zijn groote snelheid,
spoedig verdween in de richting van den
Bosporus. Wij leden geen verliezen en kre
gen geen averij.
Ontduiking van briefport.
Het O.M. bij de rechtbank te 's-Gravenliago
■orderde 5 dagen gevangenisstraf ter zake van
valschheid in geschrift© tegen den handelsagent
W. S., uit Leiden, dio aan zijn firma te Am
sterdam een ongofrankoeröe briefkaart sclu-eef
en het daarbij deed voorkomen, of de kaart
afkomstig was van een militair, die recht
heeft op portvrije verzending van zijn corres
pondentie.
Uitspraak 10 dezer.
De Nederlancsche ambulance ta
Boedapest.
Wolff seint uit Boedape6t d.d. 8 Jan.
De Nederlandsche ambulance, bestaand©
uit zes geneesheeren en 27 verpleegsters,
onder leiding van prof. Lanz, is gisteravond
hier aangekomen. Zij werd door den
koninklijken commissaris van de Hongaar-
sche afdeeling van liet Rood© Kruis, ,,Ge-
lxeimrat" graaf Andreas G'sekonies, den
vice-president Geza Joöipovich, en graaf
Emil Szechenyi en namens den minister
president door den „Mïnisterialrat" Alfred
Drasche Lazar ontvangen.
Ook d© Nederlandsche kolonie met den
consul-generaal J. Fledderas aan heb hoofd,
was aanwezig.
De missie hoeft de leiding van het reserve-
hospitaal No. 4, dat vroeger door een
Amerikaansche missie beheerd werd, aan
vaard.
De Nederlandsche ambulance had vijf
wagons met levensmiddelen en ander© gaven
voor de Hongaarsche oorlogshospitalen
medegebr ach t.
Het IJzeren Kruis aan een Ned6rlandsch9
verpleegster.
Naar wij vernemen heeft ons landgenooto,
mej. Van Schreven, dia vrijwillig in liet
lazaret te Breslau verpleegt, het '1 Jzeren Kruis
2de klasse ontvangen, voor hare diensten laa
de Duitsche gewonden bewezen. („N. Ct.'!)
Uit da „Staatscourant".
Bij K. B. is in zijn rang overgeplaatst bij
hot reg. jagers, do eerste-luit. J. P. baron
an Hoeckeren van Molecaten,
van het 11de reg. inf.
De Commandant dor 1e Divisie.
De onlangs benoemde commandant der lo
divisie van het veldleger generaal-majoor V a n
Delft, hield Vrijdag een inspectie over
de to 'e-Gravenhage in garnizoen liggend©
troepen.
Do inspectie had plaats in het Malieveld. Na
de inspectie defileerden de troepen voor den
generaal onder commando van den commandant
der brigade grenadiers en jagers kolonel Hab-
bem - Daarna weid een marsch door d© stad
oamnnlrfc