Oorlogsnieuws. Warna, T*>?^ SOTjT? ATKWCOIJR A 3V1* Vcl'-hx Zaterdag 3. ,Ta,nvsa-ari X 3 <3 dc Bulgaarsche havenstad aan de Zwarte Zee, wordt in den laatsteu tijd herhaaldelijk in do tulegrammen genoemd door de aanvallen der Bussen. Russische oorlogssch pen hobben heel vaak Warna beschoten on een telegram meldde zelfs, dat er troepen aan land waren gezet, wel niet in Warna z.-lï, maar op cenigen afstand ten noorden daarvan, bij Ekreno. Het bericht is echter niet be vestigd, misschien hebben de Bulgaarsche troepen hen teruggejaagd. In elk geval hebben de forten van Warna steeds het vuur der Bussen dapper beantv/cord. Een an dere bekende Bulgaarsche stad Naan de Zwarte Zee is Burgas. het hield die belofte ook in deu beginne. De Central en, vooral Duitschland, hebben hun best gedaan de goede betrekkingen met het land zooveel mogelijk te handhaven. Doch van buiten en van binnen werd op hot volk en de regeering gewerkt.. Van buiten door de Enten te-m ogend heden, die in Italië een zeer welkomen bond genoot en. medestrijder zagen; als dit mee deed, zou ae insluiting van de Centralen nog veel scherper worden, nu konden Oostenrijk en dus Duitschland, over de Alpen zich nog voorzien van veel, wat ze noodig hadden. Doch ook in Italië zelf werd door redevoeringen en geschriften van mannen ais d'Amrnnrio langzamerhand efen vijandige stemming gewekt tegen Duitsch land en Oostenrijk. Had dit laatste geën ge bieden in zijn bezit, waar de bevolking hoofdzakelijk Italiaansch was, waar Ifcali- aansch werd gesproken? Waren Oostenrij kera en Italianen geon erfvijanden die elkaar sedert eeuwen hadden bestreden, en had Oostenrijk niet het krachtigst en het langst Italië's eenheid tegengewerkt-, die eindelijk met Frank rijks hulp word ver kregen? Een deel van het Italiaansche volk liet zich zoo opzweepen. De regeering bleef nog weifelend, het ministerie-Saiandra toonde wel neiging om toe te geven aan de stem ming des volks, maar vele staatslieden en ook de koning blijkbaar zagen op tegen een verdragsbreuk. De oud-minister Giolitti deed nog oen poging om de neutrale staatkunde van Italië te handhaven; hij had verschil lende malen oen onderhoud met den koning en hem werd de vorming van_een ministerie opgedragen. Doch hij kon die taak niet ver vuilen wegens gebrek aan medewerking, en Salandra kwam weer aan de regeering. Toen was het pleit beslist. Oostenrijk bleek wel, men vermoedt op aansporen ook van Duitsohland, toegevendhot wilde ©enige zuiver Italiaansche stukken van zijn gebied afstaan, maar volgens de Italiaansche 'legeering lang niet genoog. Zoo moest keo wei tot den oorlog komen. De Kamer gaf de iegeeiing de noodigo volmachten en 23 Mei van dit jaar verklaarde Italië den oorlog aan Oostenrijk. Aan dit land alleen en dat schiep een eigenaardige verhouding. Want wel werden ook de betrekkingen met Duitschland afgebroken, maar de krijg met dit land is nog altijd niet verklaard. Sedert Mei is dus ook Italië in den oorloc. D6 gevolgen daarvan zijn niet zoo groot alg men misschien gedacht had. De centrale mogendheden zijn nu nog meer afgesloten van de overige wereld en er is voor hen een nieuw front bijgekomen, waar ze hun troe pen moesten heenzenden, -maar verdere verandering heeft Italië'3 meedoen niet in den grooten strijd gebracht. Het viel met zijn versch en groot leger op verschillende punten, vooral in Tirol en aan de Isonzo, de grenzen van den vijand aan. Het heeft ook die grenzen op tal van plaatsen overschre den en zich meester gemaakt van osnige minder beduidende plaatsen en versterkin gen, doch van esn overwinning, van een diep doordringen in 's vijands land, zooals verwacht werd, is nog niets gekomen. Toe gegeven moet worden, dat het oorlogster- rein in de bergstreek bijzondere voordeden biedt voor de verdediging en het den aan vallers zeer moeSiijk maakt. Alleen aan fa oostgrens, aan set Isonzo-front, hebben fa Italianen in de laatste maanden ©enige voordeden behaald, die meetellen; zij zijn zoo dicht tot Görz genaderd, een der doeleinden van hun aanvallen, dat zij van den Monte San Michele deze stad hebben kunnen plat schieten, maar nog al tijd niet bemachtigen. Ook in ander opzicht heeft Itaüë's in menging in den oorlog voor de verbondenen niet de verwachte en gewenschfce gevolgen gehad. Aan den kant der geallieerden reken de men op Itaüë's huip voor den strijd aan de Dardaneilenmen verwachtte, dat Italic daarheen schepen en landtroepen zou zen den. Italiaansche oorlogsschepen zijn wei bemerkt in Turksche en Grieksche wateren maar van een landing van troepen is niets gekomen. Ook is er nog geen sprake van, dat Italië hulptroepen naar het Wester front heeft gezonden, ofschoon indertijd be- richt werd, dat er een .leger van 500.000 •Italianen kon worden verwacht. En evenmin dit is nog zonderlinger, hoeft Italië zich be moeid met den oorlog in Serviëeerst nu desa Balkanstaat vernietigd is, en Bi en Oostenrijkers doordringen in Albai dreigen zich meester te maken van dit Itali aansche invdoecfegdbied, heeft Italië troeoen gezonden over de Adriatische Zee om hot lang duren of hij zal geheel door haar veron achtzaamd worden, door haar, voor wie hij nu het naaste wat hem op de wereld bestaat, op den achtergrond schuift. Daar hoorde zij iemand hoesten, beneden op het terras. Dit geluid deed Elise ontwaken uit har gepeins. Zij stond op van de canapé, waar in zij gedoken zat en ging naar het raam. Haar man zat op het terras. De courant lag op zijn knieën, maar hij las niet. Zijn hoofd rustte op zijn hand. de andore hand liet hij slap hangen. Er was iets vermoeids in de hou ding van den manmeenende dat niemand op hem lette, g3f bij zich een oogenblik aan zijn stille smart over. Zoo scheen het ten minste. Nog nooit had het haar getroffen, hoe grijs hij geworden was, en welk een trek van stille be- er lag om ziin mond. Zij zat boven en dacht aan haar zoonen de rader - an dien zoon zat beneden alleen, zooals zoo vaak...— „Ab men vijf-en-twintig-jaar lang teeft toe gekeken en ter zijde beeft gestaan Onverdrageii.ik E'ioe Wee? fon ingevingZij ging de tran „r -Oeden heen, zij liep zoo hard als zij loopea kon— iaonderhoud met den rentmeester had verslagen Servische leger, dat naar Albanië terugtrok, te hulp te komen. Dit behoort echter tot de historie der laatste dagen en we zijn hiermee eigenlijk de gescliiedenis van het oorlogsjaar 1915 reeds vooruilgeloopen- Want wat er ju do laatste drie maanden is voorgevallen behoort tot de allerbelangrijkste feiten van dezen oorlog. Dc centrale mogendheden hebben weer een groote zegepraal behaald op hun tegenstanders. Zij hebben geheel Servië in hun macht gekregen en een rechtatreeksche verbinding met Turkije tot stand gebracht. Deze zegepraal is niet alleen oen militaire, ook «sen politieke overwinning. Di Servië, de feitelijke oorzaak van dezen ontzaglijken wereldbrand, was in het laatste jaar bijna niets gebeurd. De hoofdstad Belgrado wisselde nog al eens van bezitters; Servische en Montenegrijnsche troepen machten doden uitstapjes in Bosnië, O os te n- rijksche omgekeerd in Servië, maar 't bleef bij grensgevechten. Het Servische leger werd vrijwel mot rust gelaten en het kon zelfs doordringen in Albanië, evenals de Moutenegrijnen, die Soutari bezetten. Do toestand van Turkije, hoe dapper het zich ook verdedigde aan de Dardaneilen, in den Kaukasus, in Mesopobamië, werd hachelijker en men zag in de landen der centralen in, dat men het te hulp moest komen. En zoo werd do strijd naar den Balkan overgebracht. Een politiek spel ging er aan vooraf, een spel van loven en bieden aan de nog neutrale Balkanstaten- Bulgarije, Boemonië, Griekenland. Wat er achter de schermen is gebeurd en besproken, weten wij natuurlijk niet, maar de uitwer king ervan hebben we gezien. Het is Duitschland, dat ook hier het politieke spel won: het wist Bulgarije over te halen zich aan de zijde der centralen te scharen en nu kou ook het militaire spel een aanvang neanen. De geallieerden hebban zeker even min stil gezeten, noch te Athene; noch te Boecharest, maar èn Griekonland, schoon op ©enigszins wonderlijke wijze, èn Roemenië hadden hun neutraliteit ge handhaafd aan het einde van 't afgoloopen jaar. Toen Bulgarije als bondgenoot was ge wonnen, begon cer een strijd tegen Servië, die een dei" somberste hoofdstukken vormt in dezen oorlog. De Duiteche en Oosten- rijikscihe troepen vielen van het noorden, het Bulgaarsche leger van het Oosten het ongelukkige laaïd binnen. Dapper hebben de Serviërs hun land verdedigd, voet voor voet bijna zijn zij naar het Zuiden en het Westen teruggewekenontzaglijk zijn de verliezen, die zij geleden hebben, onnoem lijk is de ellende, die over het land is ge bracht, maar de totale ondergang van Servië was binnen enkele maanden een vol dongen feit. Het ontbreekt ons hier aan ruimte om den vrecselijken en ongelijken strijd in bijzonderheden 11a te gaan. Onge lijk vooral, omdat de hulp, die do Serviërs verwachten van hun bondgenoot-en, de ge allieerden, zoo goed als uitbleef. Niet, dat deze laatste 11 geheel werkeloos zaten. Alleen de houding van Italië scheen onverschillig, tot in de laatste dagen, maar Engeland en vooral Frankrijk hebben ge tracht de Serviërs te hulp té komen. Zij poogden Griekenland over te halen ziuh aan hun zijde te scharen. In dit land waren, en zijn nog, twee partijen, die men de aanhangers van koning Konstautijn en den toenmaligen eersten minister Venizelos kan noemen. De eersten toonden zelfs eenige neiging tot aansluiting bij de centralen, de laatsteu wilden meedoen met de geallieer den. Doch de koning besloot ten slotte de neutraliteit te handhaven en Venizelos mc«3t aftreden. Toch heeft Griekenland zich slechts ten deele neutraal gehouden door den invloed, ook door de bedreigingen van Engeland, heeft het toegelaten, dat <.e geallieerden troepen ontscheepten te Salo- niki, de vroeger Turksche thans Grieksohe havenstad, en esn leger van op zijn hoogst 150.000 Fransche en eenige duizenden Engelsche soldaten trok door een zooge naamde neutrale zone in Griekenland Servië binnen en heeft heldhaftig het Servische Zuiderleger hulp geboden. Doch tevergeefs. Het leger was èn te klein, 011 kwam te iaat de geallieerden hebben ook in den Balkan zich laten overvleugelen door de centralen. Men kent den uitslag van den strijd. Ge heel Servië is, na een heldhartigen tegen stand, in handen der Duitschers en Oosten rijkers en der Bulgaren gevallen. Het Ser vische noorderleger, zeer gedund, is uitge- .niet lang geduurd. Langzaam was de hoer Lndwig naar het terras teruggekeerd. In de kamer voelde hij de leegte nog meer, die het vertrok van oen dierbare achterlaat. En hij had zijn zoon lief; een man van sterke, rijk begaafde natuur lieeft altijd zijn eigen vleesch en bloed lief Hij had wel dikwijls een weinig gespot mot den „prins", zooals hij hem noemde, maar toch koesterde hij bewondering voor dat zoogenaamd vorstelijke, het erfdeel van zijn fijne, gracieuse vrouw. Maar hij had die bewondering nooit getoond; met zijn gevoe lens te koop loopen lag niot in zijn aard. En daarenboven, do vergoding die Elisc voor haar zoon koesterde, wekto bij hom eenigo opposi tie op. Vandaag speet hem dit. Ook had hij spijt van de eenigazins bittere opmerking, die hem was ontvallen. Zoo heel erg was het toch niet. Nu ja, zijn zoon was steeds no. 1 geweest en hij no. 2, dat kon hij niet tegenspreken. Vroeger was hij daartegen in verzet gekomen, maar hut hielp niets. Een vriend, met wien hij het onderwerp besproken had, had hem gezegd, dat dit een zeer gewoon verschijnsel was. „Een '-nr l-inr, tr\an de eereto. hii is koning in ziin huis. rnnnr bet eerste kind stoot hem van den troon. Een jaar lang is de vrouw bezorgd weken naar Albanië, wordt Gaar door do Bulgaren en de Oostenijkers achtervolgd, welke laat;ten insgelijk nu den strijd heb ben aangebonden tegen Montenegro, do troepen der geallieerden moesten over de Grieksche grens terugtrokken, waar ze zich nu versterken. In slechts enkele maanden is het konink rijk geheel vernietigd, is het leger tot mi verslagen, is het volk in zoo diepe en tr :u- rige ellende gedompeld, als zelis het ^Bel gische nauwelijks heoft gekend, zijn er'hon derdduizenden van honger en gebrek omge komen. Hier heeft rich de ooricg vertoond in al zijn jammer en gruwelen. Voor de centralen is dit stadium van den oorlog echter een groote overwinning. Door Bulgarije en Servië heen is Turkije thans 11, verbinding met Oo6tenrijk-Hongarijo er Ditichland; er loopon treinen van Berlijn en Weenen naar Konstantinopel. De cen trale mogendheden kunnen mannen en kanonnen en munitie naar Turkije vervoo- ren en vandaar en uit Bulgarije graan en. veevoeder krijgen. Zij kunnen rich gemak kelijker in verbinding stellen met het Azia tisch gebied van Turkije, zij kunnen drei gen met een aanval op het Suez-kanaal, dat door de Engelschen zeer krachtig wordt versterkt. Een gevolg van deze zegepraal schijnt reeds, dat in de laatste dagen de geallieer den den strijd om de Dardaneilen zoo goed als hebben opgegeven. Waarschijnlijk om' met te meer kracht op te tredenjrin den Balkan- We zeiden reeds, dat ze zicii ver sterkten te Saloniki. Daar worden steeds nieuwe troepen heengezonden, niet ai'©ca blijkbaar om rich te verdedigen tegen een aanval van Duitscheis en Oostenrijkers, maar ook om later een inval te doen in Servië. De Italianen rukken ook hierb&eu op door Albanië. Het is de vraag, of Boe' menie zijn neutraliteit zal opgeven, hei schijnt van niet, maar zco dit een Bus- viseh leger toestaat om door het land ie trekken naar Bulgarije, kan de oorlog fa den Balkan opnieuw in al zijn verschrik- Icing losbreken. Wij naderen het einde van ons overzicht Tegenover den geweldigen strijd aan het Ooster- en het Westerlrcmi, in Servië en aan de Oostenrijksch-Italiaansche grens be- teekenen de gevechten op andere punten' der wereld maar weinig, ai kunnen b.v. de conflicten in Perzië, de gevechten in hei# land van Euphraat en Tigris, de nieuwe aanvallen der Bussen in de Bockowina later van groote beteekemis blijken. Ook de oor-- log in Z.-Afrika is slechts een onderdeel ge weest van luttele beduiding. De rebdlit» daar is spoodig onderdrukt door de Engel schen en dezen hebben met hun gewone grootmoedigheid, na een overwinning, do opstandelingen gratie geschonken: De Wet en 118 andere politieke gevangenen zijn in vrijheid gesteld. Botha heeft met Engel schen en Boeren het Duitscbe Zuid-Afrika onderworpen en is na zijn terugkomst te Kaapstad met ovaties ontvangen en in de Engeisehe pers als een der grootste helden gevierd. Hier moet nog iets worden gezegd ever den oorlog tor zee. Deze is, ook na 17 maanden krij'gvoerens, niet tot volle ontwik keling gekomen. In 't afgeioopen jaar zijn de groote vloten niet in actie geweest, de groote oorlogsschepen slechts bij uitzonde ring. Het leek een tijd lang, dat de ötl- derzoeërs een beslissing zoo niot zouden brengen, toch verhaasten. In Februari 1915 begon Duitschland zijn blokkade van En geland door duikboot-en en stelde rioh voor' den Engelschen handel geducht te belemme ren. Dat is niet gelukt. Wel is menig handelsschip het slachtoffer geworden van deze taktiek, ook neutrale schepen, doch de overzeesche handel werd er niet voelbaar door verlamd. Toch hadden er betreurens waardige en nauwelijks te verdedigen feiten plaats, als het torpedo eren van passagiers schepen, zooals de ,,Lusitania" en de „Arabic". Dergelijke gebeurtenissen vormen de zwarte daden in dezen oorlog, die op steeds onbarmhartiger wijze wordt ge voerd. Ook door de geallieerden, door En geland bijv., dat van zijn oppermacht ter zee gebruik maakt om Duitschland en zijn bondgehoot van alle handelsverkeer af te sluiten, ook met de aangrenzende neutrale De algemeen© toestand schijnt aan het ©indo van 1915 zoo, dat Duitschland econo misch het zwakst, maar militair het sterkst staat. De centralen hebben aan alle fron ten overwonnen en staan behalve in Italië overal diep in 's vijands land. Doch financieel en economisch is de positie dor geallieerden verreweg beter. Zal Duitsch land door zijn innerlijke zwakheid de uiter lijke voordeden moeten opgeven en zich on derwerpen Dat is de groote vraag, die nog niet beantwoord kan worden na een oorlog van bijna anderhalf jaar. Oe toestand in don reuzenstrijd. Al raeer en meer wordt de indruk gevestigd, dat deze winter den oorlog, in Europa althans, met veel verder zal brengen. Zonder gevechten zullen <x>k de korte dagen en de lango nachten wel niot voorbijgaan, wij mesken het aan de berichten van gevechten op het Westelijk en Oostelijk front, maar van eigenlijk groo&e ope raties zal blijkbaar geen sprake wezen. Wel van voeling met elkaar houden eu van eeu groote ontzaglijke inspanning, der geallieerden vooral, om m het voorjaar goreed te zijn met oen krachtig en zoo «enigszins mogelijk afdoend offensief over verschillende linies. Het is waar, dat dc rust der Kerstdagen weer vei broken is in het Westen en het Oosten, en ook in den Balkan hooren we weer van ge vechten, de Bulgaren dringen daar verder door Albanië. Maar 't gaat niet van harte, 't gaat niet met kracht. Do Bulgaren zullen iri het vorstendom van den gewezen „Mbret", Willem van Wied, niet verder gaan, omdat zij niet in botsing willen komen met de Grieken daar, die Epirus hebben bezet. Hoever zij reods doorge drongen zijn in Albanië, eu tegen wie zij daar gestreden hebben ,het wordt ons nog maar niet erg duidelijk. Van den opmarsch der Italianen daar, van het teruggetrokken Servische leger, noch van Albanoeecke troepen hooren we iets zekers, en van groote gevechten evenmin, er is in de historie die zich daar afspeelt, iets vaags, dat in schrille tegenspraak is met den Moedi gen strijd der laatste maanden in Servië. Er wordt in waarheid weinig gevochten op het oogenblik, en zijn grootsek karakter heeft deze oorlog in de laatste dagen ten minste ver loren. Zie maar do Saloniki-quaestie bijv.nog altijd versterken de geallieerden zich daar, nog altijd breiden zij er hun troepen uit, maar de centralen zoowel als de Bulgaren blijven wer keloos aan de Grieksche grens staan en van een .aanval, zelfs eon die te wachten is, wordt nog met gesproken. Waarschijnlijk gebeurt er meer achter de schermen dan op het oorlogstooneel wie weet welke diplomatieke besprekingen er plaats hebben tuescnen Duitscheis cu Grieken, en ook tusschen de Centralen en de Bulgaren, er wordt zelfs beweerd, dat het tusschen dezen niet alles koek en ei meer zou wezen, dat de Bulgaren met do verovering van Servië nu weer niet voldaan zijn, dat zij hun taak nog niet- als afgedaan beschouwen. Wil dit zeggen dat zij ook nog het oog slaan op Saloniki? Of beteekent het, dat zij zich in do Zuidelijke helft van Servië niet genoeg als meesters beschouwen, dat do Duitschors en Oostenrijkers zich daar in wat zij hun eigen zaken noemen mengen? 't Zijn bijna alles gissingen. Het is blijkbaar een tijd van afwachten, van onderhandelingen en beraadslagen, van zich gereed maken vooral. Want dat deze oorlog nog lang niet uit is, Mjikt steeds duidelijker. De groote slagen moeten nog geleverd worden, zegt men in Enge land en in Frankrijk, on volgens generaal Gal- licni is hij een schurk, die nu van vrede durft spreken. Engeland vooral denkt niet aan vrede. Het wil den strijd voortzetten, de overwinning behalen tob eiken prijs, zelfs tot dien Imogen, dat men de vrijheid van den Engclschman aan tast, om al of niet voor zijn laud te vechten. Er loopen allerlei berichten, dat het weldra ge daan zal zijn -mot het vrijw illigersstelsel in het Engeisehe leger, dat de conscriptie, de loting, de gedwongen dienstplicht daar zal worden ingevoerd. Lord Derby's recruteeringssysteom heeft blijkbaar niot volclaaw, er^ijn niet genoeg jonge, ongehuwde mannen zich kómen aanbie den, nu moeten zij gedwongen worden. Meer en meer leden der regeering denken er zoo over, en een kleine minderheid, die er zich nog tegen verzet, zal ook wel worden overgehaald. Van oogenblikkelyk belang achten do Engel schen blijkbaar do zaken in Perzië. 't Gaat. daar om Bagdad in de eerste plaats, om een vereeniging van Bussen en Engelschen, om een verbinding van Rusland dus met de andere ge allieerden. maar vorder ook om Indië en om Egypte. Want voor beide vreest men do plan nen der Duitschers en een overwinning in Mesopotanië en in Perzië kan die plannen alleen verijdelen. Do Turksche troepen in het eerste gebied worden telkens versterkt, ook mek Duit- sc-'no strijdkrachten miskien op den duur, en landen. Of het gelukkenj ral DuitscWand klinncn kkra EngeUch- „uit to hongeren en not daarcoor do neer- jU(jjg. Doch dan moeten ze door Perzië en daar laag fce doen lijden, is de vraag. De goal- moeten do geallieerden een stokje voor steken, lieerden beweren het, maar er zullen nog Perzië, waar nog steeds Duiteche invloeden jaren voor noodig rijn, jaren, die niet alleen hard aan 't werk zijn, moet tusschen Rusland Duitschland, maar ook de andere landen en Engeland worden verdeeld en tot een snelle financieel en economisch dreigen uit te put- krachtige bezetting van dit land moet dus ten; die een geweldige® dag zullen toebren- StYmS! frooto «rijd zich uit, in Europa, in Azië, welhaast in Afrika, in Egypte, en hij schijnt een kluwen to worden, rug brengen en vijandschap .en haat voor dat ten slotte niet meer te ontwarren is. lengen tijd zullen zaaien over de geheele gen, aan de oorlogvoerende staten niet al leen; die onze beschaving voor eeuwen te- werold. Gelukkig gaan er, zelfs in Enge land, al meer stemmen op, die vragen om dit vreeseüjk bloedvergieten, dezen moord menschengeluk in vele landen, te sta ken. v an den oor lag in de lucht valt weinig te vertollen- De vliegtuigen en bestuurbare luchtballons hebben hun groote waarde in dezen oorlog getoond als verkenners, als middelen van vernieling betoekonen zij wei nig. De Zeppelin-aanvallen op de Engeisehe Oostkust mogen daar schrik en verwarring hebben aangebracht voor oogoublikken, de stoffelijke schade was steeds van betrekke lijk weinig belang. De laatste groote lacht- raid, in October, wee het meest vernielend: Engeisehe berichten spreken van 54 dooden cn bij de honderd gewonden, maar sedert heoft de Duitsche luchtvloot geen nieuwen aanslag gedaan. als haar man hoest, later maakt zij zich bezorgd als de kinderen hoesten en nog later de kleinkinderen. Dat zijn natuurwetten, waar tegen men zich niet kan verzetten, er zit niets anders op dan met berusting zich in zijn lot schikken." Ludwig glimlachte droevig. Ja, berusten, dat had hij geleerd. Maar hij had eon voorgevoel dat het ergste nog komen moest. Want nu zou zij in gedachten steeds in do verte vertoeven, zij zou leven van de brieven van Hubert, zij zou wanhopig wezen wanneer er geen brief kwam. Zij zou zich verbeelden, dat haar zoon ongelukkig was, dat zijn vrouw hem niet „be greep". Hij gaf toe dat het hard voor haar was. Zij hing roet haar geheele hart aan den jongen en deze schenkt dat hart weder aan een andere vrouw. Ook dat zijn natuurwetten, onvermijde lijke wetten. Maar berusting lag niet in den aard van Elise; rij zou strijden en lijden en hij zou medelijden met haar hebben. Daar hoorde hij eenig geritsel in de kamer hoven. O, Elise was zeker in dat vertrek van haar zoon, zij vereerde do voorwerpen, die aan hem toebe hoorden, nu zijn persoon haar ontrukt was, zij gaf voedsel aan haar smart, groeide in haar OUfTSCHLAND Vredesvoelhörer.s, In de Duitscho bladen komt het volgende telegram van Wolff's Bureau voor: Bazel, 28 Dec. De „Neue Züricher Zei- fcung" bevat een artikel „Vredesgeiachten" getiteld, waarin de, naar beweerd wordt, in welingelichte Duitsche kringen bestaande meerlingen omtrent de vredesdoeleinden van liet Duitsche rijk behandeld worden. Het belangrijkste gedeelte van het artikel luidt aldus: „Men stelt rich in Duitscho kringen de grondtrekken der vredesonderhandelingen, die thans ingeleid zullen worden, aldus voor: lo. België behoudt zijn onafhankelijkheid en zelfstandigheid, mits het door tractaten. wonden. Zuciiioud wierp hij een Mik rfl oen tuin, die zich voor hem uitstrekte. Do avond herinnerde hein zoo zeer aan ecu anderen avond, nu zes entwintig jaar geleden, toen hij zijn jonge vrouw voor hot eerst hier naar toe gebracht tad. Do rozeu, die tegen hot oudorwetscho hoe renhuis opklommen, waren vrij wat hoogor gestegen, maar <le klimop en do fraaie linden- laan waren toen al oud geweest. Ea ook op dien avond had de herfstzon gloeiend rood achter de donkoro kastanjes geschenen; hij had des tijds alleen wat vrijer uitricht gehad. Do hoo rnen moeten aan dien kant misschien iets mem ge-.', nee id worden. Daar hoorde hij haastige voetstappen op de trap, daarna in de tuinkamer. Zesentwintig jaar geloden was Elise dikwijls zoo vlug komen aaulnopen en had zich in zijn armen geworpen. Wat zou er zijn? Natuurlijk iets dat bc trekking had op Hubert. Misschien won rij telegrafeeren. „Nu Elise, heeft Hubert wat vergeten riep hij liaar tegemoet. „Jo loopt zoo hard!" „Ik heb je hooren hoesten", zcido zij bui- te>- „En daarom haast je je zoo?Maar dat is toch heusch met do moeite waard", fluis misschien ook door onderpanden, eene her haling der gebeurtenissen in het jaar 1914 onmogelijk maakt. Een volkomen opslor ping van België zou zelfs door de Duitscho grootindustrie ten krachtigste bestreden worden, omdat hot verdwijnen der tolgren zen tot onhoudbare toestanden zou leiden, zoolang de arbeidsvoorwaarden in België, ten gevolge van hot ontbreken van eono vol doende fabriekswet, zoo ver bij die in Duitschland achterstaan. Zelfs voor een tol- unio eischt men eeu overgangstijdperk van minstens vijf jaren. België zou echter aan Duitschland een jaariijksche oorlogscontri butie, die even groot moet zijn als de vroe gere oorlogsbegrooting, moeten betalen, ter wijl Duitschland daarentegen de politie macht zal uitoefenen, tot deze contributie ten vollo betaald zal zijn. 2o. de bezette Fransche departementen zouden zonder meer aan Frankrijk terug gegeven worden; Duitschland zou ook geen ooriogs-schadevergoeding van Frankrijk eischen, mits Frankrijk zijne vorderingen op Rusland, ten bsdrage van ongeveer achttien milliard francs, aan Duitsrilland afstaat. Een vanzelfsprekende voorwaarde voor deze overeenkomst zou zijn, dat Enge land de Duitsche koloniën teruggeeft en Calais ontruimt. 3o. Russisch-Polen moet onder een Duit- schen vorst als koning van Polen volkomen onafhankelijk en zelfstandig worden; daar entegen zou het een oorlogsoontributie op denzdfden grondslag als die van België aan Duitschland moeten betalen. De historische drang naar de zee, die Ruslands politiek sedert eeuwen beheerscht, zou in dier voe^e j bevredigd worden, dat aan het Tsarenrijk een uitgang naar de Perzische Golf toege staan wordt. 4o. Italië zou afstand moeten doen van de bezette Turksche eilanden, terwijl rijn status quo ante gehandhaafd wordt. 5o. Bulgarije zou natuurlijk Macedonië krijgen, en tevens een van Nisj tot S&men- dria naar den Donau loopenden doorgang. Het vroegere Oud-Servië moet zelfstandig blijven of met Montenegro tot een konink rijk vereenigd werden. 60. Albanië zal de vroeger reeds toege stane zelfstandigheid onder een zelfgekozen vorst metterdaad verkrijgen. 7o. De aanspraken van Roemenië en Grie kenland schijnen op het oogenblik nog niet geheel vast te staan. Wij gelooven, zegt de „N. Z. Z.", dat het de plicht der neutrale pers is, discussies over deze voornaamste voorwaarden voor den toekomstigen vrede te openen, want het valt niet te betwijfelen, dat die zeer veel schei-per zouden worden, wanneer nieuwe, groote oorlogsgebeurtenissen gunstig zou den uitvallen voor de centrale mogendhe den. Men mag er niet aan twijfelen, dat Duitschland, ondanks z-ijn oprecht, diepge voeld verlangen naar- vrede, met nieuwe grimmigheid naar het zwaard zou grijpen, als zijn aangeboden hand, met tragische' miskenning van den werkelijk en toestand, teruggestooten werd." Een tweede „Wolff"-telegram luidtê „In Zwitserland wil men in dit artikel een van Duitsche zijde uitgestrekten voelhoorn zien. Wij zijn gemachtigd te verklaren, dat deze opvatting, zooals vanzelf spreekt, onge grond is". BERLIJN. In de buitenlandsche pers valt de neiging op te merken om de vredesdenk'beeldeu inhett_ arti kel van de „Nerue Züricher Zeituhg tot uitgangspunt te nemen voor beschouwin gen van het oorlogs- en vredesdoel. Ten einde te voorkomen, dat de openbare mee- ning in Duitschland op een dwaalspoor wordt gebracht, wijzen wij er nogmaals opi dat het artikel alleon particuliere denk beelden bevat en niet kan dienen als uit gangspunt voor een ernstige bespreking van de meeningen der leidende leringen. RUSLAND. Van het Oostelijk oorlogstooneel. WEENEN. Aan het Bessarabdsche front deed de vijand door artillerie-vuur ingeleide aanvallen op dezelfde wijze als den vorigen dag. Zijn aa-nvalscolonnes moesten het ech ter al'le ten gevolge van ons geweer- en ge schutvuur opgeven, hier eu daar dicht voor onze versperringen. De verliezen der Rua- ssn zijn groot. Ten oosten van Burkanof (in Galicië, aan de St-rypa, ten westen van Trembowla), trokken wij, wegens de overmacht van de Russische troepen, eenige afdeelingon traug tot dichter bij onze hoofdstelling. In Wolhynië hier en daar artilleriege vechten. Do blnnenlandscue politieke toestand. Volgens den „Times"-correspondent te Petrograd. is, na esn kort vleugje van een eenige zins democratische stroonxiug in de regeenng, de reactie thans weer aan de win nende hand. De Doema-ritting is voor onbe- paalden tijd uitgesteld., naar beweerd wordt, omdat de begrootings-commissie nog niet met iiaren arbeid is gereed gekomen. Tege lijkertijd is het zgn. monarchistisch congres te Petrograd en te Moskou gehouden, ter wijl die der Zemstwo's en der gemeentera den op last van den minister van binnen- landsche zaken zijn verboden. liet monarchistisch congres heeft feitelijk bijna niets anders gedaan, dan alle vereeni- gingen en personen, die progreaast-ische nei gingen toonden, veroordeelen. Ais het beste middel tegen deze „verderfelijke" invloe den werd de regeering aangeraden vroegere gedane beloften len aard te herroepen. In deu rijksraad is daarentegen eene zwakke beweging naar links bemerkbaar- alle 'an constitutionee- terde hij een weinig verlegen. „En hoesien. dat doe ik al jarenlang". „Dat is er niets min der cm, dan is het hoog tijd, dat jo er iets aan doet", zeide rij niet nadruk. En toen hij de schouders ophaalde, vroeg zij aarzelend en met bevende stom „Ludwig heb ik jo werkelijk vijfentwintig jaar lang achteloos behandeld? „Ach kom, gekheid. Trek je die woorden toch niot aan Ik heb het schertsend gezegd, Hecht er toch geen gewicht aan 1" „Ja, was hot werkelijk scherts?" vroeg zij ernstig. „Natuurlijk", mompelde hij. Maar hij sloeg de oogen niet op. Toen begon zij te schreien, vreesdijk te schreien. Troostend sloeg hij den arm om haar heen, 'troelde haar over hot haar, dat nog steeds krullend om baar slapen lag. „Over een paar woken rie je don jongon immers terug." hap 1 oo.ttti tot hem on. „Ludwig, je denkt dat ik op dit oogenblik schrei 0111 hot vcrtiek van JJuuort ..Ja, waar anders om?" Zij zag hem aan met een zonderlingen, blik. „Wat ben jullie mannen toch dom", zeide 7y. w Vnn'.? -■'-< 'to-v, 0 .tom!" „Dat hoor ik je graag zeggen, want je zea Kennisgevingen voor »sgiJÏA Verloving, Ondertrouw, Geboorte, enz. Invitatiëm Dankbetuigingen, Mean's - Programma s, Balboekjes, Vlslteknarten. Luxepapier, Artistiek Stempelwerk B, van Maatdem, HoQeverancler Singel 562, hoek V^zelstraat, AraaL Verscheidene leden van den uitersten rech tervleugel zijn naar de gematigd rechtscbe groep overgegaan. Het meest verblijdende verschijnsel is wel, dat het centrum van don rijksraad eeu verklaring heeft gepubliceerd, waarin ge- zegd wordt, dat er in de door het progres- sistieclie bloc geformuleerde eischen niets is, dat tegen de opvatting van- de centrale greep indruïscht en dat dc eisch tot vorming van eene vereenigd© regeering, die het ver trouwen des volks geniet, niet in strijd is met de Russische wetten. TURKIJE. Aan de Dardaneilen. BERLIJN. Een speciale berichtge ver van den „Berliner Lokal Anz.", die het verlaten kamp te Anaforta en de Engeisriie depots to Kemikli Liman b&zoclxt, bericht daaromtrent uit Gallipcli: „Overal riet men teekenen, dat de terug tocht vool op eon vlucht moet hebben ce leken. Veel onbegraven lijken, reusachtige hoeveelheden conserven, zjjden spek, meel pioniergereedschap, fceritejf, prikkeldraad en verp.egingsmaterieel zijn achtergelaten. De E-ngelsche loop-graven, die tot op 10 M. afstand van de Turksche stellingen vooruitgeschoven waren, warou met hon derdduizenden zandzakken versterkt. In de Soevla-baai zijn vier Engeisehe transportschepen op liet strand gezetT" Kcet-e!-Amara. Aan een beschrijving van deze in den kat- sten tijd zoo vaak genoemd© stad in Mesopo- tarnië, zooals die door een oorlogscorrespon dent van do „Frankf. Ztg." gegeven wordt, ontleenen wij het volgende: Waar het land zoo vlak is en het landschap zoo eentonig, dat men de rookpluim van eeu ver verwijderde rivier stoomboot als een welkome afleiding be schouwt; waar de gloeiende stralen van de tropische zon d© geelbruin© leemen muren hel wit doet schijnen, waar do .trage stroom van den Tiger tot kilometerbreedte is uitgedijd en ton slotte een tweeden aanzienlijken ri vierarm vormt, ligt ïyoet-el-Amara. Wie ooit het vervelende Oostei/che stadje met zijn bochtige, donkere stegen cn zijn minarets ge zien had, zou stellig nooit liebb©n kunnen denken, dat ieder West-Europeaan met den naam vertrouwd zou raken en dat het een historische beteekenis zou krijgen. Zijn lig ging aan de riviersplitsing, die denken doet aan een bruggenhoofd-stelling, heeft de stad vroeger voor de Turken evenals thans voor de Engelsehen als 't ware voorbestemd om als versterkte verdedigingspositio te dienen. Deze plaats beheerscht den toegang tc>b den. bene den loop van den Tiger en Sjat-cl-Arab. Als plaats van overlading van de rijke voortbreng selen van den bodem, die hier opgehoopt wor- den langs Tiepfoi33,--~uie noor tie m tien' Bijbel meer dan eens vermelde landstreken voert, heoft Koot-el-Amara in vredestijd eeu tamelijk druk scheepvaart- en handelsverkeer. D-a stoomboo- ten hebben wel, om Bagdad te bo~eiken dat 170 K.M. stroomopwaarts ligt, lij hevigen tegenstroom als het hoog water is, tf door 'het telkens aan den grond raken als -et water laag staat, een dag of acht noodig, ^aar zo brengen tocli haar vracht van graan, meloenen, uien en eieren en -ook de Psagiers mot hun donkere boer noes en bonte hofboe ken goed en wel naar Bagdad, en of dan oen dag of wat langer duurt, laat kü voj. komen onverschillig. Voor Europeanen is het stadjo een evenals allo Mesopotamische kleine stein' dorpenwarm, vervelend, vuil, voor de g waarwordingen van gehoor- en reukorgane bijzonder onaangenaam, maar voor de zonei der woestijn en ook voor de soldaten vy-n het front een plaats van ontspanning en vermaak. Ais men een paar uur oostwaarts rijdt doemt in de verte de scherpe, kale bergketen van Loeristan op, waarlangs do Perzische grens loopt. Tot ver in den gloeienden zomer van Mescpotamiö blijft daar do sneeuw op de hoo- ge bergtoppen liggen cn valt uit echte wolken regen op echte groene boomen. Eeu kameolen- karavaan, die vaten petroleum uit de Perzi sche bergen brengt, reept den reiziger weer tot do oostersche woskelijkheid terug; tot ver in do woestijn klinkt do klok van den voor aan schrijdenden kameel en bot sonore ge luid van de stommen der karavaandrijvers, die de karavaan naar Koet-ol-Amara geleiden om de voorraden over te laden oj) een stoom boot naar Bagdad of op een stroomafwaarts drijvende keilen, een vlot, dat- op met lucht ge vulde zakken van geitenleer drijft. GRIEKENLAND. Een beloiie. W-EENEN. Do Iteiiaa-nsoho gezant graai Bosdari Leeft in opdracht yam zijn regeenng aan het Grieksche kabinet verklaard, dat de hij Valona staande Italiaansche troepen de Albaneosohe grens niet zullen overschrij den. ALBANIË. De Prins Von Wied weder op deH troon van Albanië? LONDEN. De bladen 'berichten:Harold Spencer, oud-loeriing van de marine- akademie te Annapolis, later adjudant van den prins von Wied en thans luitenant- het zoo vaak in dat eerste jaar, toon ik wan hopend mijn besc deed om je te begrijpen." ..Dat eerste jaar was toch wel heerlijk." Droomorig kook zj naar den gloed van de ondergaande zon. „Weet je Wel, do zon ging juist zoo ouder, dien eersten avond, Hoen wij hier aankwamen." „Dat dacht ik zoo straks ook", sprak hij zacht. ..En is het in andere opizchten ook niet het zelfde als toon?", vroeg zij, terwijl zij zijn hand vatte. „Wij zijn alleen!" Vrooi ijk, maar toch eenigszms aarzelend keek bü haar in de vochtige oogen. „Als je hot alleen mét mij uithouden kunt, Elise wij zouden weer heel gelukkig kunnen zijn.' „Het niet uithouden?", vroeg zij op dappe ren toon. terwiil zij zijn haar kuste, dat reeds grijs begon te worden. „ïk heb jou toch Maar wij moeten heusch naar binnen gaan, daar hoest je al weder."

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 2