is en Ainanie. OP ZEE. 9DE QOLiBA'i'liiTNrcoUKA WJL- van Woensdag £2 25 December l a 1 5 We geven hier nog eens een kaart van Italië met, aan de overzijde der Adriatische Zee o. a, een strook der Albaneesche kust. Er is wel ver band tusschen Italië en Albanië. Het eerste land heeft het reeds sedert lang op het vroegere Turk- sche gebied verzien, waarvan de grooto mogendheden een onafhanke lijk vorstendom wilden maken, en daarom strijd gevoerd, zij 't een politieke strijd mét Oostenrijk. Nu, na de verovering van Servië, dringen Oostenrijksche troepen, met hun bondgenooten, de Bulgaren, Al banië binnen, om het terugtrekkende Servische leger te vervolgen. Dat is Italië niet naar den zin en het gaat er eindelijk toe over om hulptroepen te zenden naar Albanië. Volgens de jongste berichten zijn er nu Italiaan- sche troepen geland te Dnrazzo en Valona, twee plaatsen aan de Alba neesche kast, zooals men ziet dicht bij de Italiaansche kust. ren naar hen, die ons voorhouden, dat Duitschlaud buiten adem is, waarschuwt Humbert. Duitschland heeft zijn lichting- 1917 nog niet opgeroepen. Het heeft zijn menschen boven de 45 jaar nog niet ge mobiliseerd. De bladen, die Duitschland voorstellen als uitgeput en op het punt gebrek aan menschenmateriaal te krijgen, loopen op de toekomst vooruitzij bewijzen ons oen zeer slechten dienst door hen aan te moedigen, die sinds het begin pleiten voor de politiek van zoo weinig mogelijk inspan- aiing. Het einde van den oorlog is nog met nabij. Frankrijk moet volhouden tot het einde, niet alleen militair, maar ook economisch. Het moet zich niet gedragen als stond het alléén tegenover zijn geduch- ten vijand. Het maakt deel uit van oen groep mogendheden, waarin alles gemeen schappelijk moet geschieden: Frankrijk heeft niet alleen betrekkelijk, maar ook absoluut het meeste van allen gepresteerd. Frank rijk mag niet, doodgebloed en uitgeput, ter neder zinken vóór zijn bondgenooten, hun de zorg overlatend het door Frankrijk be gonnen werk te voltooien. Zijn geallieerden hëbbeft zijn strijdbare kracht nooclig en zijn leger, dat schitterende en overgelijke- lijke vechtinstrument, dat Duitschland het meeste vreest. Het leven van den Fransch- man is een kostbaar iets, waarmede ir.en._in het belang van allen, zuinig moet omsprin- §en- Wij rekenen erop, dat de minister van oorlog, dat de geheele regeering, zich van deze waarheid ten volle rekenschap geeft. Frankrijk heeft beter te doen dan zich geheel te offeren voor de zaak, welke het verdedigt-. Het moet l-even, zijn bondge nooten ter overwinning leiden en op den dag der zege op volle kracht zijn. Abyssinia als helper. De Excelsior" meldt, dat de afgevaar digde Candace in de commissie van buiten- landsche zaken uit de Fransche Kamer liet voorstel bemt gedaan, om in overleg met de bondgenooten na te gaan hoe het mogelijk zou zijn den steun van Abyssinië voor de Entente te verkrijgen. Abyssinië zou over eenige honderdduizenden strijders beschik ken en het zon wellicht mogelijk zijn, indien men de onafhankelijkheid van het land waarborgde, de welkome medewerking van den Negus ten behoeve der Entente te .verkrijgen RUSLAND. Var. het Oostelijk oorlogstoon©©!. PETROGRAB. (Bericht van den Grcote.i Gc-n tra-en tri af.) Ten noerden van het meer Miadziol was een vijandelijke colonne on- voorziciitigerwijz© in de vuurzone onzer artillerie gekomen. Zij werd uiteengedreven en leed groote verliezen. Op 17 dezer, des avonds tegen 10 uur, begon de vijand tweemaal een aanval op het station van Podsjerewitsji. Hij werd ech ter door ons vuur teruggedreven. in Pelen. In een brief van een Duitsch. soldaat, dio in de „Vorwarts" gepubliceerd wordt, leest, men over Pcolsche toestanden Mannen en vrouwen loopen bij honderden in de stad rond. Van mijien ver komen ze, om een beetje zout of tabak te koopen. En wie maar gewetenloos genoeg is, kan voor een pakje xabak. dat twintig pfennig ko3t, het vijfvoudi ge krijgen. En evenzoo voor een pond zout. „Paaje Salz, panje taback" klinkt ons den goheelea dag in de ooren. .Nimma. niks is meestal ons antwoord. Vraagt men of zo boter hebben of eieren, dan boort men niets anders dan „Nimma". Laat men echter een pakje geluk was immers kort; zij met het gevoel, dat ze van baar leven wel eens onderhoudender gezelschap gehad had. Be consul was naar Baden gereisd, omdat hij in Weenen niet wist wat hij moest begin nen. Zijn betrekking had hem vroeger ook wel met 3l te veel in beslag genomen, maar hij had toch zijn ambt en zijn zorgen gehad. Als hij nu 's morgens Opstond had lijj wel niet zijn vroegere zorgen, maar daarentegen wist hij nu ook niet wat hij doen zou. Het niets-doen is niet zoo gemakkelijk, en het niets te deen heb ben. niet zoo aangenaam, als men gewoonlijk veronderstelt. Hij was dus naar Baden gereisd om den tijd te verdrijven. Dat is een uitstapje naar buiten, als men dat zoo noemen wil, maar zonder de daaraan verbonden risico. Men zit 3211 het spoor, beeft altijd tram of rijtuig bij de hand, men heeft als men wil de schoone natuur; daarbij echter ook de gemakken der stad. keurige restaurants, waar men goed en drrar kan eten, gezellige koffiehuizen en in geval van nood loxken zelfs de theater-genoe gens. De consul begon zijn uitstapje naar bui ten met naar een koffiehuis te gaan en de couranten, in hat bijzonder de geïllustreerde ei; weekbladen, door te lezen, en den eetlust door een glaasje groene chartreuse op te wekken. Teen hij dacht dezen genoeg opge wekt te hebben, ging hij naar de table d'hóte in een der grootste hotels van Baden, en na tafel ging hij pas over tot het het eigenlijke doel van uitstapje, en maakto hij een wande- Jinsetje. Hij 'nad zeer poed gegeten, en zeer goed gedrosken en was dientengevolge in een •zeer goed® -stemming. Hij vond het heel aardig tabak of een handvol zout zien, dan komen bliksemsnel eieren en boter te voorschijn. Een kameraad kreeg onlangs zelfs een kip voor een handvol zout. Het moet verschrikkelijk zijn zonder zout to leven. Verder leest men nog in dezen briefIets goeds hebben wij hier toch. Een pond schapen- vieesch kost van 26 tot 30 pfennig, een pond varkensvleesch 50 pfennig en daar komt nog altijd genoeg van aan de markt. Voor een pond vet betalen we een Mark. Men zou willen dat het thuis ovenzoo was. Er zijn echter ook dorpen, waar niets meer te krijgen is. Hier in de stad stroomen boerenmeiden uit den omtrek samen en verkoopen of ruilen het laatste wat zij hebben. ITALIË Oostenrijk en Italië. HOME. De Italianen hebben den Norre- t.op bij de samenvloeiing van de Torta en de Astico en de valleiendie den bovenloop van de Astico bereerschen, genomen. Zaterdag hadden op het geheele front de gewone artillerie-acties plaats. Aanvallen der Oostenrijkers op Oslavija en ten noordwesten van Görz werden afge slagen WEENEN. De toestand is dezelfde ge bleven. Aan de noordelijke helling van den Monto San Michele werden godurende den avond twee aanvallen van Italiaansche in fanterie afgeslagen. Italiaansche troepen naar Albanië. Uit Zürieh wordt- aan de ,,Voss. Ztg." geseind, dat volgens aldaar uit Rome ont vangen betrouwbare berichten thans oolc van Ancona uit troepen naar Albanië ver voerd worden. De troepentransporten wor den behalve door Italiaansche, ook door Engelsche oorlogsschepen geconvoyeerd. Het schijnt, dat Italië en Engeland Albanië als basis hunner operation willen gebruiken, terwijl Frankrijk Saloniki als basis zou blij ven houden. SERVIË. De Spoorwegbrug SemiinBelgrado hersteld. WEENEN. De ,,Neue Freie Presse" meldt, dat de spoorwegbrug van Semlin naar Belgrado, over de Save, die bij het begin van den oorlog vernield werdthans hersteld is. Kuip voor de Servische bevolking. Vrijdag jl. is uit New-York een door Rockefeller en andere Amerikaansche mil- liardairs uitgerust schip vertrokken met voedingsmiddelen en kleederen ter waarde van een half millioeu doll, aan boord, be stemd voor de burgerbevolking van Servië. Do Fransch-Engelsche terugtocht. PARIJS. In de Duitsche.. Oosten- rijkscno en Bulgaarsche telegrammen tracht men het voor te stellen, alsof de terugtocht der Fransch-Engelsche legers uit Macedonië in wanorde geschiedde en geeft men allerlei tegenstrijdige cijfers omtrent de geleden verliezen. Enkele van deze opgaven zijn zelfs absurd. Zoo citeert bijv. de „Nordd. Allg. Ztg." een bericht uit Sofia, dat de Fransch-Engelsche verlie zen de honderdduizend overtreffen.Dit cijfer is nog hooger dan het geheele effectief dat in actie was. Ook omtrent het Servische leger worden overdreven berichten ver spreid. Immers volgens de Oostenrijksch- Duitsche opgaven zou de geheele Servische artillerie ten minste wei driemaal moeten zijn veroverd. De waarheid is, dat het Fransch- Engel sche expeditiecorps op Saloniki terugtrok, toen bleek, dat een verbinding met het Ser vische leger onmogelijk was en dat het corps op de wereld, en een trek van diep gevoelde menschenliefde ging door zijn week gestemd hart. Zelfs belust op avontuur was hij gewor den. en hij had geluk. Terwijl hij zoo door het park wandelde, had hij, voor dat hij het wist, een blond avontuur voor zich. Een jonge dame wandelde daar, met een klein kind aan de eene, en een geel, zwart- neuzig puckje aan de andere hand. Die jonge dame had een goed figuur, prachtig blond haar blond was altijd zijn zwak geweest cn een friseh fijn gezichtje. Zijn algemeene men- «chenliefde begon zich dadelijk te epecdaliseeren on welwillend gozind als hij was, meende bij ook toen zijn oorspronkelijke opvatting niet te moeten wijzigen, toen hij bij nadere overweging moe3t bekennen, dat bet eigenlijk geen „jonge dame" was, maar een werkelijk zeer aardig kindermeisje, waar zij toch bij slot van reke ning ook niets aan doen kon. En buitendien I Hij was nooit hoogmoedig geweest, altijd had hij in de menschen den mensch geacht. Hij had v/el is waar steeds ingezien, dat er verschil in stand moest zijn, maar hij was er ook al tijd doordrongen geweest van het bewustzijn, dat men do voordeden van zijn eigen positie niet misbruiken mocht. Kortom, hij was een ideaal denkend mensch. Zijn democratische gevoelens waren -zelfs aanmerkelijk uitgebreid en dieper geworden, sinds hij de uniform nooit meer zou dragon hij kwam zichzelf voor alsof hij 'beminde en leefde incognito, en dan kan men wel wat wagen. Hij ging du6 naast de jonge dame loopen, en vond in gezicht, blikken en glimlach een vriendelijk tegemoetkomen; met liet gesprek er in slaagde, alle materieel en voorraden in veiligheid be brengen en ook die der Serviërs en dab de verliezen tijdens den terugtocht niet meer dan 3500 man bedragen. Regen in Servië. Wilhelm Sclunidtbonn vertelt in „Nordd. Allg. Zedt." het volgende van den opmarsch van een Duitsch legercorps in Servië „Nadat gedurende de eerst© dagen bij neschijn de wegen zoo glad en hard geweest waren als asphalt, -veranderde do onafgebroken neerstroomende regen ze in twee etmalen in stroomc-n van vloeibaar leem. De soldaten slee- pen zich voort. Wiens schoen blijft steken, die tracht tevergeefs hem in de gele modder terug te vinden. De wagens schijnen in schepen ver anderd. Zonder wielen (daar do wielen on der de bagger bedekt draaien) glijden zij lang zaam over do dikke massa heen. Do regen houdt niet op. Dag en nacht vallen zij met een gelijk matig kletterend gedruisck. De onderlaag van de straat wordt door de duizenden en duizen den wielen naar beneden gedrukt. Steeds komt weer nieuwe aarde omhoog en verandert in taai leem, dat wielen en voeten vasthoudt. De Servische grond verdedigt zichzelf. Do wagen, in meters-diepe kuilen vallend en met moeite weer er uit opstijgende, lijkt werkelijk een wiegelende boot op de zee. Om één voertuig tegen een berg op te krijgen, moeten de paai den van vier of zes andere uitgespannen wor den. De weg is als een zeestrand, bedekt met doode paarden en stukken van gestrande wa gens. Waar een brug is, staan duizend wagen6 uren lang zonder verder te komen. De af stand tusschen troepen en de wagens, die hun ammunitie en brood achterna brengen, wordt steeds grooter. De troepen laten zich daardoor ochter niet ophouden De strijd in Servië. Colin Ross schildert in de „Vossischo Zei- tung" tooneelen van dpn opmarsch in Ser vië. Hij vertelt: Do gevangenen, die wij in het dorp maakten, waren moede en haveloos. Do voeten in opan- ken, de goede Engelsche jassen vuil en ver scheurd. De jonge bleeke vaandrig spreekt een beetje Duitsch. ,,Wij konden niet meer. Wij hebben ieder en dag gevochten en als we niet vochten, hebben we opgepast en gewacht." Het transport-commando treedt aan. ..Voor waarts, marsch!" Vermoeid, met een zak over de schouders, sjokken ze voorwaarts, achter elkaar aan. Do oppassers richten het kwartier in voor den nacht, of liever zo laten de menschen het werk doen, vuil wegvegen, opruimen, versch stroo in den hoek leggen. Tafel en bank wor den geschuurd. Ik werp me doodmoe op het stroo. In het voorvertrek zitten de huisbewoners om het open vuur aan den haard. De oude man met de witte baardstoppels en de puntige bonten muts staart stompzinnig in de vlammen. Op den grond krioelen de kinderen. De oude vrouw jammert en werpt zich voor de voeten van den commandant. ,Ja vrouwtje, ik ver sta jo niet." Ze snikt en kust de schoenen. Wanhopig herhaalt de commandant zijn woor den in het Servisch. „Er uit, oude heks!" licht de ordonnans toe, die een lamp binnenbrengt. Boven het stroo speelt de schijn van het vuur. De oude danst op en neer. Of is het maar de vlam, die wappert? Ach, wat ben ik vermoeid. Ik staar op een vlek aan den muur. Opeens is het de landkaart van Servië cn een grooto pers wordt van boven naar beneden ge schroefd en drukt het land in elkaar. Een regimcntsbevel. Ik schrik op. Is het al morgen? Noen, do oppasser brengt juist het eten. Een zaklampjo werpt een schijnsel op het papier. ,,IIet zooveelste iufanterieregi- - ment stelt zich heden nog in het bezit van Saraorie. Do eerste afdeelïng steunt den aan val en wordt ouder bevel van het regiment ge steld", zoo leest men. De commandant beveelt: De afdeelïng rijdt met twee batterijen naar den uitgang van het dorp. Elke batterij zendt een waarnemer met telefoon. Ik ga zelf mee. Het duurt lang voor hot regiment bij elkaar is. Do manschappen waren reeds in hun kwar tier. Intussclien werken de kanonniers snel en geluidloos aan hun stukken. De electrische zaklantaarns bliksemen op het compas, waar naar men de richting zoekt. Eindelijk staan de batterijen parallel en zijn de loopen op een naburig dorp gericht. De granaten liggen er achter. Wachtend ©n rillend van de koude staan de mansohappen er bij. üe nacht is koud en donker. Eindelijk is liet eerste bataljon er. Twee compagnieën worden in tirailleur-linie rechts en links ont plooid. De rest komt in colonnes op den weg achterna. Nu gaan de vorbindingsmansehappen op 1 marsch. Achter ons hooreu wij den zware» stap van compagnieën. Zorgeloos rijden wij vooruit. In het dorp liggen toch op zijn hoogst patrouilles. Wij rijden zwijgend verder. Het is alsof de lucht zwoel en drukkend wordt. De stap van de compagnie klinkt nu gedempt. Niemand zegt een woord Ik geloof, dat men den hoefslag van de paarden ver in den nacht hoort, zegt een der officieren. De majoor trekt de teugels aan. „Ja, laten we liever afzitten", zegt- hij. Achter elkaar gaan we op do smalle gras strook naast den weg. Langs den weg worden do telegraafkabels afgerold, die de stormlinie met do batterijen verbinden. Het is zoo stil. Men hoort het snorren van de kabeltrommels. Hoeveel meter kabel? Ongeveer twee dui zend. Dan kunnen wij niet ver meer van het dorp zijn. Men ziet niets. Heel vaag zelfs slechts den weg. Nog steeds is het stil. Ver wachten zij ons, of gelooven zij vandaag rust t© hebben? Zitten ze misschien te wachten in den hangen twijfel of de vijand komt of niet? De eersto huizen van het ver verspreid lig gende dorp zijn reeds in de buurt. Nog steeds geen geluid. Een hond 6laat aan. Vervloekt beest. Een man 6toot er met de bajonet naar. Het dier huilt, ontkomt. Een tweede, een derde vallen in. Het heele dorp keft, blaft en jankt. ging het wel is waar moeilijker. De Engel sche dame kend© geen Duitseh, en hij geen Engelsch. Daarom bekommerden zij zich ech ter niet; de moeilijkheid om te oonverseeren was op zichzelf al aantrekkelijk. Zij lachten en wisten niet waarom. Hij sprak slecht Duitsch en zij slecht Engelsch, meenende elkaar zoo beter te kunnen verstaan het was eenvoudig heerlijk. Te meer hinderde het hem daarom, toen hij meende te merken dat een jonge man, en nog wel een legatie- raad, dien hij kende, op eerbiedigen afstand, maar systematisch in een kring Om hen liep. Had hij de consuls-uniform nu nog maar aangehad, dan had hij dien kwast wel eens manieren geleerd. Na een poosje gaf hem de aardige Engelsclw plotseling het touwtje waaraan zij het- puckje vasthield in de eene had, en in de andere hoi handje van het kind, drukte hem nog iets op het hart, wat hij niet verstond, en verdween toen om de eerste kromming van den wandel weg. Dat op zichzelf was nu minder geweest maar dat daarop ook de gestreepte pantalon van den brutalen legatieraad achter dezelfd- kromming verdween, dat oefende toch een drul- uit op zijn zooeven nog zoo verheven stemming Dat perfide Albion! Hoe perfide men mr" hem gehandeld had, ondervond hij pas goed toen kort daarop een in Baden vertoevende aartshertog om den hoek kwam, wien het al- Iergenadigst behaagde direct op hem af tc komen, en hem minzaam aan te spreken. Do consul wist niet goed, hoe hij zich hou den moest. Met een puck en een klein kind aan de hand had hij nog nooit front gemaakt. Wij snellen voorwaarts, vlug cn stom. Het eerste schot. Als verloren ld inkt het door den nacht. Twee, drie, een half dozijn. Nog aarze lend, vragend, twijfelend. Do telefonist knielt bij zijn toestel. Nu zijn zo daar ginds wakker geworden. Over de heele linie begint het to knetteren. Mot 3i00 meter vuur openen. Do telefoon toetert. Als hagel striemt hot over den weg. Zo schie ten van dicht bij. Men ziet- het bliksemen der geweren. Het mondinguvuur likt met korte roode tongen het donker. Een machinegeweer begint te ratelen als een doorslaande inotor. Op den weg klinkt het alsof zware droppels vallen. De weg is echter leeg. De tvvco compagnieën der versterking liggen plat op den buik in grep pels en kuilen. Men hoort de eerste slagen der kanonnen. Ik ga op de knieën liggen en zie door mijn kijker in den nacht. Rechts en links slaat het kort en hard tegen den grond. Onwil lekeurig krimpt men ineen bij eiken slag. Wordt do telefoondraad getroffen, dan hoort men een hooge zingende toon. De porseleinen isolator valt in 6cherven op don grond. Do eersto schoten schijnen te ver. Men kan niets onderscheiden. De weg stijgt. In de droge sloot daarlangs loop ik voorwaarts. Daar lig gen de verbindingsmanschappen plat op den frond. Het gezicht vast tegen don grond ge rukt. Een eind verder zit do waarnemer van do eerste batterij gehurkt. De tirailleurlinie is al vorder naar voren. De schoten zjjn nog steeds te ver. 3200, 300U, 2800... nu staan do lichtende meteoren boven de donkere schaduwen van liet dorp. Het machinegeweer begint weer te ratelen en veegt den weg schoon. Nu wordt het stil. Hoera-geroop klinkt als een schreeuw in hot donker. Als krankzinnig klettert het geweer- en het mitraillcurvuur. Dan houdt het op. Met één slag. De weg, waarover zooeven nog do dood veegde, ligt nu als in diepen vrede. Wij loopen vooruit. De kabeldrager hijgt. Nog een maal rechts een machinegeweer. Dan is ook dat stil. Wij loopen het dorp bin nen. De maan is opgekomen. Een vaal licht trilt boven den weg. Daarin schitteren de ba jonetten. Onguur, huiveringwekkend dreigt in het halfdonker het dorp. Wat bergt het binnen zijn muren? De kapitein verzamelt zijn com pagnie op den weg. De reserve is niet meege komen. Wij zijn to zwak om in breede linie door het dorp te dringen. Langzaam schuiven wij vooruit. De kapitein houdt een sluitstuk ou eeii waterbuis van een machinegeweer in do hand. Deze stukken henevens patronen en een draagdier zijn ons in handen gevallen. Do ge weren zelf hebben do Serviërs nog in veiligheid kunnen brengen. Huis na huis langs den weg wordt doorzocht. Waar een licht brandt stor men do soldaten naar binnen. Do donkere bui zen doorzoekenschreeuwt de aanvoerder. Kol ven kraken. Een raam valt op den grond. ,,Er uit! er uit!" Sidderend staat in den deurpost een oude vrouw met een witten doek in de hand. De reserves zijn er. Het hoole dorp is bezet. De vijand is weg. Onze shrapnels zoeken hem in dc verte. Zo fluiten door do heldere lucht. Nog eenmaal hoort men een machinegeweer, niet vermetel cn wild, maar haperend on schuw. De voorposten graven zich langs den oostrand van het dorp in. Ons work is gedaan. Ik ga in het dorp en zoek een kwartier. Ik zie een huis. Op den drempel glijd ik uit. Het is bloed. Een doodo ligt dwars over den weg. Ik laat hem mijn licht in het gezicht schijnen. Het is een Serviër. Als ik do kamer binnentreed, aarzel ik toch. Zc is leeg. Op de tafel staat een kaars. Dwars door hot ver-trek hangt'een hangmat uit bonte stof. Een kind ligt er in van één jaar. Met open, heldere eogen. Het glimlacht me vriendelijk toe.... Do telefonisten zijn er al. In het zijvertrek richten ze roods een station in. Do trompet toetert. Men spreekt reeds. Do machine, die Servië omknelt, is aan het werk MONTENEGRO. De strijd tegen Montenegro. WEENEN. De gevechten in Montenegro verloopon gunstig. Wij maakten Zaterdag ongeveer SCO Mon- ten-ogrijnen cn Serviëra krijgsgevangen. Bij gevechten tegen ch Montonegrijnon kwam heb voor, dat de vijand veinsde zich over te geven en met opgeheven armen en zwaaiende met doeken op ons toesnelden, waardoor hij ons bewoog tijdelijk het vuren te staken, terwijl hij dan onze linies van zeer nabij met handbommen bestookte. Het spreekt vanzelf, dat op dergelijko schande lijke krijgslisten scherpe afstraffingen volg den en ook in de toekomst volgen zullen. GRIEKENLAND. De centrale mogendheden en Griekenland. ATHENE. Skoeloedis zeide tot een ver tegenwoordiger van het „Journal d'Athc- nes", dat het gerucht, dat de Duitsche go- zant aan de regeering zou hebben medege deeld, dat de centrale mogendheden voor nemens zouden zijn Griekenland van vijan delijke troepen te zuiveren, ongegrond is. BERLUN. Aan den „Berliner Lo- kal-Anz." wordt uit Sofia geseind: „In toonaangevende Buigaarsche krin gen verklaart men, dat uit de geheele hou ding van Griekenland blijkt, dat het geen oorlog wil voeren, sterker neg, dat het in geen geval tegen de centrale mogendheden zal optreden en met genoegen zal toelaten, dat de Duitsche, Oostenrijksche en Bulgaar sche legers de Engelsche en Fransche legers op Griekschen bodem vernietigen." Om Saloniki. BERLUN. De Bulgaarsche minis- president Radosiawof verklaarde den correspondent van do „Kölu. Zeil." te Een lief kind, merkt© do hoogo mijnheer welwillend op, na de minzame begroeting van den oudc-n bekende. Mijn nichtje, ïoog de consul. Ah, heeft barones Molnar nog zulk© klein© kinderen Een heele massa, keizerlijke hoogheid! loog de consul verder. Zijn zuster was name lijk kiuuderloos, maar hij zat er hu eenmaal in en dan kwam het er op een paar racer of min der niet meer aan. Dat verheugt mij. Doet u h3nr mijn groe ten, consul? Deze boog het hoofd; dat was alles wat hij onder de gegeven omstandigheden doen kon. De hoogo mijnheer groette glimlachend en ging verder. Dat do biiksem dat perfide Albon on m het bijzonder allo brutale jonge mannen mocht tref fen Daar komt ook mevr. Wej-ejsperg aange stevend. Er zijn menschen, die er oen talent voor hebben op ongelegen tijden to komen. Na tuurlijk blijft ze voor hem staan en ziet hem verbluft aan. U verwondert u mevrouw over dit idylli sche groepje! begon hij met een niet zeer ge lukt glimlachje. Ik ben een enorm kinder vriend en wandel met mijn nichtje." Uw wa....t? Mijn klein© nichtje. Het glimlachje wild© nog minder gelukken dan zooeven. Een vreeselijk vermoeden rees bij hem op. Hij had het wurm tot nu toe nog niet eens goed bekeken. Het kon per slot. van reke ning wel eene in het geheel geen meisje, maar een jongen zijn. Een blik naar beneden steldo hem gerust. De kleeding bewees nog voor geen van beide veronderstellingen iets; het kon een Sofia, dat de afbakening van de neu- ti-ale zone tusohen de Bulgaarsche en de Griekscke troepen goed vordert en dat ont moetingen tusschen wederzijasche afdeelin- gen vriendschappelijk verloopen. „Wanneer men Grieken en Bulgaren liet begaan, zoo zeide hij, „dan zoude onmiddellijk een toe stand van oprechten vrede verzekerd zijn en zou een concentratie van troepen der En- tente-mogendheden in de neutrale zone niet geduld worden. „Wanneer Bulgarije aende bestrijding van de troepen der Entente op Griek schen bodem deelneemt, zal dit geschieden onder verplichting dat Saloniki niet door Bulgaren zal worden bezet en dat de Bui gaarsche troepen, zoodra zij bun taak heb ben volbracht, teruggetrokken worden-" De correspondent van de Rundschau" te Weenen verneemt, dat bet schijnt, dat de Entent e-mogendheden, ondanks de in den Balkan geleden nederlagen, het avon tuur te Saloniki nog steeds daarom rriet op geven, omdat zij de hoop koesteren, dat .zij, wanneer de Bulgaarsche troepen, om de ge voeligheid van Griekenland te ontzien, den Griekschen bodem niet betreden, alleen den aanval op Saloniki zullen moeten voortzet ten. Afgezien van bet feit, dat de centrale mogendheden de daarvoor noodige strijd krachten hebben, zou dan bet geheele Bul gaarsche leger vrijkomen voor andere on dernemingen. Of men speciaal in Rusland dat aangenaam zou vinden, mag te meer betwijfeld worden, omdat in het Bulgaar sche leger ten gevolge van zijn voorbeelde- loozen zegetocht een geest van groote opge wektheid en vertrouwen hcerscht. LONDEN. Naar wij vernemen, beeft de Grieksche regeering bij de Entente-mogend- beden formeel geprotesteerd tegen de ver sterking van Saloniki door de troepen der geallieerden. Wat zal Griekenland doen? D© bijzondere correspondent van de „Times" te Athene seint d.d. 14 Dec.: „Het oogenblik is gekomen, waarop de Grieksche regeering ernstige besluiten moet nemen. De geallieerde troepen zijn nu waar schijnlijk reeds op Grieksch terrein terug getrokken, terwijl die der centrale mogend heden op den drempel van Griekenland staan Wat zal nu gebeuren? Zullen de Duitsckers en Oostenrijkers dezelfde voorrechten eiscken als aan de ge allieerden zijn toegestaan en het recht, vra gen om over Grieksch grondgebied te trekken De omstandigheden maken dit waar schijnlijk. Maar zijn de Duitsche en Oosten rijksche troepen alleen numeriek sterk ge noeg? Is het bekend, dat een groot deel der Duitsche troepen naar het noorden (naar het Russische front dus) teruggenomen zijn, omdat daar andere gevaren dreigen? En als de Duitsck-Oostenrijksche troepen niet krachtig genoeg zijn, zullen zij dan de Bulgaren vragen met hen op te trekken of zullen, de Bulgaren onder alle omstandig heden achter willen blijven? Het lijkt alsof dit de spil is waarom deze geheele quaestie draait. Kan Griekenland stil blijven zitten en Bulgaren toelaten op het grondgebied, dat het pas kortelings ten koste van veel bloed beeft veroverd? Dat is zeer twijfelachtig. Het is twijfelachtig of, zelfs als de Grieksche regeering het goedvindt, het Grieksch© volle daarmede genoegen zal ne men. De Grieksche regeering zal zeker geen onnoodige risico's aanvaarden. Voorzichtig heid was hare politiek en neutraliteit haar doel, maar de Grieksche regeering bestaat uit Grieken en iedere Griek is in zijn hart een patriot. Griekenland heeft geworsteld om zijn neutraliteit to bandhaven en daarvoor grooto offers gebracht. Slechts gebeurtenis sen, die alle Grieken den vorst, de re- gearing en het volk gelijkelijk beroeren, zullen Griekenland dwingen zijn neutrali teit op te geven. Staan wij aan den vooravond van zulke gebeurtenissen „Reuter" seint uit Athene, dat de Bul gaarsche gezant aldaar een gerustellende verklaring heeft afgelegd, waarin over de „meer dan vriendschappelijke gevoelens voor Criekenland" gesproken wordt en dat de Grieksche regeering redenen schijnt te hebben om te gelooven, dat de Bulgaren geen Grieksch grondgebied zullen betreden. Volgens hetzelfde telegram heeft Koning Constantijn zijn voornemen te kennen ge geven om a.s. Zondag een bal bij te wonen, dat de Russische gezant te Athene, prins Demidoff, ter gelegenheid van den naamdag van den Tsaar zal geven. ROEMENIË De houding van Roemenië. BERLIJN. Uit Sofia wordt aan de „Vossisohe Zeitung" gemeld: „In di plomatieke kringen alhier zijn berichten ontvangen, dat de jongste zware nederlaag der Engelschen en Franschen in Zuid-Ma- cedonië diepen indruk heeft gemaakt op de politieke kringen in Roemenië. De Russisch- eu Franschgezindeu zijn erg ontmoedigd. jongen, maar liet kon ook een meisje zijn, en Lij was vast besloten voor het vrouwelijk ge slacht te strijden en in dezen strijd t© over winnen of te vallen. Zeg eens lief kindje, hoe heet je vroeg mevrouw zich bukkend. Ik heet Paul! zeid© het kind met een helder stemmetje, en lachte de dame met een uitdrukking van do hoogste verwondering toe. Geloof haar niet, movrouw, viel de consul in, u weet boo kinderen kunnen liegen. Zij heeft hoogmoedswaanzin cn wil zich graag voor een lieer uitgeven. Ik heet Paul. herhaalde de kleine, zijn grooto oogen naar den vreemden man opslaand. Do nicht schijnt toch werkelijk een jongen te zijn, merkte mevrouw Wanda met eon ijzige kalmte op. De consul gaf de nuttelooze po ging om te glimlachen op, en wisclite zich daarvoor liever het zweet van het voorhoofd. Het zou trouwens niet heelemaal onmoge lijk zijn, antwoordde hij bijdraaiend, misschien heb ik mij vergrepen en in do haast een van de klein© bengels gepakt. Dit uitvlucht]f beviel hem zelf niet erg, maar liet was ei nu eenmaal uit. Heeft uw zuster zooveel kinderen? Enorm En allemaal kleine? Allemaal kleine. Je reine kinderbewaar- school. Het is glad onmogelijk ze uit elkaar- te houden. Mijn arme, oude vriendin! Dan moet ze die vele kinderen echter in den laatsten tijd gekregen hebben. Allemaal pas in don allerlaatsten tijd. Het is een waar ongeluk, mevrouw. In Roemenië komt men meer ©n meer tot de overtuiging, dat de zaak vau het Vier voudig verbond definitief verloren is. Voor een nieuwe richting van de Roemeonsche politiek zou zelfs geen ingrijpende wijziging van het kabinet noodig zijn. Bratianu zou daarvoor even geschikt zijn als bijv. Carp. Alleen de ergste Russophilen en chauvi nisten zouden verwijderd moeten worden, in de eerste plaats Costine3cu, do minister van financiën." VEREEMEGDE STATEfc Do Duitsche attachés. WASHINGTON. Volgens een officieel© mededeeling zou Von Papen op 21 Dec. vertrekken met de „Nocrdam" en Bcyed op 28 Dec. met de „Rotterdam". Het huwelijk van president Wilson. Zaterdagavond is het huwelijk van presi dent Woodrow Wilson met mevrouw Nor man Galt ten huize van de bruid voltrok ken. Het uur van de plechtigheid was streng geheim gehouden; slechts familieleden en enkele vrienden waren er bij tegenwoordig. De president en mevrouw Wilson brengen de wittebroodsweken door in het Zuiden, ondanks de quaestie met Oostenrijk, die echter wel niet tot een crisis zal leiden. De „Prinses Juliana". Men seint ons uit Rotterdam d.d. 19 Dec. 5 uur n.m. Het stoomschip „Prinses Juliana", van Amsterdam naar Java, komt den Water weg binnenstoomen met een defect aan een der schroeven. Het schip kon zonder assi stentie naar Rotterdam opstcomen. Volgens van de Stoomvaart-Maatschappij „Nederland1' ontvangen bericht is het s.s. „Prinses Juliana" te Rotterdam in het ge meentedok geplaatst om te repareeren en zal het waarschijnlijk nog hedenavond de reis kunnen voortzetten. Duitsche schepen in don grond geboord. BERLIJN. Op 17 Dec. 's nam. zijn de kleine kruiser „Bremen" en ©en der torpe dobooten, die hem begeleidde, in het ooste lijk gedeelte van de Oostzee door een on derzeeër in den grond geboord. Een groot deel der bemanning is gered. D© „Bremen" ia een van. de vel© kleine kruisers der Duitsche marine; ongeveer 12 zijn er tot dusver vernield. De „Bremen" is van dezelfde klasse aJs de „Leipzig", di© in den slag bij de Falklandseilanden zonk. De waterverplaatsing is 3250 ton. D© snel heid is 23 knoop. De bewapening bestaat uit 10 kanonnen van 10 c.M. De bemanning telt 297 man. Onlangs werd ook de Undine" in de Oostzee door een Engelschen onderzeeër ge torpedeerd. Hydroplane genomen. PARIJS. Een torpedoboot vervolgde tweo hydroplanes, die bij do Outratol-zandlbank (tegenover de Belgische kust) op het wateaj lagen. Een ontsnapte, de andere werd getroffen, sloeg over en werd met de twee inzittende zeeofficieren genomen: Woorsch schip gezonken. LONDEN- Lloyds bericht: „Het Noor- scïie stoomschip „Nico" is gezonken. Elf man van de équipage en de loods zijn aan wal gebracht. (Do „Nico", groot bruto 712 ton en in 1913 gobouwd, behoorde aan de Akties. Nico (N. Wiborg) te Kragerö. Red.) De Duitscho vloot. BERLIJN. (Officieel.) Afdeelingen van onze vloot zochten in de afgeloopen week de Noordzee af naar vijandelijke schepen en kruisten daarna den 17den en den lSden B'ecsmb?r in het Skagarak. Er werden 52 schepen doorzocht: één schip met contrabande werd opgebracht. Gedurende al dien tijd waren nergens Engelsche oorlogsschepen te zien. Een lichter gezonken. NEW-YORK. Vrijdag zonk op de Noffch river plotseling een lichter met 533 paarden welke werden overgela den in een stoomschip. De paarden verdronken. Do politie stelt een onderzoek in. Het is mogelijk, dat de lichter door Duitschers, die er gaten in geboord hebben, tot zinken is gebracht, liet ongeval had plaats bij dezelfde pier waar onlangs in een schip met een lading suiker, door een bom brand is ontstaan. De dapansc-he slag-vloot. In het jaar 1912 beaat Japan ©ane slag- vloot. bestaande uit 5 oude Russische, 4 reeds tijdeus den oorlog tegen Rusland aan wezige en 6 daarna gebouwde slagschepen, alle van verschillende grootte en ongelijk bewapend. Daarnaast beschikt© het over 13 gepantserde kruisers, eveneens van ver schillende grootte en ongelijk bewapend en w.o- 1 oud Russisch, 8 oudere schepen, die reeds in den oorlog feegen Rusland hadden gediend en 4 nieuwe schepen. Hij was innerlijk woedendhem moest een Engelsche nog eens met een kind willen op schepen 1 Waar is miss Florence? vroeg mevrouw Wanda den kleinen, smadelijk belasterden Paul. Daar kwam de Engelscho echter reeds ademloos aan. Zij ontving een blik van me vrouw Weyersperg, een blik, die bockdeelen sprakOf zij een engel was, was voor den con sul reeds twijfelachtig gewoiden, dat zij ech ter zou vliegen, dat voorspelde de blik maar al te duidelijk. Voor den consul kwam nu ecu ter licht in de zaak: het werd hem zelfs ver schrikkelijk helder, toen de klein© dion hij nog steeds naast zich had, zich tegen mevrouw Weyersperg aandrong, en met '11 mondje dat directe* bereidwilligheid tot huilen verried, uitriep: Paul wil met mama mee! Mevrouw Wanda bukte zich en kuste den kleine. Dus ook dat nog! Do consul vond het uiterst zonderling, dat de grond hem niet het pleizier wild© doen zich te openen, om hem t© verslinden. Hij keek mevrouw Weyersperg vra gend, wanhopig aan en stotterde toen met moeite: Pardon.... mevrouw.... het kind.... Ja, meneer do consul, do zaak is merk waardig, Uw nicht is werkelijk mijn zoon. Uw zoon! Ik heb de eer. Hij legde nog vertrouwelijk het touwtje van het puckje en liet handje van het kind in haar handen, verzekerd© nog eens dat het een lief kind en de ontmoeting bijzonder aangenaam geweest was, en het volgende oogenblik was liij door de kromming van den groofeen weg niet meer zichtbaar.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 2