s
In Teheran.
OP ZEE.
Binnenland.
Lederzaken.
rm: SÖÖ9"ATEKrCOITRAKrT xretïi JZiaii^CLgr S IDeoemlDer 1 O 3 3
In de laatste da-
gen wordt, ook Por-
zië bedreigd mee
gesleept, te worden
in dezen oorlog,
schoon tegen zijn
wil. We geven hier
een paar gezichtpn
uit de hoofdstad
van dit Aziatische
rijk, waardoor uit
Europa de weg leidt
naar 13ritsch-Indië.
Beneden zien wij
een panorama van
het oude Teheran,
dat,met zijne platte
daken en eenvor
mige gebouwen, ge-
heel en al een
Oostersche stad is. Boven wordt ons een kijkje gegund op het paleis van den Sjah, dat
een meer Westersch aanzien heeft.
Aan de zuidelijke grens vinden we ten wes
ten van Berane in het dal van de Tara een
Beer belangrijke Montegrijnsche grensstroom,
die het land in zijn geheele lengte van het
«uiden naar het noorden snijdt, do forten van
Kalasjin. Die liggen echter nog vrij ver van
de grens. Het aanzienlijkste vestingsstelsol der
Montenegrijnen ligt ten noorden van het meer
van Skoetari, die altijd het groote verlangen
van Montenegro geweest is. Om de sterk aan
gelegde bruggenhoofd-stelling Podgoriza ligt
een ring van sterke plaatsen en vesting stol
lingen. Ten zuidwesten van de vesting Pod-
g&riza ligt dicht bij het. Skoetarimeer, de
bergvesting Sjabljak. Ten oosten daarvan is
een reeks forten aangelegd aan den noorde
lijken uitlooper van het Skoetarimeer. Zij
groepeer en zich om het. fort van Tusji, ten
zuiden van Podgoriza. Ten noorden van deze
'hoogtevesting bevindt zich het fort Spusj, dat
met de vesting Podgoriza samen een sterk
bevestigde linie vormt. Door deze vestingwer
ken wordt de weg naar Cettinje, die naar het
idwesteiien verder die naar het Skoetari-
jmcer beschermd. Ten noorden van Spusj ligt
vesting Niksjiki.
Er is gemeld, dat de Montenegrijnsche ves
tingen gedeeltelijk mot Fransche en gedeel
telijk met Engelsche kanonnen modern zijn
(uitgerust. In het algemeen kan men echter
-verwachtten, dat do vestingen van Montenegro
niet meer weerstandsvermogen zullen bezitten
das die Van Servië.
SERVIE.
De oorlog in Servië.
SOFIA. (Officieel bericht van 30 Nov.)
Onze troepen zetter, het offensief voorbij
Prisrend voort.
Sedert, den aanvang van den oorlog tegen
Servië op 14 October tot de inneming van
Prim-end op 29 November namen we 50,000
Serviërs gevangenonze buit bedroeg in dat
tijdvak: 265 kanonnen, 136 artiUenemuni-
tiewagens, ongeveer 100,000 geweren, 36,000
granaten, 3 millioen geweerpatronen, 2350
spoorwagens, 63 locomotieven.
Na de inneming van Kitsjwas Kroesewos
bezetten we Brodi aan den weg Kitejewo
Prilep.
Aan het front,der Engelsch-Fransch©
troepen geen verandering.
iWEENEN. Officieel. Woensdagmorgen
▼roog rukten wij Plevlje binnen.|
De inneming der stad was liet resultaat
van hardnekkige gevechten. Een over do
Metalkazadel voortrukkende colonne wierp
Dinsdag den vijand bij Boljanio terug. De
over Priboj oprukkend© groep bestormde
de hoogten, ten noorden van Plevlje, een
'derde groep verdreef de Montenegrijnen bij
Jaboeka. Onze troepen werden door de Mo-
hamedaaneche bevolking met gejubel be-
gj#et. De terugtocht der Montenegrijnen
nam voor een deel het karakter van een
vlucht aan. Ten zuidwesten van .Mitrowitsa
maakte een Oostenrijkscb-Hcngaarsch half-
bataljon 4000 Serviërs gevangen. Twee ka-
nonen en 100 paarden werden buitgemaakt.
De Bulgaren zotten de vervolging voort
in de richting van Djakova.
SALONIKI. Een bericht van kolonel
Vaaritsj meldt dat de Serviërs het nog vol
hielden in het front van Monastir, in den
©chtend van 1 December te half vier.
SALONIKI. Volgens de laatste berich
ten rukken Servische versterkingen op tot
hulp van Monagtir. Die versterkingen nade
ren van het noorden en zouden reeds op
Betrekkelijk korten afstand van Monastir
zijn. Indien ze tijdig aankomen, vertrouwen
de Serviërs in staat te zijn de stad te be
houder..
LONDEN. De Morning Post" meldt
uit- Rome, dat volgens bericht uit Prisrend
ds Bulgaren Servisch. Macadoaië te vuur
en te zwaard verwoesten en geen gevange
nen maken.
De koning van Montenegro zou een be-
ïoek brenger aan prins Alexander van Ser
vië te Skoetari.
De Montersgrijneri in Servië.
ROME. Da Montenegrijnsche troepen
Eeaen op 29 Nov. een aanval in de streek
van den Lotejèn en versloegen de Oosten rij-
kers, die in wanorde op Geradja terugtrok-
F kea.
er nog allemaal. Zorgvuldig worden ze weer
verhuisd naar hun veilige bergplaats.
Nu pas heeft zo oogen voor do tram. de
lichtjes. de menschen, de voorbij glijdende
«winkels. Op de Groenmarkt stappen vre uit.
In de Hoogstraat willen wc zijn, daar hebben
_ve op een Woensdagmiddag voor een winkel
raam toch zooveel moois gezien!
Zo stapt flink, irotschze voelt zich nu.
Het groote oogenol ik is nabij. Plotseling blijft
ze staan, knijpt me in m;j:i arm. ..Moesje,
kijk eens!" Ze wijst naar ten winkel, ook een
„lekkeren", maar r.iet onzen winkel.
Twee arme kinderen stam er voor, een
jongetje eri een meisje en drukken hun neuzen
plat tegen de ruiten.
„Wat is er, kindje?"
„Zouden die cm; gaan koopen
„Nee, dat denk ik niet'
Waarom niet?"
..Ik denk niet, dat die kindertjes geld hek
ken".
„Heelemaal geen centje;?'
,.lk denk het r/.et
Z» kijkt me aan o gord, lief hartje
gtap* dan vastbeiaden naar da kinderen toe.
„Zeg, ze trekt het jon pc', j.- aan de mouw
hebben jullie geen c nuts -
Hol kind. .erwondere!, zegt„Xe©".
..Heelemaal geen een Y'
„Nee, niks.''
,,Ik wel. Hou je hand eens op"
De jongen, begrijpend trekt een vuil handje
•it de geliefkoosde bescherming van de veiligo
broekzak co steekt het haar gretig toe. Ern
stig telt ze, eerst hem en daarna het meisje,
i"ier vijf halve centjes in de hand. En dan.
'.i de beid? kinderen met een kleur van ple
vier has: rusturen: ..Nou moet je wat gaan
-or, hier in die winkel. Dag!-'
yerder. Ze doet, of er iets gebeurd
Monastir.
De correspondent van de „Daily Chroni
cle" Donohoe, beweert in een telegram van
29 Nov. dat de Senders besloten hebben
Monastir niet te verdedigen. Kolonel Vas-
sitsj, de Servische bevelhebber, deelde den
Grioksshen consul mede, dat de Serviërs de
stad zouden overgeven zonder strijd om noo-
deloos bloedvergieten te voorkomen. Een
commissie bestaande nib de Grieksche en
Roemeensche consuls, den Griekschen
patriarch en den Bulgaarschen exarch werd
aangewezen om met de Bulgaren over de
overgave van Monastir te onderhandelen.
Do commissie begaf zich naar het Bulgaar-
sche hoofdkwartier. De ontruiming der
stad door de ambtenaren was reeds begonnen
en ook kolonel Vassitsj vertrok naar Fiorina,
waar hij reeds ds aangekomen.
Aldus vertelt Dononoo, vau wiens mede-
deeliugen tot dusver geen bevestiging ig ge
komen. Als Monastir gevallen was, zouden
de Bulgaren dat toch in hun legerbericht
wel hebben meegedeeld.
Koning Peter van Servië.
BERLIJN. Het Berliner Tageblat"-
vemeemt uit het oorlogsperskwartier,
dat Koning Peter, die nu reeds
twee maanden achtereen rusteloos van
de eene plaats naar de andere heeft moe
ten vluchten en beslist geweigerd heeft zijn
land te verlaten, thans door de inneming
van Prisrend op 29 Nov. door het leger van
generaal Bogadjef, gedwongen is naar het
gebergte in Albanië de wijk te nemen. Hoe
zwaar hem het besluit viel om naar den
vreemde te trekken, bewijst de omstandig
heid, dat hij in den namiddag van 28 Nov.
nog te Prisrend vertoefde, in de hoop, dat
het overblijfsel van liet Servische leger nog
langen tijd weerstand zou bieden.
Da bende-oorlog in Servië.
Aan den „Berliner Lokalanzeigcr" wordt
d.d. 27 November gemeld:
Terwijl de verslagen hoofdmacht van het
Servische lcgor niet in staat is do vervolgers
op t© houden of hen ergens langeren tijd te
weerstaan, begint achter het front een guerilla,
waartegen do commandanten onmiddellijk
krachtige maatregelen getroffen hebben. Veel
soldaten blijven hij den terugtocht van hot
leger in do streek, waar zij wonen, achter,
leggen do uniform af en verbergen deze, waarop
zij, schijnbaar als vreedzame boeren, het na
deren van den vijand afwachten. Zoodra do
gelegenheid gunstig is, voroenigon zij zich ech
ter tot groepen cn overvallen patrouilles en
vervolgen do zwak gedekte treinen. In velo
plaatsen is het zulken maraudeurs zelfs gelukt
den tegenstand van do geheelo bevolking, met
inbegrip van vrouwen en kinderen, te organi-
socren, zoodat de doortrekkende trein- en
kleinere colonnes door beschieting nit do hui
zon verliezen leden. Met het oog op deze fei
ten worden alle mannen in den weerplichtigen
leeftijd, die men machtig kan worden, gevan
gen genomen en achter het front gezonden.
Men heeft hierbij altijd met vorkleede Servi
sche soldaten to doen, daar, zooals men weet,
iedere ©enigermate weerbare man tusschen vijf
tien en vijftig jaar in het leger diende. Deze
strenge maatregel heeft het verbazingwek
kende resultant gcliad, dat alleen in de buurt
van Mitrowitsa alleen 3500 weerplichtigen zijn
opgepakt, In een enkel dorp waren er 500 ver
borgen, die, daar wapens voorhanden waren,
een ernstige bedreiging vormden voor de vei
ligheid van den etappc-nweg, dio daar voorbij
ging. Daar hot getal der in de stad en in
ïiaar omtrek gevangen geregelde soldaten tot
11.000 gestegen is, hebben de Serviërs ui het
gebied van Mitrowitsa alleen 15,000 man vei-
loren.
Het Seri/Ische bergland.
Het bergland, waar uo Duitsche en Ooston-
rjjksche troepen thans strijden en gedeeltelijk
roeds doorgetrokken zijn, behoort tot de wild
ste en minst onderzochte gebergten van Servië.
Een zeer uitgestrekte, meest zuidwestelijk
lcopcnde lijn. vormt de Trogla met zijn drie
toppen en de 1650 meter hooge koppen van
do Cemerno-bergen. Met uitgestrekte weide
velden, die do staat verpacht. Zwarte schapen
vormen daar vaak kudden van 5000 stuks. Een
merkwaardig menschc-nsoort vormen de Akes-
salischo rondzwervende herders, de Wlachos,
die in hot begin van de negentiende eeuw uit
hun oud Grieksch vaderland verdreven zijn.
Hun taal bevat Grieksche en andere vreemde
elementen. Dozo nomaden uit de Olympische
velden maken het geheele bergland tot aan
don geweldigen top van den Kapaonik on
veilig.
Het gekloofde bergland heeft een gemiddeld©
hoogte van 15 tot 1600 meter, dat is ongeveer
do hoogt© van de toppen der Schneekoppe in
hei Reuzengebergte. De Stolowi Planina is
graf iethoudend. Hier getuigen overblijfselen
van Romeinsehe en zelts van praebistorische
mijnen van den eens bloeienden mijnbouw van
dii aan mineralen rijke land. Tegenover de
Stolowi liggen de ruines van liet kasteel
Maglic, dat merkwaardig is, omdat geen tradi
tie of sage er meo is verbonden, wat in Servië
zeer zeldzaam is. Volgens onderzoekingen uit
don laatsten tijd stond hier eens eon op de
grondslagen van een Romeinsch kasteel ge
bouwde burcht van roofridders, die in de
kwade dagen van het ondergaande rijk der
Serviërs in de veertiende en vijftiende eeuw
den weg naar de Ibar, die hier voorbij ging,
naar willekeur afsloten.
De 1560 meter hooge Pogled, die door de
Oostenrijksche troepen bestormd is, vormt een
gedeelto van het Jastrebei-gebergte, aan
welks noordelijke helling de Duitsche troepen
gestreden hebben. Vele bosch-beken hebben
diepe, moeilijk overkoombare kloven in het met
dichte eiken- en beukenbosschen bedekte ter
rein gevormd. De verspreid liggende kleine
Servische dorpen zijn op ecnigszins eigenaar
dige manier in het bezit van hun tegenwoor
dige eigenaars gekomen. Oorspronkelijk lagen
hier Albaneesche plaatsjes, die in den oorlog
tusschen Russen en Turken in 1377/78, waarin
de Turken langen tijd in Servië de overhand
hadden, door hun bewoners ontruimd waren.
Toen deze mensclion, na den vrede van Ber-
lyn, hun oude woonplaatsen weer opzochten,
vonden zij hier Serviërs uit het Raska-dal ge
nesteld.
Onder de vele vestigingen in dit gebied,
waarom nu zoo hevig gevochten is, ligt een
kVein dorp, Brus, met ongeveer 400 inwoners,
dat ontstaan is om een kerk, die vorst Milosj
Obrenowitsj in 1830 gebouwd heeft; tot het
kerkdistrict er van behooren 42 kleine berg
dorpen. Saksische mijnwerkers hebben hier in
de vijftiende eeuw naar erts gegraven. De
mijnen zijn echter, zooals bijna overal, in ver
val geraakt en niet meer opnieuw ontgonnen.
Een van de grootste plaatsen is Trestenik
met bijna 2000 inwoners, dat reeds een stich
tingsoorkonde van tsaar Lazarus onder de
Elaatsen genoemd wordt, die hij het klooster
awanica toewees.
TURKIJE.
Aan de Dardanelien.
ZURICH. De correspondent van de „Cor-
riere de la Sera" te Boecharest bericht, dat
een aantal Bulgaarscho bataillons naar Gal-
lipoli zijn gezonden om de Turken te hel
pen, die ook de aankomst van Duitsche ver
sterkingen verwachten.
GRIEKENLAND.
De toestand fn Griekenland.
SALONIKI. De politieke toestand in ver
hand met de eischen der En tentemogen d-
heden blijft duister en onzaker, -wegens het
uitblijven van authentiek nieuws uit
Athene dat voornamelijk veroorzaakt wordt
door de onderbreking van de telegraaflij -
nen over land sedert vele dagen. Niettemin
beweren de plaatselijke bladen bet resultaat
van de overweging der jongste voorstellen
van de Entente te kennen. De pro-Duitscke
bladen verklaren dat Griekenland de En
tente voorstellen verwierp en beijveren zich
om aan te toonen dat de actie dezer mo
gendheden in den Balkan te laat kwam.
De jegens de Entente gunstig gezinde bla
den echter hebben goed vertrouwen op een
bevredigenden uitslag van de tegenwoor
dige onderhandelingen.
BERLIJN. Het „Berliner Tago-
Liat" verneemt van de Siidslaw. Kar-
res pond ent" te Weenen, dat in haar
tweede nota de Entente de volgende eischen
aan Griekenland beeft gesteld j 1. Terug
trekking van alle Grieksche troepen uit 8a-
loniki en omgeving2. algemeene beschik
king over de spoorwegen en straten dn bet
geheele gebied, dat begrensd wordt door de
linie die van Saloniki naar Monastir loopt
3. bet recht om Saloniki en bet schiereiland
Chaldidiko te versterken4. overdracht der
zeepolitie in eenige Grieksche havens, waar
onder die in den Piraeus. De nota verlangt,
dat Griekenland niet toezeggingen doet,
doch door handelingen, bijvoorbeeld door
een onmiddellijke ontruiming van Saloniki,
zijn toegevendheid bewijst.
EGYPTE.
Het kanaal van Suez.
Uit Athene wordt aan de „Berl. Zeit. am
Mitt." geseind, dat de Engelschen met
koorteachtigcn ijver werken aan de verster
king van het Suez-kanaal. Engelsche en
Fransche ingenieurs passen in de woestijn
van Sinai de methode toe, die ook in Vlaan
deren gevolgd werd, n.l. om enkele deelen
onder water te zetten. Voorts worden
kunstmatige heuvels opgeworpen met ver
dedigingswerken om een bestorming af te
is. Aliccn, even later: „Zo vonden het pret
tig, hè Moesje
„Ja, lieveling, ze vonden hot heel prettig,
en ik ook."
En nu zijn vro bij onzen winkel. Even kijken
we nog voor het raam, maar dan gaan we gauw
naar binnen,. O, wat treffen we dat" heerlijk
Er is niemand. Een oogenblikje nog is ze wat
verlegen, houdt stijf mijn hand vast.
„Juffrouw, mag mijn kleine Corrie uw St.
Nicola aslafel wel een; bekijken? Zo wou zoo
graag wat koopen voor het geld uit haar spaar
pot", zoo maak ik do situatie maar dadelijk
aan do winkeljuffrouw bekend.
Zelf ben ik in gespannen verwachting, hoe
mijn kleine schat zich gedragen zal in haar
geheel nieuwe waardigheid van koopstor. en
ook, hoe de juffrouw zich houden zal jegens
des» zeer zeker goduld-vergende kleine .klant.
..O, ja zeker, mevrouw. Kom maar eens
me* me mee, kleintje; hier achter is zooveel
moois te kijk!"
Gelukkig, dat gaat goed. Dc juffrouw blijkt
een kinderlijk gemoed te bezitten. Ze brengt
ons in een kamertje achter den winkel, waar
op Jange witte tafels een nan lok kei ij Ito ver
scheidenheid van chcolade- en .suiker-artikelen
ons ligt too te lachen.
„Nou moet je maar eens goed kijken, Puk",
zeg ik. ..Maar denk er om, dat je kleine din
getjes uitzoekt, anders heb je geen geld ge
noog."
Langzaam, met. onderzoekond© blikken, loopt
z© de tafels langs, hoen en weer terug. Ach,
lieve tijd, ja, dc keuzo is ook moeilijk. „Ze
gaat niet over één nacht ijs", fluistert de.
juffrouw me toe. Nee, warempel, dat doot ze
niet. Ook een tweede ronde langs de tafels
brengt geen beslissing.
„Juffrouw," vraagt ze dan, „-hebt u njet
een harmonica?"-
De Engelsche vloot in da Middoilandsche Zee.
BERLIJN. Uit Boedapest wordt
aan het „Berliner Tageblatt" ge
De juffrouw is verbluft. Zds n groote keuze
en dan juist iets te willen hebben, dat er
niet is!
„Een harmonica, kindje?"
„Ja, maar niet een echte, eentje van cho
cola. Vader wou zoo dolgraag een harmonica
hebben, ziet u", motiveert zo haar vraag. Ze
fedraagt zich hoogst beleefd en fatsoenlijk:
o juffrouw, als zijnde een vreemde dame,
wordt voortdurend met. „u" toegesproken. Nn
begrijpend, helpt deze haar zoeken, maar
neen, een harmonica is er toch heuscb niet.
..Kijk eens hier, Puk", help ik een handje.
„Hier ligt een mooi viooltje; zou Vader dat
ook niet prachtig vinden?" Ik had meteen
gauw gezien, dat de prijs vaji dit muziekin
strument buitengewoon geschikt was voor
mijn dochters financicele draagkrachtl
Ze is dadelijk gewonnen. „O ja, een viool!"
juicht zo. ..Die maakt toch ook muziek, hé
Moesje? Vader houdt zoo dol veel van mu
ziek. Hij is ook zoo vroolijk." Dit ter ver
klaring tegen de winkeljuffrouw.
informeoren naar den prijs. „Acht cen
ten". zegt do juffrouw.
„Zestien centjes", zeg ik haastig, bang dat
haar begrip alleen de „acht" in zich zal op-
nomen.
..O, zestien?"
Onmiddellijk knipt ze het tasclije open.
„Je hoeft nog niet to betalen, Puk: je
moet toch nog meer koopen? Dan betaal je
alles tegelijk."
„Nee, dat doo ik niet."
Mijn dochter is een beslist zelfstandige per
soonlijkheid. Ze schijnt o voorbeeld voor
vele groote menschen! niet te houden van
onbetaalde eigendommen. Nu is het een plech
tig oogenblik. Met linar kleine vingertjes peu-
terf ze in het taschje en telt dan langzaam,
he©l aandachtig, van één tot zestien halve
centjes ia de hand der ernstig .toekijkende
seind, dat de Engelsche vloot, be
staande Tiit twaalf eenheden, die tob dus
ver ter bescherming van de haven van
Saloniki kruiste, met volle kracht in Z.O.
richting, vermoedelijk naar Egypte, ver
trokken is. liet blac'. ,,A Villag" maakt,
uit de uit Sofia ontvangen berichten do
gevolgtrekking, dat de Engelsche leger
aanvoering voornemens is, de te Saloniki
gelande troepen weder in te schepen en
naar Egypte te zenden.
Cezonken schepen.
LONDEN. Lloyds meldt, dat de Griek
sche stoomboot .Zarifis" gezonken is. Een
deel der bemanning is gered door de Fran-
scho stoomboot „Mira". De overigen wer
den door een andere stoomboot op Malta
aan wal gebracht.
LONDEN. Het s.s. „Colonso" is gezon
kende bemanning werd gered.
Het s.s. „Orange-Prince" is gezonken.
(Het s.s. „Coleuso", groot 3861 br. ton,
gebouwd in 1900, behoorde aan de reeder ij
Wilson, Sons <fe Co. te Huil, en het s.s.
„Orange-Prince", groot 3583 br. tons, go-
bouwd in 1894, aan de Prince Lino Ltd, te
Newcastle. Red.)
Do „Emma".
MALMö. Volgen3 de ..Berlingske Ti-
donce" is van het te Helsingborg thuis
behoorende, met cement geladen 6chip
„Emma", sedert het van Aalborg naar
Amerika vertrok niets meer vernomen.
Omtrent het lot der bemanning is ook
niet6 bekend.
Activiteit der Duitsche marine.
Volgens een „Exchange"-telegram uit
Kopenhagen valt er een groote activiteit
van Duitsche oorlogsschepen in de Skandi-
navischo internationale wateren waar te ne
men. Eergisternacht werden in do Kleine
Belt vier Duitsche kruisers met gedoofde
lichten, die in de richting van het eiland
Alsen voeren, gezien. Voorts inspecteerde
een Duitsche torpedoboot verschillende
schepen in de buurt van Grenaa in het
Kattegat.,
Do lotgevallen van de „Merganser".
Omtrent hot op 20 Nov. 1.1. in de Middcl-
landscha Zee getorpedeerde Engelsche s.s.
„Merganser" meldt een lid van de bemanning
aan de „N. Rett. Ct." het volgende:
8 November vertrok het schip van Glasgow
met een nieerendeels Engelsche bemanning (er
waren 3 Nederlanders aan boord) naar Alexan-
drië. Zaterdag 20 Nov., 's midd. om 3 uur, op
een 45 mijlen van Malta, werd het door een
Oostenrijksch oorlogsschip aangehouden, dat
de bemanning gelastte binnen het half uur hot
schip te verlaten. De kapitein van de „Mer
ganser" had nog getracht het oorlogsschip te
ontwijken, maar was danrin niet geslaagd. De
bemanning was in de twee reddingbooten over
gegaan, op den len en 3en machinist na, die
orders hadden bekomen de vuren te dooven, cn
eon zieken stoker, welko drie menschen nu in
de verwarring vergeten \yaren. Men redde ook
hen nog, waarna de „Merganser", door twaalf
schoten getroffen, langzanm zonk. Een Grieksch
schip, dat in de nabijheid was, stoomde verder
toen do beide roeibooten het naderden. Nadat
met vuurpijlen om hulp geseind was, werd de
bemanning door do „Voltigour", een Fran-
schen torpedojager, aan boord genomen, dio
haar den volgenden Dinsdag te Toulon aan wal
zette. Vandaar ging men over Marseille naar
Pnrijs, Havre, Southampton en Londen, in
welke laatste plaats do Nederlandsche consul
zorgde voor de terugreis naar Rotterdam, waar
onze berichtgever Dinsdagavond in den besten
welstand aankwam. Hij was vol lof over do
behandeling in Frankrijk cn Engeland, waar
men in eerste klas hotels logeerde cn alle moge
lijk© tegemoetkoming ontving.
Hofbericht.
Woensdag herdacht do hofdame van de
Koningin, A. J. Juckema van Bur-
mania 'barones Rengers, den
dag waarop zij vóór 25 jaren tot hofdame
werd benoemd.
In- en uitvoer van Nederland,
In het Britsche Lagerhuis is gister onze
Overzee Trust (de N. O. T.) besproken.
Het was de heer Dalziel, die in twijfel trok,
of ons land niet veel meer invoerde van
sommige goederen, dan het zelf noodig had
en hij meende, dat daar dan een verande
ring in moest worden gebracht door Enge
land.
De Engelsche minister van handel, Lord
Cecil, sprak den afgevaardigde tegen en
nam het voor de N.O.T. op. Hij zeide o.a.
De heer Dalziei heeft te kennen
gegeven, dat er iets niet in orde
was met de Nederlandsche Overzeetrust.
Ik kan slechte zeggen, dat wij daarvan geen
aanwijzing hebben. Wij hebben geen reden
te veronderstellen, dat de leden van de
Trust, die leidende handelslieden van Ne
derland zijn, ieta anders zijn dan volkomen
oprecht en loyaal aan hun overeenkomst.
Spr. verklaarde dat hij do quaestie van
een onderzoek zou overwegen, maar daarmee
wi'lde hij niet zeggen, dat hij eenige uit
drukking wilde geven zelfs aan de geringste
onvoldaanheid over onze agenten in Neder
winkeljuffrouw. Zi© zoo, dat is in orde. De
ingepakte viool wordt zoolang aan moeders
zorgen toevertrouwd.
,,Moesje, nou mag je niet kijken. Nou ga
ik wat voor jou koopen."
„O ja? Hcerlykl Dan zal ik zoolang op die
stoel gaan zitten met myn oogen dicht."
Dat is goed; dat vertrouwt ze volkomen.
Ik hoor een druk gefluister, eea gesmoes-
pel, een onderdrukt gegichel, een „ja ja!"
en dan: „hoeveel kost het?"
„Tien, o nee, twintig", zegt do juffrouw
zachtjes.
Hemeltje-lief, ik krijg een duur cadeau. Er
zal niet veel voor haar-zelf overblijven !-
„O Moes, het ia zoo vreeselijk leuk wat jo
krijgt. Het is om op te gaan zitten!"
Ze proest het uit van pleizier. Ik houd me
dom, hoewel de tintelende oogjes en do meer
dan uitbundige vroolijkhoid, benevens de
eenigszins twijfelachtige gelaatsuitdrukking der
in 't gelieim-ingewijde winkeljuffrouw me wel
doen gissen, welk interessant artikel mijn doch
ter als St. Nicolaasgeschenk voor haar Moeder
heeft uitgekozen!
„En nou nog wat voor jezelf, Puk".
„Ja".
Ze gaat weer zoeken. En ineens: 0 Moesje,
dat had ik nog heelemaal niet gezien. Dit wil
ik hebben".
En wat is het, dat zoo plotting en stellig
haar keuzo beslist? Een popporig-klein cho
colade-wiegje. waarin van ouder dc roze sui
keren dekentjes niet één maar 'twee bolle
kinderhoofdjes op het witte kussentje rusten.
„O Moes, vin je 'niet vróésclijk lief, een
tweeling in ccn wiegje!"
Zo staan er in verrukking naar to staren.
O, ze weet goed, wat een tweeling is! Bij
haar eigen tante Loes. de milde geefster van
het zilveren centje, hoeft ongeveer een half jaar
geleden do ooievaar twee kindertjes tegelijk
gebracht, eu ik herinner mejnu,
land, die hun werk bewonderenswaardig
hadden verricht onder moeilijke omstandig
heden.
Ten slotte wees lord Cecil met nadruk op
de waarde van hun overeenkomsten met
centrale distribuecrende lichamen in de
neutrale landen.
Een Eritsch consul-generaal over ons land.
„Reuter" seint uit Londen d.d. 2 Dec. -
lil zijn hedenavond versohenen rapport
zegt de Engelsche consul-generaal Maxse,
to RotterdamIk ben van meening, dat
na den oorlog, voor zoover het Nederland
betreft, ecu groot t ijdperk van welvaart z.al
aanvangen, niet alleen voor Nederland eu
zijn handel, maar ook voor den handel met
Engeland. Het lijkt zeker, dat nog jaren
na het eindigen der vijandelijkheden, Rot
terdam do groote toegangshaven .voor bet
vasteland zal zijn.
Oin redenen, waarover thans niet behoeft
to worden uitgeweid, zal het nog vele jaren
duren vóór Hamburg en Antwerpen hun
ne vroegere welvaart herwonfien hebben.
Als do Engelsche reedera zich nu reeds
zouden voorbereiden en zich gereed houden
om partij to trekken van den grooten toe
vloed van verkeer, die ongetwijfeld na bet
sluiten van een bevredigenden vrede zal
piaats hebben, dan zie ik niet in waarom
zij niet mede zouden profiteeren van den
'voorspoed van Nederland."
Het verslag zegt dan verder, dat de oor
log in 1914 op do Nederlandsche scheepvaart
een zeer gunstigen invloed beeft gehad. De
stillegging van de Duitsche handelsmarine
en de sluiting van de Duitsche havens heeft
groote voordoelen voor de Nederlandsche
scheepvaart gehad.
Dc consul-generaal zegt voorts, dat hem
gevallen bekend zijn, waarin de totale waar
de van oen schip op ééne reis aan vracht
werd ontvangen.
Ex. kommies dir. belastingen enx.
De Minister van Financiën heeft den ter
mijn van inzending der verzoekschriften om
toelating tot het examen voor kommies der
directe belastingen, invoerrechten en accijnzen
(zie „St.-Ct." 231) verlengd tot 15 Jauaari
1916 en, in verband met de nader gebleken
vermoedelijke behoefte aan kommiezen bij
bovengenoemde administratie, liet aantal open
te stellen plaatsen bepaald op 180.
(„St.-€t.")
Loopgraven-park Zorgvliet.
De commandant van het regiment grenadiers
heeft aan do Nationale Vereeniging tot steun
aan Miliciens een bedrag van f 2500 toegezon
den, de opbrengst der toegangsgelden tot
de loopgraven, door de pionniers van de
afdeeling van het le bataljon grenadiers in het
park Zorgvliet aangelegd.
Gedeeltelijke demobilisatie en verloven.
In de zitting der Tweede Kamer deelde de
voorzitter Donderdag medo, dat hij hem is in
gekomen een stuk, waarin verlangd wordt, dat
wordt overgegaan tot comité-generaal, ten
einde de quaestie der gedeeltelijke demobilisa
tie en do verruiming der verloven te bespre
ken, welk stuk geteekend is door den heer
De Meester en volgenden. Waar meer dan 1/10
der leden comité-generaal verlangt, moet de
Voorzitter, volgens art. 119 van het regle
ment van orde, overgaan tot sluiting der deu-
ron. Het comité-generaal zou aanvangen Vrij
dagochtend j.l. te 11 uur.
Uit de Staatscourant.
Bij K. B. is: ing. 16 Dec, aan den res.-
lo-luit. G. Abma, v/h. 10de bat. landw.-inf.,
op aanvrage, na een diensttijd van moer dan 5
jaren bij het ree.-pers. dor landmacht voor con
off. dio reeds in het genot is van pensioen en
hem met instandhouding van het voortd. pen
sioen ad 354 's jaars, hem vroeger toegekend,
een nader voortd. pensioen verleend van 88
's jaars.
Bij K. B. is aan mr, J. L, A. N epve u,
op verzoek, ing. 1 Jan. 1916, eervol ontslag
verleend als griffier bij het Hoog Mil. Ge
rechtshof, onder dankbet. voor in rechterl.
bctr. bewezen diensten.
Vergiffigings verschijnselen
te Alkmaar.
Nu uit het nader scheikundig onderzoek
door het Centraal Laboratorium te Utrecht
naar eventueele schadelijke bestanddeelen in
de verschillende eetwaren, door de Alk-
maarsche depotsoldaten gebruikt op 18 en
21 Nov., blijkt dat niets is gevonden, met
name geen vluchtige vergiftige stoffen,
zware metaalverbindingen, arsenicum of
alkaloïden, heeft onze correspondent den
depótarts dr. Pameyer de vraag gesteld, of
men dus thans voor een raadsel staat om
trent de oorzaak der zich voorgedaan heb
bende vergiftigingsverschijnselen.
Ja, antwoordde hij. Men heeft niets
kunnen viuden en ten opzichte der zich
voorgedaan hebbende verschijnselen tast
men geheel in het duister.
Kan het ook aau het water gelegen heb
ben
Dit is uitgesloten, noch in eten nooh in
drinken is iets verkeerds geweest.
Op de vraag naar de samenstelling van
het gebruikte vet moest dr. Pameijer het
daar 6teeds vol oandacht bij het dubbele wiegje
6taat.
„Waarom vin je een tweeling toch zoo
mooi, Puk?" vraag ik.
„O, ik vind het zoo vrééselijk gezellig voor
die kindertjes."
Ze kan arme stakkerd als cenigst kind
goed over de ongezelligheid van het geen
tweeling-zijn oordeelen
Do wieg moet het dus worden, daar is geen
twijfel aan.
„Is zo erg duur, juffrouw?" vraag ik ang
stig. De prijs is hoog: veertig Lalvo eentjes.
Zou zo nog genoeg hebben Hot tasehje wordt
omgekeerd. Ze telt we kijken ademloos toe
cn lcornt niet verder dan tot zes en twintig.
Wat nu? Radeloos kijkt ze me aan. De wieg
opgeven on iets anders uitzoeken, daar is
eenvoudig geen denken aan. Ik ben in twijfel:
zou ik bijpassen? Dit lijkt me eigenlijk uit een
pacdngogisch oogpunt niet gewcnscht. Plotse
ling krijg ik een ingeving.
„Luister eens goed. Puk. Ik weet er wat op."
„Wat dan?" Hoopvol kijken dc blauwe oogen
mij aan.
..Je komt veertien halve eenten te kort. Die
zal ik nu aan de juffrouw betalen. En als jij
dan later weer veertfen centjes in je spaarpot
hebt, geef je ze mij terug."
Ze kniktze heeft liet volkomen begrepen en
is onmiddellijk bereid dien wissel op de toe
komst to trekken. Mot een zucht van verlich
ting legt ze haar handjevol centjes op do toon
bank neer en ik voeg er mijn aandeel bij we
zijn klaar. Na een hartelijk afscheid vertrekken
we. We hebben genoten alle drie!
„Zie zoo, Puk, nou gaan we poffertjes eten."
„Ja."
Wat, zou er tocli zijn? Zo is plotseling stil
geworden. Dat ben ik van mijn babbelkousje
niet gewend. Zou ze moe zijn?
„Moesje?"
1 „Ja kigJie. .E_aÜ3 taj."
hnkele lepels daags
sterken zenuwen en lichaan
20.000 Artsen
erkennen dit schriftelijk.
antwoord sohuldig blijven, wijl de militaire
autoriteit hierover neg moert worden ge
raadpleegd.
Vrijstelling van port.
Bij K. B. van 19 November is bepaald.dat
tot nader© beschikking vrijstelling van poft;is
verleend voor de verzending van de stukken,
betreffende aanvragen om bijzonder verlof Voor
militairen door hunne onmiddellijk© chefs aan
den Directeur-Generaal van den Arbeid:
den Secretaris van don Federatieven Zuivel»
bond te 's-Gravenliage
den Secretaris vau den Nederlandschen
Tuinbonwraad t© 's-Gravenhage
den Voorzitter van de Vereeniging tot be
vordering van de Bijenteelt to 's-Gravenhago
de Bemiddelingsbureau! voor don Landbouw
in do provinciën Noord-Holland, Zuid-Holland
en Zeeland
den Secretaris van den Limburgschen Land-»
bouwbond te Roermond
den Gemachtigde van den Noordbrabant-
scben Christelijken Boerenbond en van do
Noordbrabantsche Maatschappij van Landbouw
to Hecswijk
den Gemachtigde van het Utrechtsch© Land-
bouwgenootschap en van den Stichtschen Boe
renbond te Utrecht;
den Gemachtigde van den Provincialen Gol-
derschen Boerenbond en van de Geldorsch-
Overijselsche Maatschappij van Landbouw te
Dreumel
den Gemaolitigde van den Provincialen
Overijeeischen Boerenbond en van de Over-
ijselsche Landbouw-Maatechappij to Meppel
het Genootschap ter bevordering van den
Landbouw in Drenthe te Ruinerwold;
de Friesche Maatschappij van Landbouw, te
Leeuwarden
het Bemiddelingsbureau voor den Landbouw
in de provincie Groningen t© Groningen.
Bestendiging van don staat van boleg.
Blijkens het Voorloopig Verslag horhaal
den bij het afdeslingsonderzoek der Tweede
Kamer verscheiden© leden d© reeds vroe
ger gemaakte opmerking, dat de etaat van
beleg, die voor verschillende deelen van het
land nu reeds- vele maanden is afgekondigd,
toesfcandon in het leven heeft geroepen, tLio niet
geacht kunnen worden in overeenstemming te
zijn met de 'bedoeling van den wetgever van
1S99. Trouwens, voor vele streken is de staat
van ibeleg afgekondigd op gronden, aan eigen
lijk militair belang geheel vreemd. Daarom
werd door verschillendo leden de vraag gesteld,
of de regeering hot oogenblik niet gekomen
acht, om in bedoelde landsgedeelten andere be
voegdheidsverhoudingen in het leven te roe
pen, de burgerlijke autoriteiten in baf© be
voegdheden to herstellen. Is dit op andere wijze
niet mogelijk, dan behoort dit door middel van
een wetswijziging t© geschieden. Over de wijze
waarop de militaire autoriteiten liaro bevoogd-
boden uitoefenen rezen voorts vorsohillonde
klachten. Men stelde do vraag, of d© rogeèring
kan toezeggen, dat do militaire autoriteiten
geen ander gebruik zullen malton van do
macht, dio de staat van beleg haar geeft dan
ter bereiking van bet oogmerk, waarvoor de
6taat van beleg is afgekondigd', strikt noodig is.
Andere leden kwamen tegen doze opmerkin
gen in zooverre op, als zij wezen op de pioei-
lijkheid om, is eenmaal de staat van beleg afge
kondigd, de militaire autoriteiten in bare wet
telijke bevoegdheden te beperken.
Geklaagd werd over de vel© uitzettingen uit
de in staat van beleg verklaarde gebiedsdeelen
de wijze waarop de cen#ur wordt geoefend
levert in vel© gevallen grond tot ontstemming.
Aanvankelijk, zoo had men. vernomen, berust to
do oefening van de brievencensmir by be
roepsofficieren, maar later zouden daarvoor
ook reserveofficieren en mindere militairen
zijn gebruikt. Gaarne vernam men, wat hier
van waar is.
Arbitrair optreden van de militaire autori
teiten schijnt, aan de grenzen nog dikwijls voor
te komen.
Eenige leden stelden de vraag, op welko
wettelijke bevoegdheid do maatregel zich
grondt, waarbij aan werklieden en ingenieurs
in de metaalnijverheid, ook al hebben deze niet
meer aan eenige militaire verplichting to vol
doen, do vrijheid om het land t© verlaten is
ontnomen. Een beroep op do wet van 1899
achtten deze leden niet afdoende.
Andcro leden verklaarden intusschen bedoel,
den maatregel goed te keuren.
Kolonel Collette.
De bij het wapen der artillerie tot kolonel
bevorderde luit.-kolonel O. J. M. Collette,
blijft in z n nieuwen rang belast met het be
vel over het korps pontonniers.
Directeur der Hoogere Krijgsschool.
De tot kolonel bevorderde luitenant-kolonel
M. C. van der Hoog, van den goneralen staf,
directeur der Hoogere Krijgsschool, blijft voor
loopig directeur der school.
„Ik wou eigenlijk zoo graag een anderen
avond gaan poffertjes eten. Ik verlang zoo
vrééselijk naar Vader."
„Naar Vader?"
,,Ja, om te laten zien, wat ik voor jou ge
kocht heb".
O heerlijke onschuld! Het geheim weegt haar
nu al zwaar 1
„Ik vindt het best hoor. Dan gaan we een
anderen keer; dan gaat Vader misschien ook
wel mee".
„Hè ja".
W© gaan dus zoo gauw mogelijk naar huis.
Zóó als ze binnenkomt, draaft zo naar d© stu
deerkamer. Ik wacht nog even bescheidenlijk,
voor ik haar volg en zie dan. met een prettig
gevoel van ontroering, hoe Vader zijn boeken
in den steek heeft gelaten, zijn Puk op de
knie heeft gezet en met heerlijk© belangstel-
lina luistert naar het opgetogen geratel over
dio~ vrééselijk aardige winkeljuffrouw. Even
fluistert ze hem wat in het oor; zo kijken naar
mij en lachen onbedaarlijk. Dan wordt de wie<g
getoond, bekeken, bewonderd, besproken
Het is haast jammer, maar aan alle dingen
komt een eind.
„Nou moet je naar bed, Corrie. Anders
heb je morgen te veel slaap om naar school to
gaan".
Ze is dadelijk bereid, overvoldaan als ze zich
voelt, de kleine schat.
Als ze eindelijk moe van al do ongewone
emotie, in haar bedje ligt cn do suikeren twee
ling op een stoel yaast har veilig ligt te slui
meren, wil ik de kamer verlaten.
.Moesje", hoor ik eon slaperig Btemmetjo
me. terugroepen.
„Ja, kindje?"
„Als ik groot ben, wil ik ook echt© twoo-
ling-kindertjee hebben, m'ag datP"
Mijn antwoord, dat dat misschien dan jvel
zal mogen,hoprt ze al niet- .giefiCr