s In Teheran. OP ZEE. Binnenland. Lederzaken. rm: SÖÖ9"ATEKrCOITRAKrT xretïi JZiaii^CLgr S IDeoemlDer 1 O 3 3 In de laatste da- gen wordt, ook Por- zië bedreigd mee gesleept, te worden in dezen oorlog, schoon tegen zijn wil. We geven hier een paar gezichtpn uit de hoofdstad van dit Aziatische rijk, waardoor uit Europa de weg leidt naar 13ritsch-Indië. Beneden zien wij een panorama van het oude Teheran, dat,met zijne platte daken en eenvor mige gebouwen, ge- heel en al een Oostersche stad is. Boven wordt ons een kijkje gegund op het paleis van den Sjah, dat een meer Westersch aanzien heeft. Aan de zuidelijke grens vinden we ten wes ten van Berane in het dal van de Tara een Beer belangrijke Montegrijnsche grensstroom, die het land in zijn geheele lengte van het «uiden naar het noorden snijdt, do forten van Kalasjin. Die liggen echter nog vrij ver van de grens. Het aanzienlijkste vestingsstelsol der Montenegrijnen ligt ten noorden van het meer van Skoetari, die altijd het groote verlangen van Montenegro geweest is. Om de sterk aan gelegde bruggenhoofd-stelling Podgoriza ligt een ring van sterke plaatsen en vesting stol lingen. Ten zuidwesten van de vesting Pod- g&riza ligt dicht bij het. Skoetarimeer, de bergvesting Sjabljak. Ten oosten daarvan is een reeks forten aangelegd aan den noorde lijken uitlooper van het Skoetarimeer. Zij groepeer en zich om het. fort van Tusji, ten zuiden van Podgoriza. Ten noorden van deze 'hoogtevesting bevindt zich het fort Spusj, dat met de vesting Podgoriza samen een sterk bevestigde linie vormt. Door deze vestingwer ken wordt de weg naar Cettinje, die naar het idwesteiien verder die naar het Skoetari- jmcer beschermd. Ten noorden van Spusj ligt vesting Niksjiki. Er is gemeld, dat de Montenegrijnsche ves tingen gedeeltelijk mot Fransche en gedeel telijk met Engelsche kanonnen modern zijn (uitgerust. In het algemeen kan men echter -verwachtten, dat do vestingen van Montenegro niet meer weerstandsvermogen zullen bezitten das die Van Servië. SERVIE. De oorlog in Servië. SOFIA. (Officieel bericht van 30 Nov.) Onze troepen zetter, het offensief voorbij Prisrend voort. Sedert, den aanvang van den oorlog tegen Servië op 14 October tot de inneming van Prim-end op 29 November namen we 50,000 Serviërs gevangenonze buit bedroeg in dat tijdvak: 265 kanonnen, 136 artiUenemuni- tiewagens, ongeveer 100,000 geweren, 36,000 granaten, 3 millioen geweerpatronen, 2350 spoorwagens, 63 locomotieven. Na de inneming van Kitsjwas Kroesewos bezetten we Brodi aan den weg Kitejewo Prilep. Aan het front,der Engelsch-Fransch© troepen geen verandering. iWEENEN. Officieel. Woensdagmorgen ▼roog rukten wij Plevlje binnen.| De inneming der stad was liet resultaat van hardnekkige gevechten. Een over do Metalkazadel voortrukkende colonne wierp Dinsdag den vijand bij Boljanio terug. De over Priboj oprukkend© groep bestormde de hoogten, ten noorden van Plevlje, een 'derde groep verdreef de Montenegrijnen bij Jaboeka. Onze troepen werden door de Mo- hamedaaneche bevolking met gejubel be- gj#et. De terugtocht der Montenegrijnen nam voor een deel het karakter van een vlucht aan. Ten zuidwesten van .Mitrowitsa maakte een Oostenrijkscb-Hcngaarsch half- bataljon 4000 Serviërs gevangen. Twee ka- nonen en 100 paarden werden buitgemaakt. De Bulgaren zotten de vervolging voort in de richting van Djakova. SALONIKI. Een bericht van kolonel Vaaritsj meldt dat de Serviërs het nog vol hielden in het front van Monastir, in den ©chtend van 1 December te half vier. SALONIKI. Volgens de laatste berich ten rukken Servische versterkingen op tot hulp van Monagtir. Die versterkingen nade ren van het noorden en zouden reeds op Betrekkelijk korten afstand van Monastir zijn. Indien ze tijdig aankomen, vertrouwen de Serviërs in staat te zijn de stad te be houder.. LONDEN. De Morning Post" meldt uit- Rome, dat volgens bericht uit Prisrend ds Bulgaren Servisch. Macadoaië te vuur en te zwaard verwoesten en geen gevange nen maken. De koning van Montenegro zou een be- ïoek brenger aan prins Alexander van Ser vië te Skoetari. De Montersgrijneri in Servië. ROME. Da Montenegrijnsche troepen Eeaen op 29 Nov. een aanval in de streek van den Lotejèn en versloegen de Oosten rij- kers, die in wanorde op Geradja terugtrok- F kea. er nog allemaal. Zorgvuldig worden ze weer verhuisd naar hun veilige bergplaats. Nu pas heeft zo oogen voor do tram. de lichtjes. de menschen, de voorbij glijdende «winkels. Op de Groenmarkt stappen vre uit. In de Hoogstraat willen wc zijn, daar hebben _ve op een Woensdagmiddag voor een winkel raam toch zooveel moois gezien! Zo stapt flink, irotschze voelt zich nu. Het groote oogenol ik is nabij. Plotseling blijft ze staan, knijpt me in m;j:i arm. ..Moesje, kijk eens!" Ze wijst naar ten winkel, ook een „lekkeren", maar r.iet onzen winkel. Twee arme kinderen stam er voor, een jongetje eri een meisje en drukken hun neuzen plat tegen de ruiten. „Wat is er, kindje?" „Zouden die cm; gaan koopen „Nee, dat denk ik niet' Waarom niet?" ..Ik denk niet, dat die kindertjes geld hek ken". „Heelemaal geen centje;?' ,.lk denk het r/.et Z» kijkt me aan o gord, lief hartje gtap* dan vastbeiaden naar da kinderen toe. „Zeg, ze trekt het jon pc', j.- aan de mouw hebben jullie geen c nuts - Hol kind. .erwondere!, zegt„Xe©". ..Heelemaal geen een Y' „Nee, niks.'' ,,Ik wel. Hou je hand eens op" De jongen, begrijpend trekt een vuil handje •it de geliefkoosde bescherming van de veiligo broekzak co steekt het haar gretig toe. Ern stig telt ze, eerst hem en daarna het meisje, i"ier vijf halve centjes in de hand. En dan. '.i de beid? kinderen met een kleur van ple vier has: rusturen: ..Nou moet je wat gaan -or, hier in die winkel. Dag!-' yerder. Ze doet, of er iets gebeurd Monastir. De correspondent van de „Daily Chroni cle" Donohoe, beweert in een telegram van 29 Nov. dat de Senders besloten hebben Monastir niet te verdedigen. Kolonel Vas- sitsj, de Servische bevelhebber, deelde den Grioksshen consul mede, dat de Serviërs de stad zouden overgeven zonder strijd om noo- deloos bloedvergieten te voorkomen. Een commissie bestaande nib de Grieksche en Roemeensche consuls, den Griekschen patriarch en den Bulgaarschen exarch werd aangewezen om met de Bulgaren over de overgave van Monastir te onderhandelen. Do commissie begaf zich naar het Bulgaar- sche hoofdkwartier. De ontruiming der stad door de ambtenaren was reeds begonnen en ook kolonel Vassitsj vertrok naar Fiorina, waar hij reeds ds aangekomen. Aldus vertelt Dononoo, vau wiens mede- deeliugen tot dusver geen bevestiging ig ge komen. Als Monastir gevallen was, zouden de Bulgaren dat toch in hun legerbericht wel hebben meegedeeld. Koning Peter van Servië. BERLIJN. Het Berliner Tageblat"- vemeemt uit het oorlogsperskwartier, dat Koning Peter, die nu reeds twee maanden achtereen rusteloos van de eene plaats naar de andere heeft moe ten vluchten en beslist geweigerd heeft zijn land te verlaten, thans door de inneming van Prisrend op 29 Nov. door het leger van generaal Bogadjef, gedwongen is naar het gebergte in Albanië de wijk te nemen. Hoe zwaar hem het besluit viel om naar den vreemde te trekken, bewijst de omstandig heid, dat hij in den namiddag van 28 Nov. nog te Prisrend vertoefde, in de hoop, dat het overblijfsel van liet Servische leger nog langen tijd weerstand zou bieden. Da bende-oorlog in Servië. Aan den „Berliner Lokalanzeigcr" wordt d.d. 27 November gemeld: Terwijl de verslagen hoofdmacht van het Servische lcgor niet in staat is do vervolgers op t© houden of hen ergens langeren tijd te weerstaan, begint achter het front een guerilla, waartegen do commandanten onmiddellijk krachtige maatregelen getroffen hebben. Veel soldaten blijven hij den terugtocht van hot leger in do streek, waar zij wonen, achter, leggen do uniform af en verbergen deze, waarop zij, schijnbaar als vreedzame boeren, het na deren van den vijand afwachten. Zoodra do gelegenheid gunstig is, voroenigon zij zich ech ter tot groepen cn overvallen patrouilles en vervolgen do zwak gedekte treinen. In velo plaatsen is het zulken maraudeurs zelfs gelukt den tegenstand van do geheelo bevolking, met inbegrip van vrouwen en kinderen, te organi- socren, zoodat de doortrekkende trein- en kleinere colonnes door beschieting nit do hui zon verliezen leden. Met het oog op deze fei ten worden alle mannen in den weerplichtigen leeftijd, die men machtig kan worden, gevan gen genomen en achter het front gezonden. Men heeft hierbij altijd met vorkleede Servi sche soldaten to doen, daar, zooals men weet, iedere ©enigermate weerbare man tusschen vijf tien en vijftig jaar in het leger diende. Deze strenge maatregel heeft het verbazingwek kende resultant gcliad, dat alleen in de buurt van Mitrowitsa alleen 3500 weerplichtigen zijn opgepakt, In een enkel dorp waren er 500 ver borgen, die, daar wapens voorhanden waren, een ernstige bedreiging vormden voor de vei ligheid van den etappc-nweg, dio daar voorbij ging. Daar hot getal der in de stad en in ïiaar omtrek gevangen geregelde soldaten tot 11.000 gestegen is, hebben de Serviërs ui het gebied van Mitrowitsa alleen 15,000 man vei- loren. Het Seri/Ische bergland. Het bergland, waar uo Duitsche en Ooston- rjjksche troepen thans strijden en gedeeltelijk roeds doorgetrokken zijn, behoort tot de wild ste en minst onderzochte gebergten van Servië. Een zeer uitgestrekte, meest zuidwestelijk lcopcnde lijn. vormt de Trogla met zijn drie toppen en de 1650 meter hooge koppen van do Cemerno-bergen. Met uitgestrekte weide velden, die do staat verpacht. Zwarte schapen vormen daar vaak kudden van 5000 stuks. Een merkwaardig menschc-nsoort vormen de Akes- salischo rondzwervende herders, de Wlachos, die in hot begin van de negentiende eeuw uit hun oud Grieksch vaderland verdreven zijn. Hun taal bevat Grieksche en andere vreemde elementen. Dozo nomaden uit de Olympische velden maken het geheele bergland tot aan don geweldigen top van den Kapaonik on veilig. Het gekloofde bergland heeft een gemiddeld© hoogte van 15 tot 1600 meter, dat is ongeveer do hoogt© van de toppen der Schneekoppe in hei Reuzengebergte. De Stolowi Planina is graf iethoudend. Hier getuigen overblijfselen van Romeinsehe en zelts van praebistorische mijnen van den eens bloeienden mijnbouw van dii aan mineralen rijke land. Tegenover de Stolowi liggen de ruines van liet kasteel Maglic, dat merkwaardig is, omdat geen tradi tie of sage er meo is verbonden, wat in Servië zeer zeldzaam is. Volgens onderzoekingen uit don laatsten tijd stond hier eens eon op de grondslagen van een Romeinsch kasteel ge bouwde burcht van roofridders, die in de kwade dagen van het ondergaande rijk der Serviërs in de veertiende en vijftiende eeuw den weg naar de Ibar, die hier voorbij ging, naar willekeur afsloten. De 1560 meter hooge Pogled, die door de Oostenrijksche troepen bestormd is, vormt een gedeelto van het Jastrebei-gebergte, aan welks noordelijke helling de Duitsche troepen gestreden hebben. Vele bosch-beken hebben diepe, moeilijk overkoombare kloven in het met dichte eiken- en beukenbosschen bedekte ter rein gevormd. De verspreid liggende kleine Servische dorpen zijn op ecnigszins eigenaar dige manier in het bezit van hun tegenwoor dige eigenaars gekomen. Oorspronkelijk lagen hier Albaneesche plaatsjes, die in den oorlog tusschen Russen en Turken in 1377/78, waarin de Turken langen tijd in Servië de overhand hadden, door hun bewoners ontruimd waren. Toen deze mensclion, na den vrede van Ber- lyn, hun oude woonplaatsen weer opzochten, vonden zij hier Serviërs uit het Raska-dal ge nesteld. Onder de vele vestigingen in dit gebied, waarom nu zoo hevig gevochten is, ligt een kVein dorp, Brus, met ongeveer 400 inwoners, dat ontstaan is om een kerk, die vorst Milosj Obrenowitsj in 1830 gebouwd heeft; tot het kerkdistrict er van behooren 42 kleine berg dorpen. Saksische mijnwerkers hebben hier in de vijftiende eeuw naar erts gegraven. De mijnen zijn echter, zooals bijna overal, in ver val geraakt en niet meer opnieuw ontgonnen. Een van de grootste plaatsen is Trestenik met bijna 2000 inwoners, dat reeds een stich tingsoorkonde van tsaar Lazarus onder de Elaatsen genoemd wordt, die hij het klooster awanica toewees. TURKIJE. Aan de Dardanelien. ZURICH. De correspondent van de „Cor- riere de la Sera" te Boecharest bericht, dat een aantal Bulgaarscho bataillons naar Gal- lipoli zijn gezonden om de Turken te hel pen, die ook de aankomst van Duitsche ver sterkingen verwachten. GRIEKENLAND. De toestand fn Griekenland. SALONIKI. De politieke toestand in ver hand met de eischen der En tentemogen d- heden blijft duister en onzaker, -wegens het uitblijven van authentiek nieuws uit Athene dat voornamelijk veroorzaakt wordt door de onderbreking van de telegraaflij - nen over land sedert vele dagen. Niettemin beweren de plaatselijke bladen bet resultaat van de overweging der jongste voorstellen van de Entente te kennen. De pro-Duitscke bladen verklaren dat Griekenland de En tente voorstellen verwierp en beijveren zich om aan te toonen dat de actie dezer mo gendheden in den Balkan te laat kwam. De jegens de Entente gunstig gezinde bla den echter hebben goed vertrouwen op een bevredigenden uitslag van de tegenwoor dige onderhandelingen. BERLIJN. Het „Berliner Tago- Liat" verneemt van de Siidslaw. Kar- res pond ent" te Weenen, dat in haar tweede nota de Entente de volgende eischen aan Griekenland beeft gesteld j 1. Terug trekking van alle Grieksche troepen uit 8a- loniki en omgeving2. algemeene beschik king over de spoorwegen en straten dn bet geheele gebied, dat begrensd wordt door de linie die van Saloniki naar Monastir loopt 3. bet recht om Saloniki en bet schiereiland Chaldidiko te versterken4. overdracht der zeepolitie in eenige Grieksche havens, waar onder die in den Piraeus. De nota verlangt, dat Griekenland niet toezeggingen doet, doch door handelingen, bijvoorbeeld door een onmiddellijke ontruiming van Saloniki, zijn toegevendheid bewijst. EGYPTE. Het kanaal van Suez. Uit Athene wordt aan de „Berl. Zeit. am Mitt." geseind, dat de Engelschen met koorteachtigcn ijver werken aan de verster king van het Suez-kanaal. Engelsche en Fransche ingenieurs passen in de woestijn van Sinai de methode toe, die ook in Vlaan deren gevolgd werd, n.l. om enkele deelen onder water te zetten. Voorts worden kunstmatige heuvels opgeworpen met ver dedigingswerken om een bestorming af te is. Aliccn, even later: „Zo vonden het pret tig, hè Moesje „Ja, lieveling, ze vonden hot heel prettig, en ik ook." En nu zijn vro bij onzen winkel. Even kijken we nog voor het raam, maar dan gaan we gauw naar binnen,. O, wat treffen we dat" heerlijk Er is niemand. Een oogenblikje nog is ze wat verlegen, houdt stijf mijn hand vast. „Juffrouw, mag mijn kleine Corrie uw St. Nicola aslafel wel een; bekijken? Zo wou zoo graag wat koopen voor het geld uit haar spaar pot", zoo maak ik do situatie maar dadelijk aan do winkeljuffrouw bekend. Zelf ben ik in gespannen verwachting, hoe mijn kleine schat zich gedragen zal in haar geheel nieuwe waardigheid van koopstor. en ook, hoe de juffrouw zich houden zal jegens des» zeer zeker goduld-vergende kleine .klant. ..O, ja zeker, mevrouw. Kom maar eens me* me mee, kleintje; hier achter is zooveel moois te kijk!" Gelukkig, dat gaat goed. Dc juffrouw blijkt een kinderlijk gemoed te bezitten. Ze brengt ons in een kamertje achter den winkel, waar op Jange witte tafels een nan lok kei ij Ito ver scheidenheid van chcolade- en .suiker-artikelen ons ligt too te lachen. „Nou moet je maar eens goed kijken, Puk", zeg ik. ..Maar denk er om, dat je kleine din getjes uitzoekt, anders heb je geen geld ge noog." Langzaam, met. onderzoekond© blikken, loopt z© de tafels langs, hoen en weer terug. Ach, lieve tijd, ja, dc keuzo is ook moeilijk. „Ze gaat niet over één nacht ijs", fluistert de. juffrouw me toe. Nee, warempel, dat doot ze niet. Ook een tweede ronde langs de tafels brengt geen beslissing. „Juffrouw," vraagt ze dan, „-hebt u njet een harmonica?"- De Engelsche vloot in da Middoilandsche Zee. BERLIJN. Uit Boedapest wordt aan het „Berliner Tageblatt" ge De juffrouw is verbluft. Zds n groote keuze en dan juist iets te willen hebben, dat er niet is! „Een harmonica, kindje?" „Ja, maar niet een echte, eentje van cho cola. Vader wou zoo dolgraag een harmonica hebben, ziet u", motiveert zo haar vraag. Ze fedraagt zich hoogst beleefd en fatsoenlijk: o juffrouw, als zijnde een vreemde dame, wordt voortdurend met. „u" toegesproken. Nn begrijpend, helpt deze haar zoeken, maar neen, een harmonica is er toch heuscb niet. ..Kijk eens hier, Puk", help ik een handje. „Hier ligt een mooi viooltje; zou Vader dat ook niet prachtig vinden?" Ik had meteen gauw gezien, dat de prijs vaji dit muziekin strument buitengewoon geschikt was voor mijn dochters financicele draagkrachtl Ze is dadelijk gewonnen. „O ja, een viool!" juicht zo. ..Die maakt toch ook muziek, hé Moesje? Vader houdt zoo dol veel van mu ziek. Hij is ook zoo vroolijk." Dit ter ver klaring tegen de winkeljuffrouw. informeoren naar den prijs. „Acht cen ten". zegt do juffrouw. „Zestien centjes", zeg ik haastig, bang dat haar begrip alleen de „acht" in zich zal op- nomen. ..O, zestien?" Onmiddellijk knipt ze het tasclije open. „Je hoeft nog niet to betalen, Puk: je moet toch nog meer koopen? Dan betaal je alles tegelijk." „Nee, dat doo ik niet." Mijn dochter is een beslist zelfstandige per soonlijkheid. Ze schijnt o voorbeeld voor vele groote menschen! niet te houden van onbetaalde eigendommen. Nu is het een plech tig oogenblik. Met linar kleine vingertjes peu- terf ze in het taschje en telt dan langzaam, he©l aandachtig, van één tot zestien halve centjes ia de hand der ernstig .toekijkende seind, dat de Engelsche vloot, be staande Tiit twaalf eenheden, die tob dus ver ter bescherming van de haven van Saloniki kruiste, met volle kracht in Z.O. richting, vermoedelijk naar Egypte, ver trokken is. liet blac'. ,,A Villag" maakt, uit de uit Sofia ontvangen berichten do gevolgtrekking, dat de Engelsche leger aanvoering voornemens is, de te Saloniki gelande troepen weder in te schepen en naar Egypte te zenden. Cezonken schepen. LONDEN. Lloyds meldt, dat de Griek sche stoomboot .Zarifis" gezonken is. Een deel der bemanning is gered door de Fran- scho stoomboot „Mira". De overigen wer den door een andere stoomboot op Malta aan wal gebracht. LONDEN. Het s.s. „Colonso" is gezon kende bemanning werd gered. Het s.s. „Orange-Prince" is gezonken. (Het s.s. „Coleuso", groot 3861 br. ton, gebouwd in 1900, behoorde aan de reeder ij Wilson, Sons <fe Co. te Huil, en het s.s. „Orange-Prince", groot 3583 br. tons, go- bouwd in 1894, aan de Prince Lino Ltd, te Newcastle. Red.) Do „Emma". MALMö. Volgen3 de ..Berlingske Ti- donce" is van het te Helsingborg thuis behoorende, met cement geladen 6chip „Emma", sedert het van Aalborg naar Amerika vertrok niets meer vernomen. Omtrent het lot der bemanning is ook niet6 bekend. Activiteit der Duitsche marine. Volgens een „Exchange"-telegram uit Kopenhagen valt er een groote activiteit van Duitsche oorlogsschepen in de Skandi- navischo internationale wateren waar te ne men. Eergisternacht werden in do Kleine Belt vier Duitsche kruisers met gedoofde lichten, die in de richting van het eiland Alsen voeren, gezien. Voorts inspecteerde een Duitsche torpedoboot verschillende schepen in de buurt van Grenaa in het Kattegat., Do lotgevallen van de „Merganser". Omtrent hot op 20 Nov. 1.1. in de Middcl- landscha Zee getorpedeerde Engelsche s.s. „Merganser" meldt een lid van de bemanning aan de „N. Rett. Ct." het volgende: 8 November vertrok het schip van Glasgow met een nieerendeels Engelsche bemanning (er waren 3 Nederlanders aan boord) naar Alexan- drië. Zaterdag 20 Nov., 's midd. om 3 uur, op een 45 mijlen van Malta, werd het door een Oostenrijksch oorlogsschip aangehouden, dat de bemanning gelastte binnen het half uur hot schip te verlaten. De kapitein van de „Mer ganser" had nog getracht het oorlogsschip te ontwijken, maar was danrin niet geslaagd. De bemanning was in de twee reddingbooten over gegaan, op den len en 3en machinist na, die orders hadden bekomen de vuren te dooven, cn eon zieken stoker, welko drie menschen nu in de verwarring vergeten \yaren. Men redde ook hen nog, waarna de „Merganser", door twaalf schoten getroffen, langzanm zonk. Een Grieksch schip, dat in de nabijheid was, stoomde verder toen do beide roeibooten het naderden. Nadat met vuurpijlen om hulp geseind was, werd de bemanning door do „Voltigour", een Fran- schen torpedojager, aan boord genomen, dio haar den volgenden Dinsdag te Toulon aan wal zette. Vandaar ging men over Marseille naar Pnrijs, Havre, Southampton en Londen, in welke laatste plaats do Nederlandsche consul zorgde voor de terugreis naar Rotterdam, waar onze berichtgever Dinsdagavond in den besten welstand aankwam. Hij was vol lof over do behandeling in Frankrijk cn Engeland, waar men in eerste klas hotels logeerde cn alle moge lijk© tegemoetkoming ontving. Hofbericht. Woensdag herdacht do hofdame van de Koningin, A. J. Juckema van Bur- mania 'barones Rengers, den dag waarop zij vóór 25 jaren tot hofdame werd benoemd. In- en uitvoer van Nederland, In het Britsche Lagerhuis is gister onze Overzee Trust (de N. O. T.) besproken. Het was de heer Dalziel, die in twijfel trok, of ons land niet veel meer invoerde van sommige goederen, dan het zelf noodig had en hij meende, dat daar dan een verande ring in moest worden gebracht door Enge land. De Engelsche minister van handel, Lord Cecil, sprak den afgevaardigde tegen en nam het voor de N.O.T. op. Hij zeide o.a. De heer Dalziei heeft te kennen gegeven, dat er iets niet in orde was met de Nederlandsche Overzeetrust. Ik kan slechte zeggen, dat wij daarvan geen aanwijzing hebben. Wij hebben geen reden te veronderstellen, dat de leden van de Trust, die leidende handelslieden van Ne derland zijn, ieta anders zijn dan volkomen oprecht en loyaal aan hun overeenkomst. Spr. verklaarde dat hij do quaestie van een onderzoek zou overwegen, maar daarmee wi'lde hij niet zeggen, dat hij eenige uit drukking wilde geven zelfs aan de geringste onvoldaanheid over onze agenten in Neder winkeljuffrouw. Zi© zoo, dat is in orde. De ingepakte viool wordt zoolang aan moeders zorgen toevertrouwd. ,,Moesje, nou mag je niet kijken. Nou ga ik wat voor jou koopen." „O ja? Hcerlykl Dan zal ik zoolang op die stoel gaan zitten met myn oogen dicht." Dat is goed; dat vertrouwt ze volkomen. Ik hoor een druk gefluister, eea gesmoes- pel, een onderdrukt gegichel, een „ja ja!" en dan: „hoeveel kost het?" „Tien, o nee, twintig", zegt do juffrouw zachtjes. Hemeltje-lief, ik krijg een duur cadeau. Er zal niet veel voor haar-zelf overblijven !- „O Moes, het ia zoo vreeselijk leuk wat jo krijgt. Het is om op te gaan zitten!" Ze proest het uit van pleizier. Ik houd me dom, hoewel de tintelende oogjes en do meer dan uitbundige vroolijkhoid, benevens de eenigszins twijfelachtige gelaatsuitdrukking der in 't gelieim-ingewijde winkeljuffrouw me wel doen gissen, welk interessant artikel mijn doch ter als St. Nicolaasgeschenk voor haar Moeder heeft uitgekozen! „En nou nog wat voor jezelf, Puk". „Ja". Ze gaat weer zoeken. En ineens: 0 Moesje, dat had ik nog heelemaal niet gezien. Dit wil ik hebben". En wat is het, dat zoo plotting en stellig haar keuzo beslist? Een popporig-klein cho colade-wiegje. waarin van ouder dc roze sui keren dekentjes niet één maar 'twee bolle kinderhoofdjes op het witte kussentje rusten. „O Moes, vin je 'niet vróésclijk lief, een tweeling in ccn wiegje!" Zo staan er in verrukking naar to staren. O, ze weet goed, wat een tweeling is! Bij haar eigen tante Loes. de milde geefster van het zilveren centje, hoeft ongeveer een half jaar geleden do ooievaar twee kindertjes tegelijk gebracht, eu ik herinner mejnu, land, die hun werk bewonderenswaardig hadden verricht onder moeilijke omstandig heden. Ten slotte wees lord Cecil met nadruk op de waarde van hun overeenkomsten met centrale distribuecrende lichamen in de neutrale landen. Een Eritsch consul-generaal over ons land. „Reuter" seint uit Londen d.d. 2 Dec. - lil zijn hedenavond versohenen rapport zegt de Engelsche consul-generaal Maxse, to RotterdamIk ben van meening, dat na den oorlog, voor zoover het Nederland betreft, ecu groot t ijdperk van welvaart z.al aanvangen, niet alleen voor Nederland eu zijn handel, maar ook voor den handel met Engeland. Het lijkt zeker, dat nog jaren na het eindigen der vijandelijkheden, Rot terdam do groote toegangshaven .voor bet vasteland zal zijn. Oin redenen, waarover thans niet behoeft to worden uitgeweid, zal het nog vele jaren duren vóór Hamburg en Antwerpen hun ne vroegere welvaart herwonfien hebben. Als do Engelsche reedera zich nu reeds zouden voorbereiden en zich gereed houden om partij to trekken van den grooten toe vloed van verkeer, die ongetwijfeld na bet sluiten van een bevredigenden vrede zal piaats hebben, dan zie ik niet in waarom zij niet mede zouden profiteeren van den 'voorspoed van Nederland." Het verslag zegt dan verder, dat de oor log in 1914 op do Nederlandsche scheepvaart een zeer gunstigen invloed beeft gehad. De stillegging van de Duitsche handelsmarine en de sluiting van de Duitsche havens heeft groote voordoelen voor de Nederlandsche scheepvaart gehad. Dc consul-generaal zegt voorts, dat hem gevallen bekend zijn, waarin de totale waar de van oen schip op ééne reis aan vracht werd ontvangen. Ex. kommies dir. belastingen enx. De Minister van Financiën heeft den ter mijn van inzending der verzoekschriften om toelating tot het examen voor kommies der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen (zie „St.-Ct." 231) verlengd tot 15 Jauaari 1916 en, in verband met de nader gebleken vermoedelijke behoefte aan kommiezen bij bovengenoemde administratie, liet aantal open te stellen plaatsen bepaald op 180. („St.-€t.") Loopgraven-park Zorgvliet. De commandant van het regiment grenadiers heeft aan do Nationale Vereeniging tot steun aan Miliciens een bedrag van f 2500 toegezon den, de opbrengst der toegangsgelden tot de loopgraven, door de pionniers van de afdeeling van het le bataljon grenadiers in het park Zorgvliet aangelegd. Gedeeltelijke demobilisatie en verloven. In de zitting der Tweede Kamer deelde de voorzitter Donderdag medo, dat hij hem is in gekomen een stuk, waarin verlangd wordt, dat wordt overgegaan tot comité-generaal, ten einde de quaestie der gedeeltelijke demobilisa tie en do verruiming der verloven te bespre ken, welk stuk geteekend is door den heer De Meester en volgenden. Waar meer dan 1/10 der leden comité-generaal verlangt, moet de Voorzitter, volgens art. 119 van het regle ment van orde, overgaan tot sluiting der deu- ron. Het comité-generaal zou aanvangen Vrij dagochtend j.l. te 11 uur. Uit de Staatscourant. Bij K. B. is: ing. 16 Dec, aan den res.- lo-luit. G. Abma, v/h. 10de bat. landw.-inf., op aanvrage, na een diensttijd van moer dan 5 jaren bij het ree.-pers. dor landmacht voor con off. dio reeds in het genot is van pensioen en hem met instandhouding van het voortd. pen sioen ad 354 's jaars, hem vroeger toegekend, een nader voortd. pensioen verleend van 88 's jaars. Bij K. B. is aan mr, J. L, A. N epve u, op verzoek, ing. 1 Jan. 1916, eervol ontslag verleend als griffier bij het Hoog Mil. Ge rechtshof, onder dankbet. voor in rechterl. bctr. bewezen diensten. Vergiffigings verschijnselen te Alkmaar. Nu uit het nader scheikundig onderzoek door het Centraal Laboratorium te Utrecht naar eventueele schadelijke bestanddeelen in de verschillende eetwaren, door de Alk- maarsche depotsoldaten gebruikt op 18 en 21 Nov., blijkt dat niets is gevonden, met name geen vluchtige vergiftige stoffen, zware metaalverbindingen, arsenicum of alkaloïden, heeft onze correspondent den depótarts dr. Pameyer de vraag gesteld, of men dus thans voor een raadsel staat om trent de oorzaak der zich voorgedaan heb bende vergiftigingsverschijnselen. Ja, antwoordde hij. Men heeft niets kunnen viuden en ten opzichte der zich voorgedaan hebbende verschijnselen tast men geheel in het duister. Kan het ook aau het water gelegen heb ben Dit is uitgesloten, noch in eten nooh in drinken is iets verkeerds geweest. Op de vraag naar de samenstelling van het gebruikte vet moest dr. Pameijer het daar 6teeds vol oandacht bij het dubbele wiegje 6taat. „Waarom vin je een tweeling toch zoo mooi, Puk?" vraag ik. „O, ik vind het zoo vrééselijk gezellig voor die kindertjes." Ze kan arme stakkerd als cenigst kind goed over de ongezelligheid van het geen tweeling-zijn oordeelen Do wieg moet het dus worden, daar is geen twijfel aan. „Is zo erg duur, juffrouw?" vraag ik ang stig. De prijs is hoog: veertig Lalvo eentjes. Zou zo nog genoeg hebben Hot tasehje wordt omgekeerd. Ze telt we kijken ademloos toe cn lcornt niet verder dan tot zes en twintig. Wat nu? Radeloos kijkt ze me aan. De wieg opgeven on iets anders uitzoeken, daar is eenvoudig geen denken aan. Ik ben in twijfel: zou ik bijpassen? Dit lijkt me eigenlijk uit een pacdngogisch oogpunt niet gewcnscht. Plotse ling krijg ik een ingeving. „Luister eens goed. Puk. Ik weet er wat op." „Wat dan?" Hoopvol kijken dc blauwe oogen mij aan. ..Je komt veertien halve eenten te kort. Die zal ik nu aan de juffrouw betalen. En als jij dan later weer veertfen centjes in je spaarpot hebt, geef je ze mij terug." Ze kniktze heeft liet volkomen begrepen en is onmiddellijk bereid dien wissel op de toe komst to trekken. Mot een zucht van verlich ting legt ze haar handjevol centjes op do toon bank neer en ik voeg er mijn aandeel bij we zijn klaar. Na een hartelijk afscheid vertrekken we. We hebben genoten alle drie! „Zie zoo, Puk, nou gaan we poffertjes eten." „Ja." Wat, zou er tocli zijn? Zo is plotseling stil geworden. Dat ben ik van mijn babbelkousje niet gewend. Zou ze moe zijn? „Moesje?" 1 „Ja kigJie. .E_aÜ3 taj." hnkele lepels daags sterken zenuwen en lichaan 20.000 Artsen erkennen dit schriftelijk. antwoord sohuldig blijven, wijl de militaire autoriteit hierover neg moert worden ge raadpleegd. Vrijstelling van port. Bij K. B. van 19 November is bepaald.dat tot nader© beschikking vrijstelling van poft;is verleend voor de verzending van de stukken, betreffende aanvragen om bijzonder verlof Voor militairen door hunne onmiddellijk© chefs aan den Directeur-Generaal van den Arbeid: den Secretaris van don Federatieven Zuivel» bond te 's-Gravenliage den Secretaris vau den Nederlandschen Tuinbonwraad t© 's-Gravenhage den Voorzitter van de Vereeniging tot be vordering van de Bijenteelt to 's-Gravenhago de Bemiddelingsbureau! voor don Landbouw in do provinciën Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland den Secretaris van den Limburgschen Land-» bouwbond te Roermond den Gemachtigde van den Noordbrabant- scben Christelijken Boerenbond en van do Noordbrabantsche Maatschappij van Landbouw to Hecswijk den Gemachtigde van het Utrechtsch© Land- bouwgenootschap en van den Stichtschen Boe renbond te Utrecht; den Gemachtigde van den Provincialen Gol- derschen Boerenbond en van de Geldorsch- Overijselsche Maatschappij van Landbouw te Dreumel den Gemaolitigde van den Provincialen Overijeeischen Boerenbond en van de Over- ijselsche Landbouw-Maatechappij to Meppel het Genootschap ter bevordering van den Landbouw in Drenthe te Ruinerwold; de Friesche Maatschappij van Landbouw, te Leeuwarden het Bemiddelingsbureau voor den Landbouw in de provincie Groningen t© Groningen. Bestendiging van don staat van boleg. Blijkens het Voorloopig Verslag horhaal den bij het afdeslingsonderzoek der Tweede Kamer verscheiden© leden d© reeds vroe ger gemaakte opmerking, dat de etaat van beleg, die voor verschillende deelen van het land nu reeds- vele maanden is afgekondigd, toesfcandon in het leven heeft geroepen, tLio niet geacht kunnen worden in overeenstemming te zijn met de 'bedoeling van den wetgever van 1S99. Trouwens, voor vele streken is de staat van ibeleg afgekondigd op gronden, aan eigen lijk militair belang geheel vreemd. Daarom werd door verschillendo leden de vraag gesteld, of de regeering hot oogenblik niet gekomen acht, om in bedoelde landsgedeelten andere be voegdheidsverhoudingen in het leven te roe pen, de burgerlijke autoriteiten in baf© be voegdheden to herstellen. Is dit op andere wijze niet mogelijk, dan behoort dit door middel van een wetswijziging t© geschieden. Over de wijze waarop de militaire autoriteiten liaro bevoogd- boden uitoefenen rezen voorts vorsohillonde klachten. Men stelde do vraag, of d© rogeèring kan toezeggen, dat do militaire autoriteiten geen ander gebruik zullen malton van do macht, dio de staat van beleg haar geeft dan ter bereiking van bet oogmerk, waarvoor de 6taat van beleg is afgekondigd', strikt noodig is. Andere leden kwamen tegen doze opmerkin gen in zooverre op, als zij wezen op de pioei- lijkheid om, is eenmaal de staat van beleg afge kondigd, de militaire autoriteiten in bare wet telijke bevoegdheden te beperken. Geklaagd werd over de vel© uitzettingen uit de in staat van beleg verklaarde gebiedsdeelen de wijze waarop de cen#ur wordt geoefend levert in vel© gevallen grond tot ontstemming. Aanvankelijk, zoo had men. vernomen, berust to do oefening van de brievencensmir by be roepsofficieren, maar later zouden daarvoor ook reserveofficieren en mindere militairen zijn gebruikt. Gaarne vernam men, wat hier van waar is. Arbitrair optreden van de militaire autori teiten schijnt, aan de grenzen nog dikwijls voor te komen. Eenige leden stelden de vraag, op welko wettelijke bevoegdheid do maatregel zich grondt, waarbij aan werklieden en ingenieurs in de metaalnijverheid, ook al hebben deze niet meer aan eenige militaire verplichting to vol doen, do vrijheid om het land t© verlaten is ontnomen. Een beroep op do wet van 1899 achtten deze leden niet afdoende. Andcro leden verklaarden intusschen bedoel, den maatregel goed te keuren. Kolonel Collette. De bij het wapen der artillerie tot kolonel bevorderde luit.-kolonel O. J. M. Collette, blijft in z n nieuwen rang belast met het be vel over het korps pontonniers. Directeur der Hoogere Krijgsschool. De tot kolonel bevorderde luitenant-kolonel M. C. van der Hoog, van den goneralen staf, directeur der Hoogere Krijgsschool, blijft voor loopig directeur der school. „Ik wou eigenlijk zoo graag een anderen avond gaan poffertjes eten. Ik verlang zoo vrééselijk naar Vader." „Naar Vader?" ,,Ja, om te laten zien, wat ik voor jou ge kocht heb". O heerlijke onschuld! Het geheim weegt haar nu al zwaar 1 „Ik vindt het best hoor. Dan gaan we een anderen keer; dan gaat Vader misschien ook wel mee". „Hè ja". W© gaan dus zoo gauw mogelijk naar huis. Zóó als ze binnenkomt, draaft zo naar d© stu deerkamer. Ik wacht nog even bescheidenlijk, voor ik haar volg en zie dan. met een prettig gevoel van ontroering, hoe Vader zijn boeken in den steek heeft gelaten, zijn Puk op de knie heeft gezet en met heerlijk© belangstel- lina luistert naar het opgetogen geratel over dio~ vrééselijk aardige winkeljuffrouw. Even fluistert ze hem wat in het oor; zo kijken naar mij en lachen onbedaarlijk. Dan wordt de wie<g getoond, bekeken, bewonderd, besproken Het is haast jammer, maar aan alle dingen komt een eind. „Nou moet je naar bed, Corrie. Anders heb je morgen te veel slaap om naar school to gaan". Ze is dadelijk bereid, overvoldaan als ze zich voelt, de kleine schat. Als ze eindelijk moe van al do ongewone emotie, in haar bedje ligt cn do suikeren twee ling op een stoel yaast har veilig ligt te slui meren, wil ik de kamer verlaten. .Moesje", hoor ik eon slaperig Btemmetjo me. terugroepen. „Ja, kindje?" „Als ik groot ben, wil ik ook echt© twoo- ling-kindertjee hebben, m'ag datP" Mijn antwoord, dat dat misschien dan jvel zal mogen,hoprt ze al niet- .giefiCr

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 2