NÖ.Ï97. Vrijdag 19 November 1915 Orgaan voor Leger en Vloot. In voer een w Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. Gezondheidsleer, De mobilisatie. TWEEDE JAARGANG. DE SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTEJN ASTRAAT 10, AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOORBURGERS 3 CENT, ABONNE MENT VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS ƒ1.50 P. DRIEMAANDEN Voor Advertentiën wende men zich Uit het Alg. Arlvertentie-Bureuu KOU.MA Co, Hfcerengrncht 226 Amsterdam. totde Drukkerij ...Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onze Administratie, Pule-urimiMraai 10 Amsterdam. Prijs der Advertentiën per regel 30 cent. Bjj abonnement reductie Ziehier een kijkje op de vuurmonden van een Engels oh oorlogschip. Zou men niet zeggen, dat men op een plein stond, waar het geschut is opgericht? Deze geweldige Eugelsche vuurmonden trouwens zijn bekend, en als er van Engelsche - scheepskanonnen, die te land zijn gebruikt, gesproken wordt, doet men dat steeds met groot ontzag. Ze mogen al niet opkunnen tegen dé 42 cM. kanonnen der Duitschers of de 30.5 mortieren der Oostenrijkers, ze zijn weinig minder geducht. Dat hebben ze o.a. bewezen bij Antwerpen, al konden ze daar den vijand niet tegenhouden. De vuurmonden hierboven zijn geplaatst aan boord van het Engelsche oorlogsschip „Queen Elizabeth", natuurlijk worden ze door hydraulische of electrische kracht in beweging gebracht. daor J, P. BUL, officier van qezoniifie!d. LVH. Kampen en bi v aks XIV. (Slot.) Bjj, langduriger gebruik van een kamp is het iran grooLs beteckems om de keuken tegen weer en wind eenigszins te beschutten. Reeds een eenvoudig windscherm, met een afdak geeft be schutting. Bij de interneeringskampen. hadden volgens de beschrijving, die de kapitein der genie Belt man daarvan gegeven heeft, de keukens oor spronkelijk een opeif luifeldeze is in verband met het ongunstige jaargetijde later .dichtge timmerd mot plankeu of asphaltpapier. Daar de heilvorst op de kamp terreinen door het voortdurend betroden geheel verdwenen is en bij droog weer zand stuivingen hiervan het ge- Volg zijn, moesten deze bekleedingen ook gedu rende de zomermaanden aanwezig blijven. De a.phterwandon van de keukens zijn nu, ten einde te groot© hitte in de gebouwtjes te voor komen, van luiken voorzien. Men ziet dus, het beschutten van de keu kens moet niet alleen geschieden tegen lcoudo en regen, maar ook tegen zandverstuivingen, stof en vuil en hiermede zijn wij gekomen aan een belangrijk punt: do zindelijkheid in de keu kens. In de keukens wordt het eten bereid voor tientallen en soms honderdtallen soldaten. Wordt dit eten besmet, dan kunnen heele com pagnieën den last daarvan ondervinden. Van ge wicht is het daarom te zorgen, dat niemand als het kokspcrsonccl in de keukens komt. Ik zou willen dat iedere keuken door prikkeldraad werd afgesloten. De ketels met het eten kunnen dan door de koks 'buiten de afrastering geplaatst worden. Het tegenovergesteld© is dikwijls liet geval. De keuken wordt soms als een soort van eantine beschouwd, waar men gezellig pratend zijn middagmaal naar binnen werkt. Vooral bij dreigende epidemieën is het van groot gewicht om in de keuken geen sol daten, die daar niets te maken hebben, toe te laten. De officier van gezondheid zal in zulke tijden zeer nauwlettend toezien op den fezondheidsfcoestand van de koks, maar moet an ook zekerheid hebben, dat geen andere manschappen de keuken kunnen besmetten De vuilafvoer uit de keukens is uitvoerig beschreven en de middelen zijn aangegeven, waardoor men voorkomen kan, dat in do omge- (Uit het Ftansch.) (Slot.) Het effect, dat dez© laatste woorden ten gevolge hadden, was in een woord verbluffend. Do jongen viel op zijn knieën en vouwde de handen. ,,0, mijnheer de jachtopziener, doe dat niet! Ik smeek er u om, doe dat niet... Maak' er geen proces-verbaal van op!" ..wat? Hou je me nog voor den gek, deug niet?" ,,Neen, ik meen het heusch!... Ik zal alles zeggen... Maar alstublieft geen proces-verbaal! Als vader ©r achter kwam!..." „Hm! Als je vader er achter kwam!... Ja, dat zou hem spijten... Ü6 oude vos zou zich schamen voor den jongen, hè?... Hij-moest je hoeren!..." „Vader?..zei de jongen op angstigen toon. ,,Ik ken hem... Hij- zou me doodslaan!" Plet kind zei het op zulk een toon, met zulk oen uitdrukking van tragische overtuiging, dat 'mij ein rilling door de leden ging. Mijn opzich ter kon zich vergissen... In elk geval, ik had het hart niet om do vrees van dat kind te ver groeien en ik stelde vertrouwen in zijn bewerin gen, hoewel ik er niets, van begreep. Bovendien, gaf hij me geen gelegenheid aan de liand om met Pamphilius iii aanraking te komen, en hem, wto weet, over zijn recept te spreken?" „Luister eens", zei ik ..Er zal dit keer geen proces-verbaal opgemaakt, worden, ik beloof het je. Maar je hebt ons al meer bestolen, en ik wensch niet dat je het wéér doet. Ik wil wel eens weten, of het werkelijk waar is dat jo vader je het stroopen verboden hoeft-... Zeg mij waar hij op dit oogenblik is: laat hem dan door Athanasius opzoeken en dan zullen wij elkaar nader spraken". „Dat kan ik niet", zuchtte het lönd. -»,Ziefc u wel, mijnheer Paul?" riep Athana- cüu triomf eer end uit. «Vader, ea zoon .ver ving poefen niet roltenden en stinkenden afval zijn, die vliegen, aanlokken en de omgeving ver vuilen. Bij keukengebouwtjes bestaan vooral heb regenachtig weer voel kans, dat de koks die natuurlijk ieder oogenblik in en uit moeten loopen, de modder van buiten in de keuken brengen. Een zeer handig middel om dit te voorkomen, hebben de Belgen toegepast in de interneeringskampen. Zij plaveien ongeveer ©en vierkanten met-er grond vóór den drempel met leeg© blikjes van ingemaakte groenten, vleeseli enz. De blikjes worden met den bodem naar boven in den grond .gestampt en maken zoodoende een hard gedeelte, dat tevens als schoenenkrabber dienst doet en gemakkelijk te reinigen is. Over de behandeling van de voedingsmiddelen kunnen wij misschien later nog iets schrijven. Hier zullen wij volstaan met t© zeggen, dat in de keukeus de grootste mogelijke zindelijk heid moet heersehen, zoowel waar het betreft personeel als materieel. Men ziet--dus dat in kampen en bivaks uit een gezondheidsoogpunt veel gedaan kan wor den door commandanten en officieren van ge zondheid, maar ook door de manschappen zelf. In ieder opzicht is medewerking van den kant der soldaten mogelijk en ncodïg. Zonder die medewerking wordt zelfs het beste kamp een vuile rommel. Zooals in het begin van dit op stel gezegd as, was het mijn doel om den man schappen te vertellen waarom" al die maat regelen zoo belangrijk zijn, aangezien ze dan gemakkelijker zullen medewerken om do kamp- hygiëne te bevorderen en ook zelfstandig kun nen behandelen. Zij zullen hetge©n thans be schreven is dus moeten begrijpen om het te kunnen opvolgen. Vooral vanneer hier en daar getallen genoemd zijn, zal men zich niet angst vallig daaraan moeten vastklampen. Wanneer b.v. een urïnekuil gegraven wordt dan zal men zich niet altijd precies moeten houden aan. de. maten, die genoemd zijn. maar zich vooral laten leiden door de bodemsoort. Heeft men een Heilaag van 1,25 M. dikte en daaronder een zandlaag, dan zal men het graven van de kuil niet hij 1 M. staken maar nog een'paar Spaden dieper gaan om zodoende de voor water ondoorgankelijke kleilaag geheel weg te graven. Ook bij het opvullen van zoo'n kuil moet men begrijpen, dat het d© bedoeling is om er een materiaal in te werpen dat water gemakkelijk doorlaat en dus geen fijne sintels er in stampen, waardoor binnen korten tijd een papje zou ontstaan dat weinig of niets staan elkander als twee- welbeproefde deugnie ten. Als de jongen niet zeggen wil waar Pam philius is, dan bewijst hij daarmede dat hij heel goed weet waar zijn vader uithangt en waar hij mee bezig is. En hij wil hem natuurlijk een onaangename tusschenkomsfc in die bezigheden besparen' ,.Is' het dat, waar je bang voor bent?" vroeg ik het kind, op geruststellenden toon. „Ja", erkend© hij bevend. „Nu, dan wil ik je nog deze verzekering gevenniet Athanasius. maar i k za-1 je va-der opzoeken, En met welk ongeoorloofd bedrijf ik hem ook- bezig vind, ik beloof je dat ik dit maal een oog dicht zal doen". ,,0, a-ls dab waar was!" zei Isidore, opge lucht. „Nu. ik ben vader achteraan geloopen, zonder dat hij me gezien heeft. Hij was toen bij Pe-tit-Brière, dicht hij den grooten vijver... Misschien is hij er nóg wel, als hij niet ge stoord is geworden, 't Is hier, als u langs den dijk gaat-, tien minuten vandaan." „Goed, ik ga er dadelijk heen. Jij vaart- met Athanasius naar La Roche, waar juffrouw Tar- divel je de pijnlijke plekken met ongezouten bot^r zal insmeren,.. Enne, de puitalen mo gen niet schoongemaakt worden vóór ik terug hen Daarop vertrok ik. Ik behoefde niet ver te loopen. De stroopcrsfainilie had dien avond blijkbaar tegenspoed. Terwijl ik er nog ov.er liep na to denken hoe ik Pamphilius zou overvallen, zon der dat hij het minst mijn komst vermoeden kon, bereikten mij het rumoer van een worste ling, van kreten en woedende bedreigingen. De vader van Isidore was juist geknipt door mijn beide andere jachtopzieners, Pierre en Didier, Na een wanhopigen tegenstand, had hij zich overmand gezien en was gekneveld. Zooals hij daar stond, met gescheurde klee- ren, het schuim van woede op de lippen, was bezwaarlijk geen sympathieke verschijning. Niettemin gaf ik order om hem los te binden. „Laat ons met elkaar alleen", zei ik. „Ik moet Pamphilius eens spreken". Pierre en Didier voldeden schoorvoetend aan mijn verlangen en verwijderden zich, den neus in de lucht. Waarschijnlijk hadden zij op dat oogenblik gees al feggta gecJachtgji oyer mijn doorlaat. Overal waar het de hygiëne betreft-, moet men begrijpen waarom het gaat en dan in ieder geval de moeilijkheden oplossen met de hulpmiddelen, die men heeft. Vooral te veld© vaar men zoo zelden krijgen kan wat men zou willen hebben is het. noodig om de hulpmidde len, die men krijgen kan zoo goed mogelijk te gebruiken. Veldsteenen en plaggen, Teem en leeg© inmaakbusjes, alles kan in kampen en bivaks gebruikt worden ter bevordering van den gezondheidstoestand. Als men weet wat men bereiken wil, zijn de middelen om bet to bereiken wel altijd ii© vinden. In no. 190 van ons blad gaven w© uit bet Voorloopig Verslag der Tweede IJamer eenige opmerkingendoor leden van de Tweede Kamer ter zake van de mobilisatie gemaakt. Thans laten wij volgen, wat de Regeering daarop in haar Memorie van Antwoord te kennen geeft: De Regeering deelt het gevoelen, dat de vraag, of in de tegenwoordige omstandig heden nog steeds noodig is het geheele leger o» de been te houden, een vraag is van algemeen regeeringsbeleid, die niet uitslui tend de Ministers van Oorlog en Marine raakt. De Regeering wenscht zich in geen enkel opzicht van de op haar rustende ver antwoordelijkheid te onttrekken. De oeconomische en financieel© bezwaren, aan de indiensthouding verbonden, en waarop thans opnieuw en uitvoerig de aan dacht is gevestigd, liggen zoo voor de hand, dat men wel zal willen aannemen dat zij aan de aandacht der Regeering niet zijn ontsnapt. Het zeer groote gewicht dier bezwaren is door haar geen oogenblik on derschat en zij beseft ten volle, dat dat gewicht toeneemt, naarmate de oorlogstoe stand langer duurt. De moeilijkheid,.die is op te lossen, wordt gedeeltelijk beheerscht door de vraag, op welke wijze en binnen hoeveel tijd, indien een gedeelte der weermacht naar huis wordt gezonden, weder over het geheel dier macht zou kunnen» 'worden beschikt. Die vraag van zuiver technischen aard is niet alleen overwogen, maar cle noodige maatregelen zijn tot in kleine détails voor verschillende eventualiteiten uitgewerkt. Veel ernstiger is de vraag of de Regeering met het oog op den strategiecheu toestand van ons leger en de verplichtingen die de handhaving onzer neutraliteit ons oplegt, de verantwoordelijkheid voor een min of meer aanzienlijke vermindering der dadelijk beschikbare weermacht zou mogen aanvaar den. Een vergelijking met andere landen kan ons daarbij weinig dienstig zijn, omdat de geografische en militaire toestanden ge héél anders zijg en omdat de internationale, politieke verhoudingen dier volkeren groo- tendeeta aan onze beoordeeling ontsnappen. Dat het, ook bij gunstige internationale verhoudingen, risico medebrengt indien het leger niet ieder' ookenblik ten volle paraat is, is w-el niet twijfelachtig. Tob dusver heeft de "Regeering gemeend niet meer risico te mogen aanvaarden clan oók reeds thans aan cle gegeven verloven waarvoor het aantal naar verhouding tot cle legersterkte geleidelijk is opgevoerd, verbonden is. Erkennend dab de bezwaren voor de natie steeds toenemen, overweegt zij opnieuw of en in hoeverre het mogelijk is nog meer ver lichting van den bestaanden druk aan t% Openlijke bespreking van de motieven die de Regeering tot hare besluiten hebben ge leid of in de naaste toekomst zullen lei den, acht zij met 's lands belang niet over een te brengen. Het- ware trouwens te duch ten, dat deze bespreking ons van het be oogde cloel zoude verwijderen. Ook in ccmité-generaal zou de Itegeering niet on belangrijke terughouding moeten in acht nemen. Het nut van zoodanige bespreking ziet de Regeering niet in. Mocht echter de Kamer tot comité-generaal besluiten, dan verstandelijke vermogens. Ik wachtte tot zij den dijk over stapten en zeide. toen zij uit bet gezicht waren „Ik heb slecht nieuws voor je, Pamphilius. Je zoon Isidore is op heeterdaad betrapt ter wijl hij met stroopen bezig was. Athanasius heeft procesverbaal tegen hem opgemaakt". Bij het licht van do maan, die over den dijk kwam kijken, kon ik goed opmerken welk effect deze woorden op zijn gezicht teweeg brachten. Hij scheen ervan te schrikkenbijna ontbrak hem de spraak. „Neen", zei bij ten slotte,- „dat zijn praat jes. Dat doet Isidore niet". .Waarom zou bij niet doeu waar je hem dag voor dag in vóórgaat?" zei ik. „Jij stroopt, en hij stroopt. Het is natuurlijk, dat ecu koon naar zijn vader aardt". „Zoo, is dat natuurlijk?", zei Pamphilius op bitteren toon. „En waarvoor dient dan zijn leeren, zijn onderricht? Het is waar, dat ik een slecht voorbeeld £eef. Maar ik, ik heb nooit sc-hool gegaan. Ik ken geen A voor een B. Ik heb geen vader gehad, die me den kost gaf. die me aanhaalde en boeken voor mij kocht... Ik hen een vondeling, en als ik ge stroopt heb bijna zoo gauw als ik loopen kon, kwam dat om-clat niemand me vertelde, dat ik daar kwaad aan deed... Integendeel Men zet te me juist aan... En nu... als jo clan eenmaal groot bent-, is het- te laat... Ik wéét bet wel! Ik weet bet heel goed! Als je met. stroopen van jongaf begonnen bent, dan zit het je in hot- bloed... je komt er nooit meer af! En proces sen-verbaal, vonnissen, gevangenisstraf, het helpt- allemaal geen steek, je wordt er onver schillig vcor... Je wordt er zelfs nog erger door... O, als je eens wist..." „Jo hebt dus eigenlijk spijt, dat het- een maal zoo is, Pamphilius?" ,,IkP" zei Pamphilius met een uitdagend gebaar, ,,'t Zou wat helpen, a.l had ik er spijt va-ner is toch niets meer aan te -doen. Maar heb gaat hier niet om mij, maar om mijn oudsten jongen, om Isidore, die onze oogap pel is, den trots van mijn vrouw en voor -mij. Ik geef er al niets meer om. Zoo is mijn leven eenmaal. En ondanks alles, 'bet heeft nóg zijn genoegelijke oogenblïkken..." sei iik jfbij voorbeeld alg ia herig houdt de Regeering onder gemeld voorbe houd zioli te lia-rer beschikking. De oefening van den landstorm geschiedt zoo spoedig en in zoo ruime mate als doen lijk. Aan wijziging van den landstorm is der halve vooralsnog geen behoefte. Verzoeken om verloven worden inderdaad met groote nauwkeurigheid en zonder aanzien des per- eoon-a behandeld. Aan den Opperbevelhebber van Land en Zeemacht is de regeling der zoogenaam de algemeono periodieke verloven opgedra gen. Alle andere verloven worden in den la aksten tijd door of vanwege den Minister van Oorlog verleend. Os toestand in den reuzenstrijd. De berichten, die uit Servië komen, zijn steeds nog zeer ernstig. Het blijft waar, dat de Duitschers en Oostenrijkers uit het noorden, en de Bulgaren uit het oosten niet hard oprukken. Wij lezen bijv. dat de laatsten nu Prokupije hebben ingenomen, een plaats in het Toplitsa-dal, een 25 K.M. ten zuidwesten van Nisj. Nu is het reeds een tien a twaalf dagen geleden, da-t deze laatste stad werd veroverd op cle Serviërs, dat maakt dus niet meer dan 2| K.M. per dag vorderingen. Veel is het niet, maar het is toc-h een vooruitgang. De Duitschers en Oostenrijkers, die van het noorden oprukken om zich in het zooge naamde Lijsterveld met de Bulgaren te ver- eenigen, komen nog veel langzamer vooruit, doch de overwinningen der Bulgaren zijn ook hun overwinningen. Door de veroverin gen van Prokulije toch zijn de Bulgaren ge komen ten zuiden van het Jastrobacsge- bergte, waarin Servischs troepenmachten den opmarsch.der Duitschers ouder generaal von Gallwitz tegenhouden. Als de Serviërs nu echter de Bulgaren in 't zuiden hebben en de andere vijanden in 't uoorden, zullen zij genoemd gebergte wel mosten ontruimen Servië"s vijanden kunnen elkander'dan de hand reiken in 't midden des lands en er blijft hun dan nog alleen het zuiden over te verdedigen. Het lot van Servië begint zoodoende steeds meer te gelijken op clo-t ran België. Het groot de gedeelte des lawis, daaraan schijnt niets meer te veranderen, za-1 weldra in handen van de vijan den zijn, en het is alleen »og de vraag, of het zuidelijke deel met be hulp van de troepen der geallieerden verde digd zal kunnen worden. Veel hangt hier naburlijk of van den steun, dien Italië den Serviërs heeft beloofd. Een Italiaansch leger zou dcor Albanië in Servië vallen, 't Is ech ter de vraag, of dat zoo gemakkelijk, en vooral of dat spoedig gene eg za-1 gaan. De geallieerden intnssc-heu stellen zich r&eds voor, dat ook in 't zuiden het Servische leger kan wor'den verslagen en teruggedron gen. Waarheen dan echter? Over de Griek- sehe grens. En hier komt een groot vraag- teeksn. Wat zal de Grieksche regeering clan doen? Als neutrale mogendheid zou zij de Servische troepen, en ook de hulptroepen der geallieerden, moeten intemeeren. Maar dat zullen Frankrijk en Engeland niet toestaan. In de Engelsche pers gaan reeds stemmen op om Griekenland te bedreigen, wanneer het tot dezen maatregel overgaat en de rsgeering te Athene er op t9 wijzen, dat Engelsche en Fransohe oorlogsschepen de macht hebben om voor meesters te spelen in de Egeïsche Zee. Nog is het niet zoover, maar de mogelijkheid staat vcor de deur, dat ook Griekenland in den grooten strijd wordt- gewikkeld Van ac andere oorlogsterreinen komen maar sobere berichten. Aan het Wetter- front schijnt men zich tc bepalen tot het gewóno artillerievuur. De berichten uit Rusland zijn iets uitvoeriger en vooral aan de Styr, in Wolhynië, aan 't zuidelijk uit einde van 't Oostelijk front, schijnt in de laatste dagen weer hardnekkig gestreden. Ocfitenrijksche berichten maken gewag van een overwinning der centrale mogendheden daar. Alweer in den omtrek van Tsartorysk, de zoo vaak genoemde plaats in de laatste weken. Lang hebben de Oostenrijkers en Russen elkaar bestreden aan de Styr, thans melden de telegrammen uit Weenen, dat de laatsten voor goed van den westelijken oever verdreven zijn. Een succes is het, maar de toestand wordt er geenezins door gewijzigd. Het lijkt er meer en meer op, dat dit in de eerste weken, of maanden misschien, ook wel niet zaj, geschieden. De tijd der groote gebeurtenissen aan het Oos terfront is voorbij,... of nog niet aange broken. Ook in heb Noorden, bij Dunaburg en Riga, heeft niets bijzonders plaats ge had, behalve eenige voorposten-gevechten bij Dunaburg en bij Riga een terugdringen van een Duit6che troepenmacht over vijf a zes wersten, althans volgens de Russisohe telegrammen. In de Middellandsche Zee zijn intusschen de duikbooten der centrale mogendheden in de weer. Eerst het passagiersschip de „Ancona", toen de „Firense" en nu weer de „Bosnia" zijn getorpodeerd. Ook van het laatste stoomschip, dat passagiers aan boord had, zouden velen dezer zijn omge komen. Weer, zoo werd uit Parijs bericht, zou het niet een Oostenrijk&che maar een Duitsche onderzeeër zijn geweest, die den aanslag pleegde. Deze nieuwe aanval, heet het in het Parijsche telegram, wekte hevige ontroering en de bladen zouden krachtige maatregelen tegen Duitschland eischen. Indien bewezen wordt, dat deze Italiaan- sche stoomschepen, of ook maar een er van, door de Duitschers tot zinken is gebracht, moet Italië den oorlog verklaren aan Duitschland.. bent- met mijn puita-len Haar te maken". Puit-alenklaarmaken?. Nu ja. je hebt overal menschen, die weten wat goed smaakt... Dab neemt niet weg, dat ik niet inzie een doodzonde te begaan met zoo'n schotel op mijn manier... Maar wat sta ik daar ie wauwelen over zulke dingen, op zoo'n uur! We hadden het over Isidore. Na, ik wil niet dat de jongen den weg van zijn vader opgaat, weet u? Dat is nu zoo mijn idee, en als ik er aan denk dat die jongen... boeten... gevangenis... schande." „Nu," zei ik. „Waarom zou hij niet even goed? De eerste stap is al gedaan!" >;"We zullen zien zei Pamphilius. „We zien al!" antwoordde ik. „Wat- zal jo er tegen doen Hem «laar. Hem mishande- len?... Eu dan? Je hebt het zelf al gezegd: als het st-roopen jo eenmaal in het bloed zit en je bent er al vroeg mee begonnen... Kastijding helpt niet. De school evenmin, als er geen meewerking gevonden wordt in het gezin zelf. Je zult zelf moeien handelen. Verbeter je zelf, en je zult den jongen verbeteren..." „Dat moest- kunnen", zei Pamphilius. ..Tk ken mezelf beter. Ik zal u op dit oogenblik plechtig belooven om niet meer te stroopen. ik zal mijzelf in staat achten om mijn woord na te komen. maar op een mooïen avond wordt bet mij te machtig... De moerassen, de poel. de waterplanten, het nachtelijk donker, dat. alles Iteeffc een onweerstaanbare beko ring voor meliet betoovert me. Ik ben een wilde. En ik zal wel sterven zooals' ik ge leerd Leb..." „"Wie weet. Pamphilius?... Misschien is er een tusschenweg, waarbij alles geschikt wordt. Wat zou jij bijvoorbeeld -zeggen van een toe stand waarbij jo veroorloofd word te leven naar- je eigen lust. als een wilde zooals je 't noemt, op je geliefde poelen en waterenzon der telkens voor processen-verbaal en gevan genisstraf to -behoeven te vreezen?" „Om te leven als een wilde behoeft men nog geen redoloos dier te zijn, mijnheer! Ik denk er zoo over, dat op Onze-Lieve-Heer en den Pre sident van do Republiek na-, er wel niemand zal zijn, die een dergelijk wonder tot stand brengt". „Zoo. Daar vergis je je dan todh in, Pam- phdlia?. Heli ban# sights ran joa af om dat ENGELAND» Lord Kitchener LONDEN. De „Corriere dell a Sera" meldt, dat Lord Kitchener te Moedros (op het eiland Lemnos) i« aangekomen. CrieJische schepen vastgehouden. LONDEN. De „.Daily Mail" meldt, dat de Britsche autoriteiben 90 Grieksche sche pen vasthouden te Liverpool en Newcastle- Wanneer zai de oorlog eindigen? In den aanstaanden zomer, zegt Frederik Paimer, een Amerikaa-nseh oorlogs-corres- pondenl, die meer dan een jaar bij heb Engelsche leger op het Westelijk oorlogs terrein heeft doorgebracht en eemge dagen geleden, na aankomst te New-York, zijne meening als neutraal waarnemer in bijzijn van den correspondent van de „Daily Tele graph" uiteenzette. Palmer is ervan overtuigd, dat de cen trale mogendheden zullen verslagen worden. Hij. heelt de Engelsche loopgraven bezocht in den tijd, toen daar het bericht van miss Cavell's dood bekend werd gemaakt. „De uitwerking op de troepen was on middellijk merkbaar. De zelfopoffering dier vrouw had iets, dat aan Jeanne d'Arc deed denken en de Franschen diep trof en de officieren verklaarden, dat dit feit er meer toe heeft bijgedragen om de Franschen en de Engelschen aan elkander te verbinden, dan alle mogelijke redevoeringen van staats lieden en generaals. De gedachte, die de Engelsche troepen het meest trof, was dat miss Cavell eeno verpleegster was geweest, die haar leven had gewijd aan de verzor ging der gewonden en als zij thans aanval len roepen zij: „Voor miss Cavall" Paimer zeide, dat de zaken er voor En geland niet half zoo slecht voorstaan als de Engelschen zelf meenen en dat het een merkwaardige karaktertrek van de Engel schen is, optimistisch te zijn als het hun niet voor den wind gaat en pessimistisch als er goed nieuws is. „Ma-ir aan het front is iedereen welgemoed. Daar behoeven de mannen slechts te vechten en voor Engeland te fiterven en hebben zij met politiek niets te maken." De Engelschen, zeido hij, „heb ben de gewoonte, hunne vuile wasch in liet publiek te wasschen, maar al» het- Duitsche ijzeren gordijn eens opgelicht kon worden, dan zou de wereld verbaasd zijn over het geen zij te zien zou krijgen." Palmer prees de Engelsche marine, haar inrichting en werkzaamheid zeer hoog, maar Kitchener's leger, zeide hij, is een wereldwonder. „Ik vind de organisatie en uitrusting van het nieuwe leger, dat geheel uit vrij"- willigers bestaat-, een militair wonder. Er zijn kostbare vergissingen begaan, maar het leger in Frankrijk heeft een schitterenden strijd gevoerd. Ik heb het Engelsche leger zien groeien en verbeteren. Ik weet niet. hoe de verhouding tusschen het Fransche en het Engelsche kabinet is, maar ik weet wel, dat die tusschen de Fransche en de Engelsche soldaten beter is dan ooit te voren. Hoe verschillend ook van ras, zij hebben elkander in den strijd leeren waar- deeren." FRANKRIJK. Van het Westelijk Ooriogsterrein. BERLIJN. Drie pogingen van de Fran schen om ons de op 14 Nov. genomen loop graaf ten noordoosten van Ecurie weder te ontrukken mislukten. Op de overige gedeelten van het front-, behalve artillerie- en mijnen gevechten, niets bijzonders. ■Pil de telkenmale herhaalde beschieting van Lens door vijandelijke artillerie werden van 22 Oct. tot 12 Nov. 33 inwoners gedood en 55 gewond. Schade van militairen aard werd niet aangericht. Een tegenspraak van Caillaux. Een „Reuter"-telegram uit Parijs be richt, dat Caillaux de geruchten tegen spreekt, dat hij naar Den Haag is ge weest. Hij verklaart, dat hij niet" buiten Parijs of Mamers is'geweest, sedert hi j te ruggekeerd is van de zending naar Zuid- Afrika, die hij namens de Fransche regee ring heeft volbracht. wonder, als het er al een is, tot stand te brengen. Ik weet, dat je ondanks alles een eerlijke kerel bent, en dat er, uitgezonderd je gebrek van stroopen. niets van lieteekenis op je te zeggen valt. Is dat al niet iets heel bij zonders: een strooper, dio niet duldt dat zijn zoon óók gaat stroopen Dat heeft me doen besluiten. Mijn drie jachtopzieners Icumien het werk niet meer af, zij vragen om hulp. "Wil jij in mijn dienst treden?" „"Wat-Ik? Ik. mijnheer Patil? In uw dienst treden? Jachtopziener bij u worden? Weet u wel, wat u me presenteert?" „Ik weet bet. Pamphilius. Ik heb er lang ge noeg over nagedacht. Oud-stroopers worden "de beste jachtopzieners. Met jou huip zal La Rouche spoedig van stroopers gezuiverd zijn". „Dat zal ik niet ontkennen. Er is geen strooper die mij een poets kan bakken. „Zie je wel?" „Goed. Maar ik vind het nog altoos erg vjv,->-.-,.-1 en onverwacht, dat u me zooiets aan- beidt". ..Ik heb er een bedoeling mee". ..Aha!" zei Pamphilius met een gebaar van ongerustheid. ,,Ik dacht al... Nou, kis u geen al t© onmogelijke condities maakt..." „Je moogt er zelf over oordeeleu, Pamphi lius. Volg me maar!" Eenige oogenblikkon later deden wij onze l intrede bij Athanasius. De jachtopziener kon bij het zien van Pamphilius een fronsen van d© wenkbrauwen niet weerhouden. Wat Isi dore aangaat, die in de donkerste hoek van de kamer was weggekropen, hij was een toonbeeld van vrees eii schrik, en als zijn polsen hem nog zeer deden dan liet hij er niets meer van blij ken. Moeder Tardirc-1 had trouwens het noo dige reeds gedaan de klont boter, die'nog op tafel stond, gaf or blijk van. Mijn eenige on gerustheid was de blik waarmee Pamphilus zijn aartsvijand Athanasius beschouwde. „Athanasius", zei ik, „ben je nog altijd van meenig dat een vierde jachtopziener noodig is?" „Voor den drommel, mijnheer Paul", ant woordde hij, terwijl hij knipoogde m de richting van TF;d<-re hebt er yanavond zelf over kunnen oor doelen". RUSLAND. Van het Oostelijk oorlogstooneel. PETERSBURG. .(Bericht van den Groo ten. Generalen Staf.) Aan liet front van Piiga ten noorden van het Kanger-meer ver volgden wij opnieuw de Duit;cners over een afstand van vijf a zes werst. Aan de Dmna boven Riga hebben ver scheiden voorpostengevechten p.aats gehad iu de streek van het eiland Dalen. Aan. de Dwina in de streek van Friedrichs- stadt en aan het front in de streek van Ja- kobst-adt is het rustig. Bij Illuxt trokken onze troepen op ver scheiden punten door de versperringen heen en b&zetten zij een gedeelte van het kerkhof van die plaats. Het dorp Drisjewotsy werd door de rware artillerie van den vijand beschoten. Aan de rest van net front tot aan de streek van de Pripjet is het kalm. In de streek ten noorden en ten westen van Tsjartorysk beschoot de vijandelijko eware artillerie op 13 Nov. eenige sectoren van ons front bij tusschenpoozen. Op den avond van dien dag trok de vijand vooruit tot de streep ten oosten van het doip Pogadsji. Het gevecht voor de overgangen van de Styr duurt voort. Aan de rest vau het front naar het zui den en iu Galicië is het rustig. Gedurende de afgeloopen maand hebben onze troepen aan hét front in Rusland 674 Oosteurijksche en Duitsche officieren en „Nu, misschien.ben ik*er wel voor te vinden. Laten we eens hooron hoe Pamphilius erover denkt?" „Pamphilius? Meet die er over meespre ken?" riel Athanasius in. „Die in de eerste plaats". En terwijl Lk mij tot Pamphilius wendde, die niet wist of hij staan of zitten zou. vroeg ik; „Meen .je niet. dat het gedrag van Isidore een duchtige verbetering behoort te onder gaan?" „Of ik dat meen?" stoof Pamphilius op. ,,L zult er aanstonds het bewijs van zien"." ...Neen. Ik vind dat de straf al voldoende gewc-est is en ik wensch dat je me belooven zult bet er bij te laten". „Is dat één van uw condities, mijnheer?" „Dat is de eerste. Maar er is er nog een, ©en veel gewichtiger". „Wat dan?" „Pamphilius, daar zijn de puitaien. die jo zoon gevangen heeft. Athanasius wilde dat moeder Ti rui vel ze vbor mij klaarmaakte. Maar dat verkoos ik niet...." „Niet?" „Ik verkoos het ni in de vage hoop dat jij je daar zelf eens mee trilde belasten. Ik weet dat- het eon offer voor je. ik van jo vraag. Ik weet- ook, dat men je ai verschei dene mal=n je geheim heeft willen afkoopen." Ik la« in het oog van Pamphilius een hori gen strijd. ,.ïk heb ©en laadstok van een geweer noo dig", zei hij plotseling, welbesloten. ..Goed". „En een vuur van jeneverstruikenhout." .Goed' „Een druippan. boter, wat pimpernel en een fiesch muskaatwijn. O. en dan een vijzelstam per om de lever fijn te stampen „Je zult het allemaal hebben. Pamphilius. Ts dat a'Ies?.... Mooi!.... Athanasius, mag ik je je nieuwen collega voorsteden „Mijne heeren", eindigde Pan! Cherfils, ..daar komen de pniialen aan, bereid a la P?.m- pliile BorderontGij moet mij eens vertel len, of ik mijn recent te duur betaald heb!"

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1