3
Correspond en tie
Uit Leger en Viool
DE jgjnt .DATENCOURANT van Vrijdag 18 November 1913
hooger wordenden levensstandaard, achteruit
te doen gaan.
Ongelukkig is nu waardoor Is niet go-
bleken de aangehaalde resolutie van den
minister van Marine, waarvan afschrift aan
het departement van Koloniën werd ver
leend, een jaar „onder het loodje" blijven lig
gen en wol totdat een request binnenkwam
van een officier der artillerie van het marine-
etablissement, luitenant ter zee 2e kl„ die
f 125 's maands in traktement aohteruit was
gegaan. Toen eerst is de zaak ook voor de ove
rigen ter hand genomen, maar de oorlog was
in dien tijd uitgebroken met het gevolg, dat
de Indische regeering niet erg geneigd was
not meerdere uitgaven. Een correspondentie
met het opperbestuur volgde, welke nog niet
schijnt afgeloopen. Intusschen zijn de jongere
zee-officieren m Indië aan den wal de dupe
van de departementale vertraging en misvei-
etand.
Voor een inmiddels tot le klas bevorderd
luit. ter zee 2e klas, die volgens de oude trak
tementeregeling pl.m. 610 's maands zou ge
nieten, maakt dit een verschil uit van 85
per maand of ruim 1000 in een jaar. Voor
oen zeer enkele die persoonlijk gehoor wist te
krijgen, is dit bijwege van een personeel© toe
lage goedgemaakt, de overigen zijn.... met een
andere maat gemeten.
Onze briefschrijver vestigt er o.i. terecht do
aandacht op, dat het gebeurde niet bevorder
lijk is aan een goeden geest onder het korps
zee-officieren en evenmin aan den gewensch-
ten toeloop van adspiranten voor adelborst.
Moge in de Kamer de gelegenheid niet ver
zuimd worden om bij de naderende behandeling
van do Indische begrooting hieromtrent van
de regeering eenig naricht te bekomen".
COR RESPOND ENTIEVRACEN.
Alle vragen worden, zooals onze vrienden wel
weten, regelmatig en zoo spoedig mogelijk door
ons afgedaan, zoodat het overbodig is nog weder
eens bij nader schrijven antwoord te verzoeken.
Allicht gaat or eene ruime week mee heen, maar
natuurlijk eischt het eene onderzoek meer tijd
dan het andere. Het is overbodig antivoord in
oen bepaald nummer te vragen. Eerlijkheids
halve worden alle vragen op üo beurt afgedaan.
Uitbetaling vergoeding levensmiddelen
Eerste 'plaatsing.
Rottumeroog.
Allen, die van 1 Dec.21 Febr. te Rot
tumeroog waren gedetacheerd en nog geen
menagegelden ontvingen, zenden hun adres
aan ondergeteekende. Vele postwissels ont
ving ik reeds terug, wegens onvoldoend of
onbekend adres.
De Sergeant-Majoor
S. DE RUITER,
3e Comp., 2e Bat., 9e R. I.
Veldleger.
Adressen gevraagd.
Tweede plaatsing.
De Directeur Hoofdexpeditie Veldpost
verzoekt opgave van' de tegenwoordige
adressen van:
Sergeant Jos. Boem en, 4e com.p. 13
R. I.j
Sergeant Gerard C ooien, 4 II,
2 R.
C. Done kers, 3/1, le sectie Ouden
bosch
Korporaal Van K o-jj pen, Staf Ie
Bat. 15 R. I.;
J. van Niekerk, milicien 4 R. I. of
15 R. I.
P. van Po ele, milicien, depót III;
Korporaal Jan Sloot, Assen.
Voor al deze personen i9 buitenlandscbe
correspondentie aanwezig, die aan opgege
ven adressen onbekend is verklaard.
Serg. v. D. te Den Helder. De eenige wijzi
ging, die ten aanzien wan militairen betref
fende het kiesrecht wordt voorgesteld is deze,
dat de schorsing, in artikel 5 van de Kieswet
geregeld, niet wordt toegepast op vrijwilligers
voor zoover deze als regel buiten den oorlogs
bodem of buiten do kazerne nachtverblijf hou
den. Eene eigenlijke wijziging is dit niet, daar
deze vrijwilligers, ook thans niet geschorst wer
den in hun kiesrecht, indien zij belasting- of
huurkiezers waren. Red.
C. H. M. te Amsterdam, 't Spijt ons zeer,
maar wij hebben de ruimte in de allereerste
plaats zóó noodig voor bijdragen uit leger en
vloot, dat wij voor ontboezemingen van bur
gers geen ruimte kunnen afstaan. Red.
G. K. to Ede. Voor Utrecht: G. C. D.
d'Aumale baron van Har denbroek van Harden-
broek, lid van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal, te Zeist; P. W. J. van Hassel, lid
van dén raad der gemeente Utrechten mr.
dr. D. A. P. N. Kooien, lid van de Tweede
Kamer der Sta ten-Generaal, te- Utrecht. R o d.
3© Batt. 4e Reg. Veldart. Do Kiek is te
zwart en daardoor voor overmaken ongeschikt.
Red.
Pensioen.
E. V., Leeuwarden. Wij geven het onder
staande, zoodat gij zelf u kunt overtuigen in
hoeverre recht op pensioen bestaat
Het recht op vortdui-end pensioen wordt
verkregen
lo. tor zake van verwonding of verminking,
tijdens de uitoefening van den militairen
disast in den strijd bekomen, of veroorzaakt
door gevorderde of bevolen militaire diensten,
alsook ter zake van ziels- of lichaamsgebreken,
welke het gevolg zijn van verrichtingen of
vermoeienissen, aan de uitoefeningen van den
militairen dienst verbonden, of van bijzondere
omstandigheden of toestanden, die zich bij do
uitoefening van dezen dienst hebben voofge-
Sassonow.
Wc geven hier het portret van een Rus-
aïschen minister, die in sijn il'and oen merk
waardig man is eu voor een der beste Rus
sische diplomaten geldt. Meer dan eens
Was Sassonow minister van buitenlandsche
zaken, verwisselde die functie met een ge
zantschap te Parijs en, werd daarna weer
miriister. Hij behoort tot de z.g. oorlog
zuchtige partij en hij heeft zeer veel gedaan
voor oen nauwere aaneensluiting van Rus
land en Frankrijk. In de laatste dagen
heette het, dat hij zou aftreden, maar de
Tsaar schijnt hem ta .willen hamlhajye%
daan, voor zoover die verwonding, vermin-
Icing, ziels- of lichaamsgebreken den belang
hebbende tot do verdere waarneming van den
militairen dienst ongeschikt, maken;
2o. ter zake van ongeschiktheid voor de ver
dere waarneming van c'len militairen dienst
uit hoofde van verwonding of verminking,
dan wel ziels- of lichaamsgebreken, ontstaan
door andere oorzaken dan lo. vermeld, mits
de ongeschiktheid niet het gevolg zij van eigen
moedwillige handelingen of v,<n ongeregeld
gedrag en de belanghebbende ten minste tien
jaren werkelijken dienst liebbe;
Van het pensioen bedrag.
In de gevallen wordt toegekend
a. indien de bekomen verwonding, vermin
king, ziels- of lichaamsgebreken den betrok
kene voor altijd buiten staat stellen om in
zijn levensonderhoud te voorzienliet volle
pensioenbedrag
b. indien zij hem niet buiten staat stellen
om in zijn levensonderhoud te voorzien drie
vierde gedeelte van het volle pensioensbedrag
of zooveel meer als hem naar eene berekening
in evenredigheid van zijne dienstjaren op den
voet van het bepaald© bij de artikelen 19 en
20 zou toekomen;
c. indien zij hem tijdelijk buiten, staat stel
len om in zijn levensonderhoud te voorzien:
voorloopig het volle pensioensbedrag, tenzij liij
het voor pensioen ter zake van langdurigen
dienst gevorderde aantal dienstjaren mocht
hebben bereikt, in welk geval hem het pen
sioen al dadelijk op den voet van het be
paalde sub a zal worden toegekend.
Het voorloopig te verleemen pensioensbe
drag wordt aanvankelijk toegekend voor een
jaar en zal daarna, zoolang de belanghebben
de nog niet verkeert in een der gevallen, sub
a en b vermeld, bij 'herhaling, doch niet meer
dan vier malen, voor gelijken tijd worden
toegestaan.
Na verloop van vijf jaren wordt het pen
sioen niet weder voorloopig verleend. De be
trokkene wordt alsdan geacht te verkeeren
in het geval onder a, tenzij blijkt, dat het
geval onder b aanwezig is.
Het volle pensioensbedrag voor een sergeant
is 400 per jaar. Red.
Adres gevraagd.
Beleefd opgave verzocht van liet adres Tan
don Isten luitenant der *uf. J. C. N ij 1 a n d,
verbonden aan de Krijgsschool, door W. Smit,
havenbatterij, Brielle.
Verloren Voorwerpen.
16 October j.l. heeft een landweer-pontonnier
zijn koppel met bajonet en schede No. 955 in
een spoortrein laten liggen. De vinder wordt
beleefd verzocht berioht te zenden.
In de loopgraven.
Sergeant Fred, schrijft ous uit 's Graven-
li age:
Waarde kameraden!
Daar 'ben ik zoowaar in de loopgraven ge»
v,7eest. Hoe ik daar kwam, zal ik u eens eren
vertellen. Van de week kwam tante Coba bij
ons, en nauwelijks was zij binnen of zij vroeg:
„Ga je Zaterdag mee naar de loopgraven.1'"
„Naar de loopgraven antwoordde ik
„wel beste tante ik hoop er nimmer te komen
en u weet wel dot ik geen verlof kan krijgen
om naar Frankrijk te gaan". „Naar Frank
rijk?", riep tante terwijl haar gelaat spier
wit werd „wat denk je dat ik gevaar wil
loopen om gewond of misscliien nog erger te
worden?" Nu begreep ik er totaal niets van,
en bleef tante verwonderd aanstaren, totdat
zij begon te vertellen dat er op het afgesloten
gedeelte van het park „Zorgvliet" door de
grenadiers overdekte loopgraven zijn gemaakt
zooals men die op de slagvelden ook heeft.
D© netto-opbrengst der entree-prijzen ver-
teldë tante, waarschijnlijk om propaganda te
maken, „is ten voordeele der „Veieeniging
Steun aan Miliciens".
Of ik al uitvluchten zocht, het hielp niets
tante had zich eenmaal voorgenomen dat ik mee
moestwant zij beweerde maar dat ik, omdat
ik een uniform droog, onmisbaar was bij haar
bezoek aan de loopgraven. Eindelijk stemde
ik toe en zoo gebeurde bet dan dat j.l. Zater
dag tante Coba, mijn zuster Clara en mijn per
soon naar het park „.Zorgvliet" gingen. Toen
wij op de Johan de Wittlaan wandelden zag
ik reeds van verre de geliefde driekleur wap
peren.
Een sergeant mot drie miliciens welk
viertal volgens Clara, de commissie van ont
vangst vormden stond aan den ingang. Nu,
ik moet zeggen dat zij zich op loffelijke wijze
van hunne taak kweten, want gelijk alle
overige aanwezige militairen zij waren zeer
beleefd en voorkomend. Nadat ik mij voorzien
liad van de noodige toegansbewij'zen moesten
wij een wel wat te smal bruggetje over dat
waarschijnlijk als er iemand afgevallen is,
verbreed zal worden cn passeerden de con
trole. Wij waren nu aan de overdekte loopgra
ven gekomen en moest ik, volgens tante en
Clara er het eerst in, daar nu mijn functie als
gids begon. Eerlijk gezegd had ik veel lust om
terug te gaan daar ik nu gevoélde welk een
groote verantwoordelijkheid op mijn schouders
drukte, om voor gids dienst te moeten doen in
een voor ïujj geheel vreemde omgeving. Doch
daar tante en Clara mij tot voortgaan aan
spoorden begreep ik dat hot niet ging en betrad
ik de onderaardsche verblijven.
Zijt gij al eens in een mijn geweest? Neen?
Nu ik ook niet, maar ik begrijp, dat een mijn
ved overeenkomst moet hebben met een over
dekte loopgraaf of omgekeerd, de loopgraaf
met een mijn. Links bevindt zich een houten
wandredits bevindt zich een houten wand
een dito 'zolder en dit alles wordt gesteund
door boomstammen. De zolderbalken, liggen met
de uiteinden óp zakken, gevuld met zand om
het wegzinken in de grond te voorkomen. Naar
vjjands zijd© komt de zolder niet met den
grond in aanraking, zoodat men gedeeltelijk
hot terrein kan overzien. Ik schrijf gedeelte
lijk, want men heeft om alles aan het gezicht
des vijands te kunnen onttrekken op handige
wijze gordijnen voor de openingen gehangen.
Gordijnen vervaardigd van opengesneden zand
zakken die men door middel van een paar
ijzerdraadjes kan ophalen en neerlaten. Clara
vond die ijzerdraadjes heel practiseh daar de
soldaten niet dat vervelende gezanik zullen
hebben dat er af en toe een gordijnkoord stuk
is. Niet overal bestaat do zolder uit hout, wat
door tante het eerste werd opgemerkt., en toen
zij er mij op attent maakte, zag ik vlechtgaas
in plaats van planken. Over het gaas waren
zoden gelegd eu daarop was weer zoo ik
later zag het noodig© zand geworpen. Na
tuurlijk moest zij weten waarvoor dat gaas
diende, en ik vertelde dat men hier gaas had
•gebruikt om te voorkomen dat de jongens door
konijnen werden gestoord. Wat ik"hierop moest
hooren verzwijg ik liever. Op onderlinge af
standen zijn vierkante openingen in de zolder,
en door een© steekt een langwerpig vierkante
koker. Als men in een spiegel ziet die zich in
een ander weerkaatst kan men het terrein
overzien zonder zelf gezien te worden. Nadat
tante en Clara gehoor hadden gegeven aan de
vrouwelijke nieuwsgierigheid om tot in het ein-
delooze inlichtingen te vragen, gingen wij ver
der en kwamen in een gedeelte dat door "klei
ne ondraaglijk stinkende petroleum lampjes
zeer spaarzaam verlicht was. In dezen gang staat
een. mitrailleuse eu toen de dames hoorden dat
daar 500. schoten per minuut mee gedaan kun
nen worden, zeide Clara, angstig: „ik krijg er.
kippenvel van", waarip ik liet volgen„als
het daar maar bij b'lijft, want iedere kip die
men hier te pakken krijgt wordt geslacht".
Tante vond het bepaald noodig mij hierover te
berispen en of ik al zeide dat ik 'het. niet zoo
kwaad bedoelde, het hielp niets cn ik was
dankbaar weer verder te kunnen wandelen, en
nu kwamen wij aan een flinke ruimte waarin
Jangs Jen wand slaapplaatsen waren aange
bracht. Ik zeide de jongens dat zij een bordje
moesten ophangen met het opschrift „Hotel
do Houten Paplepel" of zoo iets. Of het ge
daan is weet ik natuurlijk niet en anders weet
een uwer misschien wel een passenden naam
voor dit „Hotel". Er was daar ook gelegen
heid om te stoken, doch volgons Olara, doet
men dat niet in do praktijk, daar men door den
rook do aandacht des vijands trekt. In hoeverre
zij gelijk heeft, laat ik ter beoordeeling van u.
Enkele M. verder was de uitgang en na met
zeer veel moeite een allerellendigst trapje te
hebben beklommen waarbij ik in mijn ijver
om de dames behulpzaam te zijn duchtig mijn
■hoofd tegen den zolder stootte, stonden wij
in de buitenlucht.
Ofschoon tante tot de minder aangename
ontdekking kwam dat de veer van haar nieu
we hoed was geknakt, en Clara een leelijke
vlek op haar mantel had. verklaarden beidon
het bezoek nog eens te zullen herhallen en een
ieder te 'zullen aansporen eens ©en kijkje te
gaan nemen; natuurlijk ook al ter wille van
het goede doel. Nu over weinig bezoek heeft
men niet te klagen en als aan het eind dezer
maand de Vcreeniglng „Steun aan Miliciens"
de netto opbrengst ontvangt, zal zij wel ons
aller dank willen overbrengen aan hem, die toe
stemming gaf om op deze wijze iets voor de
Vereeniging te doen.
En nu, waarde lezer, ontvang de hartelijke
groeten van uw aller kameraad
FRED.
Kroonsergeant A. J. Kaiff schrijft ons:
Bij deze bericht ik u even dat het bericht
ouder Legerzaken in het No. van 7 Nov. over
de loopgraaf op Zorgvliet niet geheel juist is.
Deze is n.l. te zien van 5 tot en met 12 Novem
ber van 10 uur v.m\ tot 4 uur n.m. ii, 25 cent
per persoon en van 13 tot en met 19 November
van 10 uur v.m. tot 4 uur n.m. a 15 cent per
persoon. De ingang is in de Verlengde Johan
de Witlaan.
Uit Hansweert.
Sergeant A. v. d. Linde schrijft ons:
Wij, het Hansweertsche detachement, wij
hebben het verlatenHansweert, het bedrijvige
dorpje, dat gelegen aan den zoom der Wester-
scheide, ons is lief geworden. Vijftien maanden
aaneen hebben wij er doorgebracht en wij zijn
één met haar geworden. In de eerste dagen der
mobilisatie, niet het minst in den droeven tijd
der vlucht uit België's hoofdstad hebben wij
haar burgerij van de goede zijde leeron kennen,
en haar gastvrijheid is ons al die vijftien maan
den geschonken, zoo ongedwongen, dat zij
altijd bij ons in de aangenaamste herinnering
zal blijven.
Echter de fatale datum 25 Oct. bracht ons
het bericht: „3 Nov. overplaatsing naar Oost-
Kapelle". Hoe dat ontvangen werd, behoeven
wij niet te zeggen. Militairen en burgerij, allen
betreurden het, doch daaraan was niet te ver
anderen, en daarom 3 Nov. kwam en vond ons
gereed voor den afmarsch. Wij kregen nog een
gespierde afscheidsspeech van den plaatselijken
comm. de luit. ter zee De Jong, die eveneens
zijn spijt uitdrukte te moeten scheiden van een
detachement, dat door trouwe plichtsbetrach
ting zijn achting had gewonnen en daarom met
hem en de burgerij was één geworden.
Toen trokken wij, met onzen comm., de le
luit. Tadema, aan 't hoofd op marsch. Wij had
den wat voor den boeg; waarlijk ,,'t was een
lange, laDge weg naar Oost-Kapelle", een leu
kerd zong het op do Tnpperary-wijs. Maar wij
hebben het volgehouden. Willes sommige spot
vogels do Landweer in een bespottelijk dag
licht stellen door met eenig variant op het oude
liedje van do Schutterij het uit te bulken
„Daar komt de „Landweer" enz., wij hebben
ze den mond gesnoerd en den 47 KIM. marsch
flink afgelegd. Vroolijk en opgeruimd stapten
wij er op los.
Na een marsch van pl.m. vier uur kregen wij
te 's Heer-Arendskerko warm middageten, Wij
dachten reeds: 't zal een flink© tafel zijn voor
circa 100 man. Nu ze was ook met groen eu
bloemen versierd. Wij zaten n.l. aan den dijk.
Eerlijk gezegd hadden wij van 's Heer-Arends-
kerke iets beters verwacht, want na een ver
warmenden marsch in letterlijken zin „aan
den dijk" gezet te worden valt niet mee. Als
wij van rechtmatige klachten durven te spre
ken, kan men deze er wel onder rangschikken
meenden wij. Doch, den moed er in houden,
was het parool, en na een uur rustens ging liet
weer voorwaarts.
Half negen 's avonds, was Middelburg be
reikt. Als een troep pas afgerichte recrutcn
stapten wij Middelburgs rustige straten
door, 't marktplein op, en brood en koffie
bracht ons weer een aangename verfrissehing.
Na 1 uur rust blonk weer het commando
..aantreden". Een opgewekt soldatenlied kldbk
door do schoone Walchersche landouwen, en de
echo weerkaatste het, en de sterren flonkerden
in de vredige stilte van den schoonen Novem
bernacht, of er nooit oorlog gekend was. Het
laatste dorpje passeerden wij, 't hoofd van een
enkele nieuwsgierige dook op door het dak
venster en met guitigen kwinkslag groetten wij
elkaar. Zoo kwamen wij dan op Oost-Kapelle,
het eind van den marsch was er. 't Was half
een. Achterblijvers hadden wij niet, daar zorg
den enkele fietsen voor. Wij behoeven niet te
zeggen hoe vlug wij op de stroozak en onder de
dekens kwamen. Zie. dat is nu de prestatie
van de Landweer. Flinke kerels, hè. die van 't
Ha nsweertsoh detachement.
Nu, wij hopen dat Oost-Kapelle ons een
tweede Hansweert zal worden.
Liever hadden wij dat do zoete droom van
demobilisatie of „Landweer aflossing" do ver
werkelijking nabij r.-ns, wan* Ham —eert of
Oost-Kapelle. of omgekeerd, „thuis bovenal".
Dank aan Yes-sake,
Sergeant W. do B. schrijft- ons
Mer, eenige aarzeling traden we Yerseka bin
nen. Wij, gewoon aan "t kazerne- en forti'-ven,
gewoon tusschen de diensturen onze eigen baas
te zijn, trokken met. eenige bezorgdheid de
plaats binnen, de plaats met haar beroemd ver
leden, beroemd om de in haar plaats bloeiende
cultures, berucht om hare verkeerde volksge
woonten. Doch wij hebben ons moeten schamen
over onze seheove voorstelling omtrent Yerseke.
De militairen werden gul ontvangen, werden
beter onthaald dan volgens de wet geëischt
werd. werden beter behandeld dan in een vol
gend kantonnement ons- zou te beurt vallen
(zoo heeft do tijd ons verder geleerd).
In Yerseke werd beseft wat onze mannen,
onze zonen, die onder de wapenen zijn, missen
moeten, wat anderen, niet verplichten, voor
geen kapitalen zouden willen overnemen. In
Yerseke wordt gevoeld wat het is van huis en
haard te moeten, en den wapenrok te moeten
dragen. Daar was men bewust hoe men den
militair moest steunen in zijn plichtsbetrach
ting en zijn liefde voor het vaderland moest
aanwakkeren. Burgerij enmilitairen leefden
samen, gevoelden zich aan elkander verknocht
en genoten siuuen huiselijk leven. Bovendien
was er nog een zeer gezellig mil. tehuis.
Daarom (gelet op alles) inwoners van Yer
seke, wij vragen excuus voor het mot aarze
ling tot u komen, betuigen dank, hartelijk, en
nog eens dank voor uw herbergzaamheid, voor
uw weldoen, voor uw meer geven dan van u ge-
eischt werd en voor de buitengewone vriend
schap ondervonden.
Wij roemen u in uw handelen, zeggen nog
maals Yerseke is inkwartiering waard cn ho
pen dat de groei van en de welvaart, de cul
tures in Yerseke tot een ongekende hoogte
mogen worden opgevoerd. Yerseke vaarwel-1
Kr. W. d. B.
Mobïlisatietooneelckib „Juliana".
Fourier L. Baau, Depot 3e Reg. Veldartil
lerie, schrijft ons
De Mobilisatietooneelclub „Juliana", van
het Depot van het 3e Regiment Veldartillerie,
onder beschermheerschap van don commandant
van dit Depot, den WelEdgestr. Heer kapitein
baron Van Boetzelaer, zag zich genoodzaakt
van haren voorzitter, den milicien Joh. Lester-
huis, voor drie maanden afscheid te nemen,
daar dezen voor den tijd van drie maanden ver
lof werd verleend, ten oindo zijn bedrijf weder
©enigszins op gang t© brengen.
Alhoewel dit- voor genoemde club een zwaar
verlies is, zoo verheugden zich tóch alle leden
met haren voorzitter over het verleenon van
dit verlof. Er werd een tijdelijk voorzitter ge
kozen.
Een en ander gaf aanleiding tot het beleggen
eener vergadering, waarin tevens werd beslo
ten, weder eenige stukken voor den a. s. win
ter in studie te nemen, en, zoo spoedig als
met het oog op de omstandigheden mogelijk is,
over te gaan v:t eene uitvoering.
Aangeziefr echter deze club, die verleden
jaar van hare eerste uitvoering f 35 aan het
Koninklijk Nationaal Steuncomité af kón dra
gen, thans gebrek aan financiën heeft, wordt
zij in ieders belangstelling ten zeerst© aanbe
volen.
Stoffelijke blijken van belangstelling zelfs
de kleinste gave is welkom zullen gaarne in
ontvangst worden genomen door L. Baan, fou-
rier Depot 3e Regiment Veldartillerie, waarna
verantwoording in de „Soldatencourant" volgt.
Kunstavond voor de soldaten op het Fort bij
Pennlngsveer.
Korp. v. Willigenburg schrijft ons:
Maandagavond 8 Nov. traden op voor de be
zetting van bovengenoemd fort in de feestelijk
ingerichte groote cantiriezaal mcj. Di Moorlag
(zang), mej. del Valle, (piano), ntej, .Marie
Kreps (cabaretliederen), de heer J, Poppelsdorf
(viool).
In de zaal werd door de soldaten gevoeld de
kracht en bekoring, die cv van echt© kunste
naarszielen, zonnekindertjes kan uitgaan en de
vele toepasselijke soldatenliederen alsmede de
vele hoogere kunstuitingen werden in volkomen
stilte aangehoord en door Kun meeslepende
voordracht begrepen.
Bovengenoemde dames (met uitzondering van
den soldaat Poppelsdorf die reeds lang inge
lijfd is) vast in te lijven bij de bezetting van
het Fort bij Penningsveer was zeker de gedach
te van menig soldaat dien avond.
En wij begrijpen en billijken die gedachten.
Want naar de bloemenhulde door den oomman-
dant res.-kapitein C. O. v. Altena der dames
overhaódigd en de nadien door een woordvoer
der uit het midden der bezetting gesproken
woorden te oordeelen als dank voor hunne
gaven en waarbij tevens een lans werd gebroken
ter waardeering van den echten kunstenaar in
het algemeen was het succes volkomen verj
verdiend en zal de herinnering aan de uitvoe
renden nog lang blijven voortleven.
Dat zij spoedig nogmaals mogen wederkeeren
Wetskennis.
(Vervolg en slot.)
Art. 2.
Wanneer eenige overeenkomst een bepaling
bevat, krachtens welke, voor het geval een der
partijen (clit zijn de personen, clie die overeen
komst hebben aangegaan) op et-n bepaald tijd
stip niet voldoet aan hare verplichting tot be
taling van een zekere geldsom, (b.v. betaling
ra-u huishuur), pacht enz.) voor deze partij na-
deelig© gevolgen intreden of kunnen intreden,
(b.v. het opleggen van boeten, uitzetting uit
huis) kan deze zich, ook indien dat bepaald
tijdstip reeds verstreken is, bij verzoekschrift
wenden tot de Arrondissements-Rechtbank ha-
rer woonplaats, met het verzoek haar een ter
mijn te gunnen om alsnog aan hare verplichting
te voldoen.
De Rechtbank kan, wanneer haar summier-
lijk blijkt, dat de schuldenaar (hij, die moet
betalen) uitsluitend of hoofdzakelijk tenge
volge van de tegenwoordige buitengewone om
standigheden tijdelijk niet in staat is zijne ver
plichting na te komen, het verzoek inwilligen
en den schuldenaar een termijn van te hoog
st© 6 maanden gunnen. Bij inwilliging van het
verzoek vervallen de bij de overeenkomst be
paalde nadeelige gevolgen, indien, binnen den
gegunden termijn, de schuldenaar alsnog aan
zijn verplichting voldoet.
De Rechtbank beschikt op het verzoekschrift,
nadat partijen in raadkamer zijn gehoord, al
thans zijn opgeroepen.
Op verzoen van den schuldenaar kan de door
de Rechtbank gegunde termijn één of meerma
len, telkens met ten hoogste 6 maanden, wor
den verlengd.
Op dit verzoek vindt het bij bet eerste en
tweede lid bepaalde overeenkomstige toepas
sing.
hij de toepassing van het voorafgaande stelt-
de Rechtbank zoodanige voorwaarden en maakt
zij zij zoodanige bepalingen, als zij in he-t be
lang van den sc-huldeisoher noodig oordeelt. Ook
kan, op verzoek van dezen laatste, de schulde
naar gehoord, althans opgeroepen, de Recht
bank, indien zij daartoe termen vindt, den ter
mijn verkorten. De Griffier geeft den schulde
naar daarvan onverwijld kennis.
Bedraagt de geldsom in liet eerste lid bedoeld
minder dan f 200. dan moet het verzoekschrift
worden gericht tot den kantonrechter, die-, met
inachtneming van het in dit artikel bepaalde,
daarop beschikt.
Art. 3.
Wanneer faillietverklaring wordt verzocht of
gevorderd, kan, op verzoek van den schuldenaar
de beschikking voor een termijn van ten hoogste
6 maanden worden aangehouden, indien den
rechter summierlij-k blijkt, dat de toestand, be
doeld bij het eerste lid van art. 1 der Failhssc-
mentswet, slechts van tijdelijken aard is en uit
sluitend of hoofdzakelijk te wijten is.aan de te
genwoordige omstandigheden.
Do termijn kan op verzoek van den schulde
naar één of meermalen, telkens met ten hoog
ste 6 maanden, worden verlengd.
Indien de faillietverklaring na toepassing
van het eerste lid wordt uitgesproken, wordt
het tijdstip, waarop de termijnen aanvangen,
vermeld in de art-t. 43 en 45 der Faillissements-
wet-, berekend van den dag af, waarop de rech
ter zijn eerste beschikking op het verzoek op de
vordering tot faillietverklaring heeft gegeven
(de artt. 43 en 45 der Faill.-wet zijn van geen
direct belang voor u).
Bij de toepassing van het eerste lid stelt de
rechter zoodanige voorwaarden en maakt hij
zoodanige bepalingen, als bij in liet belang van
de echuïdeischers noodig oordeelt. Ook kan. de
sohuldenaar gehoord, althans opgeroepen, de
rechter, indien hij daartoe termen vindt, te
allen tijde de aanhouding van de beschikking
herroepen. De griffier geeft den schuldenaar
daarvan onverwijld kennis.
Art. 4.
Wanneer een schuldenaar bedreigd wordt
met eenig gerechtelijk of buitengerechtelijk ver
baal op het geheel of een gedeelte zijner goe
deren of insehulden (b.v. bij beslag, hypotheek)
kan hij zich bij verzoekschrift, wenden tot de
Arrondissements-Rechtbank zijner woonplaats,
met het verzoek, te gelasten, dat de tenuitvoer
legging zal worden opgeschort. De Recht-bank
kan dit verzoek voer een termijn van ten hoog
ste 6 maanden inwilligen, wanneer haar sum-
mierlijk blijkt, dat de schuldenaar uitsluitend
of (hoofdzakelijk ten gevolge van de tegenwoor
dige buitengewone omstandigheden tijdelijk
niet in staat is aan zijne verplichtingen te vol
doen.
De Rechtbank beschikt op het verzoekschrift,
nadat partijen in raadkamer zijn gehoord, al
thans zijn opgeroepen.
Op verzoek van den schuldenaar kan de door
de rechtbank bepaalde termijn één of-meerma
len. telkens met ten~hoogste 6 maanden, worden
verlengd.
Bij de toepassing van het voorafgaande stelt
de Rechtbank zoodanige 'voorwaarden en maakt
zij zoodanig bepalingen, als zij in het. belang
van den schuldenaar noodig oordeelt. Ook kan,
op verzoek van dezen laatste, de schuldenaar
gehoord, althans opgeroepen, de rechtbank, in
dien zij daartoe termen vindt, den termijn ver
korten. De griffier geeft den schuldenaar
daarvan onverwijld kennis.
Onder verhaal in het eerste lid wordt be
grepen verkoop krachtens onherroepelijke vol
macht, pandrecht qï beding op. den grondslag
van reglementen betreffende den goederen
handel.
Art. R.
Nadat den schuldeiecher hij deurwaarders-
oxploït afschrift van een door den schuldenaar
aan de Arrondirx'-monts-Rechtbank ingevolge
art. 4 ingediend verzoekschrift is bcteekopd,
kan geenerlci gerechtelijk of buitengerechtelijk
verhaal plaat- vinden, alvorens do rechtbank
op het verzoekschrift heeft beschikt, tenzij
reeds vroeger op ©en verzoekschrift van gelijk©
strekking in dezelfde zaak een© afwijzend©
beschikking mocht zijn gegeven.
Art. 6.
De rechter is steeds bevoegd, al of niet
onder ©ede, zoodanige personen ie hooren, als
hij te zijner voorlichting noodig acht. Aan hen
kan vergoeding worden toegelegd op den voet
van het Tarief van Justitickosten ©n Salarissen
in Burgerlijke zaken (van geen direct belang
voor u).
Dit verhoor hoeft in raadkamer plaats in
tegenwoordigheid, althans na oproeping van
partij'en.
Art. 7,
Alle oproepingen om in raadkamer te ver
schijnen, geschieden hij brief van den griffier.
Art. 8.
De rechterlijke beslissingen, ingevolge deze
wet gegeven, zijn niet onderworpen aan hooger
beroep of cassatie.
Art, 9.
Alle stukken, ingevolge deze wet opgemaakt,
zijn vrij van zegel en worden voor zooveel
noodig kosteloos geregistreerd. Griffierechten
zijn ter zake van do toepassing dezer wet niet
verschuldigd.
Art. 10.
Deze wet is niet van toepassing ten smn.
zien van verplichtingen aangegaan n;i 29 Juli
1914, noch ten aanzien van al hetgeen waarin
voorzien is hij dc Beurswet 1914.
Art. 11.
Deze wet treedt in werking op den dag ha: er
afkoncjiging. Zoodra do tegenwoordig© mnten-
gewone omstandigheden hebben opgehouden te
bestaan, zal aan de Stateil-Generaal een voor
stel van wet worden gedaan, waarbij dc intrek
king van deze wet, zoomede de overgang tot
den normalen toestand wordt geregeld.
Kustbatlerij te Bath. P. BEKS Jr.
Uit Scheveningert.
„Eenige dankbare grenadiers" schrijven ons:
Maandag 8 November heeft het mobilisatie-
ensemble Tenge-Kok, van het le Bat. te Sche
ven ingen, ean hot garnizoen aldaar, in de can-
tine van 3/1, een schitterenden avond bereid.
De avond werd ingeleid door een strijkje,
onder leiding van den res.-gren. Jan Kok, met
een marsoh „Naar iSoesterbcrg" van Jan Kok,
waarmede hij zeer veel succes oogstte en een
mooie Straiusswale. Daarna zong mevr. Tenge
Ruysch eenige ernstige liedjes, welke 'haar veel
applaus bezorgden. Vervolgens een viool-solo
van den res.-gren. J. Kok (Chant de Sirene),
ook een eigen compositie, waarmede hjj toon
de èn uitstekend componist èn gevoelvol viool
speler t© zijn.
Toen kwam de clou van dan avond, 't duo Ten-
ge-Ruysoh. Het uitbundig lachen en 't daverend
applaus na elk nummer bewees, dat zij hun
publiek wisten te pakken. Mot de „vrouwelijke
inkwartiering"klucht van den gren. Tenge,
was wel het hoogtepunt bereikt, het onophou
delijk onbedaarlijk lachen was wel het beste
bewijs voor hun succes. In de voordracht „Een
slachtoffer der mobilisatie" toonde de gren,
Tenge, dat bij zich mee de beste Hollandse!)©
karakterkemieken op één lijn 'kan stollen.
Verder een woord van hulde aan den klavier
speler Pieter Kok, een 'broeder van genoemde
res.-gren., voor zijn uitstekend spel. Verschil
lende heeren officieren vereerden de voorstel
ling door hun tegenwoordigheid, o.a. de kapi
tein Van Hoogenhuyzen, commandant van 3/1
Reg. Gren.
Zooals wij vernamen, stelt het ensemble zich
ook beschikbaar voor andere garnizoenen, te
gen vergoeding van reiskosten. Wij gunnen
dan ook onzen kameraden ciders zulk can ge
not en bevelen hen ten 2cerste aan.
Ondertrouwd,
Milicien J- v. d. Bos van 1-28 L.W. I.,
schrijft ons
Al behoort hot feit op zich zelf nu niet meer
tot de bijzonderheden, en al weten wij nu wel,
dat er' dagelijks zoo véél jongelui naar liet
stadhuis gaan om zich in den echt te laten ver
binden, toch is het', mede omdat het tijdens de
mobilisatie gebeurt, voor de soldaten van de
le Compagnie van het 28e L, V. Bataljon een
gebeurtenis, die wij hier willen meraoreeren.
Donderdag 4 Nov. heeft onze collega H. v.
d. Velden de stoute schoenen aangetrokken
en zich in soldatenpak naar het bureau v. d.
Burg. Stand begeven om in het huwelijksbootje
te stappen. De soldaten van de 3e sectie van
bovengenoemde comp. hadden 's weeks van te
voren al gehoord, welke plannen v. d. V. had
en dc kopoen hij' elkaar gestoken om hem een
blijvende herinnering aan de mobilisatie cadeau
te doer. Een kleine bloemenhulde, meenden
zij, zou tevens niet ongepast zijn. Vrijdag
avonds laat kwam de bruidegom op de, comp.
en keek vreemd op dat ze hem tusschen het
groen wilden te slapen leggen, Veel aandacht
werd er echter' door hem niet aan geschonken
want de drukte thuis had hem in die mate ver
moeid, dat hij zich maar op den stroozak neer-
vleide om den anderen morgen do meer offi-
eieele huldiging in ontvangst te nemen. Zater
dagmorgen werden wij dan ook, door den sergt.
S„ hij den bruidegom geroepen waarna deze
onze collega, met een hartelijke toespraak, een
fraai klokje overhandigde daarbij den wensch
uitsprekende dat het ook voor v. d: V. zal
moge zijn: „Zooals het klokje thuis tikt, tikt
het nergens". Nadat de sergt. S. zi. n van
vriendschap getuigende rede had uitgesproken,
werd door ons een lwavo en handgeklap aange
heven, wat natuurlijk zeggen wilde dat wij het
volmondig met onzen scctie-eomm. eens waren.
De bruidegom, die niet op zoo'n huldiging
gerekend had, was te zeer aangedaan om ons
met veel woorden te bedanken. Hij beloofde
echter, thuis naar het uurwerk ziende, nog
dikwijls aan onze kameraadschap te zullen den
ken en verlangde spoedig maar weer in het
burgerleven te kunnen terugkeeren.
De plechtigheid was hiermede afgeloopen en
allen gingen weer aan het poetsen, overtuigd
een vriendschapsdaad te hebben verricht.
B.
Voor militairen ontspanning aangeboden.
L. W. Kustwachter J. M. M. de Zoete
schrijft ons uit. Schevpuingen
In uw veel gelezen blad heb ik dikwijls arti
kelen gelezen, waarin militairen van verschil
lende afdeelingen en detachementen klagen
over gebrek aan ontspanning. Om die reden
wil ik mij belanglo o s beschikbaar stellen
tot het geven van gezellige avonden. Ik vul den
avond als humorist, goochelaar, gedachtenlezer
en. als de ruimte het toelaat, als kunstwiel
rijder. Daar ik altijd met e©n helper werk, zou
den alleen deze kosten moeten worden vergoed.
Indien er manschappen 'zijn, die op mijn
voorstel willen ingaan, schrijf dan aan den
landweerman J. M. M. de Zoete, landweer
kustwachtdetachement, Scheveningen.
P.S. Lees het verslag in onze „Soldatencou-
rant" van 5 Nov., propagandafeestavond der
Densvereeniging Voor ons Genoegen, 4 1
Jagers.
1e Comp. 47 Bat. L. W. Jagers.
Militair De Laat schrijft ons:
Dat de kameraadschap onder de manschap
pen van bovengenoemde eompie groot is blijkt
uit het volgende. De L. W. soldaat Engels ont
ving dezer dagen de heugelijke tijding dat zijne
dierbare wederhelft hem een welgeschapen
dochter had geschonken. Daar dergelijke ge
schenken gewoonlijk met groote kosten ge
paard gaan en d© gelukkige vader geen kapita
list is, werd door landweerman A. J- Baten
burg 't plan opgevat kader en manschappen een
collectelijst aan te bieden, hetwelk pjet succes
werd bekroond. De opbrengst bedroeg f 18.
Onder toepasselijke woorden werd hem door
Batonburg <tn korp. Smit dit bedrag in enve
loppe overhandigd. Sprekers wenschten licrn
namens de geheel© compi© van hort© geluk,
terwijl door hen de wensoh werd geuit, dat
nog \elcn na dez«- mogen volgen.
Engels was blijkbaar zeer aangedaan door
deze betoond© vriendschap en kon niets ander*
ui*.brengen dan „Mag ik de heeren bedanken".
Moge dit voorbeeld navolging vindon.
Lezing voor de militairen van Res. Bat. B.
Film schrijft ons
Na een periode van stilstand ia do gebruike
lijke ontspanningsavonden (t© wijten nan
nieuw© plannen tot breedere betrachting van
dit sympathiek doel) waren de militairen van
Res. Bat. B. weder eens uitgeuoodigd voor
c-ne lezing.
En het is voor de eerst© maal dat colt der
officieren van de interneering voor ons (bewa
il ing:,troepen) optrad, inderdaad een hoogst
verblijdend tecken waarbij wordt gehoopt dat
'loor meerdere heeren dit voorbeeld gevolgd zal
worden.
Kapitein Van IJseldijk was zoo beleefd onze
aandacht te vragen voor Nederlandsch-Indië.
We bezochten de havenwerken van Batavia,
verwonderden ons over den grootecben opzet
daarvan, zagen Verschillend© stadsdcclen waar
van de Chineesche wijk ons het meest typisch
voorkwam, bewonderden verschillende groot©
officieel© gebouwen, bekeken schoone bergland
schappen, /naakten kennis met de tabnksaan-
pliinpng, alles door keurig© transpérantplateft,
en hot geestig pakkend woord van kapitein
Van IJseldijk toegelicht.
Voor ons Europeanen is ons schoon Indië
inderdaad een hoogst interessant onderwerp
en liet is dan ook niet genoeg te waardeeren.
dat onze belangstelling wordt gewekt voor het
land dat zich „ginds slingert om den evenaar
als ©en gordel van smaragd". We hopen kapi
tein Van IJseldijk nog eens in ons midden to
mogen aantreffen en danken hem voor den
hoogst amusanten avond, welken Zjjne Weled.
Gestr. ons heeft bereid.
Reserve Bat. B. tegen „Presto".
„Film" meldt ons:
Door drukke werkzaamheden verhinderd,
melden wij thans de 4e overwinning van het
Rr-. Bat. B. Voetbal 11-tal tegen „Presto" uit
uit Utrecht. De wedstrijd (die een zéér span
nend karakter droeg) werd door bet Bataljon
B gewonnen met 21.
Dankbetuiging.
Kameraden van 1-1 29 R1. 2© sectie. Bij
deze betuigen wjj onzen hartolijken dank vooi
het mooie cadeau dat gij allon on6 by om hu
welijk hebt geschoniken.
J. VAN HIEUREGT.
L. VAN HIEUREGT—Schrijvershof.
Bergen-op-Zoom.
(Van sergt. G. Persklomp.)
O Bergen-op-Zoom heb 'k spottend gezongen
Toen 'k lag in Uwe bekende vest'
'k Voelde me bij u t© zeer gedrongen,
'k Wild© weg zijn, :k vond j© niet best.
Naar Giesen zjjn wij heengetrokken.
'Wij hadden plezier, we vonden 't best;
Maar, hemeljelief, wat ben ik geschrokken,
Wat is me dat hier toch een neet.
Ik kankerd'op Bergen z'n huizen,
Z'n straten, z'n pleinen, z'n Bier,
'k Wilde naar Eindhoven, 'k ging je verguizen
Was 'k bij je gebleven, dan had 'k nog pleziei.
Hier staan zeven huizen, de wegen
Zij zijn m© t© modd'rig, te vet
Overal grijnst de klei j© maar t©gen,
De menschen, om 8 uur t© bed.
Een cantin© hebben w! een flinke,
Maar moeilijk te bereiken, helaas,
Omdat w' in de modder verzinken,
Gemeentereiniging, waar is jc baas?
O Bergen-op-Zoom durfd' ik schrijven,
Vergeeft mij, ik doe het nooit weer,
O had ik bij u kunnen blijven!
Want erger kan het vast niet meer.
G. PERSKLOMP.
Onze Soldatencourant.
(Van korp. Groot-Enterink.)
In ons dierbaar Vaderland
Wordt uitgegeven een Soldatenkrant.
't Orgaan voor onze militairen,
Waaruit iedereen wel wat kan leeren.
't Hoofdartikel is doorgaans gewijd
Aan den toestand in den reuzenstrijd.
Waarin de heer Manassen
Alles bij elkander weet te passen.
Als ik !t overzicht heb nagezien,
Krijg ik dan nog bovendien
Te lezen hoe ze vechten op het land,
In Servië, zoowel als in liet Belgenland.
'k Lees dan dat door Fransch- of Engelschman,
Als vrucht van een nieuw aanvalsplan,
Een sterke stelling is genomen.
Maar 't kostte veel offers om er in te komen.
Ga ik wat verder dan weer voort.
Lees ik: „Een kruiser in den grond geboojrd".
!t. Bericht komt ditmaal uit Berlijn,
Dus 't zal zoo vaar als een Evangelie zijn.
Nu vind ik weer dat Hare Majesteit
Een inspectiereis heeft afgeleid,
't Was deez' keer op dien tocht
Dat de provincie Groningen werd bezocht.
Dan kom ik aan de legerzaken,
Waarin men ons attent wil maken,
V elk© officieren of er met pensioen
Afstand van hun commando doen.
Ook wordt er hier en daar verteld
Een quacstie over het menagegeld.
Of ik lees van een infanterist,
Die na zijn laatste reis een kepi mist.
Om alles echter aan t© stippen,
Zou men te veel tijd doen ontglippen.
'k Zal c-r dus maar toe overgaan,
En ©en blik op de gedichten te slasn.
Ik lees dan van sergeant Persklomp,
(Die dicht voorwaar niet lomp).
V ant al was 't slechts van de platte pet,
Hij heeft steeds de puntjes op de i gezet.
Ook vond ik wel een enkelen keer,
Een lied van sergeant Vermeer.
En van milicien Groenouwen,
Die den goeien geest er ook wel in kan houwen.
Of ik vind van Piet van Eggeien,
(Die dicht gelijk Weleer van Zeggelen).
Een klacht weer over vrije port,
Waarover reeds menig traantje werd gestort.
Ook las ik wel eens poëzie.
Van een milicien der Artillerie,
De stukken van den milicien Van Loon,
Vond ik werkelijk heel schoon.
'k Lees ook nog hier en daar,
Den dank van een jong huwelijkspaar
Voor 't geen hun werd gegeven.
Bij 't begin van "t huwlijksleven.
Dan schrijft men over het Pandoeren,
Over Klaveraas, en Schoppenboeren.
't Praatje van de Houwitser Batterij,
Is heel duidelijk, volgens mij.
Zoo vind elk militair in dorp en stad,
Iets van zijn gading in het soldatenblad.
En zeg ik: ..Lang leef de heer Manassen,
Di© ons met dit blaadje kwam verrassen.
Korpl. GROOT EXZERIXK,
2e Eskadron Wielrijders.
„Celukwensch".
(Van korp. S. Schraa).
Reeds vel© maanden is 'fc geleden,
Dat. 'k voor 't eerst mijn intrek nam
In het hospitaal voor zieken,
't Staat te Delft, vlak aan de tram.
Wat al wederwarighedei
Heb ik daar yaak meegotsssxi