3 Correspond en tie Uit Leger en Viool DE jgjnt .DATENCOURANT van Vrijdag 18 November 1913 hooger wordenden levensstandaard, achteruit te doen gaan. Ongelukkig is nu waardoor Is niet go- bleken de aangehaalde resolutie van den minister van Marine, waarvan afschrift aan het departement van Koloniën werd ver leend, een jaar „onder het loodje" blijven lig gen en wol totdat een request binnenkwam van een officier der artillerie van het marine- etablissement, luitenant ter zee 2e kl„ die f 125 's maands in traktement aohteruit was gegaan. Toen eerst is de zaak ook voor de ove rigen ter hand genomen, maar de oorlog was in dien tijd uitgebroken met het gevolg, dat de Indische regeering niet erg geneigd was not meerdere uitgaven. Een correspondentie met het opperbestuur volgde, welke nog niet schijnt afgeloopen. Intusschen zijn de jongere zee-officieren m Indië aan den wal de dupe van de departementale vertraging en misvei- etand. Voor een inmiddels tot le klas bevorderd luit. ter zee 2e klas, die volgens de oude trak tementeregeling pl.m. 610 's maands zou ge nieten, maakt dit een verschil uit van 85 per maand of ruim 1000 in een jaar. Voor oen zeer enkele die persoonlijk gehoor wist te krijgen, is dit bijwege van een personeel© toe lage goedgemaakt, de overigen zijn.... met een andere maat gemeten. Onze briefschrijver vestigt er o.i. terecht do aandacht op, dat het gebeurde niet bevorder lijk is aan een goeden geest onder het korps zee-officieren en evenmin aan den gewensch- ten toeloop van adspiranten voor adelborst. Moge in de Kamer de gelegenheid niet ver zuimd worden om bij de naderende behandeling van do Indische begrooting hieromtrent van de regeering eenig naricht te bekomen". COR RESPOND ENTIEVRACEN. Alle vragen worden, zooals onze vrienden wel weten, regelmatig en zoo spoedig mogelijk door ons afgedaan, zoodat het overbodig is nog weder eens bij nader schrijven antwoord te verzoeken. Allicht gaat or eene ruime week mee heen, maar natuurlijk eischt het eene onderzoek meer tijd dan het andere. Het is overbodig antivoord in oen bepaald nummer te vragen. Eerlijkheids halve worden alle vragen op üo beurt afgedaan. Uitbetaling vergoeding levensmiddelen Eerste 'plaatsing. Rottumeroog. Allen, die van 1 Dec.21 Febr. te Rot tumeroog waren gedetacheerd en nog geen menagegelden ontvingen, zenden hun adres aan ondergeteekende. Vele postwissels ont ving ik reeds terug, wegens onvoldoend of onbekend adres. De Sergeant-Majoor S. DE RUITER, 3e Comp., 2e Bat., 9e R. I. Veldleger. Adressen gevraagd. Tweede plaatsing. De Directeur Hoofdexpeditie Veldpost verzoekt opgave van' de tegenwoordige adressen van: Sergeant Jos. Boem en, 4e com.p. 13 R. I.j Sergeant Gerard C ooien, 4 II, 2 R. C. Done kers, 3/1, le sectie Ouden bosch Korporaal Van K o-jj pen, Staf Ie Bat. 15 R. I.; J. van Niekerk, milicien 4 R. I. of 15 R. I. P. van Po ele, milicien, depót III; Korporaal Jan Sloot, Assen. Voor al deze personen i9 buitenlandscbe correspondentie aanwezig, die aan opgege ven adressen onbekend is verklaard. Serg. v. D. te Den Helder. De eenige wijzi ging, die ten aanzien wan militairen betref fende het kiesrecht wordt voorgesteld is deze, dat de schorsing, in artikel 5 van de Kieswet geregeld, niet wordt toegepast op vrijwilligers voor zoover deze als regel buiten den oorlogs bodem of buiten do kazerne nachtverblijf hou den. Eene eigenlijke wijziging is dit niet, daar deze vrijwilligers, ook thans niet geschorst wer den in hun kiesrecht, indien zij belasting- of huurkiezers waren. Red. C. H. M. te Amsterdam, 't Spijt ons zeer, maar wij hebben de ruimte in de allereerste plaats zóó noodig voor bijdragen uit leger en vloot, dat wij voor ontboezemingen van bur gers geen ruimte kunnen afstaan. Red. G. K. to Ede. Voor Utrecht: G. C. D. d'Aumale baron van Har denbroek van Harden- broek, lid van de Eerste Kamer der Staten- Generaal, te Zeist; P. W. J. van Hassel, lid van dén raad der gemeente Utrechten mr. dr. D. A. P. N. Kooien, lid van de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal, te- Utrecht. R o d. 3© Batt. 4e Reg. Veldart. Do Kiek is te zwart en daardoor voor overmaken ongeschikt. Red. Pensioen. E. V., Leeuwarden. Wij geven het onder staande, zoodat gij zelf u kunt overtuigen in hoeverre recht op pensioen bestaat Het recht op vortdui-end pensioen wordt verkregen lo. tor zake van verwonding of verminking, tijdens de uitoefening van den militairen disast in den strijd bekomen, of veroorzaakt door gevorderde of bevolen militaire diensten, alsook ter zake van ziels- of lichaamsgebreken, welke het gevolg zijn van verrichtingen of vermoeienissen, aan de uitoefeningen van den militairen dienst verbonden, of van bijzondere omstandigheden of toestanden, die zich bij do uitoefening van dezen dienst hebben voofge- Sassonow. Wc geven hier het portret van een Rus- aïschen minister, die in sijn il'and oen merk waardig man is eu voor een der beste Rus sische diplomaten geldt. Meer dan eens Was Sassonow minister van buitenlandsche zaken, verwisselde die functie met een ge zantschap te Parijs en, werd daarna weer miriister. Hij behoort tot de z.g. oorlog zuchtige partij en hij heeft zeer veel gedaan voor oen nauwere aaneensluiting van Rus land en Frankrijk. In de laatste dagen heette het, dat hij zou aftreden, maar de Tsaar schijnt hem ta .willen hamlhajye% daan, voor zoover die verwonding, vermin- Icing, ziels- of lichaamsgebreken den belang hebbende tot do verdere waarneming van den militairen dienst ongeschikt, maken; 2o. ter zake van ongeschiktheid voor de ver dere waarneming van c'len militairen dienst uit hoofde van verwonding of verminking, dan wel ziels- of lichaamsgebreken, ontstaan door andere oorzaken dan lo. vermeld, mits de ongeschiktheid niet het gevolg zij van eigen moedwillige handelingen of v,<n ongeregeld gedrag en de belanghebbende ten minste tien jaren werkelijken dienst liebbe; Van het pensioen bedrag. In de gevallen wordt toegekend a. indien de bekomen verwonding, vermin king, ziels- of lichaamsgebreken den betrok kene voor altijd buiten staat stellen om in zijn levensonderhoud te voorzienliet volle pensioenbedrag b. indien zij hem niet buiten staat stellen om in zijn levensonderhoud te voorzien drie vierde gedeelte van het volle pensioensbedrag of zooveel meer als hem naar eene berekening in evenredigheid van zijne dienstjaren op den voet van het bepaald© bij de artikelen 19 en 20 zou toekomen; c. indien zij hem tijdelijk buiten, staat stel len om in zijn levensonderhoud te voorzien: voorloopig het volle pensioensbedrag, tenzij liij het voor pensioen ter zake van langdurigen dienst gevorderde aantal dienstjaren mocht hebben bereikt, in welk geval hem het pen sioen al dadelijk op den voet van het be paalde sub a zal worden toegekend. Het voorloopig te verleemen pensioensbe drag wordt aanvankelijk toegekend voor een jaar en zal daarna, zoolang de belanghebben de nog niet verkeert in een der gevallen, sub a en b vermeld, bij 'herhaling, doch niet meer dan vier malen, voor gelijken tijd worden toegestaan. Na verloop van vijf jaren wordt het pen sioen niet weder voorloopig verleend. De be trokkene wordt alsdan geacht te verkeeren in het geval onder a, tenzij blijkt, dat het geval onder b aanwezig is. Het volle pensioensbedrag voor een sergeant is 400 per jaar. Red. Adres gevraagd. Beleefd opgave verzocht van liet adres Tan don Isten luitenant der *uf. J. C. N ij 1 a n d, verbonden aan de Krijgsschool, door W. Smit, havenbatterij, Brielle. Verloren Voorwerpen. 16 October j.l. heeft een landweer-pontonnier zijn koppel met bajonet en schede No. 955 in een spoortrein laten liggen. De vinder wordt beleefd verzocht berioht te zenden. In de loopgraven. Sergeant Fred, schrijft ous uit 's Graven- li age: Waarde kameraden! Daar 'ben ik zoowaar in de loopgraven ge» v,7eest. Hoe ik daar kwam, zal ik u eens eren vertellen. Van de week kwam tante Coba bij ons, en nauwelijks was zij binnen of zij vroeg: „Ga je Zaterdag mee naar de loopgraven.1'" „Naar de loopgraven antwoordde ik „wel beste tante ik hoop er nimmer te komen en u weet wel dot ik geen verlof kan krijgen om naar Frankrijk te gaan". „Naar Frank rijk?", riep tante terwijl haar gelaat spier wit werd „wat denk je dat ik gevaar wil loopen om gewond of misscliien nog erger te worden?" Nu begreep ik er totaal niets van, en bleef tante verwonderd aanstaren, totdat zij begon te vertellen dat er op het afgesloten gedeelte van het park „Zorgvliet" door de grenadiers overdekte loopgraven zijn gemaakt zooals men die op de slagvelden ook heeft. D© netto-opbrengst der entree-prijzen ver- teldë tante, waarschijnlijk om propaganda te maken, „is ten voordeele der „Veieeniging Steun aan Miliciens". Of ik al uitvluchten zocht, het hielp niets tante had zich eenmaal voorgenomen dat ik mee moestwant zij beweerde maar dat ik, omdat ik een uniform droog, onmisbaar was bij haar bezoek aan de loopgraven. Eindelijk stemde ik toe en zoo gebeurde bet dan dat j.l. Zater dag tante Coba, mijn zuster Clara en mijn per soon naar het park „.Zorgvliet" gingen. Toen wij op de Johan de Wittlaan wandelden zag ik reeds van verre de geliefde driekleur wap peren. Een sergeant mot drie miliciens welk viertal volgens Clara, de commissie van ont vangst vormden stond aan den ingang. Nu, ik moet zeggen dat zij zich op loffelijke wijze van hunne taak kweten, want gelijk alle overige aanwezige militairen zij waren zeer beleefd en voorkomend. Nadat ik mij voorzien liad van de noodige toegansbewij'zen moesten wij een wel wat te smal bruggetje over dat waarschijnlijk als er iemand afgevallen is, verbreed zal worden cn passeerden de con trole. Wij waren nu aan de overdekte loopgra ven gekomen en moest ik, volgens tante en Clara er het eerst in, daar nu mijn functie als gids begon. Eerlijk gezegd had ik veel lust om terug te gaan daar ik nu gevoélde welk een groote verantwoordelijkheid op mijn schouders drukte, om voor gids dienst te moeten doen in een voor ïujj geheel vreemde omgeving. Doch daar tante en Clara mij tot voortgaan aan spoorden begreep ik dat hot niet ging en betrad ik de onderaardsche verblijven. Zijt gij al eens in een mijn geweest? Neen? Nu ik ook niet, maar ik begrijp, dat een mijn ved overeenkomst moet hebben met een over dekte loopgraaf of omgekeerd, de loopgraaf met een mijn. Links bevindt zich een houten wandredits bevindt zich een houten wand een dito 'zolder en dit alles wordt gesteund door boomstammen. De zolderbalken, liggen met de uiteinden óp zakken, gevuld met zand om het wegzinken in de grond te voorkomen. Naar vjjands zijd© komt de zolder niet met den grond in aanraking, zoodat men gedeeltelijk hot terrein kan overzien. Ik schrijf gedeelte lijk, want men heeft om alles aan het gezicht des vijands te kunnen onttrekken op handige wijze gordijnen voor de openingen gehangen. Gordijnen vervaardigd van opengesneden zand zakken die men door middel van een paar ijzerdraadjes kan ophalen en neerlaten. Clara vond die ijzerdraadjes heel practiseh daar de soldaten niet dat vervelende gezanik zullen hebben dat er af en toe een gordijnkoord stuk is. Niet overal bestaat do zolder uit hout, wat door tante het eerste werd opgemerkt., en toen zij er mij op attent maakte, zag ik vlechtgaas in plaats van planken. Over het gaas waren zoden gelegd eu daarop was weer zoo ik later zag het noodig© zand geworpen. Na tuurlijk moest zij weten waarvoor dat gaas diende, en ik vertelde dat men hier gaas had •gebruikt om te voorkomen dat de jongens door konijnen werden gestoord. Wat ik"hierop moest hooren verzwijg ik liever. Op onderlinge af standen zijn vierkante openingen in de zolder, en door een© steekt een langwerpig vierkante koker. Als men in een spiegel ziet die zich in een ander weerkaatst kan men het terrein overzien zonder zelf gezien te worden. Nadat tante en Clara gehoor hadden gegeven aan de vrouwelijke nieuwsgierigheid om tot in het ein- delooze inlichtingen te vragen, gingen wij ver der en kwamen in een gedeelte dat door "klei ne ondraaglijk stinkende petroleum lampjes zeer spaarzaam verlicht was. In dezen gang staat een. mitrailleuse eu toen de dames hoorden dat daar 500. schoten per minuut mee gedaan kun nen worden, zeide Clara, angstig: „ik krijg er. kippenvel van", waarip ik liet volgen„als het daar maar bij b'lijft, want iedere kip die men hier te pakken krijgt wordt geslacht". Tante vond het bepaald noodig mij hierover te berispen en of ik al zeide dat ik 'het. niet zoo kwaad bedoelde, het hielp niets cn ik was dankbaar weer verder te kunnen wandelen, en nu kwamen wij aan een flinke ruimte waarin Jangs Jen wand slaapplaatsen waren aange bracht. Ik zeide de jongens dat zij een bordje moesten ophangen met het opschrift „Hotel do Houten Paplepel" of zoo iets. Of het ge daan is weet ik natuurlijk niet en anders weet een uwer misschien wel een passenden naam voor dit „Hotel". Er was daar ook gelegen heid om te stoken, doch volgons Olara, doet men dat niet in do praktijk, daar men door den rook do aandacht des vijands trekt. In hoeverre zij gelijk heeft, laat ik ter beoordeeling van u. Enkele M. verder was de uitgang en na met zeer veel moeite een allerellendigst trapje te hebben beklommen waarbij ik in mijn ijver om de dames behulpzaam te zijn duchtig mijn ■hoofd tegen den zolder stootte, stonden wij in de buitenlucht. Ofschoon tante tot de minder aangename ontdekking kwam dat de veer van haar nieu we hoed was geknakt, en Clara een leelijke vlek op haar mantel had. verklaarden beidon het bezoek nog eens te zullen herhallen en een ieder te 'zullen aansporen eens ©en kijkje te gaan nemen; natuurlijk ook al ter wille van het goede doel. Nu over weinig bezoek heeft men niet te klagen en als aan het eind dezer maand de Vcreeniglng „Steun aan Miliciens" de netto opbrengst ontvangt, zal zij wel ons aller dank willen overbrengen aan hem, die toe stemming gaf om op deze wijze iets voor de Vereeniging te doen. En nu, waarde lezer, ontvang de hartelijke groeten van uw aller kameraad FRED. Kroonsergeant A. J. Kaiff schrijft ons: Bij deze bericht ik u even dat het bericht ouder Legerzaken in het No. van 7 Nov. over de loopgraaf op Zorgvliet niet geheel juist is. Deze is n.l. te zien van 5 tot en met 12 Novem ber van 10 uur v.m\ tot 4 uur n.m. ii, 25 cent per persoon en van 13 tot en met 19 November van 10 uur v.m. tot 4 uur n.m. a 15 cent per persoon. De ingang is in de Verlengde Johan de Witlaan. Uit Hansweert. Sergeant A. v. d. Linde schrijft ons: Wij, het Hansweertsche detachement, wij hebben het verlatenHansweert, het bedrijvige dorpje, dat gelegen aan den zoom der Wester- scheide, ons is lief geworden. Vijftien maanden aaneen hebben wij er doorgebracht en wij zijn één met haar geworden. In de eerste dagen der mobilisatie, niet het minst in den droeven tijd der vlucht uit België's hoofdstad hebben wij haar burgerij van de goede zijde leeron kennen, en haar gastvrijheid is ons al die vijftien maan den geschonken, zoo ongedwongen, dat zij altijd bij ons in de aangenaamste herinnering zal blijven. Echter de fatale datum 25 Oct. bracht ons het bericht: „3 Nov. overplaatsing naar Oost- Kapelle". Hoe dat ontvangen werd, behoeven wij niet te zeggen. Militairen en burgerij, allen betreurden het, doch daaraan was niet te ver anderen, en daarom 3 Nov. kwam en vond ons gereed voor den afmarsch. Wij kregen nog een gespierde afscheidsspeech van den plaatselijken comm. de luit. ter zee De Jong, die eveneens zijn spijt uitdrukte te moeten scheiden van een detachement, dat door trouwe plichtsbetrach ting zijn achting had gewonnen en daarom met hem en de burgerij was één geworden. Toen trokken wij, met onzen comm., de le luit. Tadema, aan 't hoofd op marsch. Wij had den wat voor den boeg; waarlijk ,,'t was een lange, laDge weg naar Oost-Kapelle", een leu kerd zong het op do Tnpperary-wijs. Maar wij hebben het volgehouden. Willes sommige spot vogels do Landweer in een bespottelijk dag licht stellen door met eenig variant op het oude liedje van do Schutterij het uit te bulken „Daar komt de „Landweer" enz., wij hebben ze den mond gesnoerd en den 47 KIM. marsch flink afgelegd. Vroolijk en opgeruimd stapten wij er op los. Na een marsch van pl.m. vier uur kregen wij te 's Heer-Arendskerko warm middageten, Wij dachten reeds: 't zal een flink© tafel zijn voor circa 100 man. Nu ze was ook met groen eu bloemen versierd. Wij zaten n.l. aan den dijk. Eerlijk gezegd hadden wij van 's Heer-Arends- kerke iets beters verwacht, want na een ver warmenden marsch in letterlijken zin „aan den dijk" gezet te worden valt niet mee. Als wij van rechtmatige klachten durven te spre ken, kan men deze er wel onder rangschikken meenden wij. Doch, den moed er in houden, was het parool, en na een uur rustens ging liet weer voorwaarts. Half negen 's avonds, was Middelburg be reikt. Als een troep pas afgerichte recrutcn stapten wij Middelburgs rustige straten door, 't marktplein op, en brood en koffie bracht ons weer een aangename verfrissehing. Na 1 uur rust blonk weer het commando ..aantreden". Een opgewekt soldatenlied kldbk door do schoone Walchersche landouwen, en de echo weerkaatste het, en de sterren flonkerden in de vredige stilte van den schoonen Novem bernacht, of er nooit oorlog gekend was. Het laatste dorpje passeerden wij, 't hoofd van een enkele nieuwsgierige dook op door het dak venster en met guitigen kwinkslag groetten wij elkaar. Zoo kwamen wij dan op Oost-Kapelle, het eind van den marsch was er. 't Was half een. Achterblijvers hadden wij niet, daar zorg den enkele fietsen voor. Wij behoeven niet te zeggen hoe vlug wij op de stroozak en onder de dekens kwamen. Zie. dat is nu de prestatie van de Landweer. Flinke kerels, hè. die van 't Ha nsweertsoh detachement. Nu, wij hopen dat Oost-Kapelle ons een tweede Hansweert zal worden. Liever hadden wij dat do zoete droom van demobilisatie of „Landweer aflossing" do ver werkelijking nabij r.-ns, wan* Ham —eert of Oost-Kapelle. of omgekeerd, „thuis bovenal". Dank aan Yes-sake, Sergeant W. do B. schrijft- ons Mer, eenige aarzeling traden we Yerseka bin nen. Wij, gewoon aan "t kazerne- en forti'-ven, gewoon tusschen de diensturen onze eigen baas te zijn, trokken met. eenige bezorgdheid de plaats binnen, de plaats met haar beroemd ver leden, beroemd om de in haar plaats bloeiende cultures, berucht om hare verkeerde volksge woonten. Doch wij hebben ons moeten schamen over onze seheove voorstelling omtrent Yerseke. De militairen werden gul ontvangen, werden beter onthaald dan volgens de wet geëischt werd. werden beter behandeld dan in een vol gend kantonnement ons- zou te beurt vallen (zoo heeft do tijd ons verder geleerd). In Yerseke werd beseft wat onze mannen, onze zonen, die onder de wapenen zijn, missen moeten, wat anderen, niet verplichten, voor geen kapitalen zouden willen overnemen. In Yerseke wordt gevoeld wat het is van huis en haard te moeten, en den wapenrok te moeten dragen. Daar was men bewust hoe men den militair moest steunen in zijn plichtsbetrach ting en zijn liefde voor het vaderland moest aanwakkeren. Burgerij enmilitairen leefden samen, gevoelden zich aan elkander verknocht en genoten siuuen huiselijk leven. Bovendien was er nog een zeer gezellig mil. tehuis. Daarom (gelet op alles) inwoners van Yer seke, wij vragen excuus voor het mot aarze ling tot u komen, betuigen dank, hartelijk, en nog eens dank voor uw herbergzaamheid, voor uw weldoen, voor uw meer geven dan van u ge- eischt werd en voor de buitengewone vriend schap ondervonden. Wij roemen u in uw handelen, zeggen nog maals Yerseke is inkwartiering waard cn ho pen dat de groei van en de welvaart, de cul tures in Yerseke tot een ongekende hoogte mogen worden opgevoerd. Yerseke vaarwel-1 Kr. W. d. B. Mobïlisatietooneelckib „Juliana". Fourier L. Baau, Depot 3e Reg. Veldartil lerie, schrijft ons De Mobilisatietooneelclub „Juliana", van het Depot van het 3e Regiment Veldartillerie, onder beschermheerschap van don commandant van dit Depot, den WelEdgestr. Heer kapitein baron Van Boetzelaer, zag zich genoodzaakt van haren voorzitter, den milicien Joh. Lester- huis, voor drie maanden afscheid te nemen, daar dezen voor den tijd van drie maanden ver lof werd verleend, ten oindo zijn bedrijf weder ©enigszins op gang t© brengen. Alhoewel dit- voor genoemde club een zwaar verlies is, zoo verheugden zich tóch alle leden met haren voorzitter over het verleenon van dit verlof. Er werd een tijdelijk voorzitter ge kozen. Een en ander gaf aanleiding tot het beleggen eener vergadering, waarin tevens werd beslo ten, weder eenige stukken voor den a. s. win ter in studie te nemen, en, zoo spoedig als met het oog op de omstandigheden mogelijk is, over te gaan v:t eene uitvoering. Aangeziefr echter deze club, die verleden jaar van hare eerste uitvoering f 35 aan het Koninklijk Nationaal Steuncomité af kón dra gen, thans gebrek aan financiën heeft, wordt zij in ieders belangstelling ten zeerst© aanbe volen. Stoffelijke blijken van belangstelling zelfs de kleinste gave is welkom zullen gaarne in ontvangst worden genomen door L. Baan, fou- rier Depot 3e Regiment Veldartillerie, waarna verantwoording in de „Soldatencourant" volgt. Kunstavond voor de soldaten op het Fort bij Pennlngsveer. Korp. v. Willigenburg schrijft ons: Maandagavond 8 Nov. traden op voor de be zetting van bovengenoemd fort in de feestelijk ingerichte groote cantiriezaal mcj. Di Moorlag (zang), mej. del Valle, (piano), ntej, .Marie Kreps (cabaretliederen), de heer J, Poppelsdorf (viool). In de zaal werd door de soldaten gevoeld de kracht en bekoring, die cv van echt© kunste naarszielen, zonnekindertjes kan uitgaan en de vele toepasselijke soldatenliederen alsmede de vele hoogere kunstuitingen werden in volkomen stilte aangehoord en door Kun meeslepende voordracht begrepen. Bovengenoemde dames (met uitzondering van den soldaat Poppelsdorf die reeds lang inge lijfd is) vast in te lijven bij de bezetting van het Fort bij Penningsveer was zeker de gedach te van menig soldaat dien avond. En wij begrijpen en billijken die gedachten. Want naar de bloemenhulde door den oomman- dant res.-kapitein C. O. v. Altena der dames overhaódigd en de nadien door een woordvoer der uit het midden der bezetting gesproken woorden te oordeelen als dank voor hunne gaven en waarbij tevens een lans werd gebroken ter waardeering van den echten kunstenaar in het algemeen was het succes volkomen verj verdiend en zal de herinnering aan de uitvoe renden nog lang blijven voortleven. Dat zij spoedig nogmaals mogen wederkeeren Wetskennis. (Vervolg en slot.) Art. 2. Wanneer eenige overeenkomst een bepaling bevat, krachtens welke, voor het geval een der partijen (clit zijn de personen, clie die overeen komst hebben aangegaan) op et-n bepaald tijd stip niet voldoet aan hare verplichting tot be taling van een zekere geldsom, (b.v. betaling ra-u huishuur), pacht enz.) voor deze partij na- deelig© gevolgen intreden of kunnen intreden, (b.v. het opleggen van boeten, uitzetting uit huis) kan deze zich, ook indien dat bepaald tijdstip reeds verstreken is, bij verzoekschrift wenden tot de Arrondissements-Rechtbank ha- rer woonplaats, met het verzoek haar een ter mijn te gunnen om alsnog aan hare verplichting te voldoen. De Rechtbank kan, wanneer haar summier- lijk blijkt, dat de schuldenaar (hij, die moet betalen) uitsluitend of hoofdzakelijk tenge volge van de tegenwoordige buitengewone om standigheden tijdelijk niet in staat is zijne ver plichting na te komen, het verzoek inwilligen en den schuldenaar een termijn van te hoog st© 6 maanden gunnen. Bij inwilliging van het verzoek vervallen de bij de overeenkomst be paalde nadeelige gevolgen, indien, binnen den gegunden termijn, de schuldenaar alsnog aan zijn verplichting voldoet. De Rechtbank beschikt op het verzoekschrift, nadat partijen in raadkamer zijn gehoord, al thans zijn opgeroepen. Op verzoen van den schuldenaar kan de door de Rechtbank gegunde termijn één of meerma len, telkens met ten hoogste 6 maanden, wor den verlengd. Op dit verzoek vindt het bij bet eerste en tweede lid bepaalde overeenkomstige toepas sing. hij de toepassing van het voorafgaande stelt- de Rechtbank zoodanige voorwaarden en maakt zij zij zoodanige bepalingen, als zij in he-t be lang van den sc-huldeisoher noodig oordeelt. Ook kan, op verzoek van dezen laatste, de schulde naar gehoord, althans opgeroepen, de Recht bank, indien zij daartoe termen vindt, den ter mijn verkorten. De Griffier geeft den schulde naar daarvan onverwijld kennis. Bedraagt de geldsom in liet eerste lid bedoeld minder dan f 200. dan moet het verzoekschrift worden gericht tot den kantonrechter, die-, met inachtneming van het in dit artikel bepaalde, daarop beschikt. Art. 3. Wanneer faillietverklaring wordt verzocht of gevorderd, kan, op verzoek van den schuldenaar de beschikking voor een termijn van ten hoogste 6 maanden worden aangehouden, indien den rechter summierlij-k blijkt, dat de toestand, be doeld bij het eerste lid van art. 1 der Failhssc- mentswet, slechts van tijdelijken aard is en uit sluitend of hoofdzakelijk te wijten is.aan de te genwoordige omstandigheden. Do termijn kan op verzoek van den schulde naar één of meermalen, telkens met ten hoog ste 6 maanden, worden verlengd. Indien de faillietverklaring na toepassing van het eerste lid wordt uitgesproken, wordt het tijdstip, waarop de termijnen aanvangen, vermeld in de art-t. 43 en 45 der Faillissements- wet-, berekend van den dag af, waarop de rech ter zijn eerste beschikking op het verzoek op de vordering tot faillietverklaring heeft gegeven (de artt. 43 en 45 der Faill.-wet zijn van geen direct belang voor u). Bij de toepassing van het eerste lid stelt de rechter zoodanige voorwaarden en maakt hij zoodanige bepalingen, als bij in liet belang van de echuïdeischers noodig oordeelt. Ook kan. de sohuldenaar gehoord, althans opgeroepen, de rechter, indien hij daartoe termen vindt, te allen tijde de aanhouding van de beschikking herroepen. De griffier geeft den schuldenaar daarvan onverwijld kennis. Art. 4. Wanneer een schuldenaar bedreigd wordt met eenig gerechtelijk of buitengerechtelijk ver baal op het geheel of een gedeelte zijner goe deren of insehulden (b.v. bij beslag, hypotheek) kan hij zich bij verzoekschrift, wenden tot de Arrondissements-Rechtbank zijner woonplaats, met het verzoek, te gelasten, dat de tenuitvoer legging zal worden opgeschort. De Recht-bank kan dit verzoek voer een termijn van ten hoog ste 6 maanden inwilligen, wanneer haar sum- mierlijk blijkt, dat de schuldenaar uitsluitend of (hoofdzakelijk ten gevolge van de tegenwoor dige buitengewone omstandigheden tijdelijk niet in staat is aan zijne verplichtingen te vol doen. De Rechtbank beschikt op het verzoekschrift, nadat partijen in raadkamer zijn gehoord, al thans zijn opgeroepen. Op verzoek van den schuldenaar kan de door de rechtbank bepaalde termijn één of-meerma len. telkens met ten~hoogste 6 maanden, worden verlengd. Bij de toepassing van het voorafgaande stelt de Rechtbank zoodanige 'voorwaarden en maakt zij zoodanig bepalingen, als zij in het. belang van den schuldenaar noodig oordeelt. Ook kan, op verzoek van dezen laatste, de schuldenaar gehoord, althans opgeroepen, de rechtbank, in dien zij daartoe termen vindt, den termijn ver korten. De griffier geeft den schuldenaar daarvan onverwijld kennis. Onder verhaal in het eerste lid wordt be grepen verkoop krachtens onherroepelijke vol macht, pandrecht qï beding op. den grondslag van reglementen betreffende den goederen handel. Art. R. Nadat den schuldeiecher hij deurwaarders- oxploït afschrift van een door den schuldenaar aan de Arrondirx'-monts-Rechtbank ingevolge art. 4 ingediend verzoekschrift is bcteekopd, kan geenerlci gerechtelijk of buitengerechtelijk verhaal plaat- vinden, alvorens do rechtbank op het verzoekschrift heeft beschikt, tenzij reeds vroeger op ©en verzoekschrift van gelijk© strekking in dezelfde zaak een© afwijzend© beschikking mocht zijn gegeven. Art. 6. De rechter is steeds bevoegd, al of niet onder ©ede, zoodanige personen ie hooren, als hij te zijner voorlichting noodig acht. Aan hen kan vergoeding worden toegelegd op den voet van het Tarief van Justitickosten ©n Salarissen in Burgerlijke zaken (van geen direct belang voor u). Dit verhoor hoeft in raadkamer plaats in tegenwoordigheid, althans na oproeping van partij'en. Art. 7, Alle oproepingen om in raadkamer te ver schijnen, geschieden hij brief van den griffier. Art. 8. De rechterlijke beslissingen, ingevolge deze wet gegeven, zijn niet onderworpen aan hooger beroep of cassatie. Art, 9. Alle stukken, ingevolge deze wet opgemaakt, zijn vrij van zegel en worden voor zooveel noodig kosteloos geregistreerd. Griffierechten zijn ter zake van do toepassing dezer wet niet verschuldigd. Art. 10. Deze wet is niet van toepassing ten smn. zien van verplichtingen aangegaan n;i 29 Juli 1914, noch ten aanzien van al hetgeen waarin voorzien is hij dc Beurswet 1914. Art. 11. Deze wet treedt in werking op den dag ha: er afkoncjiging. Zoodra do tegenwoordig© mnten- gewone omstandigheden hebben opgehouden te bestaan, zal aan de Stateil-Generaal een voor stel van wet worden gedaan, waarbij dc intrek king van deze wet, zoomede de overgang tot den normalen toestand wordt geregeld. Kustbatlerij te Bath. P. BEKS Jr. Uit Scheveningert. „Eenige dankbare grenadiers" schrijven ons: Maandag 8 November heeft het mobilisatie- ensemble Tenge-Kok, van het le Bat. te Sche ven ingen, ean hot garnizoen aldaar, in de can- tine van 3/1, een schitterenden avond bereid. De avond werd ingeleid door een strijkje, onder leiding van den res.-gren. Jan Kok, met een marsoh „Naar iSoesterbcrg" van Jan Kok, waarmede hij zeer veel succes oogstte en een mooie Straiusswale. Daarna zong mevr. Tenge Ruysch eenige ernstige liedjes, welke 'haar veel applaus bezorgden. Vervolgens een viool-solo van den res.-gren. J. Kok (Chant de Sirene), ook een eigen compositie, waarmede hjj toon de èn uitstekend componist èn gevoelvol viool speler t© zijn. Toen kwam de clou van dan avond, 't duo Ten- ge-Ruysoh. Het uitbundig lachen en 't daverend applaus na elk nummer bewees, dat zij hun publiek wisten te pakken. Mot de „vrouwelijke inkwartiering"klucht van den gren. Tenge, was wel het hoogtepunt bereikt, het onophou delijk onbedaarlijk lachen was wel het beste bewijs voor hun succes. In de voordracht „Een slachtoffer der mobilisatie" toonde de gren, Tenge, dat bij zich mee de beste Hollandse!)© karakterkemieken op één lijn 'kan stollen. Verder een woord van hulde aan den klavier speler Pieter Kok, een 'broeder van genoemde res.-gren., voor zijn uitstekend spel. Verschil lende heeren officieren vereerden de voorstel ling door hun tegenwoordigheid, o.a. de kapi tein Van Hoogenhuyzen, commandant van 3/1 Reg. Gren. Zooals wij vernamen, stelt het ensemble zich ook beschikbaar voor andere garnizoenen, te gen vergoeding van reiskosten. Wij gunnen dan ook onzen kameraden ciders zulk can ge not en bevelen hen ten 2cerste aan. Ondertrouwd, Milicien J- v. d. Bos van 1-28 L.W. I., schrijft ons Al behoort hot feit op zich zelf nu niet meer tot de bijzonderheden, en al weten wij nu wel, dat er' dagelijks zoo véél jongelui naar liet stadhuis gaan om zich in den echt te laten ver binden, toch is het', mede omdat het tijdens de mobilisatie gebeurt, voor de soldaten van de le Compagnie van het 28e L, V. Bataljon een gebeurtenis, die wij hier willen meraoreeren. Donderdag 4 Nov. heeft onze collega H. v. d. Velden de stoute schoenen aangetrokken en zich in soldatenpak naar het bureau v. d. Burg. Stand begeven om in het huwelijksbootje te stappen. De soldaten van de 3e sectie van bovengenoemde comp. hadden 's weeks van te voren al gehoord, welke plannen v. d. V. had en dc kopoen hij' elkaar gestoken om hem een blijvende herinnering aan de mobilisatie cadeau te doer. Een kleine bloemenhulde, meenden zij, zou tevens niet ongepast zijn. Vrijdag avonds laat kwam de bruidegom op de, comp. en keek vreemd op dat ze hem tusschen het groen wilden te slapen leggen, Veel aandacht werd er echter' door hem niet aan geschonken want de drukte thuis had hem in die mate ver moeid, dat hij zich maar op den stroozak neer- vleide om den anderen morgen do meer offi- eieele huldiging in ontvangst te nemen. Zater dagmorgen werden wij dan ook, door den sergt. S„ hij den bruidegom geroepen waarna deze onze collega, met een hartelijke toespraak, een fraai klokje overhandigde daarbij den wensch uitsprekende dat het ook voor v. d: V. zal moge zijn: „Zooals het klokje thuis tikt, tikt het nergens". Nadat de sergt. S. zi. n van vriendschap getuigende rede had uitgesproken, werd door ons een lwavo en handgeklap aange heven, wat natuurlijk zeggen wilde dat wij het volmondig met onzen scctie-eomm. eens waren. De bruidegom, die niet op zoo'n huldiging gerekend had, was te zeer aangedaan om ons met veel woorden te bedanken. Hij beloofde echter, thuis naar het uurwerk ziende, nog dikwijls aan onze kameraadschap te zullen den ken en verlangde spoedig maar weer in het burgerleven te kunnen terugkeeren. De plechtigheid was hiermede afgeloopen en allen gingen weer aan het poetsen, overtuigd een vriendschapsdaad te hebben verricht. B. Voor militairen ontspanning aangeboden. L. W. Kustwachter J. M. M. de Zoete schrijft ons uit. Schevpuingen In uw veel gelezen blad heb ik dikwijls arti kelen gelezen, waarin militairen van verschil lende afdeelingen en detachementen klagen over gebrek aan ontspanning. Om die reden wil ik mij belanglo o s beschikbaar stellen tot het geven van gezellige avonden. Ik vul den avond als humorist, goochelaar, gedachtenlezer en. als de ruimte het toelaat, als kunstwiel rijder. Daar ik altijd met e©n helper werk, zou den alleen deze kosten moeten worden vergoed. Indien er manschappen 'zijn, die op mijn voorstel willen ingaan, schrijf dan aan den landweerman J. M. M. de Zoete, landweer kustwachtdetachement, Scheveningen. P.S. Lees het verslag in onze „Soldatencou- rant" van 5 Nov., propagandafeestavond der Densvereeniging Voor ons Genoegen, 4 1 Jagers. 1e Comp. 47 Bat. L. W. Jagers. Militair De Laat schrijft ons: Dat de kameraadschap onder de manschap pen van bovengenoemde eompie groot is blijkt uit het volgende. De L. W. soldaat Engels ont ving dezer dagen de heugelijke tijding dat zijne dierbare wederhelft hem een welgeschapen dochter had geschonken. Daar dergelijke ge schenken gewoonlijk met groote kosten ge paard gaan en d© gelukkige vader geen kapita list is, werd door landweerman A. J- Baten burg 't plan opgevat kader en manschappen een collectelijst aan te bieden, hetwelk pjet succes werd bekroond. De opbrengst bedroeg f 18. Onder toepasselijke woorden werd hem door Batonburg <tn korp. Smit dit bedrag in enve loppe overhandigd. Sprekers wenschten licrn namens de geheel© compi© van hort© geluk, terwijl door hen de wensoh werd geuit, dat nog \elcn na dez«- mogen volgen. Engels was blijkbaar zeer aangedaan door deze betoond© vriendschap en kon niets ander* ui*.brengen dan „Mag ik de heeren bedanken". Moge dit voorbeeld navolging vindon. Lezing voor de militairen van Res. Bat. B. Film schrijft ons Na een periode van stilstand ia do gebruike lijke ontspanningsavonden (t© wijten nan nieuw© plannen tot breedere betrachting van dit sympathiek doel) waren de militairen van Res. Bat. B. weder eens uitgeuoodigd voor c-ne lezing. En het is voor de eerst© maal dat colt der officieren van de interneering voor ons (bewa il ing:,troepen) optrad, inderdaad een hoogst verblijdend tecken waarbij wordt gehoopt dat 'loor meerdere heeren dit voorbeeld gevolgd zal worden. Kapitein Van IJseldijk was zoo beleefd onze aandacht te vragen voor Nederlandsch-Indië. We bezochten de havenwerken van Batavia, verwonderden ons over den grootecben opzet daarvan, zagen Verschillend© stadsdcclen waar van de Chineesche wijk ons het meest typisch voorkwam, bewonderden verschillende groot© officieel© gebouwen, bekeken schoone bergland schappen, /naakten kennis met de tabnksaan- pliinpng, alles door keurig© transpérantplateft, en hot geestig pakkend woord van kapitein Van IJseldijk toegelicht. Voor ons Europeanen is ons schoon Indië inderdaad een hoogst interessant onderwerp en liet is dan ook niet genoeg te waardeeren. dat onze belangstelling wordt gewekt voor het land dat zich „ginds slingert om den evenaar als ©en gordel van smaragd". We hopen kapi tein Van IJseldijk nog eens in ons midden to mogen aantreffen en danken hem voor den hoogst amusanten avond, welken Zjjne Weled. Gestr. ons heeft bereid. Reserve Bat. B. tegen „Presto". „Film" meldt ons: Door drukke werkzaamheden verhinderd, melden wij thans de 4e overwinning van het Rr-. Bat. B. Voetbal 11-tal tegen „Presto" uit uit Utrecht. De wedstrijd (die een zéér span nend karakter droeg) werd door bet Bataljon B gewonnen met 21. Dankbetuiging. Kameraden van 1-1 29 R1. 2© sectie. Bij deze betuigen wjj onzen hartolijken dank vooi het mooie cadeau dat gij allon on6 by om hu welijk hebt geschoniken. J. VAN HIEUREGT. L. VAN HIEUREGT—Schrijvershof. Bergen-op-Zoom. (Van sergt. G. Persklomp.) O Bergen-op-Zoom heb 'k spottend gezongen Toen 'k lag in Uwe bekende vest' 'k Voelde me bij u t© zeer gedrongen, 'k Wild© weg zijn, :k vond j© niet best. Naar Giesen zjjn wij heengetrokken. 'Wij hadden plezier, we vonden 't best; Maar, hemeljelief, wat ben ik geschrokken, Wat is me dat hier toch een neet. Ik kankerd'op Bergen z'n huizen, Z'n straten, z'n pleinen, z'n Bier, 'k Wilde naar Eindhoven, 'k ging je verguizen Was 'k bij je gebleven, dan had 'k nog pleziei. Hier staan zeven huizen, de wegen Zij zijn m© t© modd'rig, te vet Overal grijnst de klei j© maar t©gen, De menschen, om 8 uur t© bed. Een cantin© hebben w! een flinke, Maar moeilijk te bereiken, helaas, Omdat w' in de modder verzinken, Gemeentereiniging, waar is jc baas? O Bergen-op-Zoom durfd' ik schrijven, Vergeeft mij, ik doe het nooit weer, O had ik bij u kunnen blijven! Want erger kan het vast niet meer. G. PERSKLOMP. Onze Soldatencourant. (Van korp. Groot-Enterink.) In ons dierbaar Vaderland Wordt uitgegeven een Soldatenkrant. 't Orgaan voor onze militairen, Waaruit iedereen wel wat kan leeren. 't Hoofdartikel is doorgaans gewijd Aan den toestand in den reuzenstrijd. Waarin de heer Manassen Alles bij elkander weet te passen. Als ik !t overzicht heb nagezien, Krijg ik dan nog bovendien Te lezen hoe ze vechten op het land, In Servië, zoowel als in liet Belgenland. 'k Lees dan dat door Fransch- of Engelschman, Als vrucht van een nieuw aanvalsplan, Een sterke stelling is genomen. Maar 't kostte veel offers om er in te komen. Ga ik wat verder dan weer voort. Lees ik: „Een kruiser in den grond geboojrd". !t. Bericht komt ditmaal uit Berlijn, Dus 't zal zoo vaar als een Evangelie zijn. Nu vind ik weer dat Hare Majesteit Een inspectiereis heeft afgeleid, 't Was deez' keer op dien tocht Dat de provincie Groningen werd bezocht. Dan kom ik aan de legerzaken, Waarin men ons attent wil maken, V elk© officieren of er met pensioen Afstand van hun commando doen. Ook wordt er hier en daar verteld Een quacstie over het menagegeld. Of ik lees van een infanterist, Die na zijn laatste reis een kepi mist. Om alles echter aan t© stippen, Zou men te veel tijd doen ontglippen. 'k Zal c-r dus maar toe overgaan, En ©en blik op de gedichten te slasn. Ik lees dan van sergeant Persklomp, (Die dicht voorwaar niet lomp). V ant al was 't slechts van de platte pet, Hij heeft steeds de puntjes op de i gezet. Ook vond ik wel een enkelen keer, Een lied van sergeant Vermeer. En van milicien Groenouwen, Die den goeien geest er ook wel in kan houwen. Of ik vind van Piet van Eggeien, (Die dicht gelijk Weleer van Zeggelen). Een klacht weer over vrije port, Waarover reeds menig traantje werd gestort. Ook las ik wel eens poëzie. Van een milicien der Artillerie, De stukken van den milicien Van Loon, Vond ik werkelijk heel schoon. 'k Lees ook nog hier en daar, Den dank van een jong huwelijkspaar Voor 't geen hun werd gegeven. Bij 't begin van "t huwlijksleven. Dan schrijft men over het Pandoeren, Over Klaveraas, en Schoppenboeren. 't Praatje van de Houwitser Batterij, Is heel duidelijk, volgens mij. Zoo vind elk militair in dorp en stad, Iets van zijn gading in het soldatenblad. En zeg ik: ..Lang leef de heer Manassen, Di© ons met dit blaadje kwam verrassen. Korpl. GROOT EXZERIXK, 2e Eskadron Wielrijders. „Celukwensch". (Van korp. S. Schraa). Reeds vel© maanden is 'fc geleden, Dat. 'k voor 't eerst mijn intrek nam In het hospitaal voor zieken, 't Staat te Delft, vlak aan de tram. Wat al wederwarighedei Heb ik daar yaak meegotsssxi

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 3