Vrijdag 15 Növember 1915 Oorlogsnieuws. Orgaan voor Leger en Vloot. fWKBÉ JÏÏHSSRe. Gezondheidsleer, Langs de eleetrische draad versperring. SOLDATENCOURANT AMSTERDAM. NUMMERS VO MENT VOOR MILITAIREN f 0.75, VOOR BURGERS l.aO P. DRIEMAANDEN Voor Advertentii-n wende men zich tot het Alg. Advertentie-Bureau ROUMA&Co, Heercngrnobt 226 Amstecdahi. tot de Drukkerij ..Jacob van Campen" X. Z. Voorburgwal 204-240 (Keizerrijk 0) Amsterdam of tot onze Administratie. Pulestrsnastraat 10 Amsterdam. Prys der Advertentiën per regel HO cent. By abonnement reductie pomp pl. m. 10 c.M. diep uitgaven, hierin wat puin werpen, dit stijf vaststampen. en een grep pel. graven om het water op een der reeds be schreven manieren weg te voeren. In sommige kampen en bivaks zal men liet water gebruiken van het erf, dat voor kamp- of bivakterrein dienst doet, of zal men gedwon gen zijn het aan te voeren. Hiervoor is het dan ook van groote beteekenis, dat het ter rein gemakkelijk langs land- of waterwegen te bereiken is. Het aanvoeren van water kan b.v. geschieden in sproeiwagens, zooals die in de groote steden in gebruik zijn of wel met wa ter wagens. De wijzé waarop de waterwagens ingericht moeten worden, is beschreven in heb voorschrift „manoeuvres en kaderoefeningen 1913". Op den wagen liggen vaten, ieder inhou dende plm. 250 L. In den bodem van elk vat is een geelkoperen kraan geslagen. Bij elk vat beboeren een caoutchoucslang, lang 2 M., aan elk einde voorzien van een schroef koppe ling; een ijzeren aftaphuis en twee houten staanders. "Wanneer tot het uitgeven van drink water wordt overgegaan, wordt de caoutchouc- slang met een barer uiteinden op de monding van de kraan geschroefd, terwijl het andere uiteinde niet de schroefkoppe'ling bevestigd wordt aan het daartoe ingerichte eind van (le aftapbuis, welke aan het andere einde gesloten is. Aan deze buis bevinden zich ter weerszijden 4, dus in het geheel 8 nippels, waaraan een caoutchoucpijpje is bevestigd. Zoodoende kan men met een vat tegelijk 8 veldflessclien vullen. (Wordt vervolgd.) De Duitsche Zepelins hebben meer dan eens de Oostkust van Engeland, ook Londen, bezocht en daar telkens hun sporen achtergelaten. In den_ regel heette het, dat de materieele schade betrekkelijk gering was; dat is ook mogelijk, over 't geheel genomen. Maar dat de bommen der Duitsche luchtschepen wel schade aangericht hebben, bewijst bovenstaande afbeelding naar een fotografie genomen en de verwoes ting aangevende door een Zeppelin-bom veroorzaakt in een der Londensche buurten. Eén huis is geheel in puimhoop gestort, van den winkel op den hoek en de andere naburige huizen is niet veel meer overgebleven. door J P. BIJL, officier van gezondheid. LIV. Kampen en bivaks. XI. Van groote beteekenis voor den gezondheids toestand in knmpen.en bivaks is verder d© drinkwatervoorziening. Reeds in een der eer ste opstellen, die wij ju de „Soldaten-courant" schreven, werd medegedeeld aan welke eisohen goed drinkwater moes voldoen. Over het on derzoek van water kunnen wij dus thans zwij gen en wij zullen ons bepalen tot het vluchtig bespreken van dc wijze, waarop in legerplaat sen vnorzien-kan worden-in de behoefte aan drinkwater. In sommige kampen, die ieder jaar weer be trokken worden, zooals het genickamp-bij Zeist en het kamp bij Harderwijk en eveneens in de kampen, clie gedurende vele-maanden tób woon d worden, zooals tegenwoordig de interneerïngs- kampen, heeft men waterleiding. Gewoonlijk evenwel wordt het water in kampen verkregen uit Nortonpompen, zoo genoemd naar den Amerika an schen genie-officier Norton, die de pompen het eerst gebruikte en wel tijdens den Amerikaanschen Burger-oorlog. Zooals men weet, bestaat een Nortonpomp uit gegalvani seerd ijzeren buizen, die aan elkaar geschroefd kunnen worden en waarvan de onderste de fil- -terbuis is. Deze onderste- buis eindigt iu een put, -bevat talrijke openingen en is van koper- gaa's voorzien, zoodat wel water, maar geen zand door de openingen kan gaan. Men be gint met den filter in den grond te slaan, hierop wordt een buis geschroefd, waarna, weer dieper geslagen wordt. Is do filter in een watergevende laag gekomen, dan wordt op de bovenste buis een pomp geplaatst en lret water van vrij groote diepte kan zoodoende naar boven gebracht worden. Minder eenvoudig te maken zijn de z.g.n. (Fragmenten.) III. (StiTQ Verderop, den langen grenstccht langs, vonden we het dorp]® Koewacht. De slinge rende weg Van St. Jam Steen naar Sas-vam- Gent, voerde onze auto n.u voortdurend langs de grens; telkens zag je daarginds in den mistigen herfstdag de grijze figuurtjes der Duitsche schildwachten, op korten af stand van elkaar uitgezet, achter het fijne filigrain van draadweefsels. Door een bochtig straatje zwenkten we Koewacht binnen, naar een miniatuur- marktpleintje, nauw als een kom, door wat pleister-gevels ommuurd. Twee straatjes wezen dadelijk weer Jiet dorp uit, zuid waarts naar België, het een naar het Vlaamscho Stekeue, het ander naar het westelijk gehuchtje Krugstraet. Beide uit gangen waren versperd door houten hek ken Nedeirlandsehe soldaten er voor, Duit sche schildwachten, vlak er achter. De auto moest hier wel stoppen om te kunnen kee- ren. scheen het Koewachtsche pleintje nau welijks passend. We sta.pten uit, quasi om een sigaar aan te steken, of in het eenige winkeltje te vra gen of er ook chocola te koop was. Buiten kwamen wat soldaten nieuwsgierig om de auto gluren. Ook een ouwe man uit het dorp voegde zich bij hun groepje. En terwijl we hier wat bleven rusten op deze eenzame, verre pleisterplaats aan den grenstocht, luisterde ik naar dit praat grage oudje van Koewacht, zooals hij, op het gemoedelijke af, vertelde van den' Du vels-draad, die de Butters er pardoes ge spannen hadden, dwars tusscken hun dorps- pleintje en hun kerkje, bier vlak bij de plek waar onze dampende auto stond uit te rusten. Aan het eind van het nauwe, korte steegje, dat van de marlet rechtsaf slaat, ligt op geen vijftig meter afstand het katholieke kerkgebouwtje, een Neder- landsch eigendom, al staat het gebouwd op Belgisch gebied. De Duit,sellers hebben hier hun draden editep, stópt, laaigs de.greaislijp, pijp weiboringen. Deze worden vooral gébruikt wanneer men het water van groote diepte halen moet, wa nneer de waterbron van meer blij ven den aard moet zijn of wanneer de grondsoorten zeer hard zijn, zoodat de Nortonbuizen. er niet door heen zijn te slaan. Bij een boring heeft men bovendien het voordeel, dat men de grondsoorten beter leert kennen. Een buis van pl.m. 20 a 30 c.M. wijdte wordt in den grond geboord. Is men op vol doende diepte, dan wordt daarin neergelaten een andere buis met filter. De ruimte tusselien de beide buizen wordt gedeeltelijk met grint op gevuld. waarna de boor buis weer wordt ver wijderd Zoodoende heeft men eigenlijk diepe, nauw© put gekregen. Hierin knu men een of meer zuigbnizen neerlaten, die naar pómpen voeren. Dergelijk© putten kunnen zeer groot© diepte hebben. In' 'het jutér noeringskamp in Ga a sterland is or oer van 80 M. diepte, bij de kazernes te Geertrui- den-berg een van 100 M. diepte. Zelfs pompen van meer dan 200 M. diepte komen voor. Bron- buizen tot een diepte van 30 a 40 M. zijn in verschillende kampen aanwezig. Het maken kost evenwel vrij veel tijd, terwijl d© Norton pompen, vooral 'in zandig©n bodem, in enkele uren geslagen zijn. ïe velde zal men dan ook gewoonlijk Nortonpompen gebruiken. Al naar gelang van do grondsoort is de na bijheid van de pomp in een kamp gewoonlijk een greoter of kleiner modderpoel. Heeft men een bodem, die alles terstond doorlaat, dan siepelt de groote hoeveelheid water, die bij de pomp vermorst wordt, spoedig in de diepte door, maar is de grond harder, dan blijft een groot deel van het water daar staan. Van be lang is het daarom t© zorgen voor ©en vol doende afvoer van het pompwater. In kam pen die veel gebruikt- worden, b.v. het kamp bij; Rijen, is bij ieder van de nortonpompen oen gootsteen gemetseld die het w ater door een goot afvoert. Wordt een legerplaats evenwel slechts korten tijd gébruikt, dan loont het de moeite dikwijls niet om een dergelijken gootsteen te metselen. Men kan dan den grond om den pal cloor het dorp getrokken, recht over de straa-t, vlak tegen een gevel bevestigd, 'n eindje omhoog reikend over oen schuurtje, dan weer achter het Zusterhuis om, het boomgaarclje cloor. Boven clen steeg-ingang spannen de draden zich een paar meter boven den grond; daaronder is een ruw houten hele getimmerd, pijp-rookende Duit sche schildwachten daarachter; on op het eerste huisje van den hoek met. groote letters het woord „Wac-he" op de voordeur geverfd. ij Onverbiddelijk is deze doorgang afge sloten voor el'ken dorpelingaan dm Nederlandschen kant ligt het dorp, aan deu Belgischen kant staat de kerk. Slechts Zon dags wordt het houten hek kort ontsloten; dan beiert het uit het grauw-wit-ge pleisterde torentje, om de katholieke dorpelingen naar de Mis te roepen- Eerst gaat de kosler-klok- keluider vooruit en daarop volgt hem de pastoor naar zij.n kerk-gebouwljevervol gens drommen de kerkgangers achter hem aan. Dadelijk achter hen wordt het houten hek weer op slot gedaan heel liet kleine steegje staat onder kerktijd met Duitsche soldaten afgezet-, overal schildwachten, het geweer aan den voet, van het marktplein tje tot hef. kerkgebouw. Zelfs de luiken der huisjes links en rechts van liet straatje zijn dan dicht .gekoiïunandeerd''niemand mag gedurende den dienst de deur uit, want geen Belgisch bewoner van Koewacht wordt tot de Mis toegelaten. Als dan de priester den Zondagsdienst heeft vervuld, gaat de stoet Hollaudsehe kerkgangers door heb Belgische straatje terug, langs de Duitsche soldaten. 'En als de laatste weer door het houten hek is binnengegaan, komt de Duit sche Feldwebel en sluit met zijn sleutel het gr-ensslot knarsend dicht. De pastoor woont iets verder in het dorp aan het andere straatje; zijn pastorie staat op Belgisch grondgebied. Maar ditmaal hebben de Duitschers hun draad-versperring rond zijn huis getrokken, zoodat het vrij ligt, naar onzen kant open. Zoo lean de katholieke priester tenminste zijn dagelijk- sche kerkelijke plichten in het dorp zelf ver vullen in het Zusterhuis wijdt hij dan de Mis, Maar van zijn. kerk leeft hij gescheiden door die versperring. Overal kreeg ik-daar.de .verhalen te- hoo-. 9e tosstand in den reuzenstrijd. Er is nog altijd heel weinig nieuws van de verschillend© oorlogsterreinen. Het meest© komt nog altijd uit Servië, maar of men het wel nieuws kan noemen? De geschiedenis, die zich daar sedert een paar maanden af speelt, herhaalt zich steeds: de Bulgaren ruk ken steeds verder het land binnen van het Oosten, de Duitschers en Oostenrijkers, schoon minder snel, altijd door uit het Noordon. Het tempo der Servische verliezen wordt sneller, wij lezen in de laatste dagen telkens van eenig© duizenden krijgsgevangenen, die in de handen der vijanden vallen. Dit is in den oorlog in Servië inderdaad iets merkwaardigs. Tot nog t-oc gaven de Serviërs zich bijna niet over, ze vochten zich liever dood. Dat er thans gevan genen bij duizenden gemaakt worden, wijst misschien op een verslapping in de weerstands kracht van dc troepen, die tot nu toe zoo heldhaftig en krachtig hun land hebben -ver dedigd. w 1 Te verwonderen behoeft men zich niet over deze verslapping. De toestand van het Ser-, vische leger wordt steeds benarder. De Oosten rijkers en Duitschers rukten steeds meer op uit bet Noorden, de Bulgaren van Uskub uit het 7j. eu blijkbaar is hier bedoeld een omsingeling van 't Servische .'leger. Zoover is 't nog nietde troepen der centrale mogenhheden en het Bul- gaarsclie leger staan nog altijd op een honderd kilometer van elkaar, en daar tusschen in lig gen de Servische troepen, die natuurlijk alleen kunnen uitwijken naar 't Westen. Een honderd kilometer is geen lange weg, het is nauwelijks iets meer dan van Amsterdam naar Harder wijk. maar men heeft in Servië niet zulke goede wegen als bij ons en het terrein is er nog veel oneffener dan zelfs op do Veluwe. Voor de .Ser viërs is dat een geluk, doch tevens een nadeel, 't Belemmert de vijanden in hun opmarsch, maar ook de verdedigers van het land in hun terugtocht. En het schijnt thans zoover gekomen, dat nog alleen een terugtocht het overschot van 't Servische leger kan redden van een omsinge ling, van een volledige overgave dus. Die te rugtocht moet dan gaan naar 't Westen, naar Albanië dus of Montenegro. Naar dit laatst© ren van den dood door deu draad. I De draadde onheils-draadzooals dat ding de lieden schijnt te lokken, met een magnetische kracht trekt, te hypnotiseeren weetEn zooals ze meteen getroffen wor den, met de kracht van een bliksemstraal, maar geheimzinniger, geluidloozer, bijna ongemerkt, zonder verblindende licht-ont- ploffing, zouder rateleudeu donderslag, zoo als bij ©en onweerDus vindt men de onge- lukkigen pas later terug, na angstig zoe ken, vermoedend wel aanstonds een onheil, maar niet wetende waar te zoeken de einde- looze versperring langs. Men weet ook niet, of ze geleden hebben, of hun dood even plotseling als geweldig was, of ze nog van pijn geroepen hebben bij den schroeien- den brand, die hun door het lichaam sloeg, hoe ze daar stuiptrekkend gehangen heb ben gedurenden den langen nacht. Dan dreigt het nieuwe gevaarBij het naderen van liet ineengeschrompelde lijk, dat meestal onherkenbaar is geworden door het woeste verstuipen eu vertrekken van alle spieren, terwijl ook het vleesch verkoold is tot. op het been, bedi-eigt ook de anderen het èleetrische gevaarDe doode, die daar tegen den draad geklemd hangt, vormt zelf een nieuw gevaar, even onheilspellend als de draden zelf, die hem vasthouden, met hun stille inwendige kracht. En het zijn de Duitsche grenssoldaten, die nu ter hulp moeten worden geroepen, om den duizenden Volts sterken stroom af te sluiten, eer men zoo'n van electriciteit verzadigd lijk durft aanraken, om het weg te sleepen van de draden, die d.an even haar kracht verloren schijnen te hebben en loslaten wat ze vast hielden. Hier is het een stiekum stroopertje, dal. met zijn stok een tusschen de draden verstrikt haasje meende los te peuteren, doch wiens met spijkers beslagen stok den stroom naar hem toevoerde; daar is het een hoor, die zijn radeloos loeiende koe, woest stuip-trekkende tusschen het gewirwar der draden, verlossen wilde en bij het aanraken van z'n dier als met één pletter-slag gedood werd, weer ergens anders waren het nieuws gierige kinderen, die hun spelletje -wilden spelen juist bij de geheimzinnige draden; of een patrouille loopend paar soldaten is het, de een raakt met z'n bajonet den draad, tuimelt achteruit, en z-ijn kameraad land gaan do Servische troepen zeker bet liefst-, want de Moutenegrijncn zijn hun bond- genooten. Zij moeten zich echter haasten, zal de weg daarheen hun niet worden afgesloten. Reeds zou ©r aan de MonteiKgrijnsche grens gestreden .zijn door Oostenrijkers. Jn de bergen van Albanië zouden de Serviërs ook een toe vlucht kunnen zoeken en 't is de vraag, of do Bulgaren hen daar zouden volgen. Een andere quaestie is echter, of de Servische troepen Al banië ongehinderd kunnen binnendringen men spreekt van ©en léger van 100.(XX) Albaneezen, die gereed staan om do -Serviërs tegen te hou den. Men mag inderdaad den toestand dezer laatsten wel zeer benard noemen. Men heeft gezegd, wij wezen er reeds op, -dat de strijd in Servië de beslissing zal bren gen. 't Is moeilijk in te zien, waardoor en hoe, maar zeer eigenaardig is zeker, dat op de an dere groole oorlogsvelden het in de laatste dagen buitengewoon kalm is; er wordt blijk baar haast nietgevochten. eu de gevechten zelf brengen minder wijziging dan ooit in den toestand. Aan het Oosterfront heb ben bij Dnnaburg in het Noorden bij Tsartorysk in het Zuiden aanvallen en tegenaanvallen zonder resultaat plaats, en in Frankrijk gaat het niet anders; alleen in Champagne en in de Vogezen schijnt er eenige levendigheid in den strijd ie zijn. Maar van eenige beteekenis zijn ook daar de gevechten niet. Is er inderdaad aan d'e beide hoofdfronten een verslapping ingetreden Of is het de stilte voor den grooten storm, die weldra zal los barsten en staan de bezoeken, van Kitchener aan de verschillende fronten daarmede in ver band Er heerschb waarlijk in de krijgsverrichtin gen der geallieerden, in hun geheele optreden geneen zekere geheimzinnigheid, die ons verras singen kan brengen. Merkwaardig tot op ze ker© Loogten zijn ook de berichten, die uit de verschillende oorlogslanden komen omtrent de duurte der levensmiddc-len. In Duitschland, dat afgesneden is van de zeeën, was dat begrijpe lijk, maar men klaagt ook in Frankrijk en thans zelfs in Engeland, welks havens toch open staan voor handelsschepen der geheele wereld bijna. Ook daar spreekt men reeds van maatre gelen tegen het duurder worden van de levens middelen. De Amerikaansche regeering heeft een nota aan Engeland gezonden, waarover de Engel- sclie pers slecht te spreken Ï6. Tot op zekere hoogte geen wonder, want die noia maakt aan merkingen op Engelands houding in zake de blqkkade van Duitschland, Die blokkade zou niet effectief zijn, men geeft toe, dat Enge land tot een effectieve blokkade van Duitsch land niet in staat is, ze zou niet. Verhinde ren, dat dit laatste land toch toevoer krijgt, maar wel veel schade doen aan den handel van de neutrale staten, den handel wel te verstaan mei de Vercenigde Staten. Tegen de belemme ringen van dien handel der neutralen komt de Ainerikaansclie regeering op in de nota, die vrij krachtig is, Men kan benieuwd zijn. wat de Britsohe regeering hierop zal' antwoorden. We geooven niet, dat er een oorlog van zal komen tusschen Engeland en Amerika, daar is natuurlijk geen sprake van en 'als Enge land niet wil toegeven, zal de quaestie wel scheidsrechterlijk moeten worden beslist. Maar zeker is het toch, dat dit blokkade-vraagstuk nieuw© verwarringen zal brengen. Zou het ook aanleiding kunnen zijn. dat men er te eerder aan denkt om vrede te sluiten? QUFTSCHLAND. Gebrek aan kleingeld. Er is een ontzettend gebrek aan kleingeld in Duitschland, vooral aan 5 pf. en 10 pf.- stukjes. In Berlijn, zoo zegt liet „Tage- blatt", ziet men dag aan dag en uur aan uur denzelfden zonderlingen toestand, dat aan het eindpunt van tramlijnen menschen staan, die bij de conducteurs en conductri ces biljetten en zilver willen wisselen tegen nikkel In de groote warenhuizen worden postze gels in betaling gegeven; en in den klein handel wordt reeda een „opgeld" betaald voor wisselen van zilver voor nikkel. Dc oorzaak van het gebrek, zegt het „Tage- blatt", is de behoefte van den soldaat te velde, en het vergroot© oorlogsgebied reeds moet soldij worden uitbetaald in Servië, Polen, Koerland, Wolhynië, Galicië, Bel gië en Frankrijk, en van daar komt het klei ne geld niet zoo snel naar Berlijn terug. De regeering heeft gepoogd in de behoefte te voorzien door het doen aanmunten van ijzeren geld maar de munt kan zoo veel er van niet slaan, of het verdwijnt in de handen van verzamelaars, die voor de curio siteit die stukjes willen bewaren. Daarvan zullen 100- millioen stuks worden geslagen, maar de regeering zal verstandig zijn, zegt hef. „Tageblatt', om dit aantal uit te brei den, wil zij aan het gebrek aan pasmunt kunnen voorzien. Ongeregeldheden. Uit Keulen wordt, volgens een H a v a s- telegram uit Zurich, aan de Zwitsersohe bla den bericht, dat er nieuwe ongeregeldheden plaats hebben gehad voor de bureaux, waar vetkaarten werden uitgereikt. Daar de me nigte voor het gebouw zeer talrijk was, en men lang moest wachten, werden de men- schen zenuwachtig en vielen er vrouwen in zwijm. De politie kwam opdagen met de blanke sabel, waardoor een vreeselijke pa niek ontstond, vele vrouwen en kinderen onder den .voet geraakten en een aantal menschen ernstig werden gewond. Reeds den eersten dag waarop de kaarten werden uitgegeven, had zich een enorme volksmenigte voor het gebouw, waar het vet verkrijgbaar was gesteld, verzameld eu er waren wanordelijkheden te verwachten, maar de politie, wier hulp werd ingeroe pen, slaagde erin, de orde te handhaven. ENGELAND. Redmond naar het front. LONDEN. Redmond de leider der Ier- sche nationalistische partij, vertrekt naar het front om een bezoek te brengen aan de Iersche troepen in de loopgraven. Engeland en Amerika. NEW-YORK. De Amerikaansche peis bespreekt kalm de nota der Vereemgde Staten aan Groot-Britannië over de blok- kade-quaestie en voorspelt, dat zich geen moeilijkheden zullen voordoen bij de rege ling- eventueel door arbitrage, van deze quaestie. Lord Kitchener. Aan de „Berl. Lokal-Anz." wordt üit Genëve bericht, dat van de Fransche com missie voor bujtenlandsche aangelegenheden uit den Senaat vernomen is, dat Kitchener's pltan is om te Saloniki een samenkomst te hebben met Janakizis en Koendoeriotis, resp. Grieksche ministers van oorlog en marine, teneinde een bepaalde verklaring te verkrijgen omtrent de beteekenis der voortdurende welwillende neutraliteit-, door minister-president Skceloedis aan den Brit- schen gezant te Athene aan Engeland en Frankrijk toegezegd. Kitchener moet geenszins het plan heb ben om een samenkomst te hebben met Venizelos, wiens prestige te Londen en Parijs in den laatsten tijd sterk jnoet zijn afgenomen. Voorstellen tot nauwere samenwerking. Lord Kitchener heeft, volgens den „Times"-correspondent te Parijs, bespre kingen gevoerd met Joffre, Galliéni en ook metden nieuwen premier, Briand. Tot de onderwerpen, die bij gelegenheid van zijn bezoek zrjn besproken, behoorde ook een voorstel, dat om teneinde de lastige tijds verschillen in de hoofdsteden der Entente- mogendheden voortaan te voorkomen, voor alleu de tijd volgens den meridiaan van Parijs zal worden geregeld. Voorts werden onderhandelingen ge voerd over de oprichting van een of ander soort internationaal lichaam, teneinde het voortdurend heen en weer reizen tusschen Londen en Parijs overbodig te maken. Ook werd besproken de instelling van een internationalen generale» staf, die niet niet de leiding der vijandelijkheden wordt bqlast, maar het ven-band tusschen de bevelhebbers op de verschillende oorlogstooneëlen on derhoudt. A erder werd de oprichting in overweging genomen van een soort internationaal lichaam, dat te Parijs zal.zetelen en voor de geallieerden ongeveer de taak zal ver vullen, die in Engeland op de Committee for imperial defence'' rust en dat de diplo matieke zoowel als de militaire politiek der geallieerde^ zal beïnvloeden. FRANKRIJK. Van het Westelijk Oorlogsterreln. PARIJS. Artillerie-acties op een groot gedeelte van het front, speaiaal op het Nouvrou-plateau en in de buurt van Tahure en Mesnil in Champagne. In de Vogezen vernielde onze artillerie een blokhuis en schuilplaatsen. Vrede op komst? Een medewerker schrijft o.a. uit Noord- Frankrijk aan de „V. Ct Gedurende vier dagen zwierf ik weer eens door de oorlogs-zóne in Noord-Frankrijk en Vlaanderc-n. H ouwel er hier en. daar wel iets veranderd is, zijn die veranderingen niet van zoodanigen aard, dat ze een afzonderlijke ver melding verdienen. Dat de groote offensieve st-ormen welhaast tot het verleden behooren, laat zich gemakke lijk afleiden uit allerlei verschijnselen, die zoo waarneembaar zijn. Wel zijn do militaire posi ties onverzwakt gehandhaafd en blijft men bezig om alles te doen ter afwering van door- braak-pogingen. Maar toch zit niet in alles die intensiteit, die b.v. in de .Septembermaand was waar te nemen. Wat wel in sterkte is toegeno men, dat is het politi6eeren. Overal heeft men het druk over de samenstelling der nieuwe regeering. Inzenderheid zijn de winkels der Figaro's een geliefkoosde plaats voor politici. Eu ondanks den raad om tc zwijgen, roert ieder hier danig den mond. 't Is ook te gek, het, Fransche volk te ieeren zwijgen. .Maar meneer, dat b.eteekent voor ons den dood", zeide 'mij een pittige onderoffier der Fransche artillerie. Wat mij wel bijzonder aandeed, wa3 het zien van de stelselmatige ontruiming in de gevechts zone. Al wat maar aan. burgerbevolking kan worden gemist, wordt dieper het land ingezon den. Niet zoozeer uit spionnenvrees, dan wel om de veiligheid der burgers zelf. Met de be kende, en meer gebruikelijk© methode, om elkander tot ver achter de gerechtslinie te be schieten. raken de burgers al te zeer in het gedrang. Niet iedereen is met de toepassing dier methode tevreden. Ik sprak Belgische sol daten, die maar zeer noode de kanonnen rich ten op hun eigen dorpen. Doch wat is er aan te doen? „De Duitschers zijn ©r in, mijnheer, en die moeten we er uit schieten", aldus redeneerden ze. En bij die beschieting worden de Vlaam scho dorpen en stadje® meer en meer een prooi der verwoesting. De plannen van sommige politici en een deel der pers ,om gedeelten van Duitschlandte wil hem opvangen, maar krijgt tegelijk den volien stroom door zich heen. Wie aan gindsche zijde van de versper ring ellendig het leven laten, dat weten de menschen in ons Brabant en Zeeland niet te vertellen; maar ze weten toch van vluchtelingen, uitwijkende naar ons land, van geen gevaar ontziende brief dragers, van jonge Belgen, die over Londen naar het gevechtsfront hopen te komen, ook van desertéerende Duit sche soldaten, die in wanhoop voor al de doorgestane oorlogsellende de vlucht naar ons land nemen. Maar de draad ver spert hun den uitweg. Hij houdt hen mee dogenloos tegen. Willen ze het doods-gevaar der hoog-spanning toch trotseeren, met on eindige moeiten tuschen de schildwachten doorsluipen, dan vangt de eleetrische bar rière hen toch wel. Dadelijk a.ls dan weer zoo'n slachtoffer aan de draden hangt, flikkert bij de naaste Duitsche wachtpost een eleefcrisoh gloei lampje. zijn roode lichtje op; de Duitsche greuswacht weet dan, of zij naar rechts of Tuks de versperring heeft af te zoeken. De soldaten nemen haken mee, de porceleinen handvatten met caoutchouc omwGeld, en een draagt er een schop. Als ze de plaats.ge vonden hebben, waar de ge-electrocuteerde als een misvormde kluwen tegen de draden haiigt. dan rukken ze met hun haken het verk< clde lichaam voorzichtig los van de versperring; intusschên heeft de soldaat met den schop een kuil gegraven. En op de plaats zelve, zonder eenige formaliteit, wordt dat jammerlijke menschelijke over schot. hetzij onschuldig slachtoffer, spieder, vluchteling, of deserteur, daar in de aarde weg-gestcpl. Toch, ja, tóch wagen ze bet onophoude lijk weer, door de draad-versperring te komen Sommigen waagden roekeloos den doods sprong met hun polsstok, met één gedurf- den sprong over de meer dan twee meter breed© versperring en bijna ar.derhalven meter hoog over de midden-draden weer anderen wachtten bij donkeren, mistigen nacht tot de naaste schildwacht de hielen gelicht had, dan vouwden ze op den tast, iu het ondoordringbare duister, een dubbel- iaddertje over het vijftal dradenvoor sommige over simperswas .een middel van ontsnapping geweest een bodemloos vat, dat tusschen twee der draden ingeschoven werd, waardoor dan de vluchteling voor zichtig moest kruipen en van weer anderen waren er doorgekomen, nadat ze door een met gummi omwoelde fiets-velg de draden vaneen hadden weten te wijden, om dan zelf, zonder één aarzelende beweging, door de ronde opening der velg te stappenen zelfs ving ik het verhaal op, dat met stille bewondering door het grensvolk wordt na-verteld, van een zoo'n stoutmoedigen kerel, die zich aan de Puttensche bosch- grer.s door een riool-buis onder de versper ring had weten door te wroeten.... Als aangrijpendst voorbeeld van al deze verschrikkingen waarvan ik, in deze opstel len over de grens-Versperring tusschen Bel gië en Nederland, slechts de uiterlijke emo tie hebben kunnen weergeven, had ik ge hoopt tenminste één verhaal te kunnen schrijven, opgeteekend uit den mond van sen dezer onversaagde vluchtelingen over den elèctrïschen draad. En de kans op zulk een levende episode uit- dit kleine onderdeel van den grooten oorlog, hier aan onze grens, als een schets van den tijd, de kans daarpp heb ik gedurende onzen grenstocht wel gehad Maar het dra matische verhaal, waarop ik gerekend had. is me ontgaan: en ik wil hier ten slotte wel vertellen hoe dit gegaan is. In een der stadjes van oostelijk Zeeuwsch- Y,laanderen had me de Belgische hótelhoud- ster verteld, zenuwachtig en opgewonden, dat zo dien nacht een drietal vluchtelingen onder dak had gehad, zoo van over de grens. Aan het ontbijt zagen we ze in de ge lagkamer binnen treden, een ouderen man, eu twee jonge lieden, eerder beneden dan boven de twintig jaar. Ze kwamen zwijgend binnen, even een stillen groet met het hoofd. Hun kleeren waren eenvoudig, op het ar moedige af; ze waren ongeschoren, de jongens zagen bleek en teer van moeheid. Ze aten zonder een woord te spreken; hun manieren waren daarbij die van wel opgevoede lieden. Zooals ze bijvoorbeeld de handen bevrogen, verraadden ze de opzet telijke onaanzienlijkheid hunner ongewone kleedingsbukken. Dadelijk na het gebruiken van hun ontbijt stonden ze op, zwijgend nog al tij d, de tweg jongeren dadelijk achter hun ouderen geleider aanen traden haas tig de kamer uit. We hadden ze niet aangesproken, hun zwijgen eerbiedigend. Maar toen het- drie tal de ontbijtkamer verlaten had, spraken we onder elkaar over hetgeen die vluchte lingen wel ondervonden moesten hebben ge durende de laatste dagen. In den loop van denzelfden dag, toen de boot van Neuzen ons met auto en al naar Ylissingen overbracht, troffen we het troepje weer op het voqcdek, dicht bijeen, zachtjes sprekend onder "elkaar. En toen, onder het een of andere voorwendsel, knoop te ik een gesprek met den oudste der drie aan. Hij antwoordde beleefd, met enkele Fransche woorden ik moest hem herhaalde lijk de verzekering geven, dat ik Hollander was. en louter uit belangstelling met hen sprak, eer hij iets van zijn teruggetrokken heid liet varen, met voorzichtige, korte zin nen tot een gesprek te bewegen was. Zoo spraken we gedurende den overtocht over de breede Schelde, tot ik hem wees naar Ylissingen vooruit. Ten laatste vroeg ik hem. zonder omwegen en hem zeggende, hoe ik :s morgens iu ons hotel gehoord had, dat hij met zijn kameraden over de grens had w-eten te vluchten, of hij naar Londen overstak, om naar het front te reizen. „Zeker!" antwoordde hij eenvoudig; hij maakte er volstrekt geen geheim van. En dus kon ik mijn belangstelling naar zijn jongste avontuur niet bedwingen, er. op den man af vroeg ik bem. hoe hij den electrischen draad had kunnen passeeren. Hij keek me scherp aan, volstrekt niet onvriendelijk, zelfs met het hoffelijk lachje van den man van beschaving; maar na een vluchtig, afwijzend gebaar met de hand, antwoordde hij niets anders dan: „Eh bien, nous avons passé, voila!" (Wel, we zijn er doorgekomen). Meer kou ik niet uit hem krijgen en toen de boo; aangelegd had, staarde ik het ecSiameri drietal na, drie vluchtelingen uit België, die de bonne eb; nee" gehad hadden over de grens te kornet, de eleetrische versper ring ien spijt. JAN FE1TH.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1