Vrijdag 15 Növember 1915
Oorlogsnieuws.
Orgaan voor Leger en Vloot.
fWKBÉ JÏÏHSSRe.
Gezondheidsleer,
Langs de eleetrische draad
versperring.
SOLDATENCOURANT
AMSTERDAM.
NUMMERS VO
MENT VOOR MILITAIREN f 0.75, VOOR BURGERS l.aO P. DRIEMAANDEN
Voor Advertentii-n wende men zich tot het Alg. Advertentie-Bureau ROUMA&Co,
Heercngrnobt 226 Amstecdahi. tot de Drukkerij ..Jacob van Campen" X. Z. Voorburgwal
204-240 (Keizerrijk 0) Amsterdam of tot onze Administratie. Pulestrsnastraat 10
Amsterdam. Prys der Advertentiën per regel HO cent. By abonnement reductie
pomp pl. m. 10 c.M. diep uitgaven, hierin wat
puin werpen, dit stijf vaststampen. en een grep
pel. graven om het water op een der reeds be
schreven manieren weg te voeren.
In sommige kampen en bivaks zal men liet
water gebruiken van het erf, dat voor kamp-
of bivakterrein dienst doet, of zal men gedwon
gen zijn het aan te voeren. Hiervoor is het
dan ook van groote beteekenis, dat het ter
rein gemakkelijk langs land- of waterwegen te
bereiken is. Het aanvoeren van water kan b.v.
geschieden in sproeiwagens, zooals die in de
groote steden in gebruik zijn of wel met wa
ter wagens. De wijzé waarop de waterwagens
ingericht moeten worden, is beschreven in heb
voorschrift „manoeuvres en kaderoefeningen
1913". Op den wagen liggen vaten, ieder inhou
dende plm. 250 L. In den bodem van elk
vat is een geelkoperen kraan geslagen. Bij elk
vat beboeren een caoutchoucslang, lang 2 M.,
aan elk einde voorzien van een schroef koppe
ling; een ijzeren aftaphuis en twee houten
staanders. "Wanneer tot het uitgeven van drink
water wordt overgegaan, wordt de caoutchouc-
slang met een barer uiteinden op de monding
van de kraan geschroefd, terwijl het andere
uiteinde niet de schroefkoppe'ling bevestigd
wordt aan het daartoe ingerichte eind van (le
aftapbuis, welke aan het andere einde gesloten
is. Aan deze buis bevinden zich ter weerszijden
4, dus in het geheel 8 nippels, waaraan een
caoutchoucpijpje is bevestigd. Zoodoende kan
men met een vat tegelijk 8 veldflessclien
vullen.
(Wordt vervolgd.)
De Duitsche Zepelins hebben meer dan eens de Oostkust van Engeland, ook
Londen, bezocht en daar telkens hun sporen achtergelaten. In den_ regel heette het,
dat de materieele schade betrekkelijk gering was; dat is ook mogelijk, over 't geheel
genomen. Maar dat de bommen der Duitsche luchtschepen wel schade aangericht
hebben, bewijst bovenstaande afbeelding naar een fotografie genomen en de verwoes
ting aangevende door een Zeppelin-bom veroorzaakt in een der Londensche buurten.
Eén huis is geheel in puimhoop gestort, van den winkel op den hoek en de andere
naburige huizen is niet veel meer overgebleven.
door J P. BIJL, officier van gezondheid.
LIV.
Kampen en bivaks. XI.
Van groote beteekenis voor den gezondheids
toestand in knmpen.en bivaks is verder d©
drinkwatervoorziening. Reeds in een der eer
ste opstellen, die wij ju de „Soldaten-courant"
schreven, werd medegedeeld aan welke eisohen
goed drinkwater moes voldoen. Over het on
derzoek van water kunnen wij dus thans zwij
gen en wij zullen ons bepalen tot het vluchtig
bespreken van dc wijze, waarop in legerplaat
sen vnorzien-kan worden-in de behoefte aan
drinkwater.
In sommige kampen, die ieder jaar weer be
trokken worden, zooals het genickamp-bij Zeist
en het kamp bij Harderwijk en eveneens in de
kampen, clie gedurende vele-maanden tób woon d
worden, zooals tegenwoordig de interneerïngs-
kampen, heeft men waterleiding. Gewoonlijk
evenwel wordt het water in kampen verkregen
uit Nortonpompen, zoo genoemd naar den
Amerika an schen genie-officier Norton, die de
pompen het eerst gebruikte en wel tijdens den
Amerikaanschen Burger-oorlog. Zooals men
weet, bestaat een Nortonpomp uit gegalvani
seerd ijzeren buizen, die aan elkaar geschroefd
kunnen worden en waarvan de onderste de fil-
-terbuis is. Deze onderste- buis eindigt iu een
put, -bevat talrijke openingen en is van koper-
gaa's voorzien, zoodat wel water, maar geen
zand door de openingen kan gaan. Men be
gint met den filter in den grond te slaan,
hierop wordt een buis geschroefd, waarna, weer
dieper geslagen wordt. Is do filter in
een watergevende laag gekomen, dan wordt
op de bovenste buis een pomp geplaatst en
lret water van vrij groote diepte kan zoodoende
naar boven gebracht worden.
Minder eenvoudig te maken zijn de z.g.n.
(Fragmenten.)
III. (StiTQ
Verderop, den langen grenstccht langs,
vonden we het dorp]® Koewacht. De slinge
rende weg Van St. Jam Steen naar Sas-vam-
Gent, voerde onze auto n.u voortdurend
langs de grens; telkens zag je daarginds in
den mistigen herfstdag de grijze figuurtjes
der Duitsche schildwachten, op korten af
stand van elkaar uitgezet, achter het fijne
filigrain van draadweefsels.
Door een bochtig straatje zwenkten we
Koewacht binnen, naar een miniatuur-
marktpleintje, nauw als een kom, door wat
pleister-gevels ommuurd. Twee straatjes
wezen dadelijk weer Jiet dorp uit, zuid
waarts naar België, het een naar het
Vlaamscho Stekeue, het ander naar het
westelijk gehuchtje Krugstraet. Beide uit
gangen waren versperd door houten hek
ken Nedeirlandsehe soldaten er voor, Duit
sche schildwachten, vlak er achter. De auto
moest hier wel stoppen om te kunnen kee-
ren. scheen het Koewachtsche pleintje nau
welijks passend.
We sta.pten uit, quasi om een sigaar aan
te steken, of in het eenige winkeltje te vra
gen of er ook chocola te koop was. Buiten
kwamen wat soldaten nieuwsgierig om de
auto gluren. Ook een ouwe man uit
het dorp voegde zich bij hun groepje.
En terwijl we hier wat bleven rusten op
deze eenzame, verre pleisterplaats aan
den grenstocht, luisterde ik naar dit praat
grage oudje van Koewacht, zooals hij, op
het gemoedelijke af, vertelde van den' Du
vels-draad, die de Butters er pardoes ge
spannen hadden, dwars tusscken hun dorps-
pleintje en hun kerkje, bier vlak bij de
plek waar onze dampende auto stond uit te
rusten.
Aan het eind van het nauwe, korte
steegje, dat van de marlet rechtsaf slaat,
ligt op geen vijftig meter afstand het
katholieke kerkgebouwtje, een Neder-
landsch eigendom, al staat het gebouwd op
Belgisch gebied. De Duit,sellers hebben hier
hun draden editep, stópt, laaigs de.greaislijp,
pijp weiboringen. Deze worden vooral gébruikt
wanneer men het water van groote diepte halen
moet, wa nneer de waterbron van meer blij ven
den aard moet zijn of wanneer de grondsoorten
zeer hard zijn, zoodat de Nortonbuizen. er niet
door heen zijn te slaan. Bij een boring
heeft men bovendien het voordeel, dat
men de grondsoorten beter leert kennen.
Een buis van pl.m. 20 a 30 c.M. wijdte
wordt in den grond geboord. Is men op vol
doende diepte, dan wordt daarin neergelaten
een andere buis met filter. De ruimte tusselien
de beide buizen wordt gedeeltelijk met grint op
gevuld. waarna de boor buis weer wordt ver
wijderd Zoodoende heeft men eigenlijk
diepe, nauw© put gekregen. Hierin knu men
een of meer zuigbnizen neerlaten, die naar
pómpen voeren. Dergelijk© putten kunnen
zeer groot© diepte hebben. In' 'het jutér
noeringskamp in Ga a sterland is or oer
van 80 M. diepte, bij de kazernes te Geertrui-
den-berg een van 100 M. diepte. Zelfs pompen
van meer dan 200 M. diepte komen voor. Bron-
buizen tot een diepte van 30 a 40 M. zijn in
verschillende kampen aanwezig. Het maken
kost evenwel vrij veel tijd, terwijl d© Norton
pompen, vooral 'in zandig©n bodem, in enkele
uren geslagen zijn. ïe velde zal men dan ook
gewoonlijk Nortonpompen gebruiken.
Al naar gelang van do grondsoort is de na
bijheid van de pomp in een kamp gewoonlijk
een greoter of kleiner modderpoel. Heeft men
een bodem, die alles terstond doorlaat, dan
siepelt de groote hoeveelheid water, die bij
de pomp vermorst wordt, spoedig in de diepte
door, maar is de grond harder, dan blijft een
groot deel van het water daar staan. Van be
lang is het daarom t© zorgen voor ©en vol
doende afvoer van het pompwater. In kam
pen die veel gebruikt- worden, b.v. het kamp
bij; Rijen, is bij ieder van de nortonpompen
oen gootsteen gemetseld die het w ater door een
goot afvoert. Wordt een legerplaats evenwel
slechts korten tijd gébruikt, dan loont het de
moeite dikwijls niet om een dergelijken gootsteen
te metselen. Men kan dan den grond om den
pal cloor het dorp getrokken, recht over
de straa-t, vlak tegen een gevel bevestigd,
'n eindje omhoog reikend over oen schuurtje,
dan weer achter het Zusterhuis om, het
boomgaarclje cloor. Boven clen steeg-ingang
spannen de draden zich een paar meter
boven den grond; daaronder is een ruw
houten hele getimmerd, pijp-rookende Duit
sche schildwachten daarachter; on op het
eerste huisje van den hoek met. groote
letters het woord „Wac-he" op de voordeur
geverfd. ij
Onverbiddelijk is deze doorgang afge
sloten voor el'ken dorpelingaan dm
Nederlandschen kant ligt het dorp, aan deu
Belgischen kant staat de kerk. Slechts Zon
dags wordt het houten hek kort ontsloten;
dan beiert het uit het grauw-wit-ge pleisterde
torentje, om de katholieke dorpelingen naar
de Mis te roepen- Eerst gaat de kosler-klok-
keluider vooruit en daarop volgt hem de
pastoor naar zij.n kerk-gebouwljevervol
gens drommen de kerkgangers achter hem
aan.
Dadelijk achter hen wordt het houten
hek weer op slot gedaan heel liet kleine
steegje staat onder kerktijd met Duitsche
soldaten afgezet-, overal schildwachten, het
geweer aan den voet, van het marktplein
tje tot hef. kerkgebouw. Zelfs de luiken der
huisjes links en rechts van liet straatje zijn
dan dicht .gekoiïunandeerd''niemand mag
gedurende den dienst de deur uit, want
geen Belgisch bewoner van Koewacht wordt
tot de Mis toegelaten. Als dan de priester
den Zondagsdienst heeft vervuld, gaat de
stoet Hollaudsehe kerkgangers door heb
Belgische straatje terug, langs de Duitsche
soldaten. 'En als de laatste weer door het
houten hek is binnengegaan, komt de Duit
sche Feldwebel en sluit met zijn sleutel het
gr-ensslot knarsend dicht.
De pastoor woont iets verder in het
dorp aan het andere straatje; zijn pastorie
staat op Belgisch grondgebied. Maar ditmaal
hebben de Duitschers hun draad-versperring
rond zijn huis getrokken, zoodat het vrij
ligt, naar onzen kant open. Zoo lean de
katholieke priester tenminste zijn dagelijk-
sche kerkelijke plichten in het dorp zelf ver
vullen in het Zusterhuis wijdt hij dan de
Mis, Maar van zijn. kerk leeft hij gescheiden
door die versperring.
Overal kreeg ik-daar.de .verhalen te- hoo-.
9e tosstand in den reuzenstrijd.
Er is nog altijd heel weinig nieuws van de
verschillend© oorlogsterreinen. Het meest©
komt nog altijd uit Servië, maar of men het
wel nieuws kan noemen? De geschiedenis,
die zich daar sedert een paar maanden af
speelt, herhaalt zich steeds: de Bulgaren ruk
ken steeds verder het land binnen van het
Oosten, de Duitschers en Oostenrijkers, schoon
minder snel, altijd door uit het Noordon. Het
tempo der Servische verliezen wordt sneller,
wij lezen in de laatste dagen telkens van eenig©
duizenden krijgsgevangenen, die in de handen
der vijanden vallen. Dit is in den oorlog in
Servië inderdaad iets merkwaardigs. Tot nog
t-oc gaven de Serviërs zich bijna niet over, ze
vochten zich liever dood. Dat er thans gevan
genen bij duizenden gemaakt worden, wijst
misschien op een verslapping in de weerstands
kracht van dc troepen, die tot nu toe zoo
heldhaftig en krachtig hun land hebben -ver
dedigd. w 1
Te verwonderen behoeft men zich niet over
deze verslapping. De toestand van het Ser-,
vische leger wordt steeds benarder. De Oosten
rijkers en Duitschers rukten steeds meer op uit
bet Noorden, de Bulgaren van Uskub uit het
7j. eu blijkbaar is hier bedoeld een omsingeling
van 't Servische .'leger. Zoover is 't nog nietde
troepen der centrale mogenhheden en het Bul-
gaarsclie leger staan nog altijd op een honderd
kilometer van elkaar, en daar tusschen in lig
gen de Servische troepen, die natuurlijk alleen
kunnen uitwijken naar 't Westen. Een honderd
kilometer is geen lange weg, het is nauwelijks
iets meer dan van Amsterdam naar Harder
wijk. maar men heeft in Servië niet zulke goede
wegen als bij ons en het terrein is er nog veel
oneffener dan zelfs op do Veluwe. Voor de .Ser
viërs is dat een geluk, doch tevens een nadeel,
't Belemmert de vijanden in hun opmarsch,
maar ook de verdedigers van het land in hun
terugtocht.
En het schijnt thans zoover gekomen, dat
nog alleen een terugtocht het overschot van 't
Servische leger kan redden van een omsinge
ling, van een volledige overgave dus. Die te
rugtocht moet dan gaan naar 't Westen, naar
Albanië dus of Montenegro. Naar dit laatst©
ren van den dood door deu draad.
I De draadde onheils-draadzooals dat
ding de lieden schijnt te lokken, met een
magnetische kracht trekt, te hypnotiseeren
weetEn zooals ze meteen getroffen wor
den, met de kracht van een bliksemstraal,
maar geheimzinniger, geluidloozer, bijna
ongemerkt, zonder verblindende licht-ont-
ploffing, zouder rateleudeu donderslag, zoo
als bij ©en onweerDus vindt men de onge-
lukkigen pas later terug, na angstig zoe
ken, vermoedend wel aanstonds een onheil,
maar niet wetende waar te zoeken de einde-
looze versperring langs. Men weet ook
niet, of ze geleden hebben, of hun dood
even plotseling als geweldig was, of ze nog
van pijn geroepen hebben bij den schroeien-
den brand, die hun door het lichaam sloeg,
hoe ze daar stuiptrekkend gehangen heb
ben gedurenden den langen nacht. Dan
dreigt het nieuwe gevaarBij het naderen
van liet ineengeschrompelde lijk, dat
meestal onherkenbaar is geworden door het
woeste verstuipen eu vertrekken van alle
spieren, terwijl ook het vleesch verkoold is
tot. op het been, bedi-eigt ook de anderen
het èleetrische gevaarDe doode, die daar
tegen den draad geklemd hangt, vormt zelf
een nieuw gevaar, even onheilspellend als
de draden zelf, die hem vasthouden, met
hun stille inwendige kracht. En het zijn de
Duitsche grenssoldaten, die nu ter hulp
moeten worden geroepen, om den duizenden
Volts sterken stroom af te sluiten, eer men
zoo'n van electriciteit verzadigd lijk durft
aanraken, om het weg te sleepen van de
draden, die d.an even haar kracht verloren
schijnen te hebben en loslaten wat ze vast
hielden.
Hier is het een stiekum stroopertje,
dal. met zijn stok een tusschen de draden
verstrikt haasje meende los te peuteren,
doch wiens met spijkers beslagen stok den
stroom naar hem toevoerde; daar is het een
hoor, die zijn radeloos loeiende koe, woest
stuip-trekkende tusschen het gewirwar der
draden, verlossen wilde en bij het aanraken
van z'n dier als met één pletter-slag gedood
werd, weer ergens anders waren het nieuws
gierige kinderen, die hun spelletje -wilden
spelen juist bij de geheimzinnige draden; of
een patrouille loopend paar soldaten is
het, de een raakt met z'n bajonet den
draad, tuimelt achteruit, en z-ijn kameraad
land gaan do Servische troepen zeker bet
liefst-, want de Moutenegrijncn zijn hun bond-
genooten. Zij moeten zich echter haasten, zal
de weg daarheen hun niet worden afgesloten.
Reeds zou ©r aan de MonteiKgrijnsche grens
gestreden .zijn door Oostenrijkers. Jn de bergen
van Albanië zouden de Serviërs ook een toe
vlucht kunnen zoeken en 't is de vraag, of do
Bulgaren hen daar zouden volgen. Een andere
quaestie is echter, of de Servische troepen Al
banië ongehinderd kunnen binnendringen men
spreekt van ©en léger van 100.(XX) Albaneezen,
die gereed staan om do -Serviërs tegen te hou
den. Men mag inderdaad den toestand dezer
laatsten wel zeer benard noemen.
Men heeft gezegd, wij wezen er reeds op,
-dat de strijd in Servië de beslissing zal bren
gen. 't Is moeilijk in te zien, waardoor en hoe,
maar zeer eigenaardig is zeker, dat op de an
dere groole oorlogsvelden het in de laatste
dagen buitengewoon kalm is; er wordt blijk
baar haast nietgevochten. eu de gevechten
zelf brengen minder wijziging dan ooit in
den toestand. Aan het Oosterfront heb
ben bij Dnnaburg in het Noorden bij
Tsartorysk in het Zuiden aanvallen en
tegenaanvallen zonder resultaat plaats, en in
Frankrijk gaat het niet anders; alleen in
Champagne en in de Vogezen schijnt er eenige
levendigheid in den strijd ie zijn. Maar van
eenige beteekenis zijn ook daar de gevechten
niet. Is er inderdaad aan d'e beide hoofdfronten
een verslapping ingetreden Of is het de stilte
voor den grooten storm, die weldra zal los
barsten en staan de bezoeken, van Kitchener
aan de verschillende fronten daarmede in ver
band
Er heerschb waarlijk in de krijgsverrichtin
gen der geallieerden, in hun geheele optreden
geneen zekere geheimzinnigheid, die ons verras
singen kan brengen. Merkwaardig tot op ze
ker© Loogten zijn ook de berichten, die uit de
verschillende oorlogslanden komen omtrent de
duurte der levensmiddc-len. In Duitschland, dat
afgesneden is van de zeeën, was dat begrijpe
lijk, maar men klaagt ook in Frankrijk en
thans zelfs in Engeland, welks havens toch open
staan voor handelsschepen der geheele wereld
bijna. Ook daar spreekt men reeds van maatre
gelen tegen het duurder worden van de levens
middelen.
De Amerikaansche regeering heeft een nota
aan Engeland gezonden, waarover de Engel-
sclie pers slecht te spreken Ï6. Tot op zekere
hoogte geen wonder, want die noia maakt aan
merkingen op Engelands houding in zake de
blqkkade van Duitschland, Die blokkade zou
niet effectief zijn, men geeft toe, dat Enge
land tot een effectieve blokkade van Duitsch
land niet in staat is, ze zou niet. Verhinde
ren, dat dit laatste land toch toevoer krijgt,
maar wel veel schade doen aan den handel van
de neutrale staten, den handel wel te verstaan
mei de Vercenigde Staten. Tegen de belemme
ringen van dien handel der neutralen komt de
Ainerikaansclie regeering op in de nota, die
vrij krachtig is, Men kan benieuwd zijn. wat de
Britsohe regeering hierop zal' antwoorden. We
geooven niet, dat er een oorlog van zal
komen tusschen Engeland en Amerika, daar
is natuurlijk geen sprake van en 'als Enge
land niet wil toegeven, zal de quaestie wel
scheidsrechterlijk moeten worden beslist. Maar
zeker is het toch, dat dit blokkade-vraagstuk
nieuw© verwarringen zal brengen. Zou het ook
aanleiding kunnen zijn. dat men er te eerder
aan denkt om vrede te sluiten?
QUFTSCHLAND.
Gebrek aan kleingeld.
Er is een ontzettend gebrek aan kleingeld
in Duitschland, vooral aan 5 pf. en 10 pf.-
stukjes. In Berlijn, zoo zegt liet „Tage-
blatt", ziet men dag aan dag en uur aan
uur denzelfden zonderlingen toestand, dat
aan het eindpunt van tramlijnen menschen
staan, die bij de conducteurs en conductri
ces biljetten en zilver willen wisselen tegen
nikkel
In de groote warenhuizen worden postze
gels in betaling gegeven; en in den klein
handel wordt reeda een „opgeld" betaald
voor wisselen van zilver voor nikkel. Dc
oorzaak van het gebrek, zegt het „Tage-
blatt", is de behoefte van den soldaat te
velde, en het vergroot© oorlogsgebied reeds
moet soldij worden uitbetaald in Servië,
Polen, Koerland, Wolhynië, Galicië, Bel
gië en Frankrijk, en van daar komt het klei
ne geld niet zoo snel naar Berlijn terug.
De regeering heeft gepoogd in de behoefte
te voorzien door het doen aanmunten van
ijzeren geld maar de munt kan zoo veel
er van niet slaan, of het verdwijnt in de
handen van verzamelaars, die voor de curio
siteit die stukjes willen bewaren. Daarvan
zullen 100- millioen stuks worden geslagen,
maar de regeering zal verstandig zijn, zegt
hef. „Tageblatt', om dit aantal uit te brei
den, wil zij aan het gebrek aan pasmunt
kunnen voorzien.
Ongeregeldheden.
Uit Keulen wordt, volgens een H a v a s-
telegram uit Zurich, aan de Zwitsersohe bla
den bericht, dat er nieuwe ongeregeldheden
plaats hebben gehad voor de bureaux, waar
vetkaarten werden uitgereikt. Daar de me
nigte voor het gebouw zeer talrijk was, en
men lang moest wachten, werden de men-
schen zenuwachtig en vielen er vrouwen in
zwijm. De politie kwam opdagen met de
blanke sabel, waardoor een vreeselijke pa
niek ontstond, vele vrouwen en kinderen
onder den .voet geraakten en een aantal
menschen ernstig werden gewond.
Reeds den eersten dag waarop de kaarten
werden uitgegeven, had zich een enorme
volksmenigte voor het gebouw, waar het vet
verkrijgbaar was gesteld, verzameld eu er
waren wanordelijkheden te verwachten,
maar de politie, wier hulp werd ingeroe
pen, slaagde erin, de orde te handhaven.
ENGELAND.
Redmond naar het front.
LONDEN. Redmond de leider der Ier-
sche nationalistische partij, vertrekt naar
het front om een bezoek te brengen aan de
Iersche troepen in de loopgraven.
Engeland en Amerika.
NEW-YORK. De Amerikaansche peis
bespreekt kalm de nota der Vereemgde
Staten aan Groot-Britannië over de blok-
kade-quaestie en voorspelt, dat zich geen
moeilijkheden zullen voordoen bij de rege
ling- eventueel door arbitrage, van deze
quaestie.
Lord Kitchener.
Aan de „Berl. Lokal-Anz." wordt üit
Genëve bericht, dat van de Fransche com
missie voor bujtenlandsche aangelegenheden
uit den Senaat vernomen is, dat Kitchener's
pltan is om te Saloniki een samenkomst te
hebben met Janakizis en Koendoeriotis,
resp. Grieksche ministers van oorlog en
marine, teneinde een bepaalde verklaring
te verkrijgen omtrent de beteekenis der
voortdurende welwillende neutraliteit-, door
minister-president Skceloedis aan den Brit-
schen gezant te Athene aan Engeland en
Frankrijk toegezegd.
Kitchener moet geenszins het plan heb
ben om een samenkomst te hebben met
Venizelos, wiens prestige te Londen en
Parijs in den laatsten tijd sterk jnoet zijn
afgenomen.
Voorstellen tot nauwere samenwerking.
Lord Kitchener heeft, volgens den
„Times"-correspondent te Parijs, bespre
kingen gevoerd met Joffre, Galliéni en ook
metden nieuwen premier, Briand. Tot de
onderwerpen, die bij gelegenheid van zijn
bezoek zrjn besproken, behoorde ook een
voorstel, dat om teneinde de lastige tijds
verschillen in de hoofdsteden der Entente-
mogendheden voortaan te voorkomen, voor
alleu de tijd volgens den meridiaan van
Parijs zal worden geregeld.
Voorts werden onderhandelingen ge
voerd over de oprichting van een of ander
soort internationaal lichaam, teneinde het
voortdurend heen en weer reizen tusschen
Londen en Parijs overbodig te maken.
Ook werd besproken de instelling van een
internationalen generale» staf, die niet niet
de leiding der vijandelijkheden wordt bqlast,
maar het ven-band tusschen de bevelhebbers
op de verschillende oorlogstooneëlen on
derhoudt.
A erder werd de oprichting in overweging
genomen van een soort internationaal
lichaam, dat te Parijs zal.zetelen en voor
de geallieerden ongeveer de taak zal ver
vullen, die in Engeland op de Committee
for imperial defence'' rust en dat de diplo
matieke zoowel als de militaire politiek der
geallieerde^ zal beïnvloeden.
FRANKRIJK.
Van het Westelijk Oorlogsterreln.
PARIJS. Artillerie-acties op een groot
gedeelte van het front, speaiaal op het
Nouvrou-plateau en in de buurt van Tahure
en Mesnil in Champagne.
In de Vogezen vernielde onze artillerie
een blokhuis en schuilplaatsen.
Vrede op komst?
Een medewerker schrijft o.a. uit Noord-
Frankrijk aan de „V. Ct
Gedurende vier dagen zwierf ik weer eens
door de oorlogs-zóne in Noord-Frankrijk en
Vlaanderc-n. H ouwel er hier en. daar wel iets
veranderd is, zijn die veranderingen niet van
zoodanigen aard, dat ze een afzonderlijke ver
melding verdienen.
Dat de groote offensieve st-ormen welhaast
tot het verleden behooren, laat zich gemakke
lijk afleiden uit allerlei verschijnselen, die zoo
waarneembaar zijn. Wel zijn do militaire posi
ties onverzwakt gehandhaafd en blijft men
bezig om alles te doen ter afwering van door-
braak-pogingen. Maar toch zit niet in alles die
intensiteit, die b.v. in de .Septembermaand was
waar te nemen. Wat wel in sterkte is toegeno
men, dat is het politi6eeren. Overal heeft men
het druk over de samenstelling der nieuwe
regeering. Inzenderheid zijn de winkels der
Figaro's een geliefkoosde plaats voor politici.
Eu ondanks den raad om tc zwijgen, roert ieder
hier danig den mond. 't Is ook te gek, het,
Fransche volk te ieeren zwijgen. .Maar meneer,
dat b.eteekent voor ons den dood", zeide 'mij
een pittige onderoffier der Fransche artillerie.
Wat mij wel bijzonder aandeed, wa3 het zien
van de stelselmatige ontruiming in de gevechts
zone. Al wat maar aan. burgerbevolking kan
worden gemist, wordt dieper het land ingezon
den. Niet zoozeer uit spionnenvrees, dan wel
om de veiligheid der burgers zelf. Met de be
kende, en meer gebruikelijk© methode, om
elkander tot ver achter de gerechtslinie te be
schieten. raken de burgers al te zeer in het
gedrang. Niet iedereen is met de toepassing
dier methode tevreden. Ik sprak Belgische sol
daten, die maar zeer noode de kanonnen rich
ten op hun eigen dorpen. Doch wat is er aan
te doen?
„De Duitschers zijn ©r in, mijnheer, en die
moeten we er uit schieten", aldus redeneerden
ze. En bij die beschieting worden de Vlaam
scho dorpen en stadje® meer en meer een prooi
der verwoesting.
De plannen van sommige politici en een deel
der pers ,om gedeelten van Duitschlandte
wil hem opvangen, maar krijgt tegelijk den
volien stroom door zich heen.
Wie aan gindsche zijde van de versper
ring ellendig het leven laten, dat weten de
menschen in ons Brabant en Zeeland
niet te vertellen; maar ze weten toch
van vluchtelingen, uitwijkende naar ons
land, van geen gevaar ontziende brief
dragers, van jonge Belgen, die over
Londen naar het gevechtsfront hopen
te komen, ook van desertéerende Duit
sche soldaten, die in wanhoop voor al
de doorgestane oorlogsellende de vlucht
naar ons land nemen. Maar de draad ver
spert hun den uitweg. Hij houdt hen mee
dogenloos tegen. Willen ze het doods-gevaar
der hoog-spanning toch trotseeren, met on
eindige moeiten tuschen de schildwachten
doorsluipen, dan vangt de eleetrische bar
rière hen toch wel.
Dadelijk a.ls dan weer zoo'n slachtoffer
aan de draden hangt, flikkert bij de naaste
Duitsche wachtpost een eleefcrisoh gloei
lampje. zijn roode lichtje op; de Duitsche
greuswacht weet dan, of zij naar rechts of
Tuks de versperring heeft af te zoeken. De
soldaten nemen haken mee, de porceleinen
handvatten met caoutchouc omwGeld, en
een draagt er een schop. Als ze de plaats.ge
vonden hebben, waar de ge-electrocuteerde
als een misvormde kluwen tegen de draden
haiigt. dan rukken ze met hun haken het
verk< clde lichaam voorzichtig los van de
versperring; intusschên heeft de soldaat met
den schop een kuil gegraven. En op de
plaats zelve, zonder eenige formaliteit,
wordt dat jammerlijke menschelijke over
schot. hetzij onschuldig slachtoffer, spieder,
vluchteling, of deserteur, daar in de aarde
weg-gestcpl.
Toch, ja, tóch wagen ze bet onophoude
lijk weer, door de draad-versperring te
komen
Sommigen waagden roekeloos den doods
sprong met hun polsstok, met één gedurf-
den sprong over de meer dan twee meter
breed© versperring en bijna ar.derhalven
meter hoog over de midden-draden weer
anderen wachtten bij donkeren, mistigen
nacht tot de naaste schildwacht de hielen
gelicht had, dan vouwden ze op den tast,
iu het ondoordringbare duister, een dubbel-
iaddertje over het vijftal dradenvoor
sommige over simperswas .een middel van
ontsnapping geweest een bodemloos vat,
dat tusschen twee der draden ingeschoven
werd, waardoor dan de vluchteling voor
zichtig moest kruipen en van weer anderen
waren er doorgekomen, nadat ze door een
met gummi omwoelde fiets-velg de draden
vaneen hadden weten te wijden, om dan
zelf, zonder één aarzelende beweging, door
de ronde opening der velg te stappenen
zelfs ving ik het verhaal op, dat met
stille bewondering door het grensvolk wordt
na-verteld, van een zoo'n stoutmoedigen
kerel, die zich aan de Puttensche bosch-
grer.s door een riool-buis onder de versper
ring had weten door te wroeten....
Als aangrijpendst voorbeeld van al deze
verschrikkingen waarvan ik, in deze opstel
len over de grens-Versperring tusschen Bel
gië en Nederland, slechts de uiterlijke emo
tie hebben kunnen weergeven, had ik ge
hoopt tenminste één verhaal te kunnen
schrijven, opgeteekend uit den mond van
sen dezer onversaagde vluchtelingen over
den elèctrïschen draad. En de kans op zulk
een levende episode uit- dit kleine onderdeel
van den grooten oorlog, hier aan onze
grens, als een schets van den tijd,
de kans daarpp heb ik gedurende onzen
grenstocht wel gehad Maar het dra
matische verhaal, waarop ik gerekend
had. is me ontgaan: en ik wil hier ten
slotte wel vertellen hoe dit gegaan is.
In een der stadjes van oostelijk Zeeuwsch-
Y,laanderen had me de Belgische hótelhoud-
ster verteld, zenuwachtig en opgewonden,
dat zo dien nacht een drietal vluchtelingen
onder dak had gehad, zoo van over de
grens.
Aan het ontbijt zagen we ze in de ge
lagkamer binnen treden, een ouderen man,
eu twee jonge lieden, eerder beneden dan
boven de twintig jaar. Ze kwamen zwijgend
binnen, even een stillen groet met het hoofd.
Hun kleeren waren eenvoudig, op het ar
moedige af; ze waren ongeschoren, de
jongens zagen bleek en teer van moeheid.
Ze aten zonder een woord te spreken;
hun manieren waren daarbij die van wel
opgevoede lieden. Zooals ze bijvoorbeeld de
handen bevrogen, verraadden ze de opzet
telijke onaanzienlijkheid hunner ongewone
kleedingsbukken. Dadelijk na het gebruiken
van hun ontbijt stonden ze op, zwijgend nog
al tij d, de tweg jongeren dadelijk achter
hun ouderen geleider aanen traden haas
tig de kamer uit.
We hadden ze niet aangesproken, hun
zwijgen eerbiedigend. Maar toen het- drie
tal de ontbijtkamer verlaten had, spraken
we onder elkaar over hetgeen die vluchte
lingen wel ondervonden moesten hebben ge
durende de laatste dagen.
In den loop van denzelfden dag, toen de
boot van Neuzen ons met auto en al naar
Ylissingen overbracht, troffen we het
troepje weer op het voqcdek, dicht bijeen,
zachtjes sprekend onder "elkaar. En toen,
onder het een of andere voorwendsel, knoop
te ik een gesprek met den oudste der drie
aan.
Hij antwoordde beleefd, met enkele
Fransche woorden ik moest hem herhaalde
lijk de verzekering geven, dat ik Hollander
was. en louter uit belangstelling met hen
sprak, eer hij iets van zijn teruggetrokken
heid liet varen, met voorzichtige, korte zin
nen tot een gesprek te bewegen was. Zoo
spraken we gedurende den overtocht over
de breede Schelde, tot ik hem wees naar
Ylissingen vooruit. Ten laatste vroeg ik
hem. zonder omwegen en hem zeggende,
hoe ik :s morgens iu ons hotel gehoord had,
dat hij met zijn kameraden over de grens
had w-eten te vluchten, of hij naar Londen
overstak, om naar het front te reizen.
„Zeker!" antwoordde hij eenvoudig;
hij maakte er volstrekt geen geheim van.
En dus kon ik mijn belangstelling naar
zijn jongste avontuur niet bedwingen, er.
op den man af vroeg ik bem. hoe hij den
electrischen draad had kunnen passeeren.
Hij keek me scherp aan, volstrekt niet
onvriendelijk, zelfs met het hoffelijk lachje
van den man van beschaving; maar na een
vluchtig, afwijzend gebaar met de hand,
antwoordde hij niets anders dan:
„Eh bien, nous avons passé, voila!"
(Wel, we zijn er doorgekomen). Meer kou
ik niet uit hem krijgen en toen de boo;
aangelegd had, staarde ik het ecSiameri
drietal na, drie vluchtelingen uit België,
die de bonne eb; nee" gehad hadden over
de grens te kornet, de eleetrische versper
ring ien spijt.
JAN FE1TH.