«o. 193. Woensdag 10 November 1915 Orgaan voor Leger en Vlooi. Oorlogsnieuws. Tweede jaargang. Ons Oorlogsdag boek. DE SOLDATENCOURANT ADRES DER EEDACTIE EN ADMINISTEATIE PADESTEINASTEAAT 10. AMSTERDAM. UIT BLAD VERSCHIJNT DRIE11AAE PEE WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGEES 3 CENT. ABONNE MENT VOOR MILITAIREN 0.75. VOOR BURGER8 1.50 P, DRIEMAANDEN Voor Advortentiün wendo men zich tot het Alg. A -1 v rn t i c-Bn r eau JROf'.M A Co Heerengraêht 22G Amsterdam, totdc Drukkerij „Jacob van Campen" N.Z. V< or- urewai 234-240 (Keizerrijk 0) Amsterdam of tot onze Administratie, Paiestriuaitraat 10 Amsterdam. Prjjs der Advertentie per repel 30 cent. Bjj abonnein<rr redue'ie In de laatste weken hebben er aan het VVestertront woedende en verbitterdu gevechten plaats. Eerst de Fransehe poging om door. te breken, daarna het Duitsche offensief. Ook nu moesT de artillerie nog het voornaamste werk doen, maar toch kwamen meer dan anders de infanterie-afdeelingen aan de beurt. Op ons plaatje hierboven zien we,, hoe de Fransehe infanteristen de Duitsche loopgraven bestormen. Wij krijgen een aardig ïijkje in de versterkingen aan het Westertront, die zich uit strekken van de Noordzee tot de Zwitsersche grens, van de lange loopgraven, welke de strijders diep in den grond verbergen. Maar de Franschen wisten de Duitschers daar te vinden, en zooals we zien, ontstond er een verbitterd bajonet-gevecht. Geen audiëntie. Blijkens bericht in de Staatscourant" Wordt Donderdag a.s. door den Minister van Oorlog geen audiëntie verleend. De toestand in den reuieiistnid. Het belangrijkste feit van het oogenblik in den oorlog is de Inneming van Nisj door de Bulgaren. De verovering van deze tweede hoofdstad van Servië, tevens een sterko ves ting, is te Sofia, te Weenen en te Berlijn met gejuich begroet, en dit is geen wonder. Nisj toch is bovendien een zeer belangrijk kruis- punt van spoorwegen naar Belgrado, Koustan- tmopel en Saloniki, en over .Nisj kan de ver binding tot stand worden gebracht tusschen Belgrado en Tsaribrod, hot Bulga&rsehe grens- j station en verder door Bulgarije met Konatan- tinopel. Thans zouden dus Duitschland en Oosten rijk-Hongarije in reclitstreeksche ver binding zijn met Turkije, wat nieuwe verge zichten opent voor de centrale mogendheden, niet alleen in militair, ook in economisch op- *i<ftt. Kan Servië nu nog gered worden door de De 66ste week. (Van 1 Nov. tot 8 Nov.) 1 Nov. Volgens de ,,Voss. Zeitung" is een Duitsche regeeriugscommissie te Sofia aangekomen ten einde, onder medewerking van de Bul- gaarsche regeering, maatregelen te treffen ora den toevoer naar Duitschland en Oostenrijk-Hon- garije van broodkoren en peul vruchten te' verzekeren. Volgens berichten uit Londen heeft heb bezoek .aldaar van gene raal Joffre geleid tot volkomen overeenstemming betreffende de militaire staatkunde in den Bal kan. Kragoejev&tsj is in handen der Duitschers en Oostenrijkers. 2 n Het verkeer tusschen Duitschland en Zweden is hervat. Tob opvolger van Carson is be noemd F. C. Smith, tot dusverre ad vocaafc-genera al Asquith legt an het parlement een lange verklaring af over den toestand en zegt nadrukkelijk, dat Engeland geen vrede zal sluiten dan na de overwinning behaald te hebben. Zoo noodig zal tot dienst- pl.c" b' worden overgegaan. Tot opvolger van generaal Gal lic ai als gouverneur v(in Parijs is benoemd generaal Manoury, be kend uit den slag van Ourcy. 3 7, Briand legt in het parlement een regeringsverklaring afFrankrijk yyil-pver jyinnen en zal overwinnenj geallieerden? Heb schijnt moeilijk, tenzij deze het heroveren op de Bulg-aarsche, Duitsche en (Jostonxijksche legere. Daarvoor zal, zoolang Griekenland blijft weigeren zich in den strijd te mengen, en het nieuwe ministerie daar schijnt geheel in den geest te zijn van Zaïrais, den man der neutraliteit, een ontzaglijk ex- peditieleger noodig zijn, dat heel uit Westelijk Europa, althans voor 't grootste gedeelte, moet komen. De verovering van Servië toch, door de Bulgaren en de troepen der centrale mogendheden, begint meer en meer te gelijken op een voldongen feit. Op enkele na zijn alle belangrijke plaatsen van het oude cn niemvo Scryiö nu in handen der vijanden gevallen, nl. Belgrado, Zajecar, Kragoejewatsj, Pirot, Uakub, 'Veles, Istip cn anderen. Van de aanzienlijke steden zijn alleen nog Pristina en Monastir, verder naar 't Zuiden, in Servische handen, maar 'tis zeer de vraag, of die, ten minste het eerste, het nog lang zullen volhouden. Zijn de Bulga ren, die een lang front bezetten van den Do- nau tot de Griekschs grens, ook in liet. Zui den verder naar het Westen doorgedrongen, dan lijkt do Servische veldtocht geëindigd, is Servië als Belgic in de handen der overwin naars. De geallieerden kunnen tegenover deze nieu we overwinningen van den tegenstander geen zegepralen Van eenig belang stellenHet krijgsgeluk is wel in alle opzichten met de middon-Europeesche bondgenoot-en. Aan 't wes terfront. komen zij sedert meer dan een jaar mefc alleeu moeb de vijand verdre ven worden uit Noord-Frankrijk, maar ook moeten de vroeger ont rukte provincies door Frankrijk hernomen worden België en Ser vië moeten in den ouden vorm hersteld worden. Met 51*5 stem men tegen een wordt een votum van vertrouwen in de regeering aangenomen. Ten gevolge van een incident in de Grieksche Kamer tusschen den minister van oorlog en een liberaal afgevaardigde is het kaïbineb Zaimis afgetreden. Bij een stemming o^er een motie van vertrouwen kreeg de regeering 114 stemmen; tegeü stemden 147 afgevaardigden, ter wijl drie leden zich onthielden. Het Engelsche persbureau maakt melding van het in den grond boren van het Britsche transport schip „Ramazan" in de Aegeische Zee. Van de 380 man Indische troepen aan boord werden 75 man gered. Van de bemanning werden 25 man gered. Glemenceau wordt benoemd tot voorzitter van de legercommissie m den Senaat. Officieel wordt, meegedeeld, dat Lord Kitchener tijdelijk voor amb telijke bezigheden afwezig is; te vens wordt het bericht over ont- siagiicnien door den minister van oorlog tegengesproken. Bryan valt president Wilson aan over diens defensiepolitiek. Een Bulgaarsche divisie rukt .Nisj binne». weliswaar niet vooruit, maar hun vijanden evenmin. De strijd daar speelt zich nog steeds het zwaarst af in Champagne, in don omtrek van Tahure, maar de toestand blijft er aldoor dezelfde. Volgens een Duitsoh leger bericht, eouden Duitsche troepen zelfs weer een stuk loopgraven hernomen hebben, die de Franschen vroeger veroverden. Maar verder komen zij daar al niet mee. Op het oostelijk oorlogsterrein, aan denRus- rischen kant, verandert de positie der legers Iiaast al even weinig. Voor de Russen zijn m elk geval de laatst© dagen wel gunstig ge weest, als we althans mogen afgaan op een bericht van Russischen kant. Er wordt daarin gemeld va,n hevige aanvallen der Russen en die met gunstig gevolg werden bekroond. Zij trok ken de Strvpa over bij het dorp Sennkowce en namen daar meer dan 8500 vijanden krijgsge vangen. De tegenstanders deden al het moge lijke om door zeer zware, wanhopige tegenaan vallen do krijgsgevangenen te bevrijden, maar het gelukte hun niet. Nu is het natuurlijk moeilijk om den weg der waarheid te vinden in de altijd haast tegen strijdige oorlogstelegrammen: want zie, een draadbericht uit Weenen van denzelfden dag maakt gewag van hevige gevechten, aan de Strypa insgelijks, doch hierin heet het, dat de zeer hardnekkige aanvallen der Russen wer- j den afgeslagen en dat deze laatsten zes duizend krijgsgevangenen in de handen der Oosten rijkers lieten. 't Is mogelijk, dat men van weerskanten gelijk heeft, doch dan blijkt daar uit, dat ook op het Oosterfront de toestand zoo goed als geen wijziging ondergaat en de legers daar tegen elkaar opwegen. Van de vredesgeruchten hoort men thans niet meer dan tegenspraken. Ook Von Bülow doet daaraan mee. Men had ook dezen vroe- geren Duitschen rijkskanselier een vredeszen- ding toegedicht; niet waar, zegt hij, ik heb volstrekt noch naar Washington naar president Wilson, noch naar Koning Alfonso in Spanje willen gaan, noch heb ik over vredesaanbiedin- gen met den pauselijben gezant of iemand an ders willen spreken. De strijd, wordt dus voort-gezet. hoelang nog, niemand weet het te zeggen .In Engeland schijnt men zich voor te bereiden op een nieu we fase in den oorlog. Er worden allerlei ver moedens geuit omtrent Lord Kitchener; den minister van oorlog. Hij zou zijn ontslag nemen uit deze functie, hij zou reeds uit Engeland vertrokken zijn om aan het Westerfront het opperbevel op zich te nemen; volgens anderen gaat hij naar den Balkan om daar de leiding in handen te nemen van den aanval- tegen de- Bulgaren. En een bericht maakt zelfs melding van een tocht naar "t Oostelijk oorlogaterreinï Maar zekerheid omtrent zijn optreden geveii,; deze berichten nog niet. Er is in deze berichten iets vaags en ge heimzinnigs, dat een verrassing doet verwaclw ten. Ten onrechte waarschijnlijk, want Kitche ner ook, al is hij een groot veldheer, zal in dezen geweldigen strijd geen verandering kun nen brengen door zijn komst alleen, noch op het Oostelijk, noch op hot Westelijk oorlogsterrein noch in den Balkan. Mogelijk is alleen, dat de betrekkelijke stilte in de actie van 't Wester front nu zal blijken de voorbode van den storm geweest te zijn,, die thans van den kant der geallieerden losbreekt tegen de Duitschers. Mo gelijk maar daarom nog niet waarschijnlijk. Anderen zien in dezo stilte juist een verslap ping der actie in het Westen als in 't Oosten, en die zou zijn een voorbode van een...... spoe- digen vrede! Als het lot van Servië voorgoed is beslist, zou ook de oorlog zijn einde naderen. Ook dit is mogelijk en. te wcnsclien! In de ,,N. Ct." vinden we een beschouwing in dezen geest, die we met ingenomenheid aan halen, al ware 't maar alleen omdat onze hoop dezelfde is als van den schrijver: „Het kan wel verbeelding zijn en een gevolg van de neiging om te gelooven, wat men hoopt, maar tocher is, al zou de rede van den Franschen premier Briand dat niet doen ge looven: vrede in de lucht. „Ik althang gevoel dat zoo en breng dit in verband met de buitengewoon geringe actie op de verschillende groote slagvelden. Ik meen thans het verschijnsel waar te neren, dat cel: bij vroegere oorlogen werd geconstateerd: dat de legers met het beeld van den naderenden vrede voor oogen hun huid even zorgvuldig gaan sparen, als zij die daarvóór bereidwillig blootstelden. Onmerkbaar kruipt dan dat ge voel van zelfbehoud van de onderste lagen van het leger tot de allerhoogste omhoog. De man schappen, de troepen, dio nog gespaard zijn ge- bleven, hopen nog van het geluk, dat de vrede ook hun zal bieden, te genietende aanvoer- i ders zien er tegen op onder die omstandighe- I Te Londen wordt het dagblad de „Globe" in beslag genomen. De kabinetecrisis in Griekenland is beëindigd, met de benoe ming van den oud-gezant Skoeloedis tot minister-president en minister van buitenlandsche zaken. Generaal Yanakitsa be houdt de portefeuille van oorlog. Lord Kitchener is, na een onder hond met Briand en generaal Jof fre, uit Parijs vertrokken naar het Balkanoorlogstooneel. Champagne-veldslag, verleid door m: Aan een brief van een Franschm.mdie deel heeft genomen ae.-n het offensief in Champagne, ontleonen we het volgende: Do streek, waar ik me thans sinds twee maan den bevind (vroeger was ik in een sector van hot noordfront, ver weg) is zeker niet het mooiste gedeelte van het schoone Frankrijk. Terreingolvingen, welke ik maar zeer onbetee- keuend vind ik behoor n.l. rot Alpenjagers magere sparren, dio in den krijtbodem groeien en groote vlakken, waar hier en daar wat gras staat dat alles is verre van mooi. Maar soms beschijnt do zon dit treurige landschap eu geeft er eenige levendigheid aan, als om het te ver nederen door enkele oogenblikken bet schitte rendste purper erover uit te gieten. Dat is dan ook het eenige sehoóne in deze streek. In deze beklagenswaardige provincie speelt zich sinds enkele dagen het meest grootsche, meest verheven schouwspel af. Natuurlijk weet ge, zooals iedereen in Frankrijk, wat er gaande isik geloof, dat aller aandacht gevestigd is op dit gedeelte van het- front. Ik zal er een korte schets geven van hetgeen er voorvalt. jVoór het aanbreken van, den dag, rukken ein den nieuwe offers van hen te vergen. Hot is als een compromis, waarover niemand durft spreken en er groeit eon illusie, waarvan nie mand rept, maar waar allen aan donken: wat zal het heerlijk zijn uit do verschrikking dei- loopgraven naar het rustige, veilige leven thuis en in het garnizoen terug te lceerenvoorzich tig nu, anders beleven wij dat niet. En elk vredesgerucht wakkert die illusie aandaarbij komt, dat iedereen langzamerhand meer dau genoeg krijgt van dit 6ven moorddadige als vruchtelooze vechten en ook daarom harstodh- telijk naar het einde verlangt. En daarom rus ton wellicht bijna overal de wapenen, worden de krijgsverrichtingen overa'l tot een minimum beperkt; treedt onmiskenbaar verslapping in." OUFTSCHLAND. Klaarheid gevraagd omtrent het oorlogsdoel. Men zou meenen, zegt de „Vorwarts", dat na 15 maanden oorlog voeren op een wijze zoo bloedig, als de wereldgeschiedenis het nimmer heeft gezien, de staatslieden een pre- cieser antwoord op de vraag zouden weten te geven: „Hoe wordt heb recht hersteld? Hoe krijgen wij een duurzamen vrede?" Men zou eveneens meenen, dat deze staatslieden den volkeren duidelijker vertelden, waarom zij eigenlijk linn bloed vergieten, welk doel men zich gesteld heef tb, in bet kort, om welken prijs liet gaat. Verdediging van het vaderland, vrijheid, recht, cultuur dat alles is thans niet meer voldoende. Dat zijn slechts woorden, waarbij de een zich dit, en de ander dat denkt, en het begint waarlijk tijd te worden, helderder en verstandiger taal te spreken. Het ziet er echter naar uit, alsof beide par tijen vreezen, elkander hun plannen bloot te leggen, want liet zijn immers niet alleen Frank rijk en Engeland, die hun oorlogsdoeleinden en hun vredesvoorwaarden in ondoordringbaren nevel hullen; do Duitsche regeering is niet minder terughoudend en ook zij heeft zich, waar het het doel van den oorlog betrof, op een wijze uitgelaten, die voor soldaten, wien voor een stormaanval moed ingesproken moet worden, wèl op de goede plaats zijn, maar die noch in het eigen land, noch daarbuiten de noodige hel derheid verspreiden over Duïtschlands einddoel. Juist nu worden weer alle in liet buitenland in omloop zijnde berichten over vredesverlan- gtens en vredesberuoenngen door de Duitsche regeering officieel voor onwaar verklaard.... Bülow is in Zwitserland voor herstel van ge zondheid, en Solf is in Nederland, waar hij dierbare vrienden bezoekt en weer eens heerlijk wittebrood kan eten. Het is ook niet waar. dat de Rijkskanselier tegenover Jan, Piet, of Klaas als vredesvoorwaarden de Belgische Maas-linie, de annexatie van Koerland en een schadever goeding van 30 milliard als eisch heeft gesteld. Goed zoo Wij hebben thans 12 maanden lang precies g/.hoord wat niet waar is. Kan men nu ons kwa lijk nemen, dat wij nu wel eens gaarne zouden willen liooren, wat wèl waar is, wat de Duit sche regeering als. doel .van den oorlog beoogt Het gaat toch op den duur niet aan, dat de eene slag op den anderen volgt, dat onze man nen steeds naar nieuwe oorlogsterreinen worden gebracht, zonder dat de volkeren te weten ko men, wat er eigenlijk moet zijn, willen de vre- desklokken wederom luiden De anderen, zoo geeft men ons ten antwoord, moeten om vrede vragen, want wij zijn de overwinnaars. Maar jammer genoeg voor ons, voelen die anderen zich niet als overwonnenen en'op die manier komt mc-n niet tot eenig resultaat. De oorlóg gaat voort in het oneindige, om dat beide partijen schuwen, hun voorwaarden scherp te omlijnen en uit te spreken, uit vrees, dat het bekendmaken van liet einddoel voor zwakheid zou worden aangezien. Het kan dus zoover komen, dat deze oorlog zal eindigen met de volledige uitputting van allen, omdat nie mand wil zeggen, welke voorwaarden vervuld móéten zijn, om er een eind aan te maken. Zal dat verhinderd worden, dan moeten de regee ringen eindelijk hun algemeene frases in. den steek laten en met een positief- programma voor den due komen. Ziin zij zelve door de ver schillend© wisselvalligheden van al d->ee veld tochten in di- war geraakt-, dan moeten de slui zen van de openbare wel sprekendheid geopend worden. Dun zal er snocdig herderheid zijn en naar wij hopen, vrede. ■SELGlë Veroordeelingsn. BRUSSEL. Bij vonnis van den krijgs- raad zijn wegens spoorwegspionnage drie Belgen veroordeeld tot den dood en één 1 Belg tot 12 jaren tuchthuisstraf. De veroordeelden hadden sedert het begin delooze kolones op naar de loopgraven, die hatelijke loopgraven, welke ons reeds zoo lang gevangen houden en ons verpletteren. Die ko- lonnes, die naast elkaar optrekken, zijn zoo talrijk, dat niettegenstaande de duisternis, zij elkaar zien. Een oogenblik later verdwijut alles 1 in de naderingsloopgraven van de eerste linie, waarvan de onderkomens overvuld zijn, zoodat- de mannen tegen de houten wanden gedrukt zijn. De artilleriebeschieting, welke nu al twee. dagen duurt, wordt maar steeds voortgezet met dezelfde hevigheidover onze hoofden vliegen de projectielen, naar de stellingen der Duit schers. De dag breekt aan in een'vuile grauwe tint; een fijne regen, die door alles heendringt, valt onafgebroken. En steeds dondert het ka non op vreeselijke wijze. Daar 'antwoorden de Duitscherszij doen een storm van zware pro jectielen op de loopgraaf neer dalen. Gelukkig zonder succes Negen uur. Allen dringen samen in de voor ste loopgraaf de bevelen worden fluisterend doorgegevenmen houdt zijn patronen gereed, de bajonetten worden opgezet. Daar het nog altijd regent- en de modder alles bedekt, worden de geweren met de zakdoeken schoongemaakt. Men drukt elkaar stevig de hand, met de besto wenschen voor het succes de oogen van sorn- sigen schitt. -en van strijdlustanderen weer zien doodbedaard hun uitrusting namaar er zijn er ook, die doodsbleek zijn en angstig rondzien. Kwart over negen dat is het vastgestelde tijdstip. De artillerie verlegt een weinig het vuur. „Voorwaarts!" en de voorsten ijlen naar de trappen, die van te voren gereed zijn gezet. Ook ik snel naar boven. En dan geschiedt er iets heerlijks, schitte rends -als ge eens wist hoe grootsoh zulk een moment is! Men overwint het- dierlijk instinct; hoewel do granaten,.die thans als hagelsteenen neervallen, reeds eenigesoldaten vaneen ge scheurd hebben, gaat men toch voorwaarts. Over het geheel© uitgestrekte front komen de kranige infanteristen te voorschijn uit dé loop gravende muziek speelt een schetterende Marseillaise; tajnboers en hoornblazers, die van Februari 1915 aau twee spoorweglijnen alle naar het front vertrekkende en van daar tc-rugkeerendo transporten genoteerd voor don inlichtingendienst van den vijand en de opgaven aan dezen doen toekomen. De vonnissen werden bekrachtigd en vol trokken. ENGELAND. Lord Kitchener. LONDEN. Het Perebureau herinner, eraan, dat het 't bericht omtrent Kitchener's aftreden reeds heeft tegen gesproken. Het is even onjuist, d?;t hij den Koning zijn ontslag zou hebben aangeboden, als dat zijn bezoek aan den Koning daarop betrekking had, of dat zijn bezoek aan het oostelijk oorlogstooneel op zijne ontslagname wijst. Lord Kitchener gaat daar integendeel heen, om zekere taak te vervullen, in zijn qualiteit van minister van Oorlog en is in het geheel niet van plan, af te tredpn. LONDEN. Lord Kitchener is Zaterdag uit Parijs vertrokken, na aldaar korten tijd vertoefd te hebben, teneinde overleg te plegen met het hoofd der regeering en den opperbevelhebber. Hij besprak met Briand eu Joffre de verschillende quaestie3 betref fende de operaties in het Oosten. Er bleek wederom, dat er volslagen een stemmigheid heerscht tusschen de beide regeeringen. De „Times" zegt, dat lord Kitchener reeds lang alle nieuws omtrent den Balkan uit de eerste hand kont, zoodat het niet vreemd zou zijn, als hij zich geheel aan de oplossing van dit ingewikkelde probleem, in overleg met de geallieerden, zou wijden. Een reeds vroeger opgedoken, maar nu weer opgerakeld gerucht, dat Kitchener het bevel over het leger in Frankrijk op zich nemen zal, is volkomen ongegrond. De recruteering. LONDEN. De „Ounard Gompagny" deelde Zaterdag mede, dat zij. geen Engelsche passagiers kan aannemen, die in den dienstplichtigen leeftijd zijn. Dit gaf aanleiding tob tconeelen van opgewon denheid te Liverpool, waar de „Saxonia" van de Cunardlijn naar Newyork zou ver- trekkeu, toen een aantal Iersche emigranten aan boord wilden gaan. De recruteerings- agent6n begonnen hun arbeid; de menigte jouwde de Ieren uit. De stokers van de „Saxcoia" kwamen aan land en zeiden tot de ambtenaren, dat zij weigerden te ver trekken, zoo de Ieren vergunning kregen om aan bcord te gaan. De maatschappij steunde de stokers en weigerde de Ieren mee te nemen. Zes der Ieren namen onmiddellijk dienst. FRANKRIJK. Op nachtelijke patrouille. Een pelotonscommandant vertelt in de Westm. Gaz.: Ons regiment was in de voorhoede en op Goyle, den oudsten officier van de drie com pagnieën, rustte een zware verantwoordelijk heid. Goyle had den oorlog sedert het begin meegemaakt en wat- hij niet wist van de Duitschers en van hun methode, dat wist- niemand. Wij -marcheerden over een open w.eg, met geploegde wegen naast ons. Een halve mijl achter ons kwamen de Dorchesters en Goyle j was uiterst bezorgd, om niet een te grooten afstand te laten ontstaan. Wij hadden order, halt te houden aan een kruispunt van den weg, onzeker waar de vijand zich bevond. Wij liepen eigenlijk niet op den weg. Goyle liad ons een marschorde bevolen, waarbij wij in j lange rijen achter elkaar langs de slootkan ten liepen. Toen wij na een lieelen tijd het kruispunt met den anderen weg nog niet bereikten, hiel den we halt en zond Goyle een boodschap naar a-chtercn om nadere instructies te vra gen. Hij ontdekte, dat wij de voeling met- de andere brigades op de rechterflank hadden verloren en dat de Dorchesters schenen te willen blijven in het door hen bere-ikxe dorp. Alles wees erop, dat iets in de war was ge- met den troop mede uit de loopgraven zijn ge komen, slaan en blazen don stormaanval en altijd maar komen nieuwe gelederen te voor schijn, steeds storten nieuwe mensehen golven voorwaarts en werpen zich onder gejuich, met het wapen in de vuist, op den viiand. In de loopgraaf staat ernstig en bedaard, met doodsbleek gelaat, een jonge aalmoezenier, die voortdurend de langs hem naar buiten snel lende soldaten zegent. Reeds zijn we ver weg in het tusschenter- reïn: met één aanloop gaat het over de eerste loopgraaflinie heen er zijn bepaalde deta chementen aangewezen, die opdracht hebben deze - schoon te vegen, zooals de term luidt. Steeds ijlt men voort onder het afsluitingsvuur van de vijandelijke artillerie, terwijl de Duit sche mitrailleurs als razend ratelen. Het ter rein is reeds overdekt met dooden en gewon den. Overal stroomt het Bloed. De reserve- linie en de soutiens zijn reeds genomen. Nu en dan moeten we dekking zoeken voor liet artil lerievuur. We dringen in een bosch. niettegen staande liet scherpe vuur der verdekt opgestel de tirailleurs en mitrailleurs. Nu raken ook 'de kalmste den kop kwijt men roept om de kanonnen. Bij den ingang van een bosch krij gen we a bout portant artillerievuur wat een bloedbad! ledematen en hoofden vliegen rond, we worden overdekt met bloed en zien zwart van den kruitdamp we moeten ons een oogenblik voorover werpen in de modder, maar slechte één oogenblik, want: „en avant. en avant" luidt het- commando. En een oogen blik later zitten we de artilleristen met de bajonet op het lijf. Officieren en bedïenings- mansclmppen, allen worden gedood. Het heeft ons heel wat mannetjes gekost, maar de buit is het waard: wij hebben de 77-ers en de vreeselijke 105-ers en de Oostenrijksche 147-ers. Een prachtig succes. Mijn divisie alleen heeft ruim de helft van alle veroverde kanonnen buitgemaakt. De overige artilleristen worden in bun onderkomens afgemaakt. Talrijke uit geputte. angstige gevangenen worden bij elkander gedreven om een lijn worden ee langs een weg opgesteld. In 'de barakken vin- raakt, waardoor één dor drie compagnieën van ons regiment bij ©co ploteeJingon Duu- I sche:i aanval erg in Jiet nauw kan geraken. I Iemand met minder ervaring dan GovJe zou licht in dio omstandigheden iets bobben ge daan, dat tot een ramp had kunnen voeren. Strikt de orders volgende, had hij maar voort j kunnen rukken, rodonoerende, dat hij zich geen rekenschap had te govon van do 'wijsheid of [onwijsheid van hetgeen hem was'bevolen, j /oo dacht Govlo er niet over. Hij wilde zjui I leven en -dat zijner mannen niet opofferen aan tactische vergaringen. „Het bevalt mo niet,,' zei hij een paar keer. ..Het is alles good en wel, maar als zo mi juist met groote macht kwamen opdagen dan was het mot on« afgeloopen." Eindelijk kwam een geschreven order van don bevelvoerondon official-: „Go gaat voort tot de R. in cm blijft dfsn nacht verdrr in het dorp". We zagen op de kaart: was een gehucht van een paar hutten, een kwart mijl verder. Ik zag wel. dat Goyle niet veel mee óp had. „Ook al best, zeidc maar de Duitechore zullen we', in dn:. ,K zitten en dan loopon we een Lelijke val bin Jien. Ik zal er een patrouille heenzenden on als bet dorp bezet is, ga ik niet verder tot hot dag is en tot wo versterkingen bobben om vangen," Met de verkenning werd ik belast, jn ge zelschap van een korporaal en één man. AV-- m het dorp kwamen, moest één van ons he: eerste huis binnengaan. Kwam hij er niot -.vc-i-r' uit, dan moest er nóg een binnengaan. Kwam die ook niet weer buiten, dan moest de derde terugkoeren en het komen vertellen. Als er schoten, vielen enniemand terugkeerde, dan zon Goyle ook aannemen, dat het dorp bezet was. Ik wenschte mezelf ergens anders op deze wereld, maar riep mijn mannen samen c-n vroeg vrijwilligers voor de onderneming. De korpo'-' raai was direct gevonden, maar ondor do man nen waren geen liefhebbers. 'I'oen ik eindelijk maer met den korporaal alléén wild© ga3»i. meldde zich toch eindelijk nog een man aan. Mijn oppasser, die herhaaldelijk als tolk op trad tusschen mij cn mijn manschappen, legde mij later uit waarom wèl een korporaal "en geen soldaat zich had aangeboden. Do mannen hadden den indruk, dat bij kleine patrouilles veelal de ongegradueorde het eerst werd opge offerd en dan liet slachtoffer werd. Toen ik mijn mannen had, legde ik uit, wat er te doen viel en gaf order om op het ec-rate schot, dat zou vallen, redding te zoeken in de vlucht, zonder op de anderen ba letten. Wij hadden geen vuur te beantwoorden, elechte uit. te maken of de plaats was bezet. Eenmaal op weg, geloof ik, dat wij alle drio elke minuut het zaakje minder aardig .vonden. Ik besloot, dat wij niet verder op den weg zou den gaan, maar door het akkerland naart den weg. Zoo bereikten we de eerete huizen, die als donker© vlekken lagen in den nacht. Dus mosten we ons eerste onderzoek instellen en ik bad vurig, dat ze onbezet moohton zijn. Voordat wij geheel waren genaderd evenwel, ontbrandde wer een linie vsn een 50 meter een heftig vuren, op niet meer dan 10 meter af stand. Het was duidelijk, dat- we bijna recht in een Duitsche loopgraaf waren geloopen. Een oogenblik waren we versuft. Toen, als één man, keerden we om en holden terug. De sergeant liet zijn geweer in den steek en ik verloor mijn pet. We renden als bezetenen, maar de soldaat won 't van ons. Een paar honderd meter verder struikelde ik hals over kop een sloot in. De korporaal keek even of ik getroffen was, maar toen ik opkrabbelde, rende hij direct verdor en de soldaat was al een heel eind vooruit. Mijn knie had ik wat bezeerd, maar ik liep er even hard om. Toen bedacht ik, dat de onzen ons voor den vijand konden houden en op ons schie ten en ik riep: „Goyle, Goyle, wij zijn de pa trouille, die terugkeert!" „Kerel, hou jo mond," klonk het terug van den weg. „Is het noodig dat de Duitschers precies hooren waar we zitten." Een oogenblik later zat ik naast hem op den grond rapport, uit te brengen. „Hm, zei Goyle, net wat ik dacht, maar ik ga vannacht dat nest niet bezetten." Op hetzelfde moment kwamen de majoor en zijn adjudant uit de achterhoede eens kijken hoe het ons ging. „Wel Goyle, zei de majoor, waarom ruk je niet verder?" De majoor was een dappere kerel, die vond dat alle tactiek bestond in stormerderhand op treden, want zijn ervaringesi waren opgedaan in koloniale oorlogen en hij was pas een paar dagen bij ons. Goyle vertelde bet resultaat van de patrouile. „Och, natuurijk maar een paar uhlanen; hij had z» maar moeten meebrengen den we Moezelwijn snel worden de lange halzen (veel tijd is er niet) op den rand van de tafels stukgeslagen en de flesschen aan de mond gazet, want we baden in ons zweet. Wo j zijn eenvoudig uitgeput. Sigaren, sigaretten, j lekkernijen, van alles vinden we: de officie ren waren uitmuntend gehuisvest. Het papier waarop ik schrijf, is van e<Sn Hauptmann ik veraeker u, dat- ik niet aiöjd in de loopgraaf over zulk mooi papier bestdiik! Dan gaat hét weer voorvsiarts, óver een heu velrug. onder het vuur der kanonnen voor lan gen afstand, en nog een hoogte en plotseling ontvangen we mitrailleurvtuir. We staan voer een geducht Tersterkte .-Helling, met talrijke kleine fortges. De dood waart rond onder ons in een oogenblik worden geweldige gaten in onze gelederen geslagen We moeten weer te gen, in de modder we krijgen artillerie enfi- ieervuur. Snel wordt zoo g<K*I en zoo kwaad ali het gaat, een dekking gemaakt. Onze opmar vb is tot staan gebracht. Vijf nachten en vier de gen hebben we daar gelegdn. Wat- dat een tijd is geweest! Onder een sloribui van projectielen moesten we op den buik in. het slijk blijven lig gen, terwijl bijna voortdtnjend de regen neer kletterde, vrijwel zonder vordsel. temidden van lijken en het gekreun der g-pkwetsten. Eindelijk vannacht, heeft men hetgeen van onze divisie over was teruggehaald, wegens ons dapper gedrag. Wij waren cp het verst vooruit geschoven punt van het -offensief. Met- een goede artilleristische voorbiïreiding is de stel ling nu te nemen. We keerden in het kamp 'ferug. uitgeput, na een langen marsch door de modder, maar vooral woedend, dat we nirt geheel en al ge slaagd waren. Tk was geheel ópreeds dcri eer- sten^dag bad ik een granaa (scherf in mijn lin kerarm gekregen, waardoor ik veel bloed ver loren had, daar ik de woi.tfie niet had laten verhinden.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1