DES van VrijaëLg: S3KT ovember 1015
Wanneer me' de Dames aehtervalgt....*
of zee7
ven 1S-
Een plaatje, dat tot verge
lijken wil nopen: kijkjes uit
den oorlog, vroeger en tegen
woordig. Links vinden wij
toestanden van vroeger ge
schetst, rechts worden ons
kijkjes gegeven op het tegen
woordig oorlogsveld. Boven
links zien wij den toegaDg
tot een versterkte stad, een
groote poort, die verdedigd
wordt van binnen en die
van buiten met zware palen,
heele boomstammen werd
ingerameid; rechts zien wij
een brug over een rivier,
vernield door het tegenwoor
dige zware geschut. Beneden
links wordt ons een kijkje
geschonken op een versterkte
stad, met de dikke muren en
de schietgaten, waar de
kanonnen van dien tijd,
klein en weinig beteekenend
vergeleken met de huidige,
naar buiten steken rechts
worden we verplaatst in een
loopgraaf van den tegen-
woordigen tijd
getwijfeld groote schade zullen lijden ea
zich het hoofd moeten breken, om allerlei
nieuwe gerechten te'bedenken.
Onder viseech wordt in de nieuwe bepa-.
ling verstaan: ossen-, kalfs- en varkens-
vleeacb, benevens wild en gevogelte van al
lerlei aardvleeschwaren zijngeconser
veerd vleésoh, worst en spek- Met vetten
worden bedoeld boter, olie, kunstapijsvet-
ten, runder-, schapen- en varkensvet.
Ten gevolge der nieuwe bepaliugen zagen
de restaurateurs zich reeds verplicht, hun
diënteele onder de feeetvierende vereenigin-
gen te verzoeken, hunne feestmalen op
.Woensdag of Maandag te houden.
FRANKRIJK.
Uit den strijd in Champagne.
Een correspondent van het Hbld. vertelt
van den strijd in Champagne, den aanval
der geallieerden daar. Hij verhaalt o.a.Van
een merkwaardige ontmoeting met een offi
cier waaruit wij het volgende overnemen:
Ik stond in do hall van het hotel, toen er
plotseling een Düitsch officier binnen
stapte, in jas en broek vol modder cn leem.
zonder koppelriem, zonder sabel, zonder
sporen. Alleen aan zijn schouderstukken
kon men zien, dat hij werkelijk officier
kapitein was. Zijn ongewasschen gezicht
droeg een stoppelbaard van drie dagen. En
wanneer zijn handen en nagels niet goed
verzorgd geweest waren al konden zij de
bewerl met puimsteen en zeeplap best
gebruiken dan zou men niet geloofd heb
ben, dat hij den rang van officier bekleed-
do. In den letterlijken zin van het woord
iemand uit de klei getrokken.
Door een beiderzijdschen bekende maak
ten we kennis met elkaar, aten we dien
avond, samen. .En ik ben het toeval heel
dankbaar, dat het zoo gekomen is. Niet om
dat hij mij veel vertelde, dab ik als journa
list gebruiken kan, maar omdat ik nu, voor
de eerste maal eigenlijk, de psyche leerde
kennen van iemand, die zoo uit het gevaar
lijke nomaden-leven in de loopgraven
terugkeerde in de gewone, vroeger dagelij k-
eche sfeer.
„De echte vecht-officier" zei een derde.
En zoo zag hij er ook uit. Maar hij was
het toch niet.
Dadelijk na de oorlogs-verklaring had hij
zijn burger-pakje verruild voor de Haupt-
manns-uniform. Uit zijn Silezische land,
waar hij grondbezitter was, kalm leefde met
vrouw en kinderen, trok hij naar het wes
ten. En of de duivel er mee speelde, hij
kwam 6teeds waar het zwaarst- gevochten
werd. In Lotharingen, in Argonne bij Ver
dun, in Champagne, tijdens den winterslag,
hij Souchez, bij de Loretto-hoogte. En nu
hij de Hohenzollern-redoute. Overal waar
de spaanders vlogen, was hij er bij. De oor
log had nog geen maand geduurd of hij
droeg het ijzeren kruis. En weer geen
maand later of hij had het ijzeren kruis
eerste klasse. Gewond werd hij nooit. Nu
ja, een schram aan arm of been, maar ver
der niets.
Hij vertelde als iemand, die blij is te kun
nen praten. Wel kalm, maar met de rust
van een, die de zenuwen in bedwang tracht
te houden, de stem dempt, af en toe den
draad verliest, even stil houdt om de her
sens in te spannen en dan verlegen lacht
- om, ga een klok champagne moest hij
hebben en den besten te vervolgen:
Uit 'fc Fransch
door.
JEAN GASCOGNE.
Er zijn mannen, die de vrouwen volgen!
Waarom? ik vraag 't u.
Wanneer ik zeg, dat ik 't tt vraag, be
schouw dit dan als een wijze van spreken;
want daaromtrent staat mijn idee vast. Het
i3 natuurlijk, dat zij er een doel mee heb
ben.
Alleen dit. deze wandelingen voeren hen
dikwijls zeer ver, maar nooit waar zij wezen
willen
Ziedaar de reden waarom men verkeerd
doet de dames te volgen. (Ik spreek van de
nette dames, want de andereu doen 't om
gekeerde, die volgen u).
Ik die tot u spreek, ik heb langen tijd de
vrouwen gevolgd. Bij voorkeur hen, die met
een of ander klein pakje in de hand liepen.
Met degenen, die niets te dragen hadden,
Meermalen werd ons de vraag gedaan naar
goede yoordrachten en onze lezers zullen zich
herinneren, dat er onlangs om verzocht werd
in onze rubriek: „Uit Leger en Vloot". Dc
redactie der „Soldatencourant" zal daarom nu
en dan een voordracht openemen; men zal dit
zeker waardc-eren, nu de lange winteravonden
naderen.
Wo geven er ditmaal een uit den bundel
..Voordrachten van Henri de Vries", welke
stellig in den geest van vele onzer lezers zal
vallen. Onzen dank aan den uitgever van dezen
bundel, (prijs ingenaaid 0.90, geb. 1.30)
den heer D. Bolle te Rotterdam, die do groote
welwillendheid had ons toe tq staag dg geestige
wJiwidMchi-gtir te nement
„Neem me niet kwalijk, het logisch denken
kost me nu moeite".
Hij kwam dan ook uit het trommelvuur
van vier dagen eu vier uachten...
Op den morgen van den vijfden dag
toen hij even in zijn hol-woning lag te
slapen stoof zijn oppasser plotseling bin
nen: „Hauptmann, de Engelschen komen 1"
,,-Je bent gek, kerel!"
Maar het was toch waar. Want toen hij
onmiddellijk keek uit de loopgraaf, zag hij
zo naderen achter de rook-goll'. Hij moest
met zijn mannen uit ziju stuk loopgraaf van
do Hohenzollern-redoute in zijn hol-uni-
form, zooals hij even gerust had naar
een ander gedeelte van de stelling. Daar
begon het werk, man tegen man, met hand
granaten. En voor het middag was, be
reikte hij weer zijn oude stelling in den
„kiezelkuil". .Met ziju bataljon verdreef
hij de Engelschen, die er in zaten. Eu
vond daar... den Engelschen generaal sla
pende en vier stafofficieren kaartende. Ze
hadden zich veilig en lekker gevoeld, nu
hun troepen zoo flink voorwaarts stormden...
Ze gaven zich over, werden denzelfden
middag weggebracht.
„Maar ze hadden mijn malaga, port en
cognac opgedronken. Eu mijn uniform was
ook niet te vinden. Daarom beu ik nu
in mijn vecht-tenue. Maar morgen zal ik
er wel anders uitzien, niet meer als een
roover
Het had den Düitsch er s ook veel verlie
zen.gekost, daar noordelijk van het kanaal.
Maar zonder dat gaat het nu eenmaal niet.
In den beginne, dan trok je jo dat aan, als
er een vriend, een bekende sneuvelde. Na
een jaar raakt een mensch daaraan ge
wend. „En toch, toch hij nam een die-,
pen slok ging het me aan het hart, toen
ik vanmorgen ook mijn luitenant dood zag
liggen". Even 6til. ,,Ik gaf er wat voor,
als ik nu thuis kon zijn bij miju familie,
mijn land, mijn koeien. Maar over twee
dagen lig ik weer in mijn hol, op de matras,
die niet zoo heel schoon meer is, niet zoo
heel frisch meer ruikt. En laten de Engel
schen me met rust, dan lees ik weer, lees
ik den heelen dag".
Zoodra het den dag na den afgeslagen
aanval rustig geworden was, liad hij zijn
chef om verlof gevraagd. Hij wilde wei weer
eens een paar nachten slapen zonder kanon
gedonder, op een bed, dat lekker rein^was.
Een mensch heeft soms behoefte aan deze
weelde.
Hij kreeg verlof, legde den weg van zijn
hol naar Rijssel af, gedeeltelijk op een fiets,
gedeeltelijk te voet en ook een stuk op een
locomotief. En nu was hij er, at eu dronk
het beste, dat hij krijgen kon. Daaraan
voelde hij nu meer behoefte dan aan een
scheermes of een bad. Den volgeuden mor
gen zouden, wij •hem niet herkennen. En
drinken moest hij, want zonder slaapmuts
lukte het zoo'n eersten nacht zonder kanon
gedonder toch niet te slapen. Dat had de
ondervinding hem al 'geleerd. Dan joeg de
stilte soms zoo'n angst aan, dat hij wakker
schrikte met hartkloppingen. „De oorlog
keet zenuwen, meneer."
Den volgenden middag zag ik mijn kapi
tein. Maar het was de mijne niet meer. Keu
rig geschoren, in een nieuwe uniform do
oppasser had het lint gekocht voor het
ijzeren kruis tweede klasse, het kruis zelf
voor de eerste kon hij hier niet krijgen, al
had hij er nog zoo lang om geloopen, want
heeft men moeite ecne geschikte conversatie
te begmuen, of men vervalt direct in 't alle-
daagsche, terwijl met de dames die een
pakje dragen het geheel van zelf gaat.
Ik nader en ik zeg: „Mevrouw zoudt u
mij willen veroorloven u te ontlasten?" Dat
is niet dom, vindt je wel Welnu, ik moet
u eerlijk bekennen, dat op ongeveer twee
duizend ik slechts ééne gevonden heb, die
mij gepermitteerd heeft haar te ontlasten.
Toen ik haar gezegd had: Mevrouw, zoudt
u mij willen veroorloven?... keek zij mij een
oogenblik aan en toen reikte zij mij haar
pakje over.
O vreugde! daar had je 't Ik volg haar...
natuurlijk... ik spreek met haar... zij ant
woordt niet. Zij gaat het Louvre binnen (de
groote magazijnen van 't Louvre).
Ik zeg tot mijzelf: dat is vervelend... zij
zal vee! gaan koopen... en mij zeggen, dat
ze haar portemonna ie heeft thuis gelateu.
Maar neen: het was een vrouw van de
wereld, een fijne dame.
Eerst kocht zij een flesch au de cologne.
Ik haast mij' de flesch in ontvangst te ne
men, terwijl ik zeg: „Mevrouw, wilt ge mij
toestaan? Ik zet de flescl» in miju zak...
Wij gingen vervolgens naar de af deeling
der parasols. Zij koopt er een; een juweel
tje; ik zeg weer tot mijzelf: zij heeft
smaak!... eu zij reikt mij de parasol over.
Dat was onaangenaam, want ik had al
een parapluie bij mij... en een parapluie en
een parasol... Enfin. Daarna gingen Wij
verder, dat is te zeggen, naar do hocdenaf-
deeling. Gij weet wat 't zeggen wil, als de
dames hoeden moeten kiezen. Daar komen
ze nooit klaar mee.
In dien tuschentijd, gaf ik mij over aan
mijne gedachten, ik dacht aan dingen...
(kji slaat de oogen, ten herfst)* c§ng]£ls-p3_
hij wilde er den Hauptmann mee verras
sen met koppel, sabel, hooge, glimmend
zwarte kaplaarzen. Zoo promeneerde hij
langs de drukke winkelstraten van Rijssel.
Heerlijk geslapen had hij. In 't geheel geen
last gehad van de stilte. En 't bad was niet
te beschrijvenMaar 's morgens, bij hét
afloopen van de trap, had hij een gekke ge
waarwording. Daar hoorde hij plotseling
een sissend geluid, als van een granaat, die
vooi'bij vloog. Hij was de trap opgerend „om
dekking te zooken". Toen, boven in zijn
kamer, was hij in lachen uitgebarsten. Geen
gfanaat, maar een electrische tram, die in
de nauwe traat voorbij flitste, had hem den
schrik op het lijf gejaagd...
Hij flaneerde, keek winkels, kocht boe
ken, sloeg nieuwe voorraden in „de En
gelschen weten wel wat goed smaakt"
zorgde dat zijn „Bursche" ook niet te kort
kwam.
„Eten krijgen we genoeg in onze loop
graaf. Maar we zijn dol op afwisseling. En
daarvoor hebben we zelf te zorgen. De sol
daten zijn als kinderen zoo blij, wanneer ze
iets vinden of krijgen, dat ze zelf kunnen
koken. Daar aan het front zijn we allemaal
kinderen."
De toestand in het westen.
Dr. Max Osborn schrijft uit het westen
aan de „Vossische Zeitung":
Nu liggen ze weer in hun loopgraven tegen
over elkaar. Van Middelkerke tot aan de grens
van Zwitserland. In Vlaanderen en in Artois,
in de Champagne en in Lotharingen, langs de
heele, ontzaggelijke linie leven zo veer onder
hot teek en van wachten, loeren, staren.
Het is echter anders geworden dan het van
den zomer was. De wilde strijd uit do eerste
dagen van den herfst heeft nieuwe opwinding
gebracht in den stellingsoorlog. Grimmiger,
verbitterder, wreodcr nog is deze worsteling dan
te voren. Do verbittering, waarmede het groote
offensief ondernomen en afgeslagen verd, trilt
nog na. Tot nog toe was het toppunt van woede
en meedoogenloosilioid de loopgravenstrijd in de
Argonnen. Het zoogenaamde Argonne-type, liet
beeld van den verwilderden, in lompen geklee-
den, vuilen krijgsman, die uit een sprookjes
wond, uit gevechten met kanibalen en dieren
scheen te komen, was langs het geheele front
een bekende figuur. Hij gold als het ergste
resultaat van dezen nieawerwetschen oorlog. Nu
vormt hij geen uitzondering meer. Het type is
algemeen verschijnsel geworden. Ovqr dc ge
heele linie heeft do worsteling de gruwelijke
methode van den Argonne-strijd aangenomen.
Do ontwikkeling van de methode van oorlog
voeren is in een kringetje gegaan. Nu ligt de
beslissing weer in den strijd van man tegen
man. Met do moderne techniek van ombrengen
en vernietigen zijn de oudste manieren van be
wapening verbonden. De ijzeren pijlen en do
brandpijlen van de vliegers herinneren aan de
oudheid en de middeleeuwen. De slingermachi
nes van de werpmijnen aan de principieel ter
nauwernood daarvan afwijkende constructies
der Romeinen. De vlammenwerpers aan de
brandondo pekfakkcls uit vervlogen tijden. Dc
Franschen en Russen hebben weer stalen hel
men en stalen schilden ingevoerd. De handgra
naat speelt weer als in dc zeventiende eeuw
een groote rol. Ook het oude vizier is weer ver
schenen, Weliswaar niet tot bescherming tegen
zwaardhouwen, maar tegen de gas- en rookwol
ken, die men tegenwoordig den vijand tegemoet
zendt. Men heeft maskers van fantastisch
uiterlijk uitgevonden. Niet alleen de menschcn,
maar zelfs ook de paarden krijgen bij gelegen
heid dergelijke maskers, bijvoorbeeld, als een
ordonnans zich in het vergiftigde gebied móet
wagen. Als cavaleristen uit de garde van Sata-
nas galoppeeren ze dan over het veld.
Onder zulke omstandigheden golft do harts
tochtelijke strijd om de loopgraven, de strijd
van het loeren en van plaatselijke aanvallen op
en neer. Met de ongebonden verschrikkingen,
die in bloedige droomen kunnen opduiken,
wordt hij gevoerd. Met steken en worstelen,
worgen en bijten, met messen en bajonetten,
kolven en spaden. Zoo gaat het iederen dag.
Onophoudelijk borst tegen borst, vuist tegen
vuist. Zoo is het ook dan, als de generale staf
uit het westen meldt: Niets nieuws, geen bij
zondere gebeurtenissen...
RUSLAND.
Van het Oostelijk Oorloqsterreln.
PETERSBURG. Het gevecht bij Kem-
mem, dat op 31 Oct. begon, duurt nog
voort zonder belangrijke resultaten op te
leveren.
Bij Ichin aan bet westelijk uiteinde van
bet Babit-meer, waar de vijand tegelijk
met zijn offensief tegen Kemmern een aan
val deed, had bij aanvankelijk eenig succes,
door een tegenaanval echter herstelden wij
den ouden toestand.
Boven Friedrichstadt beproefde de vijand
op enkele punten aan den rechteroever over
de Duna te steken, het gelukte hem echter
niet.
Ten westen van Dunaburg vorderden o-.ze
troepen in een gevecht ten zuiden van het
Swenten-meer.
In de buurt van het dorp Volki ten zuid
oosten van Baronovitsji maakten wij in
een nachtelijk gevecht 170 man krijgsge
vangen.
Onze mitrailleurs bezetten na een welge
slaagden onverhoedschen aanval in den
nacht van 31 Oct. op 1 Nov. in de 6treek
ten oceten van Goetalissowskaja ten noord
westen van Tsjartorysk de verschansingen
voel ik den hoedendoos dien men mij in d^
hand stopt.
Zij had haar keus eindelijk gedaan.
Om nu een hoedendoos zoo aan één hand
te dragen, wanneer men reeds een klein
pakje, een parasol en een parapluie bij zich
heeft, neen, dat gaat verduiveld lastig!
Enfin, ik denk maar: zij weet wel wat ze
doet en wij gaan weer verder naar de laken-
afdeeling, waar zij 10 meter blauw lakeD
koopt. Dit moest voor haar man zijn.
De bediende vraagt haar: „Mevrouw,
waar moet 't pak bezorgd worden?" Doch
zij antwoordde: „Geef 't maar bier aan
mijnheer." Gij hebt geen idéé, wat dat voor
een pak was.
Tot dusver heb ik geleefd, zonder ooit
een flauw idéé er van te hebben wat voor
plaats 10 meters blauw laken innemen. Gij
kunt u niet verbeelden hoe lastig dit te
dragen is. Ik zou aan een klein kind de
voorkeur geven.
Ik was op 't punt, 't laken op de toon
bank te laten.
Maar ik dacht: Dit is misschien een
truc... zij wil een voorwendsel opdat ik haar
heel netjes een rijtuig kan aanbieden. Gij
weet, bij de dames is een voorwendsel gauw
bij de hand.
Enfin, ik nam mijn pak laken onder den
rechterarm, de parasol en parapluie onder
den linker, de hoedendoos in de rechter
hand, het kleine pakje in de linker en wij
vertrokken.
Daar zij vooi^ meer dan vijf en twintig
francs besteed had, had zij recht op een bal
lon. De bediende geeft mij een ballon, gij
weet wel, zoo een groote met een touwtje er
aan en oen bel1 et je er in, dat telkens trin-
trin-trin doet. Nee, dat was 't toppunt.
Ik nam daarop, 't pak laken onder den
van den vijand, maakten een mitrailleur
buit en namen 412 Oostenrijkers en Duit-
schere gevangen.
Nadat zij in den nacht aan den wal
en over verscheiden rijen versperringen in
het water waren heongedrongen, deden
onze troepen een aanval op den vijand
in zijn loopgraven en dooddon met de bajo
net een groot aantal Duitschers en Oosten-
rij kb rs, die deze verdedigden. Ongeveer
vierhonderd man werden krijgsgevangen
gemaakt.
Aan de Strypa, hij het dorp Semikofze,
ten Z. van het uiteinde van het meer Isch-
koef, duurt het gevecht voort.
Op 1 Nov. namen wij stormenderhand
het dorp Bakonitze ten Z. van Semikofze
en het bosch van Bakonitze.
Thans i6 vastgesteld dat in de gevechten
van 31 Oct. en 1 Nov. aau^de Strypa in
het geheel 80 officieren en 3500 vijande
lijke soldaten krijgsgevangen ziju gemaakt.
BERLIJN. Officieel. Legergróep-von
Hindenburg.t Ten zuiden van den
spoorweg ToekoemRiga 'maakte ouzo
aanval tor weerszijden van de Aa ver
dere vorderingen. Voor Dunaburg werd
ook gisteren hevig gestreden. Herhaalde
krachtige Russische aanvallen werden bloe
dig afgeslagen. De gevechten tusschen de
meren van Sventen en Ilsen duren nog
voort. Meer dan 500 gevangenen vielen in
onze handen.
Legergroep-Lcopold v. Beieren. Niets
niéuws.
Legergroep-von IJnsingcnDe Russen
trachtten onzen opmarsch ten westen van
Tsartorysk door een tegenaanval op een
breed front en in dichte massa's tot staan
te brengen. Zij werden onder zeer zware
verliezen teruggeworpen. Onzo aanvallen
werden daarop voortgezet.
Bij Siemikowce slaagden de Russen er in
tijdelijk de stellingen van von Botbmers
troepen binnen te dringen. Door een tegen
aanval heroverden wij onze loopgraven.
Wij namen meer dan GOOTRussen gevangen.
De plaats Siemikowce zelf werd na verbit
terde nachtelijke gevechten vanmorgen
grootendeels weder stormenderhand geno
men, waarbij nog~2000 gevangenen werden
gemaakt.
TTALiE.
Oostenrijk kï Italië.
ROME. Rapport, van den generalen staf
In het Filiadal ten zuiden van Lusnitz
werd een vijandelijke troepenafdccling door
ons aangevallen en verstrooid, waarbij zij
geweren en munitie achterlieten.
Aan het Isonzofront hernieuwden wij
Dinsdag de 'krachtige aanvallen in den
Plavasector en veroverden een sterk ver
schanste stelling, waarbij wij 374 man
(waaronder zeven officieren) gevangen
namen, een mitrailleur, veel geweren en een
groote hoeveelheid munitie.
Op de Podgorahoogten braken wij door
tot de vierde loopgravenlinie, 114 man
krijgsgevangen makende. Een vijandelijke
tegenaanval werd afgeslagen met zware ver
liezen voor den vijand.
Op het Karstplateau sloegen onze troepen
tegenaanvallen af en wonnen terrein langs
de noordelijkehellingen van den Monte
San Michele in de richting van San Mar-
tino del Carso. Wij maakten daarbij 75
krij gsgevangenen
SERVIË.
De oorlog in Servië.
WEENEN. Onzo troepen zijn aan do
Montenegrijnsche grens op verschillende
plaatsen tot den aanval overgegaan. Wij
veroverden de grenshoogten Troglav en
Orlowatsj ten zuidoosten van Avtovasj eu
een domineerende hoogte-stelling op den
Wardar ten noordoosten van Bilelc.
In de door ons veroverde linie ten zuid
oosten van Visegrad sloegen wij tegenaan
vallen der Montenegrijnen af-
Het leger van generaal v. Kövess won
terrein ten noorden van Bzega en trok over
de linie CasjacKragoejewatsj.
Het leger van generaal v. Gallwitz is op
de hoogten ten oosten van Kragoejewatsj en
ten noorden van Jagodina in'gevecht.
BERLIJN. Aan het „Berl. Tagebl."
wordt gemeld, dat, in tegenspraak met
andere berichten, als zouden de geallieerden
him troepen terugzenden, er integendeel
nieuwe Fransche en Engelscho troepen ge
land zijn te Saloniki. In geheel 70.000
man ongeveer, waarvan een 50.000 man
naar 't front in Servië zijn gezonden.
BULGARIJE.
De beschieting van Dedeagatsj,
Dr. Lederer, de Balkan-correspondent van
het „Berliner Tageblatt", heeft een bezoek
gebracht aan het gebombardeerde Dedea
gatsj. Hij vertelt daarvan o.a.
....Voorbij de rookende puinhoopen van liet
station komen wij in de plaats. Een breede
straat, die parallel loopt met de zee, verdeelt
Dedeagatsj in twee helften. Alles links van
linkerarm, de parasol en parapluie onder
den rechter, de hoedendoos. Neen, toch
niet, ik nam 't laken onder den rechterarm,
de parasol en parapluie onder den linker,
de ^hoedendoos in de linkerhand, het kleine
pakje... Neen...
{Met een beweging van ongeduld, teer
vlug.)
Enfin, ik nam 't laken, de parasol en
parapluie, de hoedendoos, 't kleine pakje,
de ballon, en wij zijn vertrokken.
Ik zeide tot mij zelf, zoodra wij op straat
zullen zijn zal ik den heelen boel in 'n rijtuig
zetten. Alleen die ballon maakte mij zenuw
achtig en ik dacht: het laken, de hoeden
doos, dat gaat nog] Ik zal ze op 't kleine
bankje leggen, maar een ballon, die heen
en weer \liegt in een rijtuig... boven u, ter
wijl men bezig is nader kennis te maken met
eene dame... neen er zijn oogenblikken.
waarop zulke dingen je geheel van streek
brengen en mij vooral die nog al licht vat
baar ben voor indrukken.
Eenmaal cp straat, stel ik haar voor een
rijtuig te nemen. Zij geeft mij goen ant
woord. Ik d^nk bij me zelf, laat ik oppassen,
zij zal misschien iemand gezien hebben, die
haar kent, zij wil niet laten blijken, dat zii
met mij is. Ik volg haar dus op oen tien pas
afstand, zóó gaan wij door tot de opera. Bi;
de opera gekomen stel ik haar weer voor een
rijtuig te nemen. Geen antwoord. Ik denk.
Die kennis van haar zal zeker nog daar zijn.
't Was vervelend, daar 't warm weer was
en ik met mijn groot pak laken, flink begon
te transpirceren.
Zij neemt den Boulevard de la Madeleine
ik had liever een kleine, stille sfcjaat gewild,
daar 'k mij nog al geneerde met een hoede-
doos, een pak laken, een ballon .etc. do
«roöte boulevards te Loopen*
ous, alle gebouwen ou magazijnen vau waarde,
die aun de zee lagen, zijn één groote smeulende
puinhoop. Een kilometer ver ga ik langs de
straat der vei costing. Hot ergste hebben dc
Engelschen cn Franschen huisgehouden op den
eersten dag van het bombardement. Juist toen
do uienschen aan liet middagmaal zaten, zijn
zij imn vernietigingswerk begonnen. Onheil
spellend vloog om één uur 's middags een vlieg
machine over do stad. Van Thasoso uit waait
een bruine, lange rookwolk over d£ft stralend
heldoren hemel. Plotseling, als uit de ze? opge
doken, liggen twintig Fransche en Engelsche
oorlogsschepen voor do stad. Duidelijk zijn aüe
bewegingen der menschen op de schepen te
onderscheiden. Als jagers om het wild op een
drijfjacht groepceren zij zich in een groote
boog om liun slaóhtoffer. Honderd verwoede
vuurroodo honden springen plotseling over de
blauwe zee op het wild. Te midden van het
gedonder van het geschut hoort men het ge
kraak van de instortende huizen. Met groot
geraas valt do reusachtige Grieksche molen
aan den oèvor in elkaar. Uit de gevulde maïs-
mngazijnen slann huisliooge gele vlammen in de
heete met rook bezwangerde lucht. Twee
wagens met do post nnar Griekenland staan
brandend op de kade. Door drie granaten ge
troffen valt. een gedeelte van de steenen pier
in zee. Do heolc kade is een vurige rookende
massa. En slechts de vitte vuurtoren, die met
Fransch geld is gebouwd, stijgt onbeschadigd,
ongedeerd, dik en zelftevreden, boven de onge
lukkige stad omhoog.
Een waanzinnige paniek maakt zich van de
bevolking meester. Schreeuwend in wilden
angst, trachten de overrompelde burgers de
open plaats te verlaten. Tien duizend kindoren
en oudeü, meisjes on vrouwen golven door het
groene land naar do hoogten van Badoma. Met
vollen stoom tracht een juist gereed staande
trein van dc T -vantliin de stad in de richting
naar Foredzjik te verlaten. Verwoed jagen hem
do projectielen achterna. Rechts en links bars
ten de granaten. Donderend stort de brug. die
over moerassige land bij Dedeagatsj ligt
juist achter den trein, inéén. Vijf uren lang
hebben de zeemonsters tegen de stad gewoed.
Sedert dien wordt de verwoeste plaats dagelijks
ten minste met eenige granaten beschoten of
van uit vliegmachines met bommen geworpen
Ofschoon, er niets meer te verwoesten is Ook
hei tweede station, waar de spoor haar hei
westen gaat, ligt in puin.
Blauwe Bulgaarsehe marine infanterie houdt
thans Dedeagatsj bezet, om iedere landing te
verhinderen. Ofschoon men niet gelooft, dat
Franschen en Engelschen zich aan zulk een
erneming zouden wagon, is men op alles
.voorbereid. Niemand mag de reewijk betreden
en ook de bevolking wordt niet toegelaten, om
haar achtergelaten bezittingen te halen, daar
de vijand schiet, zoodra zich iemand vertoont
Op deu geheelen weg van Dedeagatsj naar Koü-
stantinopel wonen thans do vluchtelingen van
Dedeagatsj in oude, tijdens den Balkanoorlog
verwoeste huizen of onder den blooten liemel
Bulgaren, Turken, Spanjolen door elkaar.
Bijna alleen meisjes, vrouwen, kinderen en
grijsaards, daar de jongere mannen allen in den
oorlog zijn. Hun ellende is groot, ofschoon de
Bulgaarscliö overheid alles doet om die te
lenigen.
VEREENIGDE STATEN.
Vredesbeweging.
Naar wij vernemen worden door de Na
tionale Vredesfederatie in Amerika, voor
Maandag 8 November e.k. op duizend ver
schillende plaateen groote meetings voorbe
reid, met het. doel er bij President Wilson
op aan te dringen om met de Europeesche
neutrale landen samen te werken tot het
vormen van een Comité dat vredesvoor
waarden ontwerpt en bij de oorlogvoerende
regeeringen indient.
Vredesgeruchten.
De correspondent van de „Daily News"
te Washington zegt, dat ondanks alle ont
kenningen van de mogelijkheid dat de ge
allieerden vredesvoorwaarden zouden aan
vaarden, er in officieele kringen de meening
heersckt, dat er weldra over dit onderwerp
gedachtenwis9eling zal beginnen. Men
meent, dat een beweging, door Duitsckland
op touw gezet, aan den gang is om deu oor
log te beëindigen. De overtuiging hiervan is
zoo sterk, dat een lid van president Wilson's
kabinet, die echter zijn naam niet genoemd
wil hebben, mij gistei-en verklaarde, dat
er aanwijzingen zijn, dat de strijd in
Europa vrijwel over is, en dat de eigenlijke
worsteling nu zal beginnen tusschen de
diplomaten in de groote hoofdsteden, in
plaats van tusschen de soldaten te velde.
De minister wilde geen bijzonderheden
mededeelen, alleen verklaarde hij, dat
Span-je en niet de Vereenigde Staten tus
schen de oorlogvoerenden zal bemiddelen,
omdat de Vereenigde Staten met Duitsck
land en Engeland over verschillende oor-
logsquaesties verschil van meening hebben.
De Lusitania-quaestie.
WASHINGTON. Bemstorff en Lansing
zijn besprekingen begonnen, die, naar ver
wacht wordt, zeer lang zullen duren, over
de quaesties, voortvloeiend uit het in den
grond boren van de „Lusitania".
Er zijn aanwijzingen, dat het eenigen tijd
zal duren voor een grondslag voor een
schikking zal zijn gevonden.
WASHINGTON. In regeeringskrïngen
verwacht men, dat Duitschland zich zal ne-
Ik had nog geen vijfentwintig pas op den
boulevard gedaan, of waarachtig, daar ont
moet ik eenige van mijn vrienden...
Dat mankeerde er nog maar aan.
Zij kijken me aan, terwijl ze mij voor da
mal schijnen te houden.
Natuurlijk deed ik net of, ik ze niet zag.
Bovendien wanneer men met een dame is,
doet men 't best, weet u, ziju vrienden maar
laten loopen.
Doch zij gingen mij naloopen, telkens
hum, hum roepende, alsof zij zeggen wil
len: Wacht toch op ons.
En ik tusscheutijds, ik liep, ik holde, ik
cel de mijn pak laken niet meer... Zij heb-
•011 mij govolgd tot de Madeleine. Gelukkig
ebben ze mij toen tengevolge van een ver-
perring op den weg, uit 't oog verloren.
Daar gaat de dame, die ik steeds volgde
Rue royale in, vervolgeus neemt zij de
"aubourg-Saint-Honoré, de Avenue d'Au-
tus en de Avenue des Champs-Elysées.Eu
zij liep. zij liep, nog nooit heb ik een vrouw
zoo zien loopen. Ik zeide tot mijzelf: Zouden
we nu nog lang zoo te loopen hebben? Het
iweet stroomde van mij af.
Eindelijk bleef ik staan... ik lei heb pak
laken, de parasol, de parapluie en 't kleine
pakje op een bank en ging mij 't zweet af
vegen. Dat ging niet gemakkelijk, want ik
kon den ballon moeilijk ergens neerleggen...
Ik veegde mij toen met de rechterhand af,
terwijl ik de ballon in de linkerhand hield,
vervolgens veegde ik mij met de linkerhand
af en hield toen den ballon in <3e rechter.
Eindelijk komen wij aan de Rue de Bel-
Respiro. Ik kan u niet zeggen hoe gelukkig
ik was, toen ik zag dat zij daar woonde.
Wij gaan naar boven tot da tweede étage.
Een prachtig huis. Zij schelt... een meid
tkomt opendoen^ zij zegt haar jj
derleggen bij den eisch tot schadevergoeding
voor de levens die verloren zijn gegaan bij
de torpedeering der „Lusitania", wat waar
schijnlijk zal geschieden in den vorm ecner
geldelijke vergoeding. De vraag omtrent het
desavcueeren der handelwijze van den kapi
tein van den onderzeeër levert echter groote
moeilijkheden op. daar hij volgens de toon
geldende instructies heeft gehandeld.
Torpedoboot gezonken.
vL o?D?rX' J0fficieeI- De torpedoboot
No- Jo isMaandag in de Straat van Gibral
tar gezonken na een aanvaring met een
bulpschip uit de handelsvloot. Twee offi
cieren, negen man worden vermist.
Journalistenbezcek aan de Britsche vloot.
Men zal zich herinneren, dat de gezagvoer-
der van do „Moltke", Von Levetzow, n.edc-
ücelde, dat algemeen in Duiischo inarme-krin-
geu werd geiootd, <lat de Engc-lsclien in den
slag van Doggersbank de „Tiger" hadden ver
loren. „Als ue Tiger" niet is gezonken, waar
om hebben de Engelschen dan nooit eens een
neutraal journalist aan boord gelaten om met
de mannen een praatje te maken zoo vroe»
Ton Levetzow.
Dit overtuigingsmiddel hebben de Engelschen
dan nu tooh eindelijk toegepast. Do Londen-
scho correspondent ran do „Telegraaf" heeft
behoord tot een gezelschap journalisten, waar
onder behalve Engelsche ook Russische en lta-
liaansehe, dat men aan boord van do „Tiger"
heeft toegelaten.
Aan boord van de „KingEdward VII" heeft
het gezelschap eerst een kijkje gekregen op de
paraatheid van Engeland's zeemacht. De cor
respondent seint:
„Wij stoomden door den grijzen nevel, toen
plotseling uit den mist de machtige „Grey
hounds", de nieuwste slagkruisers, opdoemden,
die het z.g. „catsquadron" vormen, dat zijn
bijnaam dankt aan de omstandigheid, dat de
schepen van dit eskader als een kat plotseling
toespringen op de muis, die het waagt haar hol
te verlaten. Zoo'n sprong had er bijv. op 24
Januari plaats.
En waarlijk, daar zagen we cok do dappere
..Tiger", welk schip do Duitschers nog maar
altijd beweren, tydens den 6lag bij Doggers-
bank tot zinken te hebben gebracht!
Het was een eenige, ontroerende gewaar
wording, over het dek ran dit prachtige schip
te wandelen, dat op den bodem der zee heette
te ruston. Vol ontroering hadden wij do val
reep heklommen, en den rug beklauterd van
de „Tiger", die daar zoo statig voor anker
lag, als nieuw-uitgerust. Van liet gevecht was
uiterlijk volstrekt niets meer te zien. Het schip
had dan ook slecht6 een paar onbetcekenenda
„schrammen" opgcloopen.
Kapitein Pelly, de gebruinde gezagvoorder
van de „Tiger", toondo ons de weinige plekken,
waar de Duitsdhè granaten bet schip hadden
geraakt, zonder ernstige schade aan te richten.
Een vloog er door den houten dekvloer,
schrampte op een dwarsspant af cn kwam weer
door het dek te voorschijn. De tweede raakto
een draaitoren, en ik kon duidelijk do nieuw
ingelaschte staalplaat van do andero pnntser-
plaien onderscheiden. De derde granaat vond
verraderlijk haar weg door een smalle opening
in een klein, met een stalen dak beschermd
waarnemingsbuisjé, waar de daar nemer gedood
werd. Dit huisje werd dadelijk hersteld en ook
hier zijn de nieuwe platen duidelijk te zien.
Dg vierde granaat eindelijk nam een stukje
pantserplaat boven de waterlijn ter zijdo van
den romp mede, welke plek ons eveneens werd
getoond.
Dat zijn de eenige krabben, welke de held-
haftigo „Tiger" bij dit gedenkwaardig gevecht
opliep, als tegenwicht voor de heel wat leelij
ker knauwen, welke de „BUioher" kreeg.
Onder het op en neer wandelen over het dek
vertelde kapitein Pelly mij rustig, met een
glimlachje op zijn gebronsd xeerobhengezieht,
van zijn spannend avontunr. Da „Tiger", zoó
zeide hij, was pas drie maanden in de vaart,
toen het eskader bericht kréég, dat de Duit
schers eindelijk kwamen* opdagen. Het eskader
maakte dadelijk vollen stoom, en zijn horder
den stokers, zwoegden, dat het een aard had,
om de schepen maar zoo snel mogelijk te laten
loopen.
De Tiger", die uitsluitend met residu ge
stookt werd. stormde uit alle macht voorwaarts
en liep 29 knoopen. Zij jaagde do vluchtende
Duitschers op, die langzamerhand ingehaald
werden, en hun noodlot niet meer konden ont
gaan.
Het ..varend frevecht" duurde 90 m'nutcn.
„Mijn schip hield zich magnifiek", zoo ver
klaarde kapitein Pelly mij met schitterendo
oogen. ..Zoo'n nieuw schip wil wel eens nuffig
en grillig doen, als een eigenwijze jonge dame,
ziet u. Je weet nooit van tevoren, wat voor
aardigheden ze denkt uit te halen, maar ik
stel nu het volste vertrouwen in mijn schip".
Do „Tiger" zag er dan ook inderdaad prach
tig uit. Van mijn hóóg standpunt kon ik haar
geweldige lengte opmerken. De laag op '<.6
water liggende voor- en achterdekken krijg -n
voortdurend zeeën over, als do „Tiger" met
ecu snelheid van 30 knoopen de golven klieft.
Haar zware 32,5 c.M.-kanonnen, dio in 'iet
gevecht de ontzaglijke granaten mijlen ver
spuwen, zagen er nu zoo vreedzaam uit als
Goudsche pijpen in haar rek.
Het schip draagt cc* heel dorp menschen
met zich mee: 1300 koppen. Tijdens het,ge
vecht bij Doggersbank werden er slechts zeer
weinig gedood. En de roemrijke „Tiger", wel
Justine, ontlast mijnheer eens.
Justine neemt 't kleine pakje, de flacon
eau de cologne, het pak laken, de parasol,
de hoedendoos, den ballon...
Ik begon mij weer wat beter te gevoelen.
Ik keek mijn dame aan met een paar
oogen... en ik dacht zoo bij me zelf: Nu aan
ons de beurt! Zij vroeg aan Justine:
Is mijn man daar?
Ja mevrouw. Op 't zelfde oogenblik komt
een grooten duivel, een kurassier in burger-
kleeding en zij zegt hem:
Och sv-hat, geef eens een rijksdaalder aau
den kruier.
En hij stopt mij een rijksdaalder in de
hand.
Op dat oogenblik was ik toch zoo van
miju stuk, dat ik mij herinner, vijf minuten
lang voor de deur te hebben gestaan, miju
geldstuk aan té kijken... de eenige rijks
daalder die mij ooit door een vrouw gege-
Wat te doen? Gij begrijpt dat ik hem
niet kon houden. Ik ging bij een graveur,
ik liet de eene zijde uitkrabben en ik liet
op dezelfde plaats er in graveer en:
Herinnering aan mijn wandeltocht van
17 Mei.
Het was de 17de Mei, dat mij dit ge
beurd is.
Ik liet het geldstuk in een étui doen en
ik bracht het bij Justine, met verzoek liet
aan mevrouw te overhandigen.
Drie rijksdaalders hebben mij die eene
rijksdaalder gekost.
Dit bewijst, dat men er niets mee wint da
vrouwen te volgen, zolfs wanneer zo u nog
geld daarvoor geven.