h». m
Vrijdag 5 November 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws,
Langs dn electrische drasdvsrsgorfing.
Bs tcostand in Én resszenslnjd.
Sn de hinderlaag.
TWEEDE JAARGANG.
SOLDATENCOURANT
"•'j&bes der redactie en administratie palestrina6traat 10,
a^terdam, dit blad verschijnt driemaal per week. losse
Nummers voor militairen i cent1, voorburgers s cent, abonne
ment voor militairen 0.75, voor burgers ƒ1.50 p. drie maanden-
Voor Advortentien wende men zich tot het Alg. Advertent jo-Bureau ROL'MA&Co,
Heerengracht 220 Amsterdam, tot de Drukkerij „Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwal
234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onze Administratie, Palestrin&Atnuit 10
Amsterdam. Pry's der Advert entiëu per regel 30 cent By abonnement reductie
Dekking zoeken is in dezen oorlog een der voornaamste dingen voor de troepen
te. velde. .Dat doen zy voornamelijk in de loopgraven, doch niet alleen daar. Wij
zien hier boven bijv. hoe een Schotsche troepen-afdeeling zich op bijzondere wijze
verschanst. Tegen, oen-stukgeschoten huis, waarvan de overblijfselen versterkt zijn,
hebben zij een soort kunstmatige loopgraaf gevormd, boven den grond, van
zandzakken en daarin voelen zij zich voor de vijandelijke projectielen tamelijk "veilig.
Opgewekt zien de Schotsche soldaten er uit, dat moet men zeggen. Natuurlijk hebben
zij zich hier op een hoopje samengedrongen om zich te laten kieken.
VOORDRACHTEN.
Om aan het verlangen van velen tegemoet te
komen zuUen wij In De Sctriatancourant eeniga
aardige voordrachten afdrukken. In het ko
mende winterseizoen kan man daarvan allicht
pleizier hebben.
In dit nummer volgt de eerste voordracht. De
velgonde week volgt er woer een.
De bekends sohrtjver Jan Foith Is naar
da grens geweest cm de olectrisohe draadver
sperring, dia reeds zoovele slachtoffers maak
te, van nabij In ocgensohouw te nomen.
In een reeks feuilletons geeft hij zijn indruk
ken vrees*. Wij vangen In No. 192 van de „Sol-
datenoourant" met de plaatsing aan.
Het. vorige overzicht eindigden wij met to
gewagen van vrfedesgoruohten. Wq zijn ge-
w;p'on, dat or nu en dan van deze geruchten op
duiken, maar zij verklinken even gauw als zij
gehoord werden, en telkens werd de strijd met
teller woede voortgezet.' Zal het nu weer zoo
(Uit het Engalsch)>
(Slot.)
Het' was niet, voordat zij hol bruggetje bij
Jon molen bereikte,dat liuüh opnieuw
door zekeren angst bevangen werd. Tot nu
toe kon zij evenwel niet zeggen wat zij
vreesde, en zij stond in den regen met de
«ene hancl aan de leuning, van de brug om
de bezwijming te bedwingen, die zij voeld'e
d'at zich van haar messter zou ma-ken.
Plotseling viel het haar op, dat het rad
stilstond. Zij was honderden malen de.Bitti-
f er-mijn gepasseerd, maar dit was de eerste
keer dat haar oor het geplas van het water
rad niet opving.
De overtuiging drong zich aan haar op,
dat er ie to onheilspellends in d;ie stilte lag.
Aangezien het Zaterdagavond was, waren er
gèon werklui .meer; zij waren allen naar
ijhis, naar Meri-pit, drie kilometer van hier.
Het kon dus enkel Truölcett geweest zijn, die
't rad vastgezet had. Waarom had hij dat ge
daan RutH kon er,geen antwoord op geven,
maar zij voelde, meer bij instinct dan door
bcrodeneering, dat het noodzakelijk was er
de reden .van op te sporen-
Maar verondersteld dat Truoket.t op dit
oogenblik in of hij de mijn was? Veronder
steld, dat hij haar hier ontmoette, in regen
eq mist en storm Zij kromp ineen bij de ge
dachte, en zij stond «enige mimiten in be
raad of zij niet op lia-ar weg zou te-rugkceren
Zij sloop echter op haar teanen voort, over
H.,natte gras en de heide. Haar oogen waren
g^tibht, maar de ven-
lif&ssj^ssaisitelffls
gaan? Het eigenaardige is, dat zij thans her
haald worden, en ra-n verschillende 'kanten,
en dat zij, op het oogenblik, dat wo dit schrij
ven althans, nog niet zijn tegengesproken. Zij
komen uit do Veroenigdo Staten en uit Zwit
serland, uit Weenen en uit Boedapest, wo lezen
er van in Amerikaanscho en in Engclselie bla
den. Er is nog geen houvast aan en de zoete
hoop, die ze geven, kan licht weer begooche
ling blijken. Men moet uit de geruchten opma
ken, dat het voornamelijk Duitschland is, dat
vrede wenscht, maar er wordt ook gemeld, dat
Servië dien zou willen' sluiten en dat Italië
naar het einde van den oorlog verlangt.
In ons vorig nummer hebben wij. onder de
laatste berichten vooral, meegedeeld, wat er
toen van de geruchten bekend was. Keizer
Wilhelm zou met den Amerikaausclien gezant
te Berlijn een bespreking hebben gehad en aan
dezen de voorwaarden hebben meegedeeld,
waarop Duitschland bereid was aan den strijd
een einde- te maken. De gezant Gerard zou die
voorwaarden aan zijn regeering hebbën' over
gebracht, in de hoop, dat die bemiddelend zou
optreden. -Laten -wij dadelijk woer zeggen, dat
ei' officieel van dit alles niets is uitgelekt, ook
niet, wat de Vereenigde Staten willen of zul
len doen in zoo'n geval. Alleen verluidt, maar
ook bij geruchte, dat de regeering tc Washing
ton er in geen geval aan denkt om als bemid
delaar op te treden.
Het is ook een Amerikaanscho oorlogscorres
pondent, maar aan het Duitsche of Oosten-
rijksche front, en mot een Duitschen naam:
Von "Wiegand, die uit Weenen en Boedapest
over vredesgeruchten seint en die van Servië' s
en Italië's verlangen weet te vertellen om
vrede te sluiten. Oostenrijk zou echter van een
vrede met Italië niets willen weten, voordat
dit land vernederd is en Rusalnd zou over 't
geheel nog geen vrede willen sluiten. Verder
is er een bericht uit Amerika in het Londen-
sche blad, de Daily Mail", dat al bijzonder
opmerkelijke vredesgeruchten meedeelt. De cor
respondent van dat blad seint, dat in officicele
kringen in de Vcrcenigde Staten do meening
bestaat, dat er weldra van gedachten zal wor
den gewisseld over den vrede. Een minister,
maar zijn naam mag hij niet zeggen! zou
hem hebben verzekerd, hoe er aanwijzingen
zijn, dat de strijd in Europa vrijwel over is,
dat de worsteling nu zal beginnen tusschen de
diploma-ten in de hoofdsteden in plaats van- tus
schen de soldaten
Dit is vrij duidelijk gezegd, en toch, het
is een even vage mededeeling als al de andere.
Zoolang er niets positiefs komt, vooral uit
Engeland en Frankrijk, is de kans op vredo
nog zeer gering, en in Engeland schijnt men,
vele dingen wijzen daarop, den oorlog nog lang
niet al3 geëindigd te beschouwen. Er waren
teekenen, dat Frankrijk wel naar vrede vér-
langde en het nieuwe ministerie, zegt men,
zou de verplichting van het oude, om geen af
zonderlijken vredo te sluiten, niet overnemen.
Daar staat echter tegenover, dat hét eerste
woord van den nieuwen Franschen minister
president Briand gold het verslaan van het
Pruisische militairisme, de volledige overwin
ning der geallieerden. En Poincaré, de presi
dent der Franscho republiek, is een oorlogs
man, en men kan zich moeilijk voorstellen, dat
hij de vredespreliminairen zal onderteekenen,
Daar is dus nog veel troosteloos voor de tal
rijken, die gaarne den vrede willen en wij
vr.eezen, dat ook deze geruchten weer zullen
voorbijgaan. Wel staat er tegenover, dat er een
algemeene stemming van verlangen naar den
vrede uit blijkt, ook in Amerika, en dat is al
iets, dat verheugen moet. Do geweldige strijd,
die nog op geen enkel punt eenige beslissing
brengt, zal toch eindelijk moeten eindigen!
Dat. Servië naar den vrede verlangt, is waar
lijk geen wonder. Eiken dag wordt de toestand
moeilijker voor dit land, eiken dag maken de
vijanden grooter vorderingen en de hulp, die
het Servische leger kan redden, blijft uit, is
althans lang niet voldoende.
Nu hebben do Duitschers en Oostenrijkers
weer Kragoejewats ingenomen, .de stad der
groote tuighuizen en wapenfabrieken van Ser
vië. Het is waar, dat de Serviërs hoogst- waar
schijnlijk bijtijds him oorlogsmateriaal hébben
meegenomen, maar zij zijn nu toch htm cen
traal depot, hum fabrieken kwijt. Van den an-
anderen kant naderen de Bulgaren steeds meer
Ni&j, de tweede hoofdstad des lands en hei
lijkt er op, dat die weldra in hun handen eük.-.
vallen. En rukken er wel nieuwe troepen tot
Serv.ië's ontzet uit 'Saloniki op? Het wordt -be
weerd, hét wordt van anderen kant tegen
gesproken. En van hulp der Russen door
Roemenië hooren wc ook niets meer, terwijl
officieel daarvan feitelijk nooit iets is ge
meld. Zoo wordt de toestand van het Ser
vische leger, dat zich heldhaftig, maar te
vergeefs verdedigt tegen den wa-ssenden vloed
van vijanden, meer on meer hachelijk.
Van de andere oorlogsterreinen' -valt maar
weer -heel weinig te vertellen. Gevochten wordt
er wel, aan "t Wester- en 'i Oosterfront en aan
-do ItaJiaansch-Oostcn r ijkscko grenzen; het
i kanon diavert' er steeds en bajonet-aanvallen
en bommengeveohteu zijn aan de orde van den
j da.g, maar verandering in den toestandi
I komt nergens. Hot lijkt er op, alsof men op
j deze wijze nog wel een jaar kan voortgaan.
Alleen zal hot herfst- en winterweer den strijd
minder hevig maken, reeds nu rvoeit men m.
België cu Noord-Frankvijkzoowel als in Rus-
I land, den invloed van het 'slechte weer, van
I regen, mist en kou. Aan het westelijk front
I wordt vooral hevig gestreden cm de hoogte in
Champagne, die Butte de Tahure genoemd
wordt, welke cónigo dagen geleden door de
Duitschers bij een aanval werd genomen en die
de Fran-sohen poogden weer in hun macht te
krijgen, poogden, maar er niet in slaagden.
In Rusland wijzigt zich d-e toestand al even
min, al wordt er op verschillende punten der
j linie zeer hardnekkig en bloedig -gestreden. De
opmar,soli der Duitschers en Oostenrijkers
schijnt wol voorgoed tot staan, gekomen. Laten
we ronduit zoggen, dat zij een aardig stuk
-van 't ontzaglijke rijk in hun bezit hebben.
Doch het wil hun nu maar niet gelukken
Duha-burg of Riga to bezetten, al vechten
ze daar bard genoeg voor. In het woud- en
moerasgebied aan en om do Pripet komen ze
gerucht hoorbaar dan het huilen van den
wind en het kabbelen va.n de beek.
Onder de schraag achter het rad door
gaande waarop de waterleiding gelegd was,
kwam zij aan de achterzijde van de gehou
wen, waar de persen stonden. Zij keek door
©an dei' vensters. Zij kbn niets zien. Alles
was duister en stil als het graf. De plaats
scheen geheel verlaten en zij st-ond stil', ter
wijl duizend gedachten haar brein'doorvlo
gen. Misschien was het enkel toeval geweest
dat D'ick -Frenoh op zijn weg Aubrey niet
gezien had, en misschien zat Aubrey nu vei
lig -en wol in den trein naar Plymouth en was
't het. best dat zij maar zoo gauw mogelijk
naar huis1 terugkeerde.
Een licht gedruisch, dat reoht onder haar
voeten uit den gro-iid scheen te komen, deed
haar plotseling zoo hevig ontstellen, dat haar
hart een oogenblik ophield met kloppen.
Zij bleef ademloos luisteren.
Daar was het gerucht weer. Zich vlug
omkegrend, zag zij nu het hooge windas
uit heb donker voor zich oprijzen en herin
nerde zidh de nieuwe schacht.
Het bloed verstijfde haar "in de aderen,
toen zij. bij het'windas stond en met één
hand op de kruk geleund, zich naar de
diepte overboog en luisterde.
Uit- de laagte kwam zen plassend geluid.
,,Wio is daar? Wat is dat?..."
Ruth's stem beefde zoo, dab zij nauwe
lijks spreken kon: het was niet meer dan
een fluisteren. Toch was haar geh«id door
de krachtige echo der wanden tot beneden
doorgedrongen.
„Help!" kwam een rauwe kreet uit de
diepte. Ik verdrink
Aubrey, ben jij het?"
,,RuthGoddank dat je» nog bijtijds ge
komen bent. Luister eens... Tuckett heeft
iie.met.lirt hi-erin -wet-sa.te. toieen en. zetteMS?.r-jglAtffÜ"
de pomp va6t om mo te laten verdrinken.
Ik sta nu in den schepemmer, maar het wa
ter is al tot aan mijn nek. Er is geen tijd
meer om hulp te halen. Weet jij hoe je het
rad aan den gang moet krijgen?"
„Ja, dat weet- ik. Ik heb gezien hoe het
gedaan wordt. Er hoort een slinger bij".
„Doe het dan onmiddellijk. Zoo gauw de
pomp werkt, beu ik veilig en ken ik wach
ten tot er hulp komt".
Nu zij het vreeselijko wist, keerden Ruth's
moed en kracht terug. Zij vloog naar het
gebouw van -de mijn. Tuckett zelf had
haar vader en haar eenige maanden geleden
de plaats laten zien en zij herinnerde zich
dat de hefboom, die de waterleiding regel
de, rechts van de pompen was. De slinger
ervan bevond zich binnen het gebouw.
In het donker rondtastend, vond zij de
kruk van de deur cn draaide die 'om.
De deur was gesloten.
R-uth klemde de tanden' opeen en duwde
met heel haar lichaam tegen de deur. Ver
geefs het slot rammelde wel, maar de
deur bleef dicht.
Zij beet zich op de lippen om een wan
hoopskreet te onderdrukken, en voelde om
zich heen op den grond of zij ook een stuk
hout of een steen mocht vinden om het
paneel van de deur mee te vernielen.
Zij tastte hier en ginds, maar het was zoo
goed als stikdonker om haar heen en of
schoon zij zich meermalen aan rotsblokken
stiet, mocht zij haar doel niet bereiken. De
steenen, die zij vond, waren of te klein of
zoo groot dat zij ze niet kon tillen.
De gedachte aan Aubrey, die daar op
eenige passen afstands verdronk, maakte
haar razend. Ten laatste vond ze een stéen,
iets grooter dan de overige, on nu keerde
zij terug naar de deur en beukte er met ai
niet verder vooruit en in 't zuiden der linie,
bij de Styr en bij Tsartorysk robijnen. de Oos
tenrijkers nu en dan wel -hardo duwen te krij
gen.
Zoo blijft de strijd in 't westen en oosten,
ondanks de zegepralen der bondgenooten in
Rusland in de laatste maanden, nog steeds
onbeslist en. liet lijkt een dsch van het gezond
verstand om nu aan de geweldige worsteling
een einde tc maken, voordat een nieuwe win-
terveldtocht weer aan duizenden het leven
tost, ,ook zonder dat zij vechten.
ENGELAND.
Het ongeval van den Koning.
Uit Londen wordt nog gemeld omtrent
het ongeval, den Engelsciien Honing aan
het Fransche front overkomen
Volgens een verklaring van betrouw
bare zijde bereed de koning bij de in
spectie der troepen een vreemd paard. Dit
schrikte van de toejuichingen, begon te stei
geren en viel ten gevolge van -de gladheid
van den grond, ongelukkigerwijze op zijn
berijder, die gewond werd. en een lievige
schrik kreeg, ruaar niets brak. Het ongeval
werd nog verergerd, -doordat de j>atiënt in
een auto over een zeer grooten afstand ver
voerd moest worden.
In den hospitaalt-rein viel een treffend in
cident voor. De koning, ofschoon hulpeloos
te bed liggend, besloot aan een soldaat jier-
soonlijk het Victoria-kruis te overhandigen.
Deze knielde neer op den grond, de koning
hoog zich voorover om hem de decoratie op
de horst te spelden, maar bemerkte, de.
hij zdjn krachten had overschat. Hij was niel
hij machte de speld door het dikke khaki te 1
steken. De aanwezigen moesten "hem dus
te hulp komen.
De koning werd van Victoria-station op
een draagbaar, die in een ambulance-wagen
werd gezet, naar Buckingham Palace ge
bracht. Zijn wonden waren zoo pijnlijk, dat
de wagen stapvoets moest rijden.
LONDEN. Het volgende bulletin werd
Dinsdagmorgen uitgegeven aan Bupldng-
ham-PalaceDe Koning had een beteren
nacht en geen koorte. Hoewel de gevolgen
van het ongeval langzaam overgaan, zal
Z. M. verplacht zijn nog eenigen tijd het
bed te honden.
De rede van Asquith in het Lagerhuis.
Men was vol belangstelling voor wat Asquith,
de Engelsche premier, zou hebben te vertellen,
in het Britsche Lagerhuis. Men verwachtte
reeds sedert, eenige dagen een regeeringsver-
klaring over den toestand én gisteren is die
gekomen. De premier kreeg een ovatie, toen
bij optrad om het woord tc voeren, om, zooals
hij zeide, den tcgenvoordigen toestand bloot
te leggen aan do natie, welke thans nog even
vastbesloten was als ooit om den oorlog tot
oen bevredigend einde te voeren, en welke ver
trouwt op de regeering, dat deze alles zal doen
om dat doel te bereiken.
Hier en daar is zeker do horizon bewolkt,
maar wat bet Engelscho volk noodig hoeft is
kalm beraad en vooral een groote mate van ge
duld. Klagers zijn er hier en daar in 't land,
maar liet is een kleine groep, en over 't geheel
heeft de natie moed on geduld genoeg.
Asquith stond in de eerste plaats stil bij de
ontzaglijke militaire verrichtingen van het
rijk, dat nooit een militaire mogendheid was.
maar nu over zee reusachtige verrichtingen had
gedaan,v.'zooals men nooit verwachten zou.
Vooral de vloot bad hierbij getoond, wat zij
kon, niet het minst bij het transporteeren van
bij de 2i milliocn man troepen en ontzaglijke
voorrraden. De vloot heeft bovendien alle zeeën
schoongeveegd van Duitsche oorlogs- en han
delsschepen en alle Duitsche maritieme hulp
middelen teruggebracht tot de sporadische,
voortdurend verminderde pogingen der duik-
booten.
Over den toestand in de Dardanellen wijdde
(1e eerste minister lang uit. Die vormde voort
durend èen onderwerp van ernstig beraad en
Asquith zei er o. a. van;
„.De vlootaanval op de Dardanellen was zoo
'zorgvuldig mogelijk voorbereid, totaal goedge
keurd d<Mjr do Franscho Admiraliteit on met
geestdrift ontvaugen door den grootvorst-opper
bevelhebber van het Russische leger, die van
meening was, dat Rusland daardoor gesteund
zou worden in den Kaulcasus.
Zij werd beschouwd als een zuivere vloot-
operatie."
te ouder haar forsche slagen, maar deur
zoowel als slot hieven onwrikbaar- Zij
kneusde haar handen tot bloedens toe, maar
in haar opgewondenheid voelde zij de pijn
niet. Nogmaals en nogmaals herhaalde zij
hare aanvallen, maar alles vergeefs.
Ten laatste begonnen haar zenuwen
haar de haas te worden en terwijl zij den
steen wanhopig wegsmeet, begon zij uit
alle macht om hulp te roepen. Zij wist dat
het nutteloos was. Duizend tegen één dat
er zich op dit oogenblik een levende ziel in
de buurt bevond
Nog eens en nog eens verhief zij haar
stem en haar klagend geroep werd meedo
genloos dcor de echo's in het rond weer
kaatst. Zij begon er heesch van te worden
en voelde het oogenblik komen, dat zij geen
adem meer zou hebben. Moest zij dan tot
Aubrey terugkeeren en hem toeroepen dat
hij maar langzaam zijn verdrinkingsdood
zou sterven, want dat zij machteloos was
iet-s voor hem te doen?.,.
„Hola! Wat is daar toch?!"
De stem kwam uit het halfdonker, van
den kant van den weg en zoo onverwacht
bereikte het geluid Ruth's oor, dat zij er
in 't eerst sprakeloos van. was.
Doch slechts voor een oogenblik.
,,0, gauw, kom gauw, jvie u ook moogt
zijn!" riep zij met keesche stem. „Hier
heen, naar het mijngebouw
..Bewaar me, dat 'seen glibberige wan
deling!" kwam -ie stem weer. Men hoorde
een hijgen en blazen, en een gedaante in
een groote oliejas doemde uit het duister op
„Wat is er, juffrouw? Wat is er aan de
hand?"
„O ,gauw, gauw!" herhaalde zij. ,,Er is
een man, in de mijn! Hij verdrinkt!"
En zij trok hem aan zijn vochtige mouw-
mee. in -deriobting van het gebouw..
Asquith zeide nog, dat hij zijn vol aandeel
op zich nam in do verantwoordelijkheid voor het
beginnen van deze operatie en gaf zijn afkeu
ring te kennen over de pogingen om op den een
of andoren minister de blaam voor do onder
neming te werpen.
Omtrent den toestand in den Balkan zoido
Asquith o.a.Andere dan do Duitschers, ver
kwanselen wij geen eigendom van onze bond
genooten achter hun rug. Tot het laatste mo
ment was er alle reden om aan te nemen dat
Griekenland do verplichtingen van zijn verdrag
met iServië zou nakomen, üp 21 September ver
zocht Venizelos aan Frankrijk en aan Enge
land voor 150,000 man op voorwaard© dat Grie
kenland zou mobilise©ren. Maar' het waa niet
voor 2 Oct-ober dat Venizelos toestemde in hot
Janden van Engelsch-Fransch© troepen onder
c-en formeel protest. Op 4 October meldde Veni
zelos dat Griekenland het verdrag met Servië
handhaafde maar de koning verwierp die ver
klaring. Venizelos trad af en do nieuwe regee-
ring weigerde de onzijdigheid op te geven, al
verklaarde zij tegelijk op voet van vriendschap
to verkeeren met de verbondenen.
liet gevolg was dat S-ofviö den frontaanval
had te weerstaan van de Oostenrijkers en Duit
schers en den flankaanval der Bulgaren.
De geallieerden konden niet toelaten, dat
Servië de prooi zou worden van deze valsche
on laaghartige samenspanning. De Ffansch
Engelsche generale staven hebben ten aanzien
hiervan uitvoerig overleg gepleegd, welk over
leg zijn hoogtepunt bereikte in het welkom
bezoek dat Joffre aan Londen heeft gebracht.
Het deed spreker genoegen to kuunen zeggAi,
dat het resultaat van dit bezoek een volledige
overeenstemming was tusschen do twee landen,
zoowel ten aanzien van het doel als van do te
.lemen maatregelen in den Balkan.
Servië mocht zich overigens overtuigd hou
den, dat zijn onafhankelijkheid door de gealli
eerden wordt beschouwd als een van de essen-
ticelo' oorlogsdoeleinden.
De vorming van een oorlogs-comité uit het
kabinet moet worden beperkt tot drie of vijf
leden en voorzorgen zijn get-roffen tot een nau
were samenwerking op militair, maritiem en
staatkundig-gebied onder de geallieerden.
Spreker is even vol vertrouwen als ooit dat
wij de zaak der rechtvaardigheid tot een zege
vierend einde zullen bréngen en hij zou do
zware taak niet neerleggen, zoolang hij het
vertrouwen genoot van den Koning, van het
Huis en van het Land.
De Minister eindigde onder luide toejuiohin-
gen.
Afgezien van eon rede van Oarson was het
debat, dat volgde op de verklaring van Asquith,
buitengewóón onbelangrijk. Ook was er weinig
publiek meer aanwezig.
Carson keurde het ontbreken van' methode
in het voeren van den oorlog sterk af en klaag
de over do besluiteloosheid der regeering in
zake de Dardanellen. Hij Verklaarde, dat hij
met genoegen de belofte aan -Servië vernomen
had. hij had echter liever gezien, dat Bet des
betreffend besluit reeds weken geleden gevallen
was.
Toen hij vernomen had, dat daartoe geen
plannen bestonden, liad hij zijn connecties met
het kabinet afgebroken.
In een korte rede verklaarde Grey met be
slistheid, dat de besprekingen met de Fransche
regeering geen vertraging in de voorbereiding
en in het huidige opt-reden hadden veroor
zaakt.
Er was geen tijd verloren gegaan door het
verleenen van den steun, dien Engeland in het
uur van nocd kon verleenen.
Engelsche verliezen.
Blijkens een officieel© opgave bedroegen
do Engelsche verliezen 493.294 man. Dezo
officieele opgave loopt tot 9 October, maar
sedert is de vearlieslijst weder belangrijk uit
gebreid. De verlieslijster. aan het einde der
vorige week, zegt de „Times", bevatten de
namen van 234 officieren (82 gesneuveld) en
5527 man.
Sedert het ministerie van oorlog de vorige
maand begon lange veriieslijsten te publi-
ceeren, die waarschijnlijk betrekking hadden
op de gevechten die begonnen met het Brit
sche offensief van 25 September, bedroegen
,de officiersverliezen op het westelijk front
2958, die der manschappen 45-288. Van de
2958 officieren sneuvelden 941, werden ge
wond 1647, vermist 370. Van de mannen
sneuvelden 7973, werden gewond 35.840,
vermist 1475.
In de totale opgaaf tot 9 October zijn be
grepen 365.046 verliezen op het westelijk
„Verdrinken, juffrouw? Wat... hoe..."
„O, vraag niets, vraag niets! Maar help
me mee aan die deur! Die deur daar!..."
Zij sléépte bem bijkans mee naar de on
barmhartige deur, die haar den toegang tot
den slinger weigerde. „Verbrijzel die deur!"
riep zij, „o, verbrijzel die deur!"
De verbaasde Job Coker het was ni
mand anders dan de dikke, reizende koe
man, dien zij bij zijn ongeval met den w
gen geassisteerd hadden .deed een pa
■stappen achteruit en stortte zich toen m
het gansche gewicht van zijn lichaam tegc
de deur.
Het slot brak af en tegelijk stortte me
"-en geweldig gekraak van gebarsten bou
de deur in.
Mot een kreet van vreugd viel Rut1
naast hem neer. Het volgend oogenblik
astte zij vlug in het donker van het ge
bouw rond. Job stak een lucifer op en bi:
het zwakke schijnsel ervan zag zij nu op
een armlengte afstand boven zich den slin
ger die het waterrad in beweging moest
brengen. Met beide handen greep zij ernaar
en trok hem met al haar kracht naar hene
den. Met een tik kwam het werktuig in be
weging en terstond hield bet ruischen van
het water in de leiding op....
Een oogenblik van stilte en, voor Ruth,
van ademlooze spanning. Daarop een go-
plas' van water in de hulpemmers, en met
een krakend geluid begon het groote wiel
'angzaam te draaien.
Zoodra zij het vernam, was Ruth bij de
schacht.
„Aubrey!" riep zij, „het wiel draait!"
„Ik hoor het!" klonk het terug. „En do
pomp werkt! Ik hen gered Oh
Ruth zei niets meer. De spanning van de
laatste minuten was te groot geweest en Job
.kwam juist intijds om ba-ar op te vangen en
front (4401 gesneuvelde officieren, 63.059
j gesneuvelde mannen, terwijl gewond wor
den 9169 officieren en 225-178 manecbap-
pen, vermist 1567 officiereu cn 61.134 man
schappen).
De verliezen op alle oorlogatoonoolon
samen zijn gelijk gezegd 493.294, n.l. go-
sneuveld 6660 officieren on 94-992 man
schappen, gewond 12.633 officioren en
304.832 man oa vermist 2000 officieren en
72.177 man.
Tot 30 September bedroegen do verliezen
der Canadeescho contingenten totaal 11.701
man, n.l. 464 officioren (129 dood) on
11.241 manschappen (2306 dood).
Een onderscheidlngsteckenen voor hen, dl®
willen.
Do minister van oorlog heoft besloten
khaki-banden te verstrekken, dio dragenuv
do koninklijke kroon, zullen worden gegeven
aan 1. Mannen die dienst nemen, maar nog
op oproep onder do wapen3 wachten. 2.
Mannen, die zich voor dienstneming aan
meldden, maar phyaiek ongeschikt zijn. 3.
Mannen die als invalide of physick onge
schikt uit den dienst zijn ontslagen.
Aldus za! ieder dus kunnen toonen, dat
hij zijn land wil of heeft willen dienen.
Anllino-prljzen In Brltsch-lndië,
Do Nachriehtenstelle für den Orient schrijft
Het gobrek aan verfstoffen, dat de tetxie]-
indiifttrio in Britsch-Indië in de grootste
moeilijkheden dreigt te brengen, heeft de prij
zen voor ar.iiineverfstoffen ontzaglijk omhoog
gedreven. Op de van 12 tot 14 Aug us tun t'.-
Bombay gehouden auctie uit de voorraden van
do verf fabrieken der firma Bayer en Co., die
onder beheer staan van do Hostile Trading
Concerts, werd per pond tot 20, 25 ropijen toe-
betaald. Do gemiddelde prijs bedroeg reeds op
den eersten dag 13 ropijen per pond, het dub
bele van hetgeen er nog een dag te voren to
Bombay was betaald. En het z*eentwintigvou-
digo van de gewone prijsnoteering vóór den
oorlog. Madrasrood, dat onder gewone omstan
digheden een ropij per pond kost, bracht 23
ropijnen op. De voorraad werd in het heel kleine
gedeeltea tot een half pond toe verdeeld, op
dat ook de kleine -handelaars me© kondon bie
den. In het geheel - werd op dezo veiling, di
ender grooten toeloop plaats vond, voor 1:
lakhs (I lakh 100,000 ropijen) verkocht.
Do zilveren ropij (rupei) is een Britoeh- In
dische munt, die in het laatstverschenen nun.
mer van „The Economist" genoteerd word
1 sh. 41/32 d. (ongeveer 80 cent.) Een goud-,
ropij is nominaal 15 zuiveren waard.
DUITSCHLAND
Duits' hlands vredesvoorwaarden.
Van geloofwaardige, doch niet officie-,
zijde wordt aan het Haagsche Correspondc
tiebureau verzekerd, dat eenige leaen va
den Duitschen Rijksdag onlangs te Arnster
dam hebben vertoefd en een hunner bi:
besprekingen, die bij die gelegenheid zijn ge""
houden heeft gezegd, dat de rijkskanselier,
de heer von Bethmann Hollweg, als voor
waarden, waarop Duitschland geneigd zou
zijn vrede te sluiten, heeft genoemd behoud
voor Duitschland van de Belgische Maaslinie,
zoowel uit een militair als uit een indu
strieel oogpunt, behoud door Duitschland
van Koerland en een oorlogsschadevergoe-
ding van dertig milliard Mark.
De „vleeschlooze" dagen.
Maandag zijn de nieuwe Bondsraad&-be-
pabngen omtrent de vleeschlooze dagen in
Duitschland in werking getreden. Op Dins
dag en Vrijdag mogen in de slagerijen en
in de restaurants enz. geen vleesch of
vleesch waren verkocht worden, terwijl
op Maandag en Donderdag in openbare
eetgelegenbeden geen met vetten bereid
vleesch en op Zaterdag geen varkensvleo&ch
mogen opgediend worden.
De „Vorwarts" merkt- naar aanleiding
der bepaling omtrent vleeschlooze dagen op,
dat deze voor de armere klassen, die reed;
zoovele vleeschlooze weken kennen, nu juist
niet zoovee] t>eteekent.
Voor de slagers en handelaren in wild en
gevogelte wordt de zaak moeilijker, het
meest echter voor de restaurateurs, dié' on-
voor vallen te behoeden.
Job haastte zich eerst naar het mijnge
bouw, zocht een ander touw, bond het aan
het windas en hielp Willard naar boven, die
klappertandde van de kou, maar overigens
ongedeerd was.
Tusschen hen beiden in droegen zij Ruth,
Ue nog steeds in zwijm verkeerde, naar
Job's tent, die opgeslagen was in een oude
teen groeve een eind van den weg af, en
laar zette de man thee voor hen cn zocht
droge kleeren voor "Willard bij elkaar.
Ruth kwam langzaam bij. en kort daar
na vernam men paardengetrappel op den
weg. Het was haar vader, die van Meripït
cwam aanrijden. Willard trad hem tege-
noeb en vertelde hem wat er gebeurd was.
Daarop galoppeerde hij terug, huurde een
■ijtuigje en bracht zijn dochter en Willard
aaar de hoeve terug.
Vervolgens zond hij, hoe laat het ook
•vas, een boodschap naar Meripit om de po
litie op de hoogte te stellen.
Maar de politie was niet meer noodig.
Want reeds vroeg in den morgen ver
scheen Job en wenkte Willard om bij hem
te komen.
„Dat gevaarlijk heer zal jelui geen kwaad
meer doen," zeide hij.
„Hebben ze hem gepakt?"
„Hij heeft zichzelf gepakt, mijnheer"
antwoordde Job op ernstigen toon. „Men
vond hem een uur geleden, hangende aan
een zeel in het mijngebouw. Ik veronder
stel, dat hij, toen hij bij 't aanbreken van
den dag aan de schacht kwam en u verdwe
nen vond, de rest van zijn ongelukkig beetje
verstand verloor en zichzelf van spijt het
leven benam. Nu, hij heeft den beul een
strop uitgewonnen, die toch anders voor
hem klaar had gelegen"'