h». m Vrijdag 5 November 1915 Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws, Langs dn electrische drasdvsrsgorfing. Bs tcostand in Én resszenslnjd. Sn de hinderlaag. TWEEDE JAARGANG. SOLDATENCOURANT "•'j&bes der redactie en administratie palestrina6traat 10, a^terdam, dit blad verschijnt driemaal per week. losse Nummers voor militairen i cent1, voorburgers s cent, abonne ment voor militairen 0.75, voor burgers ƒ1.50 p. drie maanden- Voor Advortentien wende men zich tot het Alg. Advertent jo-Bureau ROL'MA&Co, Heerengracht 220 Amsterdam, tot de Drukkerij „Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onze Administratie, Palestrin&Atnuit 10 Amsterdam. Pry's der Advert entiëu per regel 30 cent By abonnement reductie Dekking zoeken is in dezen oorlog een der voornaamste dingen voor de troepen te. velde. .Dat doen zy voornamelijk in de loopgraven, doch niet alleen daar. Wij zien hier boven bijv. hoe een Schotsche troepen-afdeeling zich op bijzondere wijze verschanst. Tegen, oen-stukgeschoten huis, waarvan de overblijfselen versterkt zijn, hebben zij een soort kunstmatige loopgraaf gevormd, boven den grond, van zandzakken en daarin voelen zij zich voor de vijandelijke projectielen tamelijk "veilig. Opgewekt zien de Schotsche soldaten er uit, dat moet men zeggen. Natuurlijk hebben zij zich hier op een hoopje samengedrongen om zich te laten kieken. VOORDRACHTEN. Om aan het verlangen van velen tegemoet te komen zuUen wij In De Sctriatancourant eeniga aardige voordrachten afdrukken. In het ko mende winterseizoen kan man daarvan allicht pleizier hebben. In dit nummer volgt de eerste voordracht. De velgonde week volgt er woer een. De bekends sohrtjver Jan Foith Is naar da grens geweest cm de olectrisohe draadver sperring, dia reeds zoovele slachtoffers maak te, van nabij In ocgensohouw te nomen. In een reeks feuilletons geeft hij zijn indruk ken vrees*. Wij vangen In No. 192 van de „Sol- datenoourant" met de plaatsing aan. Het. vorige overzicht eindigden wij met to gewagen van vrfedesgoruohten. Wq zijn ge- w;p'on, dat or nu en dan van deze geruchten op duiken, maar zij verklinken even gauw als zij gehoord werden, en telkens werd de strijd met teller woede voortgezet.' Zal het nu weer zoo (Uit het Engalsch)> (Slot.) Het' was niet, voordat zij hol bruggetje bij Jon molen bereikte,dat liuüh opnieuw door zekeren angst bevangen werd. Tot nu toe kon zij evenwel niet zeggen wat zij vreesde, en zij stond in den regen met de «ene hancl aan de leuning, van de brug om de bezwijming te bedwingen, die zij voeld'e d'at zich van haar messter zou ma-ken. Plotseling viel het haar op, dat het rad stilstond. Zij was honderden malen de.Bitti- f er-mijn gepasseerd, maar dit was de eerste keer dat haar oor het geplas van het water rad niet opving. De overtuiging drong zich aan haar op, dat er ie to onheilspellends in d;ie stilte lag. Aangezien het Zaterdagavond was, waren er gèon werklui .meer; zij waren allen naar ijhis, naar Meri-pit, drie kilometer van hier. Het kon dus enkel Truölcett geweest zijn, die 't rad vastgezet had. Waarom had hij dat ge daan RutH kon er,geen antwoord op geven, maar zij voelde, meer bij instinct dan door bcrodeneering, dat het noodzakelijk was er de reden .van op te sporen- Maar verondersteld dat Truoket.t op dit oogenblik in of hij de mijn was? Veronder steld, dat hij haar hier ontmoette, in regen eq mist en storm Zij kromp ineen bij de ge dachte, en zij stond «enige mimiten in be raad of zij niet op lia-ar weg zou te-rugkceren Zij sloop echter op haar teanen voort, over H.,natte gras en de heide. Haar oogen waren g^tibht, maar de ven- lif&ssj^ssaisitelffls gaan? Het eigenaardige is, dat zij thans her haald worden, en ra-n verschillende 'kanten, en dat zij, op het oogenblik, dat wo dit schrij ven althans, nog niet zijn tegengesproken. Zij komen uit do Veroenigdo Staten en uit Zwit serland, uit Weenen en uit Boedapest, wo lezen er van in Amerikaanscho en in Engclselie bla den. Er is nog geen houvast aan en de zoete hoop, die ze geven, kan licht weer begooche ling blijken. Men moet uit de geruchten opma ken, dat het voornamelijk Duitschland is, dat vrede wenscht, maar er wordt ook gemeld, dat Servië dien zou willen' sluiten en dat Italië naar het einde van den oorlog verlangt. In ons vorig nummer hebben wij. onder de laatste berichten vooral, meegedeeld, wat er toen van de geruchten bekend was. Keizer Wilhelm zou met den Amerikaausclien gezant te Berlijn een bespreking hebben gehad en aan dezen de voorwaarden hebben meegedeeld, waarop Duitschland bereid was aan den strijd een einde- te maken. De gezant Gerard zou die voorwaarden aan zijn regeering hebbën' over gebracht, in de hoop, dat die bemiddelend zou optreden. -Laten -wij dadelijk woer zeggen, dat ei' officieel van dit alles niets is uitgelekt, ook niet, wat de Vereenigde Staten willen of zul len doen in zoo'n geval. Alleen verluidt, maar ook bij geruchte, dat de regeering tc Washing ton er in geen geval aan denkt om als bemid delaar op te treden. Het is ook een Amerikaanscho oorlogscorres pondent, maar aan het Duitsche of Oosten- rijksche front, en mot een Duitschen naam: Von "Wiegand, die uit Weenen en Boedapest over vredesgeruchten seint en die van Servië' s en Italië's verlangen weet te vertellen om vrede te sluiten. Oostenrijk zou echter van een vrede met Italië niets willen weten, voordat dit land vernederd is en Rusalnd zou over 't geheel nog geen vrede willen sluiten. Verder is er een bericht uit Amerika in het Londen- sche blad, de Daily Mail", dat al bijzonder opmerkelijke vredesgeruchten meedeelt. De cor respondent van dat blad seint, dat in officicele kringen in de Vcrcenigde Staten do meening bestaat, dat er weldra van gedachten zal wor den gewisseld over den vrede. Een minister, maar zijn naam mag hij niet zeggen! zou hem hebben verzekerd, hoe er aanwijzingen zijn, dat de strijd in Europa vrijwel over is, dat de worsteling nu zal beginnen tusschen de diploma-ten in de hoofdsteden in plaats van- tus schen de soldaten Dit is vrij duidelijk gezegd, en toch, het is een even vage mededeeling als al de andere. Zoolang er niets positiefs komt, vooral uit Engeland en Frankrijk, is de kans op vredo nog zeer gering, en in Engeland schijnt men, vele dingen wijzen daarop, den oorlog nog lang niet al3 geëindigd te beschouwen. Er waren teekenen, dat Frankrijk wel naar vrede vér- langde en het nieuwe ministerie, zegt men, zou de verplichting van het oude, om geen af zonderlijken vredo te sluiten, niet overnemen. Daar staat echter tegenover, dat hét eerste woord van den nieuwen Franschen minister president Briand gold het verslaan van het Pruisische militairisme, de volledige overwin ning der geallieerden. En Poincaré, de presi dent der Franscho republiek, is een oorlogs man, en men kan zich moeilijk voorstellen, dat hij de vredespreliminairen zal onderteekenen, Daar is dus nog veel troosteloos voor de tal rijken, die gaarne den vrede willen en wij vr.eezen, dat ook deze geruchten weer zullen voorbijgaan. Wel staat er tegenover, dat er een algemeene stemming van verlangen naar den vrede uit blijkt, ook in Amerika, en dat is al iets, dat verheugen moet. Do geweldige strijd, die nog op geen enkel punt eenige beslissing brengt, zal toch eindelijk moeten eindigen! Dat. Servië naar den vrede verlangt, is waar lijk geen wonder. Eiken dag wordt de toestand moeilijker voor dit land, eiken dag maken de vijanden grooter vorderingen en de hulp, die het Servische leger kan redden, blijft uit, is althans lang niet voldoende. Nu hebben do Duitschers en Oostenrijkers weer Kragoejewats ingenomen, .de stad der groote tuighuizen en wapenfabrieken van Ser vië. Het is waar, dat de Serviërs hoogst- waar schijnlijk bijtijds him oorlogsmateriaal hébben meegenomen, maar zij zijn nu toch htm cen traal depot, hum fabrieken kwijt. Van den an- anderen kant naderen de Bulgaren steeds meer Ni&j, de tweede hoofdstad des lands en hei lijkt er op, dat die weldra in hun handen eük.-. vallen. En rukken er wel nieuwe troepen tot Serv.ië's ontzet uit 'Saloniki op? Het wordt -be weerd, hét wordt van anderen kant tegen gesproken. En van hulp der Russen door Roemenië hooren wc ook niets meer, terwijl officieel daarvan feitelijk nooit iets is ge meld. Zoo wordt de toestand van het Ser vische leger, dat zich heldhaftig, maar te vergeefs verdedigt tegen den wa-ssenden vloed van vijanden, meer on meer hachelijk. Van de andere oorlogsterreinen' -valt maar weer -heel weinig te vertellen. Gevochten wordt er wel, aan "t Wester- en 'i Oosterfront en aan -do ItaJiaansch-Oostcn r ijkscko grenzen; het i kanon diavert' er steeds en bajonet-aanvallen en bommengeveohteu zijn aan de orde van den j da.g, maar verandering in den toestandi I komt nergens. Hot lijkt er op, alsof men op j deze wijze nog wel een jaar kan voortgaan. Alleen zal hot herfst- en winterweer den strijd minder hevig maken, reeds nu rvoeit men m. België cu Noord-Frankvijkzoowel als in Rus- I land, den invloed van het 'slechte weer, van I regen, mist en kou. Aan het westelijk front I wordt vooral hevig gestreden cm de hoogte in Champagne, die Butte de Tahure genoemd wordt, welke cónigo dagen geleden door de Duitschers bij een aanval werd genomen en die de Fran-sohen poogden weer in hun macht te krijgen, poogden, maar er niet in slaagden. In Rusland wijzigt zich d-e toestand al even min, al wordt er op verschillende punten der j linie zeer hardnekkig en bloedig -gestreden. De opmar,soli der Duitschers en Oostenrijkers schijnt wol voorgoed tot staan, gekomen. Laten we ronduit zoggen, dat zij een aardig stuk -van 't ontzaglijke rijk in hun bezit hebben. Doch het wil hun nu maar niet gelukken Duha-burg of Riga to bezetten, al vechten ze daar bard genoeg voor. In het woud- en moerasgebied aan en om do Pripet komen ze gerucht hoorbaar dan het huilen van den wind en het kabbelen va.n de beek. Onder de schraag achter het rad door gaande waarop de waterleiding gelegd was, kwam zij aan de achterzijde van de gehou wen, waar de persen stonden. Zij keek door ©an dei' vensters. Zij kbn niets zien. Alles was duister en stil als het graf. De plaats scheen geheel verlaten en zij st-ond stil', ter wijl duizend gedachten haar brein'doorvlo gen. Misschien was het enkel toeval geweest dat D'ick -Frenoh op zijn weg Aubrey niet gezien had, en misschien zat Aubrey nu vei lig -en wol in den trein naar Plymouth en was 't het. best dat zij maar zoo gauw mogelijk naar huis1 terugkeerde. Een licht gedruisch, dat reoht onder haar voeten uit den gro-iid scheen te komen, deed haar plotseling zoo hevig ontstellen, dat haar hart een oogenblik ophield met kloppen. Zij bleef ademloos luisteren. Daar was het gerucht weer. Zich vlug omkegrend, zag zij nu het hooge windas uit heb donker voor zich oprijzen en herin nerde zidh de nieuwe schacht. Het bloed verstijfde haar "in de aderen, toen zij. bij het'windas stond en met één hand op de kruk geleund, zich naar de diepte overboog en luisterde. Uit- de laagte kwam zen plassend geluid. ,,Wio is daar? Wat is dat?..." Ruth's stem beefde zoo, dab zij nauwe lijks spreken kon: het was niet meer dan een fluisteren. Toch was haar geh«id door de krachtige echo der wanden tot beneden doorgedrongen. „Help!" kwam een rauwe kreet uit de diepte. Ik verdrink Aubrey, ben jij het?" ,,RuthGoddank dat je» nog bijtijds ge komen bent. Luister eens... Tuckett heeft iie.met.lirt hi-erin -wet-sa.te. toieen en. zetteMS?.r-jglAtffÜ" de pomp va6t om mo te laten verdrinken. Ik sta nu in den schepemmer, maar het wa ter is al tot aan mijn nek. Er is geen tijd meer om hulp te halen. Weet jij hoe je het rad aan den gang moet krijgen?" „Ja, dat weet- ik. Ik heb gezien hoe het gedaan wordt. Er hoort een slinger bij". „Doe het dan onmiddellijk. Zoo gauw de pomp werkt, beu ik veilig en ken ik wach ten tot er hulp komt". Nu zij het vreeselijko wist, keerden Ruth's moed en kracht terug. Zij vloog naar het gebouw van -de mijn. Tuckett zelf had haar vader en haar eenige maanden geleden de plaats laten zien en zij herinnerde zich dat de hefboom, die de waterleiding regel de, rechts van de pompen was. De slinger ervan bevond zich binnen het gebouw. In het donker rondtastend, vond zij de kruk van de deur cn draaide die 'om. De deur was gesloten. R-uth klemde de tanden' opeen en duwde met heel haar lichaam tegen de deur. Ver geefs het slot rammelde wel, maar de deur bleef dicht. Zij beet zich op de lippen om een wan hoopskreet te onderdrukken, en voelde om zich heen op den grond of zij ook een stuk hout of een steen mocht vinden om het paneel van de deur mee te vernielen. Zij tastte hier en ginds, maar het was zoo goed als stikdonker om haar heen en of schoon zij zich meermalen aan rotsblokken stiet, mocht zij haar doel niet bereiken. De steenen, die zij vond, waren of te klein of zoo groot dat zij ze niet kon tillen. De gedachte aan Aubrey, die daar op eenige passen afstands verdronk, maakte haar razend. Ten laatste vond ze een stéen, iets grooter dan de overige, on nu keerde zij terug naar de deur en beukte er met ai niet verder vooruit en in 't zuiden der linie, bij de Styr en bij Tsartorysk robijnen. de Oos tenrijkers nu en dan wel -hardo duwen te krij gen. Zoo blijft de strijd in 't westen en oosten, ondanks de zegepralen der bondgenooten in Rusland in de laatste maanden, nog steeds onbeslist en. liet lijkt een dsch van het gezond verstand om nu aan de geweldige worsteling een einde tc maken, voordat een nieuwe win- terveldtocht weer aan duizenden het leven tost, ,ook zonder dat zij vechten. ENGELAND. Het ongeval van den Koning. Uit Londen wordt nog gemeld omtrent het ongeval, den Engelsciien Honing aan het Fransche front overkomen Volgens een verklaring van betrouw bare zijde bereed de koning bij de in spectie der troepen een vreemd paard. Dit schrikte van de toejuichingen, begon te stei geren en viel ten gevolge van -de gladheid van den grond, ongelukkigerwijze op zijn berijder, die gewond werd. en een lievige schrik kreeg, ruaar niets brak. Het ongeval werd nog verergerd, -doordat de j>atiënt in een auto over een zeer grooten afstand ver voerd moest worden. In den hospitaalt-rein viel een treffend in cident voor. De koning, ofschoon hulpeloos te bed liggend, besloot aan een soldaat jier- soonlijk het Victoria-kruis te overhandigen. Deze knielde neer op den grond, de koning hoog zich voorover om hem de decoratie op de horst te spelden, maar bemerkte, de. hij zdjn krachten had overschat. Hij was niel hij machte de speld door het dikke khaki te 1 steken. De aanwezigen moesten "hem dus te hulp komen. De koning werd van Victoria-station op een draagbaar, die in een ambulance-wagen werd gezet, naar Buckingham Palace ge bracht. Zijn wonden waren zoo pijnlijk, dat de wagen stapvoets moest rijden. LONDEN. Het volgende bulletin werd Dinsdagmorgen uitgegeven aan Bupldng- ham-PalaceDe Koning had een beteren nacht en geen koorte. Hoewel de gevolgen van het ongeval langzaam overgaan, zal Z. M. verplacht zijn nog eenigen tijd het bed te honden. De rede van Asquith in het Lagerhuis. Men was vol belangstelling voor wat Asquith, de Engelsche premier, zou hebben te vertellen, in het Britsche Lagerhuis. Men verwachtte reeds sedert, eenige dagen een regeeringsver- klaring over den toestand én gisteren is die gekomen. De premier kreeg een ovatie, toen bij optrad om het woord tc voeren, om, zooals hij zeide, den tcgenvoordigen toestand bloot te leggen aan do natie, welke thans nog even vastbesloten was als ooit om den oorlog tot oen bevredigend einde te voeren, en welke ver trouwt op de regeering, dat deze alles zal doen om dat doel te bereiken. Hier en daar is zeker do horizon bewolkt, maar wat bet Engelscho volk noodig hoeft is kalm beraad en vooral een groote mate van ge duld. Klagers zijn er hier en daar in 't land, maar liet is een kleine groep, en over 't geheel heeft de natie moed on geduld genoeg. Asquith stond in de eerste plaats stil bij de ontzaglijke militaire verrichtingen van het rijk, dat nooit een militaire mogendheid was. maar nu over zee reusachtige verrichtingen had gedaan,v.'zooals men nooit verwachten zou. Vooral de vloot bad hierbij getoond, wat zij kon, niet het minst bij het transporteeren van bij de 2i milliocn man troepen en ontzaglijke voorrraden. De vloot heeft bovendien alle zeeën schoongeveegd van Duitsche oorlogs- en han delsschepen en alle Duitsche maritieme hulp middelen teruggebracht tot de sporadische, voortdurend verminderde pogingen der duik- booten. Over den toestand in de Dardanellen wijdde (1e eerste minister lang uit. Die vormde voort durend èen onderwerp van ernstig beraad en Asquith zei er o. a. van; „.De vlootaanval op de Dardanellen was zoo 'zorgvuldig mogelijk voorbereid, totaal goedge keurd d<Mjr do Franscho Admiraliteit on met geestdrift ontvaugen door den grootvorst-opper bevelhebber van het Russische leger, die van meening was, dat Rusland daardoor gesteund zou worden in den Kaulcasus. Zij werd beschouwd als een zuivere vloot- operatie." te ouder haar forsche slagen, maar deur zoowel als slot hieven onwrikbaar- Zij kneusde haar handen tot bloedens toe, maar in haar opgewondenheid voelde zij de pijn niet. Nogmaals en nogmaals herhaalde zij hare aanvallen, maar alles vergeefs. Ten laatste begonnen haar zenuwen haar de haas te worden en terwijl zij den steen wanhopig wegsmeet, begon zij uit alle macht om hulp te roepen. Zij wist dat het nutteloos was. Duizend tegen één dat er zich op dit oogenblik een levende ziel in de buurt bevond Nog eens en nog eens verhief zij haar stem en haar klagend geroep werd meedo genloos dcor de echo's in het rond weer kaatst. Zij begon er heesch van te worden en voelde het oogenblik komen, dat zij geen adem meer zou hebben. Moest zij dan tot Aubrey terugkeeren en hem toeroepen dat hij maar langzaam zijn verdrinkingsdood zou sterven, want dat zij machteloos was iet-s voor hem te doen?.,. „Hola! Wat is daar toch?!" De stem kwam uit het halfdonker, van den kant van den weg en zoo onverwacht bereikte het geluid Ruth's oor, dat zij er in 't eerst sprakeloos van. was. Doch slechts voor een oogenblik. ,,0, gauw, kom gauw, jvie u ook moogt zijn!" riep zij met keesche stem. „Hier heen, naar het mijngebouw ..Bewaar me, dat 'seen glibberige wan deling!" kwam -ie stem weer. Men hoorde een hijgen en blazen, en een gedaante in een groote oliejas doemde uit het duister op „Wat is er, juffrouw? Wat is er aan de hand?" „O ,gauw, gauw!" herhaalde zij. ,,Er is een man, in de mijn! Hij verdrinkt!" En zij trok hem aan zijn vochtige mouw- mee. in -deriobting van het gebouw.. Asquith zeide nog, dat hij zijn vol aandeel op zich nam in do verantwoordelijkheid voor het beginnen van deze operatie en gaf zijn afkeu ring te kennen over de pogingen om op den een of andoren minister de blaam voor do onder neming te werpen. Omtrent den toestand in den Balkan zoido Asquith o.a.Andere dan do Duitschers, ver kwanselen wij geen eigendom van onze bond genooten achter hun rug. Tot het laatste mo ment was er alle reden om aan te nemen dat Griekenland do verplichtingen van zijn verdrag met iServië zou nakomen, üp 21 September ver zocht Venizelos aan Frankrijk en aan Enge land voor 150,000 man op voorwaard© dat Grie kenland zou mobilise©ren. Maar' het waa niet voor 2 Oct-ober dat Venizelos toestemde in hot Janden van Engelsch-Fransch© troepen onder c-en formeel protest. Op 4 October meldde Veni zelos dat Griekenland het verdrag met Servië handhaafde maar de koning verwierp die ver klaring. Venizelos trad af en do nieuwe regee- ring weigerde de onzijdigheid op te geven, al verklaarde zij tegelijk op voet van vriendschap to verkeeren met de verbondenen. liet gevolg was dat S-ofviö den frontaanval had te weerstaan van de Oostenrijkers en Duit schers en den flankaanval der Bulgaren. De geallieerden konden niet toelaten, dat Servië de prooi zou worden van deze valsche on laaghartige samenspanning. De Ffansch Engelsche generale staven hebben ten aanzien hiervan uitvoerig overleg gepleegd, welk over leg zijn hoogtepunt bereikte in het welkom bezoek dat Joffre aan Londen heeft gebracht. Het deed spreker genoegen to kuunen zeggAi, dat het resultaat van dit bezoek een volledige overeenstemming was tusschen do twee landen, zoowel ten aanzien van het doel als van do te .lemen maatregelen in den Balkan. Servië mocht zich overigens overtuigd hou den, dat zijn onafhankelijkheid door de gealli eerden wordt beschouwd als een van de essen- ticelo' oorlogsdoeleinden. De vorming van een oorlogs-comité uit het kabinet moet worden beperkt tot drie of vijf leden en voorzorgen zijn get-roffen tot een nau were samenwerking op militair, maritiem en staatkundig-gebied onder de geallieerden. Spreker is even vol vertrouwen als ooit dat wij de zaak der rechtvaardigheid tot een zege vierend einde zullen bréngen en hij zou do zware taak niet neerleggen, zoolang hij het vertrouwen genoot van den Koning, van het Huis en van het Land. De Minister eindigde onder luide toejuiohin- gen. Afgezien van eon rede van Oarson was het debat, dat volgde op de verklaring van Asquith, buitengewóón onbelangrijk. Ook was er weinig publiek meer aanwezig. Carson keurde het ontbreken van' methode in het voeren van den oorlog sterk af en klaag de over do besluiteloosheid der regeering in zake de Dardanellen. Hij Verklaarde, dat hij met genoegen de belofte aan -Servië vernomen had. hij had echter liever gezien, dat Bet des betreffend besluit reeds weken geleden gevallen was. Toen hij vernomen had, dat daartoe geen plannen bestonden, liad hij zijn connecties met het kabinet afgebroken. In een korte rede verklaarde Grey met be slistheid, dat de besprekingen met de Fransche regeering geen vertraging in de voorbereiding en in het huidige opt-reden hadden veroor zaakt. Er was geen tijd verloren gegaan door het verleenen van den steun, dien Engeland in het uur van nocd kon verleenen. Engelsche verliezen. Blijkens een officieel© opgave bedroegen do Engelsche verliezen 493.294 man. Dezo officieele opgave loopt tot 9 October, maar sedert is de vearlieslijst weder belangrijk uit gebreid. De verlieslijster. aan het einde der vorige week, zegt de „Times", bevatten de namen van 234 officieren (82 gesneuveld) en 5527 man. Sedert het ministerie van oorlog de vorige maand begon lange veriieslijsten te publi- ceeren, die waarschijnlijk betrekking hadden op de gevechten die begonnen met het Brit sche offensief van 25 September, bedroegen ,de officiersverliezen op het westelijk front 2958, die der manschappen 45-288. Van de 2958 officieren sneuvelden 941, werden ge wond 1647, vermist 370. Van de mannen sneuvelden 7973, werden gewond 35.840, vermist 1475. In de totale opgaaf tot 9 October zijn be grepen 365.046 verliezen op het westelijk „Verdrinken, juffrouw? Wat... hoe..." „O, vraag niets, vraag niets! Maar help me mee aan die deur! Die deur daar!..." Zij sléépte bem bijkans mee naar de on barmhartige deur, die haar den toegang tot den slinger weigerde. „Verbrijzel die deur!" riep zij, „o, verbrijzel die deur!" De verbaasde Job Coker het was ni mand anders dan de dikke, reizende koe man, dien zij bij zijn ongeval met den w gen geassisteerd hadden .deed een pa ■stappen achteruit en stortte zich toen m het gansche gewicht van zijn lichaam tegc de deur. Het slot brak af en tegelijk stortte me "-en geweldig gekraak van gebarsten bou de deur in. Mot een kreet van vreugd viel Rut1 naast hem neer. Het volgend oogenblik astte zij vlug in het donker van het ge bouw rond. Job stak een lucifer op en bi: het zwakke schijnsel ervan zag zij nu op een armlengte afstand boven zich den slin ger die het waterrad in beweging moest brengen. Met beide handen greep zij ernaar en trok hem met al haar kracht naar hene den. Met een tik kwam het werktuig in be weging en terstond hield bet ruischen van het water in de leiding op.... Een oogenblik van stilte en, voor Ruth, van ademlooze spanning. Daarop een go- plas' van water in de hulpemmers, en met een krakend geluid begon het groote wiel 'angzaam te draaien. Zoodra zij het vernam, was Ruth bij de schacht. „Aubrey!" riep zij, „het wiel draait!" „Ik hoor het!" klonk het terug. „En do pomp werkt! Ik hen gered Oh Ruth zei niets meer. De spanning van de laatste minuten was te groot geweest en Job .kwam juist intijds om ba-ar op te vangen en front (4401 gesneuvelde officieren, 63.059 j gesneuvelde mannen, terwijl gewond wor den 9169 officieren en 225-178 manecbap- pen, vermist 1567 officiereu cn 61.134 man schappen). De verliezen op alle oorlogatoonoolon samen zijn gelijk gezegd 493.294, n.l. go- sneuveld 6660 officieren on 94-992 man schappen, gewond 12.633 officioren en 304.832 man oa vermist 2000 officieren en 72.177 man. Tot 30 September bedroegen do verliezen der Canadeescho contingenten totaal 11.701 man, n.l. 464 officioren (129 dood) on 11.241 manschappen (2306 dood). Een onderscheidlngsteckenen voor hen, dl® willen. Do minister van oorlog heoft besloten khaki-banden te verstrekken, dio dragenuv do koninklijke kroon, zullen worden gegeven aan 1. Mannen die dienst nemen, maar nog op oproep onder do wapen3 wachten. 2. Mannen, die zich voor dienstneming aan meldden, maar phyaiek ongeschikt zijn. 3. Mannen die als invalide of physick onge schikt uit den dienst zijn ontslagen. Aldus za! ieder dus kunnen toonen, dat hij zijn land wil of heeft willen dienen. Anllino-prljzen In Brltsch-lndië, Do Nachriehtenstelle für den Orient schrijft Het gobrek aan verfstoffen, dat de tetxie]- indiifttrio in Britsch-Indië in de grootste moeilijkheden dreigt te brengen, heeft de prij zen voor ar.iiineverfstoffen ontzaglijk omhoog gedreven. Op de van 12 tot 14 Aug us tun t'.- Bombay gehouden auctie uit de voorraden van do verf fabrieken der firma Bayer en Co., die onder beheer staan van do Hostile Trading Concerts, werd per pond tot 20, 25 ropijen toe- betaald. Do gemiddelde prijs bedroeg reeds op den eersten dag 13 ropijen per pond, het dub bele van hetgeen er nog een dag te voren to Bombay was betaald. En het z*eentwintigvou- digo van de gewone prijsnoteering vóór den oorlog. Madrasrood, dat onder gewone omstan digheden een ropij per pond kost, bracht 23 ropijnen op. De voorraad werd in het heel kleine gedeeltea tot een half pond toe verdeeld, op dat ook de kleine -handelaars me© kondon bie den. In het geheel - werd op dezo veiling, di ender grooten toeloop plaats vond, voor 1: lakhs (I lakh 100,000 ropijen) verkocht. Do zilveren ropij (rupei) is een Britoeh- In dische munt, die in het laatstverschenen nun. mer van „The Economist" genoteerd word 1 sh. 41/32 d. (ongeveer 80 cent.) Een goud-, ropij is nominaal 15 zuiveren waard. DUITSCHLAND Duits' hlands vredesvoorwaarden. Van geloofwaardige, doch niet officie-, zijde wordt aan het Haagsche Correspondc tiebureau verzekerd, dat eenige leaen va den Duitschen Rijksdag onlangs te Arnster dam hebben vertoefd en een hunner bi: besprekingen, die bij die gelegenheid zijn ge"" houden heeft gezegd, dat de rijkskanselier, de heer von Bethmann Hollweg, als voor waarden, waarop Duitschland geneigd zou zijn vrede te sluiten, heeft genoemd behoud voor Duitschland van de Belgische Maaslinie, zoowel uit een militair als uit een indu strieel oogpunt, behoud door Duitschland van Koerland en een oorlogsschadevergoe- ding van dertig milliard Mark. De „vleeschlooze" dagen. Maandag zijn de nieuwe Bondsraad&-be- pabngen omtrent de vleeschlooze dagen in Duitschland in werking getreden. Op Dins dag en Vrijdag mogen in de slagerijen en in de restaurants enz. geen vleesch of vleesch waren verkocht worden, terwijl op Maandag en Donderdag in openbare eetgelegenbeden geen met vetten bereid vleesch en op Zaterdag geen varkensvleo&ch mogen opgediend worden. De „Vorwarts" merkt- naar aanleiding der bepaling omtrent vleeschlooze dagen op, dat deze voor de armere klassen, die reed; zoovele vleeschlooze weken kennen, nu juist niet zoovee] t>eteekent. Voor de slagers en handelaren in wild en gevogelte wordt de zaak moeilijker, het meest echter voor de restaurateurs, dié' on- voor vallen te behoeden. Job haastte zich eerst naar het mijnge bouw, zocht een ander touw, bond het aan het windas en hielp Willard naar boven, die klappertandde van de kou, maar overigens ongedeerd was. Tusschen hen beiden in droegen zij Ruth, Ue nog steeds in zwijm verkeerde, naar Job's tent, die opgeslagen was in een oude teen groeve een eind van den weg af, en laar zette de man thee voor hen cn zocht droge kleeren voor "Willard bij elkaar. Ruth kwam langzaam bij. en kort daar na vernam men paardengetrappel op den weg. Het was haar vader, die van Meripït cwam aanrijden. Willard trad hem tege- noeb en vertelde hem wat er gebeurd was. Daarop galoppeerde hij terug, huurde een ■ijtuigje en bracht zijn dochter en Willard aaar de hoeve terug. Vervolgens zond hij, hoe laat het ook •vas, een boodschap naar Meripit om de po litie op de hoogte te stellen. Maar de politie was niet meer noodig. Want reeds vroeg in den morgen ver scheen Job en wenkte Willard om bij hem te komen. „Dat gevaarlijk heer zal jelui geen kwaad meer doen," zeide hij. „Hebben ze hem gepakt?" „Hij heeft zichzelf gepakt, mijnheer" antwoordde Job op ernstigen toon. „Men vond hem een uur geleden, hangende aan een zeel in het mijngebouw. Ik veronder stel, dat hij, toen hij bij 't aanbreken van den dag aan de schacht kwam en u verdwe nen vond, de rest van zijn ongelukkig beetje verstand verloor en zichzelf van spijt het leven benam. Nu, hij heeft den beul een strop uitgewonnen, die toch anders voor hem klaar had gelegen"'

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1