Nsrm
Zondag 10 October 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN,
DE LAATSTE ROOS.
is groei van de Soidatencourant.
Gezondheidsleer,
TWEEDE JAARGANG.
E SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTRAAT 10,
AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE
NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOORBURGERS 3 CENT, ABONNE-
MENT VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS ƒ1.50 P. DRIEMAANDEN
Voor AdvertentiSn wende men zich tot het A"lg. Advertentie-Bureau ROUMA Co
Heorëngracht 22»i Amsterdam, tot de Dm kite rij „Jacob van Camp.n" N. Z. Voorburgwal
234-240 (Keizerrijk S) Amsterdam of tot onze Administratie, Palestidnastraat 10
Amsterdam. Prys der Advertentiën per regel 30 cent B(j abonnement reductie
Overstelpend snel
hebben zich in de
laatste dagen de ge
beurtenissen in den
Balkan afgespeeld.
De eene gebeurtenis
is op de andere ge
volgd en al waren 't
geen verrassingen, al
verwachtte men wel,
dat do Bal kan-S taten
met hun tegenstrij
dige belangen niet
buiten den oorlog zou
den blijven, men keek
toch vreemd op bij
het plotselinge ulti
matum van Rusland
aan Bulgarije, bij de
ontscheping van troe
pen der geallieerden
jn Saloniki, bij' het
■ultimatum, dat Bul-
•ga^ije aan Servië
stuurde en waarop
het 'binnen 24 uur
antwoord verwachtte.
Het is óm Servië,
dat het hier gaat. In
den tweeden Balkan
oorlog in 1913 zijn
Bulgarije en Servië
vijanden geworden,
die te voren als bond-
genooten Turkije be
straden en verklein
den. Maar ?b ging er
toen om, wie 'het af
genomen deel van
Turkije, Macedonië
vooral, zouden heb
ben, waar zoowel Ser
viërs als Bulgaren
wonen Bulgarije, dat
niet alleen Servië,
maar ook Grieken
land tegen zich had,
leed de nederlaag in
den geweldigen strijd
het kroeg slechts een
klein deel, het minder
belangrijke van Ma
cedonië, en moest zich
daarmee tevreden stel
len. Bulgarije deeddit,
maar het vergat noch
vergaf de nederlaag,
en nu eindelijk schijnt
het zijn kans schoon
te zien. We kunnen
dezer dagen een lievi-
gen strijd om Servië
verwachten: Bulga
rije zal het aanvallen
uit het Oosten, de
Duitschersen Oosten
rijkers uit het Noor
den. maar uit het
Zuiden zullen de bondgenooten, de troepen
der geallieerden te Saloniki ontscheept,
komen en heel waarschijnlijk de Grieken.
Het zal een harde onverbiddelijke strijd zijn,
die daar gestreden wordt in Servië, en een j
kaartje van dit land komt daarom nu niet
te onpas. We geven er hier een, duidelijk
en uitgebreid, met de voornaamste plaatsen
er op, waaronder vele zijn, waarbij vroeger
3 in den Servisch-Turksciien
oorlog. Men zal zich nog de namen Novi-
basar, Pristina, Prizren, Uskub, Istip,
Ochrida, Monastir en vele andere herinneren,
waar -indertijd zware slagen zijn gevallen
Nationale Vereeniging
tot steun aan Miliciens.
Hot hoofdbestuur der bovengenoemde
vereeniging brengt het volgende ter kennis
van belanghebbenden
In December 1914 is aan de korpsen van
het leger opgave gevraagd van miliciens,
die bij demobilisatie aanspraak kunnen ma-
kon op steun dor vereeniging. In Augustus
1.1. zijn aanvullingsopgaven verzocht.
'Sedert dien zijn tal van gemobiliseerden
naar andere korpsen overgeplaatst, doordat
do afdeeling waartoe zij bekoorden, werd
opgelost.
Als ze des Zondags uit de kerk kwam,
groetten de jonge mannen haar met een
blijden lach, maar de jonge meisjes met een
boosaardigon blik, want de eersten vonden
haar, stil en ernstig als ze was, bekoorlijk
de meisjes noemden haar hoogmoedig en
koket.
Maar Annelies was niet koket. O, neen,
ze was alleen maar de dochter van hare
Zweedsche buiteulandschen moeder, de
blauwoogige, blonde, slanke Ingeborg
Svenskin.
Waarom had de Zweedsche ook in het
dorp moeten komen, nu twintig jaar ge
leden 1 Ze paste daar niet onder de krach
tige Lausitzer boeren en Karl Holberg, de
„houbboer" had wel wat verstandiger 'kun
nen doen, dan deze vreemde van zijne
„wereldreis", die hem tot Stavanger had
gevoerd, moe naar huis te brengen.
Maar kort en goed, ze was er en was
Karl's vrouw en deed zoo goed mogelijk
al haar best.om zich tehuis te leeren ge
voelen onder de mensehen van Wendrowitz.
Dat gelukte haar trouwens niet en goen
-van de dorpelingen stortte oprechte tranen,
toen zo stierf. Alleen Karl Holberg en
zijn twaalfjarig dochtertje Annelies die
Weenden
Ileal stil tegen elkander aangedrukt,
zaten ze in do kamer naast de kist en
staarden met door tranen verduisterde
oogen naar het lieve, schoone gelaat, dat
daar zoo verschrikkelijk bleek op het kus
sen *usfcte%
Daarom is het in het belang van hen, diö
hier worden bedoeld, dat zij persoonlijk
opgave van hunne overplaatsing inzenden
aan de vereeniging.
Deze opgave behoort te bevatten:
le. het korps, en onderdeel waarbij de be
langhebbende aanvankelijk diende.
2e. het korps en onderdeel, waarbij hij
zich thans bevindt.
Zij kan rechtstreeks worden ingediend
aan het bureau Beheer Landmacht van het
Algemeen Hoofdkwartier.
Het is niet wensch'elijk met de inzending
te talmen.
Het hoofdbestuur doet een beroep op de
,,Me dunkt," zei Annelies zachtjes, ,,dat
moeder in 't geheel geen rimpels meer in
't gelaat heeft. Ze ziet ea* zoo jong en zoo
schoon uit."
,,Zoo zag ze er uit, toen ik naar hare
hand dong," mompelde haar vader.
„Is zo nu werkelijk van 't hoesten ge
storven, vader?"
„He weet het niet", steunde de arme man.
„Misschien is ze gestorven van verlangen
naar huisGezegd heeft ze het niet, maar
ik weet toch hoezeer ze naar Hernösand
verlangde."
„.Hernösand, zoo heette moeders geboor
teplaats niet waar?"
„Ja, zoo heette de stad, waar .ik haar
vandaan haalde. O, mijne Inge, mijne
Inge."
En snikkend lag de man op d$ knieën
naast de kist, en kleine Annelies viel hem
om den hals en riep
„Vader, ik ben er immers nog voor u!"
Op zekeren dag stierf ook haar vader en
Annelies was nu geheel alleen op de wereld
geheel alleen, behalve dat ze nog een
vriend uit hare jeugd had, Clemens Vis-
scher.
Eigenlijk heette hij Bchwarz, maar wijl
het dorp tal van bewoners had, die den
zelfden naam droegen, onderscheidde men
die naar hun beroep en zoo heette Cleméns
voorgoed Visscher. Hij bezat de oudste
en grootste visscherij van de plaats en de
karpers en bleien werden tweemaal per
week in kunstig bedachte water-reservoirs
naar de Berlijner markthallen verzonden.
Ja, Clemens was de beste partij in Wen
drowitz en daarom werd Annelies zeer door
do andere meisjes benij.d, nu juist. z\j de
uitverkorene van den visscher moest zijn.
chefs, om aan hunne ondergeschikten daar
toe, zoo noodig, de behulpzame hand te
Verkoop aan ds Klerken.
Om het koopen van „De Soldaiencourant"
voor ioder militair te vergemakkelijken, hebben
wij mat de Amsterdamsche Kioskenonderne
ming een overeenkomst getroffen. Voortaan zal
voor den gewonen prijs van een cent per exem
plaar voor iedor militair „De Soidatencourant"
te koop zijn aan de stations: Amsterdam 1e
Perron en 2e Perron, Haarlem, Leiden, Den
Haag, Rotterdam (Maas), Hook van Holland,
Hilversum, Amersfoort, Alkmaar, Den Holder,
Tiel, Bussum, Apeldoorn, Zaandam, Rotterdam
(Hofplein), Zandvoort, Scheveningen (Kur-
haus) (Z. H. E. S.) en aan de Kiosken te Am
sterdam en Den Haag.
Maar zo was heb nu eenmaal en in .Mei zou
er bruiloft worden gehouden.
Tob zoolang wilde Annelies heel stilin
haar huisje blijven, zonder zich er aan te
storen, of men daarom kwaad van haar
zei of niet. Ze deed immers geen kwaad
Stuk voor stuk, langzaam en zeker had ze
zich in deu loop der jaren een mooien uit
zet aangeschaft als ze nu nog in Mei hare
kleiüe bezitting verkocht, was ze eveneens
eene „goede partij" en Clemens kon zijn
eigen huis vergrooten, zooals hij reeds lang
van plan was geweest.
Maar in dezen, winter hoestte Annelies
zooveel, dat de oude dokter, die ook hare
moeder had behandeld, het hoofd schudde.
Hij schreef haar allerlei bittere en kwalijk-
riekende dingen voor en zachtzinnig als
altijd, nam Annelies ze nauwgezet in.
Het scheen weliswaar niet veel helpen,
maar het beetje hoesten was eigenlijk toch
ook njet zoo erg en of je 'daarbij ook wat
magerder werd, dat hinderde niet.
Maar toen-het voorjaar kwam, was Anne
lies te zwak, om de drukte te kunnen door-
Staan, welke' de voorbereidingen van een
huwelijk meebrengt; de oude dokter verbood
zeer beslist'dadelijk te trouwen en Clemens,
ofschoon zeer teleurgesteld, voegde zich
naar het verbod.
De dokter echter nam de gelegenheid
waar, dat hij Clemens eens alleen bij het
water trof om hem bij zich te roepen en
eon ernstig woord met hem te spreken.
„Zie je, mijn jongen," zei hij, „met
Annelies is het niet goed gesteld, hart
moeder is aan de vliegende tering gestor
ven en het hoesten van Annelies ik wi'
dadelijk niet het ergste zeggen maar
nu ja, mijn jongen laat zij het maar hiel
Sinds de verschijning op 28 September
1915 van de circulaire van Z.Exc. Generaal
Snijders, Opperbevelhebber van Land- en
Zeemacht, an zake „De Solda/tencourant",
hebben wij de volgende aanvragen om toe
zending ontvangen van het aantal exempla
ren van ons blad achter de onderdooien ge
noemd
1-40 L. W. I75
2e Depot Comp. Wielrijders 150
4-II-18 lieg. Infanterie 50
le Sectie 2-1U-14 R. 150
Depotafd- Aubotreindienst50
Sector Stafkwartier Sloten10
L. W. Axt. Vierpolders10
Landweer Depot Rotterdam 50
Depot 2e Reg. Veld-Art25
2-II Reg- Jagers 25
3e Comp. Reserve Bat. VHI 100
Reserve Bataljon B200
Mitrailleurs Pel. 8 R. 130
Tr- buiben de forten Purmerend 25
Mitrailleurs-Peleton 20 R. 125
4e Comp. Reserve Bat. V50
Detachement Gronsiveld 60
4-IV-l Reg. Vesting. Art. 33
Marechaussee Raait© 5
Mil. Wierenga voor troepen te
Assen 1-50
Administr. Oud-Schoonebeek 21
Detachement Katerveer 10
3e Bataljon 5 Reg- Inf200
Fort aan den St. Aagbendijk.5
Groepsstafkw. Blauwkapel10
2-10 L. W. I. 10
le Comp. Res. Bat. VI 50
3e Comp. Res. Bat. XI 50
3e Depot Comp. 2e R. Vest Art. 20
Grenswacht Roosendaal 15
1-m-22 R, I. 17
5e Comp. Wielrijders 100
Batterijen Overeindschenweg 19
Oude Kazerne Harderwijk 50
Verlichtingspark Amsterdam5
Grenswacht Booneschans5
3-III-5 R. 150
Fort aan de Rildtstraat 10
Cantine 2e Comp- te Krabbemdijke 100
3e Comp. Reserve Bat.VI..:25
2-IH-14 R. 1100
Detachement Biesbosck 15
Ziehier dus binnen enkele dagen een
nieuwe vraag van 2060 exemplaren der
„Soidatencourant". Wel èen bewijs hoezeer
men „De Soidatencourant" begeert te
lezen. Én deze opgave is nog niet volledig,
omdat in hetzelfde korte tijdsverloop door
andere onderdeelen due reeds lang ons
blad ontvingen en door onze particuliere
verkoopers ruim 1000 exemplaren méér zijn
de oorlogskaarten illusbrecren, dan is het
begrijpelijk, dat men op zulk een orgaan
van 1 oent aanvalt. gelijk men ons neg uit
het leger schrijft als vliegen op de jam.
Zoo moet het blijven voortgaan. Nu
ook de nieuwe onderdeelen bei'eikt wor
den en ons blad natuurlijk vap hand tot
hand gaat, mag gezegd worden, dat_ „De
Soidatencourant" door. de geheele Neder-
landsche Weermacht gelezen wordt. Iedere
lezer blijve ons echter helpen bij de voort
durende uitbreiding van ons lezersgebied.
De „Soidatencourant" is uw aller mede
werking ten volle waard. Zij heeft haai
eigen karakter, geeft haar eigen artikelen
over Gezondheidsleer enz., houdt de ge-
mobiliseerden onder Leger- en Marinezaken
geheel op de hoogte, helpt ih haar deskun
dige Correspondentierubriek alle aanvragers
gratis naar beste weten aan oen ant
woord en onderhoudt met de rubriek „Hit
Leger en Vloot" de voeling t-us-
schen de gemobiliseerden. Met de
oproepingen in „De Soidatencourant
werden reeds heel wat verloren adressen
verkregen, heel wat verleren voorwerpen tot
den eigenaar teruggebracht. Kortom de be
langen van duizenden zijn reads door ons
.orgaan B
Neem daarbij, dat wij ons belangwek
kend oorlogsnieuws (met eigen overzicht over
den toestand) met platen en uitsteken
mèrken, dat het er slecht voorstaat, be
grepen?"
En de oude man maakte rechtsomkeerd,
nadat hij dit had gezegd en vervolgde
haastig zijn weg.
Clemens stond, alsof hij door een be
roerte was getroffen.
Zijn gelaat was vaalbleek. Zijn lippen
beefden en zijne handen waren tot vuisten
gebald.
Wat was er toch gebeurd? Wat had de
dokter daar gezegd? Was het -was het
dan mogelijk, dat zijne dat Annelies
zou moeten sterven? Lieve hemel! Sterven?
Luide en op gillenden toon had Clemens
het geroepen, zoodat de visschersjongen,
die beneden de netten hanteerde, zich om
keerde en verschrikt naar boven keek.
Dat bracht Clemens tot bezinning. Hij
wendde zich om en liep of liever wan
delde naar zijn huis.
Wat de arme dezen avond en den daarop
volgenden nacht leed en hoe hij met zich
zeiven worstelde, heeft geen menseh ooit
vernomen.
Den volgenden morgen ging hij met
tamelijk vaste schreden en met vrij wat
vertrouwen naar zijne verloofde, die achter
het huis in den 'tuin zat en naaide.
't Zou toch ook wel niet zoo erg worden,
als de dokter gisteren had gezegd. Zijne
kleine Annelies had zulke heldere oogen
en zulke roode wangen, zeker, als de zomer
met zijne lange, warme dagen kwam, zou
•e weer volkomen gezond en sterk worden.
En in den herfst...
„In den herfst," zei Annelies peinzend,
'erwijl ze het hoofd tegen Clemens' sehou-
'cr liet ruston, „dan is het lang niet zoo
prettig bruiloft te vieren, niet waar? Maar
door J. P. BIJL, officier van gezondheid.
XLVI.
Kampen en bi.vaks, III.
Maar pok al is men gelegerd op een bodorn,
die het vocht zeer snel opneemt, dan toch kan
het gebeuren, dat, zomer», tijdens een stort
regen in korten, tijd zooveel water op het kamp
terrein valt, dat spoedig alles blaux staat, met
het gevolg dat de tenten onderloopen. in som
mige gevallen is de hoeveelheid water, die neer
valt zoo groot, dat zelie do uitstekende rioolen
der groot© steden het niet kunnen opnemen en
menig huis onderloopt. In zoo'n omstandigheid
valt er natuurlijk met aan te denken om oen
kampterrein droog to houden. In vele gevallen
evenwel zal men door "het graven t an greppels
kunnen, zorgen, dat althans <le tenten niet
onderloopen. Deze greppels moeten om iedere
tent gegraven worden en door zijgreppels ver
bonden worden met slooten, die tussohen de
tentenrijen gegraven moeten worden. Het wa
ter, dat op 't tentdoek wordt opgevangen komt
In de daaromheen gegraven greppels terecht en
stroomt met het water, dat op het terrein valt
naar de slooten. Hier verzamelt het zich en
dringt dan langzamerhand meer in den bodem.
Is het terrein hellend dan kan men het water
door slooten buiten het kamp leiden; op klei
grond zal men het water door greppels dikwijls
afvoeren naar bestaande slooten, die op groo-
tere kanalen loozen.
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen kan zelfs
een zeer droge bodem vooral 's nachts „vochtig
opgeven". Vooral weilanden staan wat dat be
treft in een kwaden reuk. Men zal dus
zorg dragen om niet op den blooten grond te
gaan slapen, maar steeds voor een onderlaag
te zorgen. Gewoonlijk wordt stroo daarto9 ver
strekt, maar bij gebrek daaraan kan men b.v.
in kleine bi vake. als geen stroo aan te voe-
n is, hooi. heide, takkebossen e.d. gebruiken.
De manschappen moeten evenwel niet alleen
beschermd worden tegen de directe inwerking
van den'bodem, ook tegen den nadeel ingen in
vloed van weer en wind moeten zij zooveel
mogelijk beschut zijn. Het meest doeltreffend
zijn de barakken. Deze kunnen zoo stevig en
soliede gemaakt worden, dat menig barakken
kamp niet van een -kazerne verschilt.
De barakken kunnen op allerlei manieren en
van allerlei grootte gemaakt worden. Ver
schillende voorbeelden daarvan hébben wij
reeds gezien. Sommigen zijn van plaggen', an
dere van leem, weer anderen van zeildoek,
van planken of van steen. Ook hot materiaal,
waarvan het dak gemaakt wordt kan zeer uit
eenloopend zijn: stroo, pannen, hout. De vloer
is soms van planken, soms van beton, soms ook
dieut de aarde als vloer. Wat de grootte be
treft zijn de barakken ook zeer uiteenloopend
gemaakt. De barakken der Franschen bij Pa
rijs in 1871 b.v. waren ruim 18 M. lang, 5£ M.
breed en 2 M. hoog. Aan de kleine zijden wa
rén de deuren aangebracht, terwijl 5 vensters
in de lange zijde voor verlichting zorgden. De
barakken waren zoo vol, dat iedere man on
geveer 6 kub. M. ruimte had. De barakken, die
de Duitscho soldaten het volgende jaar gebruik
ten, waren 48 M. lang, 8 M. breed en 3 M.
hoog. In het midden liep een gang met aan bei
de zijden een onderofficiersvertrek en een ka
mer voor 12 a 20 soldaten Zij hadden bier on
geveer 10 kub. M. ruimte per man. Een even
groote ruimte hebben de' geïnterneerden in de
barakken in ons land. De kampen, die
voor "hen in zoo buitengewoon korten tijd door
den kapitein der genie "Beltman zijn opgericht,
zijn zoo gemaakt, dat in iedere barak 250 man
wonen. De lengte van deze barakken is
50 M„ de breedte 13 M. Het dak is schuin
en in liet midden 3.50 M. hoog.
Zeer veel merkwaardigs zou over de barak
ken te vertellen zijn. Ieder soort heeft zijn
voor- en nadeelen. De barakken voor 250 man
hebben nadeelen, die de kleine barakken niet
hebben en omgekeerd. Een dak van stroo be
schut beter tegen wisseling van temperatuur
dan een van ijzer, maar geeft grooter brandge
vaar; een vloer van beton is gemakkelijker te
reinigen dan een van planken, maar is kou
der, geeft meer lawaai, is minder elastisch,
enz., enz.
Van belang zijn verder de ligplaatsen in de
barakken. Veelal liggen de manschappen op
los stroo, maar zooals wij in een vroeger opstel
gezien hebben, is op den duur bet- gebruik van
weet je wat, Cleméns, die theeroos daar,
die zal dan nog wel bloeienzonder rozen
zou ik geen bruiloft willen houden moe
der zei altijd dat, toen zij trouwde, heb ge
heele huis vol rozen was. En die gele struik,
dat was haar lieveling; de rozen daarvan
noemde ze altijd hare geluksrozen."
En toen, na een kleine pauze, zei Anne
lies zoo heel plotseling:
„Daarmee hebben we ook hare lijkkist
geheel gevuld."
lCemens voelde een koude rilling door
zijn leden gaan. Hij hield de beide handen
van zijn meisje vast en zei:
„Natuurlijk, rozen zullen we een üeele
menigte hebbenom onze huisdeur moet
een dikke eikenkrans hangen met de laat
ste rozen uit jouw tuin."
Ze was zeer moe, zooals tegenwoord'g
altijd, en ze leunde dichter tegen Clemens
en sloot de oogen; slaapdronken, met een
gelukkig glimlachje om de bleeke nppen.
herhaalde ze echter niet lettend op de
volgorde der woorden:
„De laatste rozen in mijn laatste huis.'"
Clemens kreeg een schok, maar hij
wachtte zich wel dat te laten blijken;
waarom zou men ook acht slaan op zoo'n
toevallige verspreking.
Annelies was in slaap gekomenze sliep
op den warmen lentevoormiddag zoo vast,
alsof het avond was. En de sterke, jonge
man hield zich heel stil, opdat ze niet zou
ontwaken. Toen dit na eenige minuten
toch geschiedde, lachte Annelies en stond
ophoe kon men toch zoo lui zijn om op
klaarlichten dag te slapenEn ze moest
no^ alle lissen aan de handdoeken naaien,
daarmee was ze nog niet klaar gekomen.
Ja, ze naaide vlijtig. En nog vlijtiger
matrassen boter. Bjj «enigKsin# langdurig ge
bruik van barakken sullen otroozakken dan
ook aanbeveling verdienen. Slechts bjj uitzon
dering zullen kribben gebruikt kunnen wor
den en aangezien het elaixm op stroceakken dfo
op den grond liggen, altijd ©enig gevaar ople
vert voor koudevatten door de tocht langa den
vloer, zul het een voordeel zijn, wanneer do
stroozakken een weinig boven den vloer komen
te liggen. Dikwijls wordt dit gedaan door ze to
leggen op houten britsen. Zeer eenvoudig en
nog doeltreffender middel passen de geïnter
neerde Belgische soldaten evenwel toe. Zij ma
ken een vlechtwerk van touw of staaldraad
waarop do matras juist past. Dit vlechtwerk,
dat tson» ecer handig geknoopt is, soma een
voudig bestaat uit eenigo laago touwen met
dwars daartusscben vastgeknoopt© kleine tou
wen, wordt met bet hoofdeindo bevestigd aan
den muur en met het voeteinde aan planken of
paaltjes,, die daartoe zijn aongobraent. Op dit
vlechtwerk, dat 40 c.M. boven de vloer is,
ligt do stroozak. liet voordeel hiervan is niet
alleen, dat de matrassen zoodoende niet op den
vloer rusten, waardoor do manschappen dus
met alleen rninder gevaar loepen koude te
vatten en do stroozakken zelf frisacher gehou
den worden, maar bovendien, dat men overdag
den stroozak lean omslaan door het voeteneinde
van het vlechtwerk tegen den muur bij bet.
hoofdeinde vast te maken en waardoor over
dag veel ruimte vrij komt, die de soldaten ge
bruiken om te schrijven, to lezen, ens.
(Wordt vervolgd.)
Cs toestand in den reuzenstrijd.
Het is een zeer belangwekkend, maar
ook... ietwat beangstigend, wat daar op den
Balkan ia voorgevallen en nog voorvalt. Onze
lezers weten er al iets van, in ons vorig
nummer hebben w© reeds melding gemaakt
van het ultimatum van Rusland aan. Bulga
rije. Maandagmiddag omstreeks vijf uur
werd dit ultimatum overhandigd door den
Russischen gezant, Dinsdagmiddag kwam
het antwoord. Het werd te Pertograd niet
voor voldoende gehouden, hot bevredigde
niet en de Russische regeering brak onmid
dellijk de diplomatieke betrekkingen af. De
andere Entente-mogendhedenFrankrijk,
Engeland en Italië hadden zich. solidair ver
klaard met Rusland, en hun gezanten vroe
gen hun paspoorten aan. In deze geschiedenis
in Bulgarije speelt Nederland ook nog een
zijdelingsche rol, onze zaakgelastigde heeft
te zorgen voor de belangen der Russische
onderdanen.
De oorlog is door de regeeringen der ge
allieerde staten nog niet verklaard aan Bul
garije, maar dat zal wel niet lang meer
duren. Vooral niet nu Bulgarije zelf kras
is opgetreden tegen Servië: het heeft aan
de regeering van dit laatste land
een ultimatum gezonden, een op kor
ten termijn, het verlangt er binnen
24 uur antwoord op. Wat het ul
timatum bevat, is op het oogenblik nog niet
bekend,'maar het betreft Macedonië, het
vroeger Turk9che gebied, waarvan Servië in
1913 een stuk heeft genomen, waarop Bulga
rije meende recht te hebben. De strijd van
Bulgarije gaat dan ook allermeest tegen
Servië, voorloopig althans. Dit land, deze
bondgenoot der geallieerden, moet klein ge
maakt worden, en het ia te voorzien dat in
de vlakten en de bergen van Servië een
hardnekkige bloedige strijd zal worden ge
streden. Bulgarije van 't Oosten, Oostenrij
kers en Duitschers van 't noorden zullen heb
aanvallen, en Servië zal nog eens weer al de
gruwelen van den oorlog gevoelen.
Maar het zal ook hulp krijgen. Te Saloni
ki, de bekende Griekscne haven, waarop
Bulgarije ook al indertijd aanspraak maakte,
zijn Fransche en Engelsch© troepen ont
scheept, naar men zegt 400.000 man. Dio
ontscheping is eon vreemde geschiedenisIn
eens worden buitenlandsche troepen aan. wal
gezet in een haven van Griekenland, dat tot
nogtoe zijn neutraliteit stip gehandhaafd
heeft. De regeering te Athene heeft dan ook
geprotesteerd, doch het was niet meer dan
een protest voor den vorm, het Grieksche le-
zergde ze voor hare vier rozenstruiken, op
dat die toch maar veel bloemen zouden
leveren
Toen September kwam, bloeiden ze alle
nog eenmaal heerlijk.
Maar Annelies lag binnen in h<?t groote
ledikant met den hemel, waarin cok eens
de schoone Ingeborg was gestorven, en ze
vond heb erg jammer, dat het huwelijk nu
eerst in October voltrokken kon worden.
„Als er dan geene rozen meer bloeien,"-
zei ze op heel droeven toon tot Clemens,
die naast haar ledikant zat- en met helden
kracht nog altijd von glimlachen.
„O, een paar zullen er nog wel bloeien,'2
zei hij.
„Het is toch heel goed dat ik nu nog
zoo'n aanval had, niet waar, Clemens? De
dokter zegt, dat ik later een des te gezon
der vrouw zal zijn."
„.Daar lieeib de dokter ook volkomen ge
lijk in. Maar spreek niet zooveel, lieve.
Slaap liever weer."
Zij sliep weldra in vast, zeer vast!
October was pog niet half om, toen lag
Annelies in hare kist, zoo bleek en schoon
als eens hare moeder.
Clemens liep als een razende in het woud
rond. Ea daar waar niemand hem hoorde,
stak hij de vuisten op en schudde ze woest
en dreigend, terwijl hij schreeuwde als een
ten doode gekweld dier.
Dat duurde zoo uren. En toen ging hij
naar huis en keek naar Annelies rozen
struik.
Een enkele bleeke, heerlijke bloem zat er
aan. Die plukte hij af en legde haar bij
Annelies in haar laatste huisje.