iseeÉ troepen.
isole li
De heteekenis van Riga.
XJ'-ES SOUiöATEiN'COURAMT van giondag October 1913
S
Wilna, een der grootste steden
in West-Paisland is reeds sedert
eenige dagen in handen der Duit
schers, nadat het maanden was
bedreigd. Vooral als een kruispunt
van spoorwegen, die naar Petersburg
leiden, is de stad veel van belang.
Do Russen echter hielden vrij hard
nekkig stand in de buurt en 't
duurde lang, voordat de Duitschers
baar in handen hadden.
We geven hierbij een afbeelding
van de beroemde Kathedraal of
hoofdkerk van Wilna, een Rifbsische
kerk, zooals men ziet, vooral aan den
koepelvorm der lage torentjes. De
kerk is een der sieraden van Wilna.
Door den Opperbevelhebber van Land
en. Zeemacht, generaal Snijders, ia het vol
gende schrijven aan de Autoriteiten, van
Land- en Zeemacht gericht:
„Ik heb de eer U, Mijne Eeeren, mede te
deelen, dat de Minister van Oorlog mij als
zijn wensch te kennen heeft gegeven, dat
de lichamelijke oefeningen zicli behooren aan
te sluiten aan bet programma, bedoeld in
artikel 70 der Miütiewet.
„Door, óók in het leger dè, overeenkom
stig dat programma voor den soldaat ver
langde lickaauisontwikk&ling te verbreiden
en te propageeren, ware, naar 's Ministers
oordeel de door Zijne Excellentie zoo zeer
gewenschte eenheid op bet gebied der
licbamebjko ontwikkeling te bevorderen.
„Ter algeheel© tegemoetkoming aan dat
verlangen zal intusschen eenige aanvulling
dienen plaats te bebben van bet materieel,
te Uwer beschikking gesteld, als gevolg van
mijn rondschrijven, d.d. 29 Juni 1.1., O. V.
I. No. 26608, Afd. O. O. No. 32.
Met bet oog daarop noodig ik U uit, mij
vóór 23 October a.s. opgave te verstrekken
van betgeen Uwerzijds1 ter bereiking van bet
'beoogde doel alsnog verlang wordt, onder
vermelding van bet globaal aantal man
schappen, waarop de aanvrage betrekking
beeft.
Ter nadere toelichting omtrent vorenver-
meld programma, en ter vergemakkelijking
van do samenstelling der bedoelde opgave
moge de als bijlage dezes hierbijgevoegde
Nota, dienen.
Nofca van toelichting nopens aanslui
ting van de lichamelijke oefeningen
aan het programma, bedoeld in
artikel 70 der Militiewet.
Vermeld programma is vervat in het Konink
lijk Besluit, dd. 17 Juni 1912, Staatsblad
No. 188 (aanschrijving M. v. O., dd. 31 Juli
1912, II afd. No. 528, Ree. Mil. blz. 895). Het
omvat d eischen van voorgeoefendheid betref
fende
A. Staaf oefeningen.
B. Vrije oefeningen,
C. Loopen.
D. Springen.
E. Gewichtheffen.
E. Steenstooten.
G. Werpen.
H. Klimmen.
I. Optrekoefenïngen.
J. Evenwichtsoefeningen.
K. Marcheeroefeningcn.
L. Spelen.
M. Zwemmen.
N. Toesteloefeningen.
Daarbij zij dan aangeteekend, dat voldoende
geoefendheid ten aanzien van de ad. L., M.
en N. vermelde oefeningen niet gevorderd
worden, maar wel tot aanbeveling strekken.
Lichamelijke oefeningen onder goede lei
ding gedurende enkele jaren wordt noodig ge
oordeeld om aan de bedoelde eischen te kun
nen voldoen.
Dai voor het doen verwerven van de aldns
voor den soldaat verlangde lichaamsontwikko-
ling ten aanzion van vele gemobiliseerden be
zwaarlijk sprake wezen kan. is intusschen wel
duidelijk, maar zulks behoeft het streven in
die richting geenszins uit te sluiten.
En daartoe hebbe men slechts te handelen
Het is avond na den veldslag.
De gewonde richt zich een weinig op en ziet
om zich heen. De stem van het kanon dreunt
nog in de verte, en een rossige gloed staat aan
den horizont.
De gewonde ziet op zich heen. Overal in
het rond ziet hij het veld bezaaid met lichamen
van menschen. Paarden dwalen ruiterloos
rond, met hangenden kop, de manen fladde
rend. in den nachtwind, angstig hinnikend.
Hij betast den grond. En zijne handen raken
aan iets zachts en warms nog; de opengereten
flank van zijn goed paard, zijn trouwen kame
raad.
Ja, hij herinnert zioh nu alles. Het is avond,
na den slag, en hij gaat hier sterven, heel
alleen, zonder hulp, ondëï deze maan, die hem
zielloos aanblikt.
Zwermen zwarte vogels zwieren door de
lucht, naderend. Hunne snavels zijn rood van
bloed. Zij zullen straks neerstrijken op de
lijken dor gesneuvelde soldaten.
Hij zwaait met den arm, om de afgrijselijke
dieren te verjagen.
„Maar ik ben nog geen lijk ik leef nog!"
prevelt hij.
Hij rukt de knoopen van zijne vochtige uni
form open. Door zijne vingers sijpelt eene
warme nattigheid: het leven, het schoone
leven, dat hij zoo liefheeft, en. dat hem ont
vloeit.
Ja, hij herinnert zioh alles. Het signaal tot
den laatsten aanval werd geblazen. Zijne com
pagnie werd vernietigd, zijn paard onder hem
neergeschoten. Toen had eeiie granaatscherf
hem den rechterarm afgerukt. Hij was ge
vallen. De vijandelijke cavalerie rende over
hem heen.
En nu was het avond geworden. En hier
lag hij nu en leefde nog.
Kapitein Allard wil hier niet sterven, zoo
weerloos en hulpeloos. Vogels niet alleen, maar
ooi; menschen zullen op hem neerstrijken,
jlykenrooverSi Zij zulleü' bega zijn horloge af
overeeukomstig het aangeduide in het vigee-
rende voorschrift voor gymnastische oefenin
gen, le en 2e deel (vastgesteld bij aanschrij
ving van den Minister van Oorlog, dd. 31
October 1912, lie afd. No. 41).
'Li verband met liet vorenstaande moge, tin-
nadere toelichting van het rondschrijven, dd.
29 Juni 11., O. V. I., No. 26608, afd. 0. O.
No. 32, en. dat, dd. 5 Juni, d.a.v., O. V. I.
No. 27227, afd. O. O. No. 44, het navolgende
dienen.
Bij de vorming van leiders, waarop laatst-
vcrmeld schrijven betrekking had, werden van
de vorengenoemde oefenimren slechts behan
deld, die ad. C., D.. F-, G„ L. en M. ver
meld, wat evenwel uit den aard, geenszins er
op wijst, dat de overige oefeningen niet ge
houden zouden behoeven te worden. Beperking
ten deze was geboden wegens den korten voor
do vorming beschikbaren tijd.
Bij de keuze der in behandeling te nemen
oefeningen het mén zicli leiden door do over
weging allereerst aandacht te schenken aan
die, waarvan onder de.huidige omstandigheden
met reden te verwachten is, dat ze liet meest
gereedelijk ingang zullen vinden bij den troep.
Dit wel te gemakkelijker, omdat de eischen,
waaraan, volgens de Algemeene Bepalingen
van het le deel van genoemd Voorschrift,,
officieren en kader moeten, voldoen, ten aan
zien van do ad A. tot en met M. genoemde
oefeningen nog den meesten waarborg schen
ken de niet behandelde oefeningen te kunnen
doen boude, zonder de leiders eene nadere,
bijzondere vorming deelachtig te doen worden.
Do ad N. vermelde oefeningen werden vooral
buiten beschouwing gelaten, omdat op een
algemeeneu schaal doen houden van die oefe
ningen tot eene to aanzienlijke uitgave leiden
zou, voor aanschaffing van de alsdan met het
oog op de groote troepensterkte, benoodigde
toestellen.
Terwijl, ails gevolg van het rondschrijven,
d.d. 29 Juni 11., O. V. I. No. 26608, Afd. O.O.
,No. 32, de verstrekking plaats had van mate
rieel, voor zoover zulks alsnog noodig bleek,
ten behoeve van- voornoemde oefeningen, bleef
die, betreffende staven, halters en evenwichts-
boomen achterwege. En dit wel omdat er van
werd uitgegaan, dat voor de ad. A. E. en J.
genoemde oefeningen minder gelegenheid te
vindon zal zijn die te doen houden bij het schen
ken van de voorkeur aan de anders meer aan
trekkelijke, meer sportieve oefeningen èn dat
tot het staaf werpen zelf nog wel in 't algemeen
niet zoo spoedig zal worden overgegaan.
Intusschen ware, voor zoover noodig, than6
nadere aanvulling van materieel in overweging
te nemen.
Te dien aanzien mogen enkele opmerkingen
hier nog plaats vinden.
Ad. A. Staa foef eningen.
Deze oefeningen zijn in den geest van die,
genoemd in vermeld voorschrift, onder de Ge
weer (Karabijn) oefeningen. Voor sommige is
echter het geweer (de karabijn) M. 95, ter ver
mijding van beschadiging, niet te bezigen, en
worden dan cok schermgeweren gebruikt. Voor
zoover deze niet in voldoend dantal, in verband
met de huidige groote troepensterkte, beschik
baar mochten zijn, zal in de nadere behoefte
door ijzeren staven, lang 1 M., zwaar 3 KG.,
zijn te voorzien.
Ad. D. Springen-
In het programma worden sprongen aange
geven met een staaf in een der banden. In
het voornoemde Voorsehrift wordt gesproken
van een geweer of staaf in een der beide han
den. Aanschaffing van staven voor deze oefe
ningen is alzoo onncodig.
Ad. E. Gewichtheffen.
Om zich voor te bereiden, tot het voldoen
aan den ten dezen gestelden eisch een staaf of
halter van 30 KG. te-kunnen drukken, zou voor
oefening beschikt moeten worden over schij-
vènkalters, vermeld in voornoemd Voorschrift,
le deel, ad. „Oefeningen in 't gewichtheffen",
blz. 51. Wel kan men bij gemis van zulk een
halter zich trachten te behelpen, met het hef
fen van een stok door 2 man, in het midden
waarvan een derde mét gebogen armen hangt.
nemen, en den ring die schittert aan zijn
'vinger: den ring van Odette!
„Neen, neen! Dat niet! Help! Hier
heen!" schreeuwt hij, en hij rukt een handvol
gras uit, om zijne wonde er mee te stoppen.
Odette!.... Hoe ziet hij haar vóór zicli, zijn
bruidje, zooals hij haar had gezien op dien
avond, toen zij onder bittere tranen afscheid
van hem nam.
Onder zijne hand ritselt een papier. Hij be
tast hot en eene liefelijke gedachte brengt
hem troost. Want dit papier is een brief, een
brief van Odette, de laatste, dien hij van haar
ontving.
Hij had hem gekregen in het morgenuur,
toen het uitrukken tot den aanval reeds werd
geblazen, en dus had hij hem nog niet kunnen
lezen. Maar gelukkig in het bezit er van, had
hij hem geborgen op zijn borst, als een amulet
die hem in heb gevecht zou behoeden en be
moedigen. En de kogels hadden dit kleine
papier gespaard. De granaatscherf zelfs, die
hem neerwierp, had heb onverininkt gelaten.
Nu wilde hij lezen, nu er nog tijd to,e was.
Hij meende dat hare liefdewoorden''zijn harte-
bloed zou stelpen of het sterven hem ver-
zooten zouden.
Met de tanden scheurt hij het couvert open.
Met de overgeblevene hand ontvouwt hij het
briefje, dab doortrokken is van een fijnen geur
van heliotroop geur van zoete maagdelijk
heid, van belofte, van geluk.
Maar hij. kan niets lezen. Het is te donker.
Wat te doen? Een lichtje, een vlammetje
hij kan het niet maken.
Hij kruipt op de knieën naar den naastbij-
liggenden gekwetste, die kreunt.
„Hó, kameraad kan je ook vuur maken,
kameraad
De nian verstaat hem niet. Een vreemd
woord komt er over de verdroogde lippen:
MütterleEn kapitein Allard zinkt naast
hem op den grond, uitgeput.
„Mijn God! mijn God! iaat mij hier niet
sterven als een kind! Help toch! Hier
heen! Hierheen!"
Daar nadert over het bloedige veld iets als
een paar dwaallichtjes. En stemmen, trillend
van leven, roepen elkander toe.
De gewond© slaakt een kreet.. Dat is de
Maar uit den aard kan zulk ec-n oefening niet
anders dan gebrekkig heeto-n. Nagegaan zal
daarom dienen te worden, in welke -mate fichij-
vonhalters zullen zijn to verstrekken, om deze
oefening tot haar rec-ht te doen komen.
Ad. G~ Werpen.
Verstrekt worden voor werpoefeningenspe
ren, discussen en hamers (slingerkogels) zoo
mede oel'enhandgranutcn. iJo eisch echter van
hot programma !>etreft het werpen van een
ijzeren staaf van 3 KG. tegen eon doel. Do
oefening voor het staafwerpen geschiedt aan
vankelijk zonder 6taaf, terwijl alvorens tegen
een doei wordt gc-worpen. her. verwerpen wordt
beoefend. Voor den lichamelijk daartoe niet
genoegzaam ontwikkelden soldaat is dio over
gang, id. die van de oefening zonder staaf op
die met een staaf van 3 KG. intusschen wel
wat sterk. Ontmoediging treedt dan ook veelal
bij hem in, wegens do geringo vordering die
hij maakt. En clir, geldt dan nog te meer, naar
mate zijn leeftijd hooger is.
Daarom komen dan ook werpoefeningen met
speer, discus en hamer, voor eon meer geleide
lijken overgang tot het staafwerpen als voor
oefeningen voorzeker in aanmerking. Door
het doen houden van deze oefeningen, waaraan
men bovendien 'zich gaarne wijdt, aantrekke
lijk als ze zijn, zal dan cok eerder worden be
reikt, dat do vereischte geoefendheid in het
staafwerpen, zelf wordt verkregen, dan wan
neer zonder die voorbereiding, daartoe al da
delijk mocht worden overgegaan.
Over staven zal in voldoende mate beschikt
kunnen worden ten behoeve van het staaf
werpen, wanneer voor de Ad. A genoemde
staaf oef eningen in do behoef to wordt voorzien.
Conclusie.
De wensch van den Minister van Oorlog,
dat de lichamelijke oefeningen zich behooren
aan te sluiten aan hot programma, bedoeld in
art. 70 der Militieweb, werd, gelijk in het
vorenaangevoerde blijkt, als zoodanig nog niet
geformuleerd, maar toch gaan de oefeningen,
waarop men dezerzijds het oog had, alreeds
in gelijke richting en kunnen die leiden tot
het bereiken van het bij dat programma ge-
eischte. Overigens wordt, handelend overeen
komstig het in voornoemd Voorschrift voor de
gymnastische oefeningen aangeduide, onge
twijfeld die aansluiting nagestreefd.
Al -zullen, uit gebrek aan gelegenheid en
tijd, niet -alle oefeningen, bij dat programma
vermeld, immer gelijkelijk tot hun reent kun
nen komen, zoo mogen töch, nu de Minister
van Oorlog zoo in het bijzonder de aandacht
vestigt op aansluiting van do lichamelijke
oefeningen aan dat programma, althans de
jniddelen niet ontbreken om dien wensch ge
heel in vervulling te kunnen doen komen. En
daartoe is dan, als hierboven ad A, E en J
opgemerkt, te overwegen en nader te vermel
den in welke mate behoefte ten deze aan aan
vulling van materieel wordt gevoeld, met
name voor wat betreft ijzeren staven lang
1 M., zwaar 3 K.G.schijvenhalters van 18
30 K.G. en evenwichtsboomen.
Op de vergadering van onderw ijzers in het
district Tiel dezer dagen te Geldermalsen ge
houden, deelde de heer F. G. A. Pantelcoek, oud-
predikans der Hollandsche gemeente te Pe
tersburg, een en ander mede over Russische
toestanden, zooals hij' dié door' een tienjarig
verblijf in Petersburg had leeren kennen.-
Over Rusland en Petersburg heerschen in
het buitenland zeer verkeerde voorstellingen.
Werd in den strengen winter van 1906 niet
in Hollandsche dagbladen beweerd, dat de
beren en wolven in Petersburgs straten rond
doolden, zoekende hun prooi. Stel u dat voor
in een millioenenstad met een drukker verkeer
dan Londen en omgeven door een kring ...van
dichtbevolkte stadjes en dorpen
De schuld daarvan berust in de eerste plaats
bij de toeristen, die na een verblijf van eenige
dagen soms, hun wetenschap luchtenbij de
censuur, die altijd kapt en snoeit en vreemden
laat pliantaseeren, zooals de correspondent van
do „Times" in de revolutiedagen van 1905,
Spr. woonde te midden van het tumult en
mag zich door zijn bemoeiingen in zake zie
kenverpleging volkomen op de hoogte achten.
Genoemde correspondent schreef in zijn blad,
dat hij van uit zijn kamers den opstand had
waargenomen; dat hij bij een tocht door de
stad 2000 lijken had getelddat toen zijn ge
moed zoo vol was, dat hij het tellen had moe
ten laten.
Spr. weet, dat genoemde heer, zoodra ge
vaar dreigde, zijn kamers aan de voorzijde van
het hotel had verwisseld met een paar aan de
achterzijde; dat hij in 9 dagen zijn kamérs
niet verlaten had en dat het aantal slacht
offers 236 was
Voorts dragen de schuld ervan de Russische
schrijvers, die, het moet gezegd worden met
alle waardeer-ing voor hun genie, tendenz-
schrijvers zijn, -die de uiterste tegenstellingen
naar voren brengen en do middenstof niet be
werken.
Een oordeel over die toestanden is niet in
korten tijd te vormen.
Rusland is het land van de grootste tegen
stellingen. Dè Rus, hoe verarmd ook, is niet
vervuild in tegenstelling met de Nederlanders,
voor duizenden van w ie een bad iets onge
kends is. Naast hét allerellendigste dat onze
oogen. nauwelijks gelooven kunnen, zien wij
dingen, waarvan de wedergade niet te vinden
is. Tusseken die uitersten golft het mooie en
leelijte dooreen - 1
ambulance! Dat zijn de goede redders, die
hulp kunnen brengen.
„Hierheen! Hierheen! Om Godswil!"
Daar buigt eene vrouwelijke figuur zich over
hem hee nen houdt aan zijno lippen eene veld-
flesoh. „.Drink, soldaat. Drink."
Hij zwelgt een teug naar binnen, die hem
verwarmend door het lichaam stroomt, en hij
ziet haar aan, die hem het leven binnengiet,
misschien. Bij het schijnsel eener lantaarn on
derscheidt hij, onder de witte muts der Roode-
kruis-zusters, een jeugdig gelaat, meger, van
kuische regelmatigheid, met oogen vol smart
en deernis. Op de borst blinkt een kruis van
zilver.
Eu vastberaden reikt hij haar den brief.
„Lees, zuster! Lees mij voor!"
Maar zij vat het papier niet aarr.
„Wat is dat? Eerst moet uwo wond ver-
boaden worden. Gij verliest al uw bloed."
Hij schudt zijn hoofd, met een afwerende be
weging.
„Waartoe nog? Gij ziet t-ocb dat ik sterf.
Laat mij. Ik ben Paul Allard, uit Chalons,
kapitein bij het dertiende linie-regiment. Maar
lee9 mij dien brief voor om Godswil!"
Hij rochelt reeds. Dus gehoorzaamt de zus
ter. Wat zou hier ook nog te redden vallen?
Het bloedverlies is te groot geweest. Deze man
moet sterven. Bus moge deze laatste bede van
hem nog verhoord worden. Ongetwijfeld ver
wacht hij van den brief nog eene laatste vreug
de een lichtstraal, die hem bij den duisteren
overgang naar«eeno andere wereld zal vergezel
len.
Een schrijven van eene beminde waar
schijnlijk... De zuster laat het schijnsel der
lantaren vallen op het papier. Met snellen blik
overvliegt zij den inhoud on dan blijft zij
even als verstijfd. Want... wat er uit deze rege
len spreekt, dat is geen liefde.
„Lees toch, zuster, lees dan toch kreunt de
stervende en zijne oogen, waaruit reeds het
leven wijkt, bedelen om een weinig teederkeicl.
De zusier zet zich schrap, alsof er eene
slechtheid van haar werd verlangd. Zij zou
hem liever hier laten versmachten, dan hem
de woorden voor te lezen, die hem duizend
maal erger folteren moesten ,dan dorst en pijn.
Want in dezen brief stond het volgendei
Befaamd is de bureaucratie. In allo takken
vap dienst valt u het groote aantal menschen
op. Dat begint bij uw komst in Rusland al bij
het station Wirballcn. Het wemelt er van wit
kielen en ieder draagt slechts één pakje, want
de Rus, vermoeit zich niet gaarne. Minder dan
op smokkelwaar wordt op liet invoeren van
boeken gelet zooals spr. illustreert met het vor-
haal wot hem met Van Maurik's „Indrukken
van een Totok" in zijn rood bandjo over
kwam.
I Aan de koffietafels bij elk tafeltje een
kellner, wat echter nog uict vlugger bediening
dan in Holland beteeken:. In de badhuizen, in
iedere straat voor betalcnden en niet-betalen-
den te vinden voor iederen bezoeker een
badknecht-masseur.
Dö politie beschikt over een heirleger diena
ren, dat elk oogenblik verdubbeld kan worden
en waarvan do grootste helft, de dworniks of
I huisbewaarders, niets kosten. Elk huis telt er
van 6 tot 21, die op het perste signaal de po-
j litie moeten bijspringen.
Op de bureaux legers beambten, die theedrin
ken, sigarettc-h rooken. kaartspelen, maar niet
wérken. De presentielijst wordt soms een dag
voortuit geteekend met medeweten van de hoo-
I gere ambtenaren, die daarvan ook weten te
profiteeren. Ambtenaar te zijn is de liefste
j wensch van den Rus. Dio betrekking geeft
I salaris, rust fooien en Da verloop van eenige
j jaren zeker een ridderorde, waarmede men in
Rusland tegen grove betaling bijzonder
gul is.
Gij komt hot passenbureau binneD. Een wach
ter, die steeds Ni najo (ik weet niet) zegt, zoo
lang gs-uw beurs dicht houdt; die u voor 20 a
30 kopeken een eindje verder wijst; een
ambtenaar, die u na een grootere fooi, een
eindje verder helpt; met den rang van den
ambtenaar stijgt de fooi. Eindelijk zijt ge bij
het loket, waar de ambtenaar u zeer vriendelijk
verzoekt over twee dagen terug te komen en
zich dan verontschuldigt met de vraag:
„Waarom komt u n u zoo laat, nu ik het zoo
druk heb?", maar die u eindelijk na een flinke
fooi helpt. Uw pas kost 5 Rb. Aan fooien is
men het dubbele kwijt.
Een Israëliet kan eerst na drie weken, nadat
zijn heele doen en laten is onderzocht, een
pas krijgen. Een middel om er eerder van iu
het bezit te komen, is, zich in den omtrek van
Petersburg voor 100 Roebel orthodox te laten
doopen.
Alexander III ontdekte; dat een bad zijner
vrouw 100 Rbl. kostte, omdatKatharina II
zich de weelde veroorloofde, zich in champagne
te baden.
In een der keizerlijke tuinen stond in het
jaar 1904 nog een schildwacht, omdatKa
tharina. II bij een ontluikend viooltje daar eens
een soldaat had neergezet, om te zorgen, dat
het niet vertrapt werd.
In Rusland komen de baten van reisbelas-
ting en die op de schouwburgen ten bate van
het Roodo Kruis. Bij het begin van den oorlog
met Japan meende men, dat dit beschikte over
millioenen. Er waren er nog geen twee in
kas. Alles was verdwenen in de zakken van
een echtpaar van vorstelijken bloede, dat als
beschermers van het Roode Kruis optrad. De
soldaten hadden geen schoenen. Maar de Rus
sen, die weten te geven, brachten in een oog
wenk millioenen bijeen.
In 1909 was de prachtige kerk gereed, die
gebouwd was op de plaats, waar Alexander I
gedood werd en die 14,000,000 heeft gekost.
Z© kon niet ingewijd worden5 daar,de houwer
de sleutels niet wilde afgeven, zoolang hij niet
betaald was. Al die millioenen waren grooten-
deels verdwenen in diezelfde zakken.
De Russische Generale Staf kwam na den
Japanschen oorlóg terug met een waggon pre-
ciosa uit dat land. Hoe is dat mogelijk? vra
gen wij ons af.
In de laatste jaren bedroeg het aantal an-
alphabeten onder de recruten nog 85%.
Een volksschool bestaat niet. De priester,
die met idealen bezield is, legt zich aanvanke
lijk er wel op toe kinderen het lezen en schrij
ven te leeren. Maar do omgeving demorali
seert hem. Den goeden niet te na gesproken,
is de priester een drinker of erger; een over
speler. een dobbelaar, die dronken zijn dienst
vervult. Een dezer voorgangers, die beschikt
over een heerlijke basstem, heeft te Peters-
burg een inkomen van. 30,000 a 40,000 Rb.
per jaar.
Het onderwijs der betere standen is goed
geregeld.
Spr. zet daarna breedvoerig het onderwijs
aan de Duitsch-Hollandsche school te Peters-
burg uiteen, om ten slotte de verhouding van
volk en kerk te bespreken.
De Russische kerk is uit een liberaal stre
ven in 1058 geboren. Men wilde den dienst
en den Bijhei in de volkstaal, het oud-Slavisch.
Maar na dien tijd is zij blijven staan. Het
geloofsleven heeft al dien tijd gesluimerd. Nu
verstaat niemand de volkstaal vin toen meer,
alleen de zang blijft zijn heerlijke schoonheid
behouden en zijn wonderdadige uitwerking in
do- hoofddiensten op Zaterdagavond oefe
nen, waaraan zich niemand, zelfs Mengelberg
niet, vermag te onttrekken.
De Rus treft.door zijn eerbied voor de doo-
den. De kerkhoven worden op de feesten druk
bezocht. Bij een kerkelijke begrafenis blijft
zelfs het keizerlijk rijtuig staan.
De leiding der kérk is in handen van de
ambtenaarswereld en deze is ook haar bederf.
Wie niet liooren wil moet voelen en spr.
vreest, dat Rusland hard zal moeten voelen.
Na de revolutie van 1905 viert de reactie
weder hoogtij.
Ruslands volk, vooral Ruslands vrouwen, zijn
een goede toekomst waard.
„Geve God," zoo eindigde spr., „dat zij
zonder te harde slagen kome!"
„Waarde Paul, Deze oorlog duurt te
lang. Uw „vogeltje", zooals gij mij placht te
noemen, kan bij het bulderen van het grof ge
schut niet in het leven blijven. Het heeft zonne
schijn en muziek noodig. Morgen vertrekken
wij naar Spanje, naar Sevilla, waar feesten zijn.
Neem het mjj niet kwalijk. Wij zouden samen
toch nooit gelukkig zijn geweest. Ms gij ooit
van deze afschuwelijke slachterij terugkomt, dan
zult gij zwart zijn van kruitdamp. En ik kan
niets dan witte kleedjes dragen. Dat past dus
niet hij elkaar. En bovendien ben ik veel te
klein, te luchtig ca te dartel voor zoom ern
stig mensch als gij. Eens op een avond, bij een
wals, dacht ik dat ik u lief had. Maar ik ge
loof dat ik mij vergiste. Onze huisvriend, De
Sa-val, heeft ons verzekerd dat bijna allen, die
deze gevechten nog overleven, verminkt zullen
zijn. Dat is afschuwelijk. Ik kan er niet aan
dénken! Het is dus beter, dat wij elkaar
niet weerzien. Zend mij mijn ring terug, en
blijf gelooven aan de vriendschappelijke ge
voelens van uwo Odette d'Estange."
Neen! De zuster wilde dit niet voorlezen.
De kersenloo'ze wreedheid van een lichtzinnig
wezen, dat gruwt van de mogelijkheid dat haar
geliefde verminkt zou kunpen zijn, mocht dezen
stervende niet meer martelen.
Zij buigt zich over hem heen, hopende dat
de dood haar reeds het overbrengen van deze
hartelooze boodschap mocht hebben kwijtge
scholden. Maar daar opent de kapitein weer
zijne oogen.
„Gij leest niet, zuster", murmelt hij. „Waar
om leest gij niet? Ik verlang er naar. Zij
schrijft toch duidelijk genoeg Odétte..."
O ja! maar al te duidelijk! denkt de zuster,
met een medelijden vol bitterheid. En zij richt
zich op. Zij verontschuldigt zich.
,.Acli, kapitein de lantaren brandt zoo
slecht."
En dan, terwijl zij doet alsof zij do vlam
oprakelde, krijgt zij een inval. En zender lan
ger aarzelen besluit zij, wier woord en daad
tot dusver nooit een duimbreed van de waar
heid waren afgeweken, tot liegen.
Neen! Zij zal den brief van dit zotte kind
niet voorlezen. Maar eene andere missive zal
zij voorlezen, die zij ontwerpt in haar eigen
deernisvolle gemoed. Een brief van eene lief
Frederik van Mons-jou, do landweor-suJduat,
wiens productieve' pen ook in „De Soldaten-
courant" reeds menige kolom vuldo, schrijft
in do „Nieuwe Rotterdamscho Courant" over
de heteekenis van het door de Duitschers be
dreigde Riga het volgende:
Riga is eon van Rusland'» grootste havens;
het is do beduidendsto exporthaven van hout
van geheel Europa en voert ook enorm veel
vlas, graan en andere artikelen uit. De haven
is niet, zooals do haren van Libau, den ge-
hoelen winter geopend, doch niettemin slechts
I betrekkelijk korten tijd gesloten, iu elk geval
veel korter dan Pernau cn Kronstadt, van
Archangel niet eens to spreken. Bij het uit
breken vau <ien oorlog lagen do havcnk&den
van Riga vol met allerhande goederen, die
voor export bestemd waren, doch dio sindsdien
niet nucr verladen konden worden. En nu is
liet wel aan te nemen, dat in den laatsten
tijd een groot gedeelte hiervan naar het bin
nenland is gebracht, maar alles lean men toch
niet in veiligheid brengen, vooral omdat
arbeidskrachten thans ui torst- schaarsch zijn.
Het hout, dat een waarde van minstens 10 ii
15 miliioen Roebel heeft, heeft men tot dusver
bijna in zijn geheel laten liggen. Om nu te
verhoeden, dat het in de handen van den
t ijand valt, zal rnen, wanneer mocht blijken,
dat de stad niet langer te houden is, de boel
vermoedelijk in brand steken, want volgens
berichten van in Riga wonende Nederlanders,
waarvan in enkele dagbladen reeds ten dcelo
melding werd gemaakt, hebben do Russen
overal tusschen de houtstapels vaten met
petroleum neergelegd. Doch niettegenstaande
dat alles zullen er met den val van Riga out- I
zaglijko hoeveelheden handelsgoederen in hot
bezit der Duitschers komen. Riga heeft boven
dien een bloeïenJfc' industrie, die den vijand
goed ten stade zal'kunnen komen* ook al wordt
er thans nog zoo veel naar veiliger oorden
weggevoerd (zooals ten minste beweerd wordt).
Men denke slechts aan de beroemde rubber
fabriek „Prowodnik", welker producten ook
te onzent een uitstekende reputatie gonieton.
In weerwil van het feit. dat Riga, dat de
zetel van den gouverneur van Lijfland is en.
evenals de meeste groote havenplaatsen, een
min of meer internationaal tintje heeft, draagt
het een Duitsch cachet. Ruim een derde der
bevolking bestaat uit Duitsch sprekendo
Balten, een ander derde uit Letten en de rest
uit Russen, Lithauers en Polen. Riga hc-eft
door zijn Duitsch-Baltische bevolking ook een
zekeren middenstand, zooals men dien ;n geen
enkele andere stad van het Tsarenrijk kent.
Het heeft een stadsschouwburg, waar uitslui
tend in het Duitsch wordt gespeeld, zoowel
tooneelwerken als opera's. Do prestaties van
dit .kunstinstituut, aan hetwelk o.a. ook
Richard Wagner eenige jaren als kapelmeester
verbonden is geweest, staan ontegenzeggelijk
op een hoog peil. Zelfs in de zittingen van
den Gemeenteraad bediende men zich tot het
uitbreken van den oorlog van de Duitsche
taal. Ook verschijnen er ongeveer zes Duitsche
dagbladen, tegen slechts vier a vijf Lettische
en twee Russische.
De Lettische bevolking bestaat in hoofdzaak
uit arbeiders. Deze lieden staan op een veel
hooger trap van beschaving dan de Russische
arbeiders. Zij lezen en leeren gaarne en zoo
komen uit hun kr-ngen dan ook zeer veel self
made-men voort. Schoon een. haat koesterende
tegen alles wat Russisch is, zijn zij toch ook
het Duitsche element niet hijster goed gezind.
Hun ideaal is een Lettische republiek. De Let
ten zijn hartstochtelijke liefhebbers van het
tooneel. Zij hebben twee eigen schouwburgen,
waarvan er écn door de stad beheerd wordt.
Er worden daar voornamelijk werken uit de
realistische school ten tooneele gebracht, zoo
als van Gerhard Hauptman, Max Halbe,
August Strindbërg, Herman Heyermans en an
deren.
Het Russische deel vaji Riga's bevolking stelt
zich voor het meerendeel uit ambtenaren en
arbeiders samen. Ook zij hebben hun Stads
schouwburg, waar de opvoeringen evenwel niet
den artistieken stempel dragen, die de voor
stellingen in den Duitschen Stadsschouwburg
zoo kenmerken. Maxim Gorki leerde er indertijd
zijn vrouw bennen, die daar als actrice werk
zaam was. Merkwaardig is wel,, da.t het zoo
goed als nooit in het brein van een Duitsch-
Balt of epn Let zal opkomen om dezen schouw
burg eens te bezoeken, evenals ook een Rus
er niet toe zal besluiten hun voorstellingen
bij te wonen. In dit opzicht zijn in Riga de toe
standen nagenoeg dezelfde ais in sommige
plaatsen van Oostenrijk-Hongarije, waar de
bevolking eveneens gemengd is. Vermelding
verdient voorts nog het eenige jaren geleden
gebouwde, zeer fraai? Stedelijke Meseum, waar
ook de Oud-Hollandscli schilderkunst door
Ruysdael, "Wouwerman. Frans Hals e.a. niet al
leen rijkelijk doch ook waardig vertegenwoor
digd is.
Het aantal inwoners van Riga bedraagt om
streeks 400,000, die thans voor het grootste ge
deelte de stad verlaten hebben. Het ligt vcor
do hand, cjat het bijna uitsluitend het Duit
sche clement is, dat achterbleef. Deze achter
blijvers echter zullen den indringer natuurlijk
hartelijk welkom heeten en hem in vele opzich
ten van dienst kunnen zijn. Riga is derhalve
als steunpunt-, voor een mogelijke wintorcam-
pagne van het grootste belang, temeer daar het
van ruime, modem ingerichte kazernes en
ziekenhuizen is voorzien.
Riga ligt aan den rechteroever van de
Duna, welke daar ongeveer dezelfde breedte
heeft als do Maas by Rotterdam. Een ijzeren
spoorbrug alsmede een schipbrug verbinden het
met de voorstad Ha^ensberg en de Mitauesche
hebbende vrouw zal zij den stervenden voor
lezen een schrijven zooals hij het zich had
gedroomd een schrijven, dat hem het af
scheid van dit leven zal vergemakkelijken. Nie
mand zal haar vroom bedrog kunnen verra
den, en de laagheid van een ijdel schepsel zal
de laatste ademtochten van een braaf man niet
vergiftigen.
Dus, schokkend van entroering, improviseert
de liefdezuster een minnebrief
„Paul! mijn lieve Paulwaar ben je nu?
Ik weet 't niet, maar waar je ook wezen moogt,
ik ben bij je. Voor elk gevaar, dat je door
staat, heb ik je zooveel te méér nog lief!
U, als ik de kogels hoor gieren over onze be
legerde stad, dan sidder ik niet voor mijzelf,
maar voor jou, alsof zoo'n kogel je nog tref
fen kon. En dan vouw ik mijne handen, en
het is mij alsof ik door de kracht van mijn
gebed alle gevaren van je kon afwenden. Bij de
ambulance verpleeg ik de gekwetsten, hopende
dat een andere vrouw aan jou dezelfde zorg
besteden zou, als het ncodig wezen mocht. Paul,
moge mijne liefde een pantser voor je zijn, en
mijne gedachten, die altoos bij je zijn, een helm
om je te beschutten! Dat bid ik, dat bid in
elk uur, mijn Paul!"...
Hijgend blijft de lezeresse steken en ziet den
gekwetste 3an. Hij heeft zich half opgericht en
drinkt de woorden in, gelijk een dorstige koel
water. Hij glimlacht zalig, en zijn gelaat, op
geklaard, is als het aangezicht van een her
stellende bij het naderen van de lente....
„Verder... nog méér!" smeekt hij.
Dan met trillende stem, gaat de zuster voort
„Mijn Paul als God mocht willen dat een
kegel je trof, dan zal ik mijn leven lang trotsch
op je zijn, roem op je dragen. Want er is geen
sehoonere dood!... En spoedig zal ik je volgen.
"Want na het geluk van je bruid te zijn ge
weest, zou deze wereld mij niets meer te bieden
hebben my, die leeft en ademt enkel in jou
Gegroet dus, .mijn Paul! Gegroet! Ik ben
de lucht, dio je omgeeft, de mond dieje troost,
de hand die je steunt en heb hart dat je hemint.
Ik druk een kus op je lippen, opdat je leven
zu!t omdat de liefde stc-rker is dan de dood
en omdat ik ie liefheb!"...
De zuster zwijgt. De zware taak is haar licht
geweest, en zoet. ZÜ heeft gesproken zonder
voorstad. Vermoedelijk zal hot van deze zijde
zijn, wanneer de Duitschers cr in slagen Riga
binnen te trekken.
De luchtoorlog in den
veldtocht 1914/15.
Oberleutnant Walter Oertel. oorlogscorres
pondent van het „Deutsche Luftfahror Zeit-
schrift", schrijft aan zijn blad do hjeroudcr
volgende mededeel in gen, waarvan do publicatie
is toegestaan door den chef van den gcneralcq
stof van hot Duitsche veldleger.
Groot hoofdkwartier.
Toon in den zomer van het vorige jaar do oor
log uitbrak, .stond men wat betreft den lucht
oorlog voor een volkomen novum. Van do
ranschen wist men, dat zij ocnigo luchtsche
pen van het half starre systeem bezaten, <lat
zo met den bouw van een luchtschip van het
stijve systeem bezig waren, en dat hun vlieg
kampen beschikten over talrijk© machines en
vele zeer gocdo aviatours. Van dc Engelscho
aviatiek wist men weinig; hot bouwen van
luchtschepen door liet Engelscho leger was
steeds met een fiasco geëindigd. De Ruseen
bezaten een in Duitschlnnd gekochtcn Parsi-
val, een aantal Franscho vliegmachines en
verder de reuzen-oorlogsvüegmaehines systeem
SiJcorski, waarvan men in Rusland veel ophef
maakte.
Duitscbland en zijn bondgenoot Oostonrijk-
Hongarijo konden daartegenover stellen een
groot aantal luchtschepen, vooral Zeppelins en
verschillende andere oorten van bestuurbare
ballons. Wat betreft do vliegmachines, was er
do laatste jaren met grooten ijver gewerkt aaa
dc organisatie van een goed corps a via tours,
zoodat men cok in dit opzicht rustig hot,, tref
fen kon tegemoet zien. Do Oostenrijkscho mili
taire aviateurs waren wel is naar klein iu aan
tal, doch zo waren uitstekend geoefend en had
den bovendien alleen do Russen tegenover zich,
wier aviatiek de kinderschoenen nog niet ont
wassen was.
De Franschen trokken het eerst van leer. Met
groote stoutmoedigheid trokken de Franscho
vliegers het Duitsche binnenland in om door
vernietiging van gewichtige gebouwen do Duit
sche mobilisatie te bemoeilijken. Als oogge
tuige kan ik verklaren, hoe we in do eerste
dagen van den oorlog in Frankfort bijna dage
lijks bezoek kregen van do vijandelijke vlieg
machines. In hoofdzaak hadden do Franschen
het daarbij gemui$ op de Rijnbruggen ca op
bet station te Frankfort, hoewel enkele Fran-
scke vliegers veel dieper in Duitschland door
drongen tot Neurenberg enz. Deze aanvallen
Hepen zonder eenig succes af. deels door de op
lettendheid $er wachters, dio rnet hun vuur oe
vliegers verjoegen, ten deele ook door de slechte
constructie van de meegevoerde bommen, die,
zooals ik zelf gezien heb, sprongen vóór zo
den grond bereikt hadden.
De Russen zonden slechts éénmaal een Bi-
korski-machine diep Pruisen in, een uitstapje,
■dat de reuzenmachine slecht bekwam, want ze
werd naar beneden geschoten. Sedert hebben
de Sikorski-vliegtuigen zich niet meer aan ons
vertoond.
Wij rukten op en Duitsche en Fransche,
Oostenrijksch-Hongaarsche en Russische vlie
gers stieten op elkaar. Iu de eerste plaats
zagen alle partijen zich genoodzaakt hun in-
zichten omtrent de vlieghoogte te veranderen.
Zij moesten tot -2000, ja dikwijls tot 2-500 M.
hoogte stijgen orn eenigennato beschut to zijn
voor het vijandelijke vuur. Bij die vliegers, die
in Servië en voornamelijk op het oorlogstooneel
in Montenegro werkzaam gesteld werden, kwa
men zelfs vlieghoogten van 3000 en 3500 M,
Vbor, een feit dat tot vergrooting der motor-
capacfteit drong.
Do aviateurs gingen bij de gevechten van het
eerste oprukken vóór alles elkaar zorgvuldig
uit den weg. Hoofdzaak was voor beide par
tijen een snelle en betrouwbare verkennjng»
Onze vligerorganisatie voldeed uitmuntend. De
vliegerkampementc-n waren zeer enel opgesla
gen en de benoodigde telefoonleidingen vlug
gelegd. Als werkkamer diende een omnibus,
waarin alls wat voor het maken der aansluitin
gen noodig was, onmiddellijk voor de hand lag.
De keus van terreinen geschikt voor aviatours-
kampen was nic-t eenvoudig, want, behalve
dat ze gelegenheid moesten bieden tot gemak
kelijk opgaan en landen, moesten de tenthan
gars zoo veel mogelijk gedekt zijn voor het ge
zicht van vijandelijke vliegers, om zoov&el doen
lijk te voorsomen, dat deze er bommen op zou
den werpen.
Een hoogst aangename verrassing was het
voor ons te kunnen constateeron, dat de Duit
sche vliegmachines zich, waar het op snelheid
van stijgen aankwam, do meerderen toonden
van die der geallieerden. Onze tegenstanders
staakten in net verder vervolg spoedig hun
afstandsvluchten en beperkten zich vóór alles
tot verkenningen in de naast© omgeving.
Eerst nadat de Zeppelins htm aanwezigheid
zeer onaangenaam lieten bemerken, begonnen
de aanvallen op verafgelegen doelen weer, nu
echter hoofdzakelijk ondernomen door Engel-
schen, welke aanvallen blijkbaar voortkwamen
uit vrees, dat op een mooien dag, of liever
nacht. Londen wei eens met bommen beworpen
zou kunnen worden. Want de Zc-ppelins had
den reeds krachtig meegestreden. In den strijd
om Luik had een Zeppelin duchtig meegewerkt,
zijn bommen brachten vrees en schrik in Ant
werpen en Ostende en toen na inneming dezer
plaatsen de Zeppelins hun vaarten tot Enge
land uitstrekten en met succes Engelscho kust
plaatsen bombardeerden, zagen de Engelschen
duidelijk in, dat, als de Duitschers het wilden
ook Londen long niot veilig voor hen zou zijn.
inspanning. Zij zou zoo hebben kunnen voort
spreken tot het rijzen van den dageraad, om
de vreugde dit stervende aanschijn te zien
opklaren. Naakst hem neergeknield, 6teunt zij
moederlijk zijn hoofd op haren arm.
En hij heeft onbewust zich aangevlijd tegen
den schouder der liefdezuster, «?n ihij voelt
over zijne haren gaan de zachte streeling van
liare vrouwenhand- Hij ziet niet meer het over
hem heengebogen gelaat, noch den mond, die
liefkoozende en sluimeringwekkende woorden
vallen laat. Hij hoort nog slechts de woorden
„Ik ben de lucht, die je omgeeft, de mond die
je troost de hand die je 6teunt en het hart
clat je bemint..."
En de nachtwind strijkt over zijn lichaam...
een arm 6chuift zich onder zijn hals... oude*
zijn oor voelt hij het kloppen van de borst
eener vrouw.
„Odette... kleine Odette...", lispelt hij.
En de liefdezuster zegt geen woord, maakt
gen beweging, die den zaligen waan van den
stervende zou kunnen verstoren.
„Ik druk een kus op je Lippen opdat je leven,
zult"... Die woorden, die liefelijke woorden
hoort hij weer...
„Odette!" fluistert hij nm een
kus!"...
De zuster riddert. Geen preutschheid is er
in haar. Maar de kuische vrouw huivert terug
bij de bioote gedacht© reeds, dat de lippen van
een man de hare zouden aanraken... Hier nu
echter, tegenover den dood, verkrijgen al deze
cüngen een ander aanzien. Hoe nietig wordt
hier deze schroom!... En bovendin. had zij
niet reeds hare lippen bezoedeld door te. spre
ken wat onwaarheid was? Een kus zou ze
niet erger kunnen profaneeren, dan een leugen
alreeds.
En teeder, gedwongen door het laatste ver
langen van den stervende, neigt zij nog dieper
over hem heen en kust hem op de lippen.
Zóó stierf hij.
En bij het zien van den reeds onstoffelyken
glimlach, die daar achterbleef op zijne verstij
vende trekken, voelde c© zuster zich trotsch
op de leugen Ji© zij gesproken en op den kus
dien zij geeïéran had-«n'cwori bermw was ©r
a haaf