iseeÉ troepen. isole li De heteekenis van Riga. XJ'-ES SOUiöATEiN'COURAMT van giondag October 1913 S Wilna, een der grootste steden in West-Paisland is reeds sedert eenige dagen in handen der Duit schers, nadat het maanden was bedreigd. Vooral als een kruispunt van spoorwegen, die naar Petersburg leiden, is de stad veel van belang. Do Russen echter hielden vrij hard nekkig stand in de buurt en 't duurde lang, voordat de Duitschers baar in handen hadden. We geven hierbij een afbeelding van de beroemde Kathedraal of hoofdkerk van Wilna, een Rifbsische kerk, zooals men ziet, vooral aan den koepelvorm der lage torentjes. De kerk is een der sieraden van Wilna. Door den Opperbevelhebber van Land en. Zeemacht, generaal Snijders, ia het vol gende schrijven aan de Autoriteiten, van Land- en Zeemacht gericht: „Ik heb de eer U, Mijne Eeeren, mede te deelen, dat de Minister van Oorlog mij als zijn wensch te kennen heeft gegeven, dat de lichamelijke oefeningen zicli behooren aan te sluiten aan bet programma, bedoeld in artikel 70 der Miütiewet. „Door, óók in het leger dè, overeenkom stig dat programma voor den soldaat ver langde lickaauisontwikk&ling te verbreiden en te propageeren, ware, naar 's Ministers oordeel de door Zijne Excellentie zoo zeer gewenschte eenheid op bet gebied der licbamebjko ontwikkeling te bevorderen. „Ter algeheel© tegemoetkoming aan dat verlangen zal intusschen eenige aanvulling dienen plaats te bebben van bet materieel, te Uwer beschikking gesteld, als gevolg van mijn rondschrijven, d.d. 29 Juni 1.1., O. V. I. No. 26608, Afd. O. O. No. 32. Met bet oog daarop noodig ik U uit, mij vóór 23 October a.s. opgave te verstrekken van betgeen Uwerzijds1 ter bereiking van bet 'beoogde doel alsnog verlang wordt, onder vermelding van bet globaal aantal man schappen, waarop de aanvrage betrekking beeft. Ter nadere toelichting omtrent vorenver- meld programma, en ter vergemakkelijking van do samenstelling der bedoelde opgave moge de als bijlage dezes hierbijgevoegde Nota, dienen. Nofca van toelichting nopens aanslui ting van de lichamelijke oefeningen aan het programma, bedoeld in artikel 70 der Militiewet. Vermeld programma is vervat in het Konink lijk Besluit, dd. 17 Juni 1912, Staatsblad No. 188 (aanschrijving M. v. O., dd. 31 Juli 1912, II afd. No. 528, Ree. Mil. blz. 895). Het omvat d eischen van voorgeoefendheid betref fende A. Staaf oefeningen. B. Vrije oefeningen, C. Loopen. D. Springen. E. Gewichtheffen. E. Steenstooten. G. Werpen. H. Klimmen. I. Optrekoefenïngen. J. Evenwichtsoefeningen. K. Marcheeroefeningcn. L. Spelen. M. Zwemmen. N. Toesteloefeningen. Daarbij zij dan aangeteekend, dat voldoende geoefendheid ten aanzien van de ad. L., M. en N. vermelde oefeningen niet gevorderd worden, maar wel tot aanbeveling strekken. Lichamelijke oefeningen onder goede lei ding gedurende enkele jaren wordt noodig ge oordeeld om aan de bedoelde eischen te kun nen voldoen. Dai voor het doen verwerven van de aldns voor den soldaat verlangde lichaamsontwikko- ling ten aanzion van vele gemobiliseerden be zwaarlijk sprake wezen kan. is intusschen wel duidelijk, maar zulks behoeft het streven in die richting geenszins uit te sluiten. En daartoe hebbe men slechts te handelen Het is avond na den veldslag. De gewonde richt zich een weinig op en ziet om zich heen. De stem van het kanon dreunt nog in de verte, en een rossige gloed staat aan den horizont. De gewonde ziet op zich heen. Overal in het rond ziet hij het veld bezaaid met lichamen van menschen. Paarden dwalen ruiterloos rond, met hangenden kop, de manen fladde rend. in den nachtwind, angstig hinnikend. Hij betast den grond. En zijne handen raken aan iets zachts en warms nog; de opengereten flank van zijn goed paard, zijn trouwen kame raad. Ja, hij herinnert zioh nu alles. Het is avond, na den slag, en hij gaat hier sterven, heel alleen, zonder hulp, ondëï deze maan, die hem zielloos aanblikt. Zwermen zwarte vogels zwieren door de lucht, naderend. Hunne snavels zijn rood van bloed. Zij zullen straks neerstrijken op de lijken dor gesneuvelde soldaten. Hij zwaait met den arm, om de afgrijselijke dieren te verjagen. „Maar ik ben nog geen lijk ik leef nog!" prevelt hij. Hij rukt de knoopen van zijne vochtige uni form open. Door zijne vingers sijpelt eene warme nattigheid: het leven, het schoone leven, dat hij zoo liefheeft, en. dat hem ont vloeit. Ja, hij herinnert zioh alles. Het signaal tot den laatsten aanval werd geblazen. Zijne com pagnie werd vernietigd, zijn paard onder hem neergeschoten. Toen had eeiie granaatscherf hem den rechterarm afgerukt. Hij was ge vallen. De vijandelijke cavalerie rende over hem heen. En nu was het avond geworden. En hier lag hij nu en leefde nog. Kapitein Allard wil hier niet sterven, zoo weerloos en hulpeloos. Vogels niet alleen, maar ooi; menschen zullen op hem neerstrijken, jlykenrooverSi Zij zulleü' bega zijn horloge af overeeukomstig het aangeduide in het vigee- rende voorschrift voor gymnastische oefenin gen, le en 2e deel (vastgesteld bij aanschrij ving van den Minister van Oorlog, dd. 31 October 1912, lie afd. No. 41). 'Li verband met liet vorenstaande moge, tin- nadere toelichting van het rondschrijven, dd. 29 Juni 11., O. V. I., No. 26608, afd. 0. O. No. 32, en. dat, dd. 5 Juni, d.a.v., O. V. I. No. 27227, afd. O. O. No. 44, het navolgende dienen. Bij de vorming van leiders, waarop laatst- vcrmeld schrijven betrekking had, werden van de vorengenoemde oefenimren slechts behan deld, die ad. C., D.. F-, G„ L. en M. ver meld, wat evenwel uit den aard, geenszins er op wijst, dat de overige oefeningen niet ge houden zouden behoeven te worden. Beperking ten deze was geboden wegens den korten voor do vorming beschikbaren tijd. Bij de keuze der in behandeling te nemen oefeningen het mén zicli leiden door do over weging allereerst aandacht te schenken aan die, waarvan onder de.huidige omstandigheden met reden te verwachten is, dat ze liet meest gereedelijk ingang zullen vinden bij den troep. Dit wel te gemakkelijker, omdat de eischen, waaraan, volgens de Algemeene Bepalingen van het le deel van genoemd Voorschrift,, officieren en kader moeten, voldoen, ten aan zien van do ad A. tot en met M. genoemde oefeningen nog den meesten waarborg schen ken de niet behandelde oefeningen te kunnen doen boude, zonder de leiders eene nadere, bijzondere vorming deelachtig te doen worden. Do ad N. vermelde oefeningen werden vooral buiten beschouwing gelaten, omdat op een algemeeneu schaal doen houden van die oefe ningen tot eene to aanzienlijke uitgave leiden zou, voor aanschaffing van de alsdan met het oog op de groote troepensterkte, benoodigde toestellen. Terwijl, ails gevolg van het rondschrijven, d.d. 29 Juni 11., O. V. I. No. 26608, Afd. O.O. ,No. 32, de verstrekking plaats had van mate rieel, voor zoover zulks alsnog noodig bleek, ten behoeve van- voornoemde oefeningen, bleef die, betreffende staven, halters en evenwichts- boomen achterwege. En dit wel omdat er van werd uitgegaan, dat voor de ad. A. E. en J. genoemde oefeningen minder gelegenheid te vindon zal zijn die te doen houden bij het schen ken van de voorkeur aan de anders meer aan trekkelijke, meer sportieve oefeningen èn dat tot het staaf werpen zelf nog wel in 't algemeen niet zoo spoedig zal worden overgegaan. Intusschen ware, voor zoover noodig, than6 nadere aanvulling van materieel in overweging te nemen. Te dien aanzien mogen enkele opmerkingen hier nog plaats vinden. Ad. A. Staa foef eningen. Deze oefeningen zijn in den geest van die, genoemd in vermeld voorschrift, onder de Ge weer (Karabijn) oefeningen. Voor sommige is echter het geweer (de karabijn) M. 95, ter ver mijding van beschadiging, niet te bezigen, en worden dan cok schermgeweren gebruikt. Voor zoover deze niet in voldoend dantal, in verband met de huidige groote troepensterkte, beschik baar mochten zijn, zal in de nadere behoefte door ijzeren staven, lang 1 M., zwaar 3 KG., zijn te voorzien. Ad. D. Springen- In het programma worden sprongen aange geven met een staaf in een der banden. In het voornoemde Voorsehrift wordt gesproken van een geweer of staaf in een der beide han den. Aanschaffing van staven voor deze oefe ningen is alzoo onncodig. Ad. E. Gewichtheffen. Om zich voor te bereiden, tot het voldoen aan den ten dezen gestelden eisch een staaf of halter van 30 KG. te-kunnen drukken, zou voor oefening beschikt moeten worden over schij- vènkalters, vermeld in voornoemd Voorschrift, le deel, ad. „Oefeningen in 't gewichtheffen", blz. 51. Wel kan men bij gemis van zulk een halter zich trachten te behelpen, met het hef fen van een stok door 2 man, in het midden waarvan een derde mét gebogen armen hangt. nemen, en den ring die schittert aan zijn 'vinger: den ring van Odette! „Neen, neen! Dat niet! Help! Hier heen!" schreeuwt hij, en hij rukt een handvol gras uit, om zijne wonde er mee te stoppen. Odette!.... Hoe ziet hij haar vóór zicli, zijn bruidje, zooals hij haar had gezien op dien avond, toen zij onder bittere tranen afscheid van hem nam. Onder zijne hand ritselt een papier. Hij be tast hot en eene liefelijke gedachte brengt hem troost. Want dit papier is een brief, een brief van Odette, de laatste, dien hij van haar ontving. Hij had hem gekregen in het morgenuur, toen het uitrukken tot den aanval reeds werd geblazen, en dus had hij hem nog niet kunnen lezen. Maar gelukkig in het bezit er van, had hij hem geborgen op zijn borst, als een amulet die hem in heb gevecht zou behoeden en be moedigen. En de kogels hadden dit kleine papier gespaard. De granaatscherf zelfs, die hem neerwierp, had heb onverininkt gelaten. Nu wilde hij lezen, nu er nog tijd to,e was. Hij meende dat hare liefdewoorden''zijn harte- bloed zou stelpen of het sterven hem ver- zooten zouden. Met de tanden scheurt hij het couvert open. Met de overgeblevene hand ontvouwt hij het briefje, dab doortrokken is van een fijnen geur van heliotroop geur van zoete maagdelijk heid, van belofte, van geluk. Maar hij. kan niets lezen. Het is te donker. Wat te doen? Een lichtje, een vlammetje hij kan het niet maken. Hij kruipt op de knieën naar den naastbij- liggenden gekwetste, die kreunt. „Hó, kameraad kan je ook vuur maken, kameraad De nian verstaat hem niet. Een vreemd woord komt er over de verdroogde lippen: MütterleEn kapitein Allard zinkt naast hem op den grond, uitgeput. „Mijn God! mijn God! iaat mij hier niet sterven als een kind! Help toch! Hier heen! Hierheen!" Daar nadert over het bloedige veld iets als een paar dwaallichtjes. En stemmen, trillend van leven, roepen elkander toe. De gewond© slaakt een kreet.. Dat is de Maar uit den aard kan zulk ec-n oefening niet anders dan gebrekkig heeto-n. Nagegaan zal daarom dienen te worden, in welke -mate fichij- vonhalters zullen zijn to verstrekken, om deze oefening tot haar rec-ht te doen komen. Ad. G~ Werpen. Verstrekt worden voor werpoefeningenspe ren, discussen en hamers (slingerkogels) zoo mede oel'enhandgranutcn. iJo eisch echter van hot programma !>etreft het werpen van een ijzeren staaf van 3 KG. tegen eon doel. Do oefening voor het staafwerpen geschiedt aan vankelijk zonder 6taaf, terwijl alvorens tegen een doei wordt gc-worpen. her. verwerpen wordt beoefend. Voor den lichamelijk daartoe niet genoegzaam ontwikkelden soldaat is dio over gang, id. die van de oefening zonder staaf op die met een staaf van 3 KG. intusschen wel wat sterk. Ontmoediging treedt dan ook veelal bij hem in, wegens do geringo vordering die hij maakt. En clir, geldt dan nog te meer, naar mate zijn leeftijd hooger is. Daarom komen dan ook werpoefeningen met speer, discus en hamer, voor eon meer geleide lijken overgang tot het staafwerpen als voor oefeningen voorzeker in aanmerking. Door het doen houden van deze oefeningen, waaraan men bovendien 'zich gaarne wijdt, aantrekke lijk als ze zijn, zal dan cok eerder worden be reikt, dat do vereischte geoefendheid in het staafwerpen, zelf wordt verkregen, dan wan neer zonder die voorbereiding, daartoe al da delijk mocht worden overgegaan. Over staven zal in voldoende mate beschikt kunnen worden ten behoeve van het staaf werpen, wanneer voor de Ad. A genoemde staaf oef eningen in do behoef to wordt voorzien. Conclusie. De wensch van den Minister van Oorlog, dat de lichamelijke oefeningen zich behooren aan te sluiten aan hot programma, bedoeld in art. 70 der Militieweb, werd, gelijk in het vorenaangevoerde blijkt, als zoodanig nog niet geformuleerd, maar toch gaan de oefeningen, waarop men dezerzijds het oog had, alreeds in gelijke richting en kunnen die leiden tot het bereiken van het bij dat programma ge- eischte. Overigens wordt, handelend overeen komstig het in voornoemd Voorschrift voor de gymnastische oefeningen aangeduide, onge twijfeld die aansluiting nagestreefd. Al -zullen, uit gebrek aan gelegenheid en tijd, niet -alle oefeningen, bij dat programma vermeld, immer gelijkelijk tot hun reent kun nen komen, zoo mogen töch, nu de Minister van Oorlog zoo in het bijzonder de aandacht vestigt op aansluiting van do lichamelijke oefeningen aan dat programma, althans de jniddelen niet ontbreken om dien wensch ge heel in vervulling te kunnen doen komen. En daartoe is dan, als hierboven ad A, E en J opgemerkt, te overwegen en nader te vermel den in welke mate behoefte ten deze aan aan vulling van materieel wordt gevoeld, met name voor wat betreft ijzeren staven lang 1 M., zwaar 3 K.G.schijvenhalters van 18 30 K.G. en evenwichtsboomen. Op de vergadering van onderw ijzers in het district Tiel dezer dagen te Geldermalsen ge houden, deelde de heer F. G. A. Pantelcoek, oud- predikans der Hollandsche gemeente te Pe tersburg, een en ander mede over Russische toestanden, zooals hij' dié door' een tienjarig verblijf in Petersburg had leeren kennen.- Over Rusland en Petersburg heerschen in het buitenland zeer verkeerde voorstellingen. Werd in den strengen winter van 1906 niet in Hollandsche dagbladen beweerd, dat de beren en wolven in Petersburgs straten rond doolden, zoekende hun prooi. Stel u dat voor in een millioenenstad met een drukker verkeer dan Londen en omgeven door een kring ...van dichtbevolkte stadjes en dorpen De schuld daarvan berust in de eerste plaats bij de toeristen, die na een verblijf van eenige dagen soms, hun wetenschap luchtenbij de censuur, die altijd kapt en snoeit en vreemden laat pliantaseeren, zooals de correspondent van do „Times" in de revolutiedagen van 1905, Spr. woonde te midden van het tumult en mag zich door zijn bemoeiingen in zake zie kenverpleging volkomen op de hoogte achten. Genoemde correspondent schreef in zijn blad, dat hij van uit zijn kamers den opstand had waargenomen; dat hij bij een tocht door de stad 2000 lijken had getelddat toen zijn ge moed zoo vol was, dat hij het tellen had moe ten laten. Spr. weet, dat genoemde heer, zoodra ge vaar dreigde, zijn kamers aan de voorzijde van het hotel had verwisseld met een paar aan de achterzijde; dat hij in 9 dagen zijn kamérs niet verlaten had en dat het aantal slacht offers 236 was Voorts dragen de schuld ervan de Russische schrijvers, die, het moet gezegd worden met alle waardeer-ing voor hun genie, tendenz- schrijvers zijn, -die de uiterste tegenstellingen naar voren brengen en do middenstof niet be werken. Een oordeel over die toestanden is niet in korten tijd te vormen. Rusland is het land van de grootste tegen stellingen. Dè Rus, hoe verarmd ook, is niet vervuild in tegenstelling met de Nederlanders, voor duizenden van w ie een bad iets onge kends is. Naast hét allerellendigste dat onze oogen. nauwelijks gelooven kunnen, zien wij dingen, waarvan de wedergade niet te vinden is. Tusseken die uitersten golft het mooie en leelijte dooreen - 1 ambulance! Dat zijn de goede redders, die hulp kunnen brengen. „Hierheen! Hierheen! Om Godswil!" Daar buigt eene vrouwelijke figuur zich over hem hee nen houdt aan zijno lippen eene veld- flesoh. „.Drink, soldaat. Drink." Hij zwelgt een teug naar binnen, die hem verwarmend door het lichaam stroomt, en hij ziet haar aan, die hem het leven binnengiet, misschien. Bij het schijnsel eener lantaarn on derscheidt hij, onder de witte muts der Roode- kruis-zusters, een jeugdig gelaat, meger, van kuische regelmatigheid, met oogen vol smart en deernis. Op de borst blinkt een kruis van zilver. Eu vastberaden reikt hij haar den brief. „Lees, zuster! Lees mij voor!" Maar zij vat het papier niet aarr. „Wat is dat? Eerst moet uwo wond ver- boaden worden. Gij verliest al uw bloed." Hij schudt zijn hoofd, met een afwerende be weging. „Waartoe nog? Gij ziet t-ocb dat ik sterf. Laat mij. Ik ben Paul Allard, uit Chalons, kapitein bij het dertiende linie-regiment. Maar lee9 mij dien brief voor om Godswil!" Hij rochelt reeds. Dus gehoorzaamt de zus ter. Wat zou hier ook nog te redden vallen? Het bloedverlies is te groot geweest. Deze man moet sterven. Bus moge deze laatste bede van hem nog verhoord worden. Ongetwijfeld ver wacht hij van den brief nog eene laatste vreug de een lichtstraal, die hem bij den duisteren overgang naar«eeno andere wereld zal vergezel len. Een schrijven van eene beminde waar schijnlijk... De zuster laat het schijnsel der lantaren vallen op het papier. Met snellen blik overvliegt zij den inhoud on dan blijft zij even als verstijfd. Want... wat er uit deze rege len spreekt, dat is geen liefde. „Lees toch, zuster, lees dan toch kreunt de stervende en zijne oogen, waaruit reeds het leven wijkt, bedelen om een weinig teederkeicl. De zusier zet zich schrap, alsof er eene slechtheid van haar werd verlangd. Zij zou hem liever hier laten versmachten, dan hem de woorden voor te lezen, die hem duizend maal erger folteren moesten ,dan dorst en pijn. Want in dezen brief stond het volgendei Befaamd is de bureaucratie. In allo takken vap dienst valt u het groote aantal menschen op. Dat begint bij uw komst in Rusland al bij het station Wirballcn. Het wemelt er van wit kielen en ieder draagt slechts één pakje, want de Rus, vermoeit zich niet gaarne. Minder dan op smokkelwaar wordt op liet invoeren van boeken gelet zooals spr. illustreert met het vor- haal wot hem met Van Maurik's „Indrukken van een Totok" in zijn rood bandjo over kwam. I Aan de koffietafels bij elk tafeltje een kellner, wat echter nog uict vlugger bediening dan in Holland beteeken:. In de badhuizen, in iedere straat voor betalcnden en niet-betalen- den te vinden voor iederen bezoeker een badknecht-masseur. Dö politie beschikt over een heirleger diena ren, dat elk oogenblik verdubbeld kan worden en waarvan do grootste helft, de dworniks of I huisbewaarders, niets kosten. Elk huis telt er van 6 tot 21, die op het perste signaal de po- j litie moeten bijspringen. Op de bureaux legers beambten, die theedrin ken, sigarettc-h rooken. kaartspelen, maar niet wérken. De presentielijst wordt soms een dag voortuit geteekend met medeweten van de hoo- I gere ambtenaren, die daarvan ook weten te profiteeren. Ambtenaar te zijn is de liefste j wensch van den Rus. Dio betrekking geeft I salaris, rust fooien en Da verloop van eenige j jaren zeker een ridderorde, waarmede men in Rusland tegen grove betaling bijzonder gul is. Gij komt hot passenbureau binneD. Een wach ter, die steeds Ni najo (ik weet niet) zegt, zoo lang gs-uw beurs dicht houdt; die u voor 20 a 30 kopeken een eindje verder wijst; een ambtenaar, die u na een grootere fooi, een eindje verder helpt; met den rang van den ambtenaar stijgt de fooi. Eindelijk zijt ge bij het loket, waar de ambtenaar u zeer vriendelijk verzoekt over twee dagen terug te komen en zich dan verontschuldigt met de vraag: „Waarom komt u n u zoo laat, nu ik het zoo druk heb?", maar die u eindelijk na een flinke fooi helpt. Uw pas kost 5 Rb. Aan fooien is men het dubbele kwijt. Een Israëliet kan eerst na drie weken, nadat zijn heele doen en laten is onderzocht, een pas krijgen. Een middel om er eerder van iu het bezit te komen, is, zich in den omtrek van Petersburg voor 100 Roebel orthodox te laten doopen. Alexander III ontdekte; dat een bad zijner vrouw 100 Rbl. kostte, omdatKatharina II zich de weelde veroorloofde, zich in champagne te baden. In een der keizerlijke tuinen stond in het jaar 1904 nog een schildwacht, omdatKa tharina. II bij een ontluikend viooltje daar eens een soldaat had neergezet, om te zorgen, dat het niet vertrapt werd. In Rusland komen de baten van reisbelas- ting en die op de schouwburgen ten bate van het Roodo Kruis. Bij het begin van den oorlog met Japan meende men, dat dit beschikte over millioenen. Er waren er nog geen twee in kas. Alles was verdwenen in de zakken van een echtpaar van vorstelijken bloede, dat als beschermers van het Roode Kruis optrad. De soldaten hadden geen schoenen. Maar de Rus sen, die weten te geven, brachten in een oog wenk millioenen bijeen. In 1909 was de prachtige kerk gereed, die gebouwd was op de plaats, waar Alexander I gedood werd en die 14,000,000 heeft gekost. Z© kon niet ingewijd worden5 daar,de houwer de sleutels niet wilde afgeven, zoolang hij niet betaald was. Al die millioenen waren grooten- deels verdwenen in diezelfde zakken. De Russische Generale Staf kwam na den Japanschen oorlóg terug met een waggon pre- ciosa uit dat land. Hoe is dat mogelijk? vra gen wij ons af. In de laatste jaren bedroeg het aantal an- alphabeten onder de recruten nog 85%. Een volksschool bestaat niet. De priester, die met idealen bezield is, legt zich aanvanke lijk er wel op toe kinderen het lezen en schrij ven te leeren. Maar do omgeving demorali seert hem. Den goeden niet te na gesproken, is de priester een drinker of erger; een over speler. een dobbelaar, die dronken zijn dienst vervult. Een dezer voorgangers, die beschikt over een heerlijke basstem, heeft te Peters- burg een inkomen van. 30,000 a 40,000 Rb. per jaar. Het onderwijs der betere standen is goed geregeld. Spr. zet daarna breedvoerig het onderwijs aan de Duitsch-Hollandsche school te Peters- burg uiteen, om ten slotte de verhouding van volk en kerk te bespreken. De Russische kerk is uit een liberaal stre ven in 1058 geboren. Men wilde den dienst en den Bijhei in de volkstaal, het oud-Slavisch. Maar na dien tijd is zij blijven staan. Het geloofsleven heeft al dien tijd gesluimerd. Nu verstaat niemand de volkstaal vin toen meer, alleen de zang blijft zijn heerlijke schoonheid behouden en zijn wonderdadige uitwerking in do- hoofddiensten op Zaterdagavond oefe nen, waaraan zich niemand, zelfs Mengelberg niet, vermag te onttrekken. De Rus treft.door zijn eerbied voor de doo- den. De kerkhoven worden op de feesten druk bezocht. Bij een kerkelijke begrafenis blijft zelfs het keizerlijk rijtuig staan. De leiding der kérk is in handen van de ambtenaarswereld en deze is ook haar bederf. Wie niet liooren wil moet voelen en spr. vreest, dat Rusland hard zal moeten voelen. Na de revolutie van 1905 viert de reactie weder hoogtij. Ruslands volk, vooral Ruslands vrouwen, zijn een goede toekomst waard. „Geve God," zoo eindigde spr., „dat zij zonder te harde slagen kome!" „Waarde Paul, Deze oorlog duurt te lang. Uw „vogeltje", zooals gij mij placht te noemen, kan bij het bulderen van het grof ge schut niet in het leven blijven. Het heeft zonne schijn en muziek noodig. Morgen vertrekken wij naar Spanje, naar Sevilla, waar feesten zijn. Neem het mjj niet kwalijk. Wij zouden samen toch nooit gelukkig zijn geweest. Ms gij ooit van deze afschuwelijke slachterij terugkomt, dan zult gij zwart zijn van kruitdamp. En ik kan niets dan witte kleedjes dragen. Dat past dus niet hij elkaar. En bovendien ben ik veel te klein, te luchtig ca te dartel voor zoom ern stig mensch als gij. Eens op een avond, bij een wals, dacht ik dat ik u lief had. Maar ik ge loof dat ik mij vergiste. Onze huisvriend, De Sa-val, heeft ons verzekerd dat bijna allen, die deze gevechten nog overleven, verminkt zullen zijn. Dat is afschuwelijk. Ik kan er niet aan dénken! Het is dus beter, dat wij elkaar niet weerzien. Zend mij mijn ring terug, en blijf gelooven aan de vriendschappelijke ge voelens van uwo Odette d'Estange." Neen! De zuster wilde dit niet voorlezen. De kersenloo'ze wreedheid van een lichtzinnig wezen, dat gruwt van de mogelijkheid dat haar geliefde verminkt zou kunpen zijn, mocht dezen stervende niet meer martelen. Zij buigt zich over hem heen, hopende dat de dood haar reeds het overbrengen van deze hartelooze boodschap mocht hebben kwijtge scholden. Maar daar opent de kapitein weer zijne oogen. „Gij leest niet, zuster", murmelt hij. „Waar om leest gij niet? Ik verlang er naar. Zij schrijft toch duidelijk genoeg Odétte..." O ja! maar al te duidelijk! denkt de zuster, met een medelijden vol bitterheid. En zij richt zich op. Zij verontschuldigt zich. ,.Acli, kapitein de lantaren brandt zoo slecht." En dan, terwijl zij doet alsof zij do vlam oprakelde, krijgt zij een inval. En zender lan ger aarzelen besluit zij, wier woord en daad tot dusver nooit een duimbreed van de waar heid waren afgeweken, tot liegen. Neen! Zij zal den brief van dit zotte kind niet voorlezen. Maar eene andere missive zal zij voorlezen, die zij ontwerpt in haar eigen deernisvolle gemoed. Een brief van eene lief Frederik van Mons-jou, do landweor-suJduat, wiens productieve' pen ook in „De Soldaten- courant" reeds menige kolom vuldo, schrijft in do „Nieuwe Rotterdamscho Courant" over de heteekenis van het door de Duitschers be dreigde Riga het volgende: Riga is eon van Rusland'» grootste havens; het is do beduidendsto exporthaven van hout van geheel Europa en voert ook enorm veel vlas, graan en andere artikelen uit. De haven is niet, zooals do haren van Libau, den ge- hoelen winter geopend, doch niettemin slechts I betrekkelijk korten tijd gesloten, iu elk geval veel korter dan Pernau cn Kronstadt, van Archangel niet eens to spreken. Bij het uit breken vau <ien oorlog lagen do havcnk&den van Riga vol met allerhande goederen, die voor export bestemd waren, doch dio sindsdien niet nucr verladen konden worden. En nu is liet wel aan te nemen, dat in den laatsten tijd een groot gedeelte hiervan naar het bin nenland is gebracht, maar alles lean men toch niet in veiligheid brengen, vooral omdat arbeidskrachten thans ui torst- schaarsch zijn. Het hout, dat een waarde van minstens 10 ii 15 miliioen Roebel heeft, heeft men tot dusver bijna in zijn geheel laten liggen. Om nu te verhoeden, dat het in de handen van den t ijand valt, zal rnen, wanneer mocht blijken, dat de stad niet langer te houden is, de boel vermoedelijk in brand steken, want volgens berichten van in Riga wonende Nederlanders, waarvan in enkele dagbladen reeds ten dcelo melding werd gemaakt, hebben do Russen overal tusschen de houtstapels vaten met petroleum neergelegd. Doch niettegenstaande dat alles zullen er met den val van Riga out- I zaglijko hoeveelheden handelsgoederen in hot bezit der Duitschers komen. Riga heeft boven dien een bloeïenJfc' industrie, die den vijand goed ten stade zal'kunnen komen* ook al wordt er thans nog zoo veel naar veiliger oorden weggevoerd (zooals ten minste beweerd wordt). Men denke slechts aan de beroemde rubber fabriek „Prowodnik", welker producten ook te onzent een uitstekende reputatie gonieton. In weerwil van het feit. dat Riga, dat de zetel van den gouverneur van Lijfland is en. evenals de meeste groote havenplaatsen, een min of meer internationaal tintje heeft, draagt het een Duitsch cachet. Ruim een derde der bevolking bestaat uit Duitsch sprekendo Balten, een ander derde uit Letten en de rest uit Russen, Lithauers en Polen. Riga hc-eft door zijn Duitsch-Baltische bevolking ook een zekeren middenstand, zooals men dien ;n geen enkele andere stad van het Tsarenrijk kent. Het heeft een stadsschouwburg, waar uitslui tend in het Duitsch wordt gespeeld, zoowel tooneelwerken als opera's. Do prestaties van dit .kunstinstituut, aan hetwelk o.a. ook Richard Wagner eenige jaren als kapelmeester verbonden is geweest, staan ontegenzeggelijk op een hoog peil. Zelfs in de zittingen van den Gemeenteraad bediende men zich tot het uitbreken van den oorlog van de Duitsche taal. Ook verschijnen er ongeveer zes Duitsche dagbladen, tegen slechts vier a vijf Lettische en twee Russische. De Lettische bevolking bestaat in hoofdzaak uit arbeiders. Deze lieden staan op een veel hooger trap van beschaving dan de Russische arbeiders. Zij lezen en leeren gaarne en zoo komen uit hun kr-ngen dan ook zeer veel self made-men voort. Schoon een. haat koesterende tegen alles wat Russisch is, zijn zij toch ook het Duitsche element niet hijster goed gezind. Hun ideaal is een Lettische republiek. De Let ten zijn hartstochtelijke liefhebbers van het tooneel. Zij hebben twee eigen schouwburgen, waarvan er écn door de stad beheerd wordt. Er worden daar voornamelijk werken uit de realistische school ten tooneele gebracht, zoo als van Gerhard Hauptman, Max Halbe, August Strindbërg, Herman Heyermans en an deren. Het Russische deel vaji Riga's bevolking stelt zich voor het meerendeel uit ambtenaren en arbeiders samen. Ook zij hebben hun Stads schouwburg, waar de opvoeringen evenwel niet den artistieken stempel dragen, die de voor stellingen in den Duitschen Stadsschouwburg zoo kenmerken. Maxim Gorki leerde er indertijd zijn vrouw bennen, die daar als actrice werk zaam was. Merkwaardig is wel,, da.t het zoo goed als nooit in het brein van een Duitsch- Balt of epn Let zal opkomen om dezen schouw burg eens te bezoeken, evenals ook een Rus er niet toe zal besluiten hun voorstellingen bij te wonen. In dit opzicht zijn in Riga de toe standen nagenoeg dezelfde ais in sommige plaatsen van Oostenrijk-Hongarije, waar de bevolking eveneens gemengd is. Vermelding verdient voorts nog het eenige jaren geleden gebouwde, zeer fraai? Stedelijke Meseum, waar ook de Oud-Hollandscli schilderkunst door Ruysdael, "Wouwerman. Frans Hals e.a. niet al leen rijkelijk doch ook waardig vertegenwoor digd is. Het aantal inwoners van Riga bedraagt om streeks 400,000, die thans voor het grootste ge deelte de stad verlaten hebben. Het ligt vcor do hand, cjat het bijna uitsluitend het Duit sche clement is, dat achterbleef. Deze achter blijvers echter zullen den indringer natuurlijk hartelijk welkom heeten en hem in vele opzich ten van dienst kunnen zijn. Riga is derhalve als steunpunt-, voor een mogelijke wintorcam- pagne van het grootste belang, temeer daar het van ruime, modem ingerichte kazernes en ziekenhuizen is voorzien. Riga ligt aan den rechteroever van de Duna, welke daar ongeveer dezelfde breedte heeft als do Maas by Rotterdam. Een ijzeren spoorbrug alsmede een schipbrug verbinden het met de voorstad Ha^ensberg en de Mitauesche hebbende vrouw zal zij den stervenden voor lezen een schrijven zooals hij het zich had gedroomd een schrijven, dat hem het af scheid van dit leven zal vergemakkelijken. Nie mand zal haar vroom bedrog kunnen verra den, en de laagheid van een ijdel schepsel zal de laatste ademtochten van een braaf man niet vergiftigen. Dus, schokkend van entroering, improviseert de liefdezuster een minnebrief „Paul! mijn lieve Paulwaar ben je nu? Ik weet 't niet, maar waar je ook wezen moogt, ik ben bij je. Voor elk gevaar, dat je door staat, heb ik je zooveel te méér nog lief! U, als ik de kogels hoor gieren over onze be legerde stad, dan sidder ik niet voor mijzelf, maar voor jou, alsof zoo'n kogel je nog tref fen kon. En dan vouw ik mijne handen, en het is mij alsof ik door de kracht van mijn gebed alle gevaren van je kon afwenden. Bij de ambulance verpleeg ik de gekwetsten, hopende dat een andere vrouw aan jou dezelfde zorg besteden zou, als het ncodig wezen mocht. Paul, moge mijne liefde een pantser voor je zijn, en mijne gedachten, die altoos bij je zijn, een helm om je te beschutten! Dat bid ik, dat bid in elk uur, mijn Paul!"... Hijgend blijft de lezeresse steken en ziet den gekwetste 3an. Hij heeft zich half opgericht en drinkt de woorden in, gelijk een dorstige koel water. Hij glimlacht zalig, en zijn gelaat, op geklaard, is als het aangezicht van een her stellende bij het naderen van de lente.... „Verder... nog méér!" smeekt hij. Dan met trillende stem, gaat de zuster voort „Mijn Paul als God mocht willen dat een kegel je trof, dan zal ik mijn leven lang trotsch op je zijn, roem op je dragen. Want er is geen sehoonere dood!... En spoedig zal ik je volgen. "Want na het geluk van je bruid te zijn ge weest, zou deze wereld mij niets meer te bieden hebben my, die leeft en ademt enkel in jou Gegroet dus, .mijn Paul! Gegroet! Ik ben de lucht, dio je omgeeft, de mond dieje troost, de hand die je steunt en heb hart dat je hemint. Ik druk een kus op je lippen, opdat je leven zu!t omdat de liefde stc-rker is dan de dood en omdat ik ie liefheb!"... De zuster zwijgt. De zware taak is haar licht geweest, en zoet. ZÜ heeft gesproken zonder voorstad. Vermoedelijk zal hot van deze zijde zijn, wanneer de Duitschers cr in slagen Riga binnen te trekken. De luchtoorlog in den veldtocht 1914/15. Oberleutnant Walter Oertel. oorlogscorres pondent van het „Deutsche Luftfahror Zeit- schrift", schrijft aan zijn blad do hjeroudcr volgende mededeel in gen, waarvan do publicatie is toegestaan door den chef van den gcneralcq stof van hot Duitsche veldleger. Groot hoofdkwartier. Toon in den zomer van het vorige jaar do oor log uitbrak, .stond men wat betreft den lucht oorlog voor een volkomen novum. Van do ranschen wist men, dat zij ocnigo luchtsche pen van het half starre systeem bezaten, <lat zo met den bouw van een luchtschip van het stijve systeem bezig waren, en dat hun vlieg kampen beschikten over talrijk© machines en vele zeer gocdo aviatours. Van dc Engelscho aviatiek wist men weinig; hot bouwen van luchtschepen door liet Engelscho leger was steeds met een fiasco geëindigd. De Ruseen bezaten een in Duitschlnnd gekochtcn Parsi- val, een aantal Franscho vliegmachines en verder de reuzen-oorlogsvüegmaehines systeem SiJcorski, waarvan men in Rusland veel ophef maakte. Duitscbland en zijn bondgenoot Oostonrijk- Hongarijo konden daartegenover stellen een groot aantal luchtschepen, vooral Zeppelins en verschillende andere oorten van bestuurbare ballons. Wat betreft do vliegmachines, was er do laatste jaren met grooten ijver gewerkt aaa dc organisatie van een goed corps a via tours, zoodat men cok in dit opzicht rustig hot,, tref fen kon tegemoet zien. Do Oostenrijkscho mili taire aviateurs waren wel is naar klein iu aan tal, doch zo waren uitstekend geoefend en had den bovendien alleen do Russen tegenover zich, wier aviatiek de kinderschoenen nog niet ont wassen was. De Franschen trokken het eerst van leer. Met groote stoutmoedigheid trokken de Franscho vliegers het Duitsche binnenland in om door vernietiging van gewichtige gebouwen do Duit sche mobilisatie te bemoeilijken. Als oogge tuige kan ik verklaren, hoe we in do eerste dagen van den oorlog in Frankfort bijna dage lijks bezoek kregen van do vijandelijke vlieg machines. In hoofdzaak hadden do Franschen het daarbij gemui$ op de Rijnbruggen ca op bet station te Frankfort, hoewel enkele Fran- scke vliegers veel dieper in Duitschland door drongen tot Neurenberg enz. Deze aanvallen Hepen zonder eenig succes af. deels door de op lettendheid $er wachters, dio rnet hun vuur oe vliegers verjoegen, ten deele ook door de slechte constructie van de meegevoerde bommen, die, zooals ik zelf gezien heb, sprongen vóór zo den grond bereikt hadden. De Russen zonden slechts éénmaal een Bi- korski-machine diep Pruisen in, een uitstapje, ■dat de reuzenmachine slecht bekwam, want ze werd naar beneden geschoten. Sedert hebben de Sikorski-vliegtuigen zich niet meer aan ons vertoond. Wij rukten op en Duitsche en Fransche, Oostenrijksch-Hongaarsche en Russische vlie gers stieten op elkaar. Iu de eerste plaats zagen alle partijen zich genoodzaakt hun in- zichten omtrent de vlieghoogte te veranderen. Zij moesten tot -2000, ja dikwijls tot 2-500 M. hoogte stijgen orn eenigennato beschut to zijn voor het vijandelijke vuur. Bij die vliegers, die in Servië en voornamelijk op het oorlogstooneel in Montenegro werkzaam gesteld werden, kwa men zelfs vlieghoogten van 3000 en 3500 M, Vbor, een feit dat tot vergrooting der motor- capacfteit drong. Do aviateurs gingen bij de gevechten van het eerste oprukken vóór alles elkaar zorgvuldig uit den weg. Hoofdzaak was voor beide par tijen een snelle en betrouwbare verkennjng» Onze vligerorganisatie voldeed uitmuntend. De vliegerkampementc-n waren zeer enel opgesla gen en de benoodigde telefoonleidingen vlug gelegd. Als werkkamer diende een omnibus, waarin alls wat voor het maken der aansluitin gen noodig was, onmiddellijk voor de hand lag. De keus van terreinen geschikt voor aviatours- kampen was nic-t eenvoudig, want, behalve dat ze gelegenheid moesten bieden tot gemak kelijk opgaan en landen, moesten de tenthan gars zoo veel mogelijk gedekt zijn voor het ge zicht van vijandelijke vliegers, om zoov&el doen lijk te voorsomen, dat deze er bommen op zou den werpen. Een hoogst aangename verrassing was het voor ons te kunnen constateeron, dat de Duit sche vliegmachines zich, waar het op snelheid van stijgen aankwam, do meerderen toonden van die der geallieerden. Onze tegenstanders staakten in net verder vervolg spoedig hun afstandsvluchten en beperkten zich vóór alles tot verkenningen in de naast© omgeving. Eerst nadat de Zeppelins htm aanwezigheid zeer onaangenaam lieten bemerken, begonnen de aanvallen op verafgelegen doelen weer, nu echter hoofdzakelijk ondernomen door Engel- schen, welke aanvallen blijkbaar voortkwamen uit vrees, dat op een mooien dag, of liever nacht. Londen wei eens met bommen beworpen zou kunnen worden. Want de Zc-ppelins had den reeds krachtig meegestreden. In den strijd om Luik had een Zeppelin duchtig meegewerkt, zijn bommen brachten vrees en schrik in Ant werpen en Ostende en toen na inneming dezer plaatsen de Zeppelins hun vaarten tot Enge land uitstrekten en met succes Engelscho kust plaatsen bombardeerden, zagen de Engelschen duidelijk in, dat, als de Duitschers het wilden ook Londen long niot veilig voor hen zou zijn. inspanning. Zij zou zoo hebben kunnen voort spreken tot het rijzen van den dageraad, om de vreugde dit stervende aanschijn te zien opklaren. Naakst hem neergeknield, 6teunt zij moederlijk zijn hoofd op haren arm. En hij heeft onbewust zich aangevlijd tegen den schouder der liefdezuster, «?n ihij voelt over zijne haren gaan de zachte streeling van liare vrouwenhand- Hij ziet niet meer het over hem heengebogen gelaat, noch den mond, die liefkoozende en sluimeringwekkende woorden vallen laat. Hij hoort nog slechts de woorden „Ik ben de lucht, die je omgeeft, de mond die je troost de hand die je 6teunt en het hart clat je bemint..." En de nachtwind strijkt over zijn lichaam... een arm 6chuift zich onder zijn hals... oude* zijn oor voelt hij het kloppen van de borst eener vrouw. „Odette... kleine Odette...", lispelt hij. En de liefdezuster zegt geen woord, maakt gen beweging, die den zaligen waan van den stervende zou kunnen verstoren. „Ik druk een kus op je Lippen opdat je leven, zult"... Die woorden, die liefelijke woorden hoort hij weer... „Odette!" fluistert hij nm een kus!"... De zuster riddert. Geen preutschheid is er in haar. Maar de kuische vrouw huivert terug bij de bioote gedacht© reeds, dat de lippen van een man de hare zouden aanraken... Hier nu echter, tegenover den dood, verkrijgen al deze cüngen een ander aanzien. Hoe nietig wordt hier deze schroom!... En bovendin. had zij niet reeds hare lippen bezoedeld door te. spre ken wat onwaarheid was? Een kus zou ze niet erger kunnen profaneeren, dan een leugen alreeds. En teeder, gedwongen door het laatste ver langen van den stervende, neigt zij nog dieper over hem heen en kust hem op de lippen. Zóó stierf hij. En bij het zien van den reeds onstoffelyken glimlach, die daar achterbleef op zijne verstij vende trekken, voelde c© zuster zich trotsch op de leugen Ji© zij gesproken en op den kus dien zij geeïéran had-«n'cwori bermw was ©r a haaf

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 5