No. 177.
Zondag 3 October 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Het Franseh-Britsche offensief.
Onder redactie van D. MANASSEN.
TWEEDE JAARGANG.
DE SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTEINASTRAAT 10,
AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAD PER WEEK. LOSSE
NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNE
MENT VOOR MILITAIREN 0.75. VOOR BURGERS ƒ1.50 P. DRIE MAANDEN
Voor Advertentien wende r
zich tot het Alg. Advertentie-Bureau ROUMA Co.
Heerengracht 226 Amsterdam, tot de Drukkerij ..Jacob van Canrpen" N.Z. Voorburgwal
231-'240 (Keizerrijk 9) Amsterdam of tot onze Administrate. Palestrinastraat 10
Amsterdam. Prijs der Advertentiën per regel 30 cent. Bij abonnement n ductio
In de laatste week hebben er belangrijke
gebeurtenissen plaats gehad op het Weeter-
front, gebeurtenissen, die daar onbekend
watreoi in de vorige 12 maanden. Den laat-
sten Zaterdag en Zondag van September
hebben de Fransehen en de Engelschen aan
vallen gedaan op het Duitsche front. Wij
hebben er meer dan eens van verhaald, de
Engelschen zijn vooruitgedrongen bij Loos,
de Franschen in Champagne; zij hebben
hier zoowel als daar eerst de voorste en toen
de tweede linie van den vijand genomen, en
zij zijn hier en daar doorgedrongen tot de
derde linie. We geven hierbij een kaartje
van het daardoor veranderde front, en ver
wijzen naar de feuilletons in het nummer
van heden over die gevechten. Men kan nu
de gevechten nagaan.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
De toestand in den reuzenstrijd.
Is, wat de Franschen en Engelschen Za
terdag en Zondag der vorige week hebben
beproefd, nu werkelijk het groote offensief
geweest? Fransche en Engelsche bladen
hebben er aan geloofd en gejuicht, de En
gelschen, zooals we weten, nog het meest.
Zij beweerden o.a., dat do puitschers nu
weldra zouden zijn teruggeworpen tot den
Rijn, hun legers aan het Westerfront zou
den doorbroken,gescheiden zijn en afzonder
lijk aangevallen. Nu, bijna een week later,
denkt men niet heelemaal meer zoo opti
mistisch. Aan een doorbraak gelooft men
niet meer zoo licht en hetgeen men thans
hoopt, is een langzame terugdrijving, zoo
lezen we in ,,Land and Water" van den
bekenden schrijver Hilaire Belloc, die ech
ter wel eens over de schreef gaat met zijn
optimistischen kijk op de dingen. De Fran
sche bladen zijn thans reeds heel wat kal
mer. Zij wijzen er op, dat misschien de tijd
voor het groote offensief nog niet is ge
komen, dat generaal Joffre zijn plannen
heeft, die hij niet openbaar maakt en dat
het nu alleen zijn doel was om de Duit-
schors op enkele punten wat achteruit te
drijven, zonder dat hij daarom een grooten
aanval begint. Zoo bereiden de Fransche
bladen er hun lezers op voor, dat na de
groote krachtige activiteit er misschien weer
De Londensche „Times" meldt uit Parijs:
De gewonden van het slagfront in Cham
pagne beginnen te Parijs aan te komen met
de eerste verhalen over het openen van het
groote offensief. De eer van den eersten
stormaanval komt toe aan het vermetele
koloniale corps. Onder leiding van generaal
Marchand stormden de mannen tot den
aanval vooruit. Generaal Marchand viel
ernstig gewond in den buik. Zijn mannen
echter snelden met onweerstaanbaar élan
voort naar de linie der Duitsche loopgraven
en door deze eerete linie heen. Zij lieten
daarbij talrijke groepen Duitschers in spe
ciaal versterkte schansen en drongen door
tot de verzamelplaatsen in de achterhoede,
waar de Duitschers nog iets langer weer
stand bleven bieden. Het élan was zoo groot,
dat ook de Fransche koloniale cavalerie
onder de schitterende aanvoering van Mar-
chand's rechterhand, generaal Baratier,
voor de eerste maal sedert lange maanden
op het oostelijk front weer in actie kwam.
Haar optreden verklaart het groote aantal
gevangenen in zoo korten tijd en op een
zoo kort front. De eerste linie ging na de
doorbraak der eerste loopgravenlinie zoo
snel voort, ondanks verwoeden tegenstand,
dat ze voortdrong tot de vijandelijke artil
lerie-emplacementen, waar men om de ka
nonnen heen een zeer "'heterogene verzame
ling Duitschen, vond van alle wapenen, die
uit de loopgraven waren gevlucht en nu
omsingeld werden en zich moesten over
geven.
De Temps" van Maandag bespreekt in
zijn Militairen Toestand bet ingezette offen
sief en zegt o. a. :j
een periode zal intreden van stilstand.
Zoover is het voorloopig nog niet. Er is
deze geheele week zeer hardnekkig gevoch
ten en de geallieerden hebben buitengewoon
krachtige aanvallen gedaan, maar zij on
dervinden zoo hevigen tegenstand van de
Duitschers, dat het resultaat maar luttel is,
In Champagne in het bijzonder is
de strijd zeer hai-dnekkig, vooral
bij Mesnil, waar het Duitsche front
een saillant of vooruitspringend ge
deelte heeft, dat de Franschen blijkbaar
willen indrukken, doch waarin zij nog niet
geslaagd zijn. Over 't geheel kan men de
berichten der Fransche communique's
enkele successen daargelaten, die men on
der de telegrammen vindt vermeld
samenvatten in de woorden: „Wij hebben
ons gehandhaafd in de genomen stellingen",
wat op zich zelf wel reeds een feit van be
lang is tegenover de krachtige tegenaanval
len der Duitschers, maar niet getuigt van
een geslaagd offensief, - daargelaten,
dat de Franschen werkelijk eenigo vorde
ringen maakten, ook nu nog. Doch over 't
geheel is de toestand door al de geweldige
pogingen, de reusachtige artillcrie-acties,
bloedige bajonet-gevechten, niet ver
anderd. Dat kan bijna evenzoo van
het Engelsche als van het Fran
sche front worden gezegd. De En<
gelschen bij Loos en in den omtrek komen
in de allerlaatste dagen weer wat vooruit
en zouden zelfs de derde linie der Duit
schers zijn genaderd. Maar ook hier is van
een doorbraak geen sprake. Misschien zijn
de Duitschers sterker, misschien is ook de
overmacht der geallieerden wat kanonnen
en munitie en manschappen aangaat, nog
niet krachtig genoeg. Do kans op een spoe
Is dit het begin van een grooten aanval 2
Wij weten er niets van; de opperbevelhebber
heeft niemand in zijn plannen ingewijd. En
dat juist geeft ons goede hoop een operatie
waaraan ruchtbaarheid is gegeven, is een
operatie, welke daardoor al beslist is. Laten
wij voor het oogenblik met vreugde de ont
vangen berichten beech ouwen eii met ver
trouwen verder afwachten. En tevens willen
wij herinneren aan hetgeen generaal de
Lacroix onlangs schreef in zijn „Exquisse de
bataille"
„De opperbevelhebber beeft een aanvals
plan opgemaakt; hij heeft een bepaald punt
van bet front op het oog waar hij wil door
breken, omdat dit punt bem liet zwak si
schijnt of wel omdat hij vermoedt dat een
doorbraak daar ter plaatse voor den vijand
de verderfelijkste gevolgen zal hebben. Met
dien opzet zal hij dus den aanval beginnen.
Maar hij zou een fout begaan, indien hij
in elk geval, wat er ook moge gebeuren,
onwrikbaar zon vasthouden aan dien oov-
spronkelijken opzet. Napoleon ging nimmer
een gevecht aan zonder een plan gemaakt
te hebben maar dat plan was niet onvat
baar voor wijziging en was plooibaar genoeg
om in overeenstemming met de omstandig
heden te worden gebracht. Het kon toch
gebeuren, dat op het punt, waar de opper
bevelhebber wilde doorbreken, de vijand
sterke reserves heeft aangetrokken. Zich
koppig er tegen verzetten om bij de verdere
ontwikkeling van de actie rekening te hou
den met den nieuwgcsciiapen toestand, zon
't uitlokken van een échec beteekeneu, ter
wijl op enkele K.M. afstand wellicht een
gunstiger gelegenheid ware te vinden. De
leider moet dan zijn bedoelingen weten aan
te passen aan de gebeurtenissen."
dige beslissing hier blijft althans voorloopig
no^ verbazend klein.
Eigenaardig is wel, dat de strijd in het
Oosten in de laatste dagen schijnt te ver
slappen. Hebben del Duitschers troepen van
het Oosten naar 't westen gezonden? Hun
berichten meldden nog wel, dat zij vooruit
komen, maar de telegrammen zijn wat vaag
en er worden weinig plaatsen genoemd» In
't noorden van dit front tusschen Riga en
Wilna, schijnt de toestand weinig of niet
te veranderen; ook in 't midden, in de
streek der moerassen, valt blijkbaar weinig
van belang voor. Iii 't zuiden daarentegen,
in den vestingen-driehoek in Wolhynië, gaat
het den Russen blijkbaar minder goed. Zij
moeten daar terugtrekken; hun eigen
berichten erkennen dat, en zo staan
nu al achter de Styr. Van Luzk hebben ze
stellig niet veel meer in bezit, ook bij Dubno
gaan ze weer oostwaarts en rukken de Oos
tenrijkers vooruit. Tcch blijkt uit verschil
lende mededeelingen, dat de bondgenöoten
hier vroeger wel verliezen hebben geleden,
achteruitgetrokken zijn. De Oostenrijkers
bedreigden voor eenige weken reeds Rowno,
thans is daar geen sprake meer van. In het
Westen zoowel als in het Oosten is er dus
in de laatste dagen weinig of geen verande
ring, van de andere oorlogsterreinen hoeven
wel heelemaal niet te spreken. De strijd
tegen Servië liet ook weef stil.
DUITSCHLAND.
Op luisterpost.
Aan den „Berliner Lokal-Anzeiger" ont-
leenen wij het volgende verhaal
Dut er luisterposten zijn moeten, daarover
waren wij het allen eens. Maar enkelen onzer
waren de overtuiging toegedaan, dat het abso
luut niet noodig was, dat deze posten zoo. ver
van de eigen stellingen lagen. Doch de posten
waren er eenmaal en wij moesten ze bezet
ten. Daar het punt, bepaald als onze luister
post, 800 meter voor onze loopgraaf lag en
alleen te bereiken was door draadhindernissen
over weide, veld en bremstruiken, kwamen wij
slechts langzaam vooruit. Vooral, omdat de
vijand raketten liet opstijgen en wij 'dan,
volgens voorschrift, onmiddellijk op den grond
moesten gaan liggen. Niettegenstaande len
alleen maar behoeft te blijven staan in liet
schijnsel der raketten, om niet gezien te
worden.
De mannen, die wij aflosten, meldden, dat
er niets bijzonders gebeurd was. Wij gingen in
een gat in den grond liggen en begonnen onzen
dienst, die hierin bestaat, dat wij zelf geen
geluid geven en lekten op vreemde geluiden,
om dan onmiddellijk handelend op te tiygtc.
Voor ons luistergat, ongeveer op twintig
meter afstand, liep het M-kanaal. Onze oever
was volkomen kaal, de andere oever, door de
vijandelijke luisterposten bezet, begroeid met
wilgen cn hazelnootstruiken. Over bet smalle
kanaal liep een primitief bruggetje, dat vooral
in donkere nachten door de luisterpatrouilles
gebruikt werd, om de overzijde te bereiken.
De nacht was buitengewoon stil. De rust
werd niet eens verstoord door heb gebruike
lijke kanongedonder uit de richting van Y
Slechts af en toe schreeuwde een vogel of klonk
uit de verte het rollen van een Fransche auto.
Langzamerhand wennen oog en oor aan de
duisternis en stilte en zien en hooren wij
toonoelen en geluiden, die tevoren niet konden
waargenomen worden.
Aan den overkant schijnt zich een groot dier
te bewegen. Maar een dier kan niet. vloe
ken. Heel duidelijk hoor ik: „Sacré nom d'un
chienEn dan een schaduw en nog een.
De kameraden hebben het ook gehoord' en
zonder iets te zeggen, alleen door handbewe
gingen, spreken wij af, wat wij te doen hebben.
Wij grijpen naar de handgranaten en wachten
op den vijand. Wij kunnen wel raden, wat luj
in zijn schild voert. Sedert wij hier liggen,
heeft hij gemerkt, dat het onschadelijk maken
van patrouilles onze specialiteit is. Zijn pa
trouilles wagen het dus niet meer over liet
bruggetje to gaan, doch trachten in bootjes
over het water te komen. Wij hebben ons inis-
tergat verlaten, het geweer om den hals ge
hangen, in de linkerhand een granaat, in cio
rechter twee granaten genomen en gaan krui
pend naar den oever.
Aan den overkant hoorden wij zacht roepen:
„AllonsZes man in het kleine bootje, kwa
men zij spookachtig nader. Wij twijfelden er
Van Duitsche zijde ontvangen wij over
het Fransch-Engelsche offensief bij Souain
en Perthes de volgende mededeelingen
Zaterdagmorgen om 5 uur werd het ge
vecht begonnen, aanvankelijk met een be
schieting door licht geschut, in de geheele
strook SouainPerthesMassiges. Onge
veer een uur later mengde zich ook zwaar
geschut in den strijd, mortieren, houwit
sers en zware kanonnen, die een onafge
broken stroom projectielen over de Duitsche
linies wierpen. De Duitsche commandant,
die een aanval verwachtte, liet uit Somme-
Py. en'uit het verder achterwaarts gelegen
Aure versterkingen naar de voorste linies
komen. Nadat het geschutvuur ongeveer 4
tot 5 uur onafgebroken had voortgeduurd,
trad een kleine pauze in het artillerievuur
in. De Duitsche officieren lieten alles ge
reed maken om den aanval af te wachten,
maar deze bleef uit. Na een uur ongeveer
begon het artillerievuur opnieuw, nu in
nog sterker mate, zoo mogelijk. De lucht
was zwart van de massa's projectielen, die
zonder ophouden van de Fransche linies
kwamen aansuizenhet geratel en gedonder
der mitrailleurs eu kanonnen was om razend
te worden.
Alle mijnen, die de Duitschers voor hunne
stellingen hadden aangelegd, waren dóór de
Fransche granaten getroffen en ontploft,
de draadversperringen waren vernield, zoo
dat voor de loopgraven een onontwarbaar
kluwen van draad ordeloos dooreen lag en
hing. Een ontelbaar aantal luchtmijnen
werden uit de Fransche linies geworpen en
suisden door de lucht. Des namiddags en
des avonds werd telkens het vuren wat min
der, doch hernam dan geleidelijk weder de
volle kracht, zonder dat de aanval werd on
dernomen. Het artillerievuur duurde den
geheeleu nacht onverminderd voort. Dui
geen oogenblik aan, dat zij het gemunt hadden
op onzen luisterpost om wraak te nemen, om
dat wij in den vorigen nacht een officierspa
trouille hadden afgemaakt.
Het spookschip was nog drie meter ongeveer
van den oever. Toen floot een der onzen, drie
Duitsche handgranaten suisden in het bootje,
dan nog eens drie en weer drie, alles bliksem
snel.
Do boot vloog niet aan stukken, zooals wij
vermoed hadden. In rook en vlammen gehuld
kenterde het bootje en vijf lichamen dreven
bewegingloos op het water. De zesde was niet
te zien.
Snel kropen wij terug in onzen granaattrech.
ter en. nauwelijks waren we er aangekomen
of de projectielc-n van een Fransch machine
geweer floten over onze hoofden. Na tien mi
nuten hield het schieten op
FRANKRIJK.
Van het Westelijk Oorlogsterrein.
PARIJS. De gevechten in Artois en
Champagne worden met dezelfde kracht
voortgezet en de vorderingen houden aan.
De geheele oerate stelling in Champagne,
die door maandenlangen arbeid uitermate
sterk was gemaakt, is geheel en al genomen
over een front van 25 K.M.
De Fransche troepen vallen de tweede
linie onder gunstige omstandigheden aan.
De Duitschers geven onmiskenbare blijken
van uitputting en vermoeidheid. Groepen
van honderden geven zich over, zonder ge
vochten te hebben.
Daar ten gevolge van het verbreken der
verbindingen sedert drie dagen geen pro
viand kon worden aangevoerd, zijn de krijgs
gevangenen uitermate verzwakt.
Men krijgt den indruk, dat er wanorde
heerscht, zoowel in de vijandelijke linies
als daarachter.
In Champagne alleen maakten de Fran
schen krijgsgevangenen, die tot 35 verschil
lende infanterie-regimenten behoorden.
Bataillons, compagnieën zelfs, worden
afzonderlijk door den Duitschen comman
dant in het gevecht gebracht, waaruit blijkt
welk een verrassing de aanval der Franschen
teweeg heeft gebracht eu welk een wanorde
erop gevolgd is.
Het moreel der Fransche troepen is bui
tengewoon goed.
De vastberadenheid en geestdrift van de
gewonden, die van het front komen, wekt
de bewondering op van allen, die met hen
iu aanraking komen. Het behaalde schit
terende succes heeft den strijdlust der troe
pen verdubbeld.
In Artois wordt met groote verbittering
doorgevochten. De Franschen blijven vor
deringen maken. De top van heuvel 140,
het hoogste punt van de kam van Vimy,
die de geheele vlakte van Lens en Douai
beheerecht, en de boomgaarden ten zuiden
van die kom, zijn in handen der Franschen.
De soldaten, die in deze streek krijgsge
vangen zijn gemaakt, behooren tot 28 ver
schillende regimenten, waaronder vier Prui
sische garde-regimenten.
Het Engelsche leger, dat in verbinding
is met de Fransche troepen, maakt vorde
ringen ten noorden en ten zuiden van
Loos.
De twee eerste linies verschansingen zijn
reeds genomen, op de derde worden hevige
aanvallen gedaan.
Het geheele aantal gevangenen, door de
bondg'enooten gemaakt, bedraagt 25.000.
waaronder meer dan 400 officieren. Tot nu
tóe zijn 103 veroverde kanonnen geteld,
zware zoowel als veldstukken en de inven-
tarieeering van den buit is nog lang niet
afgeloopen.
PARIJS. Onze zware artillerie in België
steunde de Engelsche vloot tegen de kust-
batterijen.
Thans is uitgemaakt dat alleen in Cham
pagne 121 Duitsche zware en veldkanonnen
zijn veroverd.
Sedert den 25sten September liebben in
Artois geen gevechten van beteckenis plaats
Wij hebben Verder terrein gewonnen in
Champagne ten noorden van Mesnil en
zenden kanonnen van allerlei soort namen
er aan deel. Het ge9donder van het geschut
was zoo ontzettend, dat'den wachtposten in
de Duitsche linies hooren en zien verging
en dat men zelfs achter de tweede linie zijn
eigen woorden niet kon verstaan. Door dit
voortdurelid hevige schieten werd het ge
heele terrein zoo met granaten én bommen
overstroomd, dat letterlijk niets ongeschon
den bleef. Alle loopgraven, voorlinies, luis
terposten, wolfskuilen, alles wat in het ter
rein was gegraven of gebouwd, werd met
den grond gelijk gemaakt.
Zondagmorgen verflauwde het vuren wat
tegen het aanbreken van den dag, en om
5 uur ongeveer stormden Franschen en
Engelschen naar de Duitsche stellingen.
Tot vijfmaal toe werd de aanval afgeslagen
onder het zware vuur van de Duitsche ar
tillerie, en somtijds drongen de aanvallers
in de stellingen der Duitschers doör en ont
stonden woeste gevechten van man tegen
man, waarin beide partijen ontzettende ver
liezen leden. Toen de Franschen voor de
zesde maal tot den aanval overgingen, ont
ruimden de Duitsche troepen de volkomen
vernielde en onhoudbaar geworden eerste
lirre en trokken zicb in de tweede positie
terug. Bij den zesden aanval konden de
Franschen zich in de ontruimde Duitsche
stellingen vastzetten en tot den aanval op
de volgende linies overgaan. Doch deze
werd afgeslagen, daar hier de verdedi
gingswerken en versperringen, die door het
vuur weinig hadden geleden, nog bijna ge
heel intact waren, en bovendien hier het
meer achterwaarts geplaatste Duitsche
zware geschut zicb in den strijd kon men
gen. De aanval op de tweede linie kon hier
niet worden voortgezet. De Duitsche troe
pen waren tusschen Souain en Massiges on
geveer 3 a 4 kilometer teruggedrongen.
's Gravenhagu, 28 September 1915.
OPPERBEVELHEBBER
VAN
LAND- EN ZEEMACHT.
O.V.I. No. 34134.
(Afd. 6. S. No. 9809),
Onderwerp:
Soldatencourant
Op 16 Augustus 1914 werd aan Land- en Zeemacht de navolgende mededeeling gericht:
„Door den Heer D. MANASSEN, Hoofdredacteur van het weekblad „De Fakkel"
wordt, met medeweten en instemming van Zijne Excellentie den Minister van Ooricg
uitgegeven een Soldatencourant. Het doel van deze uitgave is, den soldaten en
schepelingen In populalren vorm het nieuws te brengen, waarin zij geacht kunnen
worden belang te stellen en, in het algemeen, het bestaan van een opgewekten
geest bij leger en vloot blijvend te bevorderen.
De courant zal driemaal in de week, namelijk (n den ochtend van den Dinsdag,
den Donderdag en den Zaterdag, verschijnen en verkrijgbaar worden gesteld tegen den
prijs van 1 cent.
De oplaag zal bedragen 50,000 exemplaren, die over de verschillende onderdeelen
van het Leger en de Zeemacht zullen worden verdeeld.
De toezending geschiedt aan de regimenten, bataljons, afdeelingen of compagniën,
tot een bepaald aantal per compagnie, ecsadron of batterij. De commandanten der
onderdeelen, waaraan de couranten worden gezonden, worden uitgenoodigd, maat
regelen te treffen voor de verkrijgbaarstelling, alsook voor het overmaken der gelden,
die bijv. door de sergeanten-majoor en opperwachtmeesters onder toezicht der
betrokken commandanten kunnen worden geïnd.
Het adre3 van den Heer MANASSEN, waarheen de geiden moeten worden gezonden
is: Amsterdam, Palestrinastraat No. 10; voor vergoeding van de onkosten vcor
overmaken e. d. kan op het te zenden bedrag 10 pCt. worden gekort.
Het betreft hier eene zaak, die geheel in het belang van den soldaat wordt
ondernomen; ook bij verkoop van alle exemplaren, worden de onkosten nog niet
gedekt. Het zal mij aangenaam zijn, wanneer alle autoriteiten en commandanten voor
het welslagen van dit sympathieke streven nagr hun vermogen bijdragen."
Sinds dien is gebleken, dat de Soldatencourant volkomen heeft voldaan aan de
verwachtingen en dat zij daaraan nog steeds voldoet.
Tengevolge van de omstandigheid, dat inmiddels verschillende nieuwe onderdeelen
zijn opgericht, alsook vele verplaatsingen hebben plaats gevonden, komt het voor, dat
voor het tegenwoordige niet in alle opzichten het noodige wordt verricht, om zorg te
dragen, dat de courant den soldaat steeds kan bereiken.
Ik heb mitsdieng de eer, de autoriteiten en de commandanten der onderdeelen
van Land- en Zeemacht uit te noodigen, hiertoe de meest mogelijke medewerking
te verleenen.
De Generaal,
C. J. SNIJDERS]
AAN
de autoriteiten van Land- en
Zesmacht.
verder naar bet oosten tusschen heuvel 199
ten noorden van Massiges en den weg van
Ville-sur-Tourbe naar Cernay. Wij maak
ten daarbij wederom gevangenen.
De Duitschers wisten weder voet te krij
gen in eenigte versterkingen, waar zij vroe
ger de nederlaag hadden geleden, maar door
een tweeden zee rhevigen tegenaanval in
denzelfden sector, werden zij er weder uit
verdreven.
Onze aeroplanes wierpen 72 bommen op
het station van Guigniccurt en keerden be
houden terug.
BERLIJN. Uit het groote hoofdkwartier
wordt gemeld: De vijand zette alleen in
Champagne de pogingen tot doorbraak
voort. Ten zuiden van den weg Meenen
Yperen deden we een door twee Engel
sche compagnieën bezette stelling in de
lucht springen. Ten noorden van Loos
ging onzo tegenaanval langzaam vooruit.
Ten zuidoosten van Souehez slaagden de
Franschen er in op twee plaatsen van
kleine uitgestrektheid onze linie bin
nen te dringen;, daar wordt nog ge
streden. Een Fransche aanval ten zuiden
van At-recht werd gemakkelijk afgeslagen.
Tusschen Reims en de Argonnen waren de
hunne stellingen loopen nu ten zuiden van
Navals, van de Butte de Souain, van Tahu-
rer, Ripont, en Cernay; tusschen Navals en
Souain Iconen zij bijna loodrecht naar het
zuiden, evenals tusschen Ripont en Rou-
vroy en Virginie.
De aanval op Loos.
Uit het Engelsche hoofdkwartier in
Frankrijk worden in een telegram, d.d. 28
September, de volgende nadere bijzonder
heden omtrent de inneming van Loos gege
ven.
De' eerste roemrijke charge door onze
mannen van de loopgraven bij Vermelles
uit ondernomen in het grauwe licht van
Zaterdagochtend, bracht hen door het dorp
Loos heen tot op den top van heuvel no.
70 daarachter, en zal altijd herdacht wor
den als een van de schoonste praestaties van
het Engelsche leger. Niets kon de mannen
tegenhouden.
De twee Duitsche loopgraven, die het
dorp verdedigden, bezweken eerst voor hun
vreeselijken aandrang. Toen stormden de
Engelschen over een stuk open grond in de
straten van Loos, waar een handgemeen en
een gevecht met handgranten ontstond.
Daarop kwamen zij' achter Loos aan de hel
ling van heuvel no, 70, ongeveer een halve
mijl verder naar het Oosten.
Delaatste met alle kracht doorgezette
aanloop eindigde op den topsommigen
liepen nog door tot aan de andere zijde tot
zij door machtige aardwerken, die met tal
rijke mitrailleurs bewapend waren, tegen
gehouden werden. Op dat tijdstip begon
nen de batterijen van den vijand haar vuur
op de helling van den heuvel te concentree-
ren, waarom onze manschappen bevel kre
gen. zich in te graven op ongeveer honderd
yards afstand van den top.
gevechten verbitterd. Ten zuiden van St.
Marie a Py brak oen vijandelijke brigade
door onzo voorste loopgravenstelling, zij
stiet op onze reserves, die in een tegenaan
val op den vijand achthonderd gevangenen
maakteiFen de rest vernietigden.Alle Fran
sche aanvallen tusschen de wegen van
Somme Py, Souain en den spoorweg van
ChallerangeSt. Menehould zijn gisteren,
deels in verbitterde gevechten op korten
afstand en onder zware verliezen -oor den
vijand, afgeslagen.
Donderdagmogén vroeg is een krachtige
vijandelijke aanval gedaan op het front ten
noordwesten van Massiges. Ten noorden van
Massiges ging de aan vijandelijk flankeer-
vuur zeer blootgestelde heuvel 191 ver
loren.
Aan de overigo fronten alleen artillerie-
en mijngevechten van wisselende hevigheid.
RUSLAND.
Van het Oostelijk Oorloqsterrein.
BERLIJN. Uit het Groote Hoofdkwar
tier wordt gemeld:
Legergroep v. Hindenburg. Ten zuiden
van Dunaburg werd dè vijand in do moer-
Den geheeleu Zondag en Maandag werd
het gevecht om den heuvel voortgezet.
Het dorp Lóós was door een drievoudige
rij loopgraven, dio met prikkeldraad van
buitengewone dikte en met prikkels van
bijna een inch lengte beschermd waren, om
geven. De beide eerste rijen waren door do
artillerie-voorbereiding volkomen vernield,
maar de derde was nog in behoorlijken staat
en hier moest de versperring doorgeenedeu
worden door manschappen, die ongedekt in
het open veld stonden, blootgesteld aan het
vijandelijk vuur.
Een soldaat vertelde, dat in de loopgra
ven om de stad de lijken van Duitschers op
sommige plaatsen in stapels op elkaar Jagen.
Het schouwspel, dat zich in Loos voor
deed, spot met alle besclmjving. Er werden
Duitschers gevonden, die in kelders ver-
borben, bleven vuren op onze mannen, die
door de straten snelden. In een gehuchtje
werden mitrailleurs genomen, die door ga
ten in de muren van boerderijen heen
vuurden.
In de straten had een vreeselijk bajonet-
en bommengevecht plaats. Vele vijanden
bleven doorvuren tot onze mannen op kor
ten afstand waren gekomen en smeten toen
hunne geweren weg, hieven <Je handen, om
hoog en riepen om genade.
Het dorp zelf is ernstig beschadigd door
het arfi'erievuur- Van de kerk is slechts
een vormelooze massa steecuen over. Vele
huizen zijn aan stukkon gereten en de stra
ten waren vol puin, waartusschen honder
den dooden en gewonden lagen.
Een aantal veldkanonnen werden in ge
cementeerde loopgraven gevonden, terwijl
ook vele krachtig versterkte mitrailleur-fun
daties werden gevonden.
Het kerkhof aan dén zoom van het dorp